Historisch Archief 1877-1940
F. 1447
WEEK
DE AMSTERDAMME
.1
A°. 1905.
VOOK NEDERLAND
O :n d. e r redactie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
a. :n. J". ID IE K O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.63
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.12'/2
Bit blad U verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capuciues tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 19 Maart.
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel O.iO
Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOLF MOSSE te Keulen en duor alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Pfennig.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Bedeeling"
of j.Afzetterij," door dr. G. W. Bruinsma.
Deurwaarders-examen, door Gerard G.
Lenselink.?De derde herhalingsoefening, door E.
Een verkiezing in de zeventiende teuw, door
P. Visser. SOCIALE
AANGE1.EGEX1IEDKN : Nog een biitf van een Zeeman.
FEUILLETON: Een verschrikkelijke Nacht.
Naar het Duitsch, van Lotliar Schuil U. ?
KUNST EN LETTEKEN': Muziek in de
HoofdBlad, door Ant. Averkanip. Ken historisch
treurspel, door W. G. vanNouhuvs.?Ferrero's
Grootlieid en verval van Rome, door Van
Kijnberk Jr. De frontieren over, door
Gi-bhard, beoordeeld door F. A. 1>. Hoe
arm Breda" woont, door S. Biologen vóór,
door Bierhaalder. Invloed van verhoogde
en verminderde luchtdruk op het niensclmlijke
lichaam, door dr. van . der P. VOOR
DAMES: Charlotte Perkins Gilman overliet
lluishoudprobleem, door J. K. van der Veer.
De vrouw en het hooger onderwijs, door
Albertine Steenhofl'?Smulders, beoordeeld
door P. II. Hugenholtz Jr. Plichtgevoel,"
(ing.), door T. C, 8. Allerlei, door Caprice.
UIT DE NATUUR, door E. Heimans.
Kunstkoopers. Wijlen H. F. Groen van
Waarder, en zijne schilderijen, in De Brakke
Grond," (met afb.), door J. H. R. De Tuin,
door Theo Molkenboer. Kunst door gezond
verstand op de vingers gekeken, door W. C. A.
Kiddershof, beoordeeld door R. W. P. de Vries
Jr. Arcliitectnur-tentoogstelling,
doorPlasschaert. FIN ANCIEELE EN
OKCONOM1SCHE KKONIEK, door D. Stigter.
Muziekbeoordeelingen. (slot), door Ant. A
verkamp. SCHETSJES: Het Ongeluk, door
P. H. R. Jr. ALLERLEI.
INGE/ONDEN. DAMRUBRIKK. SCHAAK
SPEL. ADVERTENTIËN.
MItimillltllllllHlintlllllHIIIIIUHMIMIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIHI
Bedeeling" of Afzetterg".
De verbetering van de volkshuisvesting is
zoowel een Rijks- als een gemeentebelang.
Mr. Dr. AST. VAK GI.IX.
Het schiet niet gemakkelijk op met de
voorbereidingen ter verbetering van de
volkshuisvesting. Op 27 Juni 19J1 werd de
\voningwetafgekondigd doch de gemeente
besturen kregen verlof tot l Augustus
1904 om hun bouwverordeningen, zonder
welke heel weinig uit te voeren was,
ia orde te maken. Dit lange uitstel had
het gevolg, dat ieder dacht, er is tijd
genoeg en de meosten daardoor niet op
den bepaalden tijd klaar waren; zij
hebben opnieuw uitstel gekregen tot
Augustus van dit jaar en het is geen
geheim dat, nu van dien termijn al meer
dan de helft voorbij is, nog menig ge
meentebestuur met zijn verordening zit
te sukkelen. Toch kan, wij herhalen het,
eerst dan met ernst aan den gang worden
gegaan, wanneer die allen geheel in
orde zijn.
Een tweede vertraging is van geheel
anderen aard; de woningwet is opgebouwd
met de gedaehte van spontane en krachtige
medewerking van de zij de der goedgezinde
burgerij, die lust en ijver mocht bezitten
om een werkzaam en belangeloos aandeel
te nemen in de pogingen tot verbetering
der volkshuisvesting. J Let is begonnen
met de gezondheidscommissie;], van wier
talrijke leden verwacht wordt dat zij
steeds geneigd zullen blijven vrijwillig
alle verschillende, voor de behartiging
der woningwet vooral niet onbeduidende,
werkzaamheden te vervullen. Daarop
volgt do verwachting, uitgesproken door
art. 12 der woningwet, dat ingezetenen
wien de volkshuisvesting ter harte gaat,
niet zullen nalaten hun opmerkingen en
klachten bij de gemeentebesturen in te
dienen en eindelijk de gewichtige bepaling
van art. HO, waarbij aan vereenigingen,
vennootschappan en stichtingen uit
sluitend in het belang van verbetering
der volkshuisvesting werkzaam, voor
schotten en bijdragen kunnen worden
verleend ter gemootkoming in de kosten,
ten behoeve der volkhuis vesting door haar
gemaakt.
Inderdaad moet gezegd worden, dat
door de nieuwe wetten de weg ruim ge
opend schijnt te zijn om in een goede
richting iets te doen", indien bij een
deel der welgezinde bevolking de ernstige
wil aanwezig is.
Al spoedig echter begon voor velen de
teleurstelling; men had gemeend, zij het
dan ook ten onrechte, dat allerlei ver
eenigingen, die het behartigen van volks
belangen ten doel hadden, thans ook in
staat zouden zijn op gemakkelijke en
doeltreffende wijze haar werkzaamheden
uit te breiden ter bevordering eener betere
volkshuisvesting; vereenigingen, zooals
het Nut van 't Algemeen, van Yincentius,
van Armenzorg, enz. enz., en wel door
gebruik te maken van de vrijgevigheid
in het aangehaalde artikel 80 omschreven.
't Was weldra voor allen duidelijk, dat
hiervan geen sprake kon zijn, omdat van
deze voorschotten enz. alleen kunnen
genieten vereenigingen iiitxltnfi'iid in het
belang van de verbetering der volks
huisvesting werkzaam. De bovengenoemde
en andere algemeen verspreide vereeni
gingen, binnen wier doel en bemoeiingen
de nieuwe taak, om te zorgen voor betere
woningen der mingegoede bevolking, als
van zelf gelegen was, konden dus als
zoodanig evenmin als vroeger op eenigen
financieelen steun van overheidswege
rekenen; daartoe zouden zij gedwongen
zijn geheel nieuwe vereenigingen te
stichten of althans afdeelingen, die geheel
op zich zelf staande met de oorspron
kelijke hoofdvereeniging niets meer dan
eenig administratief verband mochten
bewaren.
Een tweede reeks van vereenigingen, die
velen van den beginne af hadden be
schouwd als juist in de wet bedoeld om
ter verbetering der volkshuisvesting werk
zaam te zijn en het voorrecht te mogen
genieten, ter wille van dit doel, voor
schotten en bijdragen" van overheidswege
tegen behoorlijke rente te ontvangen,
namelijk de coöperatieve vereenigingen,
werden eveneens ter zijde geschoven.
Een irerkelijl, coöperatieve vereeiiiging,
zegt Mr, van (.i ij n, 1) zal niet kunnen
worden toegelaten", zooals art. 30 eischt,
alleen een zoodanige, waarvan alleen de
vorm behouden is, maar alles is wegge
laten, war. tot het wezen der coöperatieve
vereenigingen behoort. Deze toch hebben
niet uitsluitend verbetering der volks
huisvesting ten doel, maar het rijker
maken van eenige particulieren, namelijk
de leden der coöperatie. Al ware het
alleen een coöperatieve bonwvereeniging,
zonder eenige verdere coöperatieve be
moeiing, dan nog kan zij niet profiteeren
van deze wet. omdat wel is waar de
huisvesting van een deel des volks daar
door zou kunnen verbeteren, maar niet
verbetering der volkshuisvesting" inliet
algemeen het doel is.
Het ergste echter is dezer dagen aan
het licht getreden en het zou waarlijk
overweging verdienen heel de woning
wet maar weer op te bergen, indien /ij
inderdaad eene uitlegging toeliet, zoo als
daarbij wordt gehuldigd.
Xiehier de zaak.
Te Zwolle is dan eindelijk eene
vereeniging opgericht, welke precies zooals
de wet eischt: uilxl uitruil in liet hrlmuj
Kun vri'l'ii'ti'i'iiiii i/rr ntlk'^huisrcstiini werk
zaam zal wezen. Het is gemakkelijk te
begrijpen, dat zoo iets niet geheel zonder
moeite tot stand komt, omdat allen, die
er deel aan nemen, nadat zij vooreerst
een behoorlijk stamkapitaal hebben bij
eengebracht, zich tijd en moeite moeten
getroosten en allicht velerlei beslom
meringen hebben te overwinnen alleen
ter wille van het algemeen belang.
De Koninklijke goedkeuring, die voor
zulk eene vereeniging noodig is, werd
verkregen, doch eerst wanneer zij, zooals
art. 30 ze^t, is toegelaten" kan zij recht
doen gelden op het ontvangen van
firiaricieele hulp van (Jemeonte en I lijk en
voor het verkrijgen van deze toelating
heeft zij te voldoen aan sommige voor
waarden. Hiertoe behoort de verplichting
tot aflossing van eventneele voorschotten
of bijdragen, uiterlijk in vijftig jaren,
nooit meer dan 4 pCt. rente van het
stamkapitaal en absoluut gemis van allo
geldelijk voordeel voor de leden, aan
deelhouders, bestuurders, commissarissen
of bewindvoerders enz. Thans eischt
echter de minister van financiën, boven
dien de bepaling in de (Statuten, dat bij
het verhuren der door de vereeniü'ing
te bouwen woningen niet als prijs ge
vraagd wordt, hetgeen feitelijk de wonin
gen hebben gekost en nog zullen kosten
aan jairlijksche aflossing en rente, maar
zooveel meer als er bij de bestaande
\voningverhoudingen bij mogelijkheid
voor bedongen kan worden; op de wijze
dus als een gewone huisjesmelker.
Kn de woningwet dan, die juist aan
dit bedrijf een einde moest maken:'!
Het doet er niet toe, heeft reeds bij
voorbaat Mr. Van (Üjn geantwoord in
eene brochure, waaruit wij eene zinsnede
als motto hierboven hebben geplaatst,
wanneer niet zooveel huur bedongen
wordt voor deze woningen als zij op de
vrije markt, bij concurrentie der
woningbehoevenden, kan opbrengen, zullen de
bewoners, die ze betrekken, voordeel
genieten boven anderen, boven sommigen
zelfs die het meer nog dan zij noodig
hebben, dit is hnln>lhnj en volgens zijn
staathuishoudkundige beginselen volstrekt
\\\t den booze!
De hoofdinspecteur der Volksgezond
heid, dr. Pijnappel te Zwolle, stelt in
het laatste nummer van het Tijdm-lir/ft
foor Sori</l<' Injijii'iii' daartegenover, nadat
1) Woningbouw en Woningwet door Mr.
Dr. Ant. van Gijn, secretaris van het College
van Bijstand, bedoeld bij art. 35 der
WoningWet, blz. TL'.
zijn inspecteur, Dr. Oosterbaan, in tic
Volksgezondheid reeds vroeger de aan
dacht er op gevestigd had, dut op die
manier, door de vereeniging, die de zaak
op touw zette, te vél zou worden ont
vangen en vraagt, wat daarmee moet
worden gedaan, omdat zij zelve het toch
niet mag houden ? "Weer andere slechte
woningen onteigenen, zegt de secretaris
van het Colle°e van Bijstand, aan wie vol
gens art. Bf> der Woningwet het oordeel is
opgedragen, en nieuwe bouwen, om zoo
doende geregeld en in gestadige volg
orde de volkshuisvesting te verbeteren.
Zoodat dan ten slotte deze verbetering
en hierbij verwijs ik met nadruk naar
het hierboven staande motto d. i. een
Rijks- en Gemeentebelang, tot stand
komt niet door geldelijke offers van het
Rijk of de Gemeente zij toch krijgen
alles wat zij hebben voorgeschoten met
geregelde interest terug niet door
gedwongen of vrijwillige bijdragen of
door belastingen dei' gegoede ingezetenen,
maar uitsluitend en alleen, omdat van
de mindergegoedcn, waaronder allicht
personen, staande op de grens der hulp
behoevendheid, onder den drang der
omstandigheden, meer huishuur is afge
dwongen dan de woningen hebben ge
kost, die voor hen zijn gebouwd door
welwillende tusschenkomst en de
belanglooze bemoeiingen hunner medeburgers
on wier waarde /ij met behoorlijke
rente tot den laatsten cent toe zelf be
taald hebben, zonder dat zij nochtans
hun eigendom zijn geworden !
Een vrijmoedig afgevaardigde, zoo roept
Dr. I'ijnappel Mr. van (>ijn toe, zouter
gelegener tijd zulk eeue handelwijze der
licgeering allicht kunnen betitelen met
den naam nfzi'Un-ij!
Dus bedoeling of afzetterij; ook voor
den meest starren economist uit 'Ie oude
sch ,ol, zal de keuze niet moeielijk zijn,
doch gelukkig zal zulk een zielestrijd kaut
bespaard kunnen worden. Van bedeeling
kan hier slechts sprake zijn voor heu, die
dit woord alleen toepassen, wanneer het
een of ander ten goede komt aan de minder
met aardsche goederen gezegende klassen
der burgerij, maar wel zorgen het angst
vallig achterwege te laten, indien zij zelf
of hun staiidgenooten bij voorkeur bij
algcmeeno maatregelen profiteeren.
Millioenen zijn en worden uitgegeven
aan verbetering van gemeenschapswegen
j on transportmiddelen met liet oog op
i handel en verkeer, ren bate van don
groothandel vooral; niemand denkt
er aan hierbij van bedeeling" van ecu
bepaalde klasse van personen te sproken,
hoewel tal van handelaars alleen door deze
overheidsbemoeiingen in staat worden
gesteld schatten te verdienen ; tonnen
gouds worden uitgegeven voor het hoo»t»
onderwijs en niemand zegt. dat dit een
bedoeling" is van aanstaande advokaten,
artsen enz. die daardoor in staat worden
gesteld zich een bestaan te verzekeren
en nauwelijks het tiende deel uit eigen
zak betalen van hetgeen hun opleiding
kost; nu echter eene wetgeving, die in
het algemeen belang noodig is, ter verbete
ring dor volkshuisvesting gelijk andere
overheidsbemoeiingen noodig waren ter
bevordering van don handel of' ter verbe
tering van hot hooger onderwijs niest de
klasse der groothandelaars, niet do klasse
dor gestudeerden, maar do klasse der
arbeiders in do eerste plaats ten goede
komt, nu haalt men het woord bedeeling"
als ecu boeman voor den dag om alles
Wilt conservatief is op te schrikken.
Zoo het schijnt, zelfs zonder een
oogenblik na te donken, omdat het anders ge
makkelijk te zien is, dat ook in de gewone
beteckenis niet eens van bodeeling sprake
kan zijn.
Hut begrip bedeel ng toch omvat zoowel
een passief als een actief deel; iemand,
die bedeeld wordt en iemand die bedeelt;
waar is in het besproken ge;val do persoon,
die bedoelt:' ^"iet de Vereeniging, die de
taak heeft op touw gezet, want zij heeft
niets on zij geeft niets; niet het Kijk of
do (iemeente, want zij geven evenmin
iet*; zij leunen alleen geld, tegen behoor
lijke rente en waarborg en nog niet eens
aan de personen, die bedeeld heeten te
worden, maar aan de Yorceniging, van
wie echter niemand beweert, dat zij
bedeeling omvangt.
Inderdaad, hoe men het wendt of keert,
het heeft allen schijn, alsof de secretaris
van het College van Bijstand, die het
woord heeft uitgevonden, het aan de
arbeiders niet gunt, dat zij toevallig het
eerst en het meest profiteeren van eene
gelukkige wetgeving, zooals toevallig
andoren dit somwijlen doen bij andere
takken van openbaren dienst.
Hot zou niet van groot gewicht zijn,
indien een enkel persoon zulk eene opinie
voorstond, waardoor geheel do goode wer
king der Woningwet wordt stop gezet.
zijn titel echter deed reeds vreezen, d tt het
College, wier secretaris hij is, met hem
zou meegaan en het recente geval met
de Vereeniging te Zwolle hooft de zeker
heid gegeven, dat de Minister, 'die ten
slotte de koorden van de beurs in handen
heeft, denzelf'den weg wil inslaan. Het is
noodig, dat allen, die de Woningwet met
vreugde hebben begroet, de handen ineen
slaan om zich te verzetten tegen zulke
pogingen om op geniepige wijze de kosten
van een llijks- en Gemeentebelang" te
doen betalen door eene speciale belasting
op de kleine l u \ don."
Dr. Gr. W. B
N.B. Eerst nadat het bovenstaande was af
gedrukt, nain ik kennis van het geschrift
van den Inspecteur der Volksgezond
heid, J. H. FAIIEK, Woningnood en
Woningwet, waarin ook hij op uitvoe
rige wijze de opvatting van Mr. van
< iijn weerlegt.
Deurwaarders-examen.
Volgens artikel 4 van liet Reglement
No. IV op de organisatie en den dienst der
deurwaarders en verdere rechtsbedienden,
vastgesteld in 18U8, worden eerstgenoemde
ambtenaren bij voorkeur gekozen uit per
sonen, die een geruimeii tijd onafgebroken
gewerkt hebben op hot kantoor van een
practizijn of notaris, of bij een deurwaarder,
of aan een bureau van registratie van ge
rechtelijke acten, of op de griffie van een
der rechterlijke collegiën. lüj do toepassing
van deze bepaling is 't bijna /onder uit
zondering protectie, niet bekwaamheid, die
den doorslag geeft aan de benoeming van
den candidaat. /oo zijn in den loop dei'
jaren hier en daar deurwaarders aangesteld,
waarvan betwijfeld mug worden, of zij voor
de vele verschillende en gewichtige werk
zaamheden, die volgens de wet aan hen
kunnen worden opgedragen, berekend zijn.
Oorspronkelijk was het ambt van deur
waarder eene minder gewichtige betrekking.
De deur waard er (deurwachter, zaalbediende)
deed dienst op de terechtzittingen (nu nog),
bij de audiëntiën van vorstelijke personen
en bijeeiikomstei van parlementen, maar
later zijn aan de betrekking werkzaam
heden verbonden geworden, waarvoor gron
dige kennis van verschillende wetten
noodig is.
Prof. mr. U. van Botieval Faure zegt in
zijn bekend werk over het Nederlundsch
burgerlijk procesrecht (deel l pag. 177):
De deurwaarder neemt als dienaar van
het rechterlijk college en als de ofh'cieele
bode der partijen on van hare vertegen
woordigers, een zeer nederige plaats in de
rechterlijke macht in ; toch zijn hem vele zeer
gewichtige werkzaamheden toevertrouwd
en kunnen zijne handelingen belangrijken
invloed hebben op de rechten der geding
voerende partijen ... Gewoonlijk verricht de
deurwaarder zijne handelingen wel onder
leiding van een procureur of advocaat;
evenwel is en blijft hij de handelende per
soon en voor 't geen hij als zoodanig ver
richt, verantwoordelijk. Hieruit blijkt hoe
belangrijk de werkzaamheden des deur
waarders voor de rechten van partijen zijn.
Vooral komt dit bij de ten uit voorlegging
van vonnissen en authentieke acten uit,
waar de deurwaarder, met name bij executie
op roerende goederen, do geheeie tenuit
voerlegging tot en met den verkoop alleen
bestiert."
En niet alleen bij do executie op roerende
goederen, doch ook bij de tenuitvoerlegging
van lijfsil wang en bij vele andere rechts
handelingen moet de deurwaarder, zelfs
duur waar een procureur de leiding heeft,
zelfstandig weten op te treden. In de
practijk stuit bij dikwijls op moeieljjkheden,
die hij terstond moet weten op te lossen.
Ook in kuntonprocedures wordt hij vaak
met de behandeling belast, waar bijstand
van rechtsgeleerden met het oog op 'het
bedrag der vordering te kostbaar is. Alleen
de grondige kennis van het burgerlijk pro
cesrecht en van de hoofdbeginselen van
ons burgerlijk-, handels- en fiscaal-recht
stelt den deurwaarder in staat zijne werk
zaamheden naar behooren te verrichten.
Met betrekking tot genoemd artikel 4
moot in dit verband dan ook opgemerkt
worden, dut practische ervaring in do
werkzaamheden van de daarin genoemde
kantoren den betrokken personen do voor
den deurwaarder vereischte bekwaamheid
niet aunbrenut. Alleen het
deurwaarderskantoor geeft nou' de beste opleiding, zij 't
dut hier de klerk, wiens verhingen het is
eenmaal een bekwaam deurwaarder te
worden, toch nog veel zelfstandige studie
zu' hebben te maken.
Met het oon' op een en ander schijnt
de tijd gekomen de benoeming tot deur
waarder niet meer afhankelijk te stellen
van protectie, maar van bekwaamheid.
Waar van den belasting-deurwaarder, wiens
werkzaamheden minder omvattend en minder
belangrijk zijn dan die van den gerechts
deurwaarder, een examen verlangd wordt,
daar is de vraag gewettigd, waarom men
ook niet naar de bekwaamheid van laatst
genoemde een onderzoek instelt.
Het is waar, dat tot nog toe in de practijk
wordt afgegaan op de inlichtingen, die de
patroon omtrent het gedrag en de kundig
heden van den candidaat geeft, en al moge
dit meestal wat hot gedrag betreft afdoende
zijn, wat bekwaamheid aangaat, geeft de
meening van den principaal geen juiste
maatstaf. Slechts de instelling van een
Staats-examen voor eandidaat-dourwaarder
waarvoor de Bond van Procureurs- en
Deurwaardersklerken in Nederland" thans
bij de autoriteiten ijvert kan het
protectiestelsel in deze voor een groot deel te niet
doen en tot rechtvaardigheid tegenover de
candidaten leiden.
GEHARD G. LKNSELINK.
De derde herhalingsoefening.
Er wordt dezer dagen wederom propa
ganda gemaakt voor afschaffing der derde
herhalingsoefening.
Deze oefening logt op den militiopliahtige
een zwaren persoonlijken druk. En het
vraagstuk om dezen druk te verminderen,
is belangrijk genoeg om aan een oplossing
een beschouwing te wijden.
Tot recht begrip van de wording dezer
oefening diene, dat bij voorstellen tot wij
ziging van de Militie wet 1861, er keuze
was tusschen tweeërlei stelsel.
Men kon een eerste-oefeningstij;! van
langen duur doen volgen door n, hoogstens
twee herhalingsoefeningen, of
een eerste-oefeningstijd van korten duur
combineeren met meerdele herhalingsoefe
ningen, in casu drie.
De eerste keuze zou ons een sterk
vreileseffectief geven en op het leger min of meer
den stempel van staand-leger drukken.
De tweede keuze zou ons leiden naar
het volksleger met zwak vredes-effectief.
Men koos in l'JUl het laatste. Men bracht
den duur van het oersto-oofeningstijdpork
van twaalf maanden terug op acht n oen
halve maand, echter met uitdrukkelijk
boding, d-at invoering van oen dorde herha
lingsoefening voor deze vermindering een
stimulans zou zij.i.
*
-::*
Wordt thans na het tot stand komen
der wijziging in de niilitie-wet voor af
schaffing der derde herhalingsoefening pro
paganda gemaakt zonder meer, gelijk ge
schiedt, dan is tweeërlei mogelijk, bij'aldien
eenige regeering aan deze propüganüa aan
dacht schenkt.
l o. of met de drie weken duur der derde
herhalingsoefening wordt de duur van de
eerste of tweed^ herhalingsoefening ver
meerderd en de derde blijft achterwege.
(dit vereischt geen wetswijziging);
2o. of de derde herhalingsoefening wordt
afgeschaft en de eerste en de tweede blijven
op hun normalen duur gehandliauf J, wat
wetswijziging vereischt doch een regee
ring benut deze gelegenheid tevens om het
eerste oefeningstijdperk wederom te ver
lengen. Een niet denkbeeldig gevaar, in
aanmerking genomen, wat is voorgesteld bij
de wijziging van de Militiewet in IU03.
In beide gevallen zijn de voordeelen voor
den miliüepliehtige gering; zelfs is het de
vraag, of driemaal een opkomst voor her
halingsoefeningen van vijf, vier en Jrio
weken duur niet lichter drukt dan twee
maal telkens voor zes weken; zoo ju, dan
liepen de miliciens door do thans gevoerde
propaganda kans van den wal in de sloot
te komen. Doch zeker is in beide gevallen.
dat wij bet terrein verloren zóó moeizaam
in do richting van het volksleger gewonnen,
om terug te gaan naar het uitgangspunt:
het staand leger.
Kn daarom kan afschaffing der derde her
halingsoefening zonder meer niet Je leuze
zijn.
Wel moet om den persoonlijken militiedruk
te verminderen voor de opkomst voor her
halingsoefeningen een gewijzigde regeling
worden getroffen.
* *
En welke moet deze retreling zijn?
Het doel van de opkomst voor herhalings
oefeningen is tweeledig.
Een deels wordt er mede beoogd herha
ling van hetgeen de militiepliehtige in zijn
eerste oefeningstijdperk heeft geleerd; ander
deels hot formeeren van sterke
vredes-eff'ectievon zij het ook voor korten duur
tot oefening dar aanvoerders.
Nemen wij aan dat tot bereiking van
eikdor beide oogmerken de helft van den duur
van iedere herhalingsoefening wordt benut,
dan is het duidelijk, dat niet slechts de
tierde herhalingsoefening, doch reeds direct
<i'/i' herhalingsoefeningen met den halven
duur dat is met zes weken of
twee-enveertig dagen zouden kunnen worden
verminderd voor al die militieplichtigen,
wrelke korten tijd vóór hun opkomst voor
herhalingsoefeningen blijk gaven, dat zij
individueel nog bruikbaar strijder waren.
In stede van opkomst voor herhalingsoefe
ning gedurende vijf, vier en drie weken
zou met opkomst gedurende achttien, veer
tien en tien dagen kunnen worden volstaan.
En er zou op den duur nog wel grootere
verkorting mogelijk blijken.
* * *
Nu ingevolge de wet reeds schiet- en
militair onderricht over het geheeie land
wordt gegeven, lijkt het mij practisch uit
voerbaar dat zoo niet alle, dan toch vele
militieplichtigen, tijdens hun groot verlof, in
luttel uren het in dienst geleerde onder
houden en aldus aanspraak kunnen doen
gelden op verkorting van den duur hunner
herhalingsoefeningen, gelijk wordt voorge
steld.
Verhooging van kosten brengt het voor
stel niet mede.
Stelt men de onderhoudskosten van een
soldaat op 65 centen per dag, dan wordt