Historisch Archief 1877-1940
No. 1448
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD Y O O R NEDERLAND.
eenigingen zelf, dan zwijg ik ... gaarne stille.
5o. I)e heer Keizer rept niet geen enkel
woord over het staangeld, de waarborg voor
de opzeggingstermijn, terwijl wij dat juist het
belangrijkste bezwaar vinden, en de
vakvereenigingen in Zwitserland reeds jaren ge
streden hebben tegen dit staangeld!'' Misschien
?acht hij dit óók geen bezwaar, maar dan komt
dat, omdat hij geen zier benul heeft van de
moeilijkheden die de vakbeweging daarmee
zal krijgen. Het verwijt van venvaarloozing
der practijk," ons door den heer Keizer voor
de voeten geworpen, leg ik zonder eenig
zelfverwijt naast me neer, omdat ik weet, dat
wij nooit, in de geschiedenis onzer arbeiders
beweging, de practijk hebben verwaarloosd ;
en bovendien, omdat juist de heer Keijzer
nooit in de practijk der arbeidersbeweging
is werkzaam geweest of zich bewogen heeft.
Terwijl wij met onze bezwaren tegen de
wettelijke omschrijving en sanctioueering
van het itaamjeld, ons ju'st beroepen op de
practfjk in het buitenland !
De verde liging van het ontwerp Arbeids
contract zou waarlijk wel in betere handen
kunnen zijn, dan in die heeren Jul. Keizer.
H. Sl'IEKMAX.
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiK
Muziefc in de Hoofdstad.
Van oudsher behooren de Caecilia-concerten
tot de belangrijkste instrumentale uitvoerin
gen, van ons land.
Voor vijf en zestig jaren, toen de Maat
schappij werd opgericht, was dit zoo n
omdat nergens ter wereld (hierin ligt geen
overdrijving) een zoo talrijk corps van musici
vereenigd was n omdat verschillende
voortreti'elijke krachten, die niet vast aan een
orchest verbonden wateu, op de
Caeciliaconcerten medewerkten.
Later, voor circa veertig jaren geleden,
toen uien te Amsterdam de orchesten had
van Stuinpif (in het Park) en Coenen (in
het Paleis; en toen Verhuist op het toppunt
stond van zijn roem als dirigent, traden deze
beide orchesten vereenigd op, als het gol l
in het belang der Maatschappij Caecilia de
jaarlijksche uu voeringen te geven.
Verhuist was een impulsieve natuur. Hij
heeft prachtige uitvoeringen gegeven, maar
waarlijk ook saaie en vervelende reproducties.
Zelfs op n en deiizelfden avond, al naar
gelang het werken gold, die meer of minder
zijn sympathie wegdroegen.
In onzen tegeuwoordigen tijd is er geen
plaats voor dergelijke kunstbeoefening. .Men
verlangt, en terecht, pieteit voor en een alge
heel opgaan in het kunstwerk van de zijde
des dirigenten. Een directeur moet op ecu
universeel standpunt staan; het belangrijke,
van welk genre dit ook zij, moet uitgevoerd
en het onbeduidende slechts mag genegeerd
worden.
Wat men echter Verhulst riet mag ont
zeggen, dat is een groote mate van autoriteit
over zijn musici, Gelijk zijn geheele optreden
autoritair was, zoo oefende hij ook een grooten
uioreelen invloed uit op de onder hem
weikende krachten en niet het minst daaraan
hebben de Caecilia-concerten het te danken,
dat zij gedurende de periode-Verhuist op het
bekende hooge standpunt zijn blijven staan.
Tüans zijn onze muziektoestauden ver
anderd. Ondanks dat Amsterdam misschien
is verdubbeld in zielental, bezit het thans
slechts n orchest, hoewel dan ook van
superieur gehalte ; zoodanig zelfs, dat het een
reputatie geniet in Europa, gelijk maar niet
weinige orchesten het geval is. En terecht :
het blazers-ensemble is n.l. zeer schoon en
IIIIIMIIHIIIIHIIIIMMIMIIIIMIIMIIt.
BRUILOFTSEERGAAF,
DOOK
wijlen Schilder Tu. I>K BOCK.
Zelfs goede dichters hebben vaak bij
bruiloften gelegenheidsstukjes gemaakt,
lirtiiloftseergaven". Waarom zou een goed schilder
dit ook niet vrijstaan?
Th. de Bock, die iu zijn betrekkelijk kort
leven, gaarne filosofeerde en schreef, naar
eigen welbehagen, heeft zich ook eens aan
bruiloftsavond-kout gewaagd. Schrijven is
zulk een zoete zaak !
Toen een bevriend kunsthandelaar z'u
koperen bruiloft vierde, heeft hij hem en
zijne vrouw, op liet brullofsl'eest verrast met
een Jlruiloftseerjaaf, eene fantaisie, die hij
zelf voorlas. Vele der beroemdste schilders
waren op dit feest. Al wat op kunst of kunst
kritiek betrekking heeft,moest dus
onuinldelijk inslaan.
Deze Bruiloflseergaaf", ontdaan van het
intieme en persoonlijke, vinlt hier een plaats.
De nachtmerrie van een
kunstkooper.
liet tooneel stelt foor il c. kuejielkeimer der
i'Ma van den ktiiistkooper, yeleijen, aan
een onzer mooie endertandfche vaarten,
niet riff uitzicht urn' WcUanelen.
't Aantal, personen b xtaat uil den
knnxtkouper en zijne i'ruui'1 en Gee Ije, de meid.
liet i? avond. De ktiHxtkooper en zijne rronn:
zitten r/enoegelijk te kaaien. Sa allerlei
bespiegelingen oi'ei' :aak, liuii^n liof,
zet/t de kunstkooper:
Zeg vrouw, je kent toch die prachtige
"\Veissenbiuch?
Nou, wat is er mee?
Verkocht. Hij gaat naar Amerika.
? Dat is gauw, man.
't Ging als van zelf; de kerels waren
er gek mee. Maar. . . twee \Villem Marissen,
drie Israëlsen, en een Bosboom gingen ook
weg.
Dan heb-je een mooi dagje gehad!
? 't Mooie goed is bijna niet meer te
krijgen. Niemand durft zoo veel te geven
voor een Jaap Maris of Mauve als ik, en
toch, je ziet het, vrouwtje! altijd vinden ze
koopers. Soms heb ik er zelf spijt van, als
er een mooi ding weer mijn huis uit moet!
Je kunt toch niet alles houden; de
handel wil uu. .. .
Dat wij buitengewoon moeten werken
hoewel de mutatien van onlangs niet geheel
straffeloos aan het corps zijn voorbijgegaan,
mag men toch deze groep uit het orchest ten
zeerste loven. Het strijk-quartet is reeds
door Kes tot een volkomenheid opgevoerd,
die men tot dusverre hier niet gekend had.
Ook onder Mengelberg heeft het quartet
zijn klankschoonheid, zijn sonoriteit en zijn
gelijkheid van streek en nuance weten te
bewaren Ten opzichte van ons
Concertgebouworchest zou men dan ook maar n
wensch koesteren, n.l. een sterkere bezetting
der strijkinstrumenten. En deze sterkere
bezetting heeft men bij het orchest der Maat
schappij Caeciiia, omdat, naast het ensemble
der houten en koperen blaasinstrumenten,
de bezetting van het t|uartct is verdubbeld.
En dat is oorzaak, dat de C'aecilia-eoueerten
zich in belangrijkheid nog steeds verheli'en
boven, andere instrumentaal-uitvoeriiigen in
den lande.
Doch niet slechts zijn, sedert Verhulst,
de mudektoestanden veranderd ten opzichte
van de samenstelling onzer orchesten, ook
de geest der programma's heeft een wijziging
ondergaan.
Les Préludes" van Liszt, Scène d'Amour"
uit Berlioz' Ro:néo et Juliette" en het
,,Meistersingervoorspel" van Wagner zouden
onder Verhulst niet mogelijk zijn geweest.
Deze werken toch waren te modern voor
dien met hand en tand aan het oude
vasthoudeuden dirigenf. Thans kan men deze
werken bijna klassiek noemen; onder de tal
rijkeaanwezigen op het laatste Caeeilia-concert
zullen er dan ook maar weinige geweest
zijn, die niet warm mee hebben ingestemd
met het krachtige applaus hetwelk na elk
dier werken weerklonk.
Thans worden Strauss en Srhillings als
modern beschouwd. Zij nemen thans de plaa's
in die het drietal straks genoemde compo
nisten innam, een twintig jaren geleden.
Tempora mnlanlnr. Over twintig jaren zullen
misschien Strauss en Schülings ingelijfd zijn
bij hunne voorzaten en wie zullen dan als
modernen worden vergoed en verguis l? liet
vraagteeken achter dezen zin beeft een meer
dan gewone beteekenis.
Behalve de diie straks genoemde werken
die in het tweede deel een plaats vonden,
bood ons het programma van hel
hondeidzes en-'iertigsle Caeciliaconcert in het eerste
deel,Mt ndelssohn'sonver!ure Sommernaeht
stianm" en Beethoven'* l'aslora'o-s) mphonie..
Een programma dus dat in zijn geheel vee!
verscheidenheid en afwisseling bood van
M ukken, die alleen kunnen bogen op de sym
pathie van het publiek.
De uitvoering van al deze werken was
schitterend.
Mendelssohn's ouverture bleek nog niets
van zijn frisseherr rnmantischen gee-t verloren
te hebben en technisch kwam zij (o: bijna
volmaakte uitvoering. De lladilerer.de liguren
der strijkinstrumenteu klonken vol charme
en dank /ij het groot aantal vielen, steeds
met niilden toon.
Beethoven's Paslorale-symphoiiie zou men
eigelijk ook romantisch kunnen noemen. De
tengere melodische phrasen bleken door de
volle bezetting der strijkinstrumenten
hoogenaam l niets te kort te komen en de /,'.',
aardere iiguren der slormsccne wonnen er
i ontegenzeggelijk bij.
i Zeer heeft mij de: ui i
den S.itz bekoord. De heer Men gel bei g nam
het tempo d.iarvau ditmaal beslist sneller
dun vroeger en daardoor verkreeg de Scène
am Bach" dat liefelijk onschuldige dat
P>"cthoven er nu de bedoeld heeft. Trouwens de
goheele symphonie vond ik ditmaal door den
heer Mengelberg niet grooter n ituurlijkheid in
opvatting weergegeven d; m vroeger.
En wat uu te zegden van de uitvoering
der andere werken ? Men weet het Liszt koml
met enkele zijner motieven van ,,'ies Préludes''
tot aan de grenzen van het banale. Alleen
het stuk is zoo schitterend geii^ti umeuteeid
en er zit /.oovee-1 gang in, dal men toch
meegesleept wordt en het min schooue gaarne
en wil je wel geiooven, vrouw, dat de tijd
komt. dal wij meel' moeite zullen hebben om
aan mooie dingen te komen dan om die te
verko »pen. Eindelijk is men ook in 't
Buiienhuid tot de erkenning gekomen van onze
Holland-vhe t e ii i l do :-?<.? h ooi.
Die goeie \Veissenbrueb, hè, \vat beeft
ie daar nou plei/.ier in, dat. alle- wat h\j
maak1, thans dirokt vu. kocht wordt.
Ku dan de juii_'ei ?' ~ehool daar doe
j ik erg mijn best voor. heb ik geen expo
sities gehad van Voerman, Gorter. Jza.'ic
j Israëis. Toorop, van wie niet. Enliu, ik leef
j in de kunstwereld.
Kn dan zijn er ii»g m^ns -hen. die zee
gen dat je lang niel gouo"g doet voor de
jongere sclii.'dois.
Ja. vrou.vtje. ik bc;; nu eenmaal kun
s<kooper, ik koop en verko>;>: kunst.?-'t Is
misverstand mij voor lilautroop, verpii-_'ei'
of zoo iets aan te zier.. Ik kan en uil niet
alles wat wordt aan^ebod-m, kooien en vooral
niet v r k o o p e n.
j De te lef»' i n ijmii'. Il -l. .-./i- 1,-,','k ii?i' 'l'.'"1 er l,e ,i.
-- Allo! .!. Mei wieu spreek 'ik?. . . Hè,
1 met wien ? . . . Met mr. J'eagoc\ te I. 'inden? ..
| O, zoo.... die Wi .h-m Maris !... Neen, neen,
dat is voor een Wiliem Maris te weinig!...
Ook niet, voor geen liiuo pond nog... Voor
lL'00 pond heb je hem... Graag oi'niet?...
Neen, geen shilling minder, Hebben?...
Ja?... Goed: voor llM;> pond. Adieu!
Midih-h-rn-ijl hi-e ft >!,- meid n n ne>:,nl<l e-n!;
klnui' 'je.el. /.(j (?/?(.?'/?,?' 'in--- i:i,'ti'i<iiii "f <r ,!»??
(i /x /(' l.leien (-?,'.
Neen! zeg: do.-:e, je kunt we! naar bed
gaan, laat de honden no_' even uit. Morgen
komt Weissen bruch weer bij ons, dan hebben
de honden weer een vrind om me.'- uit te
gaan. \Vat honen de 'lieren van Wei~s en
Weiss van de dieren, hè.
Tern.-ijl m 'fi'oiiir Lon'j-.an:, rlniad aan.<t'.i!'eii
maak! om uaur de .?slaapkamer !e '/"/(,/. '...?.-?'
haar man de knini. l'1»!*. Tui;! .i/mt/ l, i j ,,,et ?/,
euist op de In/el, :»»-!at ('e hond ,.. fin * i-'nr',!:.
yaan hhijj'm.
In Godsnaam, man, wat is er '.'... Je
doet me schrikken.
\Vat er is?... Wat er i-?... Hoor nu.
wat zoo'n vent schrijft over kunst... Wat
een geiilosofeer ! . ,. \\-.\\ eend waal- en
srbarrelzinnen, en dan moet je zien waarover ge
schreven wordt : 't, i- ...
Nou. lee-i erreii op !
Doe jij 't maar.
Waar staat het.
Uier, onder .. ' iifmengsters.'' neen. links
bij Inbrekers" ... l leb je het?
Ja, hier heb ik het. Bj ..Knus', en
Leven."
over het hoofd ziet terwille van het geniale.
Het fragment uit Berlioz' Romeo et
Juliette-symphonie" kon men in zekeren zin
beschouwen als de completeering van de in
de voorafgegane week in het
Concertgebouwgespeelde stukkeu lioméo geul" en Fee
Mab. ' Thans echter was alles nog veel zorg
vuldiger voorbereid. Vooral als Romeo aan
het woord was de violoncellen was de
volle, verzadigde klank van het orchest
prachtig.
En het voorspel van Die Meistersiuger"
schooner slot van den avond is niet denk
baar. Onweerstaanbaar brengen ons die
frissche C dur-klanken iu feestelijke stemming.
Opgewekt en dankbaar verlieten de tal
rijke aanwezigen den schouwburg.
Het honderd zes-en-deriigste Caecilia- con
cert is n door het mooie, afwisselende pro
gramma, n door de schitterende vertolking
daarvan, een der allerschoonste eiie er iu
den laatsten tijd hebben plaats gevonden.
Daarvoor aan den directeur Mengelberg
hulde te brengen is mij een aangename plicht.
AKÏ. AVEKKA.MI'.
AMMIIIIIIIMIIlmWtlMIIIHIIIIlmlImlmlIHIUlmlIIIIIIIIIUIIIMIIttUHMWttt
en Onzüili£lniil
in de
dedenkhoek van den oorlog in Zuid-Afriku,
niet afbeeldingen en portretten, bene
vens kaart van Zuid- Afrika.
HollandjchAfrikaansche 1,'itgevers Maatschappij
v h Jacijnes Dusse>;iu A Co.
Amsterd.Kaapslad, 11)04, 570 bladzijden.
Dit is een boek dat heftig ergert. De
schrijver -luist een der voornaamste eigen
schappen van den historicus: ,, de onpartijdig
heid." Dat hij, een vriend der Boeren, onzijdig
zou zijn, wij verwachtten het niet. Niemand
zal dit overigens van een geschiedschrijver
eischen. Maar partijdigheid ten opzichte van
personen wraken wij sterk in hem. Hij is
onbillijk, bijna zou ik zeggen onedel onrecht
vaardig tegenover Generaal Joubert en vooral
tegenover dr. Leijds. Geen woord van waar
deering bijna voor beider groote verdiensten.
Aan Louis Botha geeft hij de eer van den
verkenningstocht naar K.-teuurt, in het zuiden
van Natal. De keii/.e van Louis Botha tot
opvolger van ''enevaal .ioubert pi'i.js.t oij in
President Kiuger. Dit zijn t wee grove lonten
die a l K-en aan on k u m Ie of partijdigheid kunnen
Worden toegeschreven. Onkunde mag ik bij
den heer W. E. Aiidncs-en, den schuiver.
niet veronderstellen. !lkrvoor toont hij zich
een te nauwgezet voi-cber. Jk heb eerbied
gekregen voor zijn bronnenstudie. Zijn kennis
der feiten dringt zich teikens bij In-t lezeil
op. Ik moet dus alleen veronderstellen dat
«ie lieer A miriesscii verkeert onder deiizelf
den indruk, waaronder zoovelcn in Kuropa
oordcelen, dal het ( eiieiaal Joubert mangel de
aan vaderlandsliefde en juist huicht. en ik
ben blij than> in de gelegenheid te zijn tegen
over die meeiiing hel oordei1! te stellen van
an leren, die Generaal Jouberi in moeilijke
dagen gekeild en gezien hebben van meer
nabij dan de meeste onzer.
Jk neem Geiiciaal Joubert's politiek niet
in bescherming. Napleiten over .-taatkun Ie
helpt in dit gev:d !;o '-. eadieii b..-;! roever.el
T' :,.s n n,- in ,/,,, ,,,,,,,/,,, onln-an'-l d,
knnfli.'"',/,'r loinjzaani. II.i kijkt '-,,?(/-,,,,,/,,?./ rond.
/'"/,-/ :,jn ó,-o'o. roem. don :,/n r,',:hl, rnrm, :o'l op
<>?? l,'"/.-, ,,, *p.;--kl ei--/,;;.-.--?'.?
Leef ik nog?... \\rat een droom!...
Droom ik nog ? . . . Wat heb ik gedroomd ? . . .
Jets vertchrikkelijks ! . . .
Il ij f/'.ia' on ,:, n-il ,. n ijlaa.ije n-at, r
iimrlienL','n. moor !,?/ /»,!/ :',,,. dol h>i 't- 'i'ax looi
rinL/en .». : ;/,/ er,',n,i n-ikker n-of.ll. <>nt/<iilxeld
Man, wat doe je ?
-- Niks,., ik heb... dorst... ik ben
koortsachtig . . .
Je bent toch niet ziek ?
Ziek . . . neen . . . maar beroerd . . . erg
U-roerd . . .
Maar wat heb je dan ?
M,-:s; gerust niet. een droom... Weet
ie. een droom... Goddank, dat 'k wér wak
ker ben . . .
Kom. droomen zijn bedrog, moet jij je
dal zoo aantrekken?
.hl 'l is gek. maar zoo'n droom is
afschuwelijk . . ?
Kom gauw in je bed; sta niet zoo te
bibberen en vertel kort wat je droomde.
J i k'in.-'L-oo/i.-r ijna' onreind i,.- heil zitten.
:.;?,' :?:-.,nu- int.*/.,-/.
'k Weet niet meer hoe die droom
beuon ". ja zóó : 'k Ging naar de zaak. Toen ik
er kwam. zag ik deu winkel potdicht. Ik zocht
naar den ,-leutei. ik riep den bediende; ik
trapte tegen de deur -ioeg de glazen in en
behl"ed was ik in de salon gekropen.
Geen enkel schilderij meer: alleen de poes
onafhankelijkheid werden verkleind of mis
kend.
De heer Anlriessen weet' blijkbaar niet,
hoeveel tegenkanting Generaal Joubert onder
vonden heeft juist bij dienzelf-len tocht naar
het zuiden van Natal. Welke werkelijk zijn
plannen waren, ik weet het niet. Zijn secre
taris te velde verzekerde mij na afloop dat
Generaal Joubert slechts een verkenning in
i massa had willen doen. Ik geef deze
verklaj ring, afgelegd na het einde van den (oeht,
j zonder commentaar. Maar dit weet ik dat
i sommige regeerders te Pretoria al hun gezag
j gebruikt hebben om die expeditie te verhin
deren en dat Generaal Joubert, toen hij toch
doorzette, door die regeerders verantwoorde
lijk werd gesteld niet alleen voor het leven
der burgers, die mede zouden gaan; doch
ook voor de mogelijke gevolgen van zijn
daad.
Andries de Wet schreef in het
TiirmerJahrbuch" van 11)02: Op de Estcourt expe
ditie beeft Joubert aangedrongen, toen het
stilliggen voor Lalysmith noodlottig begon
te worden. Ik ging mee als depêche-rijder.
Bij Colenso, waar wij de Engelse'ie voorpos
ten terugjoegen, scheidden wij ons in twee
afdeelingen. De een onder commandant Jou
bert marcheerde linksaf Escourt voorbij om
de spoorlijn te bereiken, tusschen Escourt en
I'ietermaritzburg. Generaal Joubert trok met
de hoofdmacht in een wijden boog langs
moeielijke wegen rechtsaf, om de bergen van
Esicourt, naar dezelfde spoorlijn, waar wij den
eersten geoantserden trein veroverden.
Toen wij ons wilden vereenigen, zagen wij
ons aan alle kanten door de overmacht in
gesloten, en niemand wist raad dan Joubert,
Hij stak de spoorlijn over, vereenigde zich
onderweg met de andere al'deeling, die niet
tot aan de spoorlijn had kunnen doordringen,
en leidde de onzen langs een pad, dat wij
zelf maakten, om Escourt heen naar Colenso."
Dezelfde schrijver zegt venier : En de waar
dige gestalte die toen i'2 dagen lang in meestal
ellendig weer, onder de grootste vermoeie
nissen en ontberingen, voor ons uitreed, zullen
wij als voorbeeld van vaderlandsliefde nooit
vergeten."
Op dien tocht leerde Joubeit Louis Botha
kennen en waardeere]). Hij was hot, en niet
Kruger. die hem tot opperbevelhebber be
noemde te Oolenso en die op zijn sterfbed
deu wensch uitte dat Botha zijn opvolger
zou zijn. liet piaaije van Beu Viljoen. door
heer Andi'Hs-en waaidig gekeurd in zijn
nkboek te worden opgenomen, dat
Geneibeit zeu zijn teruggekeerd, omdat
iet doodeu van een paar burgers door
een vingerwijzing liods 'he
en onzin
m-raaïJ
dent Kri'ger heel'! het -_'ei]cele volk van
XuidAfrika onbet A isibaar uit-oraak gediian en
hebben ile staatkundige vrienden van Jembert
hun onei.r.vonden hulde gebraeijt aan el e
[lolitiek van zijn staatkundigen tegenstander,
Kruger. Doch waar beiden vast luias- eikander
stond; n. dat \\a- in d; verdi diging der onaf
hankelijkheid. '1'ran-valers van gezag, die zijn
heftiil.-te tegenstanders waren - ik wil slechts
n naam noemen, dien van A. i ). W.
Wolmarans hebben overal met \\armto de
nagedachtenis van Piet Joubert verdedigd,
waar aan zi_n trouw getwijfeld werd en zijn
m'Oi'te diensten in de verdediging van iands
Juist! Lees maar het begin...
_\1, i,-on(, eomjl aan Ie ie:, n.
De philosophie van Winekelman slaat
ongeveer ten opzichte van Kant als de
grond;-laj;e:i van LcsMiig tegenover Schiller,
Tneoreti^che reiiectie, harmonie en intuitie vinden
uiting in het lyrische. Nog zuiverder van
bedoidiug dan de l S e eetuv zal du 20ste zijn
Onverbiddelijk zal het Doctorale te moraal
der waarheid zien bloeien ,.'.') Wat wij nu
voor vrifheoJ aanzien, zal VL'ÏJorcn. dool zijn,
en het l loctoralc. -- door de vereeni^iii_r van
de objectieve vorm>ohooiiheid met de suhji
ctieve lyrische schoonheid, zal de
Kenheid herstellen van onze duidelijke ben
u-theid Zon'n ver- tegenwoordige!' zal 'n...
... een ellendeling zijn. dien ik nooit hoop
te ontmoeten.
----- Maar. man! als te nou toch komt?
Pan li' op ik dood!... d o u d te zijn.
M, /-.;,' .it-inn de </'<,.?/.-;,,-//"r-/,/, ,i n', i aan en
,,,?,,! ,,l liaar ii'/derii ni.l n,l om ,/,' , "li/kii, lx Ie
hef/i:',.,,,, ' ., i, l imn, de /.//.-/.-o, ' '
ig als om del. Kr
ubert belangrijke
Golenso terug te
l het vel slag van den heer Bracht,
taris van deu ': mental, ook in het
genomen, vindt de heer
Anlenen genoemd. Dat het beleid
loübor! iu den oorlog zonder
?e.-1, zal niemand verklaren.
ob.o. it echter ueen
rechtvaurlie
te
l'! n f ven part ijd i^' a K deze sch rij ver ( i ener aal
Jo Toert beoordeelt, even partijdig is hij ten
! cnzi'-hte van dr. Leijds ])e schrijver
insinu| eer: dat de gezant di r /. A. Kei'ubiiek niet
altijd oor had voor plannen om de Boeren
! te helpen; dat hij de uit coe: ing daal van
bch-miiioide loor het opwerpen van becwuren
of het. ontlo,uden van dea geweuschtcn steun.
Tegenover dr. Leijds steil hij ..den zoo
sympathiekcn Gor.su; G;neraal van den ' 'runi
-?Vrijstaat." I'eze heefi door den oorlog zijn
gyout fortuin zien >iinkcn. omdat hij altijd maar
gaf waar (e helpen viel. Dat bij zooveel ver
se!.il van opvatt'ng dr. Leijds en dr. Muller
niet tot. elkanders groote be\\ ondoraui s
bohoonleu. valt lic-ht 'e begrijpen.
Men zou uit de-en niet zeer duidelijkeil
zin kunnen be.-luiten dat. waai1 dr. Hendrik
Muller hielp, zooveel hij kon, dr. Leijds dit
niet altijd deed. De schrijver van h 11 gedenk
boek zou dan den Transvaalschen Gezant*
beschuldigen van plichtsverzuim in tijden
dat zulks den goeden uitslag van den oorlog
in gevaar kon brengen. Er zou een boekdeel
zijn te vullen, even dik als dit gedenkboek
van den oorlog, over dr. Leijds' daden in
de jaren 1899?11)02. Het is den menschen
in Z. A. onlangs opgevallen dat de vroegere
gezant sedert zijn laatste bezoek aan Kaap
stad grijs en veel ouder is geworden. Dit is
niet te verwonderen; zelfs bij zijn wondere
werkkracht moet de inspanning der laatste
zes jaren bovenmenschelijk zijn geweest.
Slechts weinigen kunnen daarvan getuigen,
maar die weinigen zien dan ook hoog op
tegen hem, en wanneer een patriot als pre
sident Kruger zijn onbeperkt vertrouwen
bleef stellen in dr. Leijds, dan past het an
deren, die zoo bitter weinig weten van het
geen hij heeft gewrocht, heeft opgeofferd en
geleden, niet op dergelijke wijze een vonnis
te vellen. En waar zoo'n partijdige rechter
als geschiedschrijver optreedt, daar wordt zijn
fout tot misdaad bijna.
£?
Kan men echter dergelijke kapitale fouten.
vergeten, dan zal men groote waardeering
gevoelen voor de wijze, waarop de zware taak
door den heer Andriessen is oniernomen.
Niet velen in ons land was het beter toever
trouwd geweest al de voornaamste gegevens
over den worstelstrijd in Zuid-Afrika in n
boek te verzamelen. De hoer Andriessen is
de geboren navorscher. Zijn stijl is niet
droog en hij weet met zorg zijn aanhalingen
uit ele boeken van anderen te kiezen en in
zijn eigen verhaal te vlechten. Zijn werk is
vrij geëvenredigd. De belangrijkste
gebetirteni-sen erlangen zijn grootste aandacht en
zijn vóórgeschiedenis van den oorlog is kern
achtig en duidelijk. Hij verdiept zich niet
in beschouwingen, waar het politieke wer
ken achter de schermen'' van den
Jamesoninval tot het uitbreken van den oorlog nog
niet, voldoende bekend is. Hij volstaat met
de opsomming der feiten. Te weinig bel ing
heeft mijns inziens echter de schrijver ge
hecht aan het optreden der commando's in
de Kaapkolonie gedurende 11)01 en IH02. Wat
Krit/inger, Scheepers. Maritz en zoovele an
deren daar gedaan hebben is niet alleen ge
weest van zeer veel nut voor generaal
IVi Wet, omdat door dit actieve Ojiireihn de
j macht der KugeUehen over greoter uitge
strektheid verdeeld werd, maar vormt ook
een voornaam deel der historie van don oor
log. Lord Mdner's telei'ramnie-n en i a; in-r'i n
uit dien tijd moeten bij lezing ieder van het,
ge\u<-ht dier operaties overtuigen Ik noem
slechts als voorbeeld de zenuwachtige, zeer
dringend'.1 déjH che van Lord Müner aa;i het
('oloniul-Oiüce na den inval van Krjtzinger
em Scheepers in de Kolonie.
Ook betwijfel ik steik of de Knjel-cbon
ooit het pltMi gehad hebben via Koed jeshr'rg
K i mberiey te ontzetten. Algemeen word; liet
uittrekken der Kiigelr-chc- macht naar dezen
kop bexdiouwd als een afleiding der l
oerenaamuicht van de Kngelsehe operaties d e bij
Modderrivier begonnen waien. L!ven-:on ver
wondert liet mij te lezen dat debeerAn-lriesser.
niet beslist weet, waarom Bloemfontein niet
verdedigd is. liet boek van genera d i ie Wet.
door den schrijver van het gedenkboek,
ii-ituurhjk terecht, herhaaldelijk eraadpleeird.
geeft dienaangaande duidelijke ophel !erim_'( n.
j Dat liet verhaal van den klomp hue-ier^. il;V
bij Ladvsmith «loor de Hoeren in de panzot;
zijn gehakt, in het gedenkboek een
plaat.h'-cft gevonden, is niet den schrijver eiuel
! te duiden. Trouwens, hij x.eli is 'en op/.i.-dite
van dit verhaal niet zeer geloovig.
Het wordt, mi>.-chien tijd dat eens g.-l nigd
wordt hoe dit relaas in de wereld is
u'ekomen. De \'<,lkxf1eni publiceerde dit het e<-rst
a:s een bizonder ("legram van een harer
redacteuren in Xatal. lv-n dag later vernam
! de redactie te Pretoria dat president Krr.ger
! banja kwaai was over daar die ding". Nadere
, inlichtingen weid.-n telegrafisch aan den
was er nog, /ij had geen poolen meer, maar
kroop over den v o -r ais een eiec! r i se h e tram...
Is dat nou zoo erg?
Kr.:1! -?hoor verder. (> 't was zoo akelig !
l'e e,o',n- ooi; i',el,t-Oj> i:i he:d '/ori.-etV zillen,
Nou. verder?
'k Weet niet meer of 't dag of nacïif,
waj. maar ik zag een inspecteur van politie
met t\\ee mannen oo mij toekomen, zi; grepen
ni" en /eidni : ..lU.rr heb je den inbreker!"
<iod bewaar me, en toen? l'< zweerde
da! ?'.'.- \\a-i wie ik wa^, en ik herkende den
inspecteur en d>- dienders als crit ei van
verschillende couranten.
Wat gek is dat !
Ik vocht vre.-seiijk met hen en den
inspecteur trapte ik op deu grond. Toen
gingen de dienders op mijn lijf zitten.
O. dan heb je do nachtmerrie gehad
ja. dat i- bemutud drink nog een giaa-je
water, 'dan gaat t over.
----- Maar hoor nou verder. Toen zei ecu
der dienders: wie ben je?
Ik zei : Ik ben wie ik ben ! Kn, dit is
mijn zaak dat Weet jelui, duivels goe l ...
De kuustzuak van . . .
Ah ! riep de- halfdooie inspecteur, daar
heb je het juist! Dat was vóór vijftig jaar
geleden, neerschap. Tegenwoordig is hier de
electri-che lucht ballonnenzaak.
Dat is griezelig.
't /weet brak m-' naar alle kanten uit,
en ik schreeuwde 't is mijn zaak, ik zeg
je de zaak i., van m ij.
Toen riep de halfdood getrapte inspecteur:
waar handelde je in?
Ik antwoordde met verontwaardiging: !
-- Ik ? -?in de mooiste kunst die er is, in
schilderijen van Jacob en Wiliem Maris,
Weis--enbrueb, Isiaéls, Mauve, Xeuhuys.
Jurres. i'ieter.-. Gorter, De Bjck, enz., enz. L>e i
jiolitiekerels, schoten allen in een lach. 't Was :
of ik in de hel was. Toen kwamen er allerlei :
nieuw.-gierigen, de heele z.iak stond vol met
menschen.
Een van die lui zei met een vriendelijk oud
gezicht: ..Die man." hij wees op mij,?..is
geen inbreker, hij is stapelgek. Hij spreekt
van namen, die wij allang niet meer kennen ;
al die mense'hen zijn dood. Hun werk hangt
nog bij enkele zonderlingen, 't Museum is er i
helaas nog vol van?maar de L'Oe eeuw heeft
ons eerst de groote apostelen gebracht. j
Kn vroeg je niet naar zoo'n apostel ? !
Ja, zeker"!
Kn wat zag je toen ?
Ken klein, mager Ijleek kereltje met een
Veel te groot h )ofd en gesloten oogen.
Ajakkes !
En hij liet mij een schilderij van hem
zien, waar ik zoo van schrok, dat ik buik
pijn kreeg en mijn hart onmiddellijk stil
stond. Toen was ik ook dood.' Wat een
droeim. wat een droom ! hévrouw.
Weet je waarom je zoo gedroomd hebt ?
Nuu waarom dan ?
Omdat je gister avond die verve'ende
courant hebt zitten lezen en je kwa-id hebt
g"inaakt, over dal artikel: Knin<t en L-r,,,.
Daar en d.'c.ir alleen van heb je do nacht
merrie gehad.
l.'tn'j'.'im rhnnil i/ml d, ~.on op en h,! n-oed;
1',1-hi in di stii'<i>';ani:-i'. ])e kn,i*t!,an<!e!a«e -iji,
l,,d iiUxlapfi, ml, en een clittiiibrrcl'jak
ciin!r,k/,'( nde en, 'naar V raam 'ido.nde :
Ik lees die lamme dingen nooit meer:
ze mal en een gezond mensch ziek, ze mi>.-en
alle eenvoudigheid, ernst en waarheid.
J l'j ,'"ei']>f e, n r'onn o/.ei).
Zie hoe de zon heerlijk uit de dampen
opstijgt ! Wat een rustige grootschhcid . . .
Vrouw, kom eens zien naar die eeuwige
heerlijkheid, waar ge.-laehfen voor ons van
hebben genoten en waarvan weder geslachten
na ons zullen genieten.
'/. ju i-finni: kaïn/ mede aan het renini .</«((/)
.'/,' i-i,;-!,' flra/en der :on eallen nu op heiden.
M, eroinr ti-hreekt de ft!/,/,.
Zelden zag ik zóó mooi de zon opgaan!
Wat is de wereld toch schoon !
't Is de natuur die alle groote mannen
hebben vereerd, 't Is de natuur, waaruit zij
hunne schepping hebben nagesehappen, en
ongelukkig zij, die meenen uit grauwe.
theorie n kunstwerken te kunnen voort b re'n gen.
Hoor, hoe de vogels zingen, de bijen
gonsen. de koeien loeien ! zie hoe 't water
en de lucht boven van 't zonnelic'it, en
't landschap eindeloos wisselt van kleuren
pracht !
Wat frisch a-lemt men de lucht in: hoe
gelukkig is hij, die in zijn leven dit paradijs
nog gezien heeft.
K n i-li'pper, op een roorhij r,.ir, nd. xi/Jiip.
zirnjt eei-ft ;or/i', <lni> Jliitk, een /ied. IJel -im/i ,,
t-lerfi bin:j:aain n-eij.
Hoe heerlijk als de eerst e zou
ne(st r al e n.
Weer schittren op boem d en en op
(dalen, '
En uit de kostbare rust, nieuw
(le ven s c h e n k t,
Gelukkig hij, die 't vroom t o t d'
(a vond b r en g t!