Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
.No. 1449
sche maatschappij toch verre van slaafsch
ef ongunstig. Er zijn dan ook Gajö's, die
zich ter verklaring van het feit, dat de
Trouw nooit beboet wordt, beroepen op het
maxime, dat de vrouw in vele opzichten
met den rödjö[radja] gelijk wordt gesteld
De man die op eeu smal pad eene vrouw
ontmoet, is verplicht voor haar uit te wijken
en haar baan te maken."
,Gewichtig is de vrouw, te ontzien is
de radja'. Beiden staan, zij het in verschil
lenden zin, boven de gewone wet." 11)
Eene onzer voorvechtsters van het femi
nisme heeft naar aanleiding van den
vrouwenmoord der expeditie-\ran Daalen in een
courant gezegd, dat de vrouw ook in den
krijg volkomen de gelijke van den man
behoorde geacht te worden en men haar
evenmin ontzien moest als hem. Wat vol
gens haar bij ons behoorde te zijn, moet
evenwel in deze ter bepaling van ons oor
deel minder zwaar wegen dan wat bij de
Gajö's is.
Daaromtrent nu schrijft nu dr. Suouck
de korte, maar veelzeggende worden: Soms
komen de vrouwen der partijen (DIE NOOIT IN'
DEN STUUD BETROKKEN WORDEN') of de lat bÖ'i,
onzijdige aan ver wanten, de strijdenden nopen
tot naar huis gaan; die zijn het ook, welke
dooden of gewonden weghalen." 12)
Men ziet, hoe bij de Gajö's de rol der
Trouwen in hunne oorlogen is. Nooit vech
ten zij mede. Hunne taak is, als 't te lang
duurt, een eind aan het strijden te maken;
zij verzorgen de gewonden en halen de lijken
weg. Nu mag de bedoelde feministe dit
Terschillend optreden van vrouwen en man
nen zeer onbehoorlijk vinden, anderen zullen
?wellicht meenen dat de adat der Gajö's in
deze hooger staat dan onze Westdrsche.
Met ontzetting werd waargenomen
zoo leest men in het rapport?Van Daalen
na de bestorming van het eerste dorp
dat zich ook vrouwen en kinderen in de
benting bevonden." Begrijpelijk, dat Van
Daalen dit niet verwachtte. Even begrij
pelijk echter, dat deze arme menschen gansch
anders deden tegenover den gruwelijken
Tijand dan in hunne eigene kleine vecht
partijen. Het hart krimpt bij de gedachte
in welk een stemming dit vrije bergvolkje
moet verkeerd hebben, dat het zoo geheel
zijn adat op zij zette.
(Slot Oltjf.) J. F. NlERMEYER.
1) Blz. 15. 2) Blz. 74.
3) Bedoeld is de eerste bocht, in 1901.
4) Blz. 73. 5) Blz. 305. (5) Blz. 36G.
7) Op de kaart in den nieuwen druk van
den Atlas van Xederlandsch-Indië", samen
gesteld op het Top. Bureau te Batavia, is
deze raam vergeten.
8) Blz. 219. 9) Blz. 127. 10) Blz. 125.
11) Blz. 112?U3. 12) Blz. 125.
Woninghuur en Woningwet.
In het nummer van 19 dezer kwam
een opstel voor van Med. Dr. G. W.
Bruinsma, waarin met veel groote woorden
te velde werd getrokken tegen een, tot
dusverre door geen enkel deskundige"
bestreden, bepaling van de door mij ont
worpen Statuten voor Bouwvereenigingen
krachtens de Woningwet.
Jk kan mijn tijd beter gebruiken dan
met punt voor punt weerleggen van aller
lei kritiek van ieder, die meent, dat
?waarde- en prijzenleer geen afzonderlijke
studie waard zijn, omdat men daar, en
passant, bij het gebruik van zijn
portemonnaie wel van op de hoogte komt.
Maar wol wil ik de lezers van dit tijd
schrift even inlichten, wat nu eigenlijk
door mij van bouwvereenigingen krach
tens de Woningwet wordt gewenscht.
Van Dr. Bruinsma, die het zelf' niet be
grepen heeft, kunnen zij dat niet hebben
verstaan.
Er wordt van vele zijden beweerd
en ik wil zulks, al betwijfel ik het, voor
het oogenblik aannemen dat op vele
plaatsen de prijzen, die huizenverhuurders
maken, verre den prijs te boven gaan,
waarvoor gelijke en even gunstig (of
ongunstig) gelegen woningen, kunnen
worden gegeven, verre dus gaan boven
den kostprijs (bestaande uit: rente van
het kapitaal voor grond en bouw
benoodigd, onderhoudskosten, lasten en vergoe
ding voor moeite en risico). M. a.w. hoewel
er nog voordeel zou te behalen zijn met het
bijbouwen van woningen, laten de bou
wers zulks achterwege en door dit uit
blijven van productie, van vermeerdering
van aanbod, blijft de woningprijs hooger,
dan hij behoefde te zijn. De reden van
dit niet-bouwen, terwijl er nog winst op
zit, moet dan natuurlijk zijn, dat alle
bouwers op zoo'n plaats reeds veel wo
ningen bezitten en het gemakkelijker
vinden winst te maken door do
woningprijzen hoog te houden, dan met het
bijbouwen, dat wel winst geeft, maarden
prijs van de bestaande woningen zou doen
dalen.
Als er nu zulk een toestand is, dan
is het zeker gewenscht, dat een
Bouwvereeniging met kapitaal vau de Over
heid werkend*, dat spelletje van do open
lijke of geheime bouwerstrust, dat niet
in het algemeen belang is, komt breken
(m. i. niet zoozeer om don arbeider voor
minder geld een gelijke woning te geven,
dan wel om hem voor gelijk geld een
betere woning te doen hebben) Hoe kan
men zulks nu doen? il ij dunkt, waar de
kwaal is, ontbreken van concurrentie"
is het duidelijk, dat de remedie is in
het leven roepen van concurrentie". Stel
eens woningen aan den omtrek der stad
(waar dus bijbouwen mogelijk is) gele
gen, doen thans f'2 en zulks is het gevolg
van uitblijven van aanbod, dat rog mo
gelijk ware bij een prijs van f 1.50 (kost
prijs dus). Nu gaat een Vereeniging een
paar flinke blokken bouwen; het is duidelijk
dat noch zij, noch de particuliere bouwers
na die vermeerdering van liet aanbod
/2 kunnen blijven bedingen; stollen wij
i;ens, dat \vic meer dan /' 1.7.> vraagt,
voortaan met zijn woning blijft zitten
en dus ?1.70 do algemeene prijs voor
die woningen wordt (terwijl woningen
welke wegens gunstiger ligging wat meer
doen, van ?2.25 op ?2 zakken). Wat is
er dan verkregen? Dank zij de
Woningvereeniging zijn alle prijzen gedaald.
Maar nog niet voldoende gedaald", zal
men zeggen; dat is juist en wijst er alleen
op, dat de vereeniging het, door het eigen
belang van de bouwers-eigenaars ontstane,
tekort nog niet geheel heeft aangevuld;
zij beginne nog eenige flinke blokken te
bouwen en de prijs van de minst gunstig
gelegen woningen zal op /'1.50 (die van
de gunstiger gelegene op ?1.75) dalen.
Alvorens het zoover is, heeft de
vereeuiging ook een winstje behaald, maar het
ligt maar aan haar zelve om dit niet te
lang te doen, en verder zal juist dat
winstje, dat haar in staat stelt een reserve
te maken, voor de gemeente het, anders
allicht rijzende bezwaar tegen het voor
schieten van nog meer geld voor de vol
gende blokken, wegnemen.
Ziedaar hoe ik mij denk, dat een ver
eeniging in het bedoelde geval zal moeten
werken; maakt zij zich schuldig aan
af'zetterij ?
Ja! zegt de tegenpartij. De vereeniging
moet haar eerste blokken' terstond tegen
kostprijs verhuren. Ik zou daar niets op
tegen hebben, indien niet door aldus te
handelen groot gevaar ontstond, dat de
vereeniging wél b. v. een 100-tal arbeiders
terstond ten volle zou doen protiteeren,
maar dat zij haar goeden invloed op de
nl(/emf,ene, woningmarkt er geheel of ge
deeltelijk bij zonden inboeten. Een nauw
keurige uitecn/.etting, waarom dat gevaar
zou ontstaan, zou mij thans te vér voeren,
en is in ieder boek over Economie te
vinden ; in hoofdzaak komt zij hierop neer,
dat wie vér beneden den marktprijs aan
biedt, koopers (in casu huurders) trekt,
die tegen marktprijs niet tot de koopers
zouden hebben behoord, 1) zoodat voor
de oude gegadigden het aanbod ten slottc
niet grooter wordt, terwijl /ij even talrijk
blijven en dus de andere verkoopers (in
casu verhuurders) den ouden prijs kunnen
handhaven.
Welnu, als dat zoo is, waarmede han
delt dan de Vereeniging meer in het al
gemeen belang? dooreen 100-tal arbeiders
(waaronder wellicht velen, die wel meer
kunnen maar niet willen betalen) voor
?1.50 een goede woning te bezorgen.
maar de prijzen van de woningen van
bouwers-eigenaars weinig of niet te
drukken, of wel door de geheele woning
markt te drukken, .zoodat olie arbeiders
b.v. 25 cents profiteeren, en dan nog
daarenboven zich zelf finantieel sterk te
maken, zoodat kapitaal voor verderen
bouw, die den algemeeiien prijs nog verder
kan drukken, gemakkelijk te verkrijgen
is ? Geeft de Arereeniging in het eerste
geval niet een ongemotiveerd geschenk
aan eenige toevallige huurders op kosten
van de Gemeente en van de andere
geldschieters der vereeniging, ja, maar
wat nog erger is, ten koste van allo andere
arbeiders ? En is het niet te vreezen, dat
de Vereeniging zulks doende zelfgenoeg
zaam zal neer zitten, trotsch op de 100 die
zij hielp, terwijl zij in mijn systeem zal
zien, dat ze no^ maar halverwege is met
haar werk ?
Gezwegen nog, dat de Yereeniging
mede concurreerende, ook de bouwers
weer aan het bouwen brengt. Immers
als de Vereenigmg de prijzen tot ?1.75
heeft gedrukt en gereed staat ze nog
verder te drukken, dan zien zich de
bouwers-eigenaars de hoogere winst op
de bestaande woningen ontglippen; /ui
len zij nu ook de winst, die vooralsnog
met bouwen te behalen is aan de Ver
eeniging gunnen ? Is er niet meer kans,
dat zij, nu hun spel gebroken is, zelf'
weer zullen gaan bouwen, omdat anders
toch een ander het doet ? De heer Faber
ineen t, dat als er een Vereen i gin»- gaat
bouwen, do bouwerstrust het aanbod harer
zijds nog meer zal inkrimpen om de markt
tegi'D de \ ercciiiging (// hoog te houden.
Laat zich zulks deuken ? Een groot offer
zou het hun kosten zonder iets te be
reiken. Konden zij de Voreeniging daar
door uit den weg ruimen, ja, dau werd
hun otter niet te vergeefs gebracht, man v
ze maken juist de Voreeniging sterker,
en prikkelen haar tot meerderen bouw.
V\ elke trust bestreed ooit ongewcnschte
concurrenten door liet hooghouden van
don prijs?
Ik zeide reeds, dat ik geloof dat een
bmiwvereeniging in den aanvang zelden
voor de vraag /al komen te staan, of zij
haar woningen al of niet moet verhuren
tegen concurreerenden prijs. Anders zal
dit echter na 20, 'M) jaar in vele ge
vallen zijn. Stel eens de vereeniging
heeft voor ,'iüjaar den prijs van woningen
aan den omtrek van een stad op /'l.50
gedrukt on telkens, als een bouwerstrust
trachtte den prijs weer te doen stijgen,
ging zij weer op nieuw aan hot werk
om die poging te verhinderen. Intusschen
is de stad grooter geworden ; de woningen
die bijgebouwd en voor ? 1.50 kunnen
gegeven worden, liggen voel verder van
liet centrum dan do eorstgebouwdo blok
ken. Wijl er altijd velen belang hebben
bij het minder vér van het centrum
wonen, zijn er voor de. .'10 jaar geleden
gebouwde, woningen, die destijds vér,
maar thans relatief dicht bij liet centrum
liggen, thans genoeg liefhebbers bij een
huur van ?2 (en voor do 15, jaar geleden
1) Ik gun aan deze lieden natuurlijk gaarne
pon betere woning, maar daarvoor breekt de
tijd eerst aan. al? door groote vermeerdering
van liet aanbod de prijs zóó is gedaald, dal
men hen helpen kan /onder dat anderen, die
een goede woning meer op Jiriji stellen don
gunstigeu invloed van liet werk der
Yereenigiuir missen.
gebouwde, bij een huur van ? 1.75). Moet
nu de Vereeniging wijl de huizen haar
slechts zooveel gekost hebben, dat zij met
?1.50 uit kan, ook maar ?1.50 blijven
vragen ?
Het is weer de zelfde kwestie als
boven; de prijs ?2 is resultante van een
zeker aanbod" (niet voor vermeerdering
vatbaar) en van een zekere vraag (af
hangende van het aantal der personen,
voor wie het dichter-bij-wonen 50 (of 25)
ets. waard is. Stelt de Vereeniging haar
woningen voor ?1.50 beschikbaar, dan
wordt de vraag grooter, er gaan lieden
mededingen, voor wie het dichter bij
wonen geen of minder waarde heeft,
maar die liet toch wel willen, als het
niets mér kost. Voorzooveel de
Yereenigingswoningen nu aan deze personen
komen, wordt het aanbod voor de wer
kelijk belanghebbenden kleiner, en de
particulier huizenverhuurders zullen van
hen mér dan ?2 (resp. ?1.75) kunnen
vorderen b.v. ?2.20 (resp. ? 1.1S5).
llesultaat: lo. do werkelijk belanghebbenden
zijn duurder uit dan noodig ware, en
zulks om personen te laten profiteeren,
die alleen gunstig wonen willen, als het
niets mér kost, en 2o. de Vereeniging
offert een belangrijk bedrag aan huur
penningen op. Wil zij dus een kostbaar
opruimingsplan uitvoeren, dan behoeft zij
meer steun van de gemeente dan hoog
noodig ware en de lieden, die reeds als
huurders dupe werden van de tactiek der
Vereeniging, mogen als lid van do ge
meenschap nogéns bijdragen vooi1 hot
(ternauwernood gewaardeerde) buiten
kansje van hou, die huurders werden van
de \ ereeniging.
Hot helpt niets of do Voreeniging; de
stijging van de huurwaarde harer
pcrccolen al negeert; zij is er. Xoch de Ver
eeniging, noch ook de particuliere eige
naars van, oven gunstig gelegen huizen
heliben die stijging veroorzaakt; zij is
gevolg van het grooter worden van do
stad, waardoor het belang om. er op
gunstigon stand te wonen voor velen
grooter werd. De gemeenschap, die de
lasten draagt van de uitbreiding, heeft
het moeste recht op de lusten daarvan;
het gaat niet aan die aan eenige personen
te geven, die toevallig huurder van de
woningen worden, en die het voordeel
wellicht niet eens ten volle waardeeren.
Als de stad eens achteruitgegaan was en
do huurwaarde ouder ? 1.50 was gedaald,
zouden dan soms de arbeiders ? 1.50 blij
ven betalen voor de woningen, omdat
zulks nu eenmaal de kostprijs is? En
als men zoo bang is voor winst maken,
is men dan van meening, dat de Vor
eeniging, wanneer het voorschot der ge
meente is afgelost, de woningen r nor
ui/'t moet gaan geven ?
Dit zijn intusschen maar secundaire
overwegingen. Hoofdzaak is u nu ter
stond n over 20, .'!:) jaren, dat de Ver
eeniging, die togen concurreerende prijzen
verhuurt, overmatige winst van n/le hui
zenverhuurders belet en dus alle huurders
van kleine woningen doet profiteeren,
terwijl zij, hare woningen gevende voor
den veel lageren prijs, waarvoor zij ze
soms door gunstige omstandigheden kun
goven, dat vér-strekkende doel allicht
veel 7ninder bereikt, zoodat dan allén
haar eigen huurders profiteeren (al is
het dan wat meei1).
[k geloof dat de heer Dr. Pijnappel, dit
alles overdenkende, het woord afzetterij"
voor het behalen van winst door een
bouwverooiiiging (als de omstandigheden
zulks meebrengen) nog wel eens zal willen
herzien en dat ik niet zooveel te vér
ging, toen ik het geven van geschenken
uit do publieke kas aan een kleine groep,
niet i n, maar Injcii het publiek belang,
bedeel i n g" noemde.
Eischt liet publiek belang, dat aan
eenige personen woningen worden ge
geven beneden de huurwaarde, die zij
in het vrije verkeer hebben en zulks
is hot geval, als men anders voor afkeuren
van krotten van de zeer armen zou
terugdeinzen dan wordt de zaak geheel
anders. Voor personen, die hun huisves
ting verloren tengevolge van do Woning
wet, en de volle, huur van een betere
woning niet betalen kunnen, maken mijn
Statuten een uitzondering op den regel:
..niet verhuren beneden den prijs die te
krijgen is." A NT. VAX GI.IN.
Den Haag. 2(5 Maart 1!>U5.
* *
De heer A. van Gijn verklaart zoo
boud mogelijk, dat hij alleen do wijsheid
in pa.eht heeft en dut ieder, die liet niet
met hem eens is, daarom reeds
met-d^skundige en tot oordcelen onbevoegd is;
daarbij schijnt hij nog zoo naïef te zijn,
dat hij zulk oen e hooghartige verzekering
niet rangschikt onder groote --voorden''.
Nu is hij bovendien zoo gelukkig ge
weest te ontdekken, dat ik .!/?? ?<!. Dr. ben
en hij ter weerlegging en oenig bewijs
daarom kan volstaan nogmaals zijn be
kend betoog af'te winden, gebeten op zijn
stokpaardje der bedoeling".
Gaarne onderschrijf ik zijne woorden:
ik kan mijn tijd heter gebruiken dan
punt voor puur, hiertegen te velde to
trekken."
:!0 Mrt. Iü'i5. (i. \V. 15.
Eet leven in de toMafl,
XVI.
de ve: -deriu; o', r <\;\<\ deor i'onuii.en en
mor.üier.te:, meedeelde, kan ^??makkelijk
door een ieder jieveiïlk'-'i'd \\orien, want zij
staan op openbare pleinen of voor bet alge
meen toegankelijke wegen. Geheel anders
is hu! ges'.eld nut de ve: «lering der wonin
gen, die men slechts bij bezoek aan vrienden,
verwanten of bekenden kan nagaan. Andere
huizen blijven voor den onbekenden geslo
ten ; onder de aanzienlijke woningen is slechts
het koninklijk paleis voor nieuwsgierige blik
ken opengesteld. Mij staat het echter tegeu
om voor een paar kwartjes een toegangkaart
te koopen, die de deuren van het paleis opent
en zijn geheimen aan den eersten den besten
openbaart. Daarover zal ik dan ook niet
handelen, doch mij bepalen tot enkele op
merkingen, die op de inrichting en versie
ring der woning van den meer of minder
bemiddelden Haagschen burger betrekking
hebben.
Toen ik mij hier voor een paar jaren hal
gevestigd en de eenvoudige woning in het
duinkwartier zoo goed mogelijk met de soliede
maar ovulerwetsche meubelen van de vorige
had ingericht, ontvingen wij naar gewoonte
bezoek van kennissen en vrienden, waaronder
enkelen van een jonger geslacht. Hoogst ver
baasd waren dezen over de meubeleering;
zij konden maar volstrekt niet vatten in
welken stijl dit had plaats gehad. liet was
toch geen stijl Louis X V. ook niet Louis XVI
en nog minder style empire". Tot mijn
spijt kou ik hen niet inlichten en daardoor
allerminst tevreden stellen; slechts beloofde
ik bun een tegenbezoek te brengen en dan
goed op te letten, op welke smaakvolle wijze
en naar welken stijl zij hun woning hadden
ingericht. Aldus geschiedde na f enigen tijd
en was ik aldus in de gelegenheid den mo
dernen stijl van meubileerina te leeren ken
nen. Door een jong gahuwd paar werd mij
niet zonder trots de woning van boven tot
onder vertoond; de meubileering was in
u stijl, doch in welken, dat is mij weer
ontgaan. Wel herinner ik mij, dat de in
elke der drie afmetingen kleine vertrekken
zoo vol van meubels stonden, dat eenige be
zoekers onmogelijk tegelijk konden plaats
nemen. Toen ik na het vertrek vau liet voor
gegaan bezoek mij eindelijk in een moderne
stoel mocht neerzetten dug het k-ak.' en de
ril"' der s! oei bezweek ! l lierdoor in verlegen
heid gebracht tegenover de joime huisvrouw,
beloofde ik zelf voor een behoorlijke repa
ratie te zullen zorg dragen eu begaf mij
daartoe den volgenden dag naar het maga
zijn, waar het ameublement was gekocht.
Niet weinig verwonderd was ik daar te ver
nemen, voor welk een geringe som het
gebeele ameubleir ent was aangekocht eu hoe
weinig het mij maar behoefde te kosten om
het ongeluk te herstellen, liet was alles
fabriekswerk, waarop do stijl als bloot orna
ment was aangebracht. Ken dergelijk ameu
blement, vernam ik, houdt het geen tien jaren
uit en moet dan door een ander vervangen
worden, waarbij de koopor bet voordeel
heeft, dat hij /onder veel kosten of moeiten
tot een anderen stijl kan overgaan.
Ken ander maal bezocht ik jongelieden,
die bun woning geheel in modernen,
zoogenaamden sezession"-stijl hadden ingericht.
]k dacht dat zulk een stijl slechts in de
fantazie des teekenaars van de FVieijemle
Blüttrr bestond, maar neen, hier stond het
in werkelijkheid 'voor mij. Ik durfde mij
ditmaal in het geheel niet neer te zetten,
niet zoozeer om vrij te blijven van liet on
geluk dat mij bij het voorgaand bezoek was
overkomen, als wel uit vrees door de vele
zonderlinge uitsteeksels van tafel en stoelen
pijnlijk te worden aangedaan. Na dat ik dus
staande mijn bewondering voor de keurige
inrichting had te kennen gegeven, verliet ik
onder dankbetuiging voor de ontvangst deze
hyper-moderne woning.
In vele woningen van ambtenaren in
rijksof gemeentedienst, gaat het weer anders toe.
Komt men op bezoek, dan wordt men ge
laten in een salon, die een zeker cachet heeft
en omtrent de waardigheid van den bewoner
zekeren indruk maakt. Doch is men in de
gelegenheid de woning verder dan den salon
binnen te dringen, zoo komt de tegenstelling
aan het licht; de huiskamer slordig met ver
sleten kletden en gescheurde gordijnen, van
de meubelen geen stuk heel; alles getuigend
van onder uiterlijke praal bedekte armoede.
Ik sprak hierover wel eens een ambtenaar,
die voor den aanslag in de belasting de
geheele woning in oogensehouw moet nemen;
hij was over dit onderwerp niet uitgepraat
en beschreef mij op plastische wijze hoe hij.
eerst in den salon gelaten, een vrij hoog
denkbeeld kreeg van de welgesteldheid van
den bewoner. Maar hoe veranderde de in
druk, wanneer hij verder ging, de woonkamer
betrad en tot de slaapkamers doordrong!
Jonge dames, die na in keurig toilet, eomedie
of concert bijgewoond te hebben, thuis ge
komen, zich behelpen moeten met een kamer
tje, zonder voldoende licht of lucht, soms
afgeschoten van den zolder, zich daar moe
tende neerstrekkeu op een armoedig van
het noodige voorzien ijzeren ledikant ! Dat
alles getuigt van schuld, die niet kan wor
den afgelost, en daardoor steeds toeneemt;
het crediet is verdwenen, zoodat men ge
nood 'aaakt is vau den eeneii leverancier naar
den anderen over te gaan,
Dij dergelijke mededeelingen komt mij in
de herinnering, wat mijn moeder in mijn jeugd
als ..haagsch" betitelde. Een korstje kaas
onder een fiaaie stol]); een woning met slechts
n bruikbaar vertrek, dat tot salon is inge
richt, terwijl eiken bezoeker het tot hiertoe
en niet venter'' woidt toegeroepen. Voor
gasten een keurig versierde disch. maar de
vruchten geleend bij den fruithandelaar,
zoodit daarvan niet mag rond gediend wor
den, en zij ongeschonden den volgenden dag
weer teruggegeven worden. Dit is ook het
i-eval met het glas,vork, soms zelfs met het
geheele servies! Ik dacht dan, dat mijne
moeder in haar eenvoud fantaseerde, doch,
ware zij nog in leven, ik zou baar nu mijn
spijt te kennen geven over mijn vroeger on
geloof, en naar waarheid kunnen getuigen,
dat zij niet. overdreef. Herhaaldelijk ziet
men een keurig ingerichte woning onver
wacht te huur ot U' koop aangeslagen: men
venieemt dan dat do bewoner.-! met do
noordor/.on zijn vertrokken, zonder adres achter
te laten. Nog onlangs deed zich een der
gelijk geval voor. doch do bewoner was /(i()
slim geweest vóór zijn vertrek een hypotheek
op zijn huis ie irjmen en daarmede over
de grenzen te gaan. terwijl hot aldus be
zwaarde huis voor sciiuUUm moest WIT Ion
verkocht. Komt <-en bezo'-kor ot' bode van
het gerecht, danwoi-.lt door een huisbewaar
der op do meest, beleefde wijze to keum-n
gegeven, dat. mijnheer' voor onbopaalden
tijd naar hot buitenland is gegaan, zonder
behoorlijk adres achter to laten !
Aldu-' komi men lot inzicht, waarom hier
do winkelveroonigiiig ..Kigen Hulp'1 meer dan
elders bloeit. Wol is daaraan hei bezwaar
der contante betaling verbonden, maar kan
dit overwonnen worden, dan heeft men enkel
voordeel .'Immers 15 13 procenl dividend over
alles wat men daar in een jaar heeft gekocht,
voorwaar geen kleinigheid! De vrouwen zijn
er op verzot, het is een extraatje dat zij als
eerlijk verdiend voor zich houden, om er ge
heel vrij over te beschikken. Hoe
meerjaarverbruik, hoe hooger dividend! Ik hoorde
zelfs een van haar beweeren, dat bet haar
niet aanging, hoe hoog de prijzen waren;
immers haar man betaalde het verbruik,
maar zij stak het dividend op! Aldus wor
den de klanten dezer affaire gedemoraliseerd.
Dit is reeds zoover, dat de prijs der waren
moet worden opgevoerd tot daaruit liet divi
dend kan worden voldaan. Ging dit toch
dalen, dan ware het met de groote klandisio
gedaan! /oo is het bestuur genoodzaakt den
prijs der waren to regelen met het oog op
het dividend, eu wanneer een zuinige huis
vrouw komt klagen met de bewering dat in
een anderen solieden kruidenierswinkel (bier
,,magasin de comestibles" genoemd) de prijs
van sommige artikelen lager is, dan wordt zij
afgescheept met de opmerking, dat zij toch
vooral het te verwachten dividend in reke
ning moet brengen. Zoo is het goede doel
verloren gegaan; aanvankelijk had de ver
eeniging de uitwerking, dat te hoog opge
voerde prijzen der winkeliers tot normale
werden teruggebracht; thans heeft reeds het
omgekeerde plaats, en moeten deze dienen
om het opvoeren der prijzen van de
wiukelvereeiiigiiig tegen te houden. Daarbij gaat
het bestuur in veel opzichten tyranniek te
werk; zonder /.ich te storen aan hot gemak
der clientèle deelt het deze iu naar wijken,
waar succursalen zijn gevestigd soms tot groot
ongerief der leden, die vrijheid verlangen om
h uu gelden te storten en hun waren te halen,
wuar hun dit het gemakkelijkst valt.
Het vestigen der vereeniging Kigon Hulp''
heeft nog een ander zonderling gevolg ge
had. Geen lid toch behoeft de illusie te
koesteren ooit tot de waardigheid van raads
lid te worden verheven. De winkeliers, die
in dit opzicht een grooten invloed hebbon,
bonden dit met alle macht tegeu. Zij be
seffen niet van welk hoog belang het is om
voor den gemeenteraad bekwame mannen
te benoemen, die tijd en lust hebben hun
l krachten aan de belangen der gemeente te
| wijden; zij beschouwen hot louter als een
eerepost, die niet aan een in den grond van
bun hart verwenscht lid der vereeniging
mag worden verleend; hij moot hiervoor ge
straft worden, door hem elk eerbewijs te
onthouden ! Aangezien vele bekwame bur
gers uit verschillenden stand ??officieren,
rijksambtenaren, gepensionueerden enz.
tot de leden behooren, wordt aldus de beste
kring afgesneden en doet zich dit verschijnsel
op de samenstelling van den raad geducht
gevoelen.
Aan vele huizen ziet men oori gedrukte
kaart bevestigd met de vermelding: ..aan de
deur wordt niet gekocht en gedrukte stukken
worden niet teruggegeven." De aankondiging
dient tot wering der bedelarij aan do hui/.en ;
zij heeft weinig gevolg, want vooral in de
buitenwijken, die door de politie slecht wor
den bewaakt, neemt de kwaal steeds grooter
afmetingen aan. Men kan zich hiertegen
slechts wapenen door de deur zorgvuldig ge
sloten te houden en eerst door het luikje,
dat aan geen der moderne huizen ontbreekt,
te laten nagaan, wie er voor staat. Ook htt
plaatje armenzorg" is geen beletsel voor het
indringen van bedelaars; trouwens ook hier
van wordt misbruik gemaakt, want bij ver
wisseling van huurder blijft het plaatje aan
de voordeur staan, al is de nieuwe bewoner
geen lid der vereeniging; hij gebruikt dan
de aankondiging als behoedmiddol tegen bede
larij, zonder daarop aanspraak te kunnen
maken. Nu kan men zich tegen dergelijke
bedelarij op velerlei wijzen in acht nemen,
doch hoe dit te doen tegen de wijze van
bedelen, die door vrienden en bekenden in
praktijk wordt gebracht? Nauwelijks toch
is men hier gevestigd, of men ontvangt be
zoek van dames, die op allervriendelijkste
wijze komen kennis maken, maar terstond
daarop voor den dag komen met een lijst,
uitnoodigende tot deelneming in een of an
dere vereeuiging, waarvan die dame bestuurs
lid is. Op geoorlooide en ongeoorloofde wij'e
valt zij de onverdachte op hot lijf met het
verzoek om in te teekenen en af te schuiven.
Het betreft een bederf in de conversatie, dat
dikwijls op onbeschaamde wijze zelfs door
dames van aanzienlijken stand wordt uitge
oefend. Zij gaan zoo ver, om op een diner
da om haar geplaatste gasten tot lid worden
als te dwingen; hoe aan znlk oon a;mdrang,
die niet uit een medelijdend hart, maar uit
ijdelheid en bemoeizucht voorkomt, te ont
snappen, zonder onbeleefd te worden ? Te
vergeefs zoek ik de oplossing vau dit raadsel
en zal dankbaar zijn, wanneer mij dezedoor
een medelij lend lezer aan de hand wordt
gedaan. Tot zoolang zie ik geen uitweg eu
blijf in stille berusting.
SEMOE.
iiiiiiminiiiiiiiuiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiii
llllllllllltlllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIflIlltl
Arlx'iderxtuiiieti, door J. lÏKriNwoi.n
KiKDKi.. Utrecht bij J. v. Bookhoven.
,.l)c uitgever zorgde voor eeu net kleed".
.Met deze stereotype uitdrukking wordt vaak
oene boekaankondigiiig besloten. Maar wat
ik bet eerst zag, mag ik dat ook niet bet
1 eerst zoggen 'i
i Het kleed past bij bet boek want hot is
! ook een net en een degelijk boek. Het is
. een respectabel stuk werk, de vrucht van
' jaren studie. Studie van oen man die gestu
deerd heeft en studeoron kun. Werk van
| een man die niet verblinden wil
oftnoeslopon, maar die de feiten geeft zooals /e zijn
011 de grooto, door hem met zon;'verzamelde
en geordende stof klaar eu bevattelijk voor
den luxer logt en de schaduwzijden niet
bedekt.
Ik weet niet of het onderworp oen stok
paardje van den schrijver is; maar /oker
is hot: oen oude liefde va» hem. oeds iu
's:> als jong predikant te l'itwierda ('(ir.)
beuon hij er nu moe in de praktijk. In 'M7
aanvaardde hij zijn tegeu\\ oonligon werk
kring bij het Xut en bevond dat hot hoofd
bestuur reeds iu '80 do aandacht dor depar
tementen op deze /aak gevestigd had. Tovh
duurde hot tot lsfit; voor iu do serie kleine
gesL'hrii'toii hot boekje
TuinuTondvcrstrokking aan kleine hnjdon ' verscheen. Waar
blijkens liet in 1Ü05 verschenen hoek de