De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 2 april pagina 5

2 april 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1449 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VOORDEELEN van den alom gerenommeerden MA6BI" AROMA om te kruiden. BS.»'"Arnmo nt UIIIQ 3- Gemakkelijkste in gebruik aan groenten, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon. Hierin eenig en onovertroffen. wees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke smaak der gerechten wei verhoogd, doch niet verdrongen moet worden. in tegenstelling met de vaste extracten. l Waar niet verkrijgbaar wende men zich lot het Generaalvanaf 30 cent per flacon. | Agentuur voor Nederland en Koloniën PAÜl HORN, Amsterdam. MAQGI's onderscheidingen: 5 groote Prijzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. lllllllllltlllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIMIMIIIIIIIIII lllllltltllMIIMMIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllinilll i nu IHI nu iiminii Had dus de schrijver zich geheel binnen ie bij het stellen der prijsvraag bedoelde grens gehouden, wij zouden een voorstelling missen van de bevrijding van Nederland van het Fransche juk, zooals er zoo volledig, onpartijdig en, naar het schijnt, ook juist en op nauwkeurige bronnenstudie berustend, nog geene geschreven is. Die zelfde eigenschappen komen in de ge schiedenis van het tijdperk der overheersching aan den dag. Deze verwijst de oude voor stelling, als ware het Napoleon en zijne ambtenaren slechts te doen geweest om ons land geheel en al ten bate van Frankrijk uit te zuigen, evenals voorheen de dienaren der Fransche republiek hadden gedaan, naar het rijk der fabelen. Integendeel, de schrijver toont duidelijk uit de ambtelijke en ver trouwelijke briefwisseling van den Keizer en zijn dienaren aan, hoezeer bedoeld werd om ons land te behandelen als een kostbaar bezit, dat verdiende op gelijken voet met het overige Keizerrijk gesteld te worden, zelfs in enkele opzichten met behoud van zijne eigen aardigheden. Hij toont aan, dat dit niet alleen geldt van Lebrun en d'Alphonse, wier welwillendheid bekend is, maar zelfs van de prefecten, met name van De Celles en De Stassart, al was het ook dat deze door dienstijver dikwijls te ver gingen, waar zij meenden 'hun geadministeerden" te moeten dwingen tot gehoorzaamheid aan wetten, die voor het geheele Rijk golden. Juist echter omdat hij aan het Fransche bestuur volle recht laat wedervaren, stelt de schrijver beter in het licht, waarom het onmogelijk was, dat dat bestuur handelen kon in het belang van land en volk. Hij toont uit de stukken aan hoe, niettegenstaande alle pogingen der vreemde overheerschers, de ellende hier te lande hoe langer zoo groqter en algemeener werd en met de ellende ook de haat tegen de vreemde overheerscheers en het verlangen naar een herstel van het zelfstandig volksbestaan. De wijze waarop Se schrijver zijn verhaal heeft opgebouwd uit de in de prijsvraag aan gewezen bouwstoffen en uit andere; zoowel archivalia als gedrukte litteratuur, verdient allen lof. Zonder in grondigheid te kort te schieten heeft hij ons een levendig geschre ven voorstelling gegeven, welke een volledigen indruk geeft van den tijd, die er in beschre ven wordt. Daarbij heeft hij met zorg zijn citaten gekozen, welke gedeeltelijk in den tekst opgenomen, gedeeltelijk daaraan in noten of als bijlagen toegevoegd, getuigenis afleggen van een even groote kennis als diepe studie, zonder daarom de lezing moeielijk of vervelend te maken. De uitgeloofde prijs komt aan dit tweede, onder het motto M et eerbiedigen schroom" ingezonden.antwoord ten volle toe. Eenmaal uitgegeven zal het zonder twijfel een verrijking vormen onzer historische let terkunde, een boek, dat niet alleen veel zal worden gebruikt, wegens de duidelijke aan wijzing der gebruikte bouwstoffen, maar ook veel zal worden gekozen door de mannen van het vak zoowel als door het publiek." IHIIIIIIIIIIIIIIimilllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIHIIHMimilllllllUM UIT DE NATUUR. CL Kievitseieren. Ze lagen Zaterdagmiddag alweer in de Kalverstraat voor de glazen, de eerste kievitseieren; een mooi majolika schaaltje, met een vijftal van die vaal groene bruin gevlekte eieren. Fijne witte vezeltjes van zaagmeel op het donkere fond van de dop pen, bewezen, hoe zorgvuldig ze waren be handeld bij het verzenden. Ik zag ze onverwachts liggen in het voor bijgaan en bleef onwillekeurig staan. De winkelkast schoof een enkel oogenblik weg en werd een groote groene weide; voetengeschuivel en stemmengewirwar achter müverzwakte opeens tot een zacht gedruisch van wind in verre boomtoppen en fijn geschuur van gele riethalmen tegen elkaar. Eindeloos ligt de lage weide voor u, met ronde blinkende plasjes hier en daar, blauwe oogen met wimpers van buigend riet. De Maartsche hemel welft er over, wolkeloos, vol zonnelicht en toch zoo zacht van toon en Tehuis voor werkende vrouwen. Het bestuur van het tehuis voor werkende vrouwen, voorheen Huis en Haard, Laan van N. O. 1. den Haag, wenscht ter kennis van belangstellenden te brengen de resultaten van het derde jaar. Het aantal betalende inwonenden en logees was 104, met 7247 pensioendagen en een ge middeld van ruim 19 inwonenden per pag, tegen 168 in het vorig jaar. Dit verschil wijst niet op achteruitgang, want de ontvangsten bedroegen in het afgeloopen jaar ? 10,049 tegen ? 7224 in 1904, maar op toename van het aantal vaste inwonenden. Tegenover het voordeel van grootere huise lijkheid en meerdere inkomsten wordt toch de afname der tijdelijke bezoeksters als een nadeel gevoeld; het doel van het huis is toch de werkende vrouw te dienen in zoo ruim mogelijken kring. Het is daarom hier de plaats, werkende vrouwen die voor korten tijd in den Haag moeten verblijven, er aan te herinneren, dat zij steeds welkom zijn in het voormalig Huis en Haard, in het bizonder ook de examencandidaten, wier aantal in het afgeloopen jaar, tot leedwezen van het bestuur, daalde van 25 op 7. Moge dit cijfer in 1905 weer stijgen, tijdelijke bezoeksters (altijd bij voorkeur zij, die komen voor een ernstig doel) brengen frischheid van gedachten mede en onderhou den de voeling van het huis met de maat schappij. Het getal der 28 vaste en 76 tijdelijke be zoeksters is te verdeelen in 43 werkende, 12 rustende, 27 ambtelooze en 15 studeerende vrouwen. Onder de vaste inwonenden nam het getal der werkende en studeerende toe en bedroeg op l Februari 18, tegen 15 op denzelfden datum van verleden jaar. Door de meerdere ontvangsten kon worden aangevuld het tekort van verleden jaar, en tevens voor het eerst een, zij het dan ook nog gering salaris, voor de directie worden ter zijde gelegd. De uitgaven bedroegen ? 7250.45, waarin begrepen zijn kleinere reparatiën aan het ge bouw, en aanvulling van den inboedel. Aan voedings-grondstofi'en werd uitgegeven ?4646. De jaarstaat met alle detailcijfers is gaarne ten dienste van belangstellenden. Het huis aanbevelend in de medewerking van hen, voor wie het is opgericht, ziet de directie een vierde jaar met vertrouwen tegemoet. Maart 1905, iiiimiiiHiMiimMimiiiiiitiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiii Niet oud word n. ? Olga Tomilin: de Russische Florence Nightingale". Louise Hahn-Friinkel. Gravin de Bourqueney. De Fransche schrijfster, Pierre de Coulevain, heeft even als haar landgenoot Paul Blouet, (Max o' Rell) veel in Amerika getoefd. Beide Fransche auteurs kregen een eigenaardigen kijk op de Amerikanen, die zij tot hun troetel kinderen maakten. MIIIIM11IIIIIIIIII tint, dat de oogen niet knijpen nu ze een donkeren vogel volgen, die voortzwiert over de grijzig blauwe lichtzee. Zwart zijn zijn vlerken en wit is zijn borst; recht op u toe komt hij aangestoven voor de wind, een scheepje met twee donkere bolle zeilen. Zie hoe het zilverwitte schuim opspat tegen den ronden boeg. Daar is het dier vlak boven u, hij zwiert schuin opwaarts, helt over zij ; een zonnestraal flikkert terug van zijn metaal-groene veeren als van een nieuwe zeis; roode, bruine en bronzen tinten glan zen op, n oogenblik, nu van rechts dan van links, en pie-re-w-oe-iet-oe-'ie-re-iet giert het u op eens uit den rechten half-open snavel om de ooren ; in snelle opeenvolging, scherp en zacht, woest en klagend, angstig vragend en overmoedig dreigend. Ge blijft rustig staan kijken, het dier zwenkt om u heen en soms schijnt het of hij heusch van plan is uit de hoogte op u neer te schie ten ; maar op een meter van uw hoofd wendt hij in volle vaart; zooals een volleerd schaatsenrijder doet bij een plotselinge hinderpaal, zwaait hij vlak voor uw oogen om met een Kieviten met nest. Boven links een ei en een donsjong (naar verhouding grooter geteekend). (Uit de ill. Handleiding voor Nat. Historie, bij W. Versluijs, Amsterdam). Over het veel-besproken onderwerp jongblijven, niet oud-worden, zegt Pierre de Coule vain in haar jongsten, pittigen roman Sur la branche" iet volgende: Niet oud-worden. De Amerikaansche beroemt er zich op, daar omtrent het geheim te hebben gevonden. Zij raadt aan altijd belang te blijven stellen in het leven, aan zijn beste bronnen te putten, van alles op de hoogte blijven, zich steeds meer te ontwikkelen en zijn jaren niet te te tellen. Verstandelijk gesproken heeft zij gelijk. De ware verjongingskuur heeft plaats in ons brein. Indien wij de werkzaamheid onzer hersenen gaande houden, zal die bevor derlijk zijn aan ons bloed en aan onze levens sappen, zal onze oogen doen schitteren, ons lichaam lenig houden en de nadering van ziekte, ouderdom en dood verschuiven." De Fransche geleerde Chevreuil, die op zijn honderdsten verjaardag door de geheele we reld gehuldigd en bejubeld werd, evenals de Spaansche zanger Garcia, uitvinder van den keelspiegel, die op 17 Maart j.l. zijn eeuwfeest herdacht, staven op fiere wijze het oordeel der Amerikaansche, op wie Pierre de Coule vain doelt. Mevrouw Olga Tomilin, echtgenoote van een kolonel in de Russische armee, is een van die £rac/i(figuren van het zwakke geslacht, voor wie men den diepsten eerbied moet hebben. Aan Olga Tomilin, de vrouw zoo bewonderenswaardig in haar grootsche toe wijding en zelfverloochening, heeft men den bijnaam van Russische Florence Nightingale" gegeven, wat haar stempelt tot voortreffelijke ziekenverpleegster. Van het begin van het mensch-onteerend moorden en verdelgen in het Oosten, sedert het uitbreken van den rampzaligen Russisch-Japanschen oorlog, was Olga Tomilin als ziekenveipleegster werk zaam in de ambulances. Talloos zijn de ge wonden aan wie zij haar zorgen en hulp verleende, na de slagen bij Harbin en Moekden. Het kleine vrouwtje met haar zacht, ernstig gezichtje, als liefdezuster gekleed, om den linkerarm den breeden witten band met roode kruis, was onvermoeid, en wijdde haar zorgen zoowel aan Japanner als Rus. Japansche nieuwsbladen hebben niet verzuimd in hoogst waardeerende bewoordingen hun erkentelijkheid uit te drukken jegens de Rus sische pleegzuster. Van wege de Russische regeering werd Olga Tomilin met een medalje vereerd. Haar landgenooten, de Oostenrijkers, ge tuigen zelf van de jeugdige schilderes Louise Hahn-Friinkel, dat het lang niet gemakkelijk is, zich een naam als schilderes te maken, in een stad als Weenen, waar zoo buitenspo rig veel wordt geschilderd en geëxposeerd. Toch trok het tintelende werk van Louise Hahn, zér spoedig de aandacht. Nadat zij haar kinderportret", het jongetje met den vlinder" en haar eigen portret geëxposeerd had, was zij op-eens bekend. De warmte van haar koloriet, het hél zuivere en echte van haar vleeschkleur. haar onberispelijk zuivere ?MMIIIIIIIIIIHHIIIHIIIIIftfllllllllllllllllllllllltltllHIIIIIMIIIItlJI IIMIIMIIIIIItMIIIMItllMIMMIIIIIIIMHHMtHMIIMMIIIIMMMIIIIIIIIIIIIMltlllllllllllMIII hoorbaren ruk; het lichaam staat een oogen blik loodrecht in de lucht, den kop naar beneden, en de vleugels snijden de lucht met den smallen kant, dat het piept en zwiept en suist in de zwarte pennen; door een snellen zwenkslag met n vleugel is de kievit al weer boven u en strijkt nu lang zaam, een vijftig meter weg schuin omlaag; zonder eenig zichtbaar vleugelbewegen nadert hij den grond ; hij staat al op een aardkluit en kijkt u aan, de kuif rijst en valt in snel tempo, de kop is hoog geheven en het slanke lijf, waterpas gedragen, balanceert op n poot; zoodat de zwarte staartpunt stijgt als de zwarte keelvlek daalt. Opeens in een snellen ren, trippelt hij een pas of twintig verder op naar een hoog opstekende grasdot en staat daar weer te halsrekken, te kuifwippen en te balanceeren. Loop nu niet op hem toe, want dan gaat hij ook weer een eind verder staan knikken, tot hij meent dat hij u heel aardig weggelekt heeft uit de richting en ver genoeg afgevoerd van de plek, waar zijn wijfje net haar eerste eieren gelegd heeft. Keer liever een eind terug en loop dan door in een richting, tegengesteld aan die waarheen het wakkere mannetje u opnieuw j tracht te loodsen. Als het toeval u bij'.onder i begunstigen wil, kan het gebeuren, dat ge | vóór u een tweede kievit stilletjes langs den | grond weg ziet sluipen, kop omlaag, staart omhoog, dat is het wijfje, dat «p 't laatste oogenblik het nest verliet. Ge moet er nu vlak bij zijn, maar zet nu ook geen voet meer neer, /onder met beide oogen nauw keurig de plek vóór u gemonsterd te hebben. Anders hebt ge een kleine kans boven op de eieren te trappen en een veel grootere er vlak langs heen te loopen zonder ze te zien. Een nest of wat wij daaronder ver staan is er meestal niet; wat gras of stroohalmpjes kriskras over elkaar gelegd soms met een enkel veertje of pluksel van mos er over, dat is alles. Niet altijd is het traditioneele kuiltje, door een koeienpoot geprent, te on derscheiden; dikwijls liggen de eieren op de vlakken grond, zonder eenige verdieping. Als het legsel voltallig is, vindt gij er steeds vier eieren in, met het spitse einde naar het midden gericht en dicht aaneengesloten. Let eens op hoe recht de lijn is, die van de spits naar do groote welving voert ; 't is haast een kegel met een halven bol er op, heel anders dan bij een kippen- of eendenei. En dat is heel goed ook. Ronde eieren zou den immers licht wegrollen uit het vlakke of zeer ondiepe nest, maar een kegel draait bij het rollen alleen rondom zijn spits als middenpunt. Doordien er vier zulke kegels met de spitsen tegen elkaar stuiten, blijft het legsel zoo vast liggen als een kievit maar wenschen kan. Zoo'n doelmatige eiervorm kunt ge opmer ken bij de meeste vogels, die hun eieren op den vlakken grond leggen. Dat goed gesloten, groen met zwart bruin lijnen, ontwapenden de meest grimmige kri tiek, die niet anders kon doen dan haar als hervorragende Künstlerin" begroeten. De Italiaansche Renaissance in haar vroegste periode heeft Louise Hahn's machtige be wondering en liefde. Dit openbaart zich in haar zelf, in haar werk. Deze jonge Wienerin is de incarnatie van een Raphaël-type. Zij had Raphaël tot model kunnen dienen. De zacht-peinzende uitdrukking van haar reine, zwarte oogen, de weeke lijnen om den mond, haar hoog, blond voorhoofd omslingerd door slappe, donkere haargolvingen, geen modern haargekroesel en gewirwar, maar de echte, statige bandeaux la Madonne". Een geheel van liefelijke reinheid, ontdaan van alles wat zweemt naar het zinnelijke... Welk een bekoring moet er uitgaan van Louise HahnFrankel's eigen geschilderd portret, nu de nuchtere reproductie in wit en zwart reeds zoo machtig anspricht". Een puur Rapha lof Rosetti-kopje. Met Raphaël-blikken schijnt de jonge, Oostenrijksche schilderes haar modellen te speuren.Haar jongetje met den vlinder",het geheel naakte dikke vleeschpropje, is de prototype van den Raphaël-engel, aan wien niets ont breekt, noch het goedig-dunne snoetje, noch het traditioneele hangbuikje. Van zichzelf getuigt Louise Hahn-Friinkel: Reeds als kind had ik een groote liefde voor teekenen en schilderen, zoodat ik in beide vakken heel vroeg privaatlessen kreeg. Ernstig begon mijn onderricht eerst in 1896, toen ik als leerling op de kunstnijverheid school kwam en onder leiding van professor Karger studeerde, bij wien ik driejaar bleef. De daarop volgende twee winters schilderde ik in München, waar ik het eerste jaar privaatonderwijs van professor Knirr ontving, en het tweede jaar onder zijn leiding in het Kflnstlerinnenverein" werkte. Den winter van 1901/1902 bracht ik in Rome door, waar ik zelfstandig werkte. In het voorjaar van 1902 maakte ik een studiereis naar Griekenland en naar Constantinopel. In den daarop vol genden herfst exposeerde ik voor het eerst, wat ik sedert dien tijd nog een paar malen deed. In het najaar van 1903 ben ik getrouwd en in het voorjaar van 1904, maakte ik op nieuw een studiereis naar Griekenland en Italië." Louise Hahn is gehuwd met den schilder Friinkel. Dus een kunstenaars-paar dat de zelfde kunst beoefent. Als zij nu maar niet, zooals sommige gehuwde artisten, afgunstig worden op elkanders lauweren, dan kan dit artisten-paar een gelukkige toekomst tege moet gaan. * * * La femme d'aujourd'hui", het nieuwe, Fransche, geïllustreerde blad voor dames, heeft niet al haar kruid verschoten in de eerste nummers. Bij den stroom van tijd schriften, maand- en weekbladen, begroet men de verschijning van een nieuw blad, ietwat schuchter en wantrouwend. La femme d'aujourd'hui zal haar weg wel maken. Het Maart-nummer biedt weer veel ziens- en lezenswaardigs. Een serie gezellige en onder mniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitMiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHI vlekje tusschen even groen gras en even zwartbruine aardkluiten komt bovendien zoo treffend overeen met de omgeving, dat het al een bijzondere geoefendbeid vereischt, om het nest in 't oog te krijgen, al staat men er vlak bij. Een paar maal ben ik met eierzoekers meegeweest, maar ik heb, al zoekende, nog maar eens een nest gevonden, veel vaker bij toeval. Zoo verleden jaar nog in de duinen en vroehoudende artikelen met aardige illustraties. Bekijkt men die van Sur la cöte d'azur" dan bekruipt ons het verlangen naar gouden zonneschijn, bloemenweelde, onbezorgdheid, smaak en voornaamheid in kleeding. Een goed-gelijkend portret van koning Leopold van België, zich koesterend in het stralend zonnetje van 't heerlijke zuiden, wandelend aan de zijde van zijn veelgeliefde dochter Cléraentine en een hofdame. Arme Clémentine die zich gedwee op hoog bevel aan het hu welijk onttrekt en haar hart dichtgrendelt. Heel gevaarlijk! Het hart der vrouw is een brandpunt van verzet, oproer, hunkeren naar vrijheid en naar het onbekende. Nu nog verhoovaardigt de prinses zich op haar vro men zin; als zy nu maar niet op lateren leeftijd de familie-traditie voortzet, want dan komt zij er ook toe, dwaasheden te doen. Het artikel over Les tudiantes Russes Paris" hebben even als de plaatjes van Les Romanoff en costumes historiques" een groote up-to-date aantrekkelijkheid. Kantliefhebsters kunnen haar hart ophalen aan: La guipure d'Irlande et son volution nouvelle: la guipure de France". Weldadigheid en werkverschaffing zijn ook niet vergeten, en brengen de beminnelijke persoonlijkheid van gravin de Bourqueney op den voorgrond. Gravin de Bourqueney, een jeugdige, mooie, Eransche aristocrate is de ziel der werkverschaffing, die een zaal van het raadhuis van het XVIe arrondissement te Parijs in gebruik heeft gekregen, om aan behoeftige vrouwen werk uit te deelen en voltooiden arbeid in ontvangt te nemen. Een heele drukte en administratie voor de dames de Bourqueney presidente, mevrouw Gavignot-Blais,vice-presidente en barones deBoigne, die als secretaresse voor niets staat en alle bezwaren en moeilijkheden overwint. Twee maal in de week houden deze dames van 's morgens acht tot elf uur zitting in een lokaal van het gemeentehuis in het XVIe arrondissement. De werksters krijgen geen hongerloon. Haar arbeid wordt goed betaald, en de gebrekkigen en zwakken onder haar vinden troost in de vriendelijke, bemoedi gende woorden en den geldehjken steun dezer liefdadige dames uit de groote wereld. Wat La femme d'aujourd'hui" onthult over de voorjaarsmode in haar kroniek A travers la mode" hoop ik een volgende keer te vertellen. CAPKICE. Russische ftensjes. Benoodigdheden: 2 eieren, 25 gram boter, 3 dessertlepels witte suiker, 6 dessertlepels dikke room, 150 gram tarwebloem, 3 fijne zure appelen. Bereiding: Klop de twee eierdooiers met de 25 gram gesmolten boter door elkaar. Voeg er bij de drie lepels suiker en tien minuten later het quantum room. Meng daarbij het geklopte wit der eieren, 150 gram bloem en het fijn gewreven nloes der drie gekookte appe len. Laat het beslag een uurtje staan en bak de flensjes dan op de gewone wijze. Bestrooi ze met suiker en presenteer ze met confituren. (Recept uit La femme d'aujourd'hui"). beerde hij door 't in de holle hand in de sloot te dompelen, het dreef niet en 't was dus niet vuil". Dit onbebroede schoone'' ei gebruikte hij als gewicht in de eene hand om inet de andere de eieren op schoon" of vuil" te wegen. Ik kon geen verschil voelen. De millioenen kievitseieren, die jaarlijks van einde Maart tot l Mei worden geraapt, hebben 't aantal vogels nog niet kunnen verminderen. Het schijnt dat de vertraging Nest van een tureluur bij Amersfoort. (Uit De Levende Natuur).1 ger eens aan 't Almelooseh kanaal. Daar waren we met ons vieren; er vlogen stellig een twintig kieviten over de drassige wei; de man, die ons uitgenoodigd had, zei me hoe ik aan de beweging van de mannetjes kon zien, waar zich een nest bevond en ook of de eieren bebroed waren of niet. 't Zal stellig aan mij gelegen hebben, maar het resultaat van de les was bedroevend, ik heb op dien morgen geen enkel nest kunnen vinden. Ook vertrouwde hij zelf, zoo scheen 't mij toe, beter zijn oogen dan de vliegkunsten van het dier; want hij zocht stelselmatig; zoo on geveer volgens de methode, die wij toepassen, wanneer wij een punaise hebben laten vallen op een gebloemd of geblokt vloerzeil. Elk patroon of elke ruit moet dan afzonderlijk in zijn geheel worden afgespeurd. Zoo deed onze vogelvanger, toen eierzoeker, ook; hij bepaalde zich telkens bij n stukje weide van eenige vierkante meters, dat op een of andere wijze begrensd en gemerkt was, b.v. tusschen drie molshoopen; ook legde hij soms zijn langen stok op den grond en ver plaatste dien als een stuk wei was afgezocht. Het eerste kievitsei, dat hij vond, probij 't broeden, die er door ontstaat, eer nuttig dan schadelijk is voor de dieren; de jongen komen nu midden Mei uit, in plaats van midden April en hebben daardoor beter kansen op droog en warm weer. Als de massa eieren aan de markt komt, tegen het eind van April, zijn er meestal een aantal eieren onder, die nog zuiverder kegelvorm vertoonen en daardoor spitser schijnen; dat zijn eieren van de tureluur, die lijken overigens geheel op kievitseieren en smaken even lekker; de kleur is meestal iets meer naar den rose kant. Eens, bij Amersfoort heb ik er, laat in den tijd, een nest van gevonden met pas twee eieren, en 't op staanden voet geteekend, omdat het nest zelf zoo aardig gevlochten was, bij wijze van een mandje en omringd door aardkluiten. Verleden jaar heb ik tureluursnesten bij tientallen gevonden, maar geen enkel weer, waaraan zooveel zorg was besteed. Tureluurs zijn ook heel aardige vogels, ze komen veel voor en zijn makkelijk te herken nen aan hun roep, waaruit duidelijk hun naam is te hooren. E. HKIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl