Historisch Archief 1877-1940
F. 1454
DE AMSTERDAMMER
A°. 1905,
WEEKBLAD VOOR NEDEBLAND
d. e r redactie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
-v a ix J'. IDE K O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA. & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.12'/>
Dit bUd u verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Ctpucines tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 7 Mei.
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces uit Duitschland, Oostemrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
KüDOLF MOSSK te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel ia 35 Ffenuig.
BERICHT.
Dm abonnés wordt beleefd verzocht bij
Terhnizing niet alleen het nieuwe, maar ook
het onde adres, op te geren. '' '
9e Administratie.
?MUMmMMUMMtnMMlnlIlHMIMmMIIIMmilllllllimilMIMtMIIIIIIIIIIIMH*
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Ver
eeniging tot bestrijding tier tuberculose te
Amsierdam. De Administratieve Recht
spraak, I, door mr. A. Tak. Perma
nente tentoonstelling van leermiddelen door
Vrouvrke. FEUILLETON: Een handvol
goud, II, door Gustay Frenssen. KUNST
EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad,
door Ant. Averkamp. P. Albers, S. J.
Geschiedenis van herstel der Hiërarchie in
de Nederlanden, door A. Klaver. De be
roepskeuze in verband met de lichaams
gesteldheid door prof. dr. .VI. Hahn, beoordeeld
door G. A. Ootrnar. INGEZONDEN.
Nederland en de Berner Konventie, door J. B.
Schepers e. a. -- VOOK DAMES : Die
Individualitat des Kindes" door Fr. Kruyt
Hogerzeil. Allerlei door Caprice. UIT DE
NATUUR, door E. Heimane. Schiller,
(met portret), door F. v. Eeden. Frans v.
Defregger (met portret), naar Max Lüty.
Over Batikken, door R. W. P. de Vries Jr.
Het ontwerpen van ornament op systeem en
naar natuurvormen, door W. Bogtman, be
oordeeld door J. H. d. G. SCHETSJES:
Een Dynastie, naar Paul Clesio.
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK,
door D. Stigter. DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVEKTENTIEN.
Yereeniging tot bestrijding der
tuberculose te Amsterdam.
Zooals men zich zal herinneren werd
bovengenoemde Vereeniging in December
van het vorige jaar hier ter stede opgericht.
Ssdert heeft het bestuur getracht de noodige
gelden bijeen te brengen en is daarin, dank
zij eene Kijkssubsidie, dB contributies van
de toegetreden leden en donateurs en eenige
grootere giften, in zooverre geslaagd, dat
de vereeniging hare werkzaamheden, hoe
wel voorloopig op bescheiden schaal, kon
beginnen.
Als eerste middel on haar doel te be
reiken, zal zij een consultatiebureau voor
tuberculoselijders openen, zooals dat reeds
in navolging van de Fransche dispensaires,
in eenige steden van ons land is geschied.
Het doel van dit bureau is, de uitbreiding
der tuberculose tegen te gaan, door den
lijders de maatregelen te loeren kennen,
die de besmetting van hun gezin en om
geving kunnen verhinderen en hen door
passende ondersteuning in staat te stellen
die maatregelen ten uitvoer te brengen. De
behandeling van den patiënt zal dus door
middel van het bureau niet plaats vinden,
maar zal aan den behandelenden arts wor
den overgelaten. Het bureau zal alleen er
naar streven, de lijders onder de hygiëni
sche voorschriften te plaatsen, die in het
belang van henzelf en van hun gezin nood
zakelijk zijn.
Tot dat doel zal eenige dagen van de
week in het Consultatiebureau door medici
zitting gehouden worden tot het inschrijven
en onderzoeken van de patiënten, die zich
aanmelden. Door huisbezoeksters, die zich
daartoe welwillend beschikbaar hebben ge
steld wordt dan de patiënt in zijne woning
bezocht en een rapport uitgebracht omtrent
alle gegevens, die bekend moeten zijn om
hem.cn zijn gezin in zoo gunstig mogelijke
condities te kunnen brengen en zoodoende
de uitbreiding van de ziekten bij zijne
huisgenooten tegen te gaan. Uit dit rapport
zal dan in verband met het stadium van
de ziekte, waarin de lijder verkeert, door
het bureau worden uitgemaakt, wat in
eikgeval te doen valt. De lijders, die in aan
merking komen voor behandeling in 'een
Sanatorium zullen; voor zoover dit mogelijk
zal zijn, geholpen worden om een plaats
te verkrijgen. Bij de daartoe niet Beschikten
zullen in elk gezin weer andere maatregelen
worden getroffen. Ten eerste zal de patiënt
zich steeds onder controle van het bureau
bevinden, zoodat de huisbezoekster hem
geregeld komt bezoeken en ervoor waakt,
dat de gegeven hygiënische voorschriften
worden uitgevoerd, vervolgens zullen
sputumflacons in gebruik worden gegeven,
waarin de patiënt, op voor zijne omgeving
onschadelijke wijze zijn sputum kan op
geven, zullen den lijders zoo mogelijk ver
sterkende middelen worden verschaft, zal
hier een bed moeten gegeven worden om
den lijder in staat te stellen afzonderlijk
te slapen, ginds eene wekelijksulie toelage
om hem een voldoende woning te ver
schaften, enz.
Groot gewicht zal ook gehecht worden
aan het opsporen van de beginnende gevallen
van tuberculose en van de kinderen, die
eene voorbeschiktheid om tuberculeus te
worden, bezitten. Zooveel mogelijk zal ge
tracht worden die kinderen eenige maanden
naar buiten, liefst naar een zeebadplaats te
zenden om zoodoende hun weerstandsver
mogen tegen de ziekte te verhoogen en hen
te redden van het lot, later een
tuberculosclijder te worden.
Dat voor een zoo uitgebreid programma,
wil het goede resultaten opleveren, veel geld
noodig is, spreekt van zelf. De vereeniging
vertrouwt, dat velen zullen willen mede
werken om het groote doel, dat zij beoogt,
de bestrijding van de meest voorkomende
aller ziekten, te steunen. Alleen dan zal van
hare bemoeiingen resultaat te verwachten
zijn. Gaarne voegen wij dan ook hieraan toe,
dat zij, die de vereenigingen willen steunen,
zich als lid tegen eene contributie van min
stens ? 1. of als donateur tegen eene con
tributie van ? 5. jaarlijks, kunnen opgeven
bij den Penningmeester, den heer J. Kd.
Stumpff, arts. Kloveniersburgwal 92. Ten
slotte zij nog gemeld, dat het bureau geves
tigd is: Vijzelgracht , en dat de zittingen
gehouden zullen worden op Dinsdag. Don
derdag en Zaterdag des namiddags tusschen
4 en 5 uur.
De Administratieve Eechtspraak.
i.
Als voorwaarde voor de aanvaarding der
justitieportefeuille stelde de tegenwoordige
minister uitdrukkelijk, dat eene regeling
der administratieya rechtspraak, door hem
zou worden ingediend.
Inderdaad kon moeielijk anders worden
verwacht. Wij, alumni der Leidsche alma
mater, we wisten, dat het zijn lievelings
denkbeeld was, aan ons land een admini
stratieven rechter te geven en we verwon
derden ons dan ook geenszins, dat hij van
mogelijke verwezenlijking daarvan, zijn op
treden afhankelijk maakte.
Niet weinig hiertoe heeft ook zeker de
persoon van onzen onvergetelijken Buys
bijgedragen, voor wien de regeling dezer
materie als het ware eene levenstaak scheen
en die zijne leerlingen op zoo uitnemende
wijze van zijne denkbeelden wist te door
dringen. Hoe jammer, dat de betreurde
hoogleeraar dit oogenblik niet heeft mogen
beleven; dat hij niet hooft mogen zien, hoe
een zijner beste leerlingen zijn testament
gaat uitvoeren en zich aangordt, om do
wetenschappelijke erfenis te verdedigen
tegen aanvallen van buiten. En tegelijk,
hoe aangrijpend, waar het hoofd der justitie,
in den aanhef van de Memorie van Toelich
ting der ontwerpen, eene stille, maar welspre
kende bloemenhulde brengt aan den ver
scheiden leermeester en hem de eer laat
het vraagstuk der administratieve recht
spraak in ons land aan de orde te hebben
gesteld en daarop zijn invloed te hebben
doen gelden.
De taak van den minister was eene hoogst
moeielijke. Vooreerst had hij rekening te
honden met het bekende Verslag der [Staats
commissie van 15 Mei 1891-, dan met het
ontwerp Uöell-Oppenheim en eindelijk met
de talrijke geschriften omtrent administra
tief recht, die in den loop dor jaren zijn
verschenen en waarin telkens van standpunt
werd gewisseld.
Daarnaast gunden ons de naburige wet
gevingen een kijkje op verkregen ervaring
en praktijk, waarmede de Nederlandsche
wetgever zijn voordeel doen kon.
Het ontwerp kiest echter geen partij, liet
beweegt zich langs geheel nieuwe banen
en hierin schuilt juist de groote verdienste.
Het is frisch en oorspronkelijk ; star con
servatisme en juridisch gepeuter keert het
den rug toe en liet vindt een uitweg langs de
meest praktische zijde. Ervaring en praktijk,
in andere landen opgedaan, worden benut,
voor zoover zij dienen kunnen, maar over
boord geworpen, indien zij een rem zouden
zijn voor de vrije en zelfstandige ontwikke
ling van een goed administratief recht.
Bij de behandeling der stof moeten zich
voornamelijk twee vragen van zuiver
principiëelen aard hebben voorgedaan, die op- j
lossing vereisehten, alvorens in onderdeelen
kon worden afgedaald. Beide werden reeds
herhaaldelijk gesteld en vormen als het
ware het probleem der administratieve
rechtspraak in teekening en uitwerking.
Met de beantwoording der eerst«', die eigen
lijk hierop neerkomt, of er wel van admi
nistratief recht in engeven zin sprake ziju
kan, staat of valt het gebouw dier recht
spraak als zoodanig, terwijl, bij bevestigende
beantwoording, zich dadelijk de noodzake
lijkheid opdringt, om de gewensehte rege
ling in hoofdlijnen aan te geven.
/ij, die het bestaan van het gesol etste
recht in engcren zin ontkennen, geven
altoos gaarne deze voorstelling, dat de
wetgever aan de uitvoerende macht eene
reeks van voorschriften geeft, omtrent de
wijze, waarop zij hare taak behoort te ver
vullen. Die voorschriften nu zouden door
de administratie naar haar beste weten
worden toegepast en zóó zou dus reeds
interventie zijn uitgesloten. Zij onderschei
den derhalve scherp tusschen privaat- en
strafrecht eenerzijds en publiekrecht ander
zijds en beweren dat, terwijl de beide eerste
bindend recht scheppen, het laatste geen !
rechtsband zou aanleggen, en slechts naar
het beste weten van het bevoegd orgaan
en zonder verdere controle kan worden
toegepast.
Zou dit waar zijn, dan is er dus voor
administratief recht in engeren zin en voor
administratieve rechtspraak als zoodanig,
geen plaats.
Gelukkig echter is die uitspraak als ge
heel onjuist, want ofschoon moet worden
toegegeven, dat het publiek recht aan
zijne organen zekere vrijheid van beweging
schenkt, dan is daarmede nog geenszins aan
getoond, dat administratief recht geen bin
dend recht is en dus geen voorwerp van
rechtspraak zijn kan.
Maar bovendien, wat wordt er van die
theorie, indien zij getoetst wordt aan onze
Algemeene Bepalingen voorde wetgeving?
In bijna ieder artikel wordt gesproken
over de verbindbaarheid van wetten en ver
ordeningen, zonder dat onderscheid wordt
gemaakt met betrekking tot administratieve
organen. Neen, juist hierin ligt het karak
teristieke van een goed administratief recht,
dat zijne organen aanhooren, of zij handel
den/zooals het recht, waarop zij steunden,
hen gebood, of dat zij stil zaten, waar han
delen plicht was.
Trouwens de praktijk heeft feitelijk reeds
lang met deze theorie gebroken en ze ter
zijde gesteld. Zoo kennen we de geschillen
van bestuur, waaromtrent de llaad van State
adviseert en de door dat College behandelde
gevallen leveren ons even zoovele voor
beelden van administratief recht in
engereu zin.
Grootere moeielijkheden baart evenwel
de tweede vraag, die de grenskwestie stelde.
De Duitsche wetgever, die van oordeel
was, dsit het veiliger is de taak van den
administratieven rechter te omlijnen, treedt
in nauwkeurige bizonderheden en somt de
gevallen op, waarin 's rechters
tussehenkomst kan worden ingeroepen. Ook hier te
lande zijn soortgelijke neigingen niet vreemd
en als voordeel daarvan doet men gaarne
klinken, dat wetsduiding den rechtzoekende
een houvast biedt, waar hij anders een
stroohalm heeft, terwijl de taak van den
rechter er door wordt verlicht en veraan
genaamd.
Beide argumenten zijn echter al bitter
weinig steekhoudend. Onze Nederlandsohe
rechter heeft geen behoefte aan knel
lende banden, om op lofwaardige wijze
zijne taak te vervullen. Integendeel, juist
de groote vrijheid van beweging, die hem
in do laatste jaren geschonken is, heeft bij
leeren waardeeren en liefhebben. Zie slechts
op onze strafwetgeving! Indien ooit, dan
heeft zeker wel de wetgever van 'b(j den
rechter vrij spel gelaten. Begrippen als:
opzet", grove schuld", schuld", ambte
naar", zwaar lichamelijk letsel", gemeen
gevaar" om slechts van andere te zwij
gen vormen schering en inslag en den
judex faeti wordt de nobele taak opgelegd
die begrippen in de praktijk te ontvouwen
en ze aan te passen aan de aan zijn oordeel
onderworpen gevallen. En de wijze, waarop
de rechter gedurende bijna twintig jaren
gearbeid heeft en waardoor hij aan de
rechtzoekenden vaste normen heeft geschon
ken, waarnaar zij hun doen en laten kun
nen regelen, geeft een kaakslag aan hen,
die hem wederom in het keurslijf van be
krompen wetsbepalingen willen rijgen.
Ook op een ander ernstig gevaar zij ge
wezen. Indien men den rechter te veel
bindt, vervalt men zoo licht in de vergefe
lijke fout, dat men verzuimt te regelen
wat noodig was en omgekeerd, terwijl men
tevens den rechter de gelegenheid afsnijdt,
om onderdeelen te onderzoeken, omdat dit
krachtons wetsduiding aan het terrein zijner
onderzoekingen onttrokken is. Formeele
waarheid dus, waar do aard van het recht
uitdrukkelijk raateriëcle waarheid eisclit.
In geen dezer fouten is de ontwerper
vervallen. Dat hij administratief' recht be
staan baar acht en tot voorwerp van recht
spraak decreteert, toont als van zelf zijn
voorstel aan, doch de wijze, waarop hij dit
doet, getuigt van een hecht vertrouwen op
den rechter, dat deze niet zul beschamen.
Als beginsel erkent hij een beroep op den
rechter wegens schennis van publiek recht
door publiekrechtelijke organen, behoudens
enkele uitzonderingen. Die uitzonderingen
worden op hunne beurt gerechtvaardigd,
hetzij door den aard van het publiek recht,
hetzij door de hoedanigheid der organen.
En als van zelf zijn hiervoor in logische
volgorde aangewezen de wetten en de wette
lijke voorschriften eenerzijds, omdat zij als
het ware het administratief recht doen ge
boren worden, en anderzijds de rechtspre
kende organen in den ruimston zin, alsmede
die organen, zooals notarissen, deurwaar
ders en ambtenaren aan den burgerlijken
stand, waaromtrent in speciale wetten rege
lingen getroffen zijn.
JI iermede zijn echter de grenzen nog niet
geheel afgebakend. Het behing immers van
een vorderingsrecht hangt uitsluitend af' van
het rechtsgevolg, hetwelk een handelen of
niet handelen kan hebben, zoodat, waar
geen rechtsgevolg aanwezig is, ook geen
actie kau worden toegekund. In aansluiting
daaraan geeft het ontwerp een vorderings
recht in zake:
lo. besluiten met publiekrechtelijk rechts
gevolg, voor zoover zij niet zijn wetten of
wettelijke voorschriften:
2o. handelingen of materieele daden der
overheid:
I5o. weigering in het nemen van besluiten
of het verrichten van handelingen.
liet systeem van den ontwerper lijkt ons
onverbeterlijk. Het terrein der administra
tieve rechtspraak bakent hij breed af en
overal geven palen, door prikkeldraad ver
bonden, de grenzen aan. Maar binnen de
omheining laat hij alles aan den rechter
over en stelt hij het volste vertrouwen in
diens geestelijke en sociale ontwikkeling.
(Slot volgt). Mr. A. TAK.
Permanente Tentoonstelling
van ... leermiddelen.
Een nieuw denkbeeld is 't inderdaad, naar
mij gebleken is, op de door mij op Donderdag
27 April bijgewoonde vergadering.
Het is de heer van Paasschen, directeur
van 't Haagsehe Dagblad De Arondpost wien
de eer toekomt, van het denkbeeld geopperd
te hebben, om op te richten een Muitum ten
bate van het onderwijs. Niet dus een, wat dient,
om een overzicht te geven van hetgeen aan
echoolarchitecteur, aan schoolhygiène etc. in
onze dagen wenschelijk wordt geacht. Zulk
een, toch is reeds te Amsterdam aanwezig en
daartoe is ook in Rotterdam indertijd een
poging tot oprichting gedaan. Wat nu beoogd
wordt, is: het bei'O'deren van aanschouwelijk
onderwijs op meest-direde wijze. Dat het denk
beeld dadelijk de harten gewonnen heeft van
degelijke onderwijzers, bewijst 't feit, dat
daarvoor onmidddellijk belangstelling werd
getoond door mannen als J. Ligthart en
Akkerman, beide onderwijzers aan Haagsche
volkgcholen. Maar ook mannen, niet zóó
onmiddellijk werkenden in school-milieu,
hebben dadelijk hun sympathie betuigt met
liet denkbeeld, wetend, hoe de openbare
scholen hier allen aan chronisch geldgebrek
lijden en zij dus niet 't tiende van die leer
middelen, vooral op gebied van aanschou
welijk onderricht (platen-series enz.) kun
nen aanschaften, die toch zoo zeer wenschelijk
zijn. Uocli niet alleen voor de lagere school,
ook voor de ambachtschool, voor de scholen
v. m. u. 1. o., ja, zelfs voor de H. B. S. zal
zulk een museum, wordt het dut, wat de nu
gevormde commissie zich voorstelt, van groot
nut zijn. En 't denkbeeld werd geopperd
iluor den heer Zegers de Beijl en óók
voor udié' zal dat museum, d. w. z. zal de
commissie van beheer, in zake onderwijs
aldaar, veel goed kunnen stichten. Zal men
toch, door ondervinding steeds wijzer wor
dend, al wat daar, omtrent producten uit 't
moederland nooit in natura op de school
geiien wordt, nu in systematische orde daar
heen kunnen doen gaan, terwijl anderzijds
het museum verrijkt kan worden met al wat
de Holland.-che leerling omtrent Insuünde's
producten en industrie nu maar van hooreii
zeggen" weet.
En, nadat zich aldus een commissie ge
vormd had, is op 't eigen oogenblik, als tast
baar bewijs van sympathie door iemand die
onbekend wenscbt te blijven" ?1000 in han
den gesteld van de heeren, die hun taak zoo
flink hebben opgenomen. Maar. . . wat is
de .e op zich zelve groote gift, voor het
beoogde doel'.' Niets kan met eenig nut gedaan
worden, zoolang men niet weet, wdar onder
te brengen de nu reeds ingekomen zaken,
van 't hoogste nul voor den leerling van
volkschool en voor die v. m. u. 1. o.
Hoe men dit alles reeds ontving 't 1°. De
commissie heeft circulaires verspreid onder
voorname Hollandsche fabrikanten., en zoo
doende is zij reeds in 't bezit gekomen van
keurige vitrines, die de wording van ver
schillende producten van a?z behoorlijk
gerangschikt, aantooaen. Vele industrieeleii
hebben op royale wijze hun belangstelling
door zulke inzendingen getoond ; 2°. heeft
men voor 't tot heden ingekomen bedrag van
? 1005 uit Duitschland eenige in papier-mach
op veel-vergroote schaal nagebootste natuur
processen doen komen, zoo : de ontwikkeling
van de geplante boon tot plant, enz. enz.
Ook groote glazen-kasten is men, dank de
directie der Delftsche gist en spiritusfabriek,
reeds rijk en die zullen door haar gevuld
worden, zooiira, .. zoodra de commissie
berging daarvoor zal hebben. Ook de ver
schillende soorten werkhout, de geschiedenis
van de pen zag ik er aanschouwelijk voorge
steld. Maar... schoon er vél, vél meer
aanwezig was, niets neg dan 't embryo is't,
wat bereikt nu is. Een museum met juist inge
richte lokaliteiten, met zalen tor verstrekking
van onderricht waarheen klassen met hun
onderwijzers kunnen komen, met deskundige
conservators, met niét te vergeten
beknopte maar zakelijke en góéd-onderrich
tende ?/.. g. n. labels" aan elk voorwerp, op
de wijze, zooals dat, b. v. in Berlijn in het
Landwitscbaftliche museum, in London in
't Kensington-museum zoo voorbeeldig is
ingericht. Dat toch drijft den leerling tot
zelf-studie, tot onderzoek en zeker niet ten
onrechte werd op genoemde vergadering,
zoowel door den heer V. W. Akkerman, als
door den geoloog Dr H. van Capellen, docent
11. IJ. .S., beiden commissieleden, die op onder
vinding gebaseerde stelling verkond, dat een
aanzienlijk percentage van onverschillige
leerlingen, door direct-aanschouwelijk onder
richt in warme belangstellenden veranderen.
Ook hier is't: <irau ist alle theorie," en zou
men hier, met 'n variatie op een ander gevleu
geld woord van den grooten Duitscher, kunnen
zeggen : Xur voti dc-m was gesehn wird, bringt
man niit noch Haus.
Wat ik ten slotte uit plaatsgebrek móet
ik koit zijn ? wat ik ten slotte nog wil
mededeelt'ii uit deze hoogst belangrijke ver
gadering is, dat de heer Mouten, wethouder
van onderwijs van 's Hage, na ingewonnen
informatie, tot heden tot geen andere con,
clusie is kunnen komen, dan dat een Mu-eum,
als duur deze commissie bedoeld, in Europa
nog niet aanwezig is. De heer v. d. Kemp
lid van de Haagsche gemeenteraad, tevens
President van de Commissie: Museum ten
bate van het onderwijs', verzekerde dat 't
hem in Brussel niet, dan na ontzaggelijk
veel moeite gelukt is, toegelaten te woiden,
tot een vertrek, wat den bovengenoemden
naam droeg en ... hern bij aanschouwing
gebleken was, dat men gelijk had gehad, iets
dergelijks liefst niet te toonen. Dus . . . zou
Holland behalve een vredesburcht, ook een
paleis voor algemeene,
practisch-intellectueele ontwikkeling der jeugd als unicum
kunnen aanwijzen . . . zoo . . . zoo eenige
Carnegies in miniatuur daartoe willen
meehelpen, want met goeden wil en capa
citeit alleen, wordt ook hier gén resultaat
bereikt; er moet een andere factor bijkomen.
VKOUWKE.
Mnzlei in de
Niet zonder aarzeling durf ik het vo'gende
onder deze rubriek te schrijven. Mfe!4
Hetgeen mej. Jeanne van Oldenbarnevelt
in haar voordracht van l Mei heeft behan
deld, staat wel in verband met muziek,
speciaal met het onderwijs in den zang, doch
op zich zelf was het in geenen deele een muzi
kale uiting.
Hot prospectus dat de bezoekers ontvangen
hadden, vermeldde, dat de geachte spreekster
uit Berlijn, leerares is in den zang, in het
hygiënisch spreken en de ademgymnastiek;
dat zij zich bezig houdt met speciale behan
deling van abnormale stemmen, bronchiale
en katarrhale aandoeningen van het strotten
hoofd en de longen en van aathrna.
Uit hetgeen mej. van Oldenbarnevelt aan
voerde ten opzichte van genezingen, die zij
met Lare behandeling heeft tot stand ge
bracht, zou men den wensen willen koesteren,
dat toch vooral veel medici in de zaal mochten
aanwezig gewfest zijn. Een voordracht uit
sluitend voor geneesheeren, b. v. in den
Geneeskundigen kring" en dan minder in
populairen dan wetenschappelijken trant, zou
de spreekster een heel eind nader bij haar
doel brengen.
Mej. van Oldenbarnevelt baseert haar
methode op het adernsysteeiri dat haar na
grondige studie van alle systemen, als htt
best, het heilzaamst en het doelmatigst is
voorgekomen.
Reeds voor geruimen tijd, eenige jaren nadat
de Frausche regeering de commissie had bijeen
geroepen waarvan ook mej. v. O. gewag
heeft gemaakt «n die in opdracht had te
onderzoeken, -waaraan het toenmalig verval
der zangkunst in Frankrijk moest worden
toegeschreven, is reeds door mevrouw
Ciccolini gewezen, op het nut der diepe inademing.
Ook mevrouw Ciccoliui heeft verschillenden
artsen belang weten in te boezemen voor
de resultaten harer waarnemingen; ook zij
heeft genezingen tot stand gebracht door
toepassing van haar ademsysteem. Zij heeft
brochures geschreven in het Nedenandsch
en in andere talen, welke zelfs geciteerd
werden iri werken van buitenlandsc.'Te schrij
vers en indien ik mij niet vergis, heeft zij ook
te Parijs voordrachten gehouden om haar
systeem te propageeren.
Nu wijkt de ademhalingswijze van mevrouw
Ciccolini af van die van mejuffrouw Jeanne
v. Oldenbarnevelt. Maar men moet niet ver
geten dat het hier geldt een open vraag, dat
hierover de akten noi niet zijn gesloten, zooals
men in Duitschland nou zeggen en dat mej.
v. O. zelfs heeft verklaard dat een harer
kunstzusteren, voormalig stadgenoote van ons, haar
eertijds met klem verdedigde methode in haren
geest (dien van mej. v. O.) heeft gewijzigd.
Het is reeds veel gewonnen, dat steeds en
overal de aandacht wordt gevestigd op het
groote belang van een diepe inademing : mej.
v. O. heeft gezegd : dat zij niet wil beweren
alleen de absolute waarheid te bezitten ; zij
wil dus gaarne ruimte en plaats laten voor
andere methodes. Zeer juist, mits deze natuur
lijk niet strijdig zijn met de fondamenteele
wetten der natuur.
De wijze waarop mej. v. O. haar methode
van in- en uitademing heeft gedemonstreerd
verdient den grootsten lof. Overtuigend heeft
zij bewezen, dat haar methode, mits goed
toegepast, ook goed moet werken. Het was
wel niet alles nieuw wat zij ons mededeelde,
maar het schaadt volstrekt niet als een oude
waarheid herhaald en dikwijls herhaald wordt.
Niut nieuw, maar zeer juist is het beweren
van mej. v. O., dat oude adem, vóór het
inademingsproces moet worden verwijderd.
Zeer doeltreffend zijn de verschillende vor
men waarin mej. v. O. di- in- en uitademing
in toepassing brengt en zooals ik reeds zeide"
buitengewoon overtuigend was de wijze,waarop
zij dit alles demonstreerde. Nieuw scheen mij
toe de ademing bij het overhellen van bet
lichaam naar n zijde, ten einde de functiën
van een zwakkere long boven de andere te
vergrooten. Het deed mij genoegen, dat mej.
v. (). zoo herhaaldelijk wees op het werkje
van Leo Koffer die Kunst des Atmens".
Dat is inderdaad een voortreffelijk boekske,
dat ik gaarne in veler handen wensen.
In het tweede deel harer voordracht be
handelde de spreekster de hygiëne der stem
en het zingen. Daarover kan ik kort zijn;
men bevindt zich hier rneer op bekend terreir.