Historisch Archief 1877-1940
No. 1454
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
AROMA
O Hl t 6 K TH l Q 6 Dl i « e e n e«nfg bep r oefd middel
om gerechten, groenten, vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen aangenamen
geur en smaak te geven. Ken kleine hoeveelheid is voldoende.
Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en comestibleshandelaren.
llftfifll's onderscheidingen: 5 groote Prijzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORN, Amsterdam.
iittittiiiiimmtiiittiiiiititimiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiMim
de dingen zien moet het kind ze zien. Men
geeft het kind geen tjjd tot rustige ontwik
keling. Hoe dikwijls ziet men niet op straat
of buiten een kind vol aandacht kijken naar
wat hem boeit, hij geeft zich er geheel in,
een wereld gaat voor hem open, nieuwe
schatten, nieuwe wonderen.
Maar een moeder of kinderjuffrouw, die het
tiiiiiitMiiiiiiiitiiriiiii
Modes: oiletien van Paquin. Mantels. ?
Een onschuldig baleintje ! Parasols.
Peignoirs. Borduren.
Wat van zomertoiletten bij Paquin wordt
vertoont, is yl n wazig als wegnevelende
npirterrwolkjes. De aanblik der nieuwste
creaties" doet ondanks deze bibber-lente,
Hopeja op ee,n warmen, koesterenden zomer.
Moge het ZQQ zyn! Dan komt de prachtige
robe, j na onder meer zomerverrassingen in
Pa'quin'e ateliers tentoongesteld tot haar recht.
De zeer wijde rok van wit soupel voile, is in
den ceintuurband gebisseerd, onder aan den
omvangrijken rok slingert zich een kanten
rucfae, hier en daar onderbroken door een
s^tiroen/Btrik, of een pli religieuse".
Het corsage van zijden stof-moiréen satjjn
is overdekt door een kanten fichu, die met
scherpen punt tot halverwege den rug afdaalt,
losjes zich slingert over de schouders, over
de buste kruist en waarva.n de uiteinden
schuilgaan in da puntige ceintuur vau satijn.
De ceintuur is hoog en sluit achterwaarts.
Kleine revers van vieux rose zjjn een beel
dige omlijsting voor de garneering van
kantgewirrel om den hals. De aanhechting der
half-lange voile mouwen is door
kantgarneering-motief van den rok, gemaskeerd.
Het havanna-kleurig in zy den stof vervaar
digd tailleur-costuum be vestigt Paquin's roem
aangaande zyn onvolprezen coupe en soberen
smaak. Overlading, boeligheid en grotesken
opsmuk weet hij uit zjjn ateliers te bannen.
Ook van het havanna toilet' is de rok zeer
w\jd, en hjkt nog wijder door een aangezetten
volant. Bondom de heupen en achterwaarts
valt de rok in korte plooien. Een
passementerie-garneering geheel in dezelfde tint van
het materiaal van het toilet, loopt langs den
volant. Het jaquet prachtig van snit, opent
over een vest geheel en al heerenmodel
van dof rose laken voorzien met zijden bor
duursel en kostbare knoopen.
Lange paletots met losse of aangezette
basken, de directoire-paletot thans zonder
revers, en de empire-mantel zijn mede voor
het zomerseizoen bestemd. Deze mantels van
zeer fijn laken znn gevoerd met kleurige en
fleurige zijde en versierd met kant,
bouillonnés van zijde, smaakvol borduursel, ge
knoopte zjjden franje, gouden biesjes, zeld
zame knoopen, enz. Er is van alles Men heeft
slechts een gelukkige keuze te doen, wat door
de groote diversiteit niet zoo heel gemak
kelijk is.
Als La Fontaine's luchtkasteelen bouwende
Perrette zullen wij zijn légere et court-vètue."
De wandelrok mag den grond niet raken. Des
te beter. Modder en stof kunnen ons dan niet
hinderen. Ook als Perrette kunnen wij er it
grands pas, doorheen. De korte rok is uit
sluitend om te wandelen. De rokken van
bezoek- en avondtoiletten zijn wijd en lang.
Schelle kleuren zijn tijdelijk in den ban.
Zachte, teere tinten zijn een streeling voor
het oog. De kant-rage neemt steeds toe.
Of ik het al verzwijg, het baat niets, want,
gij zult het tóch zelf ontdekken, al houden
zij zich nog bescheiden verborgen, veer of
balein, geschoven door den onderrok! Sierlijk
verstopt onder bouillonnévan
mousseline-desoi of ruche van gefronst lint, moeten veer
of balein in de zomer-bovenrokken dienen
om de wijdte der japonrokken elegant te doen
uitkomen. Dat lieve veertje, dat onschuldige
baleintje l nu behoeven de onderrokken
minder wijd, dus minder zwaar te zijn.
Wel zeker ! met een allerliefste bedoeling
dringen zij door en bereiden den weg voor
het zoo lang reeds dreigend monster: de
crinoline!
Bij den hoepelrok past de leelijke, witte
kous, die genade vindt in de oogen van haar,
die in den zomertijd gaarne witte, of zér
licht-getinte schoentjes en laarzen dragen.
Bij al het ouderwetsche dat opduikt behoort
het keurige, mordoréschoentje. Dat kleurt
zoo bizonder goed bij luchtige, soupele, zijde
achtige zomerweefsels.
De lange handschoen is ook weer mode
geworden, door het wijken der lange, over
de liand vallende mouw, voor de half-lange
voor iets anders al weer veel
te druk heeft, trekt het kind
zeer tegen zijn zin mee, zoo
doende sluitende wat voor hem
nieuwe openbaring van schoon
heid had kunnen zijn. Fröbel
zegt zeer terecht, dat verge
leken bij het kind, wij oude
ren dood zijn. Wir sind todt,
was uns umgiebt, ist für uns
todt. Darum eilen wir. Uns
mangelt die Anwhauunf/ den
innern Lebens, der Inhalt.
Elk punt bespreken, wat
Ellen Key behandeld heeft,
zou te ver voeren. En zooals
gezegd, wat ze gaf, vindt men
uitvoerig en duidelijk terug
in de Eeuw van het Kind."
Maar Ellen Key is nu bij ons
geweest en heeft ons persoon
lijk gezegd, wat het wezenlijk
beteekent ouder en opvoeder
te zyn. En nog meer dan haar
woorden deed deze zachte
vrouw, haar rustig optreden
en bewuste zekerheid ons ge
voelen, wat het beteekent een
persoonlijkheid, een individu
te zijn. Een wel zeldzaam ver
schijnsel in onzen tijd en dat
misschien nog zeldzamer zal
worden, nu alles voor de ouders
op het punt van opvoeding
van buiten af pasklaar wordt
gemaakt voor de jeugd, op
driejarigen leeftijd opent de
fröbelschool haar deuren, op
driejarigen leeftijd al wordt
vrije ontwikkeling van de
individualiteit) der kinderen beperkt door
het mee moeten, allen samen naar een
vast systeem, 't Is wel gemakkelijk voor de
moeder i's morgens de kleine kleuters er heen
te zenden, maar of het nu het allerbeste is,
dat ze voor ze doen kan, juist ten opzichte
van de Individualiteit des Kindes"?
u. KRUYT?HOGKRZEII,.
mouw die den onderarm slechts dekt met
doorschijnende, gaasachtige weefsels of kant.
Wit of geel, ook de verbinding van wit en
geel zijn de tinten voor avondtoiletten. De
gebeele gamma van geel te beginnen met
roomkleurig is modieus : room, ivoor, cham
pagne, stroo, zwavel, mimosa.
Voile, tamine, tulle, pongée, mousseline
de soie in wit en geel zijn versierd met
Arabische, Venetiaansche, Spaansche of
lersche kan| en gouddraad, wat leven en warmte
aan de oude kaat geeft.
Hoewel het dezen winter koud was aan de
Riviera, heeft Nice toch haar modetje gelan
ceerd van zonneschermen van lersche kant.
Zér kostbaar. Om zoo iets te dragen moet
men goud in zijn beurs hebben. Vél goud.
Parijs heeft de kanten-zonnescherm-mode
overgenomen. Parasols in licht getinte zijde
met plumetis borduursel, worden ook door
Madame Mode aanvaard.
De peignoir tijdelijk <ioor de tea-^own ver
drongen, doet weer zijn rentree.
Empiremodel, platte accordéonplooien, wyde vleugel
mouwen en ongeloofelijk veel kant- en
lintgarneering. Geen ochtendgewaad voor een
nijvere, Hollandsche huisvrouw, die 's mor
gens met vluggen voet de zoldertrap beklimt
en met spie lend oog rondwaart in kelder
en provisiekamer. Beeldig, die empire-pei
gnoirs voor tooneelspeelsters, wanneer zij rollen
vertolken van beproefde of zieke vrouw,
van huisvrouw bij de intimiteit van haar
huiselijken haard. Ook \roor de grande dame,
om 's morgens in de serre haar planten en
bloemen te bewonderen. Niet te verzorgen,
dat doet haar tuinman en dat zou zij ook
niet kunnen, gekleed in haar pronkerige
peignoir met linten, kanten en onpraktische
mouwen. Als zij uitgekeken is aan haar
bloemen kan zij in de modieuse empire pei
gnoir Fransche liedekens kweelen, piano-spe
len, of, in weeke plooi- en lijngolving op een
chaise longue neergezegen, een romannetje
lezen tot zij de peignoir verwisselt met ama
zone, fiets of tennis-costuum.
Het plumetis-borduursel dat niet van zoo
heel ouden oorsprong is, het dateert uit de
XVIIIe eeuw; dat ons nooit geheel heeft
verlaten, want, steeds varsierde het lijf- en
huishuidlinnen, zal dezen zomer gelijken tred
houden met de heerschende kant-manie.
Kindergoed, blouses, japonnen, mantels,
zonneschermen alles is versierd met boven
genoemd borduursel. Wij kunnen de
borduurnaald dus weer ter hand nemen en lange
reepen borduren om te gebruiken als
garneersel voor de zomerjaponnen. Zoo fijntjes
en onberispelijk als grootmoeder met onuit
puttelijk geduld en nimmer verflauwde op
gewektheid kinderjurkjes en chemisettes bor
duurde, behoeven wij het voor de eischen
der bedendaagsche mode niet te doen. Het
plumetis borduursel op linnen, zijde, linon
en andere soupele stollen is soms wat grof,
maar maakt toch een smaakvol effect. Dus,
dames woekeren met vrije uurtjes, om te
borduren. Borduren in letterlijken, vooral
niet in overdrachtelijken zin, dat borduren
is altijd grof, leelijk en niet nieuwerwetach!
CAPRICE.
UIT DE NATUUR.
CVI. In 't voorjaar over de Veluwe.
Wie een mooi stuk van ons landje op zijn
mooist wil zien, kan niet beter doen dan in
deze of de volgende week een voetreis of als
't mogelijk is een fietstocht te doen dwars
over de Veluwe, bij Amersfoort te beginnen
en Apeldoorn als eindpunt te kiezen, of om
gekeerd al naar de windrichting. Dat kan
best in n dag als de fiets ten dienste staat.
in anderhalven dag als de reis per pedes
apostolorum zal geschieden. De terugreis per
spoor dient om uit te rusten, als het den
volgenden dag weer vroeg werktijd voor ons is.
't Was deze week voor mij de eerste keer
dat ik per rijwiel de Veluwe overgerold ben
en dat is mij beter bevallen dan de voetreis
langs denzelfden weg, dien ik meermalen
gedaan heb. Ik dacht, dat het te snel zou
gaan, om de vele indrukken in het afwisselend
landschap op te nemen ; maar ik heb meer
gezien ook van de details en meer gehoord
lllMIIMUtllHIIMIIIIMMIMHIIIIItMM
komt het hooge hout het uitzicht voor een
poosje benemen; dan ligt opeens de heide
voor ons, grootsch en ontzaglijk stil. Ongerept
is ze hier niet; lichtgroene vakken gras of
bouwland; hier en daar een rieten dak en
hooge hooibergen en wat geboomte verbreken
Barneveld zelf is tegenwoordig een luxe-dorp
met goede hotels en flinke winkels; Jan van
iSchafl'elaar staat er voor den toren of h\j pas
gisteren naar beneden gesprongen en opeens
versteend was.
Het mooiste deel van de reis begint nu
Garderen op de Veluwe.
eekening van M. A. Koekkoek. (Uit D. L. N.~)
van de vogelwereld dan ooit te voren ; we
legden gemiddeld tien kilometer per uur af en
met dat vaartje ontging ons maar heel weinig1.
Een kwartiertje buiten Amersfoort op den
weg naar Barneveld begint het landschaper
al Veluwsch uit te zien. Wel is alles bouw
land, maar de wegzoomen zijn er heel anders
begroeid en verradejUjOveral het vroegere
bosch op heidegrpjK^fc*-*
De diepliggende^n^pllïe, breede slooten met
de bemoste kanten,ff8afliït overal varens opste
ken, wekken het idee van ruimte en reinheid;
veel meer dan in 't polderland zijn ze bezet
met bloeiende waterplanten; sommige waren,
zoover 't oog reikte, bezaaid met witte
waterranonkels. Wat kunnen die op het donkere
water een heerlijk eÊfect maken. Van de
bladeren ziet ge niets, die zijn geheel onder
gedoken en de duizenden groote witte boter
bloemen met het gele hart steken rechtop,
elk op een eigen steeltje, een handhoog boven
het water uit. Elke bloem weerspiegelt
scherp, zoodat het soms lijkt of er onder
water evenveel bloemen bloeien.
Knoestige eiken, hooge slanke berken en
jonge lage sparren vervangen de
knotwilgen; de eikenbladeren schuiven nu pas
uit de bronzen knoppen, maar de berken
zijn op hun mooist in 't voorjaarkleed; fijn
van vorm en teer van kleur hangen de jonge
bladruitjes aan de dunne gebogen twijgen of
ze er tegengewaaid zyn; de bruine lange
meeldraadkatjes bengelen in den zachten wind
en de kantfljne stamperkatjes staan rechtop,
tusschen elke twee blaadjes n. Mooier nog
zyn nu de jonge sparren, het jonge lof heeft
zijn. naalden nog aangedrukt; helder licht
groene kaarsjes lijken het op donkere
kandelabres gezet; het bovenste topje van de
scheuten draagt nog zijn geel vlienig kapje,
en als daar juist een zonnestraal op valt,
krijgt elke kaars een bleek vlammetje; prachtig
mooi van verre eii van nabij.
Bij de groote buitenplaats Stoutenburg
bet grijze bruin; en geven hier, waar de
heide nog geheel en al vlak is, een aange
name rustplek voor het oog.
We naderen het Achterveld. In plaats van
slooten, zoomen poelen en plassen den straat
weg. De ondiepe heideplasjes spiegelen de
wolken en den blauwen hemel er tusschen;
en als de oostewind even sterker blaast, rim
pelen ze en dan buigen de bloeiende zeggen
en het wolle-tjras voorover naar 't westen.
Een paar kieviten schermen over de vlakte
en vlak bij ons klinkt opeens het klagend
geroep van een wulp, die zioh fcbuil houdt
achter een jeneverbes. Voor ons op den weg
loopen vinken en heideleeuwrikken; die
dieren hebben nog heelemaal geen begrip
van de snelheid van een wielryder; tot op
een paar meter blijven ze rustig
voortwandelen en meer dan eens moesten we uitwijken
of vertragen, uit vrees van zoo'n mooi gekuifd
vogeltje te overrijden. Dat zal wel veranderen
mettertijd; want wij waren lang niet de eenige
wielrydere. Misschien ook niet: de vogels zijn
sluw genoeg om spoedig in te zien, dat een
mensen op een fiets een bijzonder ongevaar
lijk wezen is. Stellig is het, dat zij u op een
ry'wiel veel dichterbij laten komen dan te
voet; het kan wezen doordat het wiel veel
minder geluid maakt op den weg dan de
voetstap van een wandelaar. De vinken in
de boomen deden soms heel vreemd; als wij
ze onverwachte, of althans eerder dan zij ver
wacht hadden, voorbij snorden, begonnen ze
opeens luid te slaan, ik denk van schrik, maar
het kan ook wel een scheldwoord beteekenen.
In de buurt van Barneveld liggen rechts
en links lage sparren- en eikenbosschen langs
den weg, ze zijn gedraineerd door greppels
en daar zag de bodem wit en rose van
anemonen ; net als op sommige plaatsen in
Brabant ea Limburg groeien daar tusschen
Amersfoort en Barneveld overal de anemonen
nog in ontelbare menigte langs den weg;
een bewijs dat er vroeger bosechen stonden.
pas ; voorbij Voorthuizen tusschen den straat
weg en den spoorweg liggen de
zandverscuivingen; dan komt de golvende heide
in 't volle licht, met glinsterende vlekken
en grillige plassen; witte schitterende zand
heuvels steken boven de donkergroene dennen
uit, en uit de verte nadert meer en meer
Garderen met zijn torentje en molen, dat, nu
het aan de achterzijde verlicht wordt, zwart
afsteekt tegen den lichten hemel. De weg
stijgt dan voortdurend heel langzaam, zoodat
wij 't nauwelijks merken. Ver in het westen
komen zware wolken opzetten en, net als wij
om 't Uddeler meèr|heen en boven zijn, en
den rand van de Soerenbosschen hebben
bereikt, ligt Garderen in de schaduw. Daar
boven van de hoogte gezien, met de zon in den
rug, kleurde de lage vochtige heide letterlijk
blauw, mooi wazig paars-blauw zooals men
dat op onze schilderijen zoo vaak riet; wie
daarbij van overdrijving spreekt, moet eerst
maar eens daar op de Veluwe van boven op
de heide neerkijken op zoo'n zonnigen voor
jaarsdag ; zooveel warme kleuren en tinten op
den bodem en in de lucht als de werkelijk
heid daar voor oogen brengt, zou een schilder
zelfs niet kunnen weergeven.
Van den Aardmansberg de diepte in naar
Apeldoorn is voor een fietsrijder een genot;
mij ging het daar toch iets te gauw, dat
vonden ook de hertjes die ons pad kruisten,
eventjes verschrikt bleven staan en eerst weg
sprongen toen wij vlak bij hen waren.
Een korhoen, dat overstreek, heeft ons
geloof ik heelemaal niet opgemerkt, net zoo
min als wij de wilde zwijnen, die er nu binnen
het hertengaaa moeten huizen. Maar de
vogels begroeten ons bij den Tol uit alle
beuken, die net hun lenteloof begonnen te ont
plooien, en het vinken-, fitis-, merel- en
lijsterconcert begeleidde ons zonder een oogenblik
pauze, tot wij bij het Loo afstapten en de
bui afwachtten, die wij toch te vlug af waren
geweest. E. HEIMANS.
Herten in 't Soerensche bosch. Teekening van M. A. Koekkoek. (Uit D:_Jt. N.)