Historisch Archief 1877-1940
No. 1450.
DE AMSTERDAMMERWEE K B L A D VOOR NEDERLAND.
SPAARZAAM
en toch goed koken, d%t kan ieder» zuinige huisvrouw
met MAGGI'S AROMA om te kruiden
want een
MAGGI's onderscheidingen
kleine hoeveelheid van dit alom gerenommeerde en bekroonde produkt voor het opdienen bijgevoegd?is voldoende
om aan groenten,vleezen,sauzen.soepen,zwakken bouillon enz.dadelijk een verrassend krachtig«n en aangenamen smaak te geven.
Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars In flacous van f O.8O tot f &.&&.
5 groote Prijzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoo stelling Parijs.
"Haar met verkrijgbaar wende men zich tot tiet Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HÜRN, Amsterdam.
iiimniimiiiiiiii
iiiiiiiimmiiiiiiiiiMiiiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiii
twee achterpoten door touwen bevestigd aan
twee \jzeren klampjes in de muur, om 't om
vallen, niet 't wankelen te beletten en ter
voltooiing van 't geheel een wormstekig
'commodelje, waarop een ... toiletspiegel van
10 centimeter lengte bij 6 dito breedte. Deze
commoditeit", gevoegd bij twee
koffiehuisstoelen met geperforeerd-houten zittingen,
maakte de rest uit van mijn meubilair.
Ik geloof, dat weinig dienstboden in ons
gezegend Hollandje, zich tevreden behoeven
te stellen met een slaapgelegenheid, zooals
m\j die ten deel is gevallen in dat boog-adeüjke
huis, waar de kamers schier per dozijn te tel
len waren. (Slot ?volgt).
Iets over de wettelijke regeling der
loontrekkende in 't laatst van de
zestiende eeuw te Amsterdam.
Hoe men ook over den socialen toestand
der dienstboden van den tegenwoordigen tijd
moge denken, verbetering valt er onbetwist
baar te constateeren.
Dat er toen, evenals nu, over hen te klagen
viel, bewijst de inleiding van het
E X T E A C T
uyt het Register van de Willekeuren der
stad Amsterdam, geteekent met de letter P,"
luidende Also mijne Heeren van den
Geregte bevinden, dat niettegenstaende bij voiige
Willekeuren sekere straffen tegens de
ongeregeltheydt der Dienstboden en derselver
Besteedsters, Voorloopsters, en anderen zijn
gestelt, egter de Heeren, Meesters en Vrouwen,
dagelijks door de Dienstboden sodanig
geplaagt, en in haar Huys- gesinnen ontrust
worden, dat bij aldien daar in niet nader
wierde voorsien de Baldadigheydt, Ontrouw,
Ongehoorsaamheydt, Kleynagting en
Vermetelheydt der voornoemde Dienstboden in
't korte geheel onverdragelijk soude worden,
tot voorkominge vau welke Ongeregeltheyt,
hebben mijne voornoemde Heeren, als nog
sig houdende bij hare vorige Ordonnantien
des wegen uitgegegaan, voor so veel die met
deze niet en komen te strijden, deselve ver
groot, geordonneert en gewillekeurt, gelijk
haar Ed. Agtb. Ordonneeren en Willekeuren
bij dezen."
Streng mogen die Ordonnantien voorzeker
genoemd worden, wanneer men b.v. er op
let dat eene dienstbode die zich verhuurde
zonder in het bezit te zijn van een
behoorlyk klaer omstandig geschrift" waaruit bleek
dat deselve sich wel betamelyk en getrouw
ten genoege van sodanige laet8teHeer,Meester,
of Vrouw gedragen," alsmede haar verbonden
tjjd uitgediend had, gestraft werd met twee
Maenden te water en te brood in 't Tugt of
Spinhuys" terw^l degene die de dienstbode
huur d*^ïp3p'>i«)odanig1''8chïiftelijk' betoog
te hebben gezien een boete van honderd
gulden kreeg.
Men was natuurlijk verplicht aan eene
dienstbode, die haren dienst verliet, op haar
verzoek zulk eene verklaring af te geven, en
ingeval van ongenoegen daarin duidelijk te
melden waarin het ongenoegen bestond. Bij
weigering werd de heer, meester of vrouw
met eene boete van honderd gulden gestraft,
doch maakte de dienstbode kabaal over de
aanmerkingen in bedoeld geschrift dan ging
zij eveneens twee maanden in 't Spin of
Tngthnys".
UIT DE NATUU
CII. Naar Californië. *)
Voor ieder plantenvriend, die prof. Hugo
de Vries in gedachte gevolgd is op zijn reis
naar Amerika, was het van de week een
aangename verrassing de aankondiging te
lezen van het werk dat zyn reisherinneringen
bevat. Een verrassing, die in bewondering
verkeert bij het zien en doorbladeren van
het boek; en de bijgedachte wekt: wat een werk
kracht, in zoo korten tijd zulk een in dubbe
len zin veelzijdig boek te kunnen schrijven.
Meer dan 400 groote bladzijden, en talrijke
prachtige illustraties van foto's in en buiten
den tekst.
Keisbeschrijvingen waren wat uit de mode
geraakt; in mijn jeugd bestond de helft van
onze schoolbibliotheek uit zulke lectuur, en
niet tot onzen spijt. Langen tijd keken de jon
gelui zulke boeken nauwelijks aan. Maar in de
laatste jaren komt daarin verandering ten
goede, althans wat de lectuur voor volwas
senen betreft.
Ook Naar Californiëzal daar ongetwijfeld
sterk toe bijdragen. Het is ten eerste voor
ieder, die belang stelt in de nieuwere
plantkundige wetenschap, een botanische roman,
vol gloed en actie. Dat is de kern van het
boek; het bijwerk bestaat uit gezellige causerie,
meer verteld dan gesteld, met herhalingen
als in een vlotte improvisatie, over het uni
versitaire leven in hetjeugdige, snel groeiende
wonderland daar ginds; over het klimaat en
de wilde natuur van steenachtige woestijnen
en van vruchtbare dalen; over de
intellectueele Amerikanen, hun streven en idealen,
hun deugden en gebreken, hun bluf en hun
trots, hun willen en kunnen.
Uit dat alles komt u voortdurend de scherpe
waarnemer voor den geest; hoe hij zich ook op
den achtergrond tracht te houden in zijn boek,
de schr., door een bijzondere studie aan nauw
keurig opmerken gewoon, gluurt overal
tusschen de regels door. Verschil en overeen
komst, die niemand tot nu toe in 't oog
vielen, doet hij opeens duidelijk uitkomen. Dat
vooral maakt dit boek over een land en een
volk ,dat al zoo vaak en zoo goed beschreven
is, tot een geheel nieuw en oorspronkelijk
werk. Lees maar eens hoe De Vries het groeien
van een stad beschrijft, 't Is of hij een
interessante plant voor zich heeft, en, al
doceerend op zijn eenige manier, ze voor u
uit de zaadkiem (in casu een naambord in
*) Keisherinneringen, door dr. Hugo de
Vries. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem. Geb.
? 6.50.
Kenmerkend is ook het artikel waarvoor
de dienstbode die haar heer, meester of
vrouw kwalijk bejegende met woorden of
werken zes weken in de boeien op water
en brood gezet werd en dat de Heer, Meester
of Vrouw aen wien de quade bejegeninge is
geschied, die onder eede komt te verklaren,
hem op haer aengedaen te zijn, daeraen vol
komen geloof gegeven sal werden, en de
Meyd sonder eenige oogluykinge in maniere
als voren gestraft zal werden."
Ach, wat zouden heden ten dage de recht
banken een werk hebben, indien nog van
kracht ware artikel IV:
Item, dat geen Knechts, Kameniers, Meyden,
Naeysters of Minne-moers iets van 't geen
ten Huyse daer sy dienen komt voor tevallen,
of te geschieden, tegens anderen buytens
huys sullen mogen melden, of klappen, veel
min met labbekackerye, twist en tweedragt
tusschen de Huys-genooten, naeste Vrienden
en anderen te stooken, sig inlaten en van
de andere hunne mede Dienst-boden sulks
hoorende, dat sy gehouden sullen syn
aenstonds aen haer Heeren, Meesters of Vrouwen
't selve bekent te maken, of dat anders, so
wanneer uyt deselve labbekackeryen of
twiststookingen, eenige onlusten tusschen de
Huysgenooten of anderen komt te rysen, eii de
labbekackeryen konnen bewesen werden, dat
sodanige Knegts, Kameniers, Meyden, Naey
sters of Minnemoers, door welcke de onlusten
syn veroorsaekt, sonder eenige verschooning
drie Maenden in 't Spin of Tugt-huys. of
minder strafi'e gebetert sullen worden," terwijl
menige mevrouw 't betreuren zal dat thans
niet meer van kracht is het artikel op 't
toilet der dienstboden :
En vermits 't sedert eenige tyd onder
de Dienst-boden sodanige uytterlijke Hoverdy
in 't dragen van Klederen, Kanten,, Krullen,
Locken, Stricken, enz. is ingevoerd, dat er
geen of weynig onderscheydt tusscheu de
kledinge van haar Vrouwen en haer gesien
kan worden, en dewijl 't selve is stydecde
tegen de betamelykheydt, en goede zeden :
buyten en behalve Dienst-boden, die het
selve uyt haer Loon niet kunnen bij brensjen,
en egter willende met anderen gelyk staen,
daerdoor tot Ontrouw, Dievery, Hoerery en
andere vuyligheden vervallen. Zo hebben
myne Heeren van den Gtregte, om daer in
so veel doenelyk te voorsien, geordonneert
en gewillekeurt, gelijk haar Ed : Agtb. Ordon
neeren en Willekeuren bij desen, dat de
Kameniers, Dienst-meyden, Naysters, Minne
moers, noch andere Dienst-boden hoe genaemt,
welke in vaste Huur verbonden zijn, na den
eersten dag van May eerstkomende voor haer
bovenkleederen, so lang sy dienen, en in
vaste Huur blyven, niet anders sullen mogen
dragen als een modest en zeedig kleed, zynde
geen Zyde, Fluweel, noch Felp, bestaende in
een Jak en Schort, sonder dat de selve
Tabbers, Samaren, Bouwens of andere
diergelijke kleedinge sullen mogen gebruyken,
gelyk sy ook in 't alderminste niet en sullen
mogen dragen eenige gemaekte Krullen,
Stricken, noch eenig ander diergelyke afhan
gende Cieiaed, ook niet eenige Kanten, alsmede
geen Boortsel of boven of onder Kleeren,
Goud, Gesteente, noch Koralen, alles op 't
verbeurte van 't opperste Kleed, so menigmael
yemand daerover bekeurt wort, of 't selve
te lossen, of af te koopen met thien Guldens."
Waren deze ordonnantien nu nog bindend
voorzeker zou men er zich menigmaal op
iiiMMiiuiiiiimiHiliiiiiiitiiiiiiiHiiiiiMiiHiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHii
de woestijn) doet opschieten met wortel en
tak, met blad en bloem.
Dit alles vormt, zooals ik gezegd heb het
bijwerk, het begin en het eind van het boek.
Tegen bladzijde 40 al begint de Hollandsche
plantenvriend al te watertanden; dan is Prof.
aan het botaniseeren geslagen; 't is of ge met
hem meeloopt, als hij u nu rechts dan lïnks
beroepen en in 't bizonder op artikel IX :
Voorts sal niemand wie hy ook zy eenige
Dienst-boden mogen uyt hunne huuren
troonen, 't zy onder belofte van meerder
Loon, Kermis en Jfieuwe-jaarsgiften, verval,
of andere voordeelen te doen genieten, noch
onder eenige andere beloften, of vereeringen
hoe die ook soude mogen zijn, op straffe van
hondert Guldens, bij diegene te verbeuren
die 't selve met 'er daedt in 't werk geleyt
en uytgevoert heeft; en dat die Dienst-boden,
die haer daer toe hebben laten verleyden
voor ses Weeken in 't Spin- of Tugthuys te
water en te brood zullen worden gezet, gelyk
ook de Heeren, Meesters of Vrouwen die sulks
willens of wetens hebben gedaen de selve
boeten van hondert Guldens sullen schuldig
zyn, die sodanige verleyde Dienst-boden in
hun dienst of huur hebben aangenomen; en
dat daer en boven de selve Dienst-boden in
die huur niet sullen mogen treden, of inge
treden zynde, aenstonds die moeten verlaten."
De au dere artikelen bevatten minder interes
sante bepalingen, die of, wel is waar
eenigszins veranderd, nu nog van kracht zijn,
of wegens hunnen inhoud gesupprimeerd
moesten worden.
Kistnaalilwirt.
De tentoonstelling van kunstnaaldwerk in
het afgeloopen jaar in het
Kunstnijverheidsmuseum te Haarlem gehouden, heeft reeds
eenig praktisch nut gehad. Zij liet ons, hoe
veel er dan wellicht ook nog was, dat den
toets van iwnsïnaaldwerk niet kon doorstaan,
in ieder geval zien, dat er toch veel gewerkt
werd onder de dames en dat borduren, om
hier een algemeenen term te gebruiken, nog
niet als uit den tijd beschouwd werd. Slechts
patronen en juiste leiding ontbraken. Het is
daarom een goede gedachte van mevrouw
M. W. V. Dysselhof-Keuche*ius, wier werk
op bedoelde tentoonstelling in zoo bij zondere
mate de aandacht tot zich trok, als bij
uitstek goed en voornaam, om zich als pri
vaat docente beschikbaar te stellen en in een
der lokalen van de Kunstnijverheidschool een
wekelijksche cursus te houden voor hen, die
bij beoefening van het kunstnaaldwerk hulp
en voorlichting zonden wenschen.
Er zal naar worden gestreefd, de deelneem
sters niet de beginselen, waarop eene goede,
gezonde kunstuiting berust, in kennis te
stellen, het schoonheidsgevoel te ontwikkelen,
het leeren zien en het waardeeren van goede
kunst te bevorderen en het genot, dat de
kunst en de vereering voor schoone werken
ook in deze afdeeling der kleinkunst aan de
beoefenaars verschaft, tot meer bewustheid
te brengen.
Het is de bedoeling voornamelijk, dat de
deelneemsters zich zelfstandig ontwikkelen,
waardoor zoo als mevr. Dysselhof zegt de
lessen derhalve dan ook beschouwd moeten
worden als consulten, waarin de noodige aan
wijzingen worden gegeven, om het behan
delde werk aan huis verder uit te werken
en af te maken. En waar de ontwerpen
geput worden uit den rijken motievenschat der
natuur, de planten, de bloemen, de dieren,
daar staan tevens de talrijke studies van den
heer G. W. Dysselhof ten dienste, die zeker
in niet geringe mate tot de aantrekkelijk
heid er van zullen bijdragen.
IIIHIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItlnlIlHnilllMMIII
ons bekende van strand en zee en duin, zoo
aanschouwelijk gemaakt, dat ge u na het lezen
verbeeldt, er bij gelegenheid best alleen den
weg te zullen vinden.
Te beginnen met Walsonvüle, de appelenstad,
biedt het boek nu een rij hoofdstukken, welke
de hoogste belangstelling zullen inboezemen
aan allen die met economische botanie iets te
iimillllMliiuilMliMimiliiimuiiimmium
En als wij even uit de school mogen
klappen, dan zullen gebatikte en geborduurde
doeken, muurschilderingen, zooals destijds
de bekende kamer van dr. Van Hoorn ze
vertoonde, het schooUokaal in een behagelijk
interieur omtooveren; zoodat alles er dan
toe medewerkt tot u te spreken van de
schoonheid van de natuur, de rijkdom van
ornament, de verheffing van het naaldwerk
tot een kunst, die waardig hare plaats tusschen
de versierende kunsten kan innemen.
Ik wil mijn onbescheidenheid echter niet
te ver drijven en kan dan ook niet beter
doen dan hen, die meerdere inlichtingen
zouden wenschen, te verwijzen naar mevrouw
Dysselhof zelf, Leeghwaterstraat 12, Haarlem,
die met de meeste welwillendheid hiervoor
gaarne lederen Maandag-middag beschikbaar
houdt. K. W. P. DK VKIES Jr.
?HmimmiiifMiiiriiiiimiiiimimmfiimiiJiimfffiifffimmiimifiiiiififMa
Modes ; Voorjaarsstoffen. Boléro. Hoepelrok
en Blouse. Hoeden. Voorjaarstoilet.
Het bedenken van overgangs-toiletten kost
Madame Mode nog het meeste hoofdbreken.
Voor- en najaarskleeding moeten twee tegen
strijdige seizoenen verbinden. In 't voorjaar
moeten tint, snit en materiaal der dames
toiletten reeds doen vermoeden lichtelijk
aankondigen zelfs, wat in den zomer zal
gedragen worden, door haar die er op gesteld
zijn. zicli te kleeden volgens de wenken der
alwijze mode. Eén ding is zeker. Madame
Mode heeft haar autocratische denkbeelden
prijsgegeven, en, met republikeinsche
onafhankelijksheidsbegrippen erkent zij alles voor
modieus wat smaakvol is.
De dunne zijden stollen op 't oogenblik
door de Parisienne gedragen voor kleine
diners, uitgangen naar concert en theater,
zijn zér afwisselend in kleur en teekening.
Onuitputtelijk is de voorraad van gestreepte
zijden. Gestreepte stoffen kleeden in den
regel beter dan geruite, tenzij de ruitjes van
bescheiden afmeting zijn. De geglaceerde
tafzij Ie en haar eigenaardig kleurenspel,
vroeger gorge de pigeon" genoemd, is ook
weer in alle tinten aanwezig; zoo ook de
prachtige gros de Tours" en het soupele,
sierlijk-zich-plooiende Crêpe de Chine." Voor
zeer gekleede toiletten wordt gebrocheerde
foulard zijde gebruikt. Waarschijnlijk is dit
laatste een aankondiging van het nóg oudere
gebrockeerd satijn. Plus ca change, plus c'est
la m;ine chose !
Voor robes d'intérieur," zullen dit jaar de
wollen voiles en tamines wederom als modieus
gelden. Evenzoo het fijne laken, dat zoowel
voor wandelcostuum als voor robe d'intérieur
wordt gebruikt. Wollen en laken japonnen
worden gegarneerd met galons van mohair
wol, die garneering kiest men om
nieuwerwetsch te zijn geheel in de tint van het
materiaal waaruit het het costuum gemaakt
is. De passementerie-galons met dik relief,
hebben nog niet afgedaan. Een gloed nieuwe
garneering bestaat uit strooken pattes" van
fijn leer met gekleurd borduursel bewerkt.
Deze leeren pattes' doen als rok-garneering
heel goed. De pattes ter weerszijde van de
voorbaan zijn het hoogst, de daarop volgende
vormen een dalende reeks' Deze pattes met
cabochons of borduursel versierd, dienen ook
tot corsage of mantelversiering. Garneering
van zijde en fluweelen linten zullen ook veel
planten bij het publiek," zegt de schrijver
ergens; en later weer : aan de universiteiten
behoort plantkunde tot de voornaamste vak
ken." Dat is niet te verwonderen, als men leest,
en in Amerika leest men het vaak en veel,
welk een voordeel een land kan trekken van
de botanische wetenschap.
Dat tegenwoordig alleen uit Californi
Sinaasappel-cultuur bij Kiverside. (Uit Vuur (Jaüj'ornie).
de voor u nieuwe soorten wijst, die op de
hellingen van den Mount Tamalpais, of op
de kust bij Pacific Grove groeien; ze verge
lijkt met de bekende Europeesche soorten, en
u telkens op het belangwekkende of't mooie,
het ornamentieke of het fijne van een gewas
opmerkzaam maakt.
Daarop volgt weer ter afwisseling een
hoofdstuk : de zee; door mooie en merkwaar
dige foto's, en door vergelijkingen met het
maken hebben, zooals groenten- en
vruchtteelers, bloem -en boomkweekers. Daarover is
prof. De Vries heel uitvoerig in zijn herinne
ringen,en daardoor gelukte het hem heel goed,
ook aan leeken op dit gebied, een inzicht te
geven in de groote waarde, die plaiitkundige
kennis heeft voor het welzijn en den vooruit
gang van een land.
In Amerika vindt men overal veel meer
dan bij ons belangstelling in bloemen en
jaarlijks een 25000 waggonladingen 'sinaas
appels verzonden kunnen worden, heeft het
land te danken aau de wetenschap ; dat de
Californische vijgen binnenkort de Smyrna
vijgen die wij nu nog eten, zullen vervangen
eveneens. De geschiedenis van die
vijgencultuur is uiterst interessant; ze bewijst zoo over
tuigend hoeveel voordeel een land kan hebben
van wetenschappelijke plantkunde, dus hoe
zeer een stoffelijk belang kan samenhangen met
gedragen worden. De linten glad of gefronst,
in slingers en arabesken, op rok en corsage
gehecht.
Ballon-mouwen, puntig corsage en gefronste
rok blijven op het mode-programma. Som
mige Fransche grands couturiers" willen
echter voor wandel-toiletten van die omvang
rijke bovenmouwen niets weten.
De boléro reeds lang gezien en met zoo
veel succes gedragen, wordt niet oud of ver
ouderd. Blijft jong en nieuw, door kleine
wijzigingen in den oorspronkelijken vorm.
De nieuwenvetscbe boléro is aansluitend over
de buste gekruist en halverwege geopend.
of, geheel open en zwierig vertoonend een
front van soupele kant, of een vestje van
zacht getinte zijde. De nieuwe boléro ein
digt in een puntig ceintuur, De ceintuur
zoowel vóór- als achterwaarts puntig.
Kant en handborHuursel blijven even zeer
en vogue, als boléro en blouse, al doen o ver
deze laatste alarmeerende geruchten de ronde.
Zou dit toilet-artikel, dat zich zoo lang ver
dedigde, eindelijk in den ban geraken ? Het
verschijnen van de hoepelrokken en het ver
dwijnen van de blouses zijn dreigementen,
waaraan wij zóó gewend raakten, dat wij er
om lachen. Eerst wanneer deze dreigementen
in grimmige feiten zullen overgaan, veran
dert ons overmoedig lachen in een beden
kelijk gezicht, want de blouse willen wij
niet loslaten, en voor kennismaking met de
crinoline hebben wij bitter weinig lust. Wat
dezen zomer beslist fureur zal maken zijn
linon-toiletten met plumetis borduursel.
Zoo als de boléro zich weer bij ieder nieuw
seizoen meldt, blijft het driekantig steekje,
Ie tricorne zijn best doen, om in de gratie
te blijven. Kleine, slanke, elegante persoon
tjes zien er met die hoedjes alleraardigst uit.
De strooien voorjaarshoederi zijn groot, met
hooge bol en versierd met een overvloed
bloemen, voornamelijk links bij den opge
slagen rand en achterwaarts op de hoeden
gelegd. Zachte, teere tinten voor
hoedgarneering. Men ziet verschillende kleuren
op n hoed, zonder dat het geheel een
bonten of schellen indruk maakt.
Struisveeren blijven mode.
Op de corsages van avondtoilettan blijft
men kunstbloemen dragen, waar een paar
strikken van soupel lint of tulle in de tint
van het toilet door heen worden geslingerd.
De garneering wordt met flonkerende speld
jes op het toilet gehecht.
Avondmantels blijven wat zij reeds zoo
lang zijn : weelderige prachtstukken van
lichtgetint laken, versierd met rijke
passementerie. Fransch voorjaarstoilet: Lange, gladde
rok en paletot Louis XV van zwart crepe
de Chine. Kok van voren zoo kort, dat het
verlakte laarsje er ouder uitgluurt. Onder
aan den rok vrij groote bouquetjes van
violettes de Parme. Bloemen en blaadjes in
in zijden borduursel, in tint geheel zoo als
de natuur het aangeeft.
Een tweede rangée* bouquetjes, kleiner in
omvaner, slingert zich boven de eerste. Losse
voorzijden van den mantel, kraag en man
chetten herhalen in nog kleiner formaat de
geborduurde viooltjes-versiering. Vest van
wit satijn; jabot van echte, Mechelschekant.
Groote hoed van slap, wit stroo gegarneerd
met zwart fluweel, toufl'és viooltjes en witten
vogel met zwart befje.
CAPRICE.
de scientia amabilis die zoolang als een
nutteloos weeldeartikel, door velen als Spie
lerei werd beschouwd, dat ik er nog wel
eens een apart artikeltje over zou willen schrij
ven, met behulp van de gegevens in dit boek
van prof. De Vries. Ik had er al vaak over gele
zen, maar ik durfde er niet populair over schrij
ven; want er bleven voor mij steeds een paar
duistere punten in de ingewikkelde
voortplantingsgeschiedenis van de vijgen ; nu, door
de uiteenzetting van De Vries in het hoofd
stuk de Vijgencultuur te Fresno in Californië,
is de zaak mij volkomen helder geworden,
zonder dat ik de levende vijgbloemen en
insecten of ook maar preparaten heb gezien.
Het zal, geloof ik, wel meer lezers treffen,
dat de schrijver bij ingewikkelde zaken als
bevruchting,bast aardeering.variatie of mutatie
nog al eens herhalingen geeft; mij dunkt, on
opzettelijk. Merkwaardig evenwel, dat zoo'n
herhaling met een kleine wijziging in woord
keus, meestal juist het punt betreft, dat ons
in 't eerst niet heel duidelijk was. Als bij
ingeving voelt de hooggeleerde schrijver wat
een gewoon mensen, als gij en ik, nu zoo
gauw wel niet snappen zal, al is 't doodeen
voudig. Zoo is 't met die vijgencultuur, zoo
bij de hoofdstukken nieuwe variëteiten en
vruchten.
In de Bezoeken bij Luther Burbank" zal
menigeen, die het boek leest, iets
tooveiachtigs vinden; het is of daar in't vroegere
goudland een soort van uitviiidingswerkplaats van
nieuwe cultuur planten bestaat, zoo iets als
een Edison-laboratorium op botanisch gebied.
De vierde afdeeling van het boek Water
gebrek en Irrigatie" zal weer een andere ru
briek van lezers de hoogste belangstelling in
boezemen ; was de voorgaande te betitelen
met economische botanie, deze mag gerust
technische plantkunde tot titel dragen.
In Bergen, bosschen en bloemen," een
kleine honderd bladzijden, zwerven wij mede
en genieten weer met den schrijver van de
heerlijke wilde natuur, mooi om en voor en
door zich zelf, zonder veel te denken aan
kweeken en productief maken; en tenslotte
geeft de auteur in Persoonlijke Herinnerin
gen alles van zichzelf. Ieder die weten wil
waarom juist prof. De Vries naar Californi
werd geroepen om daar les te geven, en wat hij
in Amerika nog meer heeft verricht, ook voor
eigen studie, vindt in het laatste hoofdstuk
het zeer bescheiden antwoord; voor zoover
het niet reeds bij gelegenheid in de vorige
hoodstukken is gegeven.
Xaar Californië" is een heerlijk boek, in
de eerste plaats voor belangstellenden en
belanghebbenden in plantkunde, maar vol
strekt niet uitsluitend voor dezen.