De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 23 april pagina 3

23 april 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1452 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. het spelen in de Spaensche taelen door <le Jooden in 't geheel strijdig soude wesen met het Interest der godshuisen. soo omdat daerdoor gelegevvtheyt sou worden gegeven aan andnre, om 't selve weder in de Franse en andere taelen te doen, alsook omdat daar door 't grootste gedeelte van de Joodsche natie van den Schouwburgh souden worden affgetrokken en afgehouden.'' Bij de kennis der Spaansche taal en het beoefeneen der Spaansebe letteren, zal Cervantes' Don Quichot hier te lande wel spoe dig na de verschijning in het oorspronkelijk zijn gelezen. Betrekkelijk spoedig werd eene Nederlandsche vertaling, bezorgd door den Dordtschen rector Lambert van Bos. Lambert van Bos -had zich tot de verta ling van El Ingeniozo liida'tjo Don (Jtiixote de la Manchet gedreven gevoeld, omdat meest al de volkeren van Christenrijke hetzelve met hunne moederlijke tale (heb ben) vereert, en wij te groote onbeleeftheyt (zouden) toonen, indien wij u dit stuk wilden onthouden." Van deze Hollandse! e vertaling van Don Quichot verschenen nog drukken in 1070,1696, 1690, 1707 en 1732. Jacob Catnpo Weyerman deed in 174G in bet licht zien: De gevallen van Don Quichof", door Picard den Romein en andere voorname meesters, in 81 kunstplateu, naar schilderijen van Coypel beschreven, on met gedichtan ter verklaring van iedere kunstprint, en met het leven van Miguel de Cenvantps de Saavedra naar het Spaansch verrijkt." Voer do tooneeldirhters hier te lande was door deze vertalingen misschien ook door de Fransche de gelegenheid geopend om DOH Quichot op het tooneel te brengen. Daaraan dankt het Hollandsch tooueel o. a. de volgende tooneelstukken: J. S o o l in a n s. Jk vrzieide ontonrering van de, gravin Friialdl, door de dooiende ridder Dan Quiftiiot de la Mancha, en zijn schildknaap Sancho Punce, Potsspel 1081. J. Soolinans heeft van deze klucht de stof ontleend aan hoofdstuk 44?63, I deel. S. van derCruyssen. Hel gouverneinetit van Sanche Panche, op het eiland Barataria.: 1681. Latere drukken verschenen in 16 >4 en 1709. Cornelia Wils. Den groolen en onoverveiimelycken Dim Quichot de la Mancha oft den inyebetlden ridder met zijn chiltknaep Sance Panche. 1082. P i e t e r l. a n g e n d ij k. Don (juïchot op de bruiloft van Kamae-ho. 1712. Pieter Lwgendijk: ontleende zijn stof aan het 2(Me en 21ste deel van liet 2de deel van Cervantes D.Q. J. v a n II o v e r. D m Qu'chofs vcriossini/ uit Sierra Monna, Hoofd-tuk 28 en vervolgens van het 1ste deel van 1). Q. Langendijk'stooneelstuk heeft Don (Jit/rlot tot op dezen dag, op het Ned. tooneel doen leven. Langendijk heeft dit blijspel gemaakt als jong niensch van ruim 16 jaar. Eenjaar, voorde eerste druk in 1712 verscheen, was het al onder groote toejuiching vertoond in den Hckouwburg te Amsterdam, Het is zeer populair ge worden en gebleven; vele Amster dammers uit vroeger tijd kenden heele ge deelten er van uit 't hoofd. Bovenal vonden zij vermaak in Meester Jochem den gelegenheidsdichter, een voorlooper van den braven Melding in Ferdinand Huyck. Eene schoone kopergravure is door Vinkeles van de vertooriing van Don Quichot gpmaakt. De tooneelkunstenaars: Louis en Frits Bouwmeester, leveren in Langenrtijks' werk een prachtige type van Sanche, den Schild knaap. Zij spelen die met alle tradities, door hen afgezien van hun vader, die op zijn beurt de tradities weer had van hun grootvader, terwijl de«e/e.had overgenomen «it den tijd van Langendijk zelf. Spelen beide groote artisten de geheele rol voortreffelijk, niets is typischer van hen dan het zich n-gevoelen met het ezeltje, waarop zij met ?MiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiititfiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiH GRAAF TAPS. Naar het Duitsch, van TEO vo.v TORN. Overal sneeuwvlokken, dikke sneeuwvlok ken . . . De nooteboornen langs den straatweg, waarover de slede voortgleed, waren zoo dik beladen, dat slechts enkele laaghangende takken uit de zware witte omhuding te voor schijn kwamen. Aan de windzijde klom de sneeuw zelfs langs de rimpelige stammen om hoog, en sloeg bruggen op naar de mijlpalen langs den weg, die zij niet dikke pelzen en fantastische mutsen bad bekleed. Alles wit, zuiver wit en ondoorzichtig. Het welluidende getinkel van de bellen der paarden klonk gedempt, alsof het van verre kwam. Slechts wanneer eeri kraai met kleppende vleugels1 plotseling van den weg opvloog, of een tak knakte en zijn vochtigen last met een dof geluid op den grond liet vallen, dan schrikten de schichtige paaiden op en rinkelden de zilveren sclieiletjes met helderder klank. Gerty Somborn hield de teugels in haar kleine, stevige handen. De lange zweep, die aan een riempje aan huur pols hing, sleepte in de sneeuw. Heb je er al genoeg van, Irm?" vroeg het jonge meisje, terwijl zij zich tot haar zuster wendde zonder de paarden uit het oog te verliezen. Irmgard von Dolega de jonge weduwe van een twee jaar geleden iiiThibet veronge lukten onderzoekingsreiziger bewoog geen spier in het bont, waarin zij tot aun het puntje vau haar neus was ingemofl'eld. Als het behageJijk spinnen van een poes klonk haar antwoord: Het is heerlijk " AU right. Dan zullen we nog om liet meer heen rijden en over den Pariner weg. Vindt je dat goed?" Irmgard knikte. Gerty Somborn greep de teugels nog ste viger vast. Haar grijze gemsleeren handschoe nen spanden zich strak over haar kleine handen. Een licht klappen met de tong, en de vurige Moorwinkeler paarden sloegen, hun gana; nog versnellend, den zijweg naar liet meer in. In een paar oogenblikken hadden zij dit bereikt. Langs een gedeelte van den oever ontbraken de diep onder de sueeuw liggende Don Quiehot mee ten avontuur gaan. Zij zoenen het bijna: Mijn lieveGrauwtje wat heb ikal deur gestaen; Wat hebben, jij en ik, al menig iroeve traan Op deezen tocht'estort! mijn hart! mijn lust! [mijn leven ! Mijn zeun ! mijn grauwtje ! jij bent in mijn [hart 'eschreven ! Wat zijn we trouwe broers, in lief, in leed, [in nood! 'k Zal jou in goud beslaen, mijn keuning, [nae jou dood. De beide Bouwmeesters spelen Sanche Panse met dezelfde fantaisie, waarin hun vader in het blijspel uitbloi.k, en geheel in Hollandschen stijl. Zij stonden als jongens tusschen do schermen te genieten als hun vader het speelde, en wachtten ophetkippetje waaraan hij figuratief smullen moest, maar waaraan zij in werkelijkheid smulden. Er is nog een komediestukje naar Cervantes'roman : De >uenic<> Don Qitirhot. Het heeft weinig om het lijf. De vermaarde balletrnoester Voitus Van Hammen heeft in 1857 of daaromtrent doen vertooneneen ballet- pantomime ;Don(Juiclwt op de bruiloft van Kiinuieho. Aan Langendijk komt de eer toe, dat hij de kennis van de avonturen van Don Quichot het meest heeft verbreid. Bovendien is het niet zonder beteekenis, dat zijn blijspel bijna 200 jiar op het repertoire van den Stads schouwburg is gebleven. Als groote merkwaardigheid zij vermeld, dat de voor eenige jaren te Amsterdam ver scheiden Portugeesche Israëliet 1). H e nr i q u e s de Gastro Mz. vermaard om zijn kunst-en boekenschiit, zoowel als om zijne geschriften, stammend uit een oud adelijk Spaansch geslacht, dat reeds in de 11 do eeuw in hooge eero stond, en aan Spanje, heel meesters, wijsceeren eu veldoversten ge schonken heeft, - op een voorvader kon bogen, op P e d r o d e F e r n a n d e B d e C a s t r o , C o n d e d e L e m o s, d e A nd r a d e, Y de V i 11 a l b a , aan wien (Vrvantes, de schrijver van Don <ltnirliol, zijne Norciftti heeft opgedragen. J. H. It. 1) J. v. Meekeren, die met Cervantes dweepte, en van Don (juichot' zei, dut liet is een stuk werks, deurwrogt vol vermaekelijcke, doch met oenen ook deursleepend-te hekelingen uls ooit behalve de werken van FraneoU Rabbelais, in 't licht zijn gekomen", en dat Spanje niet alleenig, maar ik mag zeggen de ganschc wereld zich verschuldigd vindt wegens het schrijven en het in 't Hebt geven van zó vermaarde heldengeschiedenis van den doorlugtigtn en dapperen Hidder JJon Ijnichot 'Ie !<i .\faitclt(i, maakte, uit de?.e, XtireUat:, in 1714 een blijspel: De doorlwlitigeÜMmlüoden. Inhoud van Tijdschriften. De Xieiiwe Gids, April: Ingogbem, door Stijn Streuvels. Verzen, door U illem Kloos. Fragment uit, Shelley's Alastor the Spirit of Solitude, door dr. JC. H. de Ra:.f. Verzen. door Jules chürmann. Geertje, door J. de Meester. Verzen,.door Heyneke van tituwe. Sonnetten, door Artluir Lawick. Lite raire kroniek, door Arthur van Seheudel. Een zwerver verliefd, djor Willem JCloos. tifainiiiiavie?Nederland, Xo. l : Ons doel. H. C. Audersen uls sprookjesdichter, mar liet Dcensch, van Alfred Ibsen. De onderwijs hervorming in Zweden in't, jaar li)i!4, door J'. !<;. Lindström. Nijere Nederlunsk litteratuur af J. Tersteeg. Een portret van Göstu Bcrling. Dans.k. Engelsk. Hollaudsk mode i Amsterdam. Overwicht van e.enigu tijd schriften. Den Galden Winkel. No. 4 : Onze uitgevers (H. W. P. de Vries), door D. Smit. Traditore (luimig proza), door L Ksser. Keur, door F. Smit Kleine. J. 11 uf van Buren en J. II. Schorer. - Van 't achterplankje, door Pop Naeil' en Cyriel Buijsse. Snuifjes, Wiiickolkout. ?llllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIinilllllllllllllllllt wilgenboscbjes, die verder het geheele meer omlijstten, en lieten het uitzicht vrij op de groote witte vlaKtj. /elfs door du dichte sneeuwjacht heen schitterden hier de stralen der ondeigaande zon. Grfrty Sombürn's oogeu verzonken in dien gloed. Ja, zoo'n rit is lang niet kwaad," zeide zij en bracht haar stijf uitgestrekte armen in een eenigszins gemakkelijker houding. Huur jongensachtig-ruwe toon paste in het geheel niet bij de droornerig", bijna dweepemle uit drukking van haar frisch gezichtje. Lyrische stemmingen waren bij haai' echter nooit van liugen duur. Halfluid begon zij een deuntje te fluiten. Toen brak zij plotseling af: Toch kan ik mij in het geheel niet voor stellen, hoe iemand er toe komen kan. zonder de minste rtden Ospedaletti tegen Moorwin kel te verruilen. Het is toch een drommels groot onderscheid, hé? Tien dagen geleden nog niet een witten parasol onderde palmen en vandaag in het Slceswijksche Siberië. Fit de eeuwige lente Zit je niet gued, Jrm?" De jonge vrouw bad haar behugelijke hou ding veranderd, zij bevrijdde mond eu neus uit den bonten kraag, en maakte haar voch tige, klevende voile een weinig los. Eeuvvige lente " zeide zij op zenuwach tig spottendun toon. Dat is hel juist, eeuwig! l<',r is niets vervelender dan dat eeuwige. Eeuwige lente, eeuwige zonneschijn en eeuwige liefde last not least . . . Och kom Irm ?" Gerty .Somborn lachte vroolijk. Toch werd liet fris>che rood op haar wangen een tintje donkerder. Ja, het is waar," herhaalde mevrouw Vou Dolega. /ij klemde haar fijne lip pen vast op elkaar. Ken !ijden>tiek als had zij zwijgend een lichamelijke pijn te overwinnen. Toen leunde zij vermoeid ach terover. En ten slotte moest ik natuurlijk weer vluchten ook voor mijn schaduw . . mijn eeuwige schaduw. Van Nizza naar Nervi, van Nervi naar Ospedaletti, en vandaar t,aar Moorwinkel." Graaf Taps " knikte Gerty Somb rn. Zij nam de te.ugels in de linkerhand, lu de rechter liet zij de zweep glijden en slin gerde die omlaag met een scherpen knal. De paarden trokken plotseling aan, en me vrouw Von Dolega klemde zich met een lichten kreet vast aan haar zitplaats. Laat dat toch!" riep zij geprikkeld en ongeduldig. De paarden hebben geeu hulp noodig." Het duurde een poosje, voordat huur zenu wen weer tot kalmte waren gekomen. Toen hervatte zij het gesprek, verstrooid en knorrig. Teekenen des Tijds, afi. 2 : De verhouding der vrijzinnig godsdienstigen tegenover school en onderwijs, door A. Rutgers van der LoefJ'Az. Onsterfelijkheid, door A. Carlier. Mijmeritgen, door C. G. Cbavannes. Boekaankondiging, door P. en C. J. N. ??Kroniek, door A. Rutgers v. d. Loeft' Az. De Levende A'atuvr, afl. I: Uit een Nederlandsch bijenpark, door H. de Rooy. Imke ren, door C. H. J. Raad, Vogelmuur, door Jac. P. Thijsse. De satijnvlinder en zijn twee navolgers, door J. A. Snijders. Aquarium en terrarium, door E. Heimans. Zaailingen van hoef blad, door B. Boon. Olmen in bloei en in vrucht, door II. Van het broeden der kieviten, door J. Posehmann. Vaneen mooie bloem, door J. Allen.?Van een sij^je en een kanarie, door G.IJ. Bierman Jr. Orchideeën, door J. A. Lodewijks J>'. Convolvulus, door W. J. Stan'. ?),: .Vutuur. 15 April 11)05 : De dubbelverant, door R. G. Rijkens. Basismetingen, door dr. II. F. Huisken. Gebruik van Sinh in Ned. Oost-Indië. door Red. Wat zijn vuurvuste steenen ? door J. C. F. Laurillard. De ont wikkeling der luchtvaart in 1904, door H. Vreedenberg. De volt-arnpère, door dr. Z. P. Bonman. Draudlooze telegrafie volgens Fesenden, door F. II. Remery. De verande ring in het, bedrijf der gemeentetram vuji Am sterdam. IV, rollend materieel, door F. E. van Putten. Pisloolkevertjes, door H. J C. Interferentie en polarisatie, door J. M. G. Nieuwere toepassing van den spiritus in de industrie en in de huishouding, deer dr. A. J. C. Snijders. Proeven met bloemen en plan ten, I, cul: uurproeven op waterculturi n, door dr 'A. J. C. Snijders. ALumdelijksch weer bericht, door C. L. de Veer. Ome Honden, No. 11: Degi-le dog Ada von Rotthal on de gestroomde Hus-uii Lindenthal. Mijn reis naar den St. Bernhard, door II. Boppe!. Tentoonstel,ineswe/en. Eigen Haard, No. l(i : Ken Toevlucht, door M. liedeléDe Negri. XVI.?Noord OosterLocaalspoorweg. Lijn Assen?Stadskanaal, door R H. llerwiir, met afb. H. liet ver raai van Sluis, door Fr. de W. H. (Sloi.)?. De grootste haven vau de Wereld,' door Wouter (Jool, met afb. Amaliu Vorstin Gullitzin. door mr. W. 11. de Beaufoit, met portret efi afb. H. Schetsen van Bali eu Lombok, door W. O. J. Nieuwenkamp, met af h. IV. Verscheidenheid. Feuilleton. uu ..... n i umin iiiiiniiiiiiiii, ii mtmmiMiitt» Bermr-CoiiYentie, ('d. Buiken Huet schreef naar aanleiding van het in 1S7S te Parijs gehouden Jutei na tionaal letterkundig Congres. Ken Fran-'ch belang staat hij dit Congres op den voorgrond. De Frauscheu willen zoo mogelijk met een parige stemmen den wensch doen uitspreken, dut voortaan door de internationale handels verdragen de wederkeer!i;beid der auteurs rechten /al erkend wordi n. Mot andere woorden : de Neder!ami<ehe schrijver zal, indien die bepaling wordt aan genomen, in Kr.mkrijk de/.elfde rechten hebben als de Fransche en de,«> in Nedutlanddezolde rechten als de Xcderlandsche l:it een timmrieel oogpunt, hebben de Fruuschen bij het voorstaan van «lat beginsel de billijkheid aan hunne zijde. Ken groot aantal Fraii-clie romans worden in bet ImiteuHuul vertaald, een nog grooter aantal Kran?che tooneelstukken in het buitenland vertoond. zonder dut de Fransche, auteurs zelvei, daarvuil eenig voordeel hebben. .Niets zou recht 'aardiger zijn, dan «lat in groote landen, waar de tooneeldirecteuren van llliltlllllltllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIEI liet is vevschiikkelijk, dut onvermijde lijke van dien man. Sinds dien dag. dat ik door zijn schuld op het ijs gevallen ben, is hij mijn nachtmerrie. Fn dat is bijna nog erger d .ui kreupel te zijn. Jk kun, ik wil Taps niet meer zien. Hij meent het goed. Irm.'' Goed (.), jawel. Kvengoed aU van die onnilstuanbare ine.nschen, die iemand geld schuldig zijn en niet betalen kunnen, en daarom iemand nu maar voortdurend in den weg loopen en om verontschuldiging vragen. Al die jaren voor mijn huwelijk en sinds ik weduwe beu weer. Die liefde is even eentonig en eeu\\ ijjdurei.d als de lente, aan de Jliviera. Kn dan ik weet niet of jij je dat nog herinnert vóór het ongeluk had hij voor niemand anders dan voor jou oogen." .,Kinderspel, Jrm.'' Umdat jij kon schieten en paardrijden.'' ...luist, ik was tcnauwernood vijftien." Fn ik zestien. In het begin van Maart is het precies tien jaar geleden." Gerty Snmborn knikte, zonder den blik van de paarden af te wenden. Tien jaren'' herhaalde Irmgard, terwijl zij haar pels nog wat vaster om zich heen trok. Kn al dien tijd vervolgt hij mij, met de smeekende oogen van een grooten hond, onophoudelijk. Als ik er goed over nadenk, was mijn huwelijk als een soort vlucht. .Maar het heeft mij niets geholpen. Duizend maal heb ik hem gezegd, dat, ik erniet over denk weer te trouwen, en in geen gcail met hem. Het heeft mij niets geholpen. Jn (tspedaletti'' een lichte blos kleurde het teere gezichtje m Ospedaletti heb ik hem een slag gegeven. Mid len -op de promenade. Toen ik kwam aam ijden voor het Casino, kwam bij weer aanvliegen om mij uit den automobiel te helpen, hoewel ik hem dat in het oneindige verboden heb. Geen mensch zou merken, dat mijn eene heen een beetje korter is, als het niet was om zij u onhandige attenties. Jk duwde hem op zij en leunde hij het uitstappen op den chauffeur. Dienzelfden avond ben ik uit Ospedaletti weggegaan, in stilte natuurlijk. Hij zou anders in staat geweest zijn ook dadelijk naar buis te reizen." ..Dat heeft hij al gedaan." U'at '.'!" Graaf Taps is sedert gisteren weer op Pari n." Mevrouw Von Dolega kromp ineen. Haar lippen openden zich, maar zij kon gt-eii woord uitbrengen. Slechts de starende grijs blauwe oogen schenen om hulp te roepen. Toen greep zij met beide handen den arm van haar zuster va-t. Kn jij brengt mij op dezen weg?! Die steden als Londen, Berlijn, Petersburg of Weenen, dikwijls veel geld verdienen met het vertoonen van stukken, die hun f niets, of alleen het honorarium der vertalers kosten, aan dat misbruik een einde werd gemaakt; en dit is eigenlijk het eenige, wat de Franschen verlangen. Ei'hler ware het te wenschen dat de kleinere Maten zich aaneensloten, ten einde het tot staud komen van internationale verbintenissen af Ie wenden, of zoolang mogelijk tegen te Jiouden, welke, voor hen niet anders dan nadeelig werken kunnen. In Nederland kost het den schouwburgdirectiè'n reeds groote inspanning, in de tegen woordige omstandigheden zich staande te houden. Noch te Amsterdam, noch te Rot terdam, noch in den Haag, kon sprake zijn van recettes, gelijk in de hoofdsteden van Europa gemaakt worden. De meeste Nedertooneeldirectiën leiden een moeielijk best.ian. G-jen enkele bloeit. De buitenlandsche auteur derhalve, die een aandeel in de reeds zoo sobere winst komt eischen, zal het reeds sukkelend Xederlandsch tooneel den genade slag toebrengen, hetgeen ook hem zelven ten slotte elk voordeel zal doen derven. Hetzelfde geldt van het vertalen van Frans 'hèboekt n. Meestal zijn het in Nederland vrouwen, welke daarmede (of met het vertalen van Engelsche, van Duitsche, van Italiaansche van Amerikaansche werken ; want indien er internationale verdragen tot stand komen, zullen de auteurs dier natiën dezelfde rechten hebben als du Fransche) een droog stuk brood verdienen. \\Vgen.s de beperktheid van liet debiet kan de nederlandsche uitgever in het vertaalde boek niet meer kupita; l steken dun hij nu reeds doet : zoodat het aandeel van den buitenlandscheu auteur zal worden afge'rokken van het vroeger aan den vertaler of de vertauls'ers uitgekeerd honorarium. Doch heeft dit plaats, dun zullen de vertalers en de ver taalsters opium len te vertalen; de buitenland^cbe auteur zal, onvertaald blijvend, geen voordeel trekken ; het nederlandsch publiek zal van de kennismaking met menig buitenlandsch werk verstoken blijven, en zonder iemands prof .j t zal de vertalende stand in Nederland zich beroofd ?,ien van de gelegen heid, eene kleinigheid te winnen. In zijne levensbeschrijving van Franeois Coppeé, opgenomen in Mannen van Beteekenis, 1S*.J zegt mr. J. N. v. Hall o. a. : In ons vad Hand vit l een zwerm van ver talers op deze gedichten aan. Fr was een tijd, dat, men _'een weekblad, geen tijdschrift kon opnemen zonder er eeue vertaling van een der Contes" van i'oppée in aan te treffen Of di! Nederlandsche letteren door al deze proeven in gelijke mate gebaat weiden, zou ik niet durven beslis-en, maar wat ik durf verzekeren omdat ik liet vernam uit den mond van l.emene, Coppce's uitgever is, dat sedert ('oppce in het Xederlandsch ver taald wer i, liet debiet van zijn gedichten in ons land buitengewoon is toegenomen. Zij, tlii' d<' nvc/m/i //"/c// 1< gai ilc >'<'i'l<i/t'rx iin'ein'n tl' tllln/i II ftiXr/tt' lll'lt. :'///('*( ('V'/ '/'>('/*, (/('(''?('/ijl.'i feilen niet uit Int "»<j te verliezen.... 1) Ofschoon beide uitspraken van ouden datum zijn, dacht het ons gtn-d, y.e, opnieuw onder den aandacht te lueiigen, oiudat ze nog steeds de meening w< ergeven van velen in den lande. M jcht de heer Van Hall sedert hij het bovenstaand'.' schreef, van meening veranderd zijn. dan wil hij dat misschien wel mededeelen. M. DIST. J) De cursiveering is van mij. De Beruer Co Wij ontvingen te veel ingezonden stukken om ze uilen te kunnen opnemen. De bekende argumenten voor en tegen worden daarin meestal herhaald. Wij ineenen echter een uitzondering te moeten maken voor een deel vlak langs het slot voorbij loopt?! Dadelijk j omkeereii. ( u-rty ! ((ogenblikkelijk!" Gerty Somborn verroerde y,icb niet. Haar kleine handen alleen klemden zich vaster om de tiuigeli heen. .,Dut is hier onmogelijk, Irm," antwoordde zij droog. De weg is bier te smal. Bovendien j hoef je nergens meer bang voor ie zijn. Ik ben hem vanmorgen tegengekomen. Hij heeft mij verteld, dat hij na de behandeling, die bij onlangs van je had ondervonden zich voor goed wilde terugtrekken." Ivjnige seconden lang bleet'de mooie jonge vrouw onbewegelijk zitten. Toen wierp zij den niet bontgevoerdcn deken van zich af, en boog zich voorover om haar zuster beter te kunnen aanzien. Lach eens, (ierty !'' Waarom ?'' ! i'at is immers allemaal onzin, wat je daar l vertelt, jjiet ivaar'.' Je wilt hem alleen maar wat minder onuitstaanbaar voor mij maken." [ Neen. Hij heeft het gezegd. Kn het is j hem volle ernst, want voorpapa's uitnoodiging voor de klopjacht heeft hij schriftelijk be dankt," Kn daarvan heeft niemand mij een woord verteld ?" Je hebt uitdrukkelijk den wensch te kennen gegeven, dut y.e.lfs de iv.uuu van Hektor Tappenbach in jou tegenwoordigheid nooit zou worden genoemd." Pijlsnel vloog de -lede voort. Met het invallen der schemering was het sneeuwen opgehouden. In d-) verte teekenden zich reeds de massieve omtrekken van het Pariner park af en verhief zich de silhouet van den slottoren met zijn ouderwetschen ronden koepel. Ondanks zijn witte sneeuw kap kwam hij steeds duidelijker en grooter te voorschijn uit de nevelachtige schemering. Irma Von Dolega rukte aan haar hand schoenen. Haar neusvleugels en haar vast op elkaar gekiemde lippen trilden. Toen lachte zij maar het klonk n. et vroolijk. l^cii overspannen, hysterisch lachen. Dat is onzin, allemaal onzin!" riep zij uit. Jij bent met Taps in hot complot. Jk ben blind geweest, om dat niet te merken! Ku misschien is dat nog niet eens alles! Jullie jullie ontmoet elkaar in stilte! O, ik weet het! Neen! Xiit, daar voorbij! Ik ml niet! Je zult omkeercn! Je zult'." Kn vlak bij het slot en voor de oogen van graaf Hektor Tappenbach, wiens reuzengestalte van het slotplein den weg opkwam, wierp zij zich met het bovenlichaam op de armen van haar zuster en greep de teugels. Du paarden sprongen wild op zijde de slede slingerde dwars over den weg en sloeg om. van een schrijven van den heer Isoske, muziek-uitgever te Middelburg. Zooals het met boeken en brochures gesteld is, gaat het ook met muziek. Ik heb geen. debietzaak, dus direct geen nadeel door het verschijnen van muziek-nadrukken, indirect wel, omdat de omstandigheid, dat men voor enkele stuivers grootere of kleinere nagedrukte werken van bekende buitenlandsche componisten (de grootste buitenlandsche uit gevers worden daarbij niet ontzien) kan koopen, Je verbreiding van behoorlijk uit gegeven werken van landgenooten niet be vordert. Waar nu bij vertalen als argument aangevoerd kan worden, dat de vreemde taal het bekend worden van een boek in ons land belemmert, hoewel ik dit niet zoo slim acht, als v, C. doet voorkomen, aangezien een zeer groot deel der natie de drie moderne talen zooal niet spreekt, dan toch meer of minder lezen en begrijpen kan, daar vervalt dat bezwaar geheel bij muziekwerken. Ken Duitsche muziekuitgave behoeft niet door een Hollandschen uitgever nagedrukt te worden om door een Hollander begrepen te kunnen worden. Alle argumenten, die aangevoerd kunnen worden, waar het geldt het vertalen van boeken, verliezen op grond van t boven staande hun kracht, waar liet muziekwerken betreft. En dus de noodzakelijkheid, om, voorzoover het muziek aangaat, onverwijld tol aansluiting over te gaan, zelfs door tle tegen standers dadelijk moeten erkend worden. Waar v. C. den minister, dr. Kuyper, wil toeroepen: Excellentie! laat u niet begappen en deel geen hamers en beitels uit om het gebouw af te breken van volksontwikkeling, in een tijd, dat juicht voor de ontwikkeling van ons volk geen offer te groot wordt geacht," daar zou ik mijn stern willen verhelfon en tot den minister zeggen: Excellentie! Laat Nederland de noodige, de heilzame volksontwikkeling in de, hand werden langs alle wegen, die daarvoor gebaand kunnen worden, maar laat Nederland op grond van een hooger moraliteitsgevoel, toetreden tot den Bond. die dat hooge beginsel nastreeft en de gemeenschappelijke beUuiaen behar tigt van de geheele letterkundige wereld." PfötCSt, Tiet knapenkoor was n wat betreft uitspraak en wat betreft kluiiksehoonheid beslist onvoldoende. Ik kon de g<;(lac;ite niet onderdrukken, dat het voor ons muziekonderwijs goed zou geweest zijn, als minister Kuyper zich in de zaal had bevonden. Schitterender' pleidooi voor de noodzakelijkheid van hervorming van ons zangonderwijs op de lagere school, dan door dit leelijke schreeuwen der jongens, ware wel moeilijk te leveren.'' Aldus cie heer Ant. Averkamp, in de Groene van l(i April jl., waar hij de uit voering van Bachs Mattheuspussion be spreekt. Jk heb deze uitvoering niet bijge woond en kan dus over genoemd knapenkoor niet oordeelen. Jloe evenwel de heer Aver kamp er toe komt, naar aanleiding van het geen het knjpenkoor deed hoon n, te constateeren, dat ons zangonderwijs op de L. S. noodzakelijk dient te worden her vorm i," verklaar ik niet te begrijpen. Ik ben niet spoedig beleedig l door een oordeel van menscheii, die buiten het, on derwijs staan, maar ik kan toch niet nala ten te protesteeren tegen de wijze van oor dcelen over ons zangonderwijs, als die van den hier Averkamp. Wat verder bel relt de «enschelijkheid van de aanwezigheid des heeren Kuyper ik bedoel minister'' Kuyper ook die zie ik nitt duidelijk in. Dat onze hoogste autoriteit van heel veel zaken IIIIIIIIIIMIIIIII IMUIIIIIIIIIIM1IIIIIIMIIMIIIMU4IH11IIIIIIIIII Graaf l'appeuhach liet de paarden, uiet het omgevallen voertuig achter ben aan, voort razen, waarheen zij wilden. Hij zag niets dan Irmgard Vou Dolega, die niet pijnlijk vertrokken lippen en gesloten oogen in de sneeuw lag. Hij liet zelfs niet too, dat Gerty hem hielp, de b.ïwustelooze^vrouw in de dekens te wikkelen. Dat deel bij zelf, alleen, en toen nam hij het lengere lichaam in zijn armen. Met groote stappen liep hij op het slot toe. '/waar en gejaagd haalde hij adem. AU het brommen van een grooten hond klonk het, toen hij hijgend uitbracht: Ik heb het je altijd we,l gezegd, Gerty '. . . . Dat vervloekte wilde rijden.... Dat moest vroeg of laat verkeerd alloopen. . . De zwarten zijn geen span voor poppehandjes. . .. l' n nu is het ongeluk gebeurd. . . nu is het ge beurd. . . ." Kn met een gekerm iets tusschen huilen en jammeren in drukte de reus de steeds nog onbewegelijke Irmgard tegen zich aan. j iierty- Somboni gaf geen verklaring van liet gebeurde, /ij was eraan gewend, door hem te morden aungeblaf't. Al die jaien lang sedert Jrm door zijn schuld op het ijs gevallen was en haar heup huil verrekt. Dat haar zuster zich ditmaal op de zachte, dikke sneeuwlaag niet had kunnen bezeeren, i daarvan was Gerty overtuigd. Irm was alleen j maar van schrik tlauw gevallen. Mis.-cbien ook wel van boosheid. J!ij de kleinste op winding viel zij altijd flauw, onverschillig of er een muis door de kamer liep of Papa sen van haar onzinnige rekeningen niet wilde betalen. Dat was dus niets bijzonders in ieder geval niet genoeg om den brommenden en jammi-renden Taps te bekennen, wat voor leugens zij zooeven over hem had verteld leugens, voor het eerst in haar leven. . . . .Sa een paar minuten reeds bleek het dat zij gelijk had gehad zoowel met haar ge brek uan ongerustheid als met baar leugen. Irmgard sloeg de oogen met hun mooi»1, don kere wimpers op. Toen zij Taps trouwe, be zorgde oogen op zich gericht zag, kwam er weer kleur op haar lijn, nerveus gezichtje. /ij vertrok den mond tot een tevre lei) glim lach en begroef de vingers van haar rechter huud in zijn dik, krullend haar. (?ferty Sornborn knikte een paar maal met het, hoofd en sloop de kamer ait. .Vluflr bui ten buiten overkwam de dappere kleine Gerty Sornborn iets, wat haar nog nooit overkomen was. Zij schreide voor de eerste maal in haar leven schreide zij, alsof haar hart zou breken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl