Historisch Archief 1877-1940
F. 1453
WEEK
DE AMSTERDAMMER
A°. 1905.
VOOB NEDEKLAND
O n. dL e r recLsioti©
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
?v- a n. O'. JD E KI O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDOBF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar , , mail » 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/»
Dit blad i* verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard Jea Cajmciiies tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 30 April.
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer ? 0.20
Reclames per regel » 0.40
Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door Je firma
RUDOLF AiOSSE te Keulen en duor alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Pfeauig.
BERICHT.
Den ahonnés wordt beleefd verzocht bij
verhuizing niet alleen het uienwe, maar ook
het onde adres, op te geven.
De Administratie.
HMIIItMtlllllllllllllllllllllllllllllllUMIIItlUnlIMIItllUUIMIItllllltltlllllllllM
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ:
Verkiezingsvoorbereiding. Onze neutraliteit in het
Aziatisch koloniaal gebied, door S. Uitgaven
voor nieuw geschut, door G. De
Bestuursstelsels der hedendaagsche Koloniën, door
H. v. Kol, beoordeeld door H. R.
Rookmaaker. Een poging tot tusschenkotnst,
door P. FEUILLETON: Een handvol
goud, I, door Gustav Frenssen. KUNST
EN LETTEREN : Isadora Duncan, door N.
v. Middelhoven. Vereeniging Kunst aan
het Volk," door W. Steenhotf. Albert
Verwey in het Duitsch vertaald, door Alex
Gutteling. De Referendaris-titulair. Haagsch
blijspel in vijf bedrijven, door Cornelie
Noordwal, beoordeeld door Fabius. Keur uit
de werken van Sören Kierkegaard, door
R. C. S., beoordeeld door P. H. Hugenholtz Jr.
BOEKAANKONDIGING. VOOR DAMES:
Ellen Key, door Elisabeth Neményi, beoor
deeld door Cosmopolita. Over de sociale
positie van de ongehuwde moeder en haar
kind, door mevr. W. Wijnaends Francken
Dyserinck, beoordeeld door C. S. H. Het
eerste jaar, door S. Allerlei, door Caprice.
UIT DE NATUUR, door E. Heimans. De
Tentoonstelling in het Stedelijk Museum, II
slot, (met afb.), door A. W. Weissinan. Het
Damvraagstuk, door J. H. W". Leliman.
Reinier Willem Pieter de Vries, (met portret).
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRO
NIEK, door D. Stigter. Chineeseh Nieuw
jaar, door J. P. Roelofsz Jr. INGEZON
DEN.?DAMRUBRIEK.?SCHAAKSPEL.
ADVERTENTIËN.
A
Verkiezings-voorbereiding.
De strijd onder de liberalen van allerlei
slag duurt nog steeds voort, en talrijker
worden de uitingen van bedruktheid
en vrees, bij het gadeslaan van het
ellendig schouwspel, dat de verschillende
groepen aanbieden, nu zij zich voorbe
reiden op een kiesrecht-campagne, die
meer dan een van vroeger dagen
zelfbeheersching en eendracht vordert.
Thans wordt in het vrijzinnig-demo
cratisch kamp een stem vernomen, die
duidelijk te verstaan geeft, hoe men daar
te moede is. Wij bedoelen het schrijven
door het Bestuur der kiesverceniging
Oosterbeck's belang" gericht tot liet
hoofdbestuur van den Vrijz. Dem. Bond.
Het luidt in hoofdzaak als volgt:
Bij den aanstaanden verkiezinj>ss'rijd mor-t
voor alle vrijzinnigen het iioofddoel zijn:
een einde te maken aan de tegenwoordige
kerkelijke meerderheid in de Tweede Kamer.
Kn dit doel kan alleen met vertrouwen na
gestreefd worden door middel ?an een vast
beraden, scherp omlijnd en stipt opgevolgd
plan de campagne, wijl zonder dat ge( 11
kans bestaat om aan de hechte organisatie
der kerkelijken het hoofd te bieden.
Eerst later en in verband met den
verkiex.ingsui'slag, derhalve inde tweede plaats.
kome de vaststelling van het daarna te vol
gen regeeringsbeleid. Zóó alleen kan het doe.
worden bereikt, en zóó begrepen het ook
onze tegenpartijen.
Wij vreezen niet, hiermede te zullen ver
dienen het verwijt van 't aanbellen eener
negatieve leuze' , zonder verderen inhoud.
Immers, daargelaten dat het begrip :
unticlericaal" allerminst iets negatiefs is, zoo
moet inzonderheid het tegenwoordige tijds
gewricht allen doen beseffen, dat in den
komenden strijd niet mejr van stroomingen, j
niet van mededinging tusschen invloeden en
belangen sprake mag zijn. doch enkel van de
vraag: hoe ontworstelen wij ons aan de
bereids gevestigde kerkelijke heerschappij '.'
En nu is het ons aller diepgewortelde
overtuiging: dat op deze door alle vrijzinni
gen in den lande zoo vurig begeerde uit
komst slechts diin uitzicht bestaat, indien
bij den komenden stembus strijd er naar ge
streefd wordt, dat zooveel mogelijk alle Ka
mer-zetels, thans door leden der linkerzijde
bezet, onversrliilliy of het f/eldt
manitist-liberalttt", Vnie-liberalen, vrijzinnig-democraten, of
wel sociaal-democraten, door herkiezing voor
de aftredene titularissen behouden blijven.
zoodat voor nieuwe vrijzinnige candidaten,
uit te kiezen met overleg en locale kennis,
allén in aanmerking dienden te komen ze
tels, die thans door kerkelijken of d <or vrij
willig terugtredenden zijn bezet".
En het is daarom dat wij, niet gedreven
door onbescheidenheid, doch er.kel door onze
overtuiging omtrent het landsbelang, uw
hebestuur ten dringendste verzoeken : zich in
den hierboven bepleiten zin met bekwamen
spoed in verbinding te willen stellen met de
Commissie van Advies" bovengenoemd, en
voorts met het bestuur der Liberale Unie,
en ook met dat der Sociaal-democratische
partij."
Wij zijn het met de inleidende toelichting
van dit voorstel geheel eeni. In Januari
reeds toonden wij aan, dat een plan de cam
pagne noodig was; dat de vaststelling
van een regeeringsbeleid, eerst kan volgen
op den uitslag der verkiezingen; dat de
anti-clericale verkiezingsleus, allerminst
een negatieve, maar een zeer positieve
verkiezingsleus moest heeten in dit geval.
Alleen ten opzichte van het nu door de
kiesvereeniging voorgestelde, als maat
regel om tot eendrachtige samenwerking:
te komen, verschillen wij van gevoelen.
Ten eerste, omdat, bij de nu bestaande
verwarring, inen niet meer tot zulk een
overleg zal kunnen komen, daarvoor zijn
de partijen reeds te ver gegaan; ten
tweede, wijl de kans van in troebel
water te visschen, voor candidaten, die een
zetel begeeren, niet zoo licht wordt prijs
gegeven; en ten derde, omdat er onder de
aftredenden, tegen wie nu op allerlei
wijze geageerd is, zullen zijn, voor wie
men niet bij eerste stemming als n
man ia 't geweer komt.
Maar zulk een oplossing is ook niet
noodig. De misslag zou veel eenvoudiger
kunnen worden hersteld.
De fout zit uitsluitend ia de coalitie
tusschen de Borgesianen en de Druckei
ianen op 21 Januari gesloten en bevestigd.
Deze coalitie, die om haar een schijn
van fatsoen te geven, een
programmetje aannam als cerkieziiigsleiis, bedoelde
een kind kan 't begrijpen den so
cialisten en oud-liberalen hun zetels te
ontfutselen ... naar 't heette, om op die
manier in alle eendracht! Kuyper a. s.
te verslaan.
Welnu deze oorzaak van wrevel en
nijd, snijde men af. Laat de Unie- libe
ralen en de Vrijzinnig-Democraten, ieder
op eigen gelegenheid handelen, elke groep
haar eigen candidaat stellen en heel de
herrie is uit. Immers dan wordt het in
districten die daarvoor gelegenheid
bieden niet anders dan een eerlijken
strijd, om te weten te komen, welke dor
?riff groepen, in kiezcrstal de meerder
heid heeft en welke candidaat voor de
herstemming is aangewezen. Maar dit
willen de Unie-liberalen niet, en de
Vrijz.democraten evemin ; /ij zijn veel te bang,
dat het eens mocht uitkomen, hoe zij
afzonderlijk toch maar een zeer klein
partijtje vormen; en meer dan n district,
waarop zij hopen of rekenen, xou hun
aan socialisten of oud-liberalen ontgaan.
En dit is, in hun oog, veel erger, dan
dat Kuyper nogmaals zegeviert!
Nii de noodlottige gevolgen van de
coalitie, reeds vóór het gejubel der 51
Borgesianen, door ons voorspeld, zich
steeds meer doen gevoelen, verneemt men
woorden van bestraffing totde Oud-libe
ralen gericht, alsmede tot de
VrijzinnigDemocraten.
Het Vaderland schrijft:
,,De beide vleugels van het liberale lieir,
de oud-liberalen en de Vrijz.-Democraten. zijn
naarstig doende de verkiezingen hartgrondig
te bederven. Geen dier beide partijen gaat hier
schuldeloos uit, maar de bezadigde"
oudliberalen zijn het onberadenst en het
onbezaditrdst van allen. Zij gaven alvast den eer
sten klap",'door in Deventer met man en macht
te gaan ijveren tegen den voorzitter van den
Vrijzinnig-Democratiseheu Bond, aftredend lid
voor dat district. Kn het was hun orgaan.
J)e JYiViitce Courant, die het onnoozel"
noemde thans nog van overleg te reppen
tusschen de aanvoerders der verschillende
vrijzinnige korpsen. Geheel in overeenstem
ming hiermede is het candideeren van prof.
d'Aulnis tegenover prof. Drucker te Groningen.
Scherp teekent zich tegenover deze houding
die der kiesvereeniging Burgerplicht" af,
welke den aftredenden afgevaardigde, mr.
Drucker, candideerde en tegelijk een motie
aannam waarbij heel het vrijzinnige Nederland
tot samenwerking werd opgeroepen, liet
ageeren tegen aftredende vrijzinnigen van welke
nuance ook, ontraden werd.
Wanneer men zoo de teekenen der tijden
waarneemt, dringt deze slotsom zich onweer
staanbaar op, dat in het liberale kam p
eenerzijds hervormingszucht uit het oog deed ver
liezen, hoe ietwat behoudzieke vrijzinnigheid
toch altoos nog beter Is dan onvrijzinnig
clericalisme en protectionisme, en anderzijds,
maar in veel sterker niate, een ongezonde
vrees voor democratie bovendrijft, waardoor
in niet minder mate de tegenpartij dreigt te
word-m bevoordeeld.
Treub en Van Houten, die elkaar de loef
trachten af te steken in onpractisch en on
tactisch gedoe. Maar de laatste wint het in
dit spelletje".
Het alleropmerkelijkste van deze be
risping is wel, dat zij alleenden,, beiden
vleugels" wordt toegezonden en de
Unie-liberalen, 's vogels beveerd lijf hier
schuldeloos uitgaat". Het hartgrondig
bederven" immers, waarover men thans
schreit, is niets anders dan het onvermij
delijk gevolg der coalitie, door Itoryeüus
mee bedacht en tot stand gebracht.
Die coalitie was het onberadenst en
onbezadigdst" uitdeelen van een trap aan
socialisten en oud-liberalen, en wat de
laatsten nu doen is niet meer dan het
geven van een klapje terug, waartoe zij
wel gehouden zijn, zullen zij zich niet
doen kennen als een volstrekt verloopen
partij. Waarlijk het is nogal fraai het
't paard euvel te duiden, dat het eens ach
teruit slaat tegen den kerel, die hem zoo
graag dood ranselen zou!
Nog ongemotiveerder is het te ver
klaren, dat het Groningsche Burgerplicht
scherp zich teekent tegenover de hou
ding der oud-liberalen, daar zij een motie
aannam, waarbij het ageeren tegen af
tredende vrijzinnigen, van welke nuance
ook, ontraden werd". Wat toch geschiedt
er te Groningen anders, dan dat de
Vrijz.Democraten, omdat het klapje van de oud
liberalen raak is geweest, d. w. z. omdat
Druckers herkiezing gevaar loopt, eieren
voor hun geld kiezen ? Zeker, hadden zij
vóór de candidaatstelling van D'Aulnis
een motie de wereld ingezonden, om to
protesteeren tegen Drucker's en
Borgesius' ftibricaat, wijl deze coalitie den ver
kiezingsstrijd onzuiver moest maken, er
ware reden voor een woord van lof.
Nu echter Drucker te Groningen,
Marchant te Deventer, en, wie weet, van
Kaalte te Kotter-dam, gevaar loopen....
zouden de hoeren haast wel tot alles zijn
te krijgen. Maar wie durft te meenen,
dat dit iets te maken heeft met den lust
om zekerder te zijn van een nederlaag
der clericalen ? En dit behoorde toch bij
deze verkiezing het eerste aller mo
tieven te wezen.
En waar blijven nu de taktiek en de
practischo zin der Borgesianen, die, als
middenmoot der liberale partij, er hun
belang in zien, de oud-liberalen niet
verder door de coalitie te verbitteren?
Na eerst met de Druckeriiinen, door hun
onhandig en zelfzuchtig optreden de
oud-liberale partij nieuw leven te hebben
ingeblazen, een toestand van de hoogste
verwarring to hebben geschapen, missen
zij nu nog den moed om het verbond
met de Yrijz. Democraten eerlijk op te
zeggen, en alzoo hun eigen vrijheid,
anders dan door ontrouw en woordbreuk,
te hernemen, om zooveel mogelijk nog
den bedorven verkiezingsstrijd te zuiveren.
Zoo laten zij de Vrijz. Democraten,
waar dezen hun zin willen doordrijven,
onbelemmerd, m. a. w. zonder dat hun
den krachtigsten tegenstand wordt ge
boden, over de Unie-hulptroepen beschik
ken : want liet spreekt van zelf, dat bij een
aldus voorbereide verkiezingscampagne
er van zuivere partij-formatie noch bij
de Vrijz. Dein. noch bij de Liberale l'nie
eenige sprake kun zijn. Zoo staat ook
thans nog bij de l'>iie-lib<'ral<-ii volstrekt
niet het hoofddoel: de strijd tegen de
kerkelijken, op den voorgrond, maar
handhaven beide groepen een overeen
komst, die een voorbeeld moet heeten
van beginsellooze politiek. Dir blijven
samengaan van de Vrijz. Democraten
met de l'nie-liberalen, nadat deze het
contract verloochend hebbeu juist ten
opzichte van her dciii<><-ratix<-ln punt. en
dit blijven hangen van de Lib. Tnie
aan den \ rijz.-dem. Hond, ofschoon de «c
de belofte van een zuiver democratisch
streven van haar had ontvangen, men
behoeft er niet op te rekenen dat het
langs royalen weg vóór de verkiezingen
eindigen zal. J let kwaad werkt nu een
maal door. De hoeren moeten zich voor
elkander schamen als zij elkaar aan
zien ... en nagaan hoe zij do groepen der
linkerzijde, in haar onstuimige jacht togen
elkaar, tot de risée maken van de kerke
lijke partijen maai1 bij dit ingezette
spel, zijn allo hoogere overwegingen
buitengesloten; zelfs hun ariti-clcriculisme
als politiek beginsel doodverfden zij den
eersten dag tot ,,maar iets negatiefs."
liet eenige waarachtig positieve in deze
hoog-practische en tactische politieke
wereld is een kamerzetel mér... en
wie het genoegen gesmaakt heeft jaren
lang den gang van zijn mede-stervelingen
in dit labyrinth na te speuren, zou maar
al te slecht uit zijn oogen hebben moeten
zien, zoo hij niet wist, dat het bereiken of
het behouden van een kamerzetel iets is,
waarvoor vaak ook de braafste menschen
bereid zouden zijn een moord te begaan.
In vergelijking met de drie liberale
groepen, hebben do sociaal-democraten
tot dusver zich bijzonder kalm be
toond bij de voorbereiding van hun
verkiezingswerk. Geheel op zichzelf
staande, beter georganiseerd en gedisci
plineerd dan de onderdeelen der vrijzin
nige partij, zijn zij in staat zich van
gekrakeel te onthouden. Thans, op het
in de Paaschdagen vergaderd Congres,
hebben zij zich, hoe kan het anders, ook
niet gespeend aan theoretische beschou
wingen, omtrent hetgeen bij de herstem
mingen hun te doen zal staan; en is
het zelfs gekomen tot een practisch be
sluit, dat in zijn wezen maar weinig van
het theoretisch karakter der discussiën
verschilt.
De met algemeene stemmen aange
nomen resolutie luidt:
Het kongres, overwegende dat de arbeiders
klasse voor haar maatschappelijk belang den
politieken strijd voert en daarbij eendrachtig
moet optreden ;
overwegende dat daarom tegenover de
antithese der christelijke partijen, door de
vrijzinnigen van alle gading aanvaard, die
van kapitaal en arbe.d moet worden gesteld;
verklaart zich niet bij een anti-clericale
partijgroepeering te laten indeelen, maar haar
eigen standpunt van den klassenstrijd
onverzwakt te willen handhaven en den strijd
tegen alle burgerlijke partijen te zullen
aanvaarden ;
verklaart bij de herstemmingen alleen die kan
didaten te zullen steunen, die zich verklaren vóór
de urgentie van alytmcen kieirecht."
Naar de letter opgevat, zouden toelich
ting en conclusie, moeten beteekenen,
dat de Soc. Dem. partij zich, bij een
herstemming tusschen een kerkelijke en
een niet-voorstander der urgentie van
algemeen kiesrecht, steeds zal onthouden.
Intusschen blijft het de vraag of deze
uitlegging dor woorden wij zullen
niet zeggen, juist maar in den geest
van al de voorstemmers is.
De heer Tak toch, die adviseerde, de
motie aan te nemen gelijk zij daar lag,
schreef in Het Volk:
Voor de herstemmingen, dat is voor den
steun aan burgerlijke candidaten die met
elkaar in strijd zijn, is als onderscheiding
gesteld of zij voor de urgentie van het kies
recht zijn. Over de vraag of bij herstemming
de principieele lijn moet worden doorge
trokken, en of wij verklaringen moeten vragen
van menschen die heeiemaal tegenover ons
staan, zal in rustiger tijden een niet onbe
langrijke gedachten wisseling kunnen gevoerd
i worden. Voor ons zijn de herstemmingen van
enkel strategische beteekenis en is voor het
vaststellen der houding het oogenblik pas
gekomen, als de uitslag der eerste stemming
bekend is. Geen compromis, dat wil niemand
bij ons. Maar wij willen er bijvoegen: zelfs
geen verklaringen van
herstemmingscandidaten verlangen wij. We kunnen ze genoeg
beoordeelen naar de politieke groep waar ze
bij hooren : deze bepaalt hun politieke hou
ding, en wat ze verder persoonlijk zeggen laat
ons koud. Al de vrijzinnig demokraten zeg
gen nu nog. dat zij kiesreeht-mannen zijn,
maar ze gooien het kiesrecht in een hoek.
In de tegenwoordige politieke verhoudingen
is voor ons tussehen Treub en Karnebeek
geen verschil. En toch /.al in hun persoonlijke
verklaringen zeer degelijk onderscheid wezen.
Politiek is een zaak van groepeeringen, niet
van persoonlijke bedoeling.
Intusschen, wil men vooraf een ander onder
scheid maken tusschen de tegenstanders onzer
zaak dan de krijgskunst van het oogenblik
zal vereischen, dan is zeker de gekozen for
mule van de urgentie van het kiesrecht, er
eene die uitmunt door eenvou i en duide
lijkheid."
Zoo blijft er van de formule nopens
de urgentie van het kiesrecht over, dat
zij uitmunt door eenvoud en duidelijk
heid,'' maar heeft zij hoc nadeel, of, zoo
men wil, het voordeel, eigen aan meer
moties, die bij akklamatie worden aan
genomen, dat zij wat veel heeft van een
hoed zouder bol.
De tijd zal loeren of de socialisten zich
aan de woorden van Het Vnlk, die ook
wij in hoofdzaak beamen, zullen houden,
of aan de resolutie, welke voor een aantal
gevallen tot onthouding, en dus tot verster
king van de partij der kerkelijken moet
leiden. Te oordeelen naar hetgeen op
het Congres gesproken werd, verwachten
wij, dat ook voor de Sociaal-Democra
ten, bij de herstemmingen, in 't alge
meen, de overweging den doorslag zal
geven, dat het conservatisme jiliin cleri
calisme, voor de S. D. A. P. erger nog
is dan het conservatisme alleen.
Onze neutraliteit in het Aziatisch
koloniaal gebied.
II. ('Slot).
Tn dezen gedachtengang zou er geen
aanleiding' zijn voor verdere behandeling
der vraag, of schending onzer neutraliteit
in Aziëwaarschijnlijk mag worden geacht,
en of onze strijdmacht aldaar van voldoende
sterkte is om de diplomatie in haar voor
nemen om die onzijdigheid te handhaven
afdoende te steunen, ware het niet, dat
wordt vermeend, dat allerminst gevaar be
staat voor zoo'n bewuste en gewilde schen
ding onzer onzijdigheid in Aziëhetzij door
Japan, hetzij door Rusland, dat deze tot
voor ons land ernstige moeilijkheden zou
kunnen leiden, terwijl onze koloniale strij
1macht voldoende krachtig wordt geacht
voor haar taak, en tot optreden in staat,
bijaldien toevallige, onbewuste schending
plaats mocht grijpen.
En daar een motiveering van deze meening
niet anders als ten goede komen kan aan
onze internationale positie kan zij zonder
bezwaar worden gegeven.
Van af den aanvang van den krijg heeft
Japan op de meest besliste wijze zijn wensch
te kennen gegeven om het conflict tot
Rusland te beperken. En het heeft dit
gedaan niet uit humanitaire overwegingen,
of uit deferentie voor de door eenigerlei
mogendheid gewilde onzijdigheid, doch uit
welbegrepen eigenbelang. Japan ducht elke
inmenging van der Ion, of elke complicatie
van het conflict, zich herinnerend wat in
1895 is geschied. Japan weet zeer wel, dat
Rusland de sympathie van velen heeft,
dank zij de millioenen die Rusland van
Europa heeft geleend, en do vrees dat het
Europeesch bezit ii Aziëdoor een volledige
Japansche overwinning vroeg of te laat te
loor zal gaan.
Overtuigd van zijn suprematie ten opzichte
van Rusland begrijpt Japan dat complicaties,
hoe ook ontstaan, tot min of meer gerecht
vaardigde interventie van derden aanleiding
kunnen geven. En* interventie kan voor
Japan alleen tengevolge hebbon, dat het
bij het sluiten van den vrede niet ten volle
zal verkrijgen, waarop het naar het verloop
van den krijg aanspraak meent te kunnen
maken.
Japan moet alles er aan gelegen zijn om
zijn strijdmacht allén voor den krijg met
Rusland ter beschikking te houden. Het
kan geen prijs er op stellen om zijn krachten
te verdeelen door nog een tweede mogend
heid in het geschil to betrekken. Ook daar
om omdat Japan bij het openen der
vredespreliminairen nog de beschikking hebben
moet over een krachtig leger, en in het
bizonder over %en slagvaardige vloot, om
als Europa dan intervenieeren wil, hoe on
gemotiveerd ook, die interventie dooi1 be
dreiging met wapengeweld binnen enge
proportiën te houden.
Dit lijkt mij zelfs oen verklaring voor
het onbegrijpelijk zwak agressief optre leu
van den admiraal Togo, in tegenstelling niet
de geen offers ontziende aanvalsoiiergie van
de Japansche krijgsoversten te land.
Ik kan mij daarom niet voorstellen onze
koloniale weerkracht moge groot of klein
zijn dat Japan beoogt de Russische vloot
in de Xederlandschc Oost-Indische wateren
aan te grijpen, en aldus het zoo gevreesde
spook der Europoesche interventie op te
roepen, waarbij het nog de kans loopt van
beschadiging zijner vloot veel of weinig
door de koloniale Ifollaridschövloot en
kustversterkingen. Te moer, omdat Japan
uit zuiver militair oogpunt beschouwd, alle
belang er bij heeft, dat de zeeslag met de
Russische vloot zoo nabij mogelijk eigen
territoir plaats grijpt, en dus ten noorden
van ons koloniaal zeegebied.
Dan toch kan de Japansche vloot in aantal
en tonnenmaat der suhepcn het grootst zijn,
en zal Rusland in deze door afval van
schepen het kleinst zijn, terwijl de Russen,
wat gevechtsvaardigheid en gevechtskracht
betreft, dan onder slechter conditiën ver
koeren dan de Japanners. Voor deze is ook
de gelegenheid tot het opbrengen van prijzen
(in eigen havens) en van min of meer be
schadigde Russische schepen dan het guns
tigst : terwijl de kans dat zij hun eigen
schepen voor verder gebruik op eigen werven
kunnen reparecren, het grootst is.
Is van Japan geen agressief' optreden te
duchten in onze wateren, en ligt het niet
in den aard van zijn vlootoffijieren om
schuts te vragen op een llolhmdschc ree,
bijaldien een Japanneesche verkenner door
een Russische scheepsmacht mocht worden
bedreigd, het zou kunnen zijn, dat Rusland
dit wel deed en langer dan volkenrechtelijk
oirbaar was om welke reden dan ook.
liet kan in trouwe niet worden verlangd,
dat Nederland zijn bemanningen en schepen
dan roekeloos en zonder meer er aan zou
moeten wagen en de Russische vloot aan
grijpen, hetzij torwille van Japansche pro
testen, of om uit theoretische overwegingen
een vrij fictief en niet gecodificeerd" re'cht
te doen eerbiedigen, waardoor het aan zijn
handelaren nog het voordeel zou ontnemen,
dat de approviandeering van een groote vloot
oplevert.
Frankrijk heeft ook niets daadwerkehjks
gedaan om het voor anker blijven van de
Russische vloot op de reode van Madagasoar
te beëindigen, /elf's als Japan op het doen
vertrekken der Russische vloot bij onze
rogeering aandrong otn wat reden óók, en
Rusland doof bleef'voor elk vertoog, dan nog
ware een daadwerkelijk optreden van onze
strijdmacht direct onnoodig.
NV el zou de Nedorlandsche regeering goed
doen haar strijdkrachten te concentreeren
voor zooveel noodig nog nabij de Russi
sche vloot. Rusland kan niet verlangen dat
schending zijnerzijds van onze gastvrijheid
door ons land wordt betaald in offers van
bloed en geld; de Russische vloot is uitge
varen om zich rnet de Japansche te meten
en niet om op Nederlandsen Oost-Indisch