De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 30 april pagina 5

30 april 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1453 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 2*?!* SOEPROLLEN in tabletten a 10 cents, voor 2 borden voortreffelijke Soep, geven ia korten tijd allén met water smakelijke en gezonde soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling. Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOBU, Amsterdam. imiiiiiiiMiimiiiiniMiMiiiiiMii men dan staan om de kleine menschjes iets te laten snappen van het gedachten Ie ven der groote denkers. De opgave was hier te zwaar voor haar die ze uitvoerde. Het is byna een school-opstel, dat Elisabeth Neményi ons biedt: een verhaal waarin het denken van Ellen Key, haar leven, haar idealen, een conscientieus-bereide potpourri vormen, zonder systematische indeeling, zon der rustpoozen van-'t-een-op-het-ander, met geheel onnoodige vergelijkingen en niet altijd zorgvuldig gekozen citaten. Enkele breedsprakig-onartistieke bladzijden hadden met succes kunnen worden wegge laten; verschillende schoone gedachten der beminnelijke vrouw mist men. Zoo wordt nagenoeg niets gezegd van het gewicht, dat Ellen Key hechtte aan de schoon heid, de kracht en de vaardigheid van het lichaam. Zij wil haar ideaal volk zien op groeien, physiek en psychisch sterk. Niemand is meer dan Ellen Key ervan overtuigd, dat hoogere psychische ontwikkeling slechts mo gelijk is bij den physiek-krachtige 2). Meer dan dat, zij ziet de de ethische waarde der lichamelijke schoonheidsvereewng 3). Het had bepaald gereleveerd moeten wor den, dat zij op dit punt zooveel menscheIjjker, zooveel gezonder denkt dan veel van haar in-'t-ideële-doorslaande tijdgenooten. Ieder referaat daaraan ontbreekt echter. Ik vrees dat zij, die Ellen Key door haar werken lief kregen, deze brochure niet zonder ergernis zullen lezen : daarvoor wordt er te veel gegeneraliseerd, te veel uit zijn verband gerukt. Maar toch zullen juist zij niet hard mogen oordeelen, want zij moeten begrypen hoe moeilijk het is, de essence van der schrijfster ideën, het ruime van haar opvatting, het subtiele maar toch logisch-mogelijke van haar utopiën, haar vrouwelijk-teer en toch zoo krachtig doordringen in der menschen meest geheime gevoelens weer te geven. Meer duidelijkheid echter had men recht matig mogen verlangen: de afwisselende ik-wijzij vorm is storend. Dikwijls is het geheel onduidelijk, wie aan het woord is, Ellen Key, een harer geesteskinderen of de biographe. Dit is speciaal hinderlijk omdat Ellen Key zelf zoo duidelijk schrijft: zij vermoeit niet, haar betoog is even helder als belangrijk, zij preekt niet, zij stelt zich nooit op den voor grond, zij gebruikt geen enkel onnoodig woord. Onwillekeurig willen wij. de bespreking der werken eener zoo aangelegde schrijfster k duidelijk, óók belangrijk en goed van vorm. Zelfs trof mij in het werkje van Elisabeth Neményi een nuance van de schoolsche pedanterie, die nooit krachtiger bestreden werd dan door de vrouw over wie zij schrijft. Toch geloof ik dat meer gebrek aan kennis, dan gebrek aan sympathie voor haar onder werp, de fout der biographe is geweest. Zij heeft tegen zich ook den brochurevorm. Men kan Ellen Key vluchtig bespreken in een interview, dat dan zuiver journalistiek blijft; men kan haar een boekdeel wijden, zorgvol 1) Zonder jaartal verschenen bij W. J. Thieme & Co te Zutphen. 2) t. q. o. a. Das Jahrhundert des Kindes, blz. 30: wird Sport und Spiel, Gymnastiek und Fusswanderung, Natur und Freiluftsleben, und eine nach dem Muster der Schwedische Volkstanze regenerierte Tanzkunst eine der herrlichsten Quellen der psychischen und physischen Erneuerung der Gcneration. 3) Zie o. a. Das Jahrhundert des Kindes, blz. 171: Gewisz mussen einige einfache Gewohnheiten Benehmen und Ordnung, Nahrung und Schlaf, Luft und Wasser, Kleidung und körperliche Bewegung betreffend zu ele mentaren Sittlichkeitsbegriffen bei dem Kinde gemacht werden, das nicht früh genug lernen kann, die körperliche Gesundheit und Schónheit als hohe ethische Werte anzusehen und vergehen gegen die Geeundheit und Sch nheit als hasslichen Handlungen zu betrachten. iilfHllllllltMiiHHiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiimtHil UIT DE NATUUR. CV. Symbiose. Wie wel eens gehoord heeft, dat in Indi somtijds wilde pauwen de aanwezigheid van jagers aan den tijger verraden, zoodat de groote roovers tijdig de vlucht kunnen nemen, of dat een bepaalde vischsoort, het loodssamengesteld uit het rijke materiaal harer werken. Wat daar tusschen ligt moet bijna half, oppervlakkig en schoolsch worden. De vraag is of dit werkje in staat zal zijn, nieuwe vrienden te maken, of het velen zal opwekken om te gaan tot deze goede en wijze vrouw en van haar te leeren. Ellen Key geeft uitdrukking aan wat de nobelste vrouwen, de besten onder de moeders, zij het ook elementair, voelen. Daarom zal haar woord bij iedere rechte vrouw sympathie vinden, zal haar een opwekking zijn tot eigen hooger zieleleven. In hoe meer handen de werken der Zweedsche schrijfster komen, hoe beter voor het eigen-ik der lezers, voor hun omgeving, voor de menschheid zelve. En als dit werkje nieuwe vrienden maakt voor de energieke schrijfster, als het velen opwekt om te willen leeren van deze be minnelijke en helderdenkende vrouw, dan is het, ondanks zijn fouten, niet vergeefs geschreven. Nog 'n waarschuwing : Wie Ellen Key van Elisabeth Neményi leest om mee te praten" over dit thans actueele onderwerp, zij voor zichtig ! Het essentieele van haar werken zoeke en vinde men zelf, of zwijge erover ! COSMOPOLITA. Over de sociale positie van de ongehuwde moeder en haar kind, door mevr. W. WlJNAENDTS FSANCKEN"?YSERINCK. Dat de, onder dezen titel uitgekomen bro chure een bestaande leemte vult, dunkt ons buiten twijfel, immers van welk groot algemeen belang is het hier behandelde onderwerp en hoe moeilijk is het voor den leek zich een weg te banen door de ingewikkeld geredigeerde artikelen van ons Burgerlijk Wetboek. Allereerst dus -sen woord van dank aan de schrijfster die ons op zóó duidelijke en onderhoudende wijze het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van art. 342 B. W. verklaarde en daarbij tevens aangaf welke veranderingen, zij door de praktijk geleerd*) er nog in zou wenschen te zien aangebracht. Mevrouw Wijnaendts Francken doet zich in deze brochure kennen als een warm voorstandster van het wetsontwerp van Minister Loeft' en geen wonder, welke vrouw die rekening houdt met de bestaande maatschappij en dus weet, dat alles zich daarin slechts ge leidelijk kan ontwikkelen, zou dat niet zijn. Zeker is het waar, dat wij, bij aanneming van dit ontwerp terugkeeren tot den goeden ouden tijd," schijnbaar dus een stap achteruit doen; maar laten we met mevrouw W. F. hopen, dat het slechts reculer pour mieux sauter" zal zijn en er eenmaal een tijd zal komen, dat wetten als het tegenwoordige wetsontwerp Loefl' niet meer noodig zullen zijn, omdat mannen en vrouwen beide door drongen zullen wezen van een diep en ernstig besef van verantwoordelijkheid n tegenover de maatschappij n tegenover het nage slacht." (bl. 46). De brochure, die in den vorm van een voordracht wordt gegeven, omdat de schrijfster in verschillende vergaderingen, voordrachten hield over het hier behandelde onderwerp, en van verschillende bijlagen is voorzien, begint met een historisch overzicht van de wijze, waarop in vroeger tijden het onderzoek naar het vaderschap in de verschillende landen van Furopa geregeld was en van de pogingen, die er in de laatste 30 jaren zijn aangewend, om dilar, waar 't absolute ver *) De schrijfster is presidente der Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming, welke vereeniging zich ten doel stelt de toepassing van nzelfden maatstaf van zedelijkheid voor mannen en voor vrouwen; gelijke verant woordelijkheid van den vader en de moeder tot hun kind. Zij tracht dit doel te bereiken door zich o. a. over het geheele land het lot der ongehuwde moeder, der verlaten vrouw en van het buiten echt geboren kind aan te trekken. MitllllllliiiimiliiiuiimiliiiiMi miMiimiiiiiiimiMiiMiiiimm of van eenige dieren, of van een plant met een dier onderling. Zoo ruim van inhoud genomen, dat elke samenleving (b. v. ook het leven in troepen van antilopen) er onder valt, is het begrip lang niet in alle boeken. Het bijcenleven van dieren van de zelfde soort, ook al vormen /e staten met verschil lende individuen, als bijen en wespen of mieren, wordt er meestal van gescheiden; Wortel van een pijnboom, symbiose met zwammen. 1. Het eind van wortel met gewone wortelharen links, rechts met tot mykorrhizen vervormde worteleinden. 2 en 3. rosjes mykorrhizen afzonderlijk. 4. Fen worteleinde, waar de wortelzwammen druifachtige verdikkingen vormen. 5 en G. Doorsneden, sterk vergroot, van wortels met zwammen samenlevend. De cellen zijn er mee gevuld. vischje, mannetje en wijfje, voor een haai uitzwemmen en hetn waarschijnlijk rappor teeren als er ergens buit te vinden is, die weet ook ongeveer wat in de planten- of dierenbiologie met tymbiote wordt bedoeld. Zoo ongeveer; want het begrip is rekbaar en niet krimp vrij; lang niet alle natuurkundige schrijvers verstaan er even veel of even weinig onder. In elk geval moet er sprake wezen van een samenleven van twee of meer planten ook al die gevallen waar verschillende plant of diersoorten in eikaars gezelschap leven, zonder dat met eenigen grond de reden of oorzaak valt te gissen, zoodat het geval voorloopig als een toeval moet worden beschouwd. Nog enger vatten sommige natuurkundigen de zaak op, wanneer ze alleen van symbiose spreken, indien een der ieden of groepenleden van de compagnieschap beslist een voordeel geniet door de vereeniging. Toch bod van dat onderzoek bestond, daarvan 't onrechtvaardige aan te toonen. Scherp, maar m. i. niet ten onrechte, hekelt de schrijfster daarbij de Staatscommissie tot herziening van ons Burgerlijk Wetboek, van 1880, die in '86 haar ontwerp indiende en daarbij den Franschen rechtsregel behield, niettegenstaande toen reeds van verschillende zijden stemmen daartegen waren opgegaan en de redenen die de commissie daartoe be wogen, altijd weer gebaseerd zijn op dezelfde slappe onlogische argumenten. Daarna behandelt de schrijfster die artikelen van het nieuwe wetsontwerp, welke 't meeste belang hebben voor den praktijk des levens, er aan toevoegende de wijzigingen, die zij er gaarne in zou zien aangebracht en die vooral strekken om de gevallen, die aanleiding zouden kurnen geven tot een proces, tot een minimum te beperken en om nóg betere waarborgen te verkrijgen voor het behartigen van de belangen van het buitenechtelijk kind. Ten slotte worden de bekende argumenten tegen de verplichte alimentatie op m. i. zér afdoende wijze weerlegd; ik kan dus deze brochure niet warm genoeg aanbevelen bij allen, 't zij zij- voor- of tegenstanders van het onderzoek naar het vaderschap zijn; bij de laatste, omdat zij na de lezing misschien tot andere gedachten zullen zijn gebracht, bij de eerste, omdat die hen zal sterken in hunne overtuiging en in hun strijd tegen de vooroordeelen. C. S. II. Het eerste jaar. Met veel sympathie, ja niets minder dan hartelijke instemming, heb ik het vorige jaar in deze kolommen melding gemaakt van de stichting te Kotterdam, van de Ver eeniging Tehuizen voor schoolgaande kin deren", die, in navolging van de stichting van freule Boddaert te Amsterdam, hier haar eerste tehuis heeft geopend. Fen ruim, zelfs fraai tehuis, doelmatig en voldoende gemeu bileerd, aan den Crooswijkschensingel, waar over ik toen, bij de opening, en nadat de kinderen pas waren opgenomen, reeds het een en ander mededeelde. Dezer dagen verscheen in druk het eerste jaarverslag der Vereeniging, en ik meen, het goede doel der Vereeniging slechts te kunnen bevorderen, door van dit jaarverslag melding te maken. Fr wordt, in de eerste plaats, over de beweegreden die tot de tot standkoming leidden, nog eens uitvoerig ge memoreerd : De kinderen van de moeders die hun kostwinner verloren en zelf hard moeten werken voor haar onderhoud, in anderer dienst, kan men onttrekken aan ver keerde omgeving en door opvoeding, leiding en het bijbrengen van practische kundighe den, hun kracht gevea om later een goeden strij i om het besta in te strijden en hen vormen tot flinke werkers en krachtige leden der maatschappij ; de moeders, bij wie de arbeidskracht nog niet is uitgeput ten ge volge van armoe ie en ellende, en bij wie ie hoop nog leeft, door arbeiden en oppas sen eenmaal weer in beteren doen" te zul len geraken, helpt men door den kwaadsten tijd heen ; men voorkomt het vervallen tot armoede, en versterkt het gezinsleden." Bij de aanneming der kinderen worden zij aan een geneeskundig onderzoek onder worpen, en verder omtrent leeftijd, gezindte, naam, onderwijs enz. een stamboek aangelegd. Eu >vat is nu de bevinding van 't eerste jaar? Het i* een lust en een genot, de kinderen te zien, vroolijk en ongedwongen, spelend alsof er geen wolkje aan heur hemel was, hartelijk en opgeruimd u tegemoet sprin gend als je ze komt opzoeken.... Of's win ters 's avonds aan tafel bezig met handwerk of fri'ibelspel, samen een liedje zingend of ernstig ingespannen bij hun arbeid van tee kenen, boetseeren ofslöjd. Zij zijn als broer tjes en zusjes in een groot gezin, allen gelijk, allen met een blauw schort, dat.... soms veel ellende moet bedekken." Nuttig werk wor.lt de kinderen geleerd, en goed voedsel wordt hun verschaft, 's Zoyalt er dan nog een verschijnsel onder, dat zeer algemeen en alombekend is : het para sitisme ; waartoe ook maar al te vaak ver schijnselen in 't menschelijk leven behooren ; denk maar aan lintworm en trichine. Nog beperkter opgevat, namelijk zóó, dat niet de n voordeel en de ander schade, maar beide firmanten voordeel of althans geen van beide schade moeten hebben, van de compagnieschap, wordt de symbiose heel wat sympathieker onderwerp van studie. Al moet er nog vaak met wellicht" en waarschijnlijk" gewerkt worden, er zijn al heel wat van die verbintenissen onderzocht en er is al veel ook met zekerheid bekend geworden. Sommige van die symbiotische feiten liggen zoo dicht voor de hand, dat een opmerkzaam wandelaar ze vaak onverwachts aantreft. Zoo trof mij gisteren in 't bosch van Bredius een lijsterbessenstruik, die vol in blad stond en zijn bloemtrossen al vertoonde en onmiddellijk er naast een vogelkers met open bloemen. De zon scheen lekker warm ; van den killen noordenwind was in de luwte van 't Jaojch niets te voelen; en allerlei voorjaarsbloemen openden aan den voet van de lysterbes hun kelken zoo wijd het kon. Paarse doovenetel, driekleurige viooltjes, steiremuur, massa's reigersbekjes en hoornbloenen. 't Was of er iets bijzonders gebeurde met die lijsterbes of hij jarig was of zoo, en door de buren bijzonder werd befeest. Ik begreep er er niets van ; ook de insecten die elders zoek waren door de ongewone lentekou, schenen hier hun schuilhoekje te hebben, hommels, graafwespen, honingbijen, kevers, vliegen, 't gonsde er dooreen als in Mei op de schermbloemen aan den zuidzoom van een bloemenbosch. Een vreemde beweging ging er langs de glimmende takken van de lijsterbes en van een vogelkers, een op- en neerstroom van mieren was het. Ontzaglijk was de menigte dieren, die langs alle vijf of zes hoofdstam men van de heesters voortbewogen. Wat deden ze? Enkele lievenheersbeestjes brachmers gaan zij nu en dan eens uit wandelen het is een zonnige tijd voor de kinderen, en het laat niet na, op de vorming der kin deren goeden invloed te oefenen. Over 't geheel" aldus coustateert het verslag ? mogen wij tevreden zijn over de resultaten van de behandeling der kinderen. Ook de karakters der kinderen gaan vooruit, blijkens het rapport ran de Directrice. Zelfs kinde ren, die door voorgaand gebrek aan toezicht geheel dreigden verloren te gaan, beterden zich en geven hoop op een goede toekomst." En over den invloed op het gezinsleven constateert het verslag: Heeft niet reeds het verplichte baden de moeders genoopt, Oeter te zorgen voor het ondergoed ? - Was een andere moeder niet getroffen, toen zij haar kindje, een weinig ongesteld, zoo netjes te bed zag liggen, en heeft zij daarna niet het eigen bedje van het kind opgeknapt ?" Zoo zijn dus de resultaten van dit eerste jaar volkomen bevredigend, en kan men, bij het lezen van dit jaarverslag, en medegevoelend het gebrek der kinderen, slechts smart gevoelen wanneer men dun denkt aan de duizenden kinderen, al of niet van wedu wen, die dat alles, wat toch zoozeer bij het kinderleven behoort, moeten missen! De financiën eischen echter versterking, en waarlijk deze vorm van liefdadigheid is er eene, die, al zal zij den algemeenen maatschappijlijken toestand niet kunnen ver anderen, toch elk's sympathie verdient. En zelfs om deze bescheiden inrichting op de been te houden, is er steun noodig! De gewone terugkeerende uitgaven gedurende 7 maan den bedroegen ? 1375.91, terwijl de jaarlijksche contributiën, bedragen der ouders, enz. omstreeks ? 1200.?bedragen. Er is nu een kapitaaltje, nog over van de bedragen in eens, van ?1041.72, maar dat brengt slechts geringe rente op. Kom hoe velen zijn er nog wel in het groote Rotterdam, die zonder opoflering contribuant dezer Vereeniging zouden kunnen worden, en daarmee uitbreiding mogelijk zouden kunnen maken l S. IIIHHIHMIUIIIIIHMHIIIIIMIIIIIMIMMIIHMMIIIflIHMIttMMMI Een dure plaats. Lady Garaio Paget. Lady Charles Beresford. Goswina von Berlepsch. Naar aanleiding van Eleonora Duse's in gang zijnde vertooningen van La Dame aux Camélias" doet een weinig bekende anecdote over den schrijver van het beroemde tooneelwerk, de ronde. Kort voor de première van La Dame aux Camélias" bezocht Duuias nis St. Petersburg en raakte daar leelijk in de knel toen hij zijn hotelrekening moest betalen. Evenals Rabelais, had hij een benauwd kwar tiertje. Ook hij kwam in handen van de politie, liabelais werd bevrijd door tusschenkomst van zijn vriend, beschermer en be wonderaar Franc/ois I, koning van Frankrijk en een Russische adellijke dame stond borg voor den Franschen tooneelschrijver. Kort daarop ging" te Parijs de eerste voorstelling van La Dame aux Camélias. De Russische vriendin was in Parijs en wilde het werk van Dumas gaan zien. Zij kon geen plaats meer krijgen ; toen schreef zij een briefje aan Dumas en betuigde haar leedwezen niet bij de première tegenwoordig te kunnen zijn. De hoffelijke, milde Franschman, ook toen weer schraal bij kas, wist geen raad. Toch wilde hij zijn reddende engel niet in den steek laten. Hij verkocht voor 150 francs zijn manuscript, verzocht een paar vrienden afstand te willen doen van hun plaatsen en hem hun loge te laten overnemen. Zij stemden toe en Dumasfils bracht een paar uur vóór de eerste op voering van zijn stuk, dat wereldberoemd werd, een entree-biljet aan zijn Russische weldoenster. Hij ontveinsde niet dat het hem verbazend veel moeite had gekost, haar aan die loge te helpen, maar, dat hij er nu ook stellig op rekende, dat zij er persoonlijk gebruik van zou maken. Dit geschiedde, en eerst vele maanden later, toen het goud Dumasfils toevloeide door de opvoeringen van meer ten me op de gedachte naar bladluizen te kijken; en ze waren er. Aan de toppen der twijgen, op de saamgevouwen blaadjes, waar maar een plooi, een naad of een vouw in blad of steel was te vinden, daar huisden eenige bladluizen, groen op de lijsterbes, bruin op de vogelkers. En wat deden nu die mieren'! Het was voldoende, even een takje aan te raken, om ze te zien samenscholen, uitschieten en stormloopen naar de bedreigde plek. In n oogenblik stonden de batterijen in actie; die bruine gezichten van de mieren ! Strak van plichtsbetrachting en doodsverachting keken zij je aan, uit hun lijven beschoten ze je met scherpriekend pro jectiel-vocht. Druk je er een dood, drie anderen klimmen op het lijk, gereed zich op te ollëren voor 't nationaal belang. Precies Japanners; die lijken werkelijk wat den kop betreft, wel wat op mieren; let maar eens op. Ieder bemerkt dadelijk, al ziet men voor 't eerst zoo'n mi eren vesting, dat hier leven en bestaan van de verdediging afhangt. De bladluizen vormen den nationalen rijkdom van den mierenstaat; zij bereiden de woedzame en smakelijke volksspijs, die steeds vloeit ook als de andere middelen van bestaan, de dennenrupsen vooral, schaarsch worden. Geen andere bladluiseters of suikersnoepers dulden de mieren in de boomen of heesters, waar ze hun vee hebben gestald. Ze beschermen de bladluizen tegen alles wat er kruipt: uit eigenbelang wel is waar, maar de bladluizen profiteeren er toch van. Dit geval van sym biose van wederzijdsch hulpbetoon, de eene zijde actief, de andere passief, is 200 duidelijk mogelijk, en al sedert jaren bekend. Een veel diepliggender geval van symbiose dat van groot belang gebleken is voor hout-, land- en boschbouw is de wortelsymbiose. Deze betreft een samenleving van plant met plant. Reeds lang wist men dat sommige planten, vooral boomsoorten, uitsluitend in een bepaalden grond wilden groeien. Niet zoo zeer het klimaat als wel de bodem besliste of een boom zou aarden of niet. Eerst dachten genoemd tooneelwerk, vernam de Russische dame, op welke wijze het den auteur gelukt was, haar aan den avond van de première, een plaats te bezorgen. * * * Lady Gerald Paget behoort tot Engeland's Smart set", tot die aanzienlijke kringen, waarover de dramaturg Alfred Sutro in zijn tooneelwerk : De muren van Jericho" zijn ziedende verontwaardiging uitspreekt. Hoewel Lady Gerald Paget tot de gewraakte Upper Ten" behoort, is zij niet dom, niet lui, niet wuft, niet harteloos. Integendeel. Lady Paget neemt het leven zoo ernstig op, dat zij tijdroovende liefhebberijen : jacht en paardrijden van haar programma heeft geschrapt. Züis een geestdriftige ijveraarster voor de belangen en rechten der vrouw. Zy wordt aangeduid als een out-and-out exponent of women's rights". Sarah Grand is haar afgod, en, telkens wanneer Lady Gerald Paget in het openbaar optreedt om een voordracht te houden, weet zij de aandacht te brengen op haar lievelings auteur, door haar betiteld als haar Gloria". Lady Gerald Paget bezit in hooge mate de zoo zeldzame gave van het woord. Zij heeft een aangeboren talent, haar denkbeelden en wei-overwogen en bestudeerde onderwerpen mee-te-deelen, in een taal onberispelijk van vorm, en geweldig van kracht. Zij spreekt voor de vuist, en wordt door haar landgenooten een vrouwelijke Demosthenes genoemd. Humor, pathos en overtuiging vonkt, siddert en gloeit door haar betoogtrant. * * # Lady Charles Beresford, een eigen zuster van Lady Paget, beschikt ook over een bui tengewone welsprekendheid, die zij echter niet in dienst stelt der vrouwenbeweging. De muzikale kunst, muziekliefhebbers en beoe fenaars, vooral Wagner-vereerders en executanten vinden in Lady Beresford een be schermster en voorstandster. Zoo dikwijls zij er kans toe ziet neemt zij een loopje met het streven en de vele bemoeiingen van haar zuster. Lady Beresford is een grappig men gelmoes van vernuft, spot, goedhartigheid en exentriciteit. Dit laatste openbaart zich in haar kleeding en in haar neiging tot Oostersche pracht. * * * De stad Zürich heeft een eigenaardige hulde gebracht aan Goswina Berlepsch, de produc tieve Duitsche schrijfster. Zürich bood haar honoris causa, het burgerrecht aan. Merk waardige onderscheiding, die zeker nog niet aan veel vrouwen ten deel viel. De schrijfster, die in Sachsen, te Erfurt geboren werd, bracht haar kinder- enjongemeisjesjaren in St. Gallen door, woonde later, tot aan den dood van haar vader, ook een bekend penvoerder, in Zürich. Goswina Ber lepsch, die Zwitserland erg liefheeft, is bui tengewoon geluAdg geweest in de teekening van haar Zwitsersche volkstypen. Na het overlijden van haar vader heeft zij zich in Weenen gevestigd. Haar romans Moeder", Mau-en-vrouw", Fortunats roman", wor den gerekend tot het beste, wat in de laatste jaren op de overvoerde Duitsche lettermarkt verscheen. CAPBICE. * -* * Appelen met wijnsaus. Tien a vijftien mooie tafelappelen worden dun geschild en voor zichtig ontdaan van het klokhuis. De appelen worden in witte wijn en suiker met bijvoe ging van een stuk citroenschil voorzichtig gaar gekookt. De appelen moeten heel blijven. Als zij gaar zijn, worden zij op een kristallen schaal geschikt en als zij afgekoeld zijn, vult men ze met een paar geconüjte kersen. Daarna klopt men 6 eierdooiers en 6 lepels witte suiker door elkaar, en laat dit koken met 1/4 liter witte wijn. Men roert er 4 blaadjes opgeloste, witte gelatine doorheen, giet dan de dikke saus over de appelen en zet de schaal tot aan het gebruik op ijs. Presenteer bij dit exquis dessert vanille batons of zér fijne biscuits. ?MHlIIIIIIIIIIHIIIIUtlMIftllHllllllllllllllltllMllllllllllllllllltllllllllllimUIM de kweekers aan zouten of mineralen in den bodem, aan vocht en droogte, tot Von Tubeuf de ontdekking deed, dat microscopisch kleine plantjes samen moeten leven, een symbiose aangaan met de wortels, en wel tot wederzijdsch voordeel. De boon zelf, dit staat wel vast, ontvangt als zijn deel van de winst een hoeveelheid stikstof, die hij voor zijn voorspoedigen groei noodig heeft. Onze heide-ontginning is met schot voor uitgegaan, sedert een dergelijke ontdekking voor de wortels van peulgewassen is gedaan. De dorre velden worden -/.oo noodig geënt met de stikstofbacteriën, die, in symbiose met de peulgewassen, den grond verrijken en voor graanbouw geschikt maken. Ook: in 't leven van de boschboomen speelt de wortelsymbiose een groote rol. Nauw keurig is dit onderzocht bij verschillende soorten, zoo ook bij de Arve, de forsche pijn, die groeit van Warschau tot Sachalin, in een breede strook, van de Oostzee tot den Stillen Oceaan en verder nergens anders dan in de Alpen en de Karpathen. Fen onderzoek van de wortels heeft een merkwaardige symbiose aan 't licht gebracht. Met 't bloote oog is al te zien, dat de wor tels tweeërlei zijn. Gewone lange wortels met wortelharen zuigen het water met de opge loste zouten op; de bolletjes van V-vormige organen zijn korte wortels, die vervormd zijn tot zwamwoningen, ze heet mykorrhizen en herbergen ontelbare kleine plantjes. Voor een deel bevinden zich deze buiten om den wortel, ze liggen daar als een viltmantel om heen, ofwel ze vullen de cellen. Van de inwen dig huizende gasten is het vastgesteld, dat ze den boom zijn stikstofvoorraad verschaf fen, grootendeels althans; welk nut de uit wendige symbiose doet, is nog niet met zeker heid te zeggen. Maar dat is wel zeker, wie den boom wil doen groeien en volkomen gedijen, moet ook de symbiose mogelijk maken. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl