Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1453
eenvoudig twee straten van onderseheidelijk
30 en 11 M. afgesneden, en om het terrein,
dat na die operatie overbleef, is een
schutting met de aankondiging Te koop"
gezet. Met een zoo verbluffend eenvoudige
methode is helaas evenwel meer aan de
praktische dan wel aan de aesthetische
eischen van het onderhavige geval van
steden bouwkunst voldaan.
Nu staat het weliswaar ieder vrij om zijne
denkbeelden omtrent de vervorming van het
Damplein in een ontwerp te belichamen,
en verschillende belangstellenden hebben dit
reeds gedaan: de heer J. L. M. Lauweriks
publiceerde zijn denkbeeld reeds in
Architectura van 5 April 1901, veertien dagen later
kwam in hetzelfde blad de heer A. H. Zins
meister ; de heer W. Kromhout Czn ontwik
kelde zijn plan in de vergadering van Het
Koggeschip," gehouden te Amsterdam 8 April
1904; de heeren P. Yorkink & Jac. Ph.
"Wormser beantwoordden in De Amster
dammer van 29 Januari 1.1. hunne vraag:
Hoe kan de Dam goed worden ?"
Het is evenwel te betwijfelen of deze weg
om in het bezit van ideeën en plannen te
komen betreffende eene zoo belangrijke
kwestie, eene gemeente als Amsterdam
waardig is. En bovendien is in casu het
maken van een ontwerp van werkelijk
praktische waarde m. i. vrijwel onmogelijk
zonder dat de gemeente eenige leiddraad
geeft door hare verlangens te publiceeren
en tevens bekend te maken in hoeverre zij
tot de verwezenlijking wil of kan mede
werken.
"Wordt niet een alomvattend ontwerp tot
uitgangspunt genomen, dan is schier onver
mijdelijk dat de Dam blijft, en steeds meer
wordt, een konglomeraat van onderling
onsamenhangende elementen. Geheel te
vermijden is dat thans al niet meer, maar
de stad kan er nog veel toe bedragen om
erger te voorkomen, door te zorgen dat zij
bij de bebouwing van de oostzijde van het
plein althans de leiding in handen houdt.
Een gemeentelijk plan, dat het ensemble
omvat, kan nog een zekere eenheid brengen.
Bestaat het niet dan wordt de bebouwing
van den Dam brokkenwerk; waarschijnlijk
eene samenstelling van elkander in opval
lendheid naar de kroon stekende gevels,
/ooals de zijwanden van het plein die reeds
beginnen te vertoonen. Men mag niet ver
geten, dat in de schaduw van het voor
malig Raadhuis de besehouwer van een
gevel eerder dan ergens anders in onze stad
zal worden herinnerd aan de juistheid van
hetgeen J. A. Coussin in zijn beroemd werk
Du génie de l'Architecture schrijft: qu'un
difice peut tre bien en lui même et ne
peut neanmoins se souffrir dans la place
qu'il occupe."
Eene interessante en passende
gebouwengroep als tegenhanger van het paleis, kan
echter nog den indruk van het geheel red
den en den monumentalen stempel op het
plein drukken die er m. i. op behoort.
Het zou daartoe zeker de meeste waar
borgen geven, wanneer de finantieele toe
stand mogelijk maakte eene bebouwing met
openbare gebouwen van rijks-of gemeente
wege die nu of later toch wel in het
hart van de stad noodig zullen blijken, bijv.
ter uitbreiding van het post- en
telegraafkantoor of althans om daarmede de hoofd
punten te beheerschen.
Het argument dat bij het vaststellen van
een plan, de verwezenlijking onmogelijk zou
worden ten. gevolge van het speculatief
opdrijven der huisprijzen, lijkt mij niet
afdoende.
De eigenaars van huizen aan den Dam
zijn moeilijk te vergelijken met slapende
honden welke men niet wakker moet maken.
De plattegrond van den Dam en zijne
omgeving is bovendien zoodanig, dat bij
eene verbetering van het plein alle huizen
direkt of indirekt betrokken zijn en er van
zullen profiteeren. Die perceelen welke ab
soluut noodig zijn, voor de verbetering der
verkeerswegen, kan men bovendien thans
reeds met den vinger aanwijzen. Wil men
zich laten weerhouden door de vrees dat
de huisprijzen zullen stijgen, dan kan men
vrij wel er van afzien den Dam ooit te ver
beteren, want-onverschillig wat er gebeurt
en al gebeurt er niets dan toch even
zeer zullen de aan den Dam gelegen
huizen steeds in prijs stijgen. Een opge
dreven prijs van het oogenblik is misschien
nog lager dan eene normale prijs van over
eenige jaren.
Bovendien is het geenszins noodzakelijk,
al zou het de zaak vereenvoudigen en be
spoedigen, dat de gemeente zelf voor eigen
rekening en risico de vervorming van den
Dam aan zijn oostzijde gaat ondernemen.
Wanneer de gemeente maar eerst weet wat
zij wenscht, kan zij de verdere ontwikkeling
der dingen kalm afwachten en deze grooten
deels overlaten aan particuliere bemoeiingen,
er zich toe bepalend deze te leiden. De
gemeente immers heeft in casu vele mid
delen om hare medewerking onmisbaar te
maken.
Het bedoelde plan kan er bijv. op gebaseerd
zijn dat er terrein beschikbaar komt, door
de afronding en normaliseering te zoeken in
het vooruitschuiven der rooilijnen, met name
aan de oostzijde, en niet door ten koste
van aanliggende perceelen het plein nog
te vergrooten. De Dam, in de eerste plaats
een plein van doorgaand verkeer zijnde,
heeft m. i. aan nog meer vergrooting dan
de Vijgendam reeds zou brengen, geene
behoefte.
Bij het Damvraagstuk behoort het nog
te veel over het hoofd geziene verband,
dat in den stedenbouw bestaat tusschen
aanleg en bebouwing op den voorgrond te
staan. Die beide elementen, welke tot de
wording van een stadsgezicht harmonieus
hebben samen te werken, zijn niet te scheiden.
Rekening houdende met de twee moge
lijkheden, waarop partikulieren konden op
treden, zouden dan ook althans een tweetal
plannen worden opgesteld; een voor het geval
eene bebouwing met smalle perceelen ge
handhaafd blijft, een ander voor het geval
kombinaties of groote lichamen de stichting
van enkele grootere gebouwen mochten
voornemen.
Denkende aan het verband, dat tusschen
den aanleg en de bebouwing behoort te
bestaan, zal men toegeven, dat om in elke
dezer beide mogelijkheden het gunstigste
eindresultaat te bereiken, en niet als met
de eene hand af te breken wat met de
andere werd voorbereid, een speciaal plan
wenschelijk is.
Wanneer , bijv. de ontwerper van den
aanleg eens gerekend had pp een monu
mentaal type van bebouwing, dan zou
geene zijner bedoelingen worden verwezen
lijkt, wanneer er ten slotte eens niets dan
hooge, smalle gevels verrezen.
De eigenaars der aanliggende huizen
zullen, naar te verwachten is, bij verbouw
hunner perceelen, deze gaarne tot aan de
vooruitgeschoven rooilijn uitbreiden en
wanneer zij op voordeelige voorwaarden de
daarvoor noodige stadsgrond kunnen ver
werven, zich onderwerpen aan enkele
wenschen van aesthetischen aard, misschien
zelfs ook aan een servituut, gelijk dat b. v. rust
op de gevels van de Grand' Place te Brussel,
sedert die voor stadsrekening gerestau
reerd zijn.
Ik stel mij voor dat de gemeente mede
werking kan vinden wanneer zij in den
een of anderen vorm de hare geeft, misschien
zelfs zonder zelf in den buidel te tasten.
Maar wil zij het onderste uit de kan, niets
offeren, maar integendeel nog zooveel mo
gelijk geld toekrijgen, dan valt haar het
lid op den neus en komt er van een
Damverbetering in aesthetischen zin hoogst
waarschijnlijk niets.
J. H. W. LELIMAN.
Architect.
Reinier Willem Pieler de Vries.
Er is een kind geboren, een jongetje, in de
[iMei,
De feestmaand, de uitverkoorne der liefde
[en poëzij,
juichten l Mei 1841 de echtelieden De Vries,
toen hun een welgeschapan zoon geboren
werd, die bij den christelijken doop de namen
ontving van Reinier, Willem, Petrus. De
eerste Mei heeft in Reinier Willem Petrus
de Vries' leven groote beteekenis verkregen.
D. Smit, de bibliothecaris van het Leesmuseurn
te Amsterdam heeft er in Smit Kleine's
Guldenwinkel" dit over aangeteekend : Den eersten
Mei 1841 werd Reinier. Willem, Petrus de
Vries geboren; den eersten Mei 1851) kwam
de Vries als leerling bij den boekbandelaar
H. A. Tjoenk Willink te Arnhem; den eer
sten Mei 1862 werd hij bediende bij de uit
gevers Ten Brink en de Vries; den eersten
Mei 18G5 nam hij den ouden boekhandel
van C. Weddepohl over; den eersten Mei
1S71 werd hij deelgenoot in de lirma Ten
Brink en de Vries, den eersten Mei 1901
werd zijn zaak uitgebreid en verplaatst naar
den Cingel, waar ze tot heden gevestigd
blijft, en den aanstaanden eersten Mei 1905
herdenkt hij den 40sten verjaring van zijn zelf
standig optreden als handelaar in oude boe
ken, als antiquaar, als houder van
boekverkoopingen.
R. W. P. de Vries is altijd een man ge
weest, die met het eene oog kijkt naar het
verleden en met het andere naar de toe
komst. Het verleden, in het bijzonder het
verleden van Amsterdam, heeft hij lief, in
dat verleden wijlt zijn geest, zijn beste deel;
het andere oog op de toekomst gericht, waakt
dat de keuken blijft rooken.
In al die jaren heeft R. W. P. zóó is
R. W. P. de Vries het meest bekend heel
wat boekverkoopingen gehouden, en heel wat
menschen en boekenvriendinnen leertn ken
nen, en de verschillende stroomingen in de
vraag naar boeken kunnen opmerken. Tot
de meest bekende boekverkoopingen van hem
behooren de boekverzamelingen van ds. van
Toornenbergen, J. P. Hamer, A. II. Walter,
W. J. Hofdijk, M. W. K. van Pappelendam
(met G. Theod. Boni samen); dr. C. Sepp
(samen met de F,. J. Brul); mr. Chais van
Buren, mr. X. H. de Roever, pastoor J. \V.
Brouwers (met de firma C. L. van
Langenhuysen samen); prof. S. Hoekstra Bun., F. D.
A. Obreen, J. M. A. Rieke (Atlas van Am
sterdam), C. Bellaart Spruyt, de Vondel-col
lectie van A. Th. Hartkamp, Ph. Xücken (met
de firma Mart. Xijhoiï' samen); C. J. van
Eeghen, teekeningen C. M. Dozy ; collectie
Andriessen, de Japansche veiling in 15)03, en
in 1905 die van prof. de Hoop Scheller,
Unger en Teixeira de Mattos.
lederen dag in aanraking komende met
geleerden en oudheidkundigen, scheerden ge
leerdheid en oudheidkunde niet over zijn
hoofd; hij ging, op bescheiden wijs, in het
verschiet tot hen behooren, zonder hun
famulus te worden. Zij keurden hem het intrare"
in hunne deftige en geleerde genootschappen
waardig. Zoo werd R. W. P. de Vries lid
en secretaris van het Koninklijk Oudheid
kundig Genootschap te Amsterdam, lid van
het Historisch Genootschap te Utrecht, lid
van de Maatschappij der Nederlansche Let
terkunde te Leiden, lid van het Koninklijk
Instituut van Taal- Land- en Volkenkunde
van Nederlandsch-Indië, enz.
Het zitten van R. W. P. op het gestoelte
der eere en het staan voor den katheder der
magisters heeft R. W. P. de Vries' brein niet
beneveld; hij heeft allereerst zijne zaken be
hartigd en zich daarin door goede, door
oudHollandsche trouw, en door deege deeglijkheid
naam, vertrouwen en gezag verworven bij
leeken en bij zijne broeders in den ouden
en nieuwen boekhandel. Als teekenen van
het vertrouwen door dezen in hem gesteld,
gelde zijne benoeming tot Bibliothecaris van
de vereeniging tot bevordering van de be
langen des boekhandels; tot bestuurder en
onder-voorzitter dier vereeniging; enz.
R. W. P. de Vries zou, als de groote bur
gerzin der 17e eeuw en het prat-gaan dier
eeaw op de roemruchte stad nog levende
was onder de bewoners van Amsterdam, met
Brederode, als eeretitel onder zijn naam kun
nen zetten : Amsterdammer. Want dat is hij,
in merg en been. Wie nog eens echte, oude,
erentfeste Amsterdammers bijeen wil zien,
moet den aanstaanden eersten Mei Reinier
Willem Pieter de Vries, op zijn 84sten ver
jaardag, tevens de 40ste verjaring van zijn
oudeboekhandelschap de hand gaan drukken.
Dan ziet hij er nog velen, en van allen
stand, en onder dezen zeker zijn meer dan
genootschapsvriend D. C. Meijer, die het
oude, roemrijke Amsterdam heeft doen her
leven in het prachtige door van Stockum
uitgegeven werk: Amsterdam in de 17de
eeuw".
Japansche kunst.
In het gebouw der Vereeniging Sint-Lucas"
Rembrandtplein 10, wordt Zondag 30 April,
des namiddags ten 2 ure, eene tentoonstel
ling geopend van eene exquise collectie Japan
sche kunst, bijeengebracht door de firma Wed.
C. G. Kleikamp, Wijnstraat 85, Rotterdam.
School voor Kunstnijverheid
te Haarlem.
Bij gelegenheid van het vijf-en- twintig-jarig
bestaan der School voor Kunstnijverheid te
Haarlem, zal op 15 Juli 1905 in de
schoollokalen eene tentoonstelling geopend worden
van het werk der leerlingen, waaraan eene
afdeelinu voor de inzendingen van oud-leer
lingen zal worden toegevoegd.
'Hm
J. , DE GHAAFF-HflYOTom
Ouden Engweg 18.
KEIZERSGRACHT 304
STATIONSTRAAT i?
TE HILVERSUM.
MEUBELEN ^TAPIJTEN
METAALWAREN'AARDB
WERK- INRICHTING°VAN
GEHEELE- HUIZEN
TLANDRÉ-AMSTERDAM
REGULIERSGRACHT°48
J.J.BIKSING,
Kunsthandel.
?8-GRA.VENHA.GE,
Molenstraat 65,654 en 61
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en firavures.
Panorama
Amsterdam,
Plantage
in de Kuntttxaal.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Oostersche Tapijten.
Vaste prijzen. Toegang vrij.
Het Panorama Jerusalem is dagelijks geopend.
Laat Uwe woning inrichten
Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles.
Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en
Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel
onder volledige garantie. Vele attesten.
tBINNENHLJIS
ROKlN120AnSTERDAM
MEUBELEN
EN-MU15RAAD
NAAR-ONTWERPEN-VAN
BEKENDE-AM BACHTSEN
51ER-KUN5TENAARS
MATIGE-PRUZEN-MEUBELEN
VAN-EIGEN-WERKPLAATS
COMPLETE |
WONING-IN
.RICHTINGEN.
AmSTERDAfll
AARDEWERK
EM
DRKöCHMflBEL
OP I\OPER EN zmrs.
6EB°W?PELIX MERITIS"
KElZER5GRACHT32<f
TEL. 2ÖO7
r
L
leubeleerinriclitmg EIGEN HAARD",
Spuistraat 171, hoek Paleisstraat, Amsterdam,
meest geschikt adres tot het practisch, degelijk en met
smaak inrichten uwer woning.
Prijscourant ojt aanvrage,
ttegrootingen gratis.
Int. Telefoon 614O.
j
JÏS
AARD
UIT
ZU
WERK
HOEF3S
FABRIEK I
D-HOLAND
DEPOT-KALVER5TRAAT-I4-I
MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS
G. & J. COOL
AMSTERDAM.
BLOEMGRACHT?/
ROTTERDAM.
DELFT5CHE5TRAAT6I
UTRECHT.