De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 28 mei pagina 5

28 mei 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1457 DE AMSTE/RDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. van een smakelijk gerecht hangt van het hoogere genot bij het eten af. Hoe smakelijker het gerecht, hoe lichter het ook verteert en des te beter komen de voedingstoffen, die het bevat, tot haar recht. Deze waarheid verklaart het succes van MAGGI'8 SPIJZEN en SOEPEN-AROMA. Het is voor de zorgzame Huisvrouw een alom gerenommeerd, goedkoop middel om vleesch, sauzen, soepen en zwakken bouillon, zoo ook groenten, eierspijzen, melk enz. een krachtigen, aangenamen smaak en geur te geven. Eerst bij het opdienen bij te voegen Te verkrijgen bjj kruideniers en oomestibleshandelaars. Omdat het zeer geconcentreerd is, neme men nooit te veel. HAQGI'8 onderscheidingen: 5 groote Prjjzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Pryzen, zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parjjs. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Oeneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOEN, Amsterdam. WAARDE iiiiiiHiiiimiiijiimmniiiiiiiuim IIIIIIIIIIIIIMIIIIII lllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllBIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIMIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMMUIIMIIIIMIIIIIIIIIIIHIIIII snijde men het zeer wijd uit. Het moet op de schouders rusten op een plaats, waar de borstkast niet belast wordt, dus dicht bij den hals. Uitdrukkelijk wordt men ervoor gewaar schuwd, om het lijfje door zoogenaamde reformcorsetjes of dergeljjken te vervangen. Al dat soort fabrikaten moet verworpen wor den, omdat zij of niet genoeg meegeven, óf toegeregen moeten worden, of er zich balein tjes in bevinden, zoodat ze op de een of andere manier het lichaam drukken. 2e. Over de aan het lijfje gezette broek wordt een blouse of jakje getrokken, dat niet aan de onderkleeding mag worden bevestigd, om dit niet bij krachtige lichaamsbeweging te hinderen. Bovendien moeten de armsgaten wijd genoeg zijn. Als voorbeeld wordt de hierbij afgebeelde matrozenblouse aanbevolen, maar overigens zal hiervoor, wat stof en model betreft, niets worden voorgeschreven. Daarmede is het vlugge gymnastiekpakje klaar en slechts het bovenbedoelde rokje ontbreekt nog om het gymnastiekpakje tot een huisjurk te volmaken. Het rokje mag natuurlijk niet met banden, maar moet door knoopen of iets dergelijks met het lijfje vereenigd worden. GÜwordt verzocht, Woensdag aanstaande, des namiddags om vier uur, u te begeven naar het schoollokaal van de door uw dochter bezochte school, om een daar tentoongestelde modeljurk te bezichtigen, waar bij van bevoegde zijde inlichtingen zullen worden gegeven. Knippatronen van het pakje, die het ver vaardigen daarvan zeer gemakkelijk maken, zullen a 20 pfennig het stuk bij deze gelegenheid aan de moeders afgegeven worden. De schoolcommise der stad Leipzig. Leipzig, Stadrat dr. WAQLBK, Juni 1904. Voorzitter. Eenige nadere inlichtingen over de wijze waarop de jurk gedemonstreerd wordt, vindt men in een artikel van Sanitatsrat dr.Thiersch in het Januari-nummer van Die neue Frauentracht. Dit blaadje, dat uitgegeven wordt bij Georg D. W. Callerey in München biedt zijn lezeressen daarbij als premie het besproken knippatroon *) aan. Dr. Thiersch zegt hier eerst hoe hij als schoolarts steeds weer tot de treurige ont dekking kwam, dat meisjes van hun zesde jaar af, ondoelmatige lijfjes en corsetjes droegen. Hoe hooger de klassen, hoe talrijker en nauwer de corsetjes. Daar nu op de openbare school het verkleeden voor de gymnastiekles met te veel moeite gepaard ging, leverde het gymnastiseeren van de kinderen in hun te nauwe kleeding een werkelijk gevaar op. De practisch denkende Sanitatatsrat kwam toen op .het idee een gecombineerde gym nastiek-, straat- en schoóljurk te co.nstrueeren, die kein Pfennig" meer zou mogen kosten , dan andere kleeren, niet mocht opvallen, en er vooral vlug en aardig uit moest zien. Het met behulp van Frau Emma Vogel, bestuurslid van de Leipziger Vereeniging tot verbetering der Vrouwenkleeding, klaar gekomene pakje werd in het voorjaar van 1904 voor het eerst gedemonstreerd op het in *) Dit is tevens voor 30 pfennig te beko men büFraulein Goetz, Lützenstrasse 11 Leipzife ; Lindenau, secretaresse der afdeeling Leipzig van de Vereeniging tot verbetering der Vrouwenkleeding. ?MMMUMNIMHMIrtllllHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIinilllllllllllUIIIIIIIIIIIHtllllMIH UIT DE NATUUR. Berberissen. In een hoekje van Crailoo, niet ver van den straatweg en toch verborgen, daar bloei den ze van middag weer volop. Een tiental berberissestruiken stonden daar mooi in 't fijne jonge blad, beschermd door puntige bruine doorns, en rondom hingen de donkergele trosjes neer., 't Was een lust ze weer te zien, daar op de rüigte, be wassen met roode wikken, heide en boschviooltjes. Waar schijnlijk is daar jaren geleden een tuin geweest; want, tusschen ; beiberissen, meidoorns en andere hooge wilde kruiden en heesters, den voet verbor gen, in een bed van paarsche hondsdraf, boterbloemen en hagelwitte sterremuur, stak er een Weigelia zijn takken schuin omhoog, het blad wat klein, en haast verdwenen onder de massa wijnroode bloemknoppen. De berberissen bloeiden zoo rijk, de trosjes hingen zoo bevallig tusschen bladerpluimpjes aan de zwak gebo gen twijgen, dat ik dadelijk schetsboek en potlood voor den dag haalde. Het was heelemaal mijn plan niet ge weest daar gaan zitten teeke nen, ik wou alleen maar in 't voorbijgaan het van ouds be kende plekje even bekijken, mij overtuigen, dat alles er nog groeide als voorheen en het nog niet voor bouwterrein was Nürnberg gehouden congres van schoolhygiëne, en spoedig daarna voor de schoolcom missie der stad Leipzig. De hoogste autoriteit van het schoolwezen aldaar, Stadrat dr. Wagler, bleek een warm voorstander van de zaak te zijn; zoo ook de hoofden der openbare scholen, zij allen beloofden steun. Maar het was geen eenvoudige zaak, om binnen een halfjaar het jurkje in de zeven ere veertig openbare scholen te laten zien. Er werden zes pakjes gemaakt van zomer en winterstof, die twee aan twee voor de demonstratie in de scholen dienst deden, Deze vond iederen Woensdag om vier uur in drie scholen tegelijk plaats. Eenige dagen van te voren ontvingen de betrokken moeders haar aanschrijving. De meesten lieten hare Kaffee und Kuchen in den steek en gingen leergierig op naar de school huneer kinderen. Het programma was als volgt saamgesteld: na eenige inleidende woorden van het hoofd der school, hield de schoolarts een korte, hoogstens een half uur durende toespraak over de schadelijkheid der tegenwoordige meisjes- en Vrouwenkleeding, en toonde aan de hand van een der tentoongestelde doel matige lijfjes, en de enkele deelen van het gymnastiekpak, hoe of het goed zou zijn, de kinderen te kleeden. De voordracht werd geïllustreerd door vier groote, speciaal voor deze gelegenheid vervaardigde anatomische teekeningen. Het tweede jurkje was in zijn geheel opgehangen. Nadere verklaringen hiervan, vooral over de eenvoudige technische details, gaf een der damesleden der Vereeniging tot verbetering der Vrouwenkleeding. Andere dames van die Vereeniging ver kochten de patronen. Boven verwachting groot was de belangstel ling van de bevolking in eiken maatschappelijken kring. Door artikelen in de dagbladen aange spoord, vulde een belangsellend publiek de schoolzalen. In iedere school werden vijftig, soms meer dan honderd patronen verkocht. Weldra kwamen de modeljurkjes in de gymnastiekles, en nu na een half j aar zijn er klassen waarvan tweederden in broekjes gymnastiseeren. Dadelijk vond het nieuwe pakje warme aanhangers; zoowel bij de kin deren die het droegen, als bij de onderwijzers. De kinderen voelden er zich lekker en vrij in als jonge veulens ; ze konden meer presteeren, en genoten daarom met meer vrucht het gymnastiekonderwijs. De leeraars hebben toeren op het program kunnen brengen, waaraan ze vroeger niet dachten en waardoor het onderwijs nuttiger en prettiger werd. De gemeenteraad van Leip zig heeft het heele ondernemen aangemoe digd op een manier die wij niet gewend zijn. De stoffen voor de modellen, de anatomi sche platen, de duizenden gedrukte aan schrijvingen, het vervaardigen der patronen werd door haar bekostigd. Nog nooit werd door een Vereeniging voor verbetering ' der kleeding een beweging op touw gezet, die zoo volkomen sympathiek, zoo practisch en veelomvattend was. Ik wensch er geen moraal aan toe te voegen. COSMOPOLITA. groote hommel-koningin zoemde er even omheen, sloeg er op neer, dat alle trossen in de buurt hingen te bungelen of er de wind nog doorvoer. Het zware dier klemde zich aan het twijgje, dat kromde onder zijn last, en liep voorzichtig langs de steel van den hangenden tros; een lange hommeltong kwam te voorschijn en nog geen meter van mij af, deed de groote hommel in zwart met rooden pels zijn werk. Diep en krachtig Huwelijks-inzegening in de Notre-Dame te Nice. Werkkracht eener zestigjarige. Een Engelich weekblad The Tatler als koppelaarster", Elizabeth Robins. Wijd-open de deuren der Notre Dame te Nice. Een roode looper uitgelegd bij den hoofdingang, waar een Suisse stond, forsche kerel, in ,vuurrood met goud belegd costuum. Beschenen door zonnelicht uit het weelderig Zuiden, was zijn stoer lichaam n felheid van vlammen-tint en geele metaal- schittering. Een koorknaapje met guitig gezicht; heenen-weer dravend, kijkend, glurend, spiedend of hij met een of ander kon behulpzaam zijn; verbeidend met jongens-ongeduld de nadering van den bruidsstoet. Het sloeg half twaalf. Rijtuigen rolden aan. Bruidsmeisjes in crème, rose en mauve toiletten stapten uit; aan den arm der bruidsjonkers traden zij het kerkgebouw binnen. Bij den ingang stelden de jonge dames zich aan de eene zijde van den lox>per, de jongelieden aan de andere, tegenover haar. Familieleden van het bruidspaar, dames en heeren, schaarden zich naast bruidsjuffers en bruidsjonkers. Een feestelijke haie: zwartgerokte en witgedaste cavaliers vis-a-vis smaakvol gekleede dames. Het geleek een keurige lanciers-figuur, wan neer de dansmeester uitgalmt: La visite! Het bruidje naderde, mooi jong meisje met ravenzwart haar en matbleek, fijn gezichtje, haar donker kopje en rank figuurtje lichtelijk omwaasd in blanken-sluier-schemer neergolvend tot onder aan den langen sleep der bruids japon van ijl mousseline-de-soie met kantgarneeriui. Aan den arm van haar schoon vader schreed zij langzaam voort met neer geslagen oogen, zachtkens zich bewegend in oranjebloesem-geur en smetteloosheid. De stoet begaf zich naar het hoofdaltaar, waarop in kleedij van wit en blauw troonde de Moe dermaagd Maria, om wier hoofd als een stralenkrans het inschrift: Je suis l'immaculée Conception. Links van haar bruidegom knielde de bruid. Een geestelijke in rood ge waad stelde aan het jonge echtpaar de ge bruikelijke /ragen. Trouwringen werden man en vrouw op een kussen geboden en aan de vingers geschoven. Beide, getooid nu met het symbool der trouw. Een andere geeste lijke, in v olet gewaad verscheen. Een korte, plechtige godsdienstoefening werd gehouden en zegen uitgesproken over de ootmoedig neergeknielde jonggehuwden. Het in rose mousseline de soie gekleede bruidsmeisje en het juffertj'e in haar toilet van crème voile, zamelden giften voor de armen in. De rose broiidsjuffer bad een grooten zwarten hoed op; de jonge dame in 't crème een toque in dezelfde tint als haar japon. Beide meisjes waren begeleid door haar bruidsjonkers. De meisjes hielden haar lin kerhand in de hoogopgeheveb rechterhand der jongelieden en wederom fleurig, wereldsch, zwierig als gingen zij ten dans, hielden zij stil bij alle in het ruim van de kerk gezeten aanwezigen. De sierlijke coll-ectezakjes van zijde, gaas en kantgewirrel waren geheel in de tint der rose en crêmetoiletten. Even preludeerde het orgel, een paar ge wijde liederen werden gezongen. Een klank volle, zuivere, jeugdige stem trilde door de kerkgewelven. Trilde, want, zij die zong, een zuster der bruid kon door zenuwachtigheid en emotie het vibreeren van haar stem niet bedwingen. Pauvre enfant, comme elle tremiiiitiiiiiiEiiiiiiiiiHtiimmmmiMiimiiiiiiiiitH hommel! Ook de wesp bezocht een tiental bloemen achtereen; ook hem was 't, denk ik, oin den honing van de berberis te doen; maar zenuwachtig gejaagd of wispelturig vloog hij nu hier dan daar. Eerst vermoedde ik dat hij om de zweef vliegen kwam, en ze naar wespenaard als et n echt roofdier van achteren zou bespringen bij het drinken, maar deze wesp althans kwam met vredelievende bedoelingen. Eventjes had ik gegronde hoop Maar toen ik er eenmaal zat te schetsen kon ik er niet meer vandaan; de lucht was zoel en vochtig geworden; een heel enkele groote droppel viel uit een gebroken hemel; merkbaar luwde de noordewind en kenterde naar 't westen; een uur geleden sauselde hij nog de boomtoppen door elkaar, dat het zonde en jammer was van het mooie jonge lof; nu werd het opeens bladstil. Welk bloeitakje zou ik nemen voor mijn schets, de keus wad moeielijk; bijna alle hingen zoo los en natuurlijk, dat ze zoo stuk 'voor stuk in een lijstjekonden gezet worden, om een .bevallig figuurtje te geven. De hoofdlijnen stonden nog niet op 't papier of mijn uitverkoren takje kreeg bezoek. Een © Bloeitopje van een Berberis. dreunde de basstem van het dier, telkens als het van de eene tros op de andere over vloog ; en nu rechts dan links omzwenkend opende hij een voor een' de ronde, half ont loken bloemknoppen. Het dier stoorde zich in 't geheel niet aan mijn nabijheid, het liet mijn potlood naderen tot ik het bijna aanraakte en vloog dan op een ander trosje over ; hij zoemde alleen wat sterker, als boos over de flauwe plagerij en 't noodeloos oponthoud dat er door veroorzaakt werd. Heel anders deed een wesp, een groote in geel met roode livrei. Wat een schuw dier is dat vergeleken bij zoo'n lobbes van een op een botsing en een gevecht tusschen hommel en wesp; ze zijn aan elkaar gewaagd als buffel en tijger. Maar bij de ontmoeting, die werkelijk volgde, schenen beide zoo ver schrikt, dat ze vluchtten in tegengestelde richting. Nu was de afleiding voorbij, en ik keek weer van bloem naar papier, van papier naar bloem. Maar 't zou niet zonder stoornis gaan vandaag; een tuinfluiter had al een poos op kanariewijs, maar met minder noten, zijn lange liedje zitten kweelen in de eiken aan de overzyde van 't pad. Telkens als ik, afgaande op 't geluid, meende hem net in den kijker te ble ! zei een dame, die naast mij zat, en die het zangeresje kende. Toen de liederen geëindigd waren, begaf de bruidstoet zich naar de sacristie, waarheen vrienden en kennissen volgden, om het jonge paar hun gelukwenschen te bieden. Tout comme chez nous. Wij wandelden te Nice, langs de Avenue de la Gare. Overal gezellige drukte. Flaneerende, pratende, lachende menschen waarheen men kijkt. Een soort stabile feest-stemming, eigen aan de weelde van 't Zuiden. Allerwege muziek, gezang, vermakelijkheden. Ter hoogte van het caféde la Régence werden wij een licht-groen aanplakbiljet gewaar. In groote zwarte letters, scherpte een bekende en beroemde naam: J3arah Bernhardt. Na derbij tredend, lazen wij, dat den volgenden dag, Zondag 30 April j.l., in het Casino Municipal zou optreden Sarah Bernhardt en de artisten met wie zij te Parijs in haar eigen theater speelt. Twee" voorstellingen zou zij op dien eenen dag geven : La dame aux Camélias" 's middags als matinee, en 's avonds Angelo, tyran de Padoue, waarin Sarah la Tisbë" speelt. Twee zware vermoeiende rollen op n dag Wij namen plaatsen voor de avondvoorstelling. Wij zouden de bewon derenswaardige kunstenares dus zien, onder de ongunstigste omstandigheden; nadat zij op dien dag reeds een aantal werkuren achter den rug zou hebben. Om nog allén maar te gewagen van werk-uren en geen bespiegelingen te houden over de meerdere of mindere vermoeienis door de tooneelspeelster gevoeld na zulk een emotioneele rol te hebben vervuld als de heldin van Dumas' oud, doch jong blijvend, werk. Wat Sarah Bernhardt ons te aanschouwen en genieten gaf, als la Tisbé, overtrof verre onze ver wachting. Wat was zij mooi, jeugdig, be koorlijk, innemend! Hoe verrukkelijk stonden haar die weelderige. Italiaansche, XVI-eeuwsche costuums! Met welk een soupele gratie wist zij de sierlijkheid dezer kleedij tot haar recht te doen komen I Sarah Bernhardt, die haar twee-en-zestigste levensjanr is ingetre den, blijft een toonbeeld van energie en werkkracht. Op dien avond speelde zij voor een stampvolle zaal. Een dankbaar pubiiek, dat opgetogen was over la Tisbé, de jeug dige, schoone, hartstochtelijk-lijdende, sym pathieke vrouw. Ontroerend schoon is Sarah's stil spel, wanneer zij vol ontfermen neerziet op Catharina, de ter-dood-veroordeelde echtgenoote van den tyran van Padua. Le journal de Nice getuigde, dat Sarah's stem als la Tisbéglashelder en onberispelijk zuiver had geklonken. Een loftuiting, die bewijst, of, dat Gallische hoffelijkheid onuit puttelijk- is, of, dat de recensent weinig muziekaal gehoor heeft. Neen l haar eenmaal gouden stem met nog heerlijke oogenblikken van volle, klankrijke weekheid onzuiverheid klonk dikwijls gebarsten en schor, maar, dit was dan ook het eenige waarin leeftijd en vermoeienis der kranige, werkzame vrouw zich openbaarden. -x- # * Den 13den Mei j.l. is in St. Magaret's Westminster een romantisch huwelijk voltrokken. De echtverbintenis tusschen miss Olive Christian Malvery de beroemde déclamatrice uit Britsch-Indië, en Archibald Mackerdy, Amerizullen krijgen, was 't beweeglijk vogeltje al weer een eindje hooger of lager gehupt. En zoo op een afstand en met bloote oog, was het niet meer dan een slanke musch met een snavel als een naald zoo lijn. Ik zie zoo graag door mijn kijker de oogjes van zoo'n dier en 't snaveltje dat op en neder gaat en de beweging van keelveertjes die meetrillen of van de veeren op den rug, die in rijen door den wind worden opgelicht. Op eens, zonder dat ik hem heb zien komen, zit de tuinfluiter vlak voor mij op een tak en mijnpotlood blijft van nieuws bewegingloos. 'k AVeet nog niet of't diertje mij werkelijk gezien heeft; het keek mij telkens aan; dan hield het even op met zijn tierelierend liedje, deed eenige sprongen naar mij toe en dan weer achteruit; als uitdagend; of liever als een uitnoodiging om ook mee te bewegen; de slimmerd. Het was hem te doen om te weten wat het was dat vreemde groote onbeweeglijk blijvende ding, onder zijn berberis. Nooit heb ik een tuinfluiter van zoo dichtbij en zoo lang kunnen bekijken, ik zal hem nu niet licht meer verwarren met een grasmusch. Eindelijk negeerde mij het vogeltje volko men en ging jacht maken op vliegen en muggen, die den berberissestruik omzwierden en op blad en bloem neerstreken. Vijf minuten, langer niet was hij bezig, toen Rwam een wijfjes-nachtegaal ook vliegen jagen en tuinfluiter zweefde kwinkeleerend weg. Vlak boven mij in den beuk begon man nachtegaal nu zijn strophenschat ten beste te geven. Ik meen er zeker van te zijn, dat het wijfje telkens naar hem opzag bij haar werk, althans Boven: Bloemblad met 2 honingplekken, meeldraad en stamper voor 't stuiven. Onder: Meeldraad en stamper na het stuiven, met omhoog geklapte helmknoppen. kaansch consul der Vereenigde Staten te Muscat. Het geestige, geïllustreerde Engelsche weekblad The Tatler dat iederen Woensdag verschijnt en steeds de nieuwste snufjes en de belangrijkste nieuwjes heeft over Society", kunst, industrie, sport en mode, wijdt aan de jonggehuwden een speciaal artikeltje begeleid van beider foto, onder het leuke opschrift: The Tatler as a matchmaker. De redactie van bovengenoemd weekblad, geeft zichzelf de eer, deze echtverbintenis tot stand te hebben ge bracht. In het nummer van 15 April 1903, verscheen Olive Malvery's portret. Het blad kwam in handen van Archibald Mackerdy. Hij werd doodelijk verliefd op het mooie meisje, en herinnerde zich haar als kind in Britsch-Indiëte hebben ontmoet. Sedert dien tijd had hij haar nooit meer gezien. Hij stelde zich met haar in correspondentie, waarvan de geleidelijke gevolgen waren: verloving, huwe lijk. Het gelukszonnetje der, jongelieden ging eenige weken vóór de voltrekking van hun huwelijk, schuil, achter zware, dreigende wolken. De aanstaande bruid werd ernstig ziek; van feestelijkheden kon geen sprake zijn; men vreesde zelfs, dat het huwelijk op den vastgestelden datum niet zou kunnen voltrokken worden, wat gelukkig niet het geval was. Olive Malvery aanvankelijk voor muziek opgeleid, een kunst waarin zy uitmunt, wijdde zich later aan declamatie. Moge zij thans vinden, wat Ellen Key en Anna de Savornin Lohman voor eene vrouw stellen boven het openbare leven, bekendheid, ver maardheid, lauweren en roem : stil-huiselijkgeluk. * * * Van de hand van Elizabeth Robins is zoo juist bij William Heineman verschenen, haar jongste roman, getiteld: The dark Lantern." Elizabeth Robins, uit Kentucky afkomstig bracht het grootste gedeelte van haar leven in Engeland door. Vurig aanhangster en bewonderaarster der Noorsche tooneel-literatuur, besloot zij zich aan de dramatische kunst te wijden. Hoogst verdienstelijk waren haar creaties van Ibsen's Nora", Hilda Wangel", Hedda Gabler" e.a. De drang tot schrijven werd haar te machtig. Zij verliet het tooneel en niet lang daarna had Elizabeth Robins zich een eereplaats verworven in het koninkrijk der Letteren. Zij paart oorspron kelijkheid aan groote zeggingskracht. Door haar romans: The open Question" en The magnetic Sorth" wist Elizabeth Robins het publiek zoozeer te boeien, dat baar nieuw werk met vreugle wordt begroet. / CAPRICE. Queenspudding : 25 gram oudbakken, maar toch nog zacht bruinbrood, wordt gestampt en vermengd met een weinig rum, gestampte kruidnagelen en kaneel; 25 gram boter klopt men met 8 eidooiers, men roert daardoor het brood, 5 gram geraspte citroenschil, 25 gram goed gewasschen rozijnen en het tot sneeuw geklopte eiwit der 8 eieren. De geheele massa doet men in een goed gesloten gladden puddingvorm en laat de vorm in een pan met kokend water drie kwartier koken. Als men de Queenspudding uit den vorm heeft geschud, wordt het gebak beprikt met gebrande amandelen. Men eet dit gerecht koud met rum-vla, of warm met een of andere vruchtenstroop. iimmmiMiiiiiHimli iiiiHjiitHMnntmiiiiHiMiiiHiiwiiMHnmiN hem in 't oog hield. Toen zij den bek vol had, zoodat rechts en links een rest van pooten en vleugels als franje neer hingen, vloog heer nachtegaal prachtig slaande heen, en wijfje volgde laag langs den grond vlug naar de jongen in 't nest. Nu bleef ik weer rustig doorteekenen tot Open bloem ; rechts een meeldraad nog in rust, een andere opgesprongen tegen een vliegje. ik vlak bij mij nog eens weer de merkwaardige bestuivingsmekaniek van de berberis in volle werking zag. Een kleine zweefylieg kwam een halfgeopende bloem binnen en stak den kop tusschen meeldraad en stamper, om uit de tien donker-oranjekleurige honingpotten te snoepen. Met rukjes trok zij telkens den kop terug ; ik naderde zoo behoedzaam moge lijk, en met mijn vergrootglas heb ik drie keer gezien, hoe het vliegje telkens bekneld raakte tusschen meeldraad en stamper .doordat de meeldraad opsprong en naar 't midden over sloeg. De vlieg werd eensklaps bestrooid met het poeder uit de helmknoppen, die, tegelijk met de plotselinge beweging van de prikkelbare helmdraad, omhoog klapten en leeg nu, als twee vleugeltjes, boven den helm draad uitstaken. Dat laatste kunt ge heel goed lezen in een studieboek, je kunt het nateekenen, ook wel zelf met een fijn graspuntje nadoen in een werkelijke berberissen-bloem ook, maar om te gelooven en te begrijppen dat het werkelijk zoo toegaat in de natuur, en hoe mooi en doelmatig de verrassende wisselwerking is tusschen dier en plant, moet men het hebben zien gebeuren in de bloem, door plant en dier beide. Dat is op een warmen voorjaarsdag volstrekt geen halve onmogelijkheid. Aan ieder die bloeiende berberissen weet te staan, kan 't gelukken, maar 't moet een insectendag zijn, warm en niet winderig. En als bijgeval de legitieme bezoekers wat lang uitblijven, kunt ge u immers een tijdje vermaken met het kittelen van die curieuse meeldraden. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl