De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 11 juni pagina 5

11 juni 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1459 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. compagnie. Eiken morgen, na het sein om op te staan, gaan ze alle hutten rond en /oeken in alle boschjes, om de werklui, die zich verslapen, in te rekenen. Tracht niet je te verdedigen. Je bent niet sterk genoeg. Loop maar door, opdat ze je niet te veel pijn doen. Er ia geen goede God! Wij hadden beter gedaan dadelijk in onze hut te gaan slapen, dan hadden we de kloK gehoord. Maar het ia eenmaal zoo." De soldaten liepen vlug; ze sleepten de gevangenen, die struikelden en hun voeten aan keien en doornen der helling verwondden, roet zich mee. Maar ze bekommerden er zich niet om. Ze brachten hen naar het groote Stationsplein, waar anderen reeds wachtten. Eene enkele zwarte uit Sierra Leone, die er ook heengebracht werd, verweerde zich.woest tegen zijn bewakers, brulde en zwoer bij alles wat hem heilig was, dat hij niets kwaads gedaan had en dat hij die vernedering niet zou dragen. De politiesoldaten stompten hem op zijn rug, om hem tot zwijgen te brengen. Hij viel op den grond, wilde niet opstaan, hij riep de koningin aan. Maar men sleepte hem verder, de touwen der handboeien dron gen in het vleesch van zyn polsen, en maakten er een bloedige striem; zijn knieën ontvelden door het schuren langs den grond. Toen de ongelukkige op de plaats zijner bestemming aankwam, had hij het toppunt van woede bereikt; het schuim stond om iiiiiiiiHiiiMimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiHimiHimiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Vacantie-ioloniën yoor arme en zwakte schoolkinderen. Rotterdam moge in vele dingen nu juist geen pionier zijn onder de groote steden haar Vereeniging voor Gezondheidskoloniën heeft een zóó gunstigen klank, ook buiten haar gebied, dat een introductie in haar wer ken en streven wel overbodig mag worden geacht. Dat heb ik, trouwens, reeds vroeger meer dan eens gedaan, en met warme instemming van haar nuttig en sympathiek werk voor arme en zwakke schoolkinderen, melding gemaakt. Slechts met het doel, het ledental of althans de contribuanten en met-de-daad sympathiseerenden dezer vereeniging nog te vergrooten, haar arbeidsvermogen nog te vermeer deren en daarmee aan nog zooveel behoefte te kunnen voldoen, is het, dat ik met 'n enkel woord van het dezer dagen verschenen jaarverslag over!904wensch melding te maken. Want waarlijk al kunnen er heel wat zwakke kinderen van het werk dezer ver eeniging profiteeren, voldoende is het nog zijn mond en hij kromp in vreeselijke stuip trekkingen. Er kwamen ook dronkaards bij, die op dezelfde manier behandeld werden; enkele zongen, andere braakten. De bewakers ranselden en zeiden beleedigende dingen. Zij zwegen, toen er op de veranda van het ijzeren huis> waar voor de gevangenen geschaard stonden, twee blanken verschenen. 'Ze waren in een morgenpak gestoken en zagen er uit als renteniers, die voor eene vervelend karreweitje lastiggevallen worden. Ze keken naar den mannen met een sigarette tusschen de lippen. Een soldaat van den politiedienst, een inboorling uit Zanzibar, met een gouden ga lon op de mouw van zijn blauwwollen jas, maakte het militair saluut en zei : Commandant, we hebben in de hutten en in de bosctijes dertien werklui gevonden, die niet naar het werk wilden gaan. Daar staan ze. Er is een Engelschman bij, die oproerig is geweest en ons met de koningin heeft gedreigd." Goed, vijftien geeselslagen voor den En gelschman, tien voor de anderen." Hassin had alles gehoord. Bevend wendde zich tot N'dyaéen vroeg : Tien geeselslagen ? en waarvoor ?" Gister wilde je weten, wat het was; nu zult ge het ondervinden." Men begon met hem. Zijn bewakers wier pen hem op den buik op den grond, sloegen zijn schortje tot aan zy'n lenden om en hielden hem bij zijn vier ledematen stevig vast. Een groote sterke zwarte, met een lederen riem, IIIIIIIIHIIIIIHHIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItMIIIIMIIIIIIIMIIMII uit de huid van een hippopotamus vervaar digd, in de hand, dien hij even bevallig han teerde als een fat zijn rottinkje, en dien hij liet klappen in de lucht, kwam naar hem toe, en langzaam, regelmatig, zonder zich te haasten, gaf hij den veroordeelde er tien hevige slagen mee op zitdeel en dijen. De eerste slagen lieten breede, witte strepen achter op de zwarte huid, maar bij de laatste vloeide bet bloed. Hassin onder ging zijn straf zonder een kreet te uiten; hij bezat het stoïcisme en de ongevoeligheid, aan zijn ras eigen. De andere zwarten ondergingen de slagen eveneens zonder iets te zeggen, als goedige, gelaten beesten, hun vleesch trilde en kromp pijnlijk samen onder de wonden van de scherpe kanten van den geesel. Maar als ze opstonden, en hinkende wegliepen, bleef hun zwart ge zicht stom, kalm, raadselachtig. Dat deed den metgezel van den comman dant, die van zijn veranda het schouwspel, een cigarette rookend, gadesloeg, glimlachen. Men zou heusch zeggen, als men die menschen zoo kalm ziet, dat ze geen zenuwen hebben," zei hij. Dat z\jn geen menschen. Die kunnen niet voelen zooals wij. Maar die geeselstraf is toch wel verschrikkelijk ..." Ah, niet voor hen. Ze zijn het gewend en zijn er niet bang meer voor. Ik zou niet weten, wat we moesten doen, om hen op een meer afdoende wijze te straffen. Tien slagen, dat is niets voor die jongens. Ze hebben een harde huid. Ge ziet, dat ze bloeden, pijnlijk opstaan en gebogen wegloopen alsof ze dood waren. Aansteller^! Ze gaan zich met zout water afwasschen en na twee uur merken ze er niets meer van. Die straf is niets waard." Maar waarom verdubbelt ge dien hoeveel heid niet?" Dat zou moeilijk gaan. De compagnie houdt er niet van, dat de lui niet kunnen werken, en dat zou er uit voortvloeien." Zoo?" En dat is jammer. Het is moeilijk die luilakken te regeeren. Gelukkig, dat ze van te verschillende rassen zijn, om elkaar te begrijpen. Anders zou er, gebonden als wij zijn door te zachte reglementen, die een voor beeldige straf verbieden, den een of anderen dag een minder aangename opstand kunnen uitbreken." En wat zouden ze kunnen doen ?" Een heeleboel, aU ze het allemaal eens waren en allen het karakter van dien grooten luiaard hadden, die nu op 't oosjenblik zoo balkt. Begrijpt ge, wat hij zegt? Hij noemt ons moordenaars en dreigt ons met weder vergelding; al deze heeren zijn hetzelfde, men kan ze niet aanraken of ze beginnen erbar melijk te gillen." Het was werkelijk de beurt van den zwarten Engelschman van ->ierra Leone. Trouw onder daan van his Gracieus Queen," kon hij zich niet aan deze slaafsche behandeling onder werpen en uitte de vreeselijkste smaad woorden aan het adres van zijn blanke en zwarte beulen. Toen de vijftien slagen hem eerlijk waren toegediend, wilde hij opstaan en vertrekken ... Maar hij had te veel gezegd, hij had den commandant ernstig beleedigd. Nog vijftien slagen," zei deze, terwijl hij een nieuwe cigarette rolde. Zaboudi, de sergeant van den politiedienst, maakte een grapje, terwijl hij deze order aan den beul overbracht. Het slachtoffer antwoordde niets; geheel uitgeput en te veel mishandeld vóór het ondergaan van zijn straf, was hij flauw gevallen. Toch kreeg hij de vijftien voorgeschreven stokslagen. Toen, gelijk een bloedende lomp, werd hij door vier man naar een hut ge dragen waar ze hem aan zijn lot overlieten. hij was vrijgesteld van arbeid en men stond hem toe, te slapen tot het hem zou behagen weer wakker te worden. Hassin had alles aangezien, stom van angst en woede. Zijn lendenen waren gebroken en de striemen van den geesel voelde hij als hevig brandende wonden. En in zijn ziel van grooten, luien, angstigen droomen, was een heftig gevoel ontwaakt, tijdens den geesel slagen ; hij herinnerde zich de lessen van zijn vereerden meester, die door andere blanken, in Senegas, gedood was. Hij was een vrij man, van koninklijken bloede en men had hem als een hond, als een slaaf geranseld. Zijn ingesluimerde fierheid was plotseling, onder de beleediging, ontwaakt; hu vergat zijn angstige onderwerping en sidderingen van een edelen haat doorliepen zijn geheele wezen. (Annales politiques et littéraires.) IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIMIIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III Jl* DAMEjS. Daardoor kon de vereeniging ook dat jaar weer haar waarlijk schoon werk verrichten. Maar van de 595 aanvragen van geneesheeren, hoofden van scholen enz., voor kinderen die een frisch, gezond reisje noodig hadden, om weer wat kleur op de bleeke wangen en wat frischheid in de oogen te brengen, moesten er 178 afgewezen worden, omdat er nu een maal in de beide kolonie-buizen der Ver eeniging, te Ulvenhout en te Oostvoorne, niet meer dan 400 kinderen geborgen kunnen worden! Te samen werden uitgezonden 417 kinderen. Zestien ervan, de zwaksten, mochten 6 weken blijven, de overigen 3 weken. En met uit stekende resultaten! Uit de verschillende rapporten der dames-commissie bleek toch, volgens het verslag, dat 45 kinderen waren: bijzonder veel verbeterd, 157 heel veel ver beterd, 100 tamelijk verbeterd, 63 niet blijvend verbeterd, 52 verhuisd en niet teruggevonden. Is dat niet een mooi, bemoedigend resultaat? Toont dat niet, hoe heerlijk gezon i het voor die stadskinderen uit de achterbuurten is, eenige weken te mogen dartelen en springen aan strand of in de boschrijke omgeving van Ulvenhout? Zie op bijgaande photo, hoe zij Een verrassing voor de vrienden dezer vereeniging is de mededeeling aan het slot van 't verslag, dat aan de vereeniging is aangeboden ten geschenke een derde koloniehuis, zijnde een geheel gemeubileerd gebouw met erf; in den geest en naar den bedoeling ingericht van wijlen de presidente der Vereeniging mevr. M. 's Jacob-Templeman van der Hoeven, aan wier aandenken dit nieuwe koloniehuis een blijvend monument zal zijn. De Vereeniging heeft dit, van liefde voor het lijdende kind getuigende geschenk, in groote dankbaarheid aanvaard, nog dezen zomer zal deze nieuwe stichting verrijzen op een prachtig en gezond gelegen terrein, door bosch en h'eide omgeven, in een der schoonste gedeelte van Gelderland. Zij zal bestemd worden als een herstellingsoord voor de zwakste kinderen, van wie er 25 tegelijk verpleegd zullen kunnen worden. Maar die nieuwe en vorstelijke schenking legt ook nieuwe lasten op de vereeniging, en ook daarvoor is mér ateun en medewerking van stadgenooten noodig.' Kom, laat hen die iets gevoelen voor het liefdewerk dezer vereeniging, dit jaarverslag Eene Kolonie te Oostvoorne, het duin beklimmende. niet! Het ledental steeg van 305 tot 308. Dit aantal is toch voor een stad als Rotter dam veel te gering! Het zou zich, bij eenige daadwerkelijke sympathie toch gemakkelijk kunnen verdubbelen! De contributie van ?2.50 per jaar kan daarvoor toch geen be zwaar zijn l De vaste inkomsten der vereeni ging aan contributie bedragen slechts ? 1600. En waren er dan ook niet elk jaar buiten gewone baten, hoeveel minder zou dan de Ver eeniging niet moeten doen ! De buitengewone inkomsten overtreffen dan ook deze som wel eenige malen: de spaarbusjeg brachten/2000 op aan diverse giften werd ? 2500 ontvangen. Het Engelsche Parlement en net Vronwentaecht. Wijlen Lord Salisbury zeide eens : Het is mijn ernstige hoop, dat de dag niet meer veraf is, waarop de vrouwen haar aandeel zullen hebben in de verkiezing der leden van het parlement en in de beslissing over de politiek van het land. Ik kan mij geen redelijken grond denken, waarop zij daarvan worden buitengesloten. Het is duidelijk, dat zij door hare kennis, opvoeding en karak ter daarvoor even geschikt zijn als velen die thans het kiesrecht bezitten, en dat haar invloed zeer waarschijnlijk zal worden aan gewend in eene richting, die in een tijd zóó materialistisch als de onze, van het hoogste gewicht is, namelijk in de richting van moraliteit en religie". Eenigen tijd later legde de heer Arthur Balfour in het parlement deze verklaring af: Ik meen te mogen aannemen, dat iedere sectie van het Huis zeer gaarne de diensten der vrouwen zou gebruiken, als zij dacht daarvan te kunnen profiteeren. En niemand zal het in zijn hoofd krijgen te zeggen, dat de beslissing over de politiek van het rijk het geslacht vernedert. In iedere andere afdeeling der menschelijke gedachten dan de in innige blijdschap, na hun morgenmaaltijd genuttigd te hebben, weghollen naar het strand, om daar vrij en ongedwongen te genieten. Aan de zwaksten wordt, zooals mon weet, na hun terugkeer te Rotterdam, elke da^ een tweetal glaasjes melk verschait op daar voor verstrekte bons. Maar van deze zoo hoog noo iige nakuur, die het eenmaal <*ewonnene toch moet behouden, konden slechts 39 proüteeren, omdat daarvoor slechts /'200 beschikbaar was. Oot voor dit gedeelte van het lief Ie > erk is meer steun zoo gewenseht. politiek zou zoo'n argument met geen zachter term dan cant", huichelarij, veroordeeld worden, En cant" is het ongetwijfeld". Zóó oordeelden deze beide staatsmannen, die jaren lang de groote conservatieve partij van dit land geleid, en als eerste minister van staat bestuurd hebben, over der vrouwen bevoegdheid en geschiktheid tot deelname aan de parlementaire verkiezingen. Maar geen van beide is ooit met een wet voor den dag gekomen, om der vrouwen uitsluiting daarvan op te heffen. De liberale leiders als sir Campbell en John Morley, die eveneens meermalen zich ten gunste van vrouwen kiesrecht uitspraken, hebben evenmin ooit eene poging in die richting gedaan. Het is immer aan de particuliere parlementsleden overgelaten, om dergelijke stappen te doen. Maar door de absentie van officieelen steun der leiders van het parlement, hebhen tot nog toe al hunne pogingen schipbreuk ge leden. Sinds het parlement zich een halve eeuw geleden voor het eerst over een voorstel van den staathuishoudkundige John Stuart Mill over deze zaak uitsprak, heeft het eenige malen een uitspraak ten gunste van vrouwen kiesrecht gedaan en een daartoe strekkend wetsontwerp bij tweede lezing aangenomen. Maar verder is de zaak nooit gekomen. Toch is er voor de voorstanders van vrouweneen nieuwe aansporing zijn, te helpen ! Denk er aan, hoe hard het voor 't Bestuur moet zijn, zooveel kinderen te moeten afwijzen, omdat er geen geld is en geen plaats. Er is plaats genoeg o, er kunnen nog wel honderden bij, aan het strand en in de bosschen. Als er maar een grooter thuis is, en voeding en verzorging. En daarvoor is geld noodig! Laat de blijde en dankbare blik van kin deren, die verkwikt zijn in het heerlijk buiten, een belooning zijn. kiesrecht hier te lande geen reden van klagen over de vordering der zaak. Dat ieder jaar weer een wetsontwerp van dien aard wordt ingediend, is een bewijs dat de zaak geen academische quaestie meer is maar een van zoogenaamde practische politiek" is gewor den. En als eenmaal het parlement bevrijd is van de oude pruiken die het met hunne ouderwetsche ideeën nog beheerschen; als eenmaal de frissche wind van in jongere hoofden gedragen nieuwe ideeën door de stemmige \Vestminsterparlementszaal ruischt, dan zal een dergelijk ontwerp veilig alle phasen der parlementaire procedure doorzeilen, tot het ter onderteekening op de koninklijke schrijftafel belandt. De voornaamste tegenstanders van het herhaaldelijk ingediende ontwerp, dat strekt om den vrouwen het kiesrecht te geven op dezelfde voorwaarden als de mannen het thans verkrijgen, zijn eenige oude heeren van liberale en conservatieve richting. En de bitterste bestrijder daarvan is de bekende radicale redacteur van het weekblad Truth, den heer Labouchere. Hij heeft 12 Mei het ontwerp weer voor een jaar van de baan gedrongen, door het, om zoo te zeggen, dood te praten. Volgens de parlementaire usance van dit land, moei de tweede lezing van een particulier wetsontwerp op den voor de behandeling en bij loting aangewezen dag worden afgehandeld. OJ-ebeurt dit niet vóór het sluitingsuur der zitting, dan wordt de behandeling tot onbepaalden tijd verdaagd, hetgeen gelijk staat met nalen afstel. Door deze regeling is het voor tegenstanders van een bepaald ontwerp mogelijk, daarover zoo lang te praten tot het sluitingsuur is ver streken. En dit heeft de heer Labouchere verleden Vrijdag gedaan, bij de behandeling van het vrouwenkiesrecht-ontwerp door den liberalen afgevaardigde Slack, met steun van conservatieve liberale en werkliedenafgevaardigden, ingediend. De redacteur van Truth zong weer het oude liedje: De vrouwen verschillen intellectueel zoowel als physiek van de mannen". De natuur der vrouwen maakt haar incapabel voor de vervulling der plichten van het burgerschap". De vrouwen zijn zenuwachtig, overgevoelig en hebben een geringen zin om de betrekkelijkheid der dingen te zien. Met haar te argumenteeren is de meest hopelooze zaak ter wereld. Zij zullen nimmer ongelijk erkennen". Met dergelijke praat hield de humoris tische afgevaardigde van Northampton het Huis een uurlang bezig, na reeds te voren zoolang over een ander wetsontwerp te heb ben gepraat, dat er voor de behandeling van dit slechts een paar uurtjes overschoot. Echter, al die argumenten dienden feitelijk slechts om de aap van des heeren Labouchere's tegenstand in zijn mouw te houden. Doch door een interruptie van een voor stander van vrouwenkiesrecht, liet hij het beestje er uit. Wij verlangen niet meer dan vrijheid", riep bedoelde afgevaardigde hem toe. Dat is wat ook ik wil", antwoordde de Truth-redacteur. Ik wil vrijheid voor de mannen en wensch niet piatgedrukt te wor den onder de overheersching der vrouwen, die de meerderheid der bevolking vormen". Alsof dat de uitwerking is van het vrouwen kiesrecht in de Engelsche kolonies en enkele staten van Amerika. Maar het doel werd bereikt. De wet is voor een tijd weer van de baan. Maar niet voor imtuer, mijne heeren. De paar honderd vrouwen die Vrijdag bij en in het Lagerhuis verzameld waren, verte genwoordigden tienduizenden, voornamelijk fabriekswerksters uit het Midland, die niet zullen rusten voor haar recht is gedaan. Kn haar is de toekomst. De minderjarigheid der vrouw heeft hi-er te lande dra haar tijd ge had. Dat durf ik met alle gerustheid te voor spellen. Londen. J. K. VAX DER VEKE. Koninyin Elizubeth. Uitzet van Cecile, Itertoyin van Mecklenbury-Üchwerin, bruid van den Duitschen kroonprins. f5 Koningin Elizabeth is een-en-al lof over de aanhankelijkheid en hulpvaardighei i van het haar zoo dierbare Rumeensche volk. Op zekeren dag ontving zij een brief van haar moeder, de vorstin von Wied. die de koningin verzocht om toezending van bonte, veel kleurige lappen. Ik wil poppen aankleeden om ze te verloten, de opbrengst moet strek ken ten bate van het Otto-huis." De koningin gprak en schreef over de plannen van haar moeder. Allerwege de grootste sympathie voor de poppen-verloting. Iedereen beij verde zich, om een pop aan te kleeden voor de moeder van Mama Regina". Onder de vele verstandige lessen, die de prinses von Wied aan haar dochter meegaf, toen zij als ecbtgenoote van Carl von llohenzollern naar Rumeniëvertrok, was ook deze, die steeds door de verstandige dochter werd toegepast : Zeg nimmer in je nieuwe vader land : Bij ons was ik dit of dat anders ge wend ; bij ons. in Duitschland doen wij zus of zoo. Maak nimmer vergelijkingen; die zouden steeds ongunstig zijn voor het jonge nieuwe koninkrijk in opkomst." Elizabeth von Wied, koningin van Rumenië, heeft haar geboorteland innig lief; zij is te veel Duitsehe, om ontrouw te worden aan haar lleimath, die zij in schoonen vorm be zongen heeft. Maar al haar zorgen, al haar gedachten zijn gewijd aan de belangen van haar tweede vaderland. Om met Carmen Sylva's eigen woorden te besluiten : Ik heb nog nooit om hulp ge vraagd voor geen enkele mijner instellingen ; ik heb dikwijls uit bescheidenheid mijn gas ten gespaard en hun mijn weldadigheids instellingen niet laten zien, maar dag en nacht verzin ik nieuwe bronnen van inkomsten voor mijn araie landskinderen." * * # Welk een rust voor Wilhelm II, vader van den bruidegom, en voor Anastasie, groot-her togin van Mecklenburg-Schwerin, moeder van het bruidje Cecile, dat eindelijk de verscho ven huwelijks-feestelijkheden in gang zijn. Papa Wilhelm en mama Anastasie zijn per soonlijkheden, die met eigenaardige beslist heid hun inzichten aan anderen opdringen, hun eigen zin volgen, hun wil doordrijven. Kleine kibbelpartijen konden niet uitblijven, doch werden spoedig bijgelegd, waarschijnlijk door bemiddeling der zachtmoedige, gehoor zame, inschikkelijke keizerin, die haar echt genoot een beetje verwend heeft, door haar beminnelijke piooibaarheid. De jongelui heb ben zich in 't vroege voorjaar ook een kor date terechtwijzing van den keizer op den hals gehaald. De kroonprins en zijn meisje maakten in Florence samen een wandelin getje. Arm in arm, keuvelend als dood gewone, verliefde, jonge menschen, kuierden zij zonder eenig gevolg of geleide a l'Am ricaine" rond... o wee.' dat kwam papa Wil helm ter oore! Van den winter wandelde hertogin Cecile tijdens haar verblijf te Cannes, veel langs de Croisette, de prachtige espla nade aan de Middellandsche zee. Hoewel Cannes niet een wufte, wereldsche plaats is als Nice. viel zij daar toch op door haar bui tengewone eenvoud. De Fransche beau monde bekeek haar met kritischen blik en getuigde : o, Zeker ! men zag wel, dat het slanke, blonde meisje iemand was van goeden huize", maar met haar voet-vrijen, wit-laken of wit-piqu rok, haar wit-flanellen of wit batiste blouse en haar wit matelotje met wit lint op't hoofd was zij een allergewoonst tennis-jull'ertje, zooals wij er hier duizenden aan de Cöte d'azur" ontmoeten." Het door onze jonge meisjes ook zoo ge liefde matelotje, de canotier, staat bij de Fran(;aise in geen goed blaadje. In een roei boot, voor alle mogelijke watersport kan men zoo'n hoedje dragen^ beweert zij, maar niet aan vasten wal. Kn nu zal de echtgenoote van den Duit schen kroonprins, de aanstaande keizerin, hoogstens in de vroege morgenuren en uit sluitend in de tuinen van haar paleis mogen kuieren kort gerokt en coifi'ée d'un canotier", want er zijn prachtgewadeu en toiletten in Parijs gemaakt voor het jonge mevrouwtje. In Parijs; zóó verlangde het papa Wilhelm! Slechts het bruidskleed is in Duitschland gemaakt. Cecile zal bij de kerkelijke wijding van baar huwelijk, omhangen zijn door den authentieken bruids sluier der Hohenzollern, een wonder van Venetiaansch kant werk. Haar gala-, receptie-, wandel- en huistoiletten zijn allen ii. Parijs gemaakt, en zóó prachtig, dat de Parijsche couturiers beweren, dat de Berlijnsche dames er haar oogen aan zullen uitkijken. Onder de gala-toiletten is een robe van zacht-rose mousseline de soie. De rok is gegarneerd met een volant van point d'Angleterre en relief-borduursel van rozeknoppen. De lange sleep naar Duitschen trant afdalend uit de ceintuur en niet van de schouders is geheel van kleine volants van mousseline de soie. Het corsage is van rose Liberty zijde evenals het manteltje, niet veel meer dan een luchtige schouderbedekking behoorend bij dit smaakvol en jeugdig toilet. Blauw is de lievelingskleur van hertogin Cecile. Daarom zal de robe van zijden gaas en Liberty zijde in vergeet-mij-niet-tint haar wel bizonder aanstaan. Onder aan den rok een geheel geplisseerde volant van zijden gaas; langs de banen van den rok incrustatif s van kant. De lange sleep is een mollig flou" van gaas en zijde. Wolkachtig-ijl, zijn de bal- en receptie-toi letten der bruid. Hél mooi 't japonnetje in hortensia-tint. Wijde rok, rondom fijn geplisseerd ; rok en corsage versierd met relief borduursel van rozen en blanke paarlen. Het sierlijkste baltoilet is de robe van witte tulle geheel doorwerkt met borduursel in Lodewijk XVI-stijl, een profugie kleine zilveren roosjes op rok en corsage. Onder aan den rok, een breede zoom van wit tluweel met zilver paillettes. De sleep van witte Liberty zijde is eveneens versierd met zilver paillettes. Een statig en stijlvol toilet is de iluweelen robe in turquoise-tint, gegarneerd met prach tige point de Venise. Kraag Louis XVI, eveneens Venetiaansch kantwerk. Een prach tig reistoilet van pastei-blauwlaken. Japon en redingote van hetzelfde materiaal, zijn beide versierd met lersche guipure. Mama Anastasie, die, door haar Russische afstamming, liever orders uitvaardigt, dan raadgevingen volgt, heeft voor een der vele recepties een toilet voor zich-zelf laten maken, geheel ^an eigen vinding. Robe van mous seline de soie, een artistieke samensmelting van twee tinten: zachtblauw en teer-groen; de kleuren zoo in en door elkaar verwerkt dat het geheel schemert in zeldzaam ge slaagde turquoise-tint. De rok is gegarneerd met hoogen volant van Venetiaansche kant. Op het corsage a la Vierge, hernalen zich in hetzelfde kantwerk van den rok, de mo tieven in den volant. Een zeer hoog ceintuur omsluit de taille ; de sluiting der ceintuur zijwaarts aangebracht, eindigt in twee lange uiteinden van soupele Libertyzijde, in zacht-blauwe en zacht-rose tinten. CAPRICE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl