Historisch Archief 1877-1940
No. 1459
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
compagnie. Eiken morgen, na het sein om
op te staan, gaan ze alle hutten rond en
/oeken in alle boschjes, om de werklui, die
zich verslapen, in te rekenen. Tracht niet
je te verdedigen. Je bent niet sterk genoeg.
Loop maar door, opdat ze je niet te veel
pijn doen.
Er ia geen goede God! Wij hadden beter
gedaan dadelijk in onze hut te gaan slapen,
dan hadden we de kloK gehoord. Maar het
ia eenmaal zoo."
De soldaten liepen vlug; ze sleepten de
gevangenen, die struikelden en hun voeten
aan keien en doornen der helling verwondden,
roet zich mee. Maar ze bekommerden er
zich niet om. Ze brachten hen naar het
groote Stationsplein, waar anderen reeds
wachtten.
Eene enkele zwarte uit Sierra Leone, die er
ook heengebracht werd, verweerde zich.woest
tegen zijn bewakers, brulde en zwoer bij alles
wat hem heilig was, dat hij niets kwaads
gedaan had en dat hij die vernedering niet
zou dragen.
De politiesoldaten stompten hem op zijn
rug, om hem tot zwijgen te brengen. Hij
viel op den grond, wilde niet opstaan, hij
riep de koningin aan. Maar men sleepte
hem verder, de touwen der handboeien dron
gen in het vleesch van zyn polsen, en maakten
er een bloedige striem; zijn knieën
ontvelden door het schuren langs den grond.
Toen de ongelukkige op de plaats zijner
bestemming aankwam, had hij het toppunt
van woede bereikt; het schuim stond om
iiiiiiiiHiiiMimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiHimiHimiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Vacantie-ioloniën yoor arme en zwakte
schoolkinderen.
Rotterdam moge in vele dingen nu juist
geen pionier zijn onder de groote steden
haar Vereeniging voor Gezondheidskoloniën
heeft een zóó gunstigen klank, ook buiten
haar gebied, dat een introductie in haar wer
ken en streven wel overbodig mag worden
geacht.
Dat heb ik, trouwens, reeds vroeger meer
dan eens gedaan, en met warme instemming
van haar nuttig en sympathiek werk voor
arme en zwakke schoolkinderen, melding
gemaakt.
Slechts met het doel, het ledental of althans
de contribuanten en met-de-daad
sympathiseerenden dezer vereeniging nog te
vergrooten, haar arbeidsvermogen nog te vermeer
deren en daarmee aan nog zooveel behoefte
te kunnen voldoen, is het, dat ik met 'n
enkel woord van het dezer dagen verschenen
jaarverslag over!904wensch melding te maken.
Want waarlijk al kunnen er heel wat
zwakke kinderen van het werk dezer ver
eeniging profiteeren, voldoende is het nog
zijn mond en hij kromp in vreeselijke stuip
trekkingen. Er kwamen ook dronkaards bij,
die op dezelfde manier behandeld werden;
enkele zongen, andere braakten.
De bewakers ranselden en zeiden
beleedigende dingen. Zij zwegen, toen er op de veranda
van het ijzeren huis> waar voor de gevangenen
geschaard stonden, twee blanken verschenen.
'Ze waren in een morgenpak gestoken en
zagen er uit als renteniers, die voor eene
vervelend karreweitje lastiggevallen worden.
Ze keken naar den mannen met een sigarette
tusschen de lippen.
Een soldaat van den politiedienst, een
inboorling uit Zanzibar, met een gouden ga
lon op de mouw van zijn blauwwollen jas,
maakte het militair saluut en zei :
Commandant, we hebben in de hutten en
in de bosctijes dertien werklui gevonden, die
niet naar het werk wilden gaan. Daar staan
ze. Er is een Engelschman bij, die oproerig
is geweest en ons met de koningin heeft
gedreigd."
Goed, vijftien geeselslagen voor den En
gelschman, tien voor de anderen."
Hassin had alles gehoord. Bevend wendde
zich tot N'dyaéen vroeg : Tien geeselslagen ?
en waarvoor ?"
Gister wilde je weten, wat het was; nu
zult ge het ondervinden."
Men begon met hem. Zijn bewakers wier
pen hem op den buik op den grond, sloegen
zijn schortje tot aan zy'n lenden om en hielden
hem bij zijn vier ledematen stevig vast. Een
groote sterke zwarte, met een lederen riem,
IIIIIIIIHIIIIIHHIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItMIIIIMIIIIIIIMIIMII
uit de huid van een hippopotamus vervaar
digd, in de hand, dien hij even bevallig han
teerde als een fat zijn rottinkje, en dien hij
liet klappen in de lucht, kwam naar hem
toe, en langzaam, regelmatig, zonder zich te
haasten, gaf hij den veroordeelde er tien
hevige slagen mee op zitdeel en dijen. De
eerste slagen lieten breede, witte strepen
achter op de zwarte huid, maar bij de
laatste vloeide bet bloed. Hassin onder
ging zijn straf zonder een kreet te uiten; hij
bezat het stoïcisme en de ongevoeligheid,
aan zijn ras eigen.
De andere zwarten ondergingen de slagen
eveneens zonder iets te zeggen, als goedige,
gelaten beesten, hun vleesch trilde en kromp
pijnlijk samen onder de wonden van de scherpe
kanten van den geesel. Maar als ze opstonden,
en hinkende wegliepen, bleef hun zwart ge
zicht stom, kalm, raadselachtig.
Dat deed den metgezel van den comman
dant, die van zijn veranda het schouwspel,
een cigarette rookend, gadesloeg, glimlachen.
Men zou heusch zeggen, als men die
menschen zoo kalm ziet, dat ze geen zenuwen
hebben," zei hij. Dat z\jn geen menschen.
Die kunnen niet voelen zooals wij. Maar
die geeselstraf is toch wel verschrikkelijk ..."
Ah, niet voor hen. Ze zijn het gewend
en zijn er niet bang meer voor. Ik zou niet
weten, wat we moesten doen, om hen op
een meer afdoende wijze te straffen. Tien
slagen, dat is niets voor die jongens. Ze
hebben een harde huid. Ge ziet, dat ze
bloeden, pijnlijk opstaan en gebogen
wegloopen alsof ze dood waren. Aansteller^!
Ze gaan zich met zout water afwasschen en
na twee uur merken ze er niets meer van.
Die straf is niets waard."
Maar waarom verdubbelt ge dien hoeveel
heid niet?"
Dat zou moeilijk gaan. De compagnie
houdt er niet van, dat de lui niet kunnen
werken, en dat zou er uit voortvloeien."
Zoo?"
En dat is jammer. Het is moeilijk die
luilakken te regeeren. Gelukkig, dat ze van
te verschillende rassen zijn, om elkaar te
begrijpen. Anders zou er, gebonden als wij
zijn door te zachte reglementen, die een voor
beeldige straf verbieden, den een of anderen
dag een minder aangename opstand kunnen
uitbreken."
En wat zouden ze kunnen doen ?"
Een heeleboel, aU ze het allemaal eens
waren en allen het karakter van dien grooten
luiaard hadden, die nu op 't oosjenblik zoo
balkt. Begrijpt ge, wat hij zegt? Hij noemt
ons moordenaars en dreigt ons met weder
vergelding; al deze heeren zijn hetzelfde, men
kan ze niet aanraken of ze beginnen erbar
melijk te gillen."
Het was werkelijk de beurt van den zwarten
Engelschman van ->ierra Leone. Trouw onder
daan van his Gracieus Queen," kon hij zich
niet aan deze slaafsche behandeling onder
werpen en uitte de vreeselijkste smaad woorden
aan het adres van zijn blanke en zwarte beulen.
Toen de vijftien slagen hem eerlijk waren
toegediend, wilde hij opstaan en vertrekken ...
Maar hij had te veel gezegd, hij had den
commandant ernstig beleedigd.
Nog vijftien slagen," zei deze, terwijl hij
een nieuwe cigarette rolde.
Zaboudi, de sergeant van den politiedienst,
maakte een grapje, terwijl hij deze order
aan den beul overbracht.
Het slachtoffer antwoordde niets; geheel
uitgeput en te veel mishandeld vóór het
ondergaan van zijn straf, was hij flauw gevallen.
Toch kreeg hij de vijftien voorgeschreven
stokslagen. Toen, gelijk een bloedende lomp,
werd hij door vier man naar een hut ge
dragen waar ze hem aan zijn lot overlieten.
hij was vrijgesteld van arbeid en men stond
hem toe, te slapen tot het hem zou behagen
weer wakker te worden.
Hassin had alles aangezien, stom van angst
en woede. Zijn lendenen waren gebroken en
de striemen van den geesel voelde hij als
hevig brandende wonden. En in zijn ziel van
grooten, luien, angstigen droomen, was een
heftig gevoel ontwaakt, tijdens den geesel
slagen ; hij herinnerde zich de lessen van
zijn vereerden meester, die door andere
blanken, in Senegas, gedood was. Hij was
een vrij man, van koninklijken bloede en
men had hem als een hond, als een slaaf
geranseld.
Zijn ingesluimerde fierheid was plotseling,
onder de beleediging, ontwaakt; hu vergat
zijn angstige onderwerping en sidderingen
van een edelen haat doorliepen zijn geheele
wezen.
(Annales politiques et littéraires.)
IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIMIIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III
Jl*
DAMEjS.
Daardoor kon de vereeniging ook dat jaar weer
haar waarlijk schoon werk verrichten. Maar
van de 595 aanvragen van geneesheeren,
hoofden van scholen enz., voor kinderen die
een frisch, gezond reisje noodig hadden, om
weer wat kleur op de bleeke wangen en wat
frischheid in de oogen te brengen, moesten
er 178 afgewezen worden, omdat er nu een
maal in de beide kolonie-buizen der Ver
eeniging, te Ulvenhout en te Oostvoorne,
niet meer dan 400 kinderen geborgen kunnen
worden!
Te samen werden uitgezonden 417 kinderen.
Zestien ervan, de zwaksten, mochten 6 weken
blijven, de overigen 3 weken. En met uit
stekende resultaten! Uit de verschillende
rapporten der dames-commissie bleek toch,
volgens het verslag, dat 45 kinderen waren:
bijzonder veel verbeterd, 157 heel veel ver
beterd, 100 tamelijk verbeterd, 63 niet blijvend
verbeterd, 52 verhuisd en niet teruggevonden.
Is dat niet een mooi, bemoedigend resultaat?
Toont dat niet, hoe heerlijk gezon i het voor
die stadskinderen uit de achterbuurten is,
eenige weken te mogen dartelen en springen
aan strand of in de boschrijke omgeving van
Ulvenhout? Zie op bijgaande photo, hoe zij
Een verrassing voor de vrienden dezer
vereeniging is de mededeeling aan het slot
van 't verslag, dat aan de vereeniging
is aangeboden ten geschenke een derde
koloniehuis, zijnde een geheel gemeubileerd
gebouw met erf; in den geest en naar den
bedoeling ingericht van wijlen de presidente
der Vereeniging mevr. M. 's Jacob-Templeman
van der Hoeven, aan wier aandenken dit
nieuwe koloniehuis een blijvend monument
zal zijn. De Vereeniging heeft dit, van liefde
voor het lijdende kind getuigende geschenk,
in groote dankbaarheid aanvaard, nog dezen
zomer zal deze nieuwe stichting verrijzen op
een prachtig en gezond gelegen terrein, door
bosch en h'eide omgeven, in een der schoonste
gedeelte van Gelderland. Zij zal bestemd
worden als een herstellingsoord voor de
zwakste kinderen, van wie er 25 tegelijk
verpleegd zullen kunnen worden.
Maar die nieuwe en vorstelijke schenking
legt ook nieuwe lasten op de vereeniging, en
ook daarvoor is mér ateun en medewerking
van stadgenooten noodig.'
Kom, laat hen die iets gevoelen voor het
liefdewerk dezer vereeniging, dit jaarverslag
Eene Kolonie te Oostvoorne, het duin beklimmende.
niet! Het ledental steeg van 305 tot 308.
Dit aantal is toch voor een stad als Rotter
dam veel te gering! Het zou zich, bij eenige
daadwerkelijke sympathie toch gemakkelijk
kunnen verdubbelen! De contributie van
?2.50 per jaar kan daarvoor toch geen be
zwaar zijn l De vaste inkomsten der vereeni
ging aan contributie bedragen slechts ? 1600.
En waren er dan ook niet elk jaar buiten
gewone baten, hoeveel minder zou dan de Ver
eeniging niet moeten doen ! De buitengewone
inkomsten overtreffen dan ook deze som wel
eenige malen: de spaarbusjeg brachten/2000
op aan diverse giften werd ? 2500 ontvangen.
Het Engelsche Parlement en net
Vronwentaecht.
Wijlen Lord Salisbury zeide eens : Het is
mijn ernstige hoop, dat de dag niet meer
veraf is, waarop de vrouwen haar aandeel
zullen hebben in de verkiezing der leden
van het parlement en in de beslissing over
de politiek van het land. Ik kan mij geen
redelijken grond denken, waarop zij daarvan
worden buitengesloten. Het is duidelijk, dat
zij door hare kennis, opvoeding en karak
ter daarvoor even geschikt zijn als velen die
thans het kiesrecht bezitten, en dat haar
invloed zeer waarschijnlijk zal worden aan
gewend in eene richting, die in een tijd zóó
materialistisch als de onze, van het hoogste
gewicht is, namelijk in de richting van
moraliteit en religie".
Eenigen tijd later legde de heer Arthur
Balfour in het parlement deze verklaring af:
Ik meen te mogen aannemen, dat iedere
sectie van het Huis zeer gaarne de diensten
der vrouwen zou gebruiken, als zij dacht
daarvan te kunnen profiteeren. En niemand
zal het in zijn hoofd krijgen te zeggen, dat
de beslissing over de politiek van het rijk
het geslacht vernedert. In iedere andere
afdeeling der menschelijke gedachten dan de
in innige blijdschap, na hun morgenmaaltijd
genuttigd te hebben, weghollen naar het
strand, om daar vrij en ongedwongen te
genieten.
Aan de zwaksten wordt, zooals mon weet,
na hun terugkeer te Rotterdam, elke da^
een tweetal glaasjes melk verschait op daar
voor verstrekte bons. Maar van deze zoo
hoog noo iige nakuur, die het eenmaal
<*ewonnene toch moet behouden, konden slechts
39 proüteeren, omdat daarvoor slechts /'200
beschikbaar was. Oot voor dit gedeelte van
het lief Ie > erk is meer steun zoo gewenseht.
politiek zou zoo'n argument met geen zachter
term dan cant", huichelarij, veroordeeld
worden, En cant" is het ongetwijfeld".
Zóó oordeelden deze beide staatsmannen,
die jaren lang de groote conservatieve partij
van dit land geleid, en als eerste minister
van staat bestuurd hebben, over der vrouwen
bevoegdheid en geschiktheid tot deelname
aan de parlementaire verkiezingen. Maar
geen van beide is ooit met een wet voor den
dag gekomen, om der vrouwen uitsluiting
daarvan op te heffen. De liberale leiders als
sir Campbell en John Morley, die eveneens
meermalen zich ten gunste van vrouwen
kiesrecht uitspraken, hebben evenmin ooit
eene poging in die richting gedaan. Het is
immer aan de particuliere parlementsleden
overgelaten, om dergelijke stappen te doen.
Maar door de absentie van officieelen steun
der leiders van het parlement, hebhen tot
nog toe al hunne pogingen schipbreuk ge
leden. Sinds het parlement zich een halve
eeuw geleden voor het eerst over een voorstel
van den staathuishoudkundige John Stuart
Mill over deze zaak uitsprak, heeft het eenige
malen een uitspraak ten gunste van vrouwen
kiesrecht gedaan en een daartoe strekkend
wetsontwerp bij tweede lezing aangenomen.
Maar verder is de zaak nooit gekomen. Toch
is er voor de voorstanders van
vrouweneen nieuwe aansporing zijn, te helpen ! Denk
er aan, hoe hard het voor 't Bestuur moet
zijn, zooveel kinderen te moeten afwijzen,
omdat er geen geld is en geen plaats. Er
is plaats genoeg o, er kunnen nog wel
honderden bij, aan het strand en in de
bosschen. Als er maar een grooter thuis is,
en voeding en verzorging. En daarvoor is
geld noodig!
Laat de blijde en dankbare blik van kin
deren, die verkwikt zijn in het heerlijk buiten,
een belooning zijn.
kiesrecht hier te lande geen reden van klagen
over de vordering der zaak. Dat ieder jaar
weer een wetsontwerp van dien aard wordt
ingediend, is een bewijs dat de zaak geen
academische quaestie meer is maar een van
zoogenaamde practische politiek" is gewor
den. En als eenmaal het parlement bevrijd
is van de oude pruiken die het met hunne
ouderwetsche ideeën nog beheerschen; als
eenmaal de frissche wind van in jongere
hoofden gedragen nieuwe ideeën door de
stemmige \Vestminsterparlementszaal ruischt,
dan zal een dergelijk ontwerp veilig alle
phasen der parlementaire procedure
doorzeilen, tot het ter onderteekening op de
koninklijke schrijftafel belandt.
De voornaamste tegenstanders van het
herhaaldelijk ingediende ontwerp, dat strekt
om den vrouwen het kiesrecht te geven op
dezelfde voorwaarden als de mannen het
thans verkrijgen, zijn eenige oude heeren van
liberale en conservatieve richting. En de
bitterste bestrijder daarvan is de bekende
radicale redacteur van het weekblad Truth,
den heer Labouchere. Hij heeft 12 Mei het
ontwerp weer voor een jaar van de baan
gedrongen, door het, om zoo te zeggen, dood
te praten. Volgens de parlementaire usance
van dit land, moei de tweede lezing van
een particulier wetsontwerp op den voor de
behandeling en bij loting aangewezen dag
worden afgehandeld. OJ-ebeurt dit niet vóór
het sluitingsuur der zitting, dan wordt de
behandeling tot onbepaalden tijd verdaagd,
hetgeen gelijk staat met nalen afstel. Door
deze regeling is het voor tegenstanders van
een bepaald ontwerp mogelijk, daarover zoo
lang te praten tot het sluitingsuur is ver
streken. En dit heeft de heer Labouchere
verleden Vrijdag gedaan, bij de behandeling
van het vrouwenkiesrecht-ontwerp door den
liberalen afgevaardigde Slack, met steun van
conservatieve liberale en
werkliedenafgevaardigden, ingediend. De redacteur van Truth
zong weer het oude liedje: De vrouwen
verschillen intellectueel zoowel als physiek
van de mannen". De natuur der vrouwen
maakt haar incapabel voor de vervulling der
plichten van het burgerschap". De vrouwen
zijn zenuwachtig, overgevoelig en hebben een
geringen zin om de betrekkelijkheid der dingen
te zien. Met haar te argumenteeren is de
meest hopelooze zaak ter wereld. Zij zullen
nimmer ongelijk erkennen".
Met dergelijke praat hield de humoris
tische afgevaardigde van Northampton het
Huis een uurlang bezig, na reeds te voren
zoolang over een ander wetsontwerp te heb
ben gepraat, dat er voor de behandeling van
dit slechts een paar uurtjes overschoot.
Echter, al die argumenten dienden feitelijk
slechts om de aap van des heeren
Labouchere's tegenstand in zijn mouw te houden.
Doch door een interruptie van een voor
stander van vrouwenkiesrecht, liet hij het
beestje er uit. Wij verlangen niet meer dan
vrijheid", riep bedoelde afgevaardigde hem
toe. Dat is wat ook ik wil", antwoordde de
Truth-redacteur. Ik wil vrijheid voor de
mannen en wensch niet piatgedrukt te wor
den onder de overheersching der vrouwen,
die de meerderheid der bevolking vormen".
Alsof dat de uitwerking is van het vrouwen
kiesrecht in de Engelsche kolonies en enkele
staten van Amerika. Maar het doel werd
bereikt. De wet is voor een tijd weer van
de baan. Maar niet voor imtuer, mijne heeren.
De paar honderd vrouwen die Vrijdag bij en
in het Lagerhuis verzameld waren, verte
genwoordigden tienduizenden, voornamelijk
fabriekswerksters uit het Midland, die niet
zullen rusten voor haar recht is gedaan. Kn
haar is de toekomst. De minderjarigheid der
vrouw heeft hi-er te lande dra haar tijd ge
had. Dat durf ik met alle gerustheid te voor
spellen.
Londen. J. K. VAX DER VEKE.
Koninyin Elizubeth. Uitzet van Cecile,
Itertoyin van Mecklenbury-Üchwerin, bruid
van den Duitschen kroonprins.
f5 Koningin Elizabeth is een-en-al lof over
de aanhankelijkheid en hulpvaardighei i van
het haar zoo dierbare Rumeensche volk. Op
zekeren dag ontving zij een brief van haar
moeder, de vorstin von Wied. die de koningin
verzocht om toezending van bonte, veel
kleurige lappen. Ik wil poppen aankleeden
om ze te verloten, de opbrengst moet strek
ken ten bate van het Otto-huis." De koningin
gprak en schreef over de plannen van haar
moeder. Allerwege de grootste sympathie
voor de poppen-verloting. Iedereen beij verde
zich, om een pop aan te kleeden voor de
moeder van Mama Regina".
Onder de vele verstandige lessen, die de
prinses von Wied aan haar dochter meegaf,
toen zij als ecbtgenoote van Carl von
llohenzollern naar Rumeniëvertrok, was ook deze,
die steeds door de verstandige dochter werd
toegepast : Zeg nimmer in je nieuwe vader
land : Bij ons was ik dit of dat anders ge
wend ; bij ons. in Duitschland doen wij zus
of zoo. Maak nimmer vergelijkingen; die
zouden steeds ongunstig zijn voor het jonge
nieuwe koninkrijk in opkomst."
Elizabeth von Wied, koningin van Rumenië,
heeft haar geboorteland innig lief; zij is te
veel Duitsehe, om ontrouw te worden aan
haar lleimath, die zij in schoonen vorm be
zongen heeft. Maar al haar zorgen, al haar
gedachten zijn gewijd aan de belangen van
haar tweede vaderland.
Om met Carmen Sylva's eigen woorden te
besluiten : Ik heb nog nooit om hulp ge
vraagd voor geen enkele mijner instellingen ;
ik heb dikwijls uit bescheidenheid mijn gas
ten gespaard en hun mijn weldadigheids
instellingen niet laten zien, maar dag en nacht
verzin ik nieuwe bronnen van inkomsten
voor mijn araie landskinderen."
* *
#
Welk een rust voor Wilhelm II, vader van
den bruidegom, en voor Anastasie, groot-her
togin van Mecklenburg-Schwerin, moeder van
het bruidje Cecile, dat eindelijk de verscho
ven huwelijks-feestelijkheden in gang zijn.
Papa Wilhelm en mama Anastasie zijn per
soonlijkheden, die met eigenaardige beslist
heid hun inzichten aan anderen opdringen,
hun eigen zin volgen, hun wil doordrijven.
Kleine kibbelpartijen konden niet uitblijven,
doch werden spoedig bijgelegd, waarschijnlijk
door bemiddeling der zachtmoedige, gehoor
zame, inschikkelijke keizerin, die haar echt
genoot een beetje verwend heeft, door haar
beminnelijke piooibaarheid. De jongelui heb
ben zich in 't vroege voorjaar ook een kor
date terechtwijzing van den keizer op den
hals gehaald. De kroonprins en zijn meisje
maakten in Florence samen een wandelin
getje. Arm in arm, keuvelend als dood
gewone, verliefde, jonge menschen, kuierden
zij zonder eenig gevolg of geleide a l'Am
ricaine" rond... o wee.' dat kwam papa Wil
helm ter oore! Van den winter wandelde
hertogin Cecile tijdens haar verblijf te Cannes,
veel langs de Croisette, de prachtige espla
nade aan de Middellandsche zee. Hoewel
Cannes niet een wufte, wereldsche plaats is
als Nice. viel zij daar toch op door haar bui
tengewone eenvoud. De Fransche beau monde
bekeek haar met kritischen blik en getuigde :
o, Zeker ! men zag wel, dat het slanke, blonde
meisje iemand was van goeden huize", maar
met haar voet-vrijen, wit-laken of wit-piqu
rok, haar wit-flanellen of wit batiste blouse
en haar wit matelotje met wit lint op't hoofd
was zij een allergewoonst tennis-jull'ertje,
zooals wij er hier duizenden aan de Cöte
d'azur" ontmoeten."
Het door onze jonge meisjes ook zoo ge
liefde matelotje, de canotier, staat bij de
Fran(;aise in geen goed blaadje. In een roei
boot, voor alle mogelijke watersport kan men
zoo'n hoedje dragen^ beweert zij, maar niet
aan vasten wal.
Kn nu zal de echtgenoote van den Duit
schen kroonprins, de aanstaande keizerin,
hoogstens in de vroege morgenuren en uit
sluitend in de tuinen van haar paleis mogen
kuieren kort gerokt en coifi'ée d'un canotier",
want er zijn prachtgewadeu en toiletten in
Parijs gemaakt voor het jonge mevrouwtje.
In Parijs; zóó verlangde het papa Wilhelm!
Slechts het bruidskleed is in Duitschland
gemaakt. Cecile zal bij de kerkelijke wijding
van baar huwelijk, omhangen zijn door den
authentieken bruids sluier der Hohenzollern,
een wonder van Venetiaansch kant werk.
Haar gala-, receptie-, wandel- en
huistoiletten zijn allen ii. Parijs gemaakt, en zóó
prachtig, dat de Parijsche couturiers beweren,
dat de Berlijnsche dames er haar oogen aan
zullen uitkijken. Onder de gala-toiletten is
een robe van zacht-rose mousseline de soie.
De rok is gegarneerd met een volant van
point d'Angleterre en relief-borduursel van
rozeknoppen. De lange sleep naar Duitschen
trant afdalend uit de ceintuur en niet van
de schouders is geheel van kleine volants van
mousseline de soie. Het corsage is van rose
Liberty zijde evenals het manteltje, niet veel
meer dan een luchtige schouderbedekking
behoorend bij dit smaakvol en jeugdig toilet.
Blauw is de lievelingskleur van hertogin
Cecile. Daarom zal de robe van zijden gaas
en Liberty zijde in vergeet-mij-niet-tint haar
wel bizonder aanstaan. Onder aan den rok
een geheel geplisseerde volant van zijden
gaas; langs de banen van den rok incrustatif s
van kant. De lange sleep is een mollig flou"
van gaas en zijde.
Wolkachtig-ijl, zijn de bal- en receptie-toi
letten der bruid. Hél mooi 't japonnetje
in hortensia-tint. Wijde rok, rondom fijn
geplisseerd ; rok en corsage versierd met relief
borduursel van rozen en blanke paarlen. Het
sierlijkste baltoilet is de robe van witte tulle
geheel doorwerkt met borduursel in Lodewijk
XVI-stijl, een profugie kleine zilveren roosjes
op rok en corsage. Onder aan den rok, een
breede zoom van wit tluweel met zilver
paillettes. De sleep van witte Liberty zijde is
eveneens versierd met zilver paillettes.
Een statig en stijlvol toilet is de iluweelen
robe in turquoise-tint, gegarneerd met prach
tige point de Venise. Kraag Louis XVI,
eveneens Venetiaansch kantwerk. Een prach
tig reistoilet van pastei-blauwlaken. Japon
en redingote van hetzelfde materiaal, zijn
beide versierd met lersche guipure.
Mama Anastasie, die, door haar Russische
afstamming, liever orders uitvaardigt, dan
raadgevingen volgt, heeft voor een der vele
recepties een toilet voor zich-zelf laten maken,
geheel ^an eigen vinding. Robe van mous
seline de soie, een artistieke samensmelting
van twee tinten: zachtblauw en teer-groen;
de kleuren zoo in en door elkaar verwerkt
dat het geheel schemert in zeldzaam ge
slaagde turquoise-tint. De rok is gegarneerd
met hoogen volant van Venetiaansche kant.
Op het corsage a la Vierge, hernalen zich
in hetzelfde kantwerk van den rok, de mo
tieven in den volant.
Een zeer hoog ceintuur omsluit de taille ;
de sluiting der ceintuur zijwaarts aangebracht,
eindigt in twee lange uiteinden van soupele
Libertyzijde, in zacht-blauwe en zacht-rose
tinten. CAPRICE.