De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 25 juni pagina 2

25 juni 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1461 wanhoop wel eens het zeegat uitgestuurd werd. Zou het werkelijk wel zoo verkeerd zijn om ons over de zeer begaafden maar niet al te druk te maken'en niet te veel te reglementeereu, zij vinden hun weg wel en hunne beste opvoeding is ze vrij te laten. Men behoeft hun geen moeielijkheden in den ?weg te leggen, maar de van zelf zich' aan biedende bezwaren, hebben toeh ook wel hun nut en alleen in buitengewone omstan digheden behooreu zij natuurlijk geholpen te worden. De school, zoo is het mij altijd, voorge lomen, heeft zijn groote beteekenis voor de middelmaat en is voor de zeer begaafden meer een noodzakelijk kwaad. Met het hooger onderwijs is dit een ander geval; hier komen de begaafden veel beter uit, omdat zij daar de noodige vrijheid hebben, die voor elk talent een levensbehoefte is, wanneer het ten ' minste niet een hoogescliool van een vastgestelde richting is, maar indien elke wetenschappelijke opvatting er toegelaten wordt. Men stelt zich de zeer begaafden en vooral het begaafde kind veelal verkeerd voor en meent er een dociele, leergierige natuur in te zien met weinig op de voorgrond tredende gebreken. Het heeft er niets van. Bociel is hij nooit, meestal tegen den draad in, zich ergerende aan zijn omgeving, die eerst later, wanneer hij er objectief tegen over staat en wanneer hij die heeft leeren begrijpen, zijn waarde voor hem krijgt. Leergierig is hij evenmin, dat wordt hij .eerst wanneer hij zijn eigen zin kan doen en wanneer hij zich kan bewegen in de richting van den minsten weerstand of wil men liever van de meest positieve attractie. "Wanneer hij dan later tengevolge van een half verloren schooljeugd zijne tekortko mingen gevoelt, is hij zelf mans genoeg om die in te halen. Dan wordt het een geheel ander werken dan vroeger, meestal moet hij er nog een paar talen bijleeren, maar dan ten minste zonder stinkende grammaires en als hij die talen niet leert, dan weet hij zich nog wel op andere manier te redden. Mijn hoofdbezwaar tegen de door den heer Cannegieter bepleitte nieuwe scholen is dus hierin gelegen, dat de keuze der bevolking onvermijdelijk onjuist zal zijn, dat zij een zeer gebrekkige verzameling der werkelijk begaafden van later zal weergeven, en dat integendeel de blokkers en de brave Hen drikken er sterk in vertegenwoordigd zullen zijn. Daarbij komt dan nog het voor begaaf den' stellig niet denkbeeldig gevaar der over-educatie en daardoor der vermindering Tan eigen initiatief. Prof. Gr. JELQERSMA. Leiden, 20 Juni 1905. Een middel tot woningverbetering, zonder bezwaar van rjjks- of gemeente-finantiën, door M. P. DE C E E K c Q. III. (Slot). Ook onder de kleine luiden is veel lust tot sparen en indien daaraan de kans verb mdm wordt, van een betrekkelijk groot gewiri,zal het aantal te nemen loten bepaald de stoutste ?verwachtingen nog overtreden. Bewijst het eerbiedwaardig cijfer, dat de Rijkspostspaarbank nu al te beleggen heeft, niet, hoeveel geld er onder alle rangen en standen van ons land op zijde gelegd kan wor den, ineerendeels nog zonder vasle bestem ming? De actueele tegenkanting tegen loterijen dtel ik volstrekt niet en weet heel wat per sonen te noemen, die dezelfde meening zijn toegedaan, mits de meer met geldzaken bekenden er ook voor waken, dat de zooge naamde goegemeente geen dupe wordt van behendige oplichters, d e misbruik maken Tan veler m ndere kennis op finantieel gebied. Want het afzetten der eenvoudige lieden, met schijnbaar mooie beloften, doch die inderdaad onbetrouwbaar zijn, is eene groote laagheid en een misbruik maken van mees'al zuur verdiende penningen, dat door ieder weldenkend mensch, meer op de hoogte van zulke afzetterijen, steeds gefnuikt moet worden. Maar hot besteden van een klein deel van eigen geld voor iets wat voor velen zoo gaarne betiteld wordt, een achterdeurtje voor het fortuin open te laten, komt mij in geen opzicht laakbaar voor, te meer daar het niet te ontkennen valt, hoe anders dat geld voor onrunte uitgaven besteed kan worden. Indien nu aan zulk eene illusie, die voor menigeen vaak een lichtpunt in duUtere levensoogenblikken is, nog de bevordering van een groot sociaal belang vastgeknoopt kan worden, zullen van de vele tegenstanders toch zeker nog wel enkelen liet niet zoo verbazend afkeuren. Toch ben ik ten volle overtuigd, dat er nog menigeen niets van mijn plan zal willen weten, doch wat ter wereld verkrijgt onver deelde sympathie ? Evenwel, ter zake. Nu het plan der loterij aangegeven, zooals mij dit meest aantrekkelijk voorkomt. Het geldt hier een algemeen belang, daarom dient de mogelijkheid tot deelname binnen het bereik van iedereen te vallen. Bij gevolg moet voor weinig geld een lot te koop zijn in de Nederlandsche loterij ter verbetering der woiiingtoestanden, overeen komstig de Woning- en Gezondheidswetten. Stel daarom de koopprijs op f 2.75, waar van ? O 25 afgaat voor administratie en pro visie aan plaatselijke debitanten, blijft dus voor de loterij ? 2.50. Er moeten 100,000 loten geplaatst zijn, opdat de trekkingen kunnen aanvangen. ledere 100,000 stuks maken een serie uit, want zoo lang er liefhebberij blijft voorden aankoop van nieuwe loten, moet de gelegen heid bestaan, meerdere seriën uit te geven. Dit bij de statuten te bepalen. Het is vol strekt geen vereischte, aanbod gelijken tred met vraag te doen houden, doch de faculteit daartoe moet vooral blijven. Het bestuur kan het alsdan van omstandigheden laten afhangen, van die bepaling al- of geen ge bruik te maken, doch het den pas afsnijden tot gewenschte en voordeelige uitbreiding van zaken, door statutaire handenbinderij, heeft reeds zoo velen verdroten, dat m en dit euvel zooveel tuogelijk dient te vermijden, te meer in gevallen als hier, waar zulk eene beper king hoegenaamd geen nut kan hebbeu. Zoodra de eerste serie dus geplaatst zal zijn, ia er een bedrag van ? 250,000 ontvan gen, wat geheel disponibel is, want alle an dere kosten zijn, bij goede regeling, dan best te dekken door ? 25,000 voor honderdduizend kwartjes, die meer betaald zijn, dan gemeld. Van elke serie moet 1/5 of ? 50,000 belegd worden in N ederlandsche effect en, naar keuze van het bestuur en die stukken moeten in open bewaargeving worden gedeponeer l bij de Nederlandsche Bank te Amsterdam. De overige ?200,000 kan dienen tot het geld leenen als voorschot onder hypothecair verband in de gevallen, bedoeld in $ 7, arti kels 29 en 30 der Woningwet, tot eene jaarrente van 3 procent en opklimmende aflos singen, waardoor de geheele som, als bepaald bij art. 29 in 20 jaren en als bij art. 30 in 50 jaren, geheel zal zijn afbetaald. Eenten te betalen per halfjaar en aflossr.ngen per geheel jaar. Afgeloste gelden mogen dienen voor nieuwe voorschotten tot gelijk doel, en zullen die aflossingen bij art. 29 aanvangen met 2 pro cent en bij art. 30 met l procent, om daarna geleidelijk op te klimmen tot in 20 en 50 jaren de geheele schuld zal zijn gedelgd. In het eerste geval wordt met tweede, derde of vierde hypotheek genoegen genomen, in dien reeds op die gebouwen rust» nde hypo theken dit noodig maken, terwijl, in liet laatste geval het verband dezer voorschotten steeds uit eerste hypotheek moet bestaan. Kosten' van overmaking der rente en aflc ssing zijn voor rekening der debiteuren en daarvoor wordt 8 dagen tijd gegeven na de vastgestelde data. Het niet betalen of geld zenden binnen die 8 dagen, veroorzaakt debi teuren een nader vast te stellen boete. Het beheer moet zoo eenvoudig en zuinig worden ingericht, dat de onkosten daarvan tot het kleinst mogelijke minimum gereduCi erd worden, want deze worden van de ge kweekte rente afgetrokken en het restant, dus van effecten en hypotheken wordt twee maal per jaar als premie verloot, zonder dat de lottn, waarop die premiën vallen, iets van hunne waarde verliezen. Bij het innen eener premie, wordt die betaling alk-en onuitwi-chbaar op het betrekkelijke lot afgestempeld en daarna is zulk een lot weder precies gelijk aan een ander lot, waarop nog nimmer een premie betaald werd. He?- rentebedrag dat na ieder half jaar ter beschikking der preinietrekking komt, zal dus in normale gevallen circa l V4 procent, stelle netto 1.4 procent bedragen, is over / 250,000, dus ? 350 ). Is dit zoo, dan worden de volgende pre miën uitgeloot, betaalbaar van at' den dag op de trekking volgende, gedurende een maand en na die maand zes weken na de eerste aanbieding van het lot, ten vastgestelden kantore. Alle aanspraak op uitbetaling vervalt, vijf jaren na iedere preuiietrekking. Premiën: l van ? 1000 is ? loOO. l 5()0 500.10 100 1000. _40 25 ^1000..52 premiën ? 3500. Is er meer rente beschikbaar, dan worden ook meer premiën van ?15 uitgeloot en is er maar minder in kas, zoo vallen de kleinste premiën daarmede evenredig weg. En nu de aflossingen. Daarin moet het bestuur de vrije hand ge heel behouden, want vooruit is moeielijk te bepalen of en wanneer dit gewensciit of noodig zal wezen. De bedoeling is echter, het kapitaal voort durend tot het oorspronkelijke streven, de woningverbetering, te blijven benuttigen en bij e/entueele aflossing eener serie of gedeelte daarvan, de terugbetaling op j 2.75 te bren gen, des noodig door de prernietrekkingen te doen eindigen en gekweekte rente en koersavans der effecten te bestemmen, tot liet mogelijk maken dezer inwisseling tegen ? 2 75. Vandaar dat de waar.ie voortdurend op den oorspronkelijkeii koopprijs zal blijven en men dus steeds zijne loten daarvoor zul kunnen te gelde maken. Alleen de rente, bij zulke kleine bedragen voor elk lot toch van een zeer gering belang, dient den eigenaar om hem kans op een extratje te geven, waarvoor hij zich iets aan kan schallen, dat anders niet het geval zou wezen, maar waardoor het gevaar niet ontstaat, door te veel geld, piotteling zoo verblind en dwaas te worden, als met groote geldprijzen uit loterijen, "helaas maar al te vaak het geval is, zooals vele treurige voorbeelden aantoouen. Tevens heeft dan ieder houder van znlk een lot de satisfactie, op waarlijk zeer gemak kelijke wijze mede te werken tot verbetering van sociaal belang, enkelen direct, doch iedereen indirect ten goede komende. Moge de kans op een premie, tweemaal in tiet jaar, dan ook zeer zeker wel de groote aantrekkelijkheid zijn, toch behoort het'waar lijk ook tot do gunstige teekenen des tijds, dat de nioreele verplichting tot bevordering van sociale belangen, inderdaad algemeen meer gevoeld en beseft wordt. Eti waar de drang tot medewerking ge boren is, wordt de lust daartoe onbetwistbaar aangewakkerd ! Aangezien ik gaarne medewerk tot uit breiding der woningverbetering door coöpe ratief-wonen, op grond der voor iedereen te aanschouwen gunstige resultaten, aldus reeds gedurende een twintigtal jaren te 'sGravenhage en Haarlem verkregen, zal het niemand ver wonderen, dat ik mijn denkbeeld ook gaarne toepasselijk wensch te maken, ter vergemak kelijking van het coöperatief-wonen. Zooals hiervoren reeds gemeld, hebben de 130 bestaande co peratieve-bouwvereenigingen in Nederland, ter stichting van een eerbiedwaardig aantal goede gezonde en geriefelijke huizen, zoo groot als klein, doch de laatsten (zoogenaamde arbeiders-of werk manswoningen) verreweg het meest, geen geringe bedragen,doch meerdere tonnen gouds, tot de volle kostende prijzen dier onroerende goederen, gekregen als voorschot onder ver band van hypotheek. Maar daarbij moest de opmerking volgen, dat bij gewenschte toename dezer degelijke samenwerking het gaandeweg moeielijker zal worden, daarbij het benoo ligde kapitaal te verkrijgen, omdat die hypotheek tot de volle waarde, eene afwijking der usance is, die velen niet kunnen ? en meerderen ook niet willen toestaan. Coöperatie mag echter volstrekt niet onder liefdadigheid gerekend worden, want hare bedoeling is immers, door funk vereend werken, datgene te verkrijgen, wat voor ieder afzonderlijk niet bereikbaar is. Als evenwel (Je kapitaalverkrijgiug door loterij mocht gelukken, i* er hoegenaamd «MMMHwMwtmHnumntmtHiitiMtiiiim Sociale, geen bezwaar, een deel daarvan voor de co p.bouw vereenigingen beschikbaar te stellen, mits tot de normale hypotheekrente en aflossingen, thans 4 a 4 % procent en l procent opklim mend niet de rente van vroegere aflossingen, waardoor eene leenirig in 44 jaren geheel terugbetaald is. Aangezien dit geheele plan echter bepaald de volkshuisvesting betreft, omdat daaraan, uit den aard der zaak, het meest te verbe teren is, moet het in de hand werken van coöperaiief-wonen ook in dit opzicht meer die woningen beoogen, welke dit doel raken, weshalve daartoe eene bepaalde huurwaarde vast te stellen is, die echter verschillen kan voor groote, kleine steden en dorpen, enz. De bestemming van een zekere percentage, die bij iedere serie tot coöperatief-wonen mag aangevoerd worden van het beschikbare kapi taal, tot woningverbetering, kan aanbeveling verdienen, omdat daardoor dat gedeelte der goedkoop gehuisveste bevolking gebaat wordt, dat niet van liefdadigheid gediend is en de inkomende renten verhoogen er door, (ril. dat deel geelt dan 4 a 4'A in plaats >an 3 pro cent 'sjaars) weshalve de premiën ook even redig uitgebreid worden. Hiermede is zoo beknopt mogelijk zonder de duidelijkheid te schaden, het middel tot woningverbetering uiteengezet, waardoor ge heel buiten bezwaar van rijks- of gemeentefinantiën, aan de wel ingrijpende, docli waarlijk zoo dringend uoodige voorschriften en bepa lingen voldaan kan worden, der Woning- en Gezondheidswetten. Dat deze aanstonds groote sympathie zullen verkrijgen, is niet denkbaar, want als men met de eigenaren van buizen bekend is, weet uien wel boe weinig lust er nog bestaat, om de vele beslommeringen en moeiten reeds aan bet huizenverhuren verbonden, 110.; niet zooveel meer last en kosten te vergrooten. ok de gemeentebesturen hebben met on derwijs-, drank- en andere''wetten, al zooveel extra werk zich toegevoegd gezien, dat zij j waarlijk deze nieuwe bezigheden van grooten omvang, niet als zeer welkom kunnen be groeten. Men vergete echter niet, dat in de Woning wet uit vermoeden reeds zeer duidelijk uit gesproken is, door het noemen van tijdsbe palingen en inmenging der Provinciale Staten, waardoor, bet op dm langen duur schuiven" en, met een kluitje in bet riet sturen," onmo gelijk gemaakt worden. Het aandachtig nalezen der Woningwet, zal dit dadelijk iedereen aantoouen. Doch dit is zeifs bij de vervaardiging dezer wetten, nog niet voldoende geacht, om uit de rich'.ige uitvoering te verzekeren. De ontwerpers ken len hunne Pappenheimers. Zij wil ien goed werk leveren en tevens zorg dragen, dat het ook behoorlijk vruchten zoude dragen. \ 3, Artikel 12 der Woningwet, geeft aan drie meerderjarige ingezetenen eener gemeente j het recht, om het initiatief tot woning veri belerin" te ueinn^ in Alma l, terwijl dat recht tot het hoofd van een ge"!:' of een afzon lerliji.' levend persoon wordt uitgestrekt, in Alinea 2. De volgende bepalingen in \ 3 toonen on betwistbaar, hoe dergelijke klachten, van slechts drie meerderjarige! ingezetenen of het hoof l des sezins, onderzocht moeten w.orden on uit dat onderzoek voortvloeiende ver beteringen absoluut dienen te geschieden. Er zal dm beslist actie komen in de nu veelal bestaande rust der huizen verhuurders, wat rechtmatige klachten der huurders en buren bolr-ift, inzake misstanden, gebreken en feilen, die de gezondheid der bewoners en daardoor O"k de openbare gezondheid, in het gevaar brengen. Met hierop de aandacht van belang hebbenden te vestigen, wensch ik te besluiten, want waarlijk, die daarin niet de machtigste factor ziet, tot het -doen medewerken der grootste macht tot toepassing der Woning en Gezondheidswetten, moet inderdaad wel met blindheid geslagen zijn. II a a r l e m, l'.)05. Ma brii f vaneen zeeman En voorloopi<( ook de laatste. \Yant nietwaar, iemand als ik, die. maar over i't'n categorie wat heeft te schrijven, over n bedrijf, als zijn in dat bedrijf de misstanden nog zoo vele, kan toch niet l,lijr<-ii hameren op 't/elfde aambeeld! Maar voor dezen laatsten brief hoop ik toch dat do redactie nog wel een plaatsje in luii'O kostbare kolommen zal willen af staan. Want al heb ik, naar aanleiding van liet belangrijke en welkome rapport der Commissie van Geneeskundigen ook m'n hart gelucht met eenigc feiten en beschou wingen over gewichtige punten, over den gezondheidstoestand en (ie on voldoende be huizing, over voeding enz., n belangrijk punt, ook in het Kapport dor bovenge noemde commissie gereleveerd, verdient nog bespreking, nl. de ire.r/,iij</. Do commissie behandelt dit punt slechts j terloops. De werktijd, zegt ze, is op stoomschepen in volle zee, hij kalm weder, niet zoo erg moeilijk; vau 's morgens (i tot 's avonds (i, met '2 sehafturen; voor het personeel in de machinekamers: 4 uur dienst en 4 uur rust. Zwaarder, /egt ze, wordt de arbeid in de havens, wanneer de matro zen moeten meewerken in do lading. Welnu zóó eenvoudig, als de commissie haar hier stelt, is de zaak niet! Het ont breken van elke wettelijke regeling op dit punt stelt de gelegenheid open voor alle mogelijke willekeur, waarvan soms maar ui te erg misbruik wordt gemaakt. Ik herinner hierbij nog eens aan de klacht, die onlangs behandeld werd door den Ruud van Tucht te Amsterdam, tegen den gezagvoerder van liet stoomschip Pro Patria''. Op 25, 20 en 27 Juli 1904 word door drie man der equipage 3'.* uur achtereen gewerkt om drie stoomlieren te drijven hij het lossen van eene, lading steenkolen, in ue haven van Rotterdam. Op K) en J l Augustus werd door diezelfde equipageeveneens in Rotterdam 25 uren gewerkt! Voor de 3'J uren overwerk werd betaald: f 2.50, voor de 25 uren /' 2.00! Men begrijpe het goed: er werd derequipago niet gevraagd of ze bereid wa?, maar die ontzettend lange extra dienst tijden voor gemiddeld nog geen l O cent per uur, werd haar gelast op grond van de monsterrol! Toen in de haven van Antwerpen op 19 Sopt. d. a. v. weer vun de eq ui page werd gevorderd, dat zij, nu haar dagtaak, in een veilige haven maar alle mogelijke perso neel te krijgen is, zander e.t'lru bctaünij de stoomiieren te drijven, weigerde zij dit zonder nadere onderhandeling en werden de schepelingen, wegens zondiging tegen do schoei^discipline, onruiddelijk aan wal gezet! De Raad van Tucht erknHih', dat de klach ten der zeelieden juist waren, maar vond geen termen tot veroordeeling van den ge zagvoerder. Ik spreek over dut oordeel geen meening uit. ik vestig er slechts de aandacht op, dat (lerijrlijke feitnt luimen i>l«nta lu-hl.H'11, ut duoi t/e K'< t ijc'/ootji! n'or! Dat moest niet kunnen bestaan! Hier geef ik een staatje van den werktijd aan boord van het bovengcnoenvlo stoom schip, door een der manschappen nauw keurig opgeteekend: Datum. Werkijd per etmaal. Rusttijd per etmaal. Bemer kingen. Dinsd31 Mei 7 Juni /iaterd II Dond IC i i Maand 20 ,, DiusJ 2S Vrijd 8 Juli Zaterd 9 Wnsd 13 -'O Dond 21 Vrijd 22 Dinsd 20 Wnsd 27 Zaterd 30 Dond 4 Aug Vrijd 5 Zaterd O Wnsd 10 Dond 11 . l» Wnsd 24 ISu.SOm. 5u.30m. vertr. van Londen. 17 30 ,. (i ,, 30 v.A'dam n. Londen. v. Londen n. .A'dam. v. A'dam n. K'dam. 7 ,, v.A'dam n. Xewport. 5 ., 30 .. v. Newp. n. PoriTalbot Scheeps werf A'dam 13 13 v. A'dinu u. Antw. 11 20 12 40 v. Antw. n. | Xewpurt. 11 .j 13 v. Newp. n. Barri. 15 30 2 30 Scheepsw. j Barri. 15 30 ; 2 30 v. Barri n. j |K'dam. 24 Lossen lad. R'dam. 16 8 id. id.id. 18 O v. K'dam n. Newp. v. Newp. |u Cardiü'. richeepsw. Cardill'. v. Cardirf 'n. K'dam. 16 12 21 13 30 10 30 i v. Antw. In. Newport 0?'v.ivowp.n. iSwansea. 22 dagen. 340 u 20 m 1CG u 40mi i Uit het bovenstaande stüarjo blijkt, dat, al zijn er onder <le groote stooiiischopen wel, waar de werktijd meer regelmatig is, er ook nog wel voorbeelden zijn van'ont/ettend liiH'jat werktijd : zóó lang, dat daarmee de schepelingen niet alleen tot ware urbeidsxhiri-n worden gemaakt, maar ook de veilig heid aan boord van zulk een stoomschip stellig gevaar lijdt! liedenk eens, lezer, ?J4'-I uren vau dienst, tegenover I0(> insturen, is dat niet een verhouding, die strijdt niet alle redelijkheid, billijkheid, mensch waar digheid 'f Kn zooals het op do Pro Patria" is, zoo is het op velo vrachtbooten, vooral op do kolenbooten ! Waar de zeelieden overgeleverd- zijn aan gestrenge discipline,aan oen arbeids-coutrict, in den vorm der monsterrol, strenger dan n ander aan vasten wal, daar ware het toch plichtmatig dut de wetgever hen daar tegenover meer bescherming waarborgde ! En liet is dan ook bemoedigend, dut óók in hot Rapport der Geneeskundigen wordt genoemd als een zeer menschelijk geachte verbetering: /;/ liet lieltunj der reiliijheid <ijt z<e en </ei' ijczomlltt'id van liet t'o!/,\ dient ti'ijen litii/jt/ut'iijcii iti'ln id ijeicdiilt'l t" U'on/eii. Goed zoo'. Met de/.e verklaring, die won derwel pust op de door mij vermelde feiten, kan er met nog mér recht op icitleiijlce bescherming tegen overmutigen arbeid aun boord, worden aangedrongen ! ??':? # Intusschen, de Minister van justitie schijnt den zeelielen niet ongezind, om mee te wer ken, dat zoolang er nog ijee>i wettelijke be scherming is, deze langj den weg der vak organisatie te verkrijgen. De overmacht van den gezagvoerder, die zijn schepelingen maar «//c,s kan opleggen wat hem goed dunkt, zonder dat deze het recht hebben, zich er tegen te verzetten, grondt zich voor namelijk op urtt. 4 (l en 440 Wetb. v. Koop handel'. Art. 400 luidt: De monstering gedaan zijnde zijn de scheepsollicieren en scheepsgezellen ge houden, op bevel van den schipper, aan boord te komen, het schip in orde te brengen en te beladen." En art. 440 luidt: Xa het eindigen der reis, waarvoor het scheepsvolk was aangenomen, is hetzelve op verlangen van den schip per of de eigenaars van liet schip ge houden het schip te lossen, watervast te maken en te onttakelen, ot op de ligplaats te brengen en vast te maken of te onttakelen." Nu hebhen de Amsterdamsche zeelieden, door middel hunner organisatie, en na eeu gewonnen staking, liet zoover gekregen, dat, krachtens overeenkomst, do gezagvoer ders en reeders van deze bepalingen afzien en omtrent het laden en lossen een afzon derlijke overeenkomst aangaan, welke afzonderlijke overeenkomst in de monsterrol werd opgenomen. De waterschout te Rotterdam ire.iijenle echter telkens, zulk een afwijkende bepa ling in de monsterrol op te nemen, zoodat op de schepen, te Rotterdam gemonsterd, feiten als v uu Pro J'atria" steeds mogelijk bleven. Daarover beklaagde zich het best; ur van den Zeeliedenbond bij den minister van justitie, die bij missive van 24 l)ec. PJ04 antwoordde, waarin werd te kennen gegeven, dat de weigering vau jhr. Ortt, den water schout te Rotterdam ten onrechte was, en er wel degelijk afwijkende bepalingen moge lijk waren, en aan de klacht het noodige gevolg" zou worden gegeven. M. a. w.: ook te Roterdam kun thans in do monsterrol een beperking van den \verklijd, en een vaste bepaling omtrent extra beloonhig van overwerk bij 't lossen en laden, opgenomen worden. Als... de orga nisatie muur sterk genoeg is om dat door te drijven! Een herziening der wetgeving op dit punt, waarin uitdrukkelijk eene bepaling over den werktijd is opgenomen, zooals in de duitsche Zeemans-ordening," is dringend nooJig! * * * Jn, lezer, nu had ik nog wel veel meer te schrijven over misstanden, over grieven, over verwuarloozing door den wetgever. Ik zou kunnen klagen over den treurigen toastarul, dat de zeelieden nog steeds zijn uitgesloten van de ongevallenwet, en de publieke liefdadigheid hier zich nog steeds over de achtergeblevenen moet ontfermen, en over zooveel meer. Maar ik ben al verheugd, dat ik, naar aanleiding van het geneeskundig rapport, de voorgaande punten hier heb kunnen bespreken. En ik hoop van harte, dat dit rapport eeuigen aandrang mag oefenen op den wet gever, op het parlement, om nu niet langer in de arbeidersbescherming de zeelieden te verwaarloozen, maar eindelijk, eindelijk te voorzien in de behoefte uun betere zorg voor gezondheid, veiligheid en vrijheid voor het zeemansvolk. «?niiiMtiMU'MuitittUMitmmitiiiiiiiiiuiuiti Muziek in de Hoofdal l-Steeuk.los sen K'dam. v. K'dam !n. Antw. Het waren slechts twee werken, die ons Weingartner deed hooren, toen hij na een groot jaar afwezigheid weder ten onzent kwam. De symphonie Harold en Italië" van Berlioz en de Negende" van Beethoven. Keeds vroeger heb ik in de kolommen van dit blad er op gewezen, dat de Harold-symphonie met solo voor alt-viool, haar ontstaan te danken heeft swu den grooten viool virtuoos Paiwriiiii, die een compositie van Berlioz wenschte te bezitten met alt-solo, ten einde daarin den klank van zijn mooie alt viool eens naar hartelust te kunnen doen, bewonderen. Berlioz voelde zich aangetrokken tot dit denkbeeld en zette zich aan het werk. Kinnen weinige maanden was de symphonie gereed echter niet tot tevredenheid van Paganini. j Toen deze n.l. de, partituur doorzag, riep hij j uit: Neen, dat is het niet, wat ik wen<ehte; daar 'r^iien zoovele tutti in; ik wil steeds doorspelen." Hierop antwoordde Berlicn; ,.',£ vermoedde het al, "'i wenscht een coiiiert voor alt-viool ; maar dit zc'l toch niemand anilers dan gij voor u zeiveii kunnen componeeren." Niettegenstaande dat was Pa/anini bij de eerste uitvoering der symphonie 'i(i Dee. 1834} toch 7,00 geroerd over (L> groote schoon heden der compositie, dat hij op het podium ijlde en den componist dirigent ten aansehouwe van het publiek de handen kuste. Oen volgenden dagxond hij hem een schrijven van dank met een som van frcs 20 000. Jlen heeft later deze daad van Pagamni wel willen verkleinen. U. a. zeide men dat Jules .Janin van liet Journal de» iJi'hatf, een groot vriend van Berlioz, Paganini dit bedrag ter hand stelde met de bedoeling het aan Berlioz te geven, omdat deze het van een kunst broeder gemakkelijker kon accepteeren dan van hem. Anderen beweren dat Paianini, die om zijn gierigheid hekend was, op aan sporing van Janin het bedrag aan Berlioz schonk, ten einde tiet Parijsehe pub.iek weder voor zich te winnen, nadat hij het eenigszins van zich vervreemd had, door zijn weigerinu om gratis mede te werken op een weldadigheidsconcert. Hoe dit ook Kij, Berlioz heeft met groote dankbaarheid die gave in ontvangst genomen, 111 tot zijn laatste uur Paganini als zijn edelmoediger, weldoener beschouwd. Het was zeer goed gezien van den grooten sympboniker, zijn talent niet aan een gewoon al t-vioolconcert te verspillen Hij vond echter in Byron's ('bilde Harold" een stof, waarbij hij den melancolieken toon van het i.istrumpnt voortrelfelijk kon te p?is brengen en de uilslag heeft hem volkomen gelijk gegeven; want wonderbaar schoon komt 'iat instrument uit tegen de doorzichtige en sub'ie'e behan lelina van liet orches*, vooral wanneer Oscar -Nedbal liet bespeelt. Dat was n 1. van het begin tot het einde hooge kunst, die hij ons te genieten gaf. In alle liggingen een toon van zielvollen inhoud en een distinctie in de schakeeringen, die zich geheel aansluit bij de nobele opvatting van Weingartner. Het is bekend dat weinigen Berlioz zoo beminnen en in zich opgenomen hebben als Weingartner. Daarom lijkt het mij zeer ver klaarbaar toe dat de groote dirigent met weemoed vraagt: Ist dann die feine Berlioz'sche Instrumentirungskunst ganz ver loren gegaugen, nachdeni die heutige Generation alles auf Massenwirkungen abzielt?" Fijn inderdaad is de instrumentatie. Te tij n voor de groote zaal van het Paleis voor Volksvlijt. Men zal wel gegronde motieven gehad hebben o'n do uitvoering niet in het Concertgebouw te doen plaats vinden. Maar nu de symphonie er bepaald onder moest lijden, zou het toch wel goed geweest zijn indien de oorzaak bekend ware gemaakt, tont saroir c'rst tont pardonner. Zelfs de Orgie des brigands" klonk in de immens groote zaal van het Paleis bijna liefelijk. In het tweede deel bracht Weingartner ons de heerlijke Pinksterdagen van verleden jaar weder voor den geest. Men weet het, hoe hoog ik zijn opvatting stel van Beetboven's symphonieën. En vooral de Negende geeft hij weer met al de diepte en hoogheid, die van dit werk de kostbare

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl