De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 25 juni pagina 3

25 juni 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1461 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. eigenschappen zijn. Ik ma? mij dan ook onthevtn achten van in details te wijzen op Wein gartner's reproductie. Zij bracht de toehoorders in heilige geestdrift. De diri gent had echter ook krachten tot zijn dispo sitie, zijner volkomen waardig. In de eerste plaats het Utreehtsche stedelijke orchest, dat onder Wouter Hutschenmyter, sedert jaren voortreffelijk geschoold, met groote toewijding de intcntiën volgde van zij u beroemden lei der. Toen deze dan ook den concertmeester Veerman en aan het slot ook Hutschenruyter -in de huidebetuigingen van het publiek liet deelen, was dit zeker geen loos compliment. Maar ook het koor der Oratoriurnvereeniging gaf door zijn flinke kernachtige wedergave van Schiller's Ereude-ode een groot relief aan de uitvoering. Kn het solo-quartet zelden, misschien ?wel nooit heb ik dat zoo schoon gehoord. Maar het waren ook allen Nederlandsclie zangeressen en zangers: Mejuffrouw Anna Kappel, mevrouw de Haan Manifarges en de heeren Jos Tijsgen en Jan Sol ! De laatste vulde met zijn machtig orgaan de groote zaal van het Paleis geheel. Zvjn dithyrambisclie uitroep aan het begir was voortrenVijk; riet recitatief later iets te haastig ; maar in het ensemble had men nu waarlijk een bas, wiens krachtige diepe tonen voor de andere solisten een vast fondament vormden. Het was waarlijk schoon! \Veingartnerzal aan het gejubel van het publiek hebben gemerkt dat hij hier in hoog aanzien staat en dat men hem steeds gaarne zal zien wederkeeren. * * PAKS1EAL. Zelden heeft een muzikale gebeurtenis hier te laade, zooveel opschudding teweeg ge bracht in het buitenland als de beide op voeringen van Parsifal door onze Wagnerveree inging. Bij vroegere gelegenheden heb ik de on edele motieven in het licht gesteld, die men gebmikte oin te protesteertn tegen de, op voering. Ik wil dan ook het onverkwikke lijke geschrijf der duitsche kapelmeesters laten rusten en er alletn nog op wijzen dat onze Wagnervereeniging aan haar hooge roeping met voornaamheid is getrouw gebleven. \Vel had zij het gewone aantal van twee opvoe ringen kunnen overschrijden eu dan zouden gewis de enorm hooge kosten, tenminste ge deeltelijk gedekt geworden zijn. Zij wenschte echter haar principe rein te houden en ver smaadde het meic.mtiele oogmerken na te jagen. Echter, weet men te Bayreuth niet dat door het opl reden onzer \Vaanerverecniging verijdeld werd, dat een op speculatieve neigingen beluste amerikaansehe operatroep Pareifai hier te Amsterdam een aantal malen zou hebben opgevoerd? Bühnenweihfestspiel" noemt Wanner zijn hoog verheven drama. En ttrecbt Weihe" gaat uit van dit religieus mystieke drama en onweerstaanbaar wordt iedereen gebracht ouder de betoovering van Waguer's veelom vattend machtig genie. Reeds bij het lezen alleen van de woor den gevoelt men hoe hoog deze man ver vuld was van zijn heilig onderwerp. Eu zijn karakters ! Volg de ontwikkeling van den jongen held Parsifal der reine Thor", van het oogeuhlik dat hij de zwaan doodt, onbewust van zijn daad, tot op het moment dat hij als Hüler des Grales" Amfortas' plaats gaat innemen! Breng u voor den geest het gecompliceerde karakter van Kundry, eerst als wilde Keiterin", dan in de tweede acte. als zij zich verweert tegen Kiingsor en ten slutte, voor zijn toovermaciit zwichtend, Kirsital tracht te verleiden; eindelijk in de derde acte als zij gelouterd is en verlost van den vloek, als boetvaardige zondares, gelijk een tweede Maria Magdalena de voeten van Parsifal zalft en met de haren afdroogt. En dan die edele liguur van den trouwen Gurnemanz, een der schoonste typen van Waguer's scheppend genie, onvergetelijk voor allen, die Scariadaarin hebben mogen genieten! Maar hou bewonderenswaardig heeft \Vagner alles wat de oude sagen wereld aan ons heeft overgeleverd, gevormd tot een zeldzaam schoon nieuw gewrocht ! Hoe heeft iiij de figuren van Wolfram von Kschenbach geïde aliseerd, waar die tot het vulgaire neigden ! Hoe heeft hij de symboliek van Chretiens van royes aan zijn modern drama weten aan te passen, zonder de poëzie en de mystiek van dien middeleeuwschen dichter op te offeren ? Kn dan de muziek ! Is er n drama van den grooten meester, aangrijpender in zijn soberheid dan juist Parsifal ? Is er n muziek werk dat, in zijn bijna voortdurend langzame bewegingen, toch de aandacht zóó gespannen Het verwoeste motief Naar liet Duitsch, van HEIN/ TÜVOTK. Hij ging achteruit, tot op een paar schreden afstands van zijn schilder.se/el, dien hij dicht bij de meidoornheg had neergezet, nam zijn sigaar uit den mond, en met de linkerhand zijn palet voor zich uit houdend, boog hij sfl|n hoofd naar rechts om de schilderij te bekijken. Weelderig woekerden bloeiende papavers en roode stokrozen tussen en de bloemschermen van de venkel en langs den blauwgeverfden muur van het visschershuis klom men de ranken van den wingerd omhoog tot aan het strooien dak, een onverzorgde wildernis, die iets eigenaardig romantisch verleende aan het tuintje. Tegen het huis aan stond een prieeltje, van onder tot boven bedekt met de reuzenbladeren van het pijpkruid, en tusscheu de boschjes van kruisbessen- en aalbessenstruiken slingerden zich de ranken van de pom poen, wier groote, gele vruchten op kleine plankjes op den grond lagen. Sedert vijf dagen zat hij eiken morgen voor deze wildernis te werken, vol geestdrift over de kleurcontrasten. Morgen zou het klaar komen. liet was een afgelegen plekje aarde, ver borgen tusschen een paar visscherswoningen, waar zelden iemand kwam; en hij was bij zonder trotsch op zijn ontdekking, omdat een heele kolonie van schilders en een paar dames-schilderscholen den gehcelen omtrek als een z verm sprinkhanen bedekte, zoodat iemand slechts met veel moeite er in kon slagen een eenmaal begonnen schets te vol houdt en misschien juist daarom zooveel wijding uitstraalt? Ik kan juist nog vóór het afdrukken van dit nummer mededelen, dat de tweede opvoe ring welke ik bijwoonde een beerlijken, wijdingsvollen indruk op mij gemaakt heeft. Een indiuk die mij herinnert aan de verhevendste opvoeiingen die ik te Bayreuth mocht bijwonen, en in enkele opzichten zelfs nog mijn Bayrenther indrukken overtreft. In het volgende nummer stel ik mij voor, over de uitvoering te refereeren. Met het schitterend welslagen zij der Wagnervereeniging eu haren directeur, Henii Viotta, voorloopig reeds van harte geluk gewenscht. A^T. AvERKAJll'. O .er de waarscbijDlüte oitwMeliBg flir arcüiti Gluur, door H. P. BERLAUE. Uitgave van den heer J. Waltman, Delft. II. Twee droombeelden beheerschen den schrij ver, schijnt het, ten eenemale. Het eerste is de vroegere en de toekomstige rol der gilden. De ideale- toestand rem samenwerking tusuchen gezel (n me.esler, zonder eigenbelang vooral, die ic/ca'c zaken voortbracht, die toestand is zoo weinig menschelijk, d.it zij wel non''t be staan zal hebben en wel nooit bestaan zal. De gilden hadden dan ook veeltijds een politieke beteekenis: ook waren ze weerbaarheidsvereeniiingen. Men leze wat ze in Vlaamsche steden, M'aar ze wel op den hoogsten trap van bloei en invloed stonden, bereikt hadden. Er is in de reglementen van groote, van veel betalende onderworpenheid aan den meester sprake, van leerling- .of gezellenrechten, van nheid vau levensbeschouwing niets. (Zin Weissman in de Vragen run den Dog. all. Maart. Een verder droombeeld van den schrijver betreft de verheffing van de kunst, op den bodem vaneen giesielijkeii grond -'lag. d ie h ij Heli voorstelt, dat vroeger bestond. ]k verooi loof mij te vragen, welke i/efst"l!/ke een heidsband, de godsdienstig-katholieke daargelaten, bestond er in Vlaanderen, in het allerlei brokjes, ver snipperde Italië, i n h et geprezene ei n que-een f o. Wat zal er wel aan fraaie meubelen vervaar digd zijn. behalve voor kerken en do weinige rijken, als men bijv. nog uit Luthers mond het leven van edelen hoort beschrijven; hoe men in de zoogenaamde kasteelen do vloer vol wierp niet bladeren, waarin allo l afval van de tafel, ja nog moer, verdween; hoe het bekend is, dat een handswerksman thans niet Koude willen leven, als toen een rijke burger. Al wat daarover gezegd wordt, berust grootendeels op fantasie, op wat de Duitsehers noemen Sp-:c>datio», die door den oenen schrij ver den ander klakkeloos nugebauwd wordt. Alle heil voor de ontwikkeling, van een groote bouwkunst, wordt gezovht in .Jn't breken ran den keipilal'stischrn inrlnfif' s -hrijft de heer B. aan het slot. De eerst beste socialistische goochelaar met woorden kan <lat gebeele slot voor zijn rekening nemen. Mi'» inng rooi' den kunstvorm. der komende Mii<[/x''/iiii>pij een hongeren ra/1,/.1, ee-i, tegenbeeld ra-/. "V te-:nne,")rdige, een run -volstrekte ealinueïeiosheal 1) rcrwachten. Deze verwachting berust, evenals zooveel vroegers, op niets ! Welke waarheid mag men toekennen aan de bewering (pag. 11".)) dat er vroeger een omgeving wa-, die den toen levenden roenseh gelukkig maakte." Wat te denken van de bewering, dat de soeiaaldemocraten bezig zijn o-n bet '/eeste/ijk ideaal' eener nieuwe wereldbeschouwing, dio den kapitalistische!! invloed zal breken, om hoog te het!', n. '2) Het tegendeel ware dunkt mij juister. Hun nieuwe wereldbeschouwing keu aüeoii voeren tot algerneene gelijkstelling door verarm:»g; hun verdeeling dor voortbrenging* werktuigen tot een politiestaat, waarin iedi-re bewoging 1) Cultuur is. volgens <l"ii beer B. (men weet dit) wat anders dan beschaving! Men wordt soms geneigd te vrag-'-n, of de heer B. aan andere woorden ook niet misschien een beteekenis, afwijkend van do gewone, hecht ! In het cursivo -wordt juist In t iejeiiorerg-. stelde gezegd van het hèlooide. 2) Ik heb mij hier en ook elders veroor loofd, ter bekorting eenigo phra^en in een te doen vloeien, er niet ernst naar strevend aan de bedoeling niet to kort te doen. iiiitmiiiiiiiMiiiMiiiiiiiitiiiti belemmerd wordt. Of boverdien, wanneer het er toe kwam, een maatschappij, op die basis opgericht, voor het bouwen als k-iinst een ge schikt oord zou blijken, mag betwijfeld worden. Echter wel voor de ornamentloos} architectuur, eu voor die van gewapend beton," met wanden van een handbreed dikte! Dat 't daartoe nooit korne ! Een foiidamenteele fout van den heer B. is, naar mijn bescheiden meening, dat er zelfs niet naar gestreefd is, om klaarheid te bren gen, in hot begrip stijl": of om het te carteeren hel begrip stijl", dat geheimzinnige iets teaar van telkens de bekoring n'ordt gevoeld, of wil men een ande.r begrijpelijk woord, n'et in. uitzen maar in eorm (wie maakt daar nu een touw aan vast?) karakter." Als men door dio ruiling van woord een stap vorder ware gekomen! Het is buiten kijf, dat iets, 't welk zelfs geen de minste pretentie op stijl of kunstwaarde heeft, ons kan bekoren: een meubel door zijn kleur; een koestal door een licbtspeling (zie Bosboom's schetsen); een os door zijn kloeken bouw; bot schrandere betoog zelfs vaneenarchitekt. E^n boekje, dat in populairen vorm kunstbegrippen wil verspreiden, moet herhaal ik met nadruk óf het begrip stijl voor zich zelf vastleggen, of er toe over gaan om in eens af, met Viollet-le-Duc, te zeggen; er is de stijl en er zijn de stijl?; daarmede willende to kennen geven, dat er iets absolti'tts in het begrip is, en iets persoonhjks. (?Voor het eerste had V. 1. D. gaarne een ander woord gebruikt gezien, bijv. rnrn>, maar men is nu aan het woord in de beide beteekenissen gewend, en daarom be rust hij er in, enz. ) Een boekje, ineen ik vorder, dat naar popu lariteit streeft, moot uitmunten door klaar heid on tegelijk door levendigheid .-au voor stelling. Hot moet aangenaam bezighouden. Dat doet 's hoeren Berlage's over stijl" ook al niet.. Hij had voor alles moeten denken aan hot tjui bene nr-Ti?'(;[Tr bene doat: die good onderscheidt onderricht g ed. III. i | Het, laa'ste in druk verschenen geschrift van den heer Berlage, dat mij uw vertrouwen ter recensie" opdroog (een vertrouwen waar voor ik u dankbaar ben) heeft ten titel ,/>YE!l DE WA A KM'!! IJ X t.l.lK K O\T\V I K K KI l \(, O[:U \ Ai,omTi:KTvrn" (Delft, J. Wait ma n l Mij dunkt do/e titel zonde, juister on bi-sehe'nb-n.'r hebbon moeten luiden : over oen mogelijke ont wikkeling enz. Klaarblijkelijk is liet oen gehouden redevoering; het heeft tot motto i oen bimtade van van Deyssel : ik geef de -. roork, ne ann eleg: nl dmtlen boren burgerlijk gelijk kei,!,,-,,. Daar do brochure de toekomst behandelt, is het natuurlijk niet mot zekerheid l o voor zeggen of do lieer B. burgerlijk gelijk zal hebbon, of elegant (!) gedwaald. Ik hoop van «anseher harte het laatste, er bijvoegende, dat zijn burgerlijk gelijk bobben in hoogon mate een hoogst onelegante bouwkunst mee zou brengen, die bij hot voor don geest roepoll reeds kippovel verwekt. Do her-r B. beroept zich in bet begin (men verooriovo mij d^n zijsprong) op /ijn artikel in De [tr>r ging. Het motto daarvan luidt: htt eigenlijk-' 'inod, ene in orr.rn tijd is bi-oninïijnid, ^ontleend aan don vervaardiger o. a. van liet uiterst fraaie vors boven den hoofdingang der Ivurs. den hoer Verwoy), aan welk moito or,:-:o schrijver wol misschien wat meer had tongen denken voor hij zijn ge schriften in bet licht zond ; tenzij bij alweer zich niet tot onzon tijd rekent ! Mogelijk kom ik la'er nog eens op dit artikel ter.ig; genoeg zij hot voor tiet oogon blik to zeggen, dat hot niet donzelfden zonder lingen geest doortrokken is als hot hierboven besprokene nieubelbookjo. Hot schijnt ge Bijna hot.zolf.lo alweer als van hot artikel in do Beweging" moet gezegd worden van l het boekje over do waarschijnlijke or.twikkej ling der bouwstijlen. Mijn hemel, wat te den ken van oen plirase als de volgende (reeds ! op de L'e pagina), oen kunst, welke alleen mot den auteur zich zelf manifesteert, met bom opbh> -it. maar ook //«-/. hem TE C:I:ONI> <;.\AT. kun geen eenxtigen -in~l,','d op d t' to, komst hebben." Mijnheer do president, zei oen Kamper ge meenteraadslid, ik doe niets voor het nage slacht tor was wellicht spr-iko van een uit breidingsplan niet gesloten stadsdeelen on opon(!i bebouwingen), omdat het nageslacht niets voor ons gedaan .heeft. Klinkt die aan gehaalde uiting niet bijna oven ze.o? Do hoor B. gaat dan vorder oen poging tooien zonder door don een of anderen kladschilder of oen met verf morsende dilet tante to worden gestoord. Men moest vroeg opstaan, wanneer mor. zijn plaats niet door oen ander ingenomen wilde vindon. Dat was ergerlijk. Reeds denzelfdcu dag dat hij dit motief had gevonden, kwam er al y.no'n verf knoeier naar zijn afgelegen hoekje afdwalen en bleef in do buurt rnnddrentelen, gewapend mot al zijn schildergerei. Maar hij deed alsof' hij niets zag, hoewol hij heel goed zijn collega kende, die zich al sinds vele jaren in hot klein" gat metterwoon ha-1 gevestigd, eu zich nu verbeeldde dat do geheelo streek zijn particulier eigendom was. Een paar anderen waren hum langzamerhand gevolgd, hadden zich eveneens i u het kleine dorpje neergezet en melkten den goheelen omtrek uit. Mannelijke on vrouwe ijko leer lingen kwamen er ook nog bij. on vr.n tijd tot tijd verdwaalde er bij ongeluk eens een groot man naar liet klein? plaatsje, die de afgezaagde motieven opzijn manier aanpakte, zoodat er iets origineeis uit ontstond, on do anderen letterlijk barstten van afgunst. do anderen, dio hun motieven met onbelang rijke veranderingen telkens weer herhaalden, en degelijke, brave schilderijen maakten, die vlot verkocht werden en oen aardig duitje opbrachten. En daarom zagen zij niet graag dat een nieuwaan^okoinone zich moester maakte van hun motieven en werd elke indringer met wantrouwende blikken aangekeken. Zij hadden onder elkaar do zaakjes verdeeld. De eene had do bosschoii on weiden, do andere hot strand, de zee on de duinen, do dorde schil derde bijna uitsluitend vis.-chers-kaniors on | keukens, weer een ander hot dorpje en do eigenaardig gebouwde huizon on stallen, en nog een ander had om zoo te zeggen do inwoners gepacht en schilderde vi.-schorstypeii. j MtuiHiniimiiituiiiimmicnimH Jaren huig was dat zoo gog uin. en zij deden allemaal eerlijk hun best, elkaar niet in do wielen to rijden, wat niet weg nam. dat kib belarijen en onaangenaamheden aan do orde van don dag waren. Do roem vau het origineelo plekje aarde was langzamerhand vorder doorgedrongen, en vau jaar tot jaar kwamen er meer menschen 011 meer kunstenaars. Do dames-looi lingen waren niet gevaarlijk. dio kwamen alloen maar om to loeren, schil der.Ion voor hun eigen plezier, on verheugden tantes en andere bloedverwanten met hun rampzalige scbilderprobeorsols En als or eens een enkele tusschendoor liep, die werkelijk tot iets goeds in staat was, dan word zij neer gezet voor motieven, die zoo weinig mogelijk karakteristiek waren, voorden alles behalve schilderaehtigen molen of voor oen ingang van een huis. waarop zij zich to vergeefs kon affloven, d.iar zelfs een bekwame hand or niets van kon maken. Xeou. voor do dames behoefden zij niet hang te zijn. Ma,ir de echte schilders, die zich van tijd tot tijd eens vertoonden, die bedreigden hen mot hun concurrentie, isu was er weer zoo'n brutale kerel gekomen, die eiken dag nieuwe motieven vond, dio zij achteloos waren voorbij geloopen. Do nieuw aangekomene wist, dat do inge zetenen hom mot allesbehalve welwillende blikken aankeken, maar dat liet hom onver schillig. Eiken dag trok hij met zijn schil dergerei erop uit, on eiken dag kwam hij met wat nieuws thuis. Dat tuintje hier was oen heerlijke ontdekking geweest; m sar nu zwierf or alweer zoo'n afgun stige hr-voner om hom hoen, het oogonblik af wacht end, dat hij zou opstaan, om dan dadelijk op zijn plaats neer to strijken en het door don vreemdeling ontdekte motief uit to melken. Hij nam geen notitie van zijn waardon collega, maar werkte rustig door. wagen om stil te staan bij den mogelijken kunstvorm der komende tijden, hoewel hij gelukkig toegeeft, dat alle gissingen slechts benaderend zijn en wel eens anders kunnen uitkomen. Hij doet dat aarzelend, huiverend : hij aanvaardt de komende dingen, (waartoe ons pas genoemd gemeenteraadslid zelfs geen moed had) en?.. Het komende aanvaarden. Klinkt dat niet heerlijk ? Diepzinnig vindt hij uit, dat de uitvindin gen der industrie daarop gericht zijn verbete ringen aan de gebruikelijke materialen aan te brongen. Deze industrie steeds op winst bedacht, (integeiü-telling met de architecten, die alles om niet doen), bewijst daardoor aan de techniek de grootste diensten. Enkele blijven echter hoogst onaangenaam, bijv. het uitzetten, krimpen of scheuren van hot hout, liet in- on uitzetten van het ijzer door de warmte (een nieuwe eigenschap, die van het inzetten bij warmte 1) zoodat men wol eens in stilte zich hot oogonblik hooft gowenscht, waarop men een materiaal zou kunnen ge bruiken, dat deze onaangename eigenschappen niet vertoonde (sic!) En ten slotte ver hinderen do eisohen der hygiëne de toepas sing dor desbetre/tnde materialen" (pag. 7). De eisenen der hygiëne zijn een deel der sociale beweging, zegt de heer B. van den groeienden zin voor sport en gymnastiek zij moeten samen genoemd worden met het rerschijiifel i-un dtzen tij'i, de vegetarische engeheel-onthoudersbewegirig ; alsof millioenen Indiërs, en menschen van het gele ras niet reeds voor eeuwen vegetariërs eu onthouders waren ! Er is een streven zichtbaar tot weglating van datgene wat in het algemeen werd be schouwd als hot kenmerk van een kunst werk" het ornament betoogt de heer B. in oen paar pagina's. In zijn algemeenheid is ook dit weer onjuist. Geen eenstiij bouw meester noch meubelmaker zal het ornament als het voornaamste beschouwen; hij zal zijn kracht zot- k t u in verhoudingen -in iedere rich ting, waarmee echter gepaard kan gaan het aanbrengen van versiering, o. a. als men daarmee kan «.loon wegglijden over moeielijke niet to, vermijden verhoudingen, die, uit den aard tem-r opgave voortvloeiden. Zonderling treft ons ook hier weer het onderscheid dat do schrijver maakt tusschon kiiltunr on be-ebaving (ook op pag. ;iL'j dat oen hoor Muttiievuis, een der autoriteiten in paradoxie van den hoer B. :elf* ontgaan -is : wion men onder anderen do heerlijke opmer king dank", dat do buizen voor de paar lei dingen in onzehuiz-jn ons aan de bloedvaten en zenuwen van liet menschelijk lichaam herinneren ! Kan het kinderachtiger? Natuurlijk maakt onze schrijver daarvan gebruik om een gebouw zich innerlijk te doen aansluiten aan den natuurlijken vorai van het levohd wezen", liet zou mij derhalve niets verwonderen als men weldra oen bank gebouw als oen olifant, of or een gebouw voor een vorooiiiging als een rhinoceros ',ou zien verrijzen ; ja, ik voel neiging mijn symholioko ader aan te tappen, on reeds nu oen phrasa aan de hand te doen, die op do helderste wijze laat zien, dat de vormen zoo moesten zijn, en niet anders! Wat zou men zeggen van deze? De betrouwbaarheid van ecu bank vonk aangeduid door daaraan den vorm lo geven van bet bij uitstek trouwe dier, do olifant : de soiidiloit door zijn krachtige boenen, o.-ordokt met oen ge rimpeld vel, aanduidend do velerlei bemoei ingen var; zuik een instelling : de slaagtanden umi de energieke houding tegenover ten onnadenkend, op winst tuk. publiek, enz. enz. . ,, . ,. Waartoe hrer.gt al dio "vdcneoring t als mon het aldus wil n .>e;nen) deu heer B.'.' Tot het voorspellen d. U liet het bouwma teriaal «lor toekomst is beton met ko.'n van ijzer, iraden t ten onrtehte genaamd beton- ijzer of yen njiend beton), dat het voor alles, voor muren, voor dakbedekkingen, vloeren, zul ge bezigd worden. wellicht meteen l» kleeding van faionees of schilderwerk. Dan zal het ook in den geest der tijden liggen dat men de huizen omkeert. ,,en alles, wat we nu aan straat verlangen weer r;aar do achterzijde, don grooten hof, wordt gebracht, bijv. do trap pen, do dienst- eu gemakvertrokken" een verandering, dio ons do klassieke [en oostorsche] wereld voor don gi est roept," 't geen do hoer B. voorkomt een merkwaardige overeenkomst to zijn met do architectuur van het oude Homo on het oude (.iriekenland." En alles zal een geheel zijn, zonder naad, do straat van asphalt, de muur van gewapend beton. Do mnur mag zelfs geen voorsprongen hebbon! Ihror Natur nach soll sie ilach bleiben" (Kretëldor Gedachte); evenzeer als De vis-ü'hersvrouw kwam uit het huis, trok in den tuin wortels uit don grond, schudde de aardo or af, en logdo zo in oen mand. Do schilder wendde zich om on kook naar haar. Dat was weer <-eu schilderij, zooals dio oude vrouw daar in don tuin knielde, mid den in het bed met wortels, voorovergebogen in zoo'n karakteristieke houding, dat hij al zijn best deed, hot in zijn geheugen te prenten. Want als modo! kon hij dat toch niet gedaan krijgen, dan zou het zonder twijfel stijf en gedwongen worden. Koek daar waarempol zijn waarde collega niet weer over do schutting. dio kerel zonder talent, dien hij niet kon luchten of zien ? Zeg eens, vrouw Karow, wat wil die mijnheer Schmidt-hoe-heet-hij-ook-weer toch eigenlijk, dat hij daar maar a! ronddwaalt?" Och, mijnheer, hij loert or op, of u nog niet klaar bent. Hij wil zeker ook do bloe men uitschilderon." Zoo, zoo. Wacht maar eens, ventje. Jo hebt mij nu lang gouoog geërgerd, ik zal je eens een poets bakken. Zook jij jo eigen motieven maar uit. Zeg eens, vrouw Karow ? wat kost die heeie boel hier, dio papavers on al do rost?" Wat dat kost mijnheer? Wol mijnhoer, dat kost niets." Ja maar, vrouw Karow, ik wou het van j o koopon." Koorien. mijnheer? Maar dat is toch niet noodig, mijnheer!" Nu. als ik je een blanken rijksdaalder geef, mag ik dan den heden boel afsnijden on meenemen?" Wel zeker, mijnheer." Mooi, vrouw Karow, ? dat is dus afge sproken." N'et zooals u wilt, mijnhoer." Over een half uurtje zal ik wel klaar het dak en de vloeren van n gietmassa, alles, alles aaneen. Isj dat dwaas genoeg? En dat noemt de schrijver een vernieuwden glans der bouwkundige (sic) monumenten, wanneer het overgangstijdperk der veralge meening, en daardoor (?) vereenvoudiging zal zijn aangebroken. Die stijl zal de tek tonische afspiegeling zijn van het goheele geestelijk leven, en, een overeenkomst vertoonon met dien der oude wereld. In uiterlijken vorm zal ons die komende tijd een vernieuwing van den ouden klassieken kun nen zijn" (en wel om de zorg voor het lichaam). En dan is er weer kulttiitr, omdat, er weer overeenstemming is tusschen geestelijke kern en stofj\dijken rorm (zou het omgekeerde niet verkiesselijker zijn?) Dan zal de eerste cirkel gang der menschheid zijn volbracht, maar in spiraalvorm, wodat het TWEEDE BEGIN* lirjt op een hoog er plein ! Met de :e eigenaardige wiskundige beschou wing, met deze spiraal van eigen vinding, immers voor andere menschen is de cirkel eon gesloten lijn en heeft een spiraal slechts n begin,?besluit de hoer B. zijn redevoering! Wolk een geringschatting dor kennis zijner lezers ! Wat mij ik beken het ronduit nog het meest onaangenaam heeft getroffen in de serie Beriagegeschriften, is, daarin terug te- vinden het periodieke gewauwel over eon hot niethebben van een stijl, waarvoor de heer B. niet alleen een koninkrijk maar een hemelrijk wil geven! De schijnkuns; moet worden be streden. Keer terug tot het volle lichaam, tot hot naakte, lichaam zonder zelfs hot vijgenblad der welwillendheid, enz. enz." Zoo wordt doorgodraafd met phrasen, die door don look in d- bouwkunst best als iets verhevens kunnen worden beschouwd, maar bij analyse verdwijnen als boter in do zon. Wie aan de tegenwoordige bouwkunst, ftijllooshotd verwijt, mot alle akeiigheden daaraan verbonden, dient ('t is reeds vroeger opgemerkt) eerst to zeggen, 't geen hij voor si ijl houdt, als ut ij f wil vers* aan hebben, hoe moeielijic dat ook is en niet Mophisto's .voor den, Alles was isv, ist werth dass os zu Grimde geht tot de zijne to maken. Zij is eenvoudig belachelijk, die prediking van d"ii hoor B. on geestverwanten, dar, men de architectuur weer run meel a-in ni-n !,!,,->;?verken. Wat zou men zoggen van dicbiers, die o;> verfris-cbing der poë'.io zinnen l, ous toeriepen, dn /eonrd.'n zr in 'eten "'<g. \\',;t ,s ,-r rerrrb inlrr dan die woorden .' Op onvoi beteriiiko wijze zegt Viollet !?: Duc van de aangeduide lieden .Entrotiens pag !n) : ,,A"n l,en d,e :rggrn : romi. een nien-i-r kn.nst. d,e van onyn tjd. -is, an!.ieo<ird. ',/:: ma t k eerst, dat ,",ze tiid niet een samenstel is ean orrrltver-ngen der oit-'llte-d; r m de <ni:lned,n, i'nn den ?/.<*<' run bet christendom; ran. de langi- <r'>es'<;lii:grn der midd'neemeen tnsm-tnn het gen',- d,'r berolkïngen en. de ore,-b' jt'^e'en. en;/ dr o;:,rn-l,inrnjrrt 'Ier barbarm ; ran ,1,-: pogingen rangir-tejthi'id en kon'iiiijsi'hnp naar uljelo'ide or r lagere k/a,-:-rn tegen fe"iai<l,it. Maakt dat n-'.j de herrorining rirg^ten, die inoinie muts i van i re ten, rn kr-tiek. Mank! dat wij niit de kn,d?rrn zijn. ran ij e>'f ons instellingen ran i en stuk. SMAAK, KIE MET VANTO KllS-X 'UT £.-, r,rlrdr,i; meti nxc/tup, die niet het ;/<??"'->';, Maakt e'-ndel-jl; dat wij alles kannen i 't -j".-, r',-',? ons eetrii-hl i' If-.tn »'V.-< n n n i.1',' k'tnst in bbrn en ','ts non/t i:e: dan,,. Want als h, t Ie, r,'n m->.i,-'''jk moeiidijl-er It raar In't m, nml.dnni hel r, Waarlij*, guldon woorlcn, allen kuiisibei'vormcrs wei op het voorhoofd to binden! Zouden zij dan binnendringen ? Ik voel dat bekorting wensehelijk is: liet bovenstaande zij voor 't oogenblik voldoende | om mijn meerling over het gehalte des hoeren j llerlago's geschriften to motivooron. tiet doet j mij leed.da' die moliveeringniet ainlers kun zijn j Met aandrang wensch ik to waarsohu.veii i togen een reeks van minder dan halve paraI doxen. in den laal-ten tijd op nieuw kwistig verspreid; uitgestort door personen dio hoe wel het goede bedoelende, do krachten, de ontwikkeling missen om te schrijven of om t o zwijgen. Wanneer ik, die buiten iedoron strijd sta, do pen opnam, dan geschiedde hot gedreven door verontwaardiging; door den pecln*, de geinoeiNtomming, dio oudtijds oratoren vormde on heden nog wel in staat is oen kunst- en waarheid-vriend, wars was van camaderi een bombast, te bezielen. Persoonlijke sympathieën, zij hebben alsdan t o w ij keu. Brussel, Mei 1005. I. GOSSCHAT.--. gtlHiiiiiiiiMMiiiiiiHiiMiiiitiniiiiMiimiiMiMiiMniMmmiiiiiiimmrmiiif zijn. Dan moet je mij jo sikkel maar eens looiien, on dan kan ik de bloemen afsnijden en meen omen." Hij ging weer ijverig aan hot werk en na drie kwartier was hij klaar, ging een eindje achteruit, bekeek zijn werk en was zeer voldaan. 'Toen bekeek hij nog geüiimen tijd hot stukje natuur, dat hij ton ondergang had gewijd. Ken kladscliiider mocht zich daaraan niet. bezondigen. Dit motief wildo hij voor zich zelf houden ; 't was voldoende voor vijf, zes schilderijen, en zooals hij het had gezien zou het voor hot nageslacht bewaard blijven. Vrouw Karow kwam al met den sikkel aanloopen. En nu sneed hij eerst de bloeiende papa.-ers af, en bond die bij elkaar om ze mee naar huis te nomen Kn toon hakte hij als dol op do plantenwildeinis los, dio hem zooeven nog in verrukking had gebracht. Do stokrozen bezorgden hom heel wat moeite, hij moest zijn jachtmos te hulp roepen om zo ten onder te brengen. Doch reeds na een paar oogonblikken was do geheelo stem ming bedorven. Alleen den wingerd togen hot huis liet hij onveranderd, anders zou er slechts een vormelooze chaos zijn over gebleven. Toon gaf hij den beloofden rijksdaalder aan do oude vrouw, die met een hark kwam aanloopen on de afgesneden ranken weg bracht, zoodat er niets meer overbleef dan oen banaal stukje tuin, zonder eenige bekoring. Zijn grooto portt f'euille nam hij onderden arm 011 triomfeeiend begaf hij zich op wog naar huis. Diiomaal nam hij hot motief mee, in zonneschijn, bij bewolkten hemel, on eens in een heerlijke onwoorstemming, waarbij de stormwind de bloemen woest door elkaar iiet dansen. i >nder weg kwam hij Sehmidt-Momsen a! tegen, on opzettelijk hield hij zijn portefeuille zoo, dat zijn collega zien kon. dat hij klaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl