Historisch Archief 1877-1940
No. 1461
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
eigenschappen zijn. Ik ma? mij dan ook
onthevtn achten van in details te wijzen op
Wein gartner's reproductie. Zij bracht de
toehoorders in heilige geestdrift. De diri
gent had echter ook krachten tot zijn dispo
sitie, zijner volkomen waardig. In de eerste
plaats het Utreehtsche stedelijke orchest, dat
onder Wouter Hutschenmyter, sedert jaren
voortreffelijk geschoold, met groote toewijding
de intcntiën volgde van zij u beroemden lei
der. Toen deze dan ook den concertmeester
Veerman en aan het slot ook Hutschenruyter
-in de huidebetuigingen van het publiek liet
deelen, was dit zeker geen loos compliment.
Maar ook het koor der Oratoriurnvereeniging
gaf door zijn flinke kernachtige wedergave
van Schiller's Ereude-ode een groot relief aan
de uitvoering.
Kn het solo-quartet zelden, misschien
?wel nooit heb ik dat zoo schoon gehoord.
Maar het waren ook allen Nederlandsclie
zangeressen en zangers: Mejuffrouw Anna
Kappel, mevrouw de Haan Manifarges en
de heeren Jos Tijsgen en Jan Sol ! De laatste
vulde met zijn machtig orgaan de groote
zaal van het Paleis geheel. Zvjn
dithyrambisclie uitroep aan het begir was voortrenVijk;
riet recitatief later iets te haastig ; maar in
het ensemble had men nu waarlijk een
bas, wiens krachtige diepe tonen voor de
andere solisten een vast fondament vormden.
Het was waarlijk schoon! \Veingartnerzal
aan het gejubel van het publiek hebben
gemerkt dat hij hier in hoog aanzien staat
en dat men hem steeds gaarne zal zien
wederkeeren.
* *
PAKS1EAL.
Zelden heeft een muzikale gebeurtenis hier
te laade, zooveel opschudding teweeg ge
bracht in het buitenland als de beide op
voeringen van Parsifal door onze
Wagnerveree inging.
Bij vroegere gelegenheden heb ik de on
edele motieven in het licht gesteld, die men
gebmikte oin te protesteertn tegen de, op
voering. Ik wil dan ook het onverkwikke
lijke geschrijf der duitsche kapelmeesters laten
rusten en er alletn nog op wijzen dat onze
Wagnervereeniging aan haar hooge roeping
met voornaamheid is getrouw gebleven. \Vel
had zij het gewone aantal van twee opvoe
ringen kunnen overschrijden eu dan zouden
gewis de enorm hooge kosten, tenminste ge
deeltelijk gedekt geworden zijn. Zij wenschte
echter haar principe rein te houden en ver
smaadde het meic.mtiele oogmerken na te
jagen. Echter, weet men te Bayreuth niet
dat door het opl reden onzer
\Vaanerverecniging verijdeld werd, dat een op speculatieve
neigingen beluste amerikaansehe operatroep
Pareifai hier te Amsterdam een aantal malen
zou hebben opgevoerd?
Bühnenweihfestspiel" noemt Wanner zijn
hoog verheven drama. En ttrecbt Weihe"
gaat uit van dit religieus mystieke drama en
onweerstaanbaar wordt iedereen gebracht
ouder de betoovering van Waguer's veelom
vattend machtig genie.
Reeds bij het lezen alleen van de woor
den gevoelt men hoe hoog deze man ver
vuld was van zijn heilig onderwerp. Eu zijn
karakters !
Volg de ontwikkeling van den jongen held
Parsifal der reine Thor", van het oogeuhlik
dat hij de zwaan doodt, onbewust van zijn
daad, tot op het moment dat hij als Hüler
des Grales" Amfortas' plaats gaat innemen!
Breng u voor den geest het gecompliceerde
karakter van Kundry, eerst als wilde
Keiterin", dan in de tweede acte. als zij zich
verweert tegen Kiingsor en ten slutte, voor
zijn toovermaciit zwichtend, Kirsital tracht te
verleiden; eindelijk in de derde acte als zij
gelouterd is en verlost van den vloek, als
boetvaardige zondares, gelijk een tweede Maria
Magdalena de voeten van Parsifal zalft en
met de haren afdroogt.
En dan die edele liguur van den trouwen
Gurnemanz, een der schoonste typen van
Waguer's scheppend genie, onvergetelijk voor
allen, die Scariadaarin hebben mogen genieten!
Maar hou bewonderenswaardig heeft \Vagner
alles wat de oude sagen wereld aan ons heeft
overgeleverd, gevormd tot een zeldzaam
schoon nieuw gewrocht ! Hoe heeft iiij de
figuren van Wolfram von Kschenbach geïde
aliseerd, waar die tot het vulgaire neigden !
Hoe heeft hij de symboliek van Chretiens
van royes aan zijn modern drama weten
aan te passen, zonder de poëzie en de mystiek
van dien middeleeuwschen dichter op te
offeren ?
Kn dan de muziek ! Is er n drama van
den grooten meester, aangrijpender in zijn
soberheid dan juist Parsifal ? Is er n muziek
werk dat, in zijn bijna voortdurend langzame
bewegingen, toch de aandacht zóó gespannen
Het verwoeste motief
Naar liet Duitsch, van HEIN/ TÜVOTK.
Hij ging achteruit, tot op een paar schreden
afstands van zijn schilder.se/el, dien hij dicht
bij de meidoornheg had neergezet, nam zijn
sigaar uit den mond, en met de linkerhand
zijn palet voor zich uit houdend, boog hij
sfl|n hoofd naar rechts om de schilderij te
bekijken.
Weelderig woekerden bloeiende papavers
en roode stokrozen tussen en de
bloemschermen van de venkel en langs den
blauwgeverfden muur van het visschershuis klom
men de ranken van den wingerd omhoog
tot aan het strooien dak, een onverzorgde
wildernis, die iets eigenaardig romantisch
verleende aan het tuintje.
Tegen het huis aan stond een prieeltje,
van onder tot boven bedekt met de
reuzenbladeren van het pijpkruid, en tusscheu de
boschjes van kruisbessen- en
aalbessenstruiken slingerden zich de ranken van de pom
poen, wier groote, gele vruchten op kleine
plankjes op den grond lagen.
Sedert vijf dagen zat hij eiken morgen
voor deze wildernis te werken, vol geestdrift
over de kleurcontrasten. Morgen zou het
klaar komen.
liet was een afgelegen plekje aarde, ver
borgen tusschen een paar visscherswoningen,
waar zelden iemand kwam; en hij was bij
zonder trotsch op zijn ontdekking, omdat
een heele kolonie van schilders en een paar
dames-schilderscholen den gehcelen omtrek
als een z verm sprinkhanen bedekte, zoodat
iemand slechts met veel moeite er in kon
slagen een eenmaal begonnen schets te vol
houdt en misschien juist daarom zooveel
wijding uitstraalt?
Ik kan juist nog vóór het afdrukken van
dit nummer mededelen, dat de tweede opvoe
ring welke ik bijwoonde een beerlijken,
wijdingsvollen indruk op mij gemaakt heeft.
Een indiuk die mij herinnert aan de
verhevendste opvoeiingen die ik te Bayreuth
mocht bijwonen, en in enkele opzichten zelfs
nog mijn Bayrenther indrukken overtreft.
In het volgende nummer stel ik mij voor,
over de uitvoering te refereeren.
Met het schitterend welslagen zij der
Wagnervereeniging eu haren directeur, Henii
Viotta, voorloopig reeds van harte geluk
gewenscht.
A^T. AvERKAJll'.
O .er de waarscbijDlüte oitwMeliBg flir
arcüiti Gluur,
door H. P. BERLAUE.
Uitgave van den heer J. Waltman, Delft.
II.
Twee droombeelden beheerschen den schrij
ver, schijnt het, ten eenemale. Het eerste is
de vroegere en de toekomstige rol der gilden.
De ideale- toestand rem samenwerking tusuchen
gezel (n me.esler, zonder eigenbelang vooral,
die ic/ca'c zaken voortbracht, die toestand is
zoo weinig menschelijk, d.it zij wel non''t be
staan zal hebben en wel nooit bestaan zal. De
gilden hadden dan ook veeltijds een politieke
beteekenis: ook waren ze
weerbaarheidsvereeniiingen. Men leze wat ze in Vlaamsche
steden, M'aar ze wel op den hoogsten trap
van bloei en invloed stonden, bereikt hadden.
Er is in de reglementen van groote, van veel
betalende onderworpenheid aan den meester
sprake, van leerling- .of gezellenrechten, van
nheid vau levensbeschouwing niets. (Zin
Weissman in de Vragen run den Dog. all.
Maart.
Een verder droombeeld van den schrijver
betreft de verheffing van de kunst, op den
bodem vaneen giesielijkeii grond -'lag. d ie h ij Heli
voorstelt, dat vroeger bestond. ]k verooi loof
mij te vragen, welke i/efst"l!/ke een heidsband, de
godsdienstig-katholieke daargelaten, bestond
er in Vlaanderen, in het allerlei brokjes, ver
snipperde Italië, i n h et geprezene ei n que-een f o.
Wat zal er wel aan fraaie meubelen vervaar
digd zijn. behalve voor kerken en do weinige
rijken, als men bijv. nog uit Luthers mond het
leven van edelen hoort beschrijven; hoe
men in de zoogenaamde kasteelen do
vloer vol wierp niet bladeren, waarin allo
l afval van de tafel, ja nog moer, verdween;
hoe het bekend is, dat een handswerksman
thans niet Koude willen leven, als toen een
rijke burger.
Al wat daarover gezegd wordt, berust
grootendeels op fantasie, op wat de Duitsehers
noemen Sp-:c>datio», die door den oenen schrij
ver den ander klakkeloos nugebauwd wordt.
Alle heil voor de ontwikkeling, van een
groote bouwkunst, wordt gezovht in .Jn't breken
ran den keipilal'stischrn inrlnfif' s -hrijft de heer
B. aan het slot. De eerst beste socialistische
goochelaar met woorden kan <lat gebeele
slot voor zijn rekening nemen. Mi'» inng rooi'
den kunstvorm. der komende Mii<[/x''/iiii>pij een
hongeren ra/1,/.1, ee-i, tegenbeeld ra-/. "V
te-:nne,")rdige, een run -volstrekte ealinueïeiosheal 1)
rcrwachten.
Deze verwachting berust, evenals zooveel
vroegers, op niets ! Welke waarheid mag
men toekennen aan de bewering (pag. 11".))
dat er vroeger een omgeving wa-, die den
toen levenden roenseh gelukkig maakte." Wat
te denken van de bewering, dat de
soeiaaldemocraten bezig zijn o-n bet '/eeste/ijk
ideaal' eener nieuwe wereldbeschouwing, dio
den kapitalistische!! invloed zal breken, om
hoog te het!', n. '2)
Het tegendeel ware dunkt mij juister. Hun
nieuwe wereldbeschouwing keu aüeoii voeren
tot algerneene gelijkstelling door verarm:»g;
hun verdeeling dor voortbrenging* werktuigen
tot een politiestaat, waarin iedi-re bewoging
1) Cultuur is. volgens <l"ii beer B. (men
weet dit) wat anders dan beschaving! Men
wordt soms geneigd te vrag-'-n, of de heer B.
aan andere woorden ook niet misschien een
beteekenis, afwijkend van do gewone, hecht !
In het cursivo -wordt juist In t iejeiiorerg-. stelde
gezegd van het hèlooide.
2) Ik heb mij hier en ook elders veroor
loofd, ter bekorting eenigo phra^en in een
te doen vloeien, er niet ernst naar strevend
aan de bedoeling niet to kort te doen.
iiiitmiiiiiiiMiiiMiiiiiiiitiiiti
belemmerd wordt. Of boverdien, wanneer het
er toe kwam, een maatschappij, op die basis
opgericht, voor het bouwen als k-iinst een ge
schikt oord zou blijken, mag betwijfeld worden.
Echter wel voor de ornamentloos} architectuur,
eu voor die van gewapend beton," met
wanden van een handbreed dikte! Dat 't
daartoe nooit korne !
Een foiidamenteele fout van den heer B.
is, naar mijn bescheiden meening, dat er zelfs
niet naar gestreefd is, om klaarheid te bren
gen, in hot begrip stijl": of om het te
carteeren hel begrip stijl", dat geheimzinnige iets
teaar van telkens de bekoring n'ordt gevoeld, of
wil men een ande.r begrijpelijk woord, n'et in.
uitzen maar in eorm (wie maakt daar nu een
touw aan vast?) karakter."
Als men door dio ruiling van woord een
stap vorder ware gekomen!
Het is buiten kijf, dat iets, 't welk
zelfs geen de minste pretentie op stijl of
kunstwaarde heeft, ons kan bekoren: een
meubel door zijn kleur; een koestal door een
licbtspeling (zie Bosboom's schetsen); een os
door zijn kloeken bouw; bot schrandere betoog
zelfs vaneenarchitekt. E^n boekje, dat in
populairen vorm kunstbegrippen wil verspreiden,
moet herhaal ik met nadruk óf het begrip
stijl voor zich zelf vastleggen, of er toe over
gaan om in eens af, met Viollet-le-Duc, te
zeggen; er is de stijl en er zijn de stijl?;
daarmede willende to kennen geven, dat er
iets absolti'tts in het begrip is, en iets
persoonhjks. (?Voor het eerste had V. 1. D.
gaarne een ander woord gebruikt gezien, bijv.
rnrn>, maar men is nu aan het woord in de
beide beteekenissen gewend, en daarom be
rust hij er in, enz. )
Een boekje, ineen ik vorder, dat naar popu
lariteit streeft, moot uitmunten door klaar
heid on tegelijk door levendigheid .-au voor
stelling. Hot moet aangenaam bezighouden.
Dat doet 's hoeren Berlage's over stijl" ook
al niet.. Hij had voor alles moeten denken
aan hot tjui bene nr-Ti?'(;[Tr bene doat: die
good onderscheidt onderricht g ed.
III.
i
| Het, laa'ste in druk verschenen geschrift
van den heer Berlage, dat mij uw vertrouwen
ter recensie" opdroog (een vertrouwen waar
voor ik u dankbaar ben) heeft ten titel
,/>YE!l DE WA A KM'!! IJ X t.l.lK K O\T\V I K K KI l \(, O[:U
\ Ai,omTi:KTvrn" (Delft, J. Wait ma n l Mij dunkt
do/e titel zonde, juister on bi-sehe'nb-n.'r hebbon
moeten luiden : over oen mogelijke ont
wikkeling enz. Klaarblijkelijk is liet oen
gehouden redevoering; het heeft tot motto
i oen bimtade van van Deyssel : ik geef de
-. roork, ne ann eleg: nl dmtlen boren burgerlijk
gelijk kei,!,,-,,.
Daar do brochure de toekomst behandelt,
is het natuurlijk niet mot zekerheid l o voor
zeggen of do lieer B. burgerlijk gelijk zal hebbon,
of elegant (!) gedwaald. Ik hoop van
«anseher harte het laatste, er bijvoegende, dat
zijn burgerlijk gelijk bobben in hoogon mate
een hoogst onelegante bouwkunst mee zou
brengen, die bij hot voor don geest roepoll
reeds kippovel verwekt.
Do her-r B. beroept zich in bet begin
(men verooriovo mij d^n zijsprong) op /ijn
artikel in De [tr>r ging. Het motto daarvan
luidt: htt eigenlijk-' 'inod, ene in orr.rn tijd is
bi-oninïijnid, ^ontleend aan don vervaardiger
o. a. van liet uiterst fraaie vors boven den
hoofdingang der Ivurs. den hoer Verwoy), aan
welk moito or,:-:o schrijver wol misschien wat
meer had tongen denken voor hij zijn ge
schriften in bet licht zond ; tenzij bij alweer
zich niet tot onzon tijd rekent !
Mogelijk kom ik la'er nog eens op dit
artikel ter.ig; genoeg zij hot voor tiet oogon
blik to zeggen, dat hot niet donzelfden zonder
lingen geest doortrokken is als hot hierboven
besprokene nieubelbookjo. Hot schijnt
ge
Bijna hot.zolf.lo alweer als van hot artikel
in do Beweging" moet gezegd worden van
l het boekje over do waarschijnlijke
or.twikkej ling der bouwstijlen. Mijn hemel, wat te den
ken van oen plirase als de volgende (reeds
! op de L'e pagina), oen kunst, welke alleen mot
den auteur zich zelf manifesteert, met bom
opbh> -it. maar ook //«-/. hem TE C:I:ONI> <;.\AT. kun
geen eenxtigen -in~l,','d op d t' to, komst hebben."
Mijnheer do president, zei oen Kamper ge
meenteraadslid, ik doe niets voor het nage
slacht tor was wellicht spr-iko van een uit
breidingsplan niet gesloten stadsdeelen on
opon(!i bebouwingen), omdat het nageslacht
niets voor ons gedaan .heeft. Klinkt die aan
gehaalde uiting niet bijna oven ze.o?
Do hoor B. gaat dan vorder oen poging
tooien zonder door don een of anderen
kladschilder of oen met verf morsende dilet
tante to worden gestoord.
Men moest vroeg opstaan, wanneer mor.
zijn plaats niet door oen ander ingenomen
wilde vindon. Dat was ergerlijk.
Reeds denzelfdcu dag dat hij dit motief
had gevonden, kwam er al y.no'n verf knoeier
naar zijn afgelegen hoekje afdwalen en bleef
in do buurt rnnddrentelen, gewapend mot al
zijn schildergerei.
Maar hij deed alsof' hij niets zag, hoewol
hij heel goed zijn collega kende, die zich al
sinds vele jaren in hot klein" gat metterwoon
ha-1 gevestigd, eu zich nu verbeeldde dat do
geheelo streek zijn particulier eigendom was.
Een paar anderen waren hum langzamerhand
gevolgd, hadden zich eveneens i u het kleine
dorpje neergezet en melkten den goheelen
omtrek uit. Mannelijke on vrouwe ijko leer
lingen kwamen er ook nog bij. on vr.n tijd
tot tijd verdwaalde er bij ongeluk eens een
groot man naar liet klein? plaatsje, die de
afgezaagde motieven opzijn manier aanpakte,
zoodat er iets origineeis uit ontstond, on do
anderen letterlijk barstten van afgunst.
do anderen, dio hun motieven met onbelang
rijke veranderingen telkens weer herhaalden,
en degelijke, brave schilderijen maakten, die
vlot verkocht werden en oen aardig duitje
opbrachten.
En daarom zagen zij niet graag dat een
nieuwaan^okoinone zich moester maakte van
hun motieven en werd elke indringer met
wantrouwende blikken aangekeken. Zij hadden
onder elkaar do zaakjes verdeeld. De eene
had do bosschoii on weiden, do andere hot
strand, de zee on de duinen, do dorde schil
derde bijna uitsluitend vis.-chers-kaniors on |
keukens, weer een ander hot dorpje en do
eigenaardig gebouwde huizon on stallen, en
nog een ander had om zoo te zeggen do
inwoners gepacht en schilderde vi.-schorstypeii. j
MtuiHiniimiiituiiiimmicnimH
Jaren huig was dat zoo gog uin. en zij deden
allemaal eerlijk hun best, elkaar niet in do
wielen to rijden, wat niet weg nam. dat kib
belarijen en onaangenaamheden aan do orde
van don dag waren.
Do roem vau het origineelo plekje aarde
was langzamerhand vorder doorgedrongen, en
vau jaar tot jaar kwamen er meer menschen
011 meer kunstenaars.
Do dames-looi lingen waren niet gevaarlijk.
dio kwamen alloen maar om to loeren, schil
der.Ion voor hun eigen plezier, on verheugden
tantes en andere bloedverwanten met hun
rampzalige scbilderprobeorsols En als or eens
een enkele tusschendoor liep, die werkelijk
tot iets goeds in staat was, dan word zij neer
gezet voor motieven, die zoo weinig mogelijk
karakteristiek waren, voorden alles behalve
schilderaehtigen molen of voor oen ingang van
een huis. waarop zij zich to vergeefs kon
affloven, d.iar zelfs een bekwame hand or
niets van kon maken. Xeou. voor do dames
behoefden zij niet hang te zijn.
Ma,ir de echte schilders, die zich van tijd
tot tijd eens vertoonden, die bedreigden hen
mot hun concurrentie, isu was er weer zoo'n
brutale kerel gekomen, die eiken dag nieuwe
motieven vond, dio zij achteloos waren voorbij
geloopen.
Do nieuw aangekomene wist, dat do inge
zetenen hom mot allesbehalve welwillende
blikken aankeken, maar dat liet hom onver
schillig. Eiken dag trok hij met zijn schil
dergerei erop uit, on eiken dag kwam hij
met wat nieuws thuis.
Dat tuintje hier was oen heerlijke ontdekking
geweest; m sar nu zwierf or alweer zoo'n afgun
stige hr-voner om hom hoen, het oogonblik
af wacht end, dat hij zou opstaan, om dan dadelijk
op zijn plaats neer to strijken en het door don
vreemdeling ontdekte motief uit to melken.
Hij nam geen notitie van zijn waardon
collega, maar werkte rustig door.
wagen om stil te staan bij den mogelijken
kunstvorm der komende tijden, hoewel hij
gelukkig toegeeft, dat alle gissingen slechts
benaderend zijn en wel eens anders kunnen
uitkomen. Hij doet dat aarzelend, huiverend :
hij aanvaardt de komende dingen, (waartoe ons
pas genoemd gemeenteraadslid zelfs geen
moed had) en?.. Het komende aanvaarden. Klinkt
dat niet heerlijk ?
Diepzinnig vindt hij uit, dat de uitvindin
gen der industrie daarop gericht zijn verbete
ringen aan de gebruikelijke materialen aan
te brongen. Deze industrie steeds op winst
bedacht, (integeiü-telling met de architecten,
die alles om niet doen), bewijst daardoor aan
de techniek de grootste diensten. Enkele
blijven echter hoogst onaangenaam, bijv. het
uitzetten, krimpen of scheuren van hot hout,
liet in- on uitzetten van het ijzer door de
warmte (een nieuwe eigenschap, die van het
inzetten bij warmte 1) zoodat men wol eens
in stilte zich hot oogonblik hooft gowenscht,
waarop men een materiaal zou kunnen ge
bruiken, dat deze onaangename eigenschappen
niet vertoonde (sic!) En ten slotte ver
hinderen do eisohen der hygiëne de toepas
sing dor desbetre/tnde materialen" (pag. 7).
De eisenen der hygiëne zijn een deel der
sociale beweging, zegt de heer B. van den
groeienden zin voor sport en gymnastiek zij
moeten samen genoemd worden met het
rerschijiifel i-un dtzen tij'i, de vegetarische
engeheel-onthoudersbewegirig ; alsof millioenen
Indiërs, en menschen van het gele ras niet
reeds voor eeuwen vegetariërs eu onthouders
waren !
Er is een streven zichtbaar tot weglating
van datgene wat in het algemeen werd be
schouwd als hot kenmerk van een kunst
werk" het ornament betoogt de heer B.
in oen paar pagina's. In zijn algemeenheid
is ook dit weer onjuist. Geen eenstiij bouw
meester noch meubelmaker zal het ornament
als het voornaamste beschouwen; hij zal zijn
kracht zot- k t u in verhoudingen -in iedere rich
ting, waarmee echter gepaard kan gaan het
aanbrengen van versiering, o. a. als men
daarmee kan «.loon wegglijden over moeielijke
niet to, vermijden verhoudingen, die, uit den
aard tem-r opgave voortvloeiden.
Zonderling treft ons ook hier weer het
onderscheid dat do schrijver maakt tusschon
kiiltunr on be-ebaving (ook op pag. ;iL'j dat
oen hoor Muttiievuis, een der autoriteiten
in paradoxie van den hoer B. :elf* ontgaan -is :
wion men onder anderen do heerlijke opmer
king dank", dat do buizen voor de paar lei
dingen in onzehuiz-jn ons aan de bloedvaten
en zenuwen van liet menschelijk lichaam
herinneren ! Kan het kinderachtiger?
Natuurlijk maakt onze schrijver daarvan
gebruik om een gebouw zich innerlijk te
doen aansluiten aan den natuurlijken vorai
van het levohd wezen", liet zou mij derhalve
niets verwonderen als men weldra oen bank
gebouw als oen olifant, of or een gebouw
voor een vorooiiiging als een rhinoceros ',ou
zien verrijzen ; ja, ik voel neiging mijn
symholioko ader aan te tappen, on reeds nu
oen phrasa aan de hand te doen, die op do
helderste wijze laat zien, dat de vormen
zoo moesten zijn, en niet anders! Wat zou
men zeggen van deze? De betrouwbaarheid
van ecu bank vonk aangeduid door daaraan
den vorm lo geven van bet bij uitstek
trouwe dier, do olifant : de soiidiloit door
zijn krachtige boenen, o.-ordokt met oen ge
rimpeld vel, aanduidend do velerlei bemoei
ingen var; zuik een instelling : de slaagtanden
umi de energieke houding tegenover ten
onnadenkend, op winst tuk. publiek, enz. enz.
. ,, . ,.
Waartoe hrer.gt al dio "vdcneoring t als mon
het aldus wil n .>e;nen) deu heer B.'.'
Tot het voorspellen d. U liet het bouwma
teriaal «lor toekomst is beton met ko.'n van
ijzer, iraden t ten onrtehte genaamd beton- ijzer
of yen njiend beton), dat het voor alles, voor
muren, voor dakbedekkingen, vloeren, zul ge
bezigd worden. wellicht meteen l» kleeding van
faionees of schilderwerk. Dan zal het ook in
den geest der tijden liggen dat men de huizen
omkeert. ,,en alles, wat we nu aan straat
verlangen weer r;aar do achterzijde, don
grooten hof, wordt gebracht, bijv. do trap
pen, do dienst- eu gemakvertrokken"
een verandering, dio ons do klassieke [en
oostorsche] wereld voor don gi est roept," 't
geen do hoer B. voorkomt een merkwaardige
overeenkomst to zijn met do architectuur van
het oude Homo on het oude (.iriekenland."
En alles zal een geheel zijn, zonder naad,
do straat van asphalt, de muur van gewapend
beton. Do mnur mag zelfs geen voorsprongen
hebbon! Ihror Natur nach soll sie ilach
bleiben" (Kretëldor Gedachte); evenzeer als
De vis-ü'hersvrouw kwam uit het huis,
trok in den tuin wortels uit don grond,
schudde de aardo or af, en logdo zo in oen
mand.
Do schilder wendde zich om on kook naar
haar. Dat was weer <-eu schilderij, zooals dio
oude vrouw daar in don tuin knielde, mid
den in het bed met wortels, voorovergebogen
in zoo'n karakteristieke houding, dat hij al
zijn best deed, hot in zijn geheugen te
prenten. Want als modo! kon hij dat toch
niet gedaan krijgen, dan zou het zonder
twijfel stijf en gedwongen worden.
Koek daar waarempol zijn waarde collega
niet weer over do schutting. dio kerel
zonder talent, dien hij niet kon luchten of
zien ?
Zeg eens, vrouw Karow, wat wil die
mijnheer Schmidt-hoe-heet-hij-ook-weer toch
eigenlijk, dat hij daar maar a! ronddwaalt?"
Och, mijnheer, hij loert or op, of u nog
niet klaar bent. Hij wil zeker ook do bloe
men uitschilderon."
Zoo, zoo. Wacht maar eens, ventje.
Jo hebt mij nu lang gouoog geërgerd, ik
zal je eens een poets bakken. Zook jij jo
eigen motieven maar uit. Zeg eens, vrouw
Karow ? wat kost die heeie boel hier,
dio papavers on al do rost?"
Wat dat kost mijnheer? Wol mijnhoer,
dat kost niets."
Ja maar, vrouw Karow, ik wou het
van j o koopon."
Koorien. mijnheer? Maar dat is toch niet
noodig, mijnheer!"
Nu. als ik je een blanken rijksdaalder
geef, mag ik dan den heden boel afsnijden on
meenemen?"
Wel zeker, mijnheer."
Mooi, vrouw Karow, ? dat is dus afge
sproken."
N'et zooals u wilt, mijnhoer."
Over een half uurtje zal ik wel klaar
het dak en de vloeren van n gietmassa, alles,
alles aaneen. Isj dat dwaas genoeg?
En dat noemt de schrijver een vernieuwden
glans der bouwkundige (sic) monumenten,
wanneer het overgangstijdperk der veralge
meening, en daardoor (?) vereenvoudiging
zal zijn aangebroken. Die stijl zal de tek
tonische afspiegeling zijn van het goheele
geestelijk leven, en, een overeenkomst
vertoonon met dien der oude wereld. In
uiterlijken vorm zal ons die komende tijd een
vernieuwing van den ouden klassieken kun
nen zijn" (en wel om de zorg voor het
lichaam).
En dan is er weer kulttiitr, omdat, er weer
overeenstemming is tusschen geestelijke kern
en stofj\dijken rorm (zou het omgekeerde niet
verkiesselijker zijn?) Dan zal de eerste cirkel
gang der menschheid zijn volbracht, maar in
spiraalvorm, wodat het TWEEDE BEGIN* lirjt op een
hoog er plein !
Met de :e eigenaardige wiskundige beschou
wing, met deze spiraal van eigen vinding,
immers voor andere menschen is de cirkel
eon gesloten lijn en heeft een spiraal slechts
n begin,?besluit de hoer B. zijn redevoering!
Wolk een geringschatting dor kennis zijner
lezers !
Wat mij ik beken het ronduit nog het
meest onaangenaam heeft getroffen in de serie
Beriagegeschriften, is, daarin terug te- vinden
het periodieke gewauwel over eon hot
niethebben van een stijl, waarvoor de heer B.
niet alleen een koninkrijk maar een hemelrijk
wil geven! De schijnkuns; moet worden be
streden. Keer terug tot het volle lichaam,
tot hot naakte, lichaam zonder zelfs hot
vijgenblad der welwillendheid, enz. enz." Zoo wordt
doorgodraafd met phrasen, die door don look
in d- bouwkunst best als iets verhevens
kunnen worden beschouwd, maar bij analyse
verdwijnen als boter in do zon.
Wie aan de tegenwoordige bouwkunst,
ftijllooshotd verwijt, mot alle akeiigheden
daaraan verbonden, dient ('t is reeds vroeger
opgemerkt) eerst to zeggen, 't geen hij voor
si ijl houdt, als ut ij f wil vers* aan hebben, hoe
moeielijic dat ook is en niet Mophisto's .voor
den, Alles was isv, ist werth dass os zu Grimde
geht tot de zijne to maken.
Zij is eenvoudig belachelijk, die prediking
van d"ii hoor B. on geestverwanten, dar, men
de architectuur weer run meel a-in ni-n
!,!,,->;?verken. Wat zou men zoggen van dicbiers,
die o;> verfris-cbing der poë'.io zinnen l, ous
toeriepen, dn /eonrd.'n zr in 'eten "'<g. \\',;t ,s ,-r
rerrrb inlrr dan die woorden .'
Op onvoi beteriiiko wijze zegt Viollet !?: Duc
van de aangeduide lieden .Entrotiens pag !n) :
,,A"n l,en d,e :rggrn : romi. een nien-i-r kn.nst.
d,e van onyn tjd. -is, an!.ieo<ird. ',/:: ma t k eerst,
dat ,",ze tiid niet een samenstel is ean
orrrltver-ngen der oit-'llte-d; r m de <ni:lned,n, i'nn den
?/.<*<' run bet christendom; ran. de langi-
<r'>es'<;lii:grn der midd'neemeen tnsm-tnn het gen',- d,'r
berolkïngen en. de ore,-b' jt'^e'en. en;/ dr
o;:,rn-l,inrnjrrt 'Ier barbarm ; ran ,1,-: pogingen
rangir-tejthi'id en kon'iiiijsi'hnp naar uljelo'ide or
r
lagere k/a,-:-rn tegen fe"iai<l,it.
Maakt dat n-'.j de herrorining rirg^ten, die
inoinie muts i van i re ten, rn kr-tiek. Mank! dat
wij niit de kn,d?rrn zijn. ran
ij e>'f ons instellingen ran i en stuk.
SMAAK, KIE MET VANTO KllS-X 'UT £.-,
r,rlrdr,i; meti nxc/tup, die niet het ;/<??"'->';,
Maakt e'-ndel-jl; dat wij alles kannen i
't -j".-, r',-',? ons eetrii-hl i' If-.tn »'V.-<
n n n i.1',' k'tnst in bbrn en ','ts non/t i:e:
dan,,. Want als h, t Ie, r,'n m->.i,-'''jk
moeiidijl-er It raar In't m, nml.dnni hel r,
Waarlij*, guldon woorlcn, allen
kuiisibei'vormcrs wei op het voorhoofd to binden!
Zouden zij dan binnendringen ?
Ik voel dat bekorting wensehelijk is: liet
bovenstaande zij voor 't oogenblik voldoende
| om mijn meerling over het gehalte des hoeren
j llerlago's geschriften to motivooron. tiet doet
j mij leed.da' die moliveeringniet ainlers kun zijn
j Met aandrang wensch ik to waarsohu.veii
i togen een reeks van minder dan halve
paraI doxen. in den laal-ten tijd op nieuw kwistig
verspreid; uitgestort door personen dio hoe
wel het goede bedoelende, do krachten, de
ontwikkeling missen om te schrijven of om
t o zwijgen.
Wanneer ik, die buiten iedoron strijd sta,
do pen opnam, dan geschiedde hot gedreven
door verontwaardiging; door den pecln*, de
geinoeiNtomming, dio oudtijds oratoren vormde
on heden nog wel in staat is oen kunst- en
waarheid-vriend, wars was van camaderi een
bombast, te bezielen.
Persoonlijke sympathieën, zij hebben alsdan
t o w ij keu.
Brussel, Mei 1005. I. GOSSCHAT.--.
gtlHiiiiiiiiMMiiiiiiHiiMiiiitiniiiiMiimiiMiMiiMniMmmiiiiiiimmrmiiif
zijn. Dan moet je mij jo sikkel maar eens
looiien, on dan kan ik de bloemen afsnijden en
meen omen."
Hij ging weer ijverig aan hot werk en na
drie kwartier was hij klaar, ging een eindje
achteruit, bekeek zijn werk en was zeer
voldaan.
'Toen bekeek hij nog geüiimen tijd hot
stukje natuur, dat hij ton ondergang had
gewijd. Ken kladscliiider mocht zich daaraan
niet. bezondigen. Dit motief wildo hij voor
zich zelf houden ; 't was voldoende voor vijf,
zes schilderijen, en zooals hij het had gezien
zou het voor hot nageslacht bewaard blijven.
Vrouw Karow kwam al met den sikkel
aanloopen. En nu sneed hij eerst de bloeiende
papa.-ers af, en bond die bij elkaar om ze
mee naar huis te nomen Kn toon hakte hij
als dol op do plantenwildeinis los, dio hem
zooeven nog in verrukking had gebracht.
Do stokrozen bezorgden hom heel wat moeite,
hij moest zijn jachtmos te hulp roepen om
zo ten onder te brengen. Doch reeds na
een paar oogonblikken was do geheelo stem
ming bedorven. Alleen den wingerd togen
hot huis liet hij onveranderd, anders zou
er slechts een vormelooze chaos zijn over
gebleven.
Toon gaf hij den beloofden rijksdaalder
aan do oude vrouw, die met een hark kwam
aanloopen on de afgesneden ranken weg
bracht, zoodat er niets meer overbleef dan
oen banaal stukje tuin, zonder eenige bekoring.
Zijn grooto portt f'euille nam hij onderden
arm 011 triomfeeiend begaf hij zich op wog
naar huis. Diiomaal nam hij hot motief mee,
in zonneschijn, bij bewolkten hemel, on eens
in een heerlijke onwoorstemming, waarbij de
stormwind de bloemen woest door elkaar iiet
dansen.
i >nder weg kwam hij Sehmidt-Momsen a!
tegen, on opzettelijk hield hij zijn portefeuille
zoo, dat zijn collega zien kon. dat hij klaar