Historisch Archief 1877-1940
No. 1462
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
dat wil eigenlijk niets anders zeggen, dan
een inrichting voor onderwijs ten bate voor
kinderen uit den middenburgerstand, een,
waar bet te betalen kost, en leergeld, (50
guinea's = ?650) niet zoo hoog, de inrich
ting eenvoudig, het leerplan altijd naar
Engelsche verhouding serieuser is, dan by
de kostscholen voor kleine upper-tens."
Het aantal meisjes, voor werreweg het
meerendeel, kinderen van zendelingsparen,
buiten Europa hun bekeeringszaakje drijvend,
was niet te hoog en ging niet boven de 35
meisjes.
Behoef ik te herhalen, dat ook in deze
inrichting dweepery, femelarij en al wat daarbij
behoort, schering en inslag was ? Wat een
tijd, wat kostbare uren werden dezen kin
deren ontnomen, door gedwongen godsdien
stige overpeinzingen, door psalmgezang, bijbel
lezing en ... onzinnige kleerenmakerij voor ...
jonge christen-negertjes!
Dat myn post geen sinecure was... 't bleek
mij al oy den eersten dag. Op zyn minst
had ik dertien uur achtereen in 't gareel te
loopen, doch waren er drie dagen in de week
dat ik 's morgens kwart over zeven in de
echoollocalen moest verschijnen en dan toch
niet voor 's avonds negen uur vrij was. Om
de zeven dagen had ik een vrijen namiddag
van vier uur, doch daar ik nooit verdwijnen
mocht, dan na afloop van 't thee-uur, waren
de vier uren tot schraal drie gereduceerd.
Is 't zoo vreemd, dat ik 'n parallel trok
tusschen mijn vrijen tijd daar, en dien van onze
Hollandsche dienstboden?
Mijn taak bestond in, behalve 't geven van
onderricht in de Fransche taal, 't bieden
van pianolessen aan de beginners, o. m. in
't dagelijksch uitgaan met het jongste deel
der meisjes in den tijd, dat de anderen hun
sportuurtjes hadden. Er mocht op deze wan
delingen niet dan Fransch gesproken worden.
O I dat converseeren in het Fransch! O! die
vruchtelooze, en toch opnieuw-steeds-gedane
pogingen, om deze gemakzuchtige Engelsche
meisjesbollen, met meestal bitter kleine
taaiknobbels, ook maar een notie te doen krij
gen van een taal, waarin mother" en nurse"
ze nooit heeft toegesproken !
Met mij moest Fransch gesproken worden,
ik moest in dezelfde taal antwoorden en elk
kind, dat zich in 't Engelsch tot mij wendde,
had ik te bestraffen. Met goed noch kwaad,
met beloften noch klacht kwam ik echter
wat verder. Domheid alleen is 't niet ge
weest. Ik geloof niet, dat Engelsche kin
deren in 't algemeen minder aanleg voor
intellectueele ontwikkeling hebben, dan die
van 't vasteland, maar wél ben ik er van
overtuigd, dat, waar op 't punt van sport
geen inspanning hun te groot is, zij zich
totaal geen moeite willen geven, wordt de
minste herseninspanning van hen verlangd.
En ... dat Apollo met zy'n muzenstaf slechts
bij hooge, hooge uitzondering aan de wieg
van een Engelsche baby verschijnt, dat deze
liefelijkste der goden Albion al zeer zelden
bezoekt, daarvan heb ik de volkomen zeker
heid gekregen.
De pianoles-uren waren wel de zwaarste voor
mij en dit te meer, nadat behalve het onder
richt aan pas-beginnenden, ook nog het etu
deeren met de grooteren mij werd opgedragen;
de grooteren, die onder de muzikale (!) lei
ding stonden van miss Roberts, een schep
seltje, dat daar als een eigen kind" van der
tonen-God werd aangebeden, en dat alle
mogelijke capaciteiten bezeten kan hebben,
maar zeker op geen grein muzikaal gevoel
of begrip, met recht zou kunnen bogen!
Het onvermijdelijke gevolg was, dat, waar
ik het mijne omtrent rythmus, tempo, kleur,
aan te merken had, aldra het antwoord
volgde: Maar miss Roberts wil dat niet,
en heeft mij uitdrukkelijk gezegd, dat dit zóó
en niet anders gespeeld moet worden."
Begrijpt ge, lezer, het moeielijke van mijn
positie ? Voeg daar dan nog 't feit bij, dat
miss G., de onderneemster" dezer inrichting
totaal onwetend was, zoowel op 't punt van
vreemde talen schoon directrice, had zij
geen acten als op 't gebied van muziek,
en gil kunt u voorstellen hoe juist haar in
zicht, haar nooit-eindende op- en aanmer
kingen wezen moesten! Alleen in het bijbel
lezen, in het houden van de reeds
aangeiiilMMmmiliimminli
UIT DE NATUUR.
Autotomie en Regeneratie.
Een poos geleden heb ik u op gezag van
J. J. Long al eens verteld van een lynx die
in een klem geraakt was, zijn voet afbeet en
zoo ontsnapte. Van vossen en bunsings wordt
herhaaldelijk hetzelfde verteld, al schijnt het
ook wetenschappelijk nog niet vast te staan,
of wij hier te doen hebben met een geval
van instinct of overleg dan wel van razernij
door pijn en angst veroorzaakt. Mogelijk
toch is 't, en mij dunkt zelfs waarschijnlijk,
dat in een dergelijk geval de lynx of de vos
heelemaal niet instinctmatig handelt, nog
veel minder denkt: Beter mijn pootje kwijt
dan mijn heele huid en mijn leven er bij.
Alle beesten, dat zien wij aan katten en honden
wel, bijten naar de plaats waar ze de pijn
voelen en waar zij aangegrepen worden. Dat
is het natuurlijkste en 't meest voor de hand
liggende middel om de aanvallers te nopen
tot loslaten. Wij kunnen ons wel voorstellen,
al is 't moeilijk den gedachtengang van een
dier te volgen, dat een vos of bunsing die
natuurlijk geen val vermoedt, zoo'n ding zeer
waarschijnlijk ook niet kent op 't
oogenblik, dat de verraderlijke ijzeren hand met
pennen plotseling zijn poot omvat, meent
door een mensch of ander hem nog onbekend
roofdier te worden gegrepen. Het gemartelde
beest bijt nu, dol van angst naar de pijnlijke
plek, van het harde ijzer glijden zijn tanden
af, de wonden die het zich zelf toebrengt
voelt het, dunkt me, haast niet, door de ge
weldige pijn die de scherpe punten en randen
van het klemijzer veroorzaken; en zoo is 't
best mogelijk, dat het huid en spieren van
zijn eigen pootje doorbijt, misschien ook het
been, als dit niet reeds door het
samenklappen van de beugels is doorgebroken.
Dit geval als een voorbeeld van autotomie,
van een bewuste en doelmatige zelfvermin
king om het leven te redden, voor te stellen,
zooals wel in leerboeken geschiedt, is mijns
inziens gewaagd en niet vol te houden zonder
dat alle omstandigheden van zoo'n voorval
nauwkeurig bekend wat heel moeilijk blijkt.
Iets anders staat de zaak bij dieren o. a.
bij reptielen, amphibiën, schaaldieren, wor
men en polypen, welke in de gelukkige
omstandigheid verkeeren, verloren
lichaamsdeelen weer te zien aangroeien. Zulke dieren
stipte, godsdienstige overpeinzingen", alleen
daarin was zy onnavolgbaar... zoo onver
moeibaarheid in deze als 't hoogste geldt.
De Zondagen... ze waren schier geheel aan
kerkgang, aan psalmzingen en al wat daar
bijkomt, gewijd. Of je al dan niet tot de
kudde der geloovigen behoordet... tittel noch
jota werd je geschonken... meedoen moest
je. Daarbij kwamen dan wekelijks n, veelal
tweemaal-plaatshebbende gezellige bijeen
komsten" onder leiding van een... zendeling,
en eenige dito's, zonder man-van-'t
goddelijkewoord, waarop voorde gezelligheid" de avond
werd doorgebracht met psalmgegalm der
vrouwelijke huisgenooten onder begeleiding
van een harmonium, door miss Roberts ge
hanteerd. Al deze gezelligheid'' had in de
recreatiezaal plaats, en leerlingen zoowel als
onderwijzeressen hadden zich daarvoor steeds
in groot-gala te hullen !
Geachte lezer... heb ik overdreven, toen
ik de uitdrukking femelarij" bezigde?
Mijn laatste dagtaak was wel die, welke
mij 't meest tegenstond. Ik fungeerde dan
voor politie-agent, speurhond, of hoe die
baantjes genoemd worden.
Eerst had ik de kuide der kleinen (van
6?10 jaar) naar boven te drijven. Dan had
ik in den corridor post te vatten, om toch
met alle macht te voorkomen, dat die kleine
schapen voor 't naar bed gaan eens even
kind waren, eens hun gezonde longen, hun
levenslust lucht verschaften l Noise [leven,
rumoerigheid] 't was het bête-noire in de
kostschool van miss G.! Nooit werd daar
ingezien, dat kinderen en zeker van nog zóó
jeugdigen leeftijd, even goed behoefte hebben
aan 't luchten van levensvolheid, als aan
licht, aan zonneschijn, aan eten !
Als automaten, zonder een kik, moesten
zij in die enkele minuutjes, waarop geen
onder wij zeressenoog hen bespiedde, zich
ontkleeden, en dan ... aan godsdienstige over
peinzingen zich overgeven.... Op de minuut
af had ik ze, door geklop aan de deur, te
waarschuwen, dat genoeg gepeinsd" was en
zij in bed moesten verdwijnen. Dan...'t licht
uit en mij gehaast naar beneden, om door
mijn aanwezigheid kond te doen van 't feit,
dat daar boven op de juis'e seconde alles in
rust is gekomen !
Do'nt make a noise please" (maak alsje
blieft geen leven). Het wachtwoord zweefde
door de lucht, het drukte met looden zwaarte
op heel die inrichting. Onnatuur, verkrach
ting van jonge levenslust... 't was het
onvermijdelijke gevolg van dezen idiote stilte
manie. Stel u voor, dat deze vijf en dertig
kinderen een uur vóór het ontbijt beneden
moeten zijn, ten einde zich op delessen voor
te bereiden en zij die heele zestig minuten
geen kik, geen geluid mochten geven! Wee
het ongelukskind, dat het gewaagd zou hebben
ook maar de eenvoudigste vraag te stellen,
een teeken van leven te geven, gedurende
dat beruchte silent hour!" (stille uur).
En daar, op een onheilvollen namiddag daar
gebeurde mij iets vreeselijks !
Het was een van mijn vrije" namiddagen.
Trots 't zure gezicht van Miss G., had ik
mij ^ voorgenomen de gezellige meeting"
waarbij een of ander zendeling uit Honolulu
of Spitsbergen ter recreatie" het woord zou
voeren, te ontvlieden door in de stad eenige
boodschappen te verrichten.
In de kanier waar onze dagelijksche
uitgaansplunje hing, was 't stik-donker en zoo moest
ik, op het gevoel, eerst het gas ontsteken,
alvorens hoed en mantel te kunnen be
machtigen.
Dit echter was, dank 't bizonder-hoog
hangend gasarmpje, alleen mogelijk door op
een stoel te klimmen en van daar op de
tafel. De manoeuvre is bijna gelukt, het gas
reeds onts-.oken, toen ... toen <\e stoel omkan
telt en ik met harden bons, na in mijn val
een bloempot omgeworpen te hebben, zeer
onzacht met den houten vloer kennis maak.
Ik had mij duchtig zeer gedaan e a met
hevigen pijn in den rug scharrelde ik op.
Op dat oogenblik komt Miss G. naar binnen:
Zij ziet, hoe ik gekromd van pijn, bezig ben
de stukken van den porceleinen bloempot op
te rapen ... Maar schepsel" 't wordt in
scherpe fluistertoon gesist maar schepsel
wat maak je 'n leven ! Wat moet ik doen
hebben 't vermogen van regeneratie. Een
afgerukt kikkerpootje groeit in gunstige om
standigheden wel weer aan, al is het nieuwe
vaak wat kleiner dan het verlorene of telt
het een teentje minder; een verloren oog
zelfs kan bij vele dieren opnieuw ontstaan.
En het verlies van een staart deert een sala
mander of een hagedis al heel weinig.
Bij hazelwormen en hagedissen met hun
langen puntig-toeloopenden staart hebben
wij werkelijk met etn geval van echte auto
tomie te doen. In de vorige week nog heb
ik hiervan een sprekend voorbeeld zelf on
dervonden. Ik heb in mijn jeugd zooveel
hagedissen gevangen, dat ik er een zekere
vaardigheid in heb verkregen; zie ik -zoo'n
beestje, dan heb ik 't ook; al is de
vangplaats door het kruid of struiken niet gun
stig voor de jacht. Ik wist ook, net als elke
jongen, dat je het dier niet bij den staart
moet aanvatten, maar achter den kop of in
't midden, daar anders de staart afbreekt
en het mooie dier geschonden is.
om mijn excuses te maken tegenover onzen
zoo hooggewaardeerden gast; ik weet van
schaamte niet wat ik hem zeggen moet.. .
Zulk een schandelijk, schandelijk leven hier
in mijn met extra nadruk op dat mijn"
in mijn huis?" En zoo siste de woorden vloed
door. Niet n oogenblik kwam 't in deze
christelijke ziel op, te bedenken, dat je toch
waarlijk niet voor je genoegen zulk een val doet,
dat zoo iets niet, dan geheel buiten j e schuld
plaats kan vinden. IS och minder viel 't haar
in, dat ik mij bezeerd zou kunnen hebben!
Een nieuwe si 3-woorden vloed deed mij in
zien, hoe kostbaar deze juist deze bloem
pot was. Niet zoozeer door effectieve waarde
't prul kan drie shilling op zijn hoogst, heb
ben gekost niet zoo zeer dus door waarde
dan ... door herinnering !
Alle pogingen werden hier aangewend, om
mij van mijn onchristelijke lichtzinnigheid
te overtuigen, mij naar 't arme
zondaarsbankje te doen schuiven Helaas,'t baatte
niet... verstokte zondares, die ik was, kon
ik niet anders antwoorden, dan: Ik zal
trachten in de stad een dergelijke bloempot
te koopen ; doch niet meer van avond ...
daarvoor heb ik nu te veel rugpijn." Met
geen blik werd nota genoten van dit laatste,
alleen ... om de mogelijkheid te voorkomen,
dat ik na mijn vrij uurtje toj 't onzalig idee
mocht geraken, om te bed te blijven, werd
mij verzekerd, dat ik onder alle omstandig
heden" nog beneden moest verschijnen als
mijn diensttijd weer begon.
Maar nog eens wil ik een blik doen slaan
op de praktische wijze van onderwijs, daar
op miss G.'s territoor toegepast.
Om toch geen gelegenheid onbenut te laten,
den kinderen Fransch bij te brengen, werd
mij van begin af tot taak gesteld, voor elk
der zeven middagmalen een onderwerp ter
behandeling vooraf op te geven, welk onder
werp dan ah fluwtergesprek gedurende
den maaltijd dienst moest doen.
Stel u dus voor: Vijf en dertig kinderen
tusschen vijf onderwijzeressen, waarvan ik
de eenige was, die behoorlijk Fransch ver
mocht te spreken en... te verstaan. Had
ik nu het voorjaar" als onderwerp gekozen,
dan moest, onder 't middagmalen fluisterend,
elk zinnetje, wat die kinderen daaromtrent
vermochten te stoethaspelen, mij dus voor
4/5 door de andere onderwijzeressen, wier
taalkennis ik reede aangaf, worden medege
deeld. . .. Behoef ik verder nog in détails
te treden omtrent dezen gezelligen en hoogst
doelmatigen kout ?"
Ik heb in deze inrichting voor onderwijs
de voorboden van vacantie meegemaakt en
gezien hoc ontzettend veel dan van ons drieën,
onderwijzeressen - miss Roberts de van
Goden gekuste" had met deze beslommeringen
zich niet te bemoeien gevergd wordt.
Elk stukje kleeren der scholiertjes moest
door ons worden nagezien, versteld, gestopt
aan miss G's valkenoog onderworpen worden
en dan in denmand of kofl'er worden gedaan.
Als ik daar bij voeg't feit, dat de slaapkamers
zeventig traptreden hoog gelegen waren, dan
kan men wel nagaan, dat er bij ons drieën
van overmoeidheid sprake moest zijn.
Van ons klaverblad was er dan ook maar
een die er vrij wel onder gebleven is. Toen
ik, een veertien dagen voor de vacantie met
ontzettende hoofdpijn, na een slapelooze
nacht, mij niet in staat voelde, op tijd in de
schoolkamer te zijn en zulks miss G. liet
weten, was in een oinmezien de hooge dame,
die anders nooit deze trap beklom, aan mijn
deur. Verder kwam ze niet, maar wel wist
ze mij te zeggen, dat zulk een gedrag geen
pas gaf, geen voorbeeld was vqpr de kinderen,
dat als ik mij ziek wilde melden, ik dat dan
Zondags tusschen de beide kerken kon doen,
dan kon ik te bed gaan liggen ..."
Ik ben toen opgestaan... hoe ik dien dag
en de daarop volgenden, bij zoo goed als
geheele slapeloosheid, dank o ver vermoeienis,
mijn taak heb volbracht, ik weet 't niet.
Maar ik zeide miss Graham bij 't afscheid
nemen, na vertrek van de kweekelingetjes,
dat ik naar Holland terugging en zij mij als
Fransche secondante niet meer terug zou zien.
Tot slot: Het salaris was er behoorlijk,
alles vrij, 35 pd. st. =: ? 420, waarvan dan
door mij weer 10 pCt. moest worden
afge
?MiiiiiiiiiiMitMiiiiiiiiiiiiiiiiiiitHMtiiiiiiiiiiiiiiiiiitiliiiimitiinwiHi
Nu had ik voor de tentoonstelling in Artis
eenige hazelwormen en hagedissen noodig
en ik ging eens weer als van ouds op jacht.
In de warme dagen van deze mooie
Junimaand waren er een menigte hagedissen uit
en het jachtveld dus goed voorzien.
Een van de eersten, die mij onder de oogen
kwam was een groot groen mannetje met
een prachtstaart stellig van anderhalven deci
meter. Of ik nu na langen tijd den slag niet
dadelijk beet had, weet ik niet, maar stellig
heb ik het dier te ver naar achter gegrepen
en neergedrukt niet ver van de achterpooten.
Het verrassende gevolg was, dat de hagedis
zich plotseling in tweeën verdeelde, in twee
levende spartelende deelen; het eigenlijke
corpus van het groene heertje glipte door
een grasbosje heen en een oogenblik had ik
den staart in de hand, dien ik gauw van
schrik liet vallen. De staart kronkelde namelijk
tusschen mijn vingers door als een worm,
maar met veel wilder en krampachtiger be
wegingen en toen hij op 't pad viel, sprong
Hagedis met geregeneerden staart.
(Uit De Lerende Natuur).
staan voor 't bemiddelingskantoor; de voeding
niet beter of slechter dan overal in Engelsche
burgergezinnen. Vleesch waaraan voor % vet
zeer weinig en zouteloos gekookte groenten,
n reuzenaardappel in zijn geheel ietwat
gebraden en de onvermijdelijke zware pud
ding, dat was het dagelijksch menu. Aan 't
ontbijt, behalve brood, kreeg ik havermout,
een ei of een paar hamsneedjes, verder om
12 uur z.g.n. luncheon, bestaande uit een dun
sneedje brood met 'n glas melk. De tea"
schafte, behalve thee, evenzoo brood, nu met
jam, het eind van den avond bracht brood
met een lekker soort pastei ofwel een
vleeschcroquetje.
Man-minsen" heb ik gedurende mijn ver
blijf in den huize Graham niet zien verschij
nen, behalve de reeds genoemde zendelingen
en den vicar", die voor het zieleheil der
genen te zorgen had, die tot de z.g.n.
lowchurch" behoorden ; voor 't overige luidde
het: Elk manlijk wezen is den toegang over
dezen drempel ontzegd. Zóó ver ging de
preutschheid, dat de meisjes boven hun bed
niet dan de portretten hunner ouders en die
van zusjes mochten ophangen. .. al 't verder
manlijke was uit den booze! Nu ik de
lowchurch" heb aangestipt, nogevenbet volgende:
Behalve de zuiver katholieke kerk in
Engeland zelve in de minderheid heeft
men er:
lo. de High Church", die veel met de
katholieke eeredienst gemeen heeft, doch wier
priesters en bisschoppen getrouwd zijn, en
waarin hoegenaamd geen bond bestaat ten
opzichte van den paus. De high church" is
de Staatskerk.
2o. de lo w-church, die, wat eeredienst be
treft, meer naar het zuiver protestantisme helt.
3o. de Scottish-church, de liberaalste en
eenvoudigste van de drie gezindten, 't best
nog te vergelijken met de Luthersche en de
Waalsche kerk in Holland.
Ik neem hiermede voor dezen keer afscheid
van mijn lezers. Een ander maal zal ik hen
een en ander mededeelen omtrent mijn ver
blijf in een kostschool van kleine uppertens".
Namens mijn zegsvrouw,
VROUWKK.
Huwelijk van prins Guitaaf Adolf van
Zweden en primes Maryaretha van
Connaught. Toiletten der bruitoftsgasten.
Toiletten der bruid.
Talloos veel vorstelijke huwelijken zijn ge
sloten en kerkelijk gewijd in de St.
Georgekapel van het oude, grijze slot te Windsor.
Zelden herbergden de vertrekken van Wind
sor Castle zooveel jeugdige, vroolijke gasten
en zulk een van gelukstralend bruidspaar
als den 16den Juni j.l. toen het huwelijk
werd inge segend van den tweeden zoon van
koning Oscar van Zweden, den
huzaren-luitenant en de bekoorlijke prinses Margaretha
van Connaught. Er waren in bet geheel
240 gasten. Men had de uitnoodigingen een
beetje moeten beperken, omdat de rit.
Georgekapel bescheiden afmetingen heeft. Deze be
perking had men echter niet toegepast op
vrienden van den bruidegom en vriendinnen
van het bruidje; die waren in grooten ge
tale aanwezig. Een blijde stoet van ridder
lijke jonge mannen en van schoone jonk
vrouwen en jong-gehuwde vrouwen.
Tot deze laatste categorie behoorde de
boezem vriendin van het bruidje: Lady
Marjorie Manners, die er uitzag als een fee uit
een tooversprookje, in haar robe van witte
zijde met zilver geborduurd. Wit was bij deze
trouwplechtigheid de overheerschende tint.
Beeldschoone vrouwen, stammend uit de
geslachten der Cadogans, Dudley's,
Grovenors, Crichtons, waren in haar smaakvolle
en kostbare toiletten in alle opzichten een
kijkje waard. Tot de intieme vriendinnen
der bruid behoort ook de schoone,
Amerikaansche Nelly Post, dochter van Lady
Barrymore, die naar Engelsch gebruik haar
lustslot in Ierland voor het jonge paartje be
schikbaar heeft gesteld, om er hun
wittebroods-weken te komen doorbrengen.
Jeugdiger en mooier dan ooit, bewoog
zich met de haar aangeboren gratie
Engeland's vorstin, koningin Alexandra. Steeds
HIIIIIIIIIIIIMIIItlllllllHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIII
dat ding unheimlich op en neer, of er
springveeren in zaten. Stellig tien minuten lang
was die staart een en al leven en beweging,
en ik stond er voor de zooveelste maal ver
baasd naar te kijken ; zijn eigenaar was ik
totaal vergeten; die had allang zijn holletje
opgezocht.
Van bloed was aan de staart zoo goed als
niets te zien en ook 't bloedverlies aan 't
lichaam van het resteerende dier is gering,
dat bleek me vroeger al eens, toen ik wel
het beest bemachtigde, maar niet de staart
die er van door ging; wat natuurlijk niet de
bedoeling van de hagedis was geweest.
Zoo'n slimmerd, zijn belager den staart in
de handen te spelen, om het dierbaar lijf te
redden. Och de logische, geduldige en
sceptische natuurstudie heeit ook al weer dit
geval van list teruggebracht tot een volmaakt
onbewuste daad van verweer, een reflex be
weging. De hersens vaa de hagedis of de
hazelworm hebben met deze krijgslist niets
te maken. Een hagedis zonder kop, een
middendoor gebroken hazelworm is nog in
staat de breuk te bewerkstelligen. Het zenuw
centrum, dat de splitsing van staart en lichaam
onder zijn bevelen heeft, ligt tusschen de
beide achterpooten. Wordt deze plek gewond
of de zenuw doorgesneden, dan heeft het
overigens gezonde dier de macht verloren
zyn staart prijs te geven.
Een druKking op die plek bij het van
gen heeft e;hter bijna zonder uitzondering
het splitsen tengevolge. De breuk ontstaat
meestal dicht bij de tweede of derde
staartwervel. Niet tusschen twee wervels, wat
men licht denken zou, maar in't midden ervan.
Zoo'n wervel is heel waarschijnlijk er op
gebouwd; hij is in 't midden zeer dun en de
ligging van huidspieren maakt het
doorknappen van het omringende vel gemakkelijk.
Ook vormt zich snel een velletje om de wond
en daaronder begint al heel gauw een nieuwe
staart te groeien, die bij de volgende ver
velling voor den dag komt.
Bij andere dieren, die veel aan autotomie
en regeneratie doen, zooals bij krabben, zijn
in de poolen b.v. inrichtingen ontdekt, die
het loslaten van zoo'n lichaamsdeel gemak
kelijk maken; zoo'n poot is er op ingericht
in geval van nood prijsgegeven te worden.
Al lang geleden heeft Max Culloch de
autotomie van zoo'n splijtinricnting in de
pooten en scharen van krabben aangetoond.
Door een uitwas, een buitje op het pootdeel
weer werden de blikken der bruiloftsgasten
geboeid door Eduard's lieftallige gemalin,
gekleed in blauw satijn; een diadeem van
diamanten flonkerde op haar donkere lok
ken ; een rivière van dezelfde edelgesteenten
vonkte om de matte blankheid van haar
slanken hals.
De bruidsmoeder, de hertogin van Con
naught, droeg een robe van mauve zijde,
gegarneerd met lersche kant. Prinses
Frederika vsn Hannover met haar prachtig zilver
wit haar was een imposante verschijning in
haar exquis toilet van ivoor-getinte
brocaatzijde.
De erfprinses van Baden, wier echtgenoot
als twee droppelen water gelijkt op den
Duitschen keizer, droeg een schilderachtig toilet,
schemerend in violet en blauwe tinten, op
vallend en toch heel mooi.
De hertoginnen van Sutherland,
Marlborough en Roxburg, Lady Londonderry,
Derby, Dudley en Iveagh behoorden tot de
overgroote meerderheid in witte toiletten.
Met vorstelijke mildheid waren uitnoodi
gingen gedaan voor het tuinfeest door den
koning en de koningin van Engeland gegeven,
ter eere van het bruidspaar. Diplomaten,
militairen, hoogwaardigheidsbekleeders met
hun dames, mannelijkeen vrouwelijkeartisten,
mannen der wetenschap, eindelooze stoet van
vroolijke en sierlijk-gekleede menschen werd
in tien extra-treinen en een aantal auto's
naar Windsor gevoerd en wandelden door
de statige lanen van Windsor Castle.
Alexandra en Eduard circuleerden niet, dat
lieten zij aan het jonge bruidspaar over
Koning en koningin bleven in een voor hen
gereserveerd paviljoen, waarin slechts de
allerintiemste vrienden genoodigd werden
om hun opwachting aan gastvrouw en gast
heer te maken.
Tot die bevoorrechten behoorden: Consuelo,
hertogin van Manchester, Sir Ernest Cassel
en mevrouw George Keppel, a l Ier liefst gekleed
in licht-blauw-gebloemd mousseHne-de-soie
met hoedje in dezelfde tint.
Koningin Alexandra was gekleed in haar
lievelingskleur, zacht mauve.
Het bruidje droeg bij deze gelegenheid ook
een mauve japon met kantgarneering en een
picture hat in dezelfde tint als haar toilet,
met witte struisveeren.
Adeline Patti, barones Cederström zag
er jeugdig en bekoorlijk uit in haar licht
blauw toilet. Het Japansche prinsesje
Arusigawa in een robe van zacht-roze zijde, gemaakt
naar de allerlaatste mode, was sierlijk en
coquet als een Parijsch modeplaatje.
Heel veel dames hadden zich getooid met
amethysten, Koningin Alexandra's
lievelingspreciosa.
Prinses Margaretha van Connaught, heeft
in haar trousseau een aantal zwarte avond
toiletten.
Prachtige, smaakvolle, in Parijs vervaar
digde robes van zwarte kant en zwarte
mousseline-de-soie. Een verfijnd ijdelheidje. Zwarte,
gedecolleteerde toiletten van luchtig, gaas
achtig materiaal is uiterst flatteerend voor
jonge vrouwen. Nu oudere en oude dames
door de mode gerechtigd zijn om wit en zeer
teere tinten te dragen, openbaren onze jonge
vrouwtjes steeds meer zwarte prédilecties.
En zoo is het goed. Wel was het, vooral
in ons land, traditie, dat rijpe en rolrijpe
vrouwen zwart moesten dragen, maar mooi
stond het zeker niet. Lichte tinten verzachten
de scherpte der gelaatstrekken en harmo
nieeren met het gnjze en witte haar. Zwart
markeert.
Het doet wanhopend uitkomen: des ans
l'irréparable outrage en vleiend verhoogt het
de bekoorlijkheden der onverwelkte jonkheid.
Paquin heeft aan de prinses een
wandeltoilet geleverd, Paquin waardig.
Prunekleurig laken rok rondom met platte
plooien. Mantel met fluweelen kraag met
borduursel versierd. Kanariegeel vest met
kantarneering.
En een avondmantel voor jonge vrouwtjes
om van te droomen. Het zeer ruime en
soupele omhulsel met wijde mouwen, is van
zacht blauw Liberty satijn, gevoerd met witte
zijde. De mantel is gegarneerd met witte
guipure en witte mousseline-de-soie.
CAPRICE.
drukt dit bij sterke spiertrekking met kracht
tegen het naastliggende deel; en langs een naad,
te voren aanwezig en goed waar te nemen,
knapt de poot doormidden. Sommige dieren
Schets van een pootdeel van een krab,
ingericht op autotomie.
zooals de rupsen van de wit vlak-vlinder,
slakken en vlinders, hebben uitwendige
aanhangels, gekleurde sterk in 't oog vallende
haren, papillen of vleugelstaarten, die voor
den vijand de aangewezen plaatsen zijn, om
hun prooi bij beet te pakken. Maar die schijn
baar schadelijke handvatten, laten dadelijk
los en de vijand, die zijn hapje vast meent
te hebben, staat beteuterd te kijken bij een
haarbosje. een stuk vleugel of huid.
De hazelwormen en hagedissen niet dubbelen
staart, die zoo nu en dan gevangen worden,
hebben dat extra-ornament heel waarschijnlijk
verkregen als regeneratie na het verlies van
den enkelvoudigen staart. Mogelijk ook is
zoo'n staart bij een vechtpartij tusschen de
mannetjes, (die hebben het vaakst tweede
editie-staarten) slechts ten deele afgebroken
en weer vastgegroeid, terwijl uit de wond
toch een nieuwe staart ontsprong.
E. HEIMAXS.