De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 2 juli pagina 7

2 juli 1905 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

ffo. 1462 DE AMSTERDAMMER WEEK BLAD VOOR NEDERLAND. Landhuis bij H. J. H. W. LELIMAN, Architect. BEB.^RCXNP g. 10. 12, U Renvooi DU de platte gronden: Begane grond: l Porch, 2 Trappenhuis, 3 Hall, 4 Woon-en Eetkamer, 5 Heerenkamer, 6 Boudoir, 7 Veranda, S Dienkamer, 9 W. C. en Toilet, K) Garderobe en Portaal. 11 Keuken, 12 Bijkeuken. 2e Verdieping: l Trapportaal, 2 Hall, 3 Slaapkamers, 4 Badkamer, 5 Terras, (i Kinderkamer, 7 W.C. Het moderne landhuis. Das moderne Landhaus und seine innere Ausstattung. 320 Abbildungen moderner Landhauser aus Deutschland, Oesterreich,EnglandundFinnlandmit Grundrissen und Innenriiumen. Mit einleiteoden Text von HKRMANN MUTHESIUS. Zweite verbesserte und vermehrte Auf lage. München 1905. Verlagsanstalt F. Bruckmann A-G. Preis M. 7.50. Het feit dat weinige maanden na het verschijnen der eerste' reeds eène nieuwe uitgave van het plaatwerk Das moderne Landhaus und seine innere Ausstattung" noodzakelijk werd, deze simpele mededeeling is afdoender aankondiging te achten dan eenëlange loftuiting. Het werk heeft klaarblijkelijk ook bij het groote publiek ingeslagen en, temeer nu 3e nieuwe uitgave eene aanmerkelijke vermeerdering en verrijking van den in houd bracht, is het zeker verantwoord er ook in deze kolommen de aandacht Toor te vragen. De ongetwijfeld bij uitstek lage prijs, die dit in ieder opzicht voortreffelijk uit gevoerd plaatwerk binnen ieders bereik brengt, is te verklaren doordien de klichés ontleendzijn aan het, e veneens doorBruckmann's Naamlooze Vennootschap uitge geven maandblad Dekorative Kunst". Wel verre van door deze omstandigheid zich te laten weerhouden van aanschaf fing, zal 't velen gaan als mij, die dank baar was voor het goede denkbeeld, de in vele jaargangen verspreide stof tot een overzichtelijk geheel te vereenigen. De opgang, die het werk maakte, en ook bij ons te lande te maken verdient, behoeft niet te verwonderen; het werk immers, beantwoordende aan eene be hoefte, is van aktueele beteekenis. Uit reaktie tegen het in menig opzicht ge bonden leven in de groote steden, bren gen steeds meerdere forenzen", door de verbetering der verkeersmiddelen in staat gesteld, hun woonverblijf over naar meer of minder afgelegen voorsteden en villaparken, ten einde althans enkele uren daags tot de natuur terug te keeren, reine lucht met volle teugen in te ademen, meer zich zelf te kunnen zijn, de onrust van het groote stadsleven met zijne steeds in aantal en omvang toenemende maat schappelijke verplichtingen te ontvlieden. Het landhuis is dientengevolge eene der belangrijkste problemen geworden welke aan onze bouwmeesters worden gesteld en door wier oplossingen, in on eindige verscheidenheid, de hedendaagsche bouwkunst van alle landen, zich veelal van hare aantrekkelijkste zijde doet ken nen. Het is zeker te betreuren dat daar nevens nog een veel grooter tal van wanstaltigheden verrijzen en de fraaiste natuur bij hare omzetting in een villapark", vaak en zonder eenige afdoende veront schuldiging of verklaring, wordt ontsierd door bouwwerken, die met bouwkunst, en met landelijke bouwkunst eerst recht niets, maar ook volstrekt nietx uitstaande hebben. Ter bestrijding van die kalamiteit kan eene uitgave als deze, die in wijden kring keur van voorbeelden ver spreidt, eene groote rol spelen. Wie met bouwplannen in het hoofd rondloopt, dien kan de kennismaking met tekst en afbeeldingen van dit werk, ook in eigen belang, worden aanbevolen. Aan de platen vooraf gaat in de 2e uit gave eene algemeene inleidende beschou wing van dr. Ing. Hermann Muthesius, handelende over: Die Bedingungen und die Anlage des modernen Landhauses". De schrijver, door een jarenlang verblijf in Engeland, als technisch attachébij de Duitsche ambassade, een hartstochtelijk vereerder geworden van de Engelsche bouwkunst en van den Engelschen wo ningbouw meer in het bijzonder, getuigde daarvan reeds in meerdere geschriften (o. a. in de standaard-werken Das englische Haus" en Die englische Baukunst der Gegenwart", beide door Ernst Wasmuth te Berlijn uitgegeven). Evenals de meeste geschriften van dr. Muthesius is ook het .betoog dezer inleidende be schouwing een lezenswaardig stuk, niet alleen voor zoover het de aesthetica van het vraagstuk behandelt, maar ook door zijne praktische zijde, de inrichting en situatie van het landhuis besprekende. De bekendste bouwmeesters passeeren, in het illustratieve gedeelte met hunne ontwerpen de revue. Dat niet ook ons land, dat toch juist op dit gebied zoo belangwekkende specimen kon vertoonen, vertegenwoordigd werd, is eene ernstige onvolledigheid. Worde die leemte in een volgenden druk aangevuld door aan de vier hoofdstukken 1. Duitschland, 2. Oostenrijk, 3. Engeland, Schotland en Amerika, 4. Finland toe te voegen een vijfde, aan Nederland gewijd. Op derge lijke Avijze, onpartijdig en zonder voor oordeel tal van uitgelezen voorbeelden naast elkander te stellen, is tevens een leerzaam studie-materiaal voor wie in algemeenen vorm de tendenz wil vast stellen, welke in de onderscheiden landen de hedendaagsche kunstopvatting najaagt. Het bestek gedoogt niet deze hier tot in bijzonderheden na te gaan. Een, de hedendaagsche richting in het algemeen kenmerkend streven, dat bij den landhuisbouw in het bijzonder op den voorgrond treedt, is de neiging naar eenvoudige, ware kunst van natuurlijk en streng karakter. Dat het landhuis zijne eigen eischen in aesthetisch zoowel als in praktisch opzicht stelt; dat het evenmin uit- als inwendig eene imitatie van het stadshuis mag wezen maar een type voor zich behoort te weerspiegelen; dat in n woord voor het landhuis ook een landelijk karakter past in aansluiting bij de omgeving en de wijze van bewoning, deze te vaak vergeten waarheden, slaag den in de laatste jaren wederom er in den bouw der landhuizen te beheerschen. Zij lokten o. a. ook uit eene aansluiting bij de lokale landelijke bouwkunst van weleer. Het moge paradoxaal klinken, juist in die bouwwerken, welke den be schouwer het meest modern" aandoen, klinken de oude tradities het luidst door, zijn het duidelijkst de herinneringen aan den geest en aan de stemming der wonin gen van weleer waar te nemen. In den regel echter geschiedt dit met weglating of moderniseering der versierende onderdeelen en waar noodig, onder wijzigingen in verband met de praktische eischen, die heden ten dage gesteld worden ter wille eener konfortabele bewoning. Het be reiken eener oorspronkelijkheid quandmême, het door dik en dun najagen van het nieuwe, wordt blijkbaar nog slechts door enkelen als voornaamsten eisch van hun artistiek programma in de praktijk gehandhaafd: de Darmstadtsche kunst bende, enkele Oostenrijkers en Schotten. De 18de eeuw trekt vooral in Duitschland velen aan; de 17de inspireert anderen; steeds meerderen huldigen eene zuivere zakelijke kunst, waarbij de vormen onmiddelijk en onverbloemd voortvloeien uit de praktische behoeften. Deze methode is meer in het bijzonder eigen aan Engelsche en Amerikaansche kunstenaars, die aldus langs den meest natuurlijken weg en volkomen ongezocht komen tot scheppingen van een zeer per soonlijk karakter en oorspronkelijk in den besten zin. Wanneer echter, het geen vaak is waar te nemen, de verede ling der vormen dan achterwege blijft, behouden zij een utilitair of ruw aanzien. In ieder geval echter leidt deze methode noodzakelijkerwijze tot oplossingen, in welke de geest des tijds, der ontwerpers en der bewoners zich getrouwelijk weer spiegelt en niet tot maskerade interieurs en dito gevels, waar een moeilijk te onderdrukken ^konflikt bestaat tusschen den inhoud en de oinhulling, tusschen de kunstvormen en de eischen van een rationeel gebruik. Aan hunne eenheid van conceptie, hunne tot in alle onderdeelen doorge voerde waarheid en hunne, dientenge volge onverkorte gebruikswaarde danken de Engelsche, en ook de ten onzent nog minder gekende en gewaardeerde Ameri kaansche landhuizen, hunne groote be teekenis als voorbeelden zoowel in prak tisch als in aesthetisch opzicht hoog ont wikkelde woningbouwkunst, J. H. W. LELIMA.N, (Slot volgt}. Architect. ?MUMIIHtlUIMIIIIIIIItMIIIIIIIIIIllllllllllllHMIHIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIimtUm Tegen de tuberculose. Toen in het begin van 1903 twee zeer ge ziene Rotterdamsche doktoren, dr. Klink ert en dr. Kolen, in het publiek kwamen met hun plan om aldaar een vereeniging te stichten tot daadwerkelijke bestrijding van de tuberculose, welk een weerklank vond deze, van warme menschenliefde getuigende oproep in breeden kring! Hoe gevoelden onmiddellijk talloos velen oprechte sympathie voor dit schoone doel, hoe werd aanstonds blijk van die sym pathie gegeven in alle kringen, van den burgemeester tot in de werklieden-kringen, door alle geledingen der burgerij heen ! Waarom ? Omdat in alle kringen genoeg menschen worden gevonden, wier gemoed vervuld wordt van diep leed, machteloos leed, bij de gedachte aan de ontelbaar velen, die door deze vreeselijke ziekte te gronde werden en worden gericht; vervuld van het verlan gen om iets te kunnen doen tegen de ver woestingen die de witte pest" aanricht en die, misschien in eigen kring, die vreeselijke sluipmoorden hebben aanschouwd. Bij de oprichting dier vereeniging had ik het genoegen, in dit weekblad van de circulaire, die tot de oprichting dier vereeniging den stoot gaf, met al de instemming die de zaak verdient, melding te maken. Dezer dagen verscheen het tweede jaarverslag en als er, blijkens dit verslag, ooit een vereeniging is geweest op dit mee^t sympathieke terrein v der liefdadigheid^ dan is het wel deze ver eeniging. En acht ik het, voor het schoone doel wat zij zich stelt, goed en nuttig er melding van te maken, indien de redactie mij daarvoor een plaatsje wil afstaan. Nadat Brusse in zijn Onder de menschen" het vorige jaar een reeks artikelen aan de Vereeniging en hare werking had gewijd, klom het ledental met omstreeks 400 en. stegen de jaarlijksche inkomsten aan contributie tot ?4000. Den 19en Aug. 1904 werd de eerste lighal geopend, waartoe het geld door een der vermogende leden was geschonken en de grond door B. en W van Rotterdam kosteloos >was afgestaan. Van 23 Aug. tot l Dec. werden daar de patiënten verpleegd en met l April van dit jaar is de lighal weder geopend. En het bestuur deelt mee, dat bijna alle patiënten aanmerkelijk verbeterden". By sommigen was de verbetering zeer groot." Dit jaar kon de vereeniging voor het eerst profiteeren van de ?2000 jaarlijksche subsidie, door den gemeenteraad toegestaan en dit jaar zal voor 't eerst de lighal 8 maanden geopend zijn, waardoor meerdere patiënten, die thuis niet Prof. JOSEPII HOFFMASX (Weenen). Landhuis in de Villa-kolonie Hohe Warte".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl