De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 9 juli pagina 2

9 juli 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T E K D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1463 Is het wonder, dat dit zich handhaaft naast Hamlet, King Lear e.a. ? In ons land wordt van Shakespeare's stukken dit bij voorkeur gespeeld, voorgedragen, gelezen. Onlangs heeft Royaards het in Romeins kostuum vertolkt; ook Albert Vogel moet het enkele keren gegeven hebben, en deze winter heeft een jong voordrager zijn krachten, behalve aan een bedrijf uit de Jozef in de Dothan ook aan het Forumtoneel beproefd, dat voorts opnieuw aangekondigd is door Willem Royaards. Het Forumtoneell Dit is een der meest spannende nit het treurspel; het optreden van Brntas en Antonias na elkaar, de twee rede voeringen tot het volk, waarvan de ene de andere te iroriei slaat en oproer, verderf, oorlog, ondergang zaait als een hevige brand die Rome komt teisteren. Hier ligt het keerpunt van het drama. Ons boeien dat eigenaardig verschil van karakters die buiten gewone scherpte, waarmede daar ieder, Brutus en Antonius, door de dichter geleken l zijn, zowel als het volk. dat van het ene uiterste in het andere overslaat, dat fijngeslepen ver stand van Antonins vooral, die beweert dat h\j maar een eenvoudig man is, die de re lekunst niet verstaat. Vanzelf moesten de voor dragers zich tot dit toneel voelen aangetrokken, en wel immer zullen zij het zich tot roem rekenen, een der rollen of beide goed uitge beeld te hebben. Wij hebben voor Shakespeare's kunst geen bedillers meer, en 7,00 zal iedereen met de grootste aandacht dit forumtoneel volgen. Toch zijn er enige belangrijke punten, enige terugkerende vragen, die we opgelost moeten hebben, wil het ons in allen dele bevredigen, dubbel bevredigen, wijl we de toestand dan ,van alle santen omvatten; en deze vragen liggen zo voor de band, dat het mij ver wondert ze niet ergens besproken te hebben ?gezien of gehoord. Ik wil daarom een ver klaring trachten te zoeken van de drie op het oog vreemde feiten in dit toneel, en is mijn verklaring juist, dan hoop ik daarmede wat tot het genot bijgebracht te hebben van hen, die de Jnlius Cesar zien opvoeren of op andere wij'.e ermee kennis maken. Dez.e drie punten, die ik achtereenvolgens ral behandelen, zijn n.l. de volgende : lo. waarom g-.tat Brutus heen, als Antonins het volk zal toespreken, waarom blijft hij niet om te horen of Antonius het misschien tot oproer tracht te bewegen; 2o. wat is da reden, dat Antonius enige tijd ophoudt na met groot suukses het volk toegesproken to.hebben ; 3o. het vergeten van Cesar's testament door de burgers. Waarom gaat Brutus heen? Het is het vervolg van het toestaan aan Antonius door Brutus om te spreken bij Cesar's be grafenis. Als Antonius daar verlof toe vraagt, antwoordt Brutus: gij zult, Marcus Antonius. Maar Cassius, die Antonius' karakter beter kent, zegt: Brutus, een woord met u. Go _wegt?niet, wat ge doel", hij waarschuwt hem ernslig en verwijl : weel gij hoe slerk het volk onlroerd kan worden door wat bij uiten zal ?" Hierop antwoordt Brutus: M?t u .v weimenen, ik wil zelf eerst in het gestoelte, de reden ontvouwend van Cesar's dood: wat Antonius spreken zal, wil ik krachteloos maken. Hij sprjekl alleen met ons verlof," en dergelijke woorden. Cassius weder : ik weet niet, wat er ge beuren kan. liet bevalt mij niet." Maar Brutus richt zich tot Antonius: Marcus Antonius, hier, neem gij Cesar's lichaam. Gij zult in uw rede ons niet laken, maar alle goeds van Cesar zegden dat ge weet en er bij voegen, dat ge, het met ons verlof doet; anders zult ge niet het minste aandeel hebben in de begrafenis en gij 'zult spreken in het zelfde gestoelte, dat ik beklimmen zal, nadat ik mijn toespraak geëindigd heb." Nederig verklaart Antonius : Laat het zo zijn, ik verlang niets meer." Maar hier veinst, hij zeer, en als bij door de samenzweerders alleen is gelalen, zweert hij wraak. Het is dusduidelik: Cassius durft Antonius niet verbieden, wijl zijn machtige vjiend Bruius, wiens drijfveren edel waren, toe stemming geeft; en het op dit ogenblik nodig is, dat geen twist de. vrienden verdele. Half is hij gerustgesteld door Brutus'voor nemen eerst zelf to spreken, en door de omstandigheid, dat de samenzweerders de voornaamste burgers van Home zijn. Boven dien \\il hij geen spoor van vrees tonen, is iwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniliniiiiiimimiiiuiniiiiniiiiiiiiiHiiniininn; DE VREEMDELING. hy geen Romein; heeft hij niet enige minu ten geleden verklaard: Wul, hjj die twintig jaren levens afsnijdt, snijdt 7.0 vele jaren doodavrees af." Cassius wil dus zijn vrienden niet langer waarschuwen. Vrede! Vrijheid! zijn allerwegen de kreten van de samen zweerders en. hun aanhangers; maar dit was niet de eerste reden, die Cassius Cesar deed doden. Hij haatte hem. Brntus was was Cesar's vriend, Cassius was niyverig en kon Cesar niet boven zich verdragen, daarom, met diens dood was de grootste oorzaak van zijn woede weggenomen; Ce-ar was gevallen, nu mocht er komen, wat wilde. Maar Brutus, Brutus had tranen voor Cesar, hij doodde hem slechts, wijl hij geen dwin geland in Rome kon dulden, wijl hij zijn vaderland liefhad, dat altijd vrij was geweest. Hij geloofde, dat Rome nocti tiet oude R'tuie was of kon wezen, een stad van vrye mannen, helden, die niet onder het juk waren te buigen van n enkel burger. Aldus peinsde iiij: slechts omdat de Romeinen de grote j Cesar liefhebben, vergeten zij hun vrijheid, maar ik wil hen aan haar herinneren. Als Cesar geveld is door de eersten der Romei nen, zullen de burgers het besef herwinnen, dat zij geen slaven waren van hel ogenblik, dat een Brutus de laatsle koaing uil Rome dreef. Weder zal een Brntus hen bevrijden. Daarom is hij zeker van zyn welslagen. Helaas, hij dwaalt. Hij heeft niet opgemerkt, dat de Romeinen tiet langer de aard hebben hunner vaderen, noch van hem en enkele andere fiere mannen. Hij vergeet de praal van Pornpejus, die enige tijd geleden als een godheid geëerd werd, hoe binnenkort echter datzelfde volk Pompejus' grootst e vijand toe juichte. Het Romeinse volk is reeds een slaaf geworden van ziju helden en harts tochten. Er is te groot verschil ook gekotuen in de uiterlike omstandigheden van de laagste en hoogste burgers. Als het volk Brutus toejuicht, acht iiij het onmojjelik, dat het (en hoe kort daarna) op hem toornen zal. Helaas! Merkt hij nadat hij gesproken beeft, die kreten niet op: geeft hem een standbeeld naast zijn voorvaders," en zelfs: laat hem Cesar rijn"? Neen, altans bij schenkt er geen aandacht aan, maar gaat heen, gelovend schitterend in zijn pogen geslaagd zijn, zodat Antonius, voor wie hij zi:l''s ijchoor muent tragen, onschadulik is gemaakt; wellicht zal de rede van deze geen publiek vin len,.en zonder twijfel zal hij rnet de stemming van het volk rekening houden en zich intomen. Brutus kon, toen iiij wegging, evenmin gevaar bevroeden, als dat hij kondenken dat Antonius het kapitool uit zijn voegen kon lichten. De twee andere punten zijn ook belang rijk, laat mij daar een korte verklaring voor zoeken. Waarom hou.lt Autonius midden in zijn rede op? Mijn hart is in de kist hij Cesar en ik moet wachten tot het weilei'komt." Is dit \vaar, kan hij niet verder spreken? O zeer wel, hij die zoveel zelf bed wang heeft getoond tegenover de samenzweer Iers, maar hij pauzeert met opzet. Want, hetgeen hij uit, kan gevaarlik woideu voor hemzelf. Hij speelt met vuur en daarom wacht hij, om te luisteren, wat (ie Ro rieinen zullen zeggen, en of zij hem gelijk zu'len geven. Maar er isjioch een reden Hij wil buu ook tijd geven om met eikand T zijn woorden te bespreken, en als deze voldoende gewerkt hebben, wil hij verder gaan. Kn inderdaad wordt zijn taktiek met de schitterendste uitslag bekroond. De eerste burger, die begint, oppert t Mij dunkt, er is veel waars in wat hij zegt. De tweede: Indien men de zaak wel beschou .vt, heeft Cesar groot onrecht geleden. De derde: Heeft hij dat, waarden? Jk vrees, er zaleen kwdere in zijn p'aats komen. De vierde: Lettel gij op zijn woor ieii ? Hij wilde de kroon niet aannemen, daaro.n is het -vel zeker. dat bij niet eerzuchtig «'as. Kn zo gaat het voort, totdat de -aatste uitroept t Daar is ^ecn edeler man in heel Rome dan Antonius. Tans achl deze het ojreubÜK gekomen om voort te gaan. Hij is zeker. Het derde punt. Het vergeten van het testament door de wectgteiige burgers. Hier blijkt bet duideük, dat het, volk zoo verleid wordt door do \\ooid m. die het op het ogen blik hoort, dat het iedere anile-e z:\>k, zelfs, de meest belangwckkei de vergeet. Wanneer Antonius van hel testan.ent rept, schreeuwen zij ai.on : het testament ! bet testament ! Lees het testament! Kn als Antonins voortgaat. i. vin CAKL BL'S.-K. I. Jn eeu di-r gro»te steden van .\oordDuitschland woonde een geneesheer, Bernbard Vetter genainiil. Hij was omstreeks vijf euderlig jaar oud, was .sedt-rt (enigen lijd met ! een bescheiden en beminnelijke vrouw ge trouwd en had een dochterije, waaraan hij op ziju wijze zeer gehucht was. De praktijk, . die hij z:eh door stah n vlijt en onvermoeide Werkkracht verworven had, was eigenlijk meer inspannend d.m winstgevend. Want j het waren voornamelijk behoeftige lieden, l die zijn hulp inriepen, of buspatiënten, die weinig betalen konden. Van vroeg lot laat i moest hij op zijn post. zijn, en somtijds meende bij zelf, dat hij die gejaagde en rusteiooze wijze van werken tenauwernood kon uithouden. ! De overlading met werk was op zich zelf j al voldoende om elk gezellig verkeer niet j vrienden of kennissen onmogelijk te maken, i Dit was echter geen gemis voor dr. Vetter, "-vaut i bij «ist wel, dat natuurlijke aauiegtol vrooUjkheid en gezelligheid hem ten eenenmale . ontbrak. Ken harde, in behoeftige ouistan- j ditrbedeu doorgebrachte jeugd, bad oanit- j wischbare sporen bij hem achtergelaten; daarop < waren de hongerjaren van zijn studietijd ge- j volgd, en ten slolte de aan ontberingen rijke j periode na zijn zelfstandige vestiging. Aan zijn aanstaande vrouw, een mei-ye zonder geld, schreef bij kort voor bun huwelijk : Ik heb mijn leven lang niets anders gedaan dan hongerlijden en werken, maar ik weet j dat de zaken nu een goeden keer nemen en het beter zal gaan." Hij had een vast geloof aan zich'elf, «n daar hij wist, dat de ellende en de ontberingen van zijn jeugd al die eigenschappen, die een man bemind maken, in hem hadden verwoest (?f niet tot ontwikkeling gebracht, trachtte hij door inspanning van al zijn krachten ten dan wordt het testament helemaal vergeten. Antonius moet hen eraan herinneren, want het lag weldegelikin zijn bedoeling het roor te lezen, en reeds willen ze hem, opgewonden verlaten. Maar hoe wil het vo!k, dal vergeet, wat Antonius zelf heeft meegedeeld, hoe wil het zich noch herinneren, wat Brutus aan voerde? Het is mogehk en waarschijnlik, dat Antonins, die blijk geeft het zo wel te kennen, toch dit niet voorzien had, dat het gewich tigste, Cesar's testament, zou worden vergeten. Men weet een ander aan te vallen, men kent de op te wekken hartstochten, doch voor/iet niet, dat men daar eveneens zelf slachtoffer van kan worden. ? Ook Brutus voorzag dit niet en moet er zwaar voor boeten. Hiermede hoop ik die drie punten of merk waardigste feiten uil het Forumtoneel vol doend toegelicht te hebben. Moge de le/er ook de andere talrijke schoonheden van dit toneel, van het dra na, opmerken en ten volle waarderen. VAN Ei.RING. * * X A S C H R I F T. Een korte rekenschap van mijn artiekei kan nuttig zijn. Van de u tleggingen noem ik onder meer: Julius Ciisar, LIbersetzt von A. W. von Schle/el, durchücseben umi erlautert von A. Schmidt, A. W. Schlegel : Uber Dramatische Kunst uu l Litteralur (Deel II); Jul. C. edited by William Aldis VVright; The works of Sb. edited by Michael Mac Millan; The works, edited with iritroductions and notes by prof C. H. Herford; Sh. Werke, herausgegeben unl erkliirt van Delius (Dl. II!; Shak, door (_i. G. Gerrinus (Dl. H); Will. Sh. door Brandes (Deel H;; Sh.: Fünf Vorlesuugen aus d-jtn Xachlasz vou Bernhard ten Brink ; J. Ces, uitgegeven met verklarende aanteekeningen en eeno beschouwing v. h. Treurspel door A. S. Kok ; Will. S'i. The plays and poems, ediied hy d aond Malono. In al deze uitga'en staal veel wetenswaardigs, de drie opgenoemde punten vond ik er niet in beproken, en toch, hoe eigenaardig zijn zij, is bijv. Brutus' afwezigheid bij do lijkrede niel zijn grootste tont ? Omtrent het -Je punt merkt aiieen (jervJHU.-j iets op, d .eb bet volgende onbevredigende : Antonius' lier/, ist wabrhaft, im Sarg bei C'asar", und nur dieser iichte und ungekünsleUe Schmerz bereitel die groszen Wirkungen seiner kunstvollen Rede in Wahrheit vor." Bij hem vindt men echter de beste beschouwingen over het forumtoneel en de lijkreden. Ken goede uit leg van Brutus'karakter geeft o. a. Herford. PlirarehiH meldt Brutus' rede niet en van die van Antonius alleen enkele feiten, doch een van te voren beraamd plan door dezen schemert bij hem niet door. Hot houden van een lijkrede voor grote nrumeii was iu Rome een gewoonte.!) Merk op, wat Brandes zegt: tfenau da, wo Brutus den Kaden der Rede fallen iicsi nimint Antonius ihu wieder nuf;" terwijl van belang is, hetgeen prof. Herfoid meedeelt: Why did Shakespeare make tïrulus bere use, prose ? Tbc ques'ion is excelleiitly answered by Janssen (Die IVosa in Sh. s Dramen p. 41). U'-utus is an i leali-t. Il e. loves the peoplo" in idea, but is constrained wben addrcssirig them face to face. He bas eloquenoe and passion for Antony ; but, unlike Antony, only the dry lan^uage of undcrstaiiding for themob The words l'eace, freedom and libotty, stick in bis throal, and hègivcs tlietii instead a mathematica! demonstration ot' his honesty."?De commen taren beh inde en Ojk het verschil in stijl van Bititus en Antonius, andere punten, zo het laten zien van Cesar's wonden, een machtig middel. Het Korumtoneel is onvtit.pnUe.tik in schoonheden. Xaar aanleiding van Rouw moester's intervieuw wenst v. Xonbuys het doen van proe ven met, stukki n van Sofokles, Vondel en Shakespearo li-'fst weinio; herhaald to zien. Waarom? moet men het opvoeren dier stuk ken niet toejuichen? v. K. li Jtrsf daar/en lijkt mij het n'ct aanwezig zijn bij de red-1, om Autonius in bedwang te kunnen lioudeu, een veel groter fout noch dan do toestemmin ' men (d i. de groote hoop, zelfs de beschaafde inenschen) de afkomst niet meer weet. Een oandidaat in de Nederland 'ebe letteren, een studeerende voor de acte niidJelbaarNederlan isch, een onderwijzer werkend voor zijn hoofd acte, zullen u wel kunnen zeggen, waar de uitdrukkingen : van haver tot gort", (e .100: en te gras" haren ooi sprong nemen. Maar hoe weinigen, zelf:) beschaafde leoken zullen van deze en van tal van dergelijke zegswijzen de verklaring weten te geven ? En bij de overgroote hoeveelheid spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen in onze taal, ontletnd aan de zee en let water, den wind en het scheepswez.en, zijn er vele die m t u gebruikt zonder naar d-) af komst te vra gen of zonder zich om den oorspr mgtebekommeren. Men Iaat Go is \vat--r over Gods akker loopen" en de boel gaal zooals het reilt en zeilt". Zoo ergens, dan slaan hier de beste stuurlui aan wal" en die stuiirlieden zijn de taalkundigen die ons niet van den wal in de sloot helpen". Zij toch zijn hun koers niet kwijt" en weten tussehen de klippen door te zeilen''. Overgeleverd aan niet-deskundigen zijn wij voor de haaien" en we zitten met hen opgescheept". Thans alle zeden bijgezet" en ge,/,ien of wij grond kunnen peilen", of we land met hen kunnen bezeilen". In elk geval is liet wel goed een oog in het zeil te houden" om te kijken of wij de waarheid ook in de gaten kunnen krijgen'. Zoo niet, dan zouden wij er voor moeten opduuüen". Mr. Jacob van Lennep schreef niet voor niets zijn Zee manswoordenboek". Onze taal bezit ze bij duizenden on duizenden, de zeemanstennen en zeemansspreekwoorden. Ook bij Harrebommée in zijn sprcïkwoordenboek zijn ze na te slaan. Maar niet alleen in zijn spreekwoorden tast het volk in 't duister rond. Daar zijn tal van uitdrukkingen van het dagelijksch leven, bijv. op den kalender betrekking hebbende, die men hoort gebiuiken, zonder dat men zich van de beteekei.is rekenschap geeft. liet bijgeloof mengde zich met de taalkunde en daaruit kreeg men gedrochtelijke, soms zeer naïeve verbindingen. Zoo bijv. j n den ouden mnaudkaienJer, waarin de horoscoop wordt getrokken om trent iemands eigenschappen, afgaande op de maand in welke zijn geboortedag viel. K -'n kind geboren in Januario," zoo wor U in een oud handschrift geleien, ..'lat seal wesen van kolder raturen.'' In Februario ge boren dat \vert gerne eyn dief." In Marcio ter wereld gekomen, dal scal wesen khek en koen van SÏIHHMI." In Aprili het levens licht aanschouwen 1. zal but kir.d ?/?'?M : weldiu' en kuseli." (De inaawJ Mei wordt JCKJJ' den horoscoop-trekker mK stilzwijgen voorbijge gaan). In Junio geboren zul de jonge wereld burger zijn gierig en toornig, ken kind dat in Augustus verschijnt moet worden een mensch kuisch van aard en getrouw van inborst. September levert menschen van gulden sinne nnde sedich unde rechte liehteiid»-." ..In Oetobri cyn kynt geboren weit, dat is van boxer ha: uure nnde scal «puide wort sprok'-n t-gen God ." lv-n Xovemberspruit wordt oen tlink beschermer. kloek en getrou.v ..unde eyn nieyster van arstedye," torn ijl in Decembri weer eyn kint geboren wert", dat een recht richter ' zal wezen en srewei lig en kuisen." .Men ziet hei: hél vee! verschot en afi\ isseling an lere ridderlijden van acht of het mee de profeet niet : heeft onze voorspeller niet. eigenschappen dan die, welke Veel in de e hoogste waarde ge t geminacht werden, kent trouw of ontrouw, kuisch, IIIIIIIIMIIIIIIIII'lllllilMlltllllllllllllllllttllflMlIllllllllUilllllllllllllllllllt lt!lUHIIIIIIIIllm(IIIIIIHIlllllimHIIIIHIIMIIHIIIIIIIIIHIII:llllHmllllltllt*l , MMIHIIllll1ltll)ll!llttffl!1llllll|tlllll!lil(ll!nmtl) r.UIIMIIIII 11 jlllf II minste in zijn beroep een bijzondere be kwaamheid te bereiken. Ook zijn huwelijk was niet in staat geweest hem te veranderen, want zijn vrouw zas; hem eigenlijk nooit dan in haast, als hij luss.'beji twee ziekenbezoeken in zoo iruiw m"<;e]ijk i'-ts at, of een wetenschappelijk tijd schrift doorbladerde. Soms vraag ik mijzelf ut', cl' ik eigenlijk wel getrouwd hen'7 zuchtte zij wel eens. Maar dat was nu ei-nmaal bet lor van de vi-i iiiv ian een geneesheer met een el: ukke praktijk. Zij w.is dus veel alleen, en zul gewoonlijk te le.:en of te naaien voor hel venstej, waar het verkeer in de niet zeer drukke stiaat haar nog eenigo aileidin'_' bezorgde. ,.I>e woning aan den overkant is nu ein delijk o ik verhuurd '. zeide zij op een midda.'. Die Jooire vensters wa>vn ver.-cb? ikkolijk". Omdat er niets te zien viel? Wat een gekke ziel ben jj ! Wel, en wie i-er komen wonen ?" K'-n alleen wonend heer. Ken jongsiczcl of v. eduwnaar. Hij hee/t ook alleen niaiir t ivee kamers en een Keuken." ,.Zoo, zoo. raak je hart maar riet aan hem kwijt". Hij was voor liet ra i m gaan staan en wierp een blik op het huis aan den over kant. Het. was het oudste uit <!??, straal. laag. grauw en somber stond bet tnssehen de nieuwere huizen in. De helft van de be nedenverdieping was verscheiden maanden !a,n<_: onbewoond geweest. Nu hingjn er groot geb'oemde, min (.f meer ouderwet-ene gorilijnen. Voor n der vensters werd juist op daf oogenblik een manne.hoofd zichtbaar. I ie doktor ging onwillekeurig aclit<'iuit en keek s. -herpei'. Is dut. de, nieuwe bewoner? Hij ziet. er eigenaardig uit. Op straat is hij mij al in het oog gevallen". ...Ia", antwoordde, zijn vrouw, hel zal wel een kleine ren t >? nier zijn, "f een gepensioneerd ambtenaar7'. Ku na een kleine patize, voeu'de zij erbij : ...Maar in het oog vallend vind ik hem volstrekt niet". J'en volgenden da.' er was viscb, en dat maakte B'>rnbard Vetter altijd een beetje zenuwachtig, omdat de graten hom dwongen langzamer te eten schoof hij zijn bord van zich af en zeide : ook in bet o >^ ^a' h-n. l.1 : ziju vrouw lachte. Waarschijnlijk heeft, hij ! je hier aan h"t r. ia. u zien .-laan en heeft je j op straal herkend.' j i'at zal wel. Adieu, kindüef:" llijstond op. om vóór zijn middagspreek! tini' noj; een 'oezoek btj een ertïst i <jten pal ient te maken, Toen hij mei zijn vin J-gen ! red e.en paar stia en ha. l do i;_re;o >pen. geheel in b,-'s'ag genomen door zijn gedachten, zoo dal hij ze' i's een paar i; eer niet oj -merkte, dat l '.ij gegroet \\erd. i iet' hij pb >lsel ing zonde!' ! eigenlijke reden het hoof' i op en keek om. i liat was irehecl lou'en zij n gow't onto, maar h'j bad een gevoel, al-of l.ij liet moe-t doen. Zijn blik trof niets bijzon. Iers. dticli terwijl liii, verwonde' d over zichzelf, hot i.oofd ai . . xJeh af. np le-t trolloir aan di' ovcr/ijde. den vreemdeling. d'.e hei huis tegenover !.t-:n had t_'chu ird. Hij voe'de en \\ist dadelijk, dat niemand dan deze man bet geweest wa-, die . hem had g.-tixeerd. Hij wist liet dadelijk. h'H'W'i de vreemdeling i'U zijn l>!ik op den grond 'jevesti:;.! hield, ot' on v< r.-cbiiüg langs Wa* (-en i'are snuiter'1, daebt P,"rnard Vetter. Hij vond zijn patiënt zooids bij ', had \erwae'it, o'eel' tien niini'.en bij hem j en utin-j; toen we( r naar hiiis o'i'ii^. Ditmaal keek hij na eeniien i ij d oiizelli-iyk O'U. eu \\at hij /a/, \-eri'a,)sdi1 hem tenanwernood meer. u-.tig en in waanli>.;c bonding. l i e.) o] i het 11 ot to ir aa.i de o, e r., ij. l... on ^e\ e. r j twintig meter van hem ui', de vr..'enn!eling. Zou dat ook nu weer toevallig zijn, of wat. wil die man andi-i s van mij'.'" vroeu-de dck!( r j /.iehzoli' af Het beste was. z'.eh maar heeCtiiaa! niet aan hem te storen. M uir !et:e.,dl:eid, Z'jti gi-.i 'eb t en u a ren ;ifge l H aaid naar het iitits .-rui de overzijde, naar den vre-'mdeüirj;. Hij herinnerde zich duidelijk. dat hè..-i :;i-toren iets stars in de oo^en van den laan u;\s opgevallen. Verstoord "ver zichzelf s.-bud.le b j hu hoofd, streek zich niet ile .band over het \ ooritool'd. al-'of hij iets op de vlucht \vildo jajvu.on wijdde zich toen gelioel en uitsbiilem! aan zijn z.ieUen. 's Avonds werd h'j als gewoonlijk herbaald'lijk W0:.".rcroepen. i l ij koek op straal lichter ?ii-1., m.iai- er wa- niemand ie zien. Dat gaf hem werkelijk een gevoel van veriiclitimj. l lij g'tim'aclito over zichz.olf. Torn bij zijn laat-te vi-itv L'ema:Ut had en het huis uitkuam. voei.ie hij belioi, ft e aan een sigaar. l lij -tak er dus een aan en wierp den n n ir brandouden lucifer zijdelings <>]> straat. Kn bij die )iewe^.iu^ zag hij hem don vroomj gedachten rustig te concentreer.-n. -Met een ! vluchtige!! zijd'.'liiigsc'ien blik ovei-tuigde hij ziel: herhaaldelijk ervan, dat de vreemdeling i l ook veider prcciesdi'llzelfden weg volgde als hij | deed. llij/eideldt ziehzelf.dai dit eigenlijk niets was om zich over te verwonderen. Zij woonden dags. op -jet irotloir iutn de overzijde \an de straat. De sigaar smaakte den dokter niet meer. i tij ging verder. Maar hij ;ji;ig niet naar huis. i l ij wilde nu toch werkelijk eens v. s;st-,.;lt,n of dit een qme'stie ^vas \'an een bijna ondenkbare toevalligheid <?! van op:et. i l ij koos dus ((.u oniwe:_r. die ir-m door verscheiden straten voer ie. Maar steeds met de eenig-zins automatische bewegingen l'ep de vreemdeling eveneens al die straten door steeds op het trottoir aan de over zijde, steeds op e?n vrij grooten afstand, met de palmtakken tegemoet gegaan onder het Hosanna-geroep. Op een Zondag stond Jezus op uit den dood. Op een Zondag voer Maria ten hemel en op een Zondag zal de Verlosser komen om levenden eu dooden op te wekken. Is de Zondag dus niet voor dg Christelijke keik en daardoor voor de geheele Christe lijke maatschappij een hoogst gewichtige dag? Doch de Zondag moest daarom ook geëerd worden. En gedachtig aan het gebod : Zea dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de dag des Heeren, dan zult gij rusten", hield men werk op een Zondag aangevangen, bestemd tot onvrucht baarheid en mislukking. De spreekwijze : Een Zondagssteek duurt geen woek," of: Zondagswerk duurt maar n dag" kunnen van dat geloof getuigen. De Maandag daarentegen is mindtr be voorrecht. Van ouds stond de eerste werkdag der week weinig in eere bij hen, die een werk moesten beginnen. Daartoe werd niet bij voor keur de eerste dag der week uitgekezen. Of daarom vele werklieden geringer lust toonen hun werk aan te vangen we weten het niet. Het schijnt een algemeene kwaal to zijn, niet alleen hotrschende bij ons. Mandach machen", de oud-Duitsche uitdrukking, de nieuw-Duitsche zegswijze: ,,-ilauen Montag macheu", de Franeehe uitdrukking: faire Ie Lundi", zijn er do bewijzen van nevens on/.e Maandaghouders. Nog zijn er enkele streken in ons land, waar de landbouwer niet op Maandag met den oogst of eenig ander akkerwerk zal beginnen. Evenmin zal een huwelijk worden geslotpn, een reis worden aanvaard op den Maandag begonnen, kan geen arbeid duurzaam, vrucht dragend zijn. hi Brabant zegt men : Maandaatsche spoed, zelden goed.77 ] u Friesland : een Maandagsehe maan brengt zelden veel goeds aan" of ook wel: ecu Maandagsehe niiaii is een wilde maan." Ook bij de Joden gold de Maandag als niet gelukkig. Immers, in het Scheppings verhaal, ons in het boek (ienesis overgeleverd wordt bij eiken dag uitdrukkelijk herhaald : Ku de lieer zag dat het goed was". Alleen bij den Maandag mist men deze bijvoeging. Het volksgeloof was eertijds onwrikbaar vast geworteld, dal kinderen op een Maandag geboren, slechts zeer korlstondige vreugde aan hunne ouders bereidden. Of heksen en booze geesten hun macht op dien dag meer konden doen gelden, is onbekend. Maar wel is 't weer verwonderlijk, dat bij zeer vele volkeren het zaaien en planten- jtiist gaarne op dien dag wordt venichf. Afgaande op de waarneming in do praktijk, dal de maan bevi rdcrlijk is voor ontkïeininc; on groet, hecht men reeds aan den klank: j/i «ndag ecu goed'; voöi'bcteekcnis, De uitdrukking : een blauwe Maandag" is bekend. De afleiding er van niet. Men meent er den Maand.ig vóór het begin der vasten onder te moeten verstaan, als in de kerk de beelden, het altaar, de doopvont en de kansel met, blauwe doeken werden behangen. Dr. Stoelt (in zijn bekend werk over spreekwoorden enz.) meent dit terecht te moeten betwijfelen. Trouwens de doeken zijn niet blutitv, maar purper of paars. I!ilder.lijk die op veel onverkl.iarbaars raad wist, althans ruid :ocht en gaf. gist dat blau.v" bier in verband staat niet blauwen '?shian) en verklaart den uitdrukking als t gebrok.'H Maandag", (ieloove wie het wil.' oneerbiedig tegenover de godheid, rechtvaar dig rechtsprekend dat is zijn vo :abularium. Doch bet volksgeloof gal' uitbreid.ng aan dit terrein van profe'.iën. Worden niet personen, aan wie alles gelukt, aan wie i-.lles meeloopt Zondagskindoron" genoemd? Het oude volksgeloof hield ben, die op een Zondag geboren waren, voorbe stemd om recht gelukkig ie zijn. Voor hoevelen die geboortedag eivji geluk meebracht, werd niet ophemel kt. Maar, deed bet toeval uitkomen, dat iemand, door de, fortuin be gunstig J, op een Zondag geboren wa.-'. dan had deze daaraan schuld. !>p een Zondag heelïde Ma igd Maiia de begroeiing Y.\II den Kngol Gabricl (>nt vangen. tip e,m immers in dezelfde straat. Maar toch kon hij het zich niet uil het hoofd zetten. Kn voor ;.i;n huisdeur wachtte hij opzettelijk een oogenhlik, om don vreemdeling nanv, keuriger in oogensL-hoiiw te ktinnui nemen, 11 ij stelde va-t. dat het een man \\iis van onbepaalden leeftijd. Hij was lang van gestalte on had een zeer kiein hoofd, dat voel van een vogel kop had en er jonger uitzag, dan de witte snor vermoeden deed. Hij droeu: oen siijve zwarte das en zwarte glacéhtind-vhoonon. Hij liep ecu weinig vooro/or geboden, met een l i_'s -;i ns iiniomalischo bewegingen: daarbij mot groote. blijkbaar onverstoorbare kalmte. De wachtkamer was al vol. on I'.ornhard Vetter b "_'o;i dadelijk ne-l -zijn bezoekers. Maar terwijl bij den oorsten patiënt itvroog e;i hem /ijii iijilonsgesehi.>denis liet vertellen, betrapte hij zichzelf plotseiii lette 40 cents per regel. imiiiitiiiiHHiiiniitiMMiiiimuntiilMimilttmmiiimnimmiitiMmiilill i steeds nu t kalme onvers'c.hi'i'lig'tioid on schijnI baar zonder op den dokter te lettui, i Het begon Bernhard Vette;- nu toch al to bout te worden. Kou zonderling gevoel van ' onrust begon in hem op te komen. Wat beteekendo dat tocli ? Wat v.ilde die man van hem? Waarom vervolgde hij hem? Ken ooi_'enbbk dacht bij erover, regelrecht naar hem toe te i:aan en hem naar zijn bedoeling J te vragen. Maar hij besloot voorloop!_' nog maii' eens af te \vaehten. wierp -zijn sigaar i w.-_' en snelde, zonder verder op zijn trawant i te ielton, naar hui-. j liet gedrag van den dokter viel don vol! genden da^ zijn jonge vrouw op. Hij kwam \roogor 'hm L'CWOO; lijk thuis om te eten ui bladerde zichtbaar vcr-trooid een \aktiidI schrift door. Xa een poosje wierp hij bot ter ! zijde 011 bleef zii ten zonder iets uit te voeren, maai' a's gek.veid d >or intierlijke oiuu-t. Zij , liep hoon eu weer om de laatste toeberei.lselen voor het Miidda^maal te maken, doch wierp oiidortussehen herliaaldolijk oen ver baas Ion blik op baar mair Is er iets, dat je hin<iorl?" vroog zij na j oo;ii_'en lijd. (iidi Wel neen." ant wo >rd !e hij. ..()f vi-ang je dat soms, omdat ik eens een oogenblikje : s'il zit? Me dunkt. dat. ik te,-h wel eens een bei'je mag uitrusten?'' God ja. natuurlijk.1'' antwoordde /ij ver schrikt. ,,/,oo meende ik bet volstrekt niet. Je moest liever eens een poo-jo hoolemaal rus! nemen. Iemand die zóó werkt moot wel zenuwachtig worden." Hij haalde de schouders op on nam het tijd-clirift w< er ter hand. Aan het mi'Hasimaal lioerschte een drukkende stilte. De geprik kelde ste.-nmmj1 van den doktor ontnam zijn wouw alle lust een gesprek aan te knoonen. Zij dtiifde niet eens erop aandringen, dat hij wat meer at. Hoe heet die ven' eigenlijk?" vroeg bij plotseling. Och, do -nieuwe huurder natuurlijk!'' voegde bij er'oij, toen zij hem aankeek zon der zijn vraag te begrijpen. Zij wisl bet niet. ..Kigenlijk kan hot mij ook n'ols schelen," zoide hij, (WonJt 1-erKfl'jd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl