De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 9 juli pagina 3

9 juli 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Na 1463 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Vc'en wat Wils, practische wenken door A. C. VAN MANDEN, in samenwerking met ELISE A. HAIGHTON. Naiml. Venu. Drukkerij Trio", den Haag. Prijs ?1.00. De beide namen, onder wier patronaat dit boekje wordt ingeleid, hebben te goeden klank, dan dat men het niet zoude opslaan in de stellige verwachting iets zeer goeds te vinden; en wie dat doet, zal in die ver wachting zeker niet worden teleurgesteld. De hier gegeven wenken zijn inderdaad uiterst praetüch en in nauwe aansluiting met de nieuwe vormen, die het huishoud.vezen begint aan te nemen, met de? hoogere, strengere, meer beredeneerde eischen, welke men gaat stellen aan haar, die het schooue vak der huishoudkunde wil beoefenen. Want voorbij is de tijd, (al moge hier en daar een enke ling nog aan de verouderde opvattingen vast houden), waarin men meende, ja vaor onomstootelijke waarheid hield, dat iedere vrouw is eene geboren huishoudster, van nature toegerust met al die uitënloopende, veeleoorlige bekwaamheden, die voor een goed huisbeetier zgn vereischt. Maar juist omdat die kennis werd geacht van nature het eigendom der vrouw te zijn, een kennis, die, naar men meende, werJ verworven 'zonder inspanning of studie, was zij ook weinig in tel; het minst ontwikkelde mei-je, het meest trage van geest en verstand, heette altijd nog goed genoeg om aan het hoofd een. r huishoud'ng te staan. Thans echter be->eft men, dat voor het vak der huishoudkunde, zoo goed als voor ieder ander, opleiding, vakopleiding, onmisbiar is : dat kennis der wellen van chemie, van hy giëne, van fysiologie geen aangeboren goed is, voor hel meisje al evenmin als voor den jon gen. Vakscholen, huishoudscholen, kookcursusson verrijzen a'lerwege in tal van vormen en het onderwijzend personeel, dat beschik baar is, blijkt telkens onvoldoende voorden stroom van leerlingen, die zich aanmelden. Want niet alleen bekwaamheid in de tech nische werkzaamheden voor het goede be stuur eei;er huishouding vereischt, de bedre venheid in koken, waschbehandeling, onder houd van meubelen, \vojdt nagestreefd, ook voor de ethische beteckenis van het huishoudvak, om het zoo eens te noemen, heeft men een diep gevoel. Xiet, dat die niet altijd is erker.d, of dat men ooit of immer zoude hebben ontkend, dat do welvaart, de bloui, de toekomst van het gezin ten minste voor de helft berust in de hand der huismoeder. Maar beter dan vroeger beseft men thans, dal men zoo hooge roeping, zoo ernstige taak niet mag aanvaarden onvoorbereid en onbekwaam, dat ook bij dit vak eengezette leertijd aan de eigenlyke uitoefening moet voor afgaan. Onze samenleving heeft zich trouwens onder de steeds strengere doorvoering van coöperatie en werkverdeeling zoodanig en zoo snel vervormd, dat de werkmethode van een vorig geslacht voor het tegenwoordige on bruikbaar is geworden. Woning en berg ruimte laten althans in de groote steden geene gelegenheid meer voor inmaak of natte wasch. Menigeen, met de oude wijze van waschbehandeling veitrouwd, weet bovendien maar al te goed, dat zij met den besten wil, met de meeste zorg, op de oude, beproefde huismangels een servet niet zoo glad en glan zig kau mangö'en als de s'oommargels inde machinale waschinrich'ingen het doen. Wat was eigen inmaak vaak behelperig vergele ken met de producten onzer groole conservenfabrieken. Het is eigenlijk zoo begrijpe lijk, dat menig jong meisje, van school thuis gekomen en eenigszins bekend met wat de groot-industrie leveren kan, geenen vrede heeft, met het verlichten van allerlei huiswerkjes, volgehouden minder nog uit over leg dan wel uit traditie en sleur, en waarbij de daaraan besteedde inspanning en tijd allerminst in verhouding staan tot het be reikte resultaat. Toch is het niet waar, dat daarmede het vak der huishoidkuude in de algemeene IHIIlmlMIIIIHIMIttlMIIIIIHI UI-T DE NATUUR CXI. Een uurtje in de barre zon. Door lage beuken on eiken slingert een zand pad dwars van den Iluizerweg naar 't Noorden toe. De eikestruiken, dof donkergroen, hebben aan do zijscheuten overal nieuw loof, glan zend rood met teere groene aderen; do beukenb aren aan de zouzij g'anzen en hun teer St. Janslot is rossig, lij u en donzig als kindorwangen. Tusschen do wuivende groene muren, aan hun voel bespikkeld met geel van St. Jans kruid en wit van bleeko hennepnetels, rust, stemmig grijs met bruin het zandig pad ; het breede wa^enspoor zwenkt met do kanten mee, diepe voren, in do schaduw als donkere rails; in de volle zon zijn't twee droge grep pels met steil opstaande kanten. 't Is een snikheete Julimorgen, maar hier is 't, al naar ge het blieft, koel of heet, tien pas dichter bij of verder af. Waar de morgenwind het pad doorspuit dat a1 Ie bladeren ri'selen, is hot zand nog vochtig en donker, het tjras nog nat van dauw ; daar zingen de grasmusschen tegen elkaar dat het weer zoo'n echte zomordag is net als gisteren; daar sluipen de jonge naclr.egaals door de struiken, daar piept en tjilpt het omhoog f n omlaag; allemaal van dat donzig jong goedje, «lat steeds honger hooft. Daar stoppen we onze fietsen weg. Ken graaf wesp met prooi. Op de bocht van het zandig pad in de luwte is het bladstil en smyorheet ; het is een oven en als glas glins'ert er het witgestoofdo zand. Daar duikelen witte, gele, roode, blauwe en bonte vlinders om elkaar, daar is het een voortdurend gonzen van hommels on bijen, die door smachtende hcnnip-netels niet open mond en armen worden ontvangen. Daar gaan we liggen. zonder jas of boord. Er schieten over den witten bodem zwart met gele flikkeringen voort, in kronkelbochten; nu bliksemsnel dat hot oog moe wordt van 't volgen, dan langschatting aan waarde zou hebben verloren. Het arbeidsveld der huismoeder is nog altijd, wat het de eeuwen door is geweest, ruim en wijd, onafzienbaar zelfs. Als opvoedster Ireedt de huisvrouw op, als verzorgsier der gezond heid van de leden van haar gezin; zij be vordert den finantieelen welstand, zij is het middelpunt van gezelligen onderlingen om gang en die verschillende bemoeiingen zullen zeker op de meest vruchtbare wijze door haar worden behartigd, als zij rekening houdt met de ontwikkeling van het maatschappelijk loven. Juist in dit opzicht : de toepassing van hel theoretisch beoefende op scholen en cur sussen iu het werkelijke leven, is hot mooie boekje van de dames van Manden en Haighton zoo uiterst leerrijk. Een paar voorbeelden om dit aan te toonen. Gelijk de inhoudsopgave ons dadelijk doet zien, is de hier behandelde stof verdeeld in de volgende hoofdstukken: de woning ; wen ken over het beheer eener huishouding; verwarming en ' verlichting; kleeding; ge zondheidsleer loegepast op de huishouding; huishoudelijke bezigheden; inkoop en bewa ren van levensmiddelen. De meeste dier hoofd stukken sluiten met eenige algemeone opmer kingen, waarvan wij tot staving van wat wij hierboven schreven, het een en ander willen aanhalen. Allereerst wat er staat op pa,'. 13 over de overeenstemming tusschen inkomsten en uitgaven en in verband daarmede de op merking, dat aan iederon gang naar de trouw kamer het maken eensr huishoudbegrooting moest voorafgaan, en nimmer moest worden verzuimd, vooral bij beperkte inkomons, oui op die begrooting een post uit te trekken voor do verzekering van liet leven van het gezinshoofd. Onze grootmoeders hielden d-iar geen rekening mede, zij behoefden enkel bedacht te zijn op sparen, van dubbeltjes tot guldens en van guldens tot rijksdaalders; maar het beleggen der spaarpenningen is thans zoo veilig en zoo voordeelig niet alleen door do spaarbanken maar ook d >or do levens verzekeringen met losse premie, dat, verklaren de schrijfsters met volle recht, or eigenlijk niemand meer moest wo'.en, geen man en g,)ene vrouw, die niet vroeg begon mot zich zelf te beschutten legon gebrek op den ouden dag. Als dat geschied 'o, voegen zij er aan toe, wat zoude het levenspeil dan stijgen, niets toch werkt verwoestender dan goldzorg. Hoe ziekenfondsen juist voor kleine beurzen onmisbaar zijn om bij ziekte te worden bewaard voor financieelon ondergang wordt dan vorder ook nog duidelijk door haar uileengezer. Grooto indruk wordt in dit boekje gelogd op den plicht der huisvrouw orn do gezel ligheid in den huiselijkon kring te bevorderen en op het feit, dat do huismoeder bij orde, stiptheid en goede werkverdeeling; niet be hoeft overstelpt te wezen met bezigheden, en dit ook niet mag zijn. Haar hoofdtaak is besturen; ten minste in gezinnen met n of meer ondergeschikten. Het vrouwelijk gezinshoofd, dat hare roeping als opvoedster begrijpt, heet het op pag. 28, zal haren arbei l zoodanig verdeelen, dat zij rustig kan nederzitten op de tijden, dat do huiskamer de verzamelplaats is van allen en iedereen. Maar vóór dat het meisje huismoeder wordt, betoagen de schrijfsters mot heilige overtuiging, behoorde zij do, huwelijkswetten te kennen ; zij moüf. weten, vooraf weten, wat daaruit voor haar kan voortvloeien. Do moeders worden dan ook mai grojten ern4 gewaarschuwd, hare do;hters niet te laten huwen in gemeenschap van goederen, ook al mochten dezen in hare verliefdheid lederen voorbehoedmaatregel eon bewijs van mis kenning achten. Trouwens de man, die zich zelven eerlijk weet, ga in de schrijfsters voort, zal voorzeker geen bezwaar maken togen huwelijksvoorwaarden; maar wantrouw hem, die het wel doet. (pag. 25.) Op pag. 29, waar de taak der vrouw als opvoedster wordt behandeld, volgt dau een warm pleidooi om do vakopleiding der meisjes toch nirit minder te behartigen Jan die der jongens. Bij de besprdkiiij; van hot huren zaam als in gedachten zweven /e een hand breed boven den grond Hier staat er oen stil iu de lucht boven een gaatje, een pijpje in 't zand, alsof zoo oven een speelsch kind met zijn griJl'el in 't pad had gestoken, 't Diertje weet niet dat zes menschenoogon op hom staren, met inspanning turen naar zijn kop, zoeken naar een zilveren band op zijn bek, tellen do fel gele banden van zijn wespen! ij f. Een behangersbij met een stukje berkeblad. Crabro" fluistert eon van ons, niet noodig te vangen. Waarom gaat hij zijn kuiltje niet in? Waarom zweeft het dier in lijnen van moder nen stijl om het zwarte gaatje iu den witten grond? Kijk eens. op een voet afstand volgt hem, als oen schaduw, een gratrv vliegje. Vol verbazing staar ik het aan. al zie ik 't nu voor den tien ion keer, hoe dat vliegje wanhopig jui-t dezelfde banen in de lucht oeschi ijft als de graaf vvesp; als door een magneet of andere geheime kracht zijn beide, wesp en viieg, n. De wesp heeft iets in do pooten, oen vlieg, dio hij oen verlam iienden angelsteek heeft gegeven; nu zal hij die bij de drie andere voegen onder iu 't diepe kuiltje, en op oen van de levende lijken in dat graf zal hij een eitje leggen. Van de goparalysoerde vliegen looft en groeit nog de jonge we-penlarve, als de moeder reeds lang dood en ?vergaan is. Nog zwerft de zwaar beladen wesp om i lokkend kuiltje; met sneue rukken en onver wachte novenkringen kruist 70 op en neer, onafscheidelijk volgt het grauwe noodlot van de wesp de rondo bochten en zigzaglijnen en laat zich niet misleiden. Eindelijk stort do wesp op 't zand bij 't kuiltje neer en verdwijnt in do open schacht, nu daalt ook de kleine grauw gestreepte vlieg. on wacht en wacht onverbiddelijk, het heele lichaam gelicht op de pijp. waarin do graafwesp ver hveen. De wesp duikt op, hij schar relt wat in 't zan l, viiegt heen en, zoo snel van het personeel wordt niet vergeten te wijzen op de nieuwe arbeidswet, waaronder thans ook de huisbedienden vallen, eii waarby werkgever en werkgeefster worden verplich de in dienst genoinenon bij ziekte niet alleen het volle loon te blijven uitbetalen, maar hen ook gedurende een zeker aantal weken te verplegen en de kosten op zicli te nemen. Naar aanleiding volgt dan de goedo, prac tische raad aan wie hot geld niet voor hot grabbelen hooft, om met de te huren dienst bode eorie afspraak to maken aangaande hot lid worden van een 'Jekenfonds. Practisch en begrijpelijk in hooge mate zijn de beschouwingen over voeding en klee ding; menschkundig die over het toilet, de mode, do kleerkast, 0011 blik in welke laats'te, naar hier wordt beweerd, voldoende is om een oordeel te vormen over de bozitster. Dat reinheid tot in het pijnlijke moot worden betracht op eene wijze, waarvan on^e groot moeders niet hare onkunde van wat dt studie van bacillen en microben ons omtrent de ge varen van infectie heeft geleerd, geen voor stelling haddon of konden bobben, wordt op tal van bladzijden aangetoond. Beknopt en duidelijk zijn do wenken voor de verzorging vaii hot jonge kind, voor do karaktervorming van het schoolkind, waarop juist de moeder in do vrije uren, die het schoolleven overlaat, zoo overwegenden invloed kan oefenen, indien zij zorgt do vertrouwde te blijven van haar kiud. Zeer bahartigenswaard zijn de opmer kingen over het vereenvoudigen van djn huisarbeid, waaraan de huisvrouw voel kan doen en wie redelijk denkt, zal er steeds op uit zijn, haar werk goed te doen in den korut mogelijken tijd. Wat er op pag. 10") wordt gezegd over coöperatie mag wel ernstig worden overwogen door alleen staand ! vrou wen, die mot bekrompen middelen bij voel ontbering nog juist rond kunnen komen ; en waarlijk niet minder doo rgezinnen, waar van or drie, vier of mei r onder n dak wonen en waar, zeggen do schrijfsters, terwijl op iederen halven cent dient gelet, verschei den malen per dag op drie, vier plaatsen wat water tot koken worden gebracht voor eon kopje thee of koffie en waar in drie of vier keukentjes n potje wordt bereid, terwijl ne plaats daartoe voldoende zoude wezen on zelfs betere resultaten leveren met betrekking tot onkosten on tijd. Moest ook do waschtobhe in dergelijke woningen niet plaats maken voor een deugdelijke wasctimacliino, waarvan hot gebruik op coöpera tieven grondslag werd goregeld ? Wie beseft, zoo besluiten do schrijfsters haar voor t rel lol ij k werkje, dat velen zich mogen aanschaften om don inhoud er van to overdenken ten zegen van haar zei veen van ha ir gezin, wie beseft, dat hot oneindig heelal niets anders is dan eene samenvoeging van ondeelbare deeltjes, van atomen, dio zal een diepon indruk mot zich omdragen van de beteekenis van het kleine. Welnu, het gezin is als een heelal in miniatuur. Zijn bestaan, althans zijn welzijn, is gemeenlijk afhankelijk van niets anders dan kleinigheden. Mïiar dat men, gaan do dames van Manden en Haighton voort, het oog toch niet vorlieze op het verschil tusschen groot en klein ton gunste van hot kleine. Want zou het groote er al niet wezen als er geen partikels beston den : aan een atoom op zich zelfheeft men ?niets. Do vrouw in liet algemeen, doordien zij zoo veelvuldig kleinigheden heeft te be rechten, vertoont maar al te dikwijls nei ging zich blind to staren op nietigheden. Dat wij alzoo, de veelom /attende hateokenis van hot kleiiio erkennen lo, de meerderwaar digheid van hot groote i u '.ion ; en het groote nastreven, voor zoover onze levensweg er toe leidt of or toe leiden kan. JOIIAXXA W. A. NAHKK. voor VronwcntaecliL De afdeeling Amsterdam der Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht hield op Donderdag 2üJuni een huishoudelijke vergadering, waarin dat de oogen het vliegje nauwelijks kunnen volgen, stort zich de parasiet i u de pa* v ei lat en gang. Geen tien tellen later is hot diertje or weer boven en wandelt langhaam heen. Zijn taak is volbracht, zijn kind zal leven van de voorraad door de wesp verzameld, uit het vliegengraf zal een parasietvlieg opstijgen, geen graafwesp met zilveren bovenlip en zwa velgele ringen. Het is bijna twaalf uur, de zonnestralen slaan als heeto pijlen in don grond, het hoele slingerpad gloeir, en het zand, uu overal wit, kaatst de stralen terug tegen de bloemen aan zijn rand ; die laren hun bladeren han gen, /.e gnan hun middagslaapje doen ; 't is al te, warm. Wij houden 't nog even uit. Met een lange grasspriet peilen wij het wespen^aalje, het is ruim twee decimeter diep. Met overleg en geduld graven wij met liet trotl'elvormig ! plantenschepje zorgvuldig om't kuiltje hoen; i hoe dichter bij do grasspriet, die wij in do | schacht hebben laten steken, hoe voorzichler; eindelijk is de bodem van de mijn, die de wesp heeft gegraven, bereikt; daar liggen vier mooie glanzend groene vliegen, zo trekken zoo nu en dan nog met een poot, op twee er van is een eitje gehecht: n als een speldeknop. geel en langwerpig en n rond en heel klein, alleen niet deloupe te zien. Alles bijeen: lovende dooden, nieuw leven en de onuutkombare doed er al weer bij. Wij staan op, maar bij 't terugkeeren naar door de presidente verslag werd uitgebracht aangaande de actie in de jongste verkiezings campagne gevoerd. De werkzaamheden,daartoe door het afdeelingsbestuur in samenwerking met een comitévan bijstand verricht, be stonden allereerst in het doen van huis bezoek, vooraf aangekondigd door een schrijven met begeleidende kaart, die de mogelijkheid aan de hand gaf om den wensch te kennen te geven, dat men het bezoek niet begeerde te ontvangen. Omtrent 2<)00 exemplaren dezer circulaire met kaart werden verspreid. Het beperkt aantal werkende leden liet niet toe de/,e zaak op groote schaal te drijven, in groepjes werden de vergaderingen der ver schillende kiesvereenigingen bezocht om met de sprekers te debatteeren of hun vragen lo stellen, wanneer men tenminste toegang kon krijgen tot die vergaderingen, wat althans bij die der kerkelijke partijen vaak moeilijk, soms onmogelijk was. De spreeksters der vereeniging, opkomend voor het goed recht der vrouw op staatkundige gelijkstelling met den man, ondervonden over het algemeen veel welwillendheid en sympathie bij het publiek. Meermalen bleek een candidaat, die dien eisch wilde afwijzen of wegpraten in tegenspraak te zijn met de gevoelens zijner hoorde; s. Aan alle :U rnndidaten in de Amsterdamsche districten werden vragen gesteld om liet door hen ingenomen standpunt tegenover de vnmwenkiesrecht-quaestie te leeren ken nen. Van 14 eandi laten kwamen antwoorden in. Actieven steun werd verleend aan 4 candidiiten, waarvan n, mr. W II. de Beaufort, in eerste .stemming is gekojen. Voor het beginsel van vrouwenkiesrecht in liet algemeen is bovendien gewerkt door het verspreiden van propagandalitteratv.ur, het dragen van liet insigne, het doen aan plakken van een honderdtal groote aanplak biljetten en het uitreiken van circa 14000 manifesten op vergaderingen, in het Vondel park, aan het, Coneertgebou-v, aan Artis, aan ie Beurs, bij het uitgaan der fabrieken en werkplaatsen, aan de Kijkswerf. aan de Gast huizen. Dit is misschien wel het d mkbaarste en het vruchtbaarste werk geweest. Levendig werd betreurd, dat niet meer leden der vereeniging, ware het s'erhts voor enkele uren, zich hiervoor beschikbaar hadden gesteld. Ken rondschrijven aan de leden om morrelen en linant ioelen steun bracht veel bij tot stijving der l as en van eoii vriendelijke mannenban l ontving liet be-tuur ten behoeve zijner werkzaumh'xlen eene mooie kaart van Amsterdam mot de veid 'elingju kiesdistricten. Jon ANNA W. A. NAÜKK. ,V.r. der Afd. l'rnix in /</?;'/;*< * Wltulimir Bnrlutinsli. Lu j'i'innn'. <t'au/iiitnr/ini. I'rins Wladimir Bariatinski diende als lui tenant bij di: keizerüjk-Russisehe garde. Hij viel bij het hof' in ongenade door zijn echtverbintenis met du taU'i.tvolle, fatsoenlijke, Pool-'che actrice, IJdia Zavorskaja. Bij zijne beminnelijke eehtg-noote vond hij een schat van liefde en toewijding, die hem troostte over de geringschatting, het echtpaar onverholen beloond. Wladimir Bariatinski deed in Rusland wat Alfred' Sutro in Engeland in zijn jonasten tooneelarbeid : IK: muren van Jericho" deed. Beide dramaturgen geeselen de verdorven heid der aanzienlijke klingen. Eugeland's Smart Set" werd doo" Sutro op de kaak ge steld. Prins Bariatinski schrei i' toonoeUtukken waarin de Rnssi.-ehe adel en de bun aucratie uit het (Varemijk getuchtigd worden. Herhaaldelijk verbood do censuur de opvoe ring van Baria; iiiski's werken. Hij veilooi den moed niet en zijn laatste stuk: Oe Levensdans" heeft nu reeds de KiOste opvoe ring beleefd en trekt nog stteds volle zalen. liet eenmaal door b'and vernietigde Nieuwe theater aan het Moïka-kanaal te St. Peters burg, werd door prins Bariatinski weer opgebouwd en he.t wordt nu door hom en zijne vrouw geëxploiteerd. Het echtpaar Bariatinski geeft aan hun geheele gezelschap een voorbeeld van arbeidzaamheid, orde en tucht. Zij brengen soms heele dagen in hu u theater door, onverpoosd bozig met de lezing van nieuwe stukken, repetities, tooneelschikking, lettend op decoratie schilderin /. vervaardiging van kostuums, proeven nemend met licht-ett'ekten. Geheel en al zooals do onvermoeide Sarah Bernhardt de belangen van haar theater behartigt Bariatinski zei onlangs lachend tot een reporter : 1-Vitelijk, doen wij alles in ons theater behalvt slapen.'' Prinsts Bariatinski, Lidia Zavorskaja, zooah zij nog steeds in Rusland genoemd wordt, is een intelligente, beschaafde, geestige com dieune. De foyer van het Bariatinski-theater is ingericht met al het vertoon van Russische weelde en grootheid. De pauseerendo schouw burgbezoekers, die naar den foyer gaan wandelen door een smaakvolle en gezellig) enülade van salons. De buffetten, voorzien van allerlei exquise versnaperingen en ververschingen, worden omstuwd door in livroi gestoken dienaren, uie de honneurs waar nemen. Wladimir Bariatinski heeft deze salons voor het publiek ingericht als een raout" ten paleize. * * * Het is ondoenlijk kennis te nemen va:i don inhoud der taüooze binnen- en buitenlandsehe week- en maandbladen. De \~onk, onder redactie van Marie Met;> Koning en Top S'aeff, mocht niet tot een vuurtje opvlammen. Na een kort maar krach tig bestaan van slechts 7 weken, doofde J)<: Vonk onder de asch. Aan La femme d'aujourd'hui", liet geïl lustreerde Fransche maandblad, is allicht oen gunstiger lot beschoren. La femme d'aujourd'hui" is, krachtens. haar geboorte-akte nog een baby. Ken praclitbaby van twoo jaar, die alle wiegen-kwaalljes reeds achter zicli hooft en ontluikt tol frisch. kiachtig leven. De inhoud van elk nummer is aantrekkelijk door vlotte, afgeronde ar tikelen. De hodendaagsche vrouw. la femme d'aujourd'hui, prat op actualiteit, i.s dit in ruime mate. De inhoud der 24ste aflevering, het Juninummer van dit jair, bevat o. a.: Do vrou welijke omgeving van Wilhelm 11". Naar aanleiding d :r Whistier Tentoon stelling en van hot Logaat-Stillinan. A'iierikaausche ar listen te Parijs." De moderne harem." ..A travers la mode." De opvoeding van een koning, Alfonsm XIII van Spanje.'" Keu vrouwelijke componiste." Van dio componiste (Armande do Polignacj een muziekstuk, eindelijk een compleete, uit hot Engelsen vertaalde roman; <V»v>«/'</mr. Wat zou men mér kunnen verlangen '! CAPRICE. Aardlez'-ïn met f;el,-l(i/,te room. Rijpe, geu-igo aardbeziön wasschen en goed laten uitlekken, daarna in kristallen schotel stapelen, telkens \\at grove. wiUe suiker strooiend tus.-eheii de vruchten. Bedekken met een laag stijfgeklop e slagroom. Presenteeren met vanille biscuits. (fnonti' umaïrlt'le» a l'Amfr'i'/iini'. Laat eer>t. in den oven bakken en daarna braden iu boter waarbij I kruidnagel, een weinig safraan, gember en piment is toegevoegd, zoete, ge pelde amandelen. Los een weinig Arabische gom op in volume water evenredig aan do gom. Bevochtig met deze oplossing do uit gelokte en ai ,'ekoeide amandelen Bestrooi ze met lijn zout. Laat droogen. (Recept uit de Juni-alleveiing van Lu fniurti' </'«/y'ou)W/,«<'.) Nestjes van een behangersbij. Hoe wij de lietson valt van ons allen tegelijk het oog, gewend nu aan 't speuien, op veel grootere gaatjes, openingen van schachten, waterpas j gegraven in den steilen wand van het wagenspoor. En meteen zien wij een groote grauwe bij met iets groens, gruolerdau hij zelf. verdwij nen in de zwarte kuil. We liggen er al weer hij. Een pas verder komt er weer een thuis, hij draagt een stukje blad dubbel gevouwen tusschen de poolen. Dat zijn behangersbijon : zij tapisseeren do kuilen met langwerpige, keurig uitgesneden, stukjes berkeblad. I let uitgraven i gaat hier gemakkelijk, want de gang is on- i diep. liet eene nestje, is pas begonnen werk: | twee enkele groene zijwanden, los verhoeden. Het andere is al bijna klaar, want na n minuut is de behanger terug met ef-n rond knipsellje, zoo groot als een dubbeltje: dat j is liet bekende sluitstuk. j Do bij vliegt weg om een tweedo of derde te snijden uit do be,rk aan 't eind van liet pad, in oen oogenblik hebben wij 't keurig nestje uit don grond gelicht. Nu komt do gedachte op aan een experiment, aan het op do proef stelien van 't dier, op verstand of instinct: de eeuwige onoplosbare vraag. We schuiven do uitgegraven kuil dicht, leggen een handbreed verder het uitgegraven nest in het middenstuk van een lucifers ioosje, een groen eikeblad komt boven op 't groene rolletje te liggen, waar, in hokjes, eieren en voedsel voor zijn jongen door de graaf bij zijn bijeengebracht. Rondom planten wij snel een tuin van eiketakjes: het tooneel is vol komen veranderd. Daar komt de behanger terug mot een tweede sluitstuk in do poolen. we zien hem al >~an verre aankomen. Ont steltenis! Do wiog.de kinderen, de provisie, met zooveel moeite en zorg vergaard, weg. alles weg. Vier vijfmaal slaat hel arme beest op de goi d bekende plek neer. het sluitstuk houdt hij vast, probeert een kluitje te ver schuiven en wringt den kop in 't zand. 't Diertje is blijkbaar wanhopig en wij wreede menschen blijven kijken en experimeriteeron. Do bij kan 't niet terugvinden ; 'c is ook al te veel gevergd. We zullen 't nest maar weer verpTaatsen on uit hot doosjo leggen, noen, wacht even, hij gaat kringen beschrijven in den omtrek van zijn vroegere kuil, daar zweeft hij om het doosje, zonder ca oogenblik te bedenken valt hij er op n oer on . . . gaat voor onze oogen open en bloot aan 't, werk. Een half uur hebben 't diertje zien werken en zwoegen, een nieuwe cel bij de oude zien voegen, een ei leggen en voedsel halen, mot aandacht hot sluitstuk zien vastlijmen en toen. ja toen was de zucht tol experimeriteeren ons al weer Ie sterk. In oen kleine zwarte, kartonnen insectendoos stond nu't lucifersdoosje met het groene nest, on bedekte de vroegere mijn-chachf. Het diertje kwam terug, trachtte onder de doos door te graven, wat hem gelukte. on kwam terug mot hot groen blaadje nog altijd tussehen de poolen geklemd Maar zijn nest heeft hij niet kunnen terugvinden. Hoe d .vaas ook 0:11 't lo verwachten en naar zulke proefnemingen, te willen oonleelen over 't verstand van 't dier. \ erbeeld u eenzaam wonende vrouw, die haar kind in haar hutje een oogenblik verlaat om molk te halen in do buurt, en die bij haar terugkomst haar hutje niet terng/iet, maar op do plaats daarvan oen bosch vindt geplant en midden daarin oen reusachtig gebouw. Zal die in zoo'n toestand bedenken, dat haar kind daar wel eens boven op dio zwarte pyramiede kon liggen, onder bladeren verscholen? Een mensch zou immers in zoo'n geval plotseling stapel gek worden, en van oen behangersbijtje verwachtten wij. dat 't vernuftig en kalm genoeg zou zijn om al die hocus pocus te ontraadselen! 't Is nog de vraag wie do domste was, de mensch of do b!j. K. HI:IMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl