Historisch Archief 1877-1940
No. 1463
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ERNEST NEWTOV.
Het moderne landhuis.
II. (Slot).
De raad, door "William Morris zijnen
landslieden gegeven, -werd door hen im
groszen Ganzen" getrouwelij k opgevolgd:
Draagt er zorg voor dat de landhuizen
weervast, vriendelijk en huiselijk blijven
en, waar het moet, bouw daar nieuwe;
waarom echter zoudt ge bij den bouw
van zulke landhuizen de op z'n slechtst
uitgevoerde gebouwen in de leelijke
buitenwijken eener moderne stad tot
voorbeeld nemen ? Zelfs op het oogenblik
nog kan men, door degelijk en niet
opvallend te bouwen, door daarbij te
gebruiken goed materiaal dat zich op
natuurlijke wijze aanpast bij de streek,
waarin het gebruikt wordt, en door te
zorgen dat de bewoner voldoende speel
ruimte en tuin heeft, zoo goed als aan
doen aan de schoonheid van de land
streek of der daarin voorkomende oude
huizen. Ik hoop inderdaad dat de nieuwe
aktie in de bouwkunst eerder zal uitgaan
van dergelijke noodzakelijke, bescheiden
gebouwen, dan van de meer of minder
hoogvliegende proefnemingen met be
wuste stjjlbeoefening."
Er is in bijna alle landen eene krach
tige strooming waar te nemen, die, samen
gaand met het naar eenvoud en zakelijk
heid dringend streven, haar ideaal Van
landelijken bouwtrant bereikt acht in het
oude boerenhuis, en dit wil stellen tot
uitgangspunt van onzen modernen
landhuÏBbouw in het algemeen.
J. A. Lux noemt in zijn 1904 door
Anton Schroll & Co te Weenen uitge
geven studie Das moderne Landhaus,
ein Beitrag zur neuen Baukunst" een
titel die, 't zy aanstonds openhartig gezegd,
echter een te grooten en ruim denkbeeld
van het vrij oppervlakkige werk geeft
het boerenhuis het volkslied der
arehitektuur", welke karakteristiek zijn rang
en beteekenis in de bouwkunst eigen
aardig aanduidt.
Zijn vorm," aldus schrijft Lux, is
ouder dan het kunstbegrip. Lang vóór
er een bouwkunst was, waien de grond
slagen van het boerenhuis vastgesteld. De
wisseling der tijden en der stijlen kon
het niet wezenlijk veranderen.
Komaansche, gothische, barokke elementen zijn
hier en daar aan het uiterlijke waar
neembaar als dekoratieve bijvoegsels, die
echter op de konstruktie geen of weinig
invloed hebben. Aan het kerkelijke voor
beeld en aan den burchtbouw zijn deze
stijl-elementen ontleend, die bovendien
als het ware in het dialekt zijn overge
bracht. Maar de grondvorm, die tot de
oudste geschiedenis der menschheid terug
gaat, bleef tot den huidigen dag onaange
tast door de formules der kunstgeschie
denis en heeft zich als een organisch
samenstel in stand gehouden, dat gevormd
was door het leven en zijne behoeften
en ondanks zijn schijnbare willekeur en
regelloosheid een stuk levende bouwkunst
is. Want, nauwkeurig bezien, ontpoppen
zich de schijnbare willekeur en
regelloosheid weldra als strenge wetten, die uit
de natuur, het klimaat, het volk eu de
levensvoorwaarden der menschheid afge
leid worden. De bouwkunst heeft onder
de heerschappij der stijlen, parlementen,
banken enz. gebouwd, die er als
Grieksche tempels uitzien, bierbrouwerijen in
het karakter van barokke paleizen, mu
seums, die men voor kloosters houdt,
maar nooit is het voortgekomen, dat een
boerenhuis er als een renaissance-paleis
wilde uitzien. Een boerenhuis bleef een
Landhuis-ontwerp.
boerenhuis. En dat had geen bepaalden
akademischea stijl. De boersche bouw
kundige had tot zijn geluk nooit gele
genheid zich met iets dei gelijks bezig te
houden.Hij bekommerde zich alleen om de
als uit de aarde gegroeid, met den bodem
en het karakter van het landschap orga
nisch verbonden, als een lid dat uit het
geheel niet kan gemist worden. Op een
mooi effekt stuurde niemand aan. Dit
ontstond van zelf. Het is te zoeken in
de natuurlijkheid, die, streng genomen, de
hoogste doelmatigheid ia. En doelmatig
heid is eigenlijk de hoogste wet der bouw
kunst. Men was echter niet gewoon het
boerenhuis te beschouwen met betrekking
tot zijne bouwkundige eigenschappen."
De hier, te rooskleurig, geschetste toe
stand is, 't zij terloops opgemerkt, in
den laatsten tijd niet in zijn voordeel
veranderd. Bij een gang door onze dorpen
blijkt dat de boersche bouwkundige"
niet meer tevreden is met de, juist door
hun ongezochten eenvoud en zakelijkheid
zoo aantrekkelijke werken zijner voor
gangers. Hij laat de gelegenheid zelden
onbenut om, waar het maar even kan,
met behulp van naar prijs en kunstwaarde
al even goedkoope prenten van meestal
duitsche herkomst de bouwkunst"
desbewust, maar met droevig resultaat,
te beoefenen. Er heeft eene algemeene
uitwisseling van opvatting plaats. Ste
delingen beschouwen voor enkele gevallen
de boerenhuiskunst als het non-plus
ul tra van hedendaagsche schoonheid; het
platteland beijvert zich om de stad na
te volgen. Het eene is niet gevaarlijker
dan het ander. Uit de omstandigheid
dat het oude boerenhuis zoo nauw is
aangepast aan zijn doel, volgt dat het
als inspiratie voor een landhuis onzer
dagen slecht met groot beleid kan wor
den benut. De verscheidenheid van
krompen burgerdom met een schouder
ophalen te zijn ter zijde gesteld, nu plots
als lieblich und liebenswert" geroemd
wordt en gerekend zu dem schönsten
Besitzstand unserer Kultur". Nadat de
antieken waren geplunderd, en achter
eenvolgens aan de renaissance en de
18de eeuw was ontleend wat er bruik
baar in kon zijn, was de raad gegeven,
en opgevolgd, om de artistieke erfenis
onzer grootouders te aanvaarden. Tal
van als de modernsten gehuldigde bouw
en sierkunstenaars van Duitschland ziet
men in het begin der 20ste eeuw zich
bij voorkeur inspireeren op de laatste
uitloopers van het klassicisme en van
den empirestijl uit den aanvang der 19de.
Het afgebeelde specimen van
Engelsche bouwkunst is een werk van den
bekenden landhuis-ontwerper Ernest
Newton.
De Duitsche architectuur is vertegen
woordigd door de villa Lindenhof, dat
aan de Gasteiganlagen te M
nchenBogenhausen Prof. Max Littmann (van
de architecten-firma Heilmann en Litt
mann) voor zich liet bouwen, welk
landhuis met geraffineerde komfort en
beschaafde weelde is ingericht.
5. H. W. LELIMAN,
Architect.
Tentoonstelling Vincent Tan
Het verheugt mij een tentoonstelling van
Vincent van Gogh te kunnen aankondigen,
zoo uitgebreid als er, naar ik meen, nog geen
geweest is. Ze zal gehouden worden in het
Stedelijk Museum en geopend zijn van af
15 Juli a. s. De tentoonstelling heeft niet de
Prof. MAX LrmtAxx (München). ??Villa Lindenhof" te München. Bogenhausen.
behoeften, om de doelmatigheid waaraan
hij moest voldoen. De stijlloosheid was
inderdaad de eenige en ware stijl, welke
de natuur zelve voorschreef. Daarom
zien de boerenhuizen er zoo levend uit.
, - ., -""t'- tïl ~** * '*t*\ .t'<V*
Prof. JOSBPB HOFFMAJTN (Weenen). Hal van een Landhuis,
innerlijke eischen die ook het uit
wendig aanzien moet beheerschen wil al
thans niet de schoonheid de doelmatig
heid geweld aandoen welke aan het
een en aan het ander gesteld worden
is immers te groot.
Waar ook in ons land het verblijdende
verschijnsel valt waar te nemen dat de,
zij het ook langzame en nog verre van
algemeene stijging van het peil van smaak
en kunst zich openbaart in den bouw
en de inrichting der woningen, en daarbij
als gevolg van de exodus uit de groote
steden, de villabouw op den voorgrond
treedt, kan Das moderne Landhaus"
door de schat van voorbeelden die het
bevat, ongetwijfeld velen een goed geleide
bij hunne artistieke ontwikkeling bieden.
De bijgaande, niet door mij gekozen
afbeeldingen, wier klichós door den uit
gever van Das moderne Landhaus" ter
beschikking van Ih Amsterdammer
werden gesteld, zijn bij lange na niet de
beste specimen en geven voor
Hollandschen smaak van het werk geen bijster
verlokkenden indruk.
Het merkwaardigste zijn de beide af
beeldingen naar ontwerpen van Joseph
Hoffmann, hoogleeraar aan de
Kunstnijverheidsschool te Weenen en een der voor
gangers van de ultra-moderne richting in
de Oostenrijksche kunst, /ij zijn ontleend
aan een tweetal landhuizen ui t het villa
park Hohe Warte" bij Weenen, waarin
door professor Hoffmann een viertal villa's
werd gebouwd en ingericht. Zij verraden
eene zeer geraffineerde opvatting, een
stijl" van zeer exclusief karakter en, af
gescheiden van de vraag: mooi of
leelijk?, die ik hier geheel openlaat,
kan men hunne belangrijkheid als
dokument voor moderne opvatting erkennen.
Het voornaamste uiterlijke kenmerk van
hun stijl" is geleden in het stelselmatig
weglaten van schier alles, ook van het
onschuldigste, wat herinnert aan eenigen
bestaanden of bestaand hebbenden smaak;
in het onderdrukken van alle, en vooral van
de plastische versiering; over het alge
meen in eene uiterste vereenvoudiging der
vormen, gepaard met het reeds boven aan
geduide zoeken naar het ,,noch nie
dagewesene", waarvan dan met name de voor
werpen van kunstnijverheid getuigen. De
stijfheid der vormen maakt evenwel, on
danks het veelvuldige aanwenden van
kostbare materialen, een arinelijken, killen,
weinig-huiselijken indruk.
Waarschijnlijk stond den ontwerper
voor oogen de kunst van den
zoogenaamden Biedermeiertijd, d. i. ruim genomen
de eerste helft der voorgaande eeuw,
welke, na een menschealeeftijd achtereen
te zijn versleten voor onschoon en onartis
tiek, na als uiting van een stijf en
bepretentie van slechts het uitgelezene zijner wer
ken te bevat ten, maar ze zal geven met ongeveer
240 schilderijen en bijna evenveel teekeningen,
een breed overzicht op een kunstenaars
ontwikkeling, die in een zoo kort tijdsbestek
van circa 10 jaar zeker wel zonder weerga is.
Nemen wij aan dat deze verzameling misschien
nog niet het derde van Van Gogh's productie
uitmaakt, dan is al aanstonds verbijsterend
de getuigenis van zijn zwoegend werken. En
ook met zijn vroege werken uitBrabant en zijne
laatste uit Auvers-sur-Oize voor oogen, zal
het blijken, in welke groote bewegingen zyn
streven ageerde. Een rustelooze werker en
een vermetele in trachten, dit zal reeds ieder
dan erkennen. In hoever hij in de eerste
kwaliteit steunde op liefde voor al wat
hij schoons om zich heen zag, en in de tweede
op de waarachtigheid van een overtuiging,
dit moge den bezoekers van deze belangrijke
tentoonstelling duidelijk worden. Maar de
onbevattelijken zou ik toch bij hun weggaan
nog achterna willen roepen: ziet hier een
meiisch die schilder was. W. S.
* *
*
Bij de firma van Wisselingh & Co. zag ik
dezer dagen een schilderij van Breitner van
zeer jongen datum. Het is een gezicht op
een bouwterrein waarop mannen aan 't werk
zijn, een plek grond omsloten door de steile
vlakten van onttakelde huismuren, waar de
ontbloote kalklagen, de roetige schoorsteenen
alle rauwheden van die muurvlakten in hun
ontredderden staat, als een pêle-mêle van
grillige kleuren tot treffende kleurwaarden
werden verwerkt. Het is een zeer krachtig
en frisch schilderij, en er zijn partijtjes in
zoo delicaat, het geheel is hier en daar uit
gebloeid tot zoo kostelijke détails, dat het
verblijdend getuigenis geeft der nog durende
leefkracht van dit sterk en volop gezonde
schilderstalent. Want dat het zijne macht
nog lang onverbroken moge handhaven, een
macht in eerlijke daad?we mogen het waarlijk
wel wenschen in onzen tijd van veel
schijnbewegen en vaag tasten. W. S.
n» J. , BE GRiAFMlYPE
Ouden Engrwcg 18.