De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 16 juli pagina 1

16 juli 1905 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N'. 1461 DE AMSTERDAMMER A°. 1905. WEEK LAD YOOK NEDERLAND O :rx cL e r recLa.otie Dit nummer bevat een bijvoegsel. -va.*}. J". 3D E IK: O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, ir. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard dea Cayuciues tegenover het Graud Café, te Parijs. Zondag 16 Juli, Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer ? 0.20 Reclames per regel O.iO Annonces uit Duitscliland, Oostenrijk en Zw:tserland worden uitsluitend aangenomen door de firma IIUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen de^er firma. Be jirijs per regel ia 35 Piennig. INHOUD: VAN VEREE EN VAN NABIJ: De Crisis. Geen antwoord.?Goede dingen uit de Rotterdamsche haven, door X. FEUILLETON: Dévreemdeling, II. Naar het Duitsch, van Carl Busse. KUNST EN LETTEREN : Volks bibliotheken in het Buitenland, door B. Bymholt. Zomeruitvoeringen, door Ant. Averkamp. VOOR DAMES: Het leven in Noord-Anysrikaj door Tanio. Allerlei, do >r Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Jan Luyken, I, (met afb.), door W. Steenhoff. FINANCIEELE EN ©ECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. INGEZONDEN. DAMRUBRIEK. Bijgeloof, II, (slot). ADVERTENTIËN. iiiiiitiHiiMiiiittiMiifiuinmiiiiMitiiiiiitiMiimiiiiiu De Crisis. Moeilijk kon de politieke toestand ver warder zijn dan hij is. Een meerderheid te verdeeld, en te zwak in stemmencijfer, om met haar een Kabi net te vormen, dat uitzicht op vruchtbare werkzaamheid biedt. Een minderheid, welke, wijl zij minder heid is, onmogelijk de Regeering kan voortzetten, maar die, als meerderheid in de Eerste Kamer, de beslissing heeft over hetgeen de meerderheid in de Tweede Kamer tot stand gebracht wenscht te zien. En dit ia een tijdsgewricht, waarin een groot aantal financieele, economische en sociale hervormingen dringend noodig zijn; na een periode van godsdiensstrijd, gevoerd met het oog op het kerkelijk leven hier op aarde, en den hemel hier namaals, waaronder de hoogste stoffelijke belangen niet weinig zijn verwaarloosd. Wat zullen wij nu zien gebeuren ? Eenvoudig een voortzetting van den strijd van Links tegen Rechts, of, zoo men wil, van Rechts tegen Links. Bij alles wat geschiedt, zal in de politieke breinen de overweging zijnt$hoe krijgt Rechts met zijn Eerste Kamef Links met zijn Tweede Kamer er onder; hoe zal het Rechts gelukken, Links ten val te brengen door het tot onvruchtbaarheid te doemen; en, natuurlijk ook omgekeerd: wat kan Links nalaten te doen van het geen 's lands belang ten zeerste eischt, om Rechts geen vat op zich te geven. Na een strijd, zoo fel en vinnig ge voerd, als met de antithese van Kuyper het politieke vaderland in beroering heeft gebracht,en bij den fanatieken kant,welken zulk een anti theses trij d uit den aard der zaak aan beide zijden moet vertoonen, kan er bij de verhouding van 48 en 52 niets goeds worden verwacht, hoe men een Kabinet, zoogenaamd parlementair, of wel een Cabinet d'affaires, ook vorme. En zal ons arme vaderland, dat zoo noodig heeft de voorwaarde voor rustige ontwikkeling, ook nu verder weder wor den gewaagd aan nieuwe periodes van volstrekt gemis aan doortastenden wetgevenden arbeid? Het komt ons voor, dat de vaderlands liefde van Rechts en van Links, zoowel de eene als de andere zijde der Volksver tegenwoordiging behoort te doen uitzien naar een middel, om den zoo verwarden, den voor het welzijn van land en volk zoo gevaarlijken, toestand... te breken, althans te beproeven een uitweg te vinden uit het labyrinth, waarin alleen de poli tieke strevers zich welbehagelijk ge voelen. Indien ooit het opgenblik gunstig was, om zonder tijdverlies en schade aan de wetgeving te berokkenen, grondwetsher ziening aan de orde te stellen, dan zeker het huidige, dat ons, wordt er niet inge grepen, jaren van armzalig politiek ge tob voorspelt. Een grondwetsherziening, teneinde allereerst de ontbindbaarheid der Pro vinciale Staten, als politiek kiescollege, volgens wijlen den ouden beer Heems kerk in der tijd vergeten vast te stellen, opdat het bij een ernstigen politieken strijd, gelijk thans gevoerd is, niet mogelijk blijve, dat de Eerste Kamer jarenlang tegenover de meerderheid der kiezers staat. Een grondwetsherziening, opdat de voorstanders van kiesrechtuitbreiding, met de anti-revolutionairen die immers nog altijd het kiesrecht voor huislieden en daarmee gelijkgestelden recht achten, te samen een formule vinden, welke, een eind maakt aan de dwaze kieswet, waaronder wij thaus leven. Een grondwetsherziening, waarbij het beginsel van evenredige vertegenwoor diging wordt aanvaard, alzoo mede recht doende zoowel aan katholieken als aan socialisten, die door de wijze, waarop hun kiezers in den lande zijn verspreid, terecht zich over het te gering aantal hunner vertegenwoordigers kunnen be klagen. Een grondwetsherziening, welke, diene zij ook andere punten te betreffen, een zuivering geeft aan het vertegenwoordi gend en wetgevend organisme, dat in zijn allergebrekkigste wezen van het oogenblik, het parlementaire stelsel, tot steeds grooter schade, met onvruchtbaar heid slaat en zijn prestige bij de natie ondermijnt. En daarvoor een Kabinet, uit elementen van verschillende partijen gevormd; een ministerie ad hoc. Zou, indien dadelijk in deze richting aan het werk werd ge togen en met bekwamen spoed gehandeld, er over een jaar niet een nieuwe toestand zijn geboren, waaronder, bij een andere samenstelling van Tweede en Eerste Kamer, het regeeren door Links of door Rechts mogelijk was geworden ? Voor buitengewone kwalen passen bui tengewone remedies, en de verwarring die thans heerscht, en die, zoo niet wordt ingegrepen, nog langen tijd zal heerschen, is groot genoeg, om langs een anderen dan den gewonen weg, een oplossing te doen zoeken. En nog eens: de vader landsliefde van alle partijen behoort in dagen als dezen, zich verre te verheffen boven het jagen naar partij-winstjes, die misschien, hoe troebeler het water is, des te gemakkelijker te behalen zijn. Zoo ooit, noodig is politiek zonder politiekerij. Geen antwoord. Tot ons leedwezen waren wij de vorige week niet in de gelegenheid Het Volk te beantwoorden, dat in zijn nr. van 29 Juni het een en ander schreef naar aan leiding van ons artikel Op, voorde Vrij heid!" van 28 Juni. Dat schrijven intusschen was voor ons zeer teleurstellend; immers wij moeten constateeren, dat op geen enkel door ons aangewezen punt, iets gegeven wordt, wat op een opheldering gelijkt, een eer lijk blad waardig. lo. Toen Het Volk zijn lezers mede deelde, dat wij als de laatste der Mohikanen gevallen waren, schreven wij: Indien iemand reden heeft zich over dit bericht te verwonderen, dan zeker wel de gevallene'7 zelf. Wij hebben reed» langer daneen half jaar, dat wil zeggen, zoo dikwijs wij over de komende verkiezingen schreven, den raad gegeven, dat het in de eerste plaats te doen moest zijn oin een einde te maken aan de heerschappij der Kuyper-politiek. Wy hebben ten opzichte van deze onze meening geen oogenblik gewankeld, haar voorgestaan tegen over vrijzinnig-democraten en unie-liberalen en nu zijn wij, volgens Het Volk, waar wij op 11 Juni nog eens herhaalden, wat wij maanden lang betoogd hadden: Op voor de Vrijheid", dezer dagen als de laatste der Mohikanen gevallen. Ziedaar," zoo roept het blad zijn lezers tot getuige: Ziedaar ... daar ligt ook hij!" Wij zouden zoo zeggen, dat is nu toch wel wat rcal." En het antwoord hierop de recti ficatie zij blijft ganscbelijk uit. Waar om nu niet ruiterlijk gezegd : wij hebben ons mormel van een artikel een kleurig manteltje omgeslagen, opdat niet ieder zoo dadelijk zien zou, hoe scheef van ruggegraat het was. 2o. Wij hebben aangetoond, dat de heer Tak zelf de partij-resolutie van het congres, welker aanneming hij ten slotte had aanbevolen, daarna in Het Volk heeft afgekeurd; dat hij, het eerst door ons in de pers daarop gewezen, zijn kritiek een zwanenzang heeft genoemd: terwijl hij ons, die het met zijn eigen kritiek eens waren, als een gevallene aan zijn publiek durfde voorstellen. Maar ook op dit punt waarbij, zulk een schel licht valt op Taks eerlijkheid, een zwijgen als van het graf. 3o. Wij herinnerden den heer Tak herhaaldelijk ook in ons laatste arti kel dat het verdedigen van een con gres-resolutie die men zelf afkeurt, en zich in zulk een arbeid te verheugen"... een bijzonder gestel vordert. Deze rjuaestie van moraliteit ah publicist [m colksleider, mag o. i. een fatsoenlijk inan niet uit den weg gaan. Maar, jawel, de heer Tak spreekt geen woord. 4o. Wij werden, omdat wij den libe ralen conservatief de voorkeur wenschtcn gegeven te zien boven den clericalen con servatief, beschuldigd van bereid te zijn vier jaar lang het conservatisine te ver dragen. Zoo werd do principieelc klacht geformuleerd natuurlijk ter eere van de congres-resolutie! Wat blijkt nu ? Dat in overeenstemming met de nieuwste uitlegging van deze resolutie schier heel het socialisme geljandeld heeft gelijk wij van den beginne geadviseerd hebben. Wat blijft er alzoo van ons verdragen" over eea verdragen van het conserva tisme, waarom tce als de laatste der Mohikanen gevallen zgnV Zooveel zottigheid als Tak's artikel bevatte, en dac op een toon, als ware hij een ten diepste overtuigd man heusch, wij hebben dit nooit te voren in ons politiek-journalistisch leven genoten! 5o. Wij gav.en aanstonds na de aan neming der congres-resolutie te kennen, (alleen voorstanders der urgentie van alge meen kiesrecht te steunen) dat deze formule, behelsde zij niet een voorschrift van ont houding bij do herstemming ten opzichte van conservatieve liberalen, een hoed was, waaronder men iedereen kon vangen maar een hoed zonder bol. Iets later zagen zij, die evenals wij aan den hoed zonder bol dachten, in het zelfde Volk zich uitgemaakt voor schun nige leugenaars, lui die altijd maar logen tegen beter weten in. Den loden Juni schrijft Tak een arti kel, waarin hij, in strijd met zijn zwanenzang van kritiek op de resolutie haar tot uitgangspunt neemt, oin aan te toonen, hoe de Sociaal-democraten principieel tegen over alle bourgeois staan, waarom zij dan ook een zoo veel hooger stand punt bij de herstemmingen innemen!?? en daar wordt nu ons, 29 Juni, mee gedeeld : Ook komt er in het artikel een misvat ting voor, die bij een intelligent man als de heer De Koo, zonderling aandoet. Hij stelt het n.l. voor, alsof de sociaal-democraten op grond van het herstemmingsbesluit van ons Kongres, genoodzaakt zouden zijn (door ont houding) boven den liberalen conservatief den clericalen conservatief te steunen. Heeft de heer De Koo het manifest van het Partij bestuur niet gelezen? In ieder geval zal deze muizenis thans wel uit zijn brein zijn weggevaagd." Een muizenis, note bene!... omdat het Partijbestuur zelf de resolutie heeft verwaterd, zóódat zij, die nog kort te voren als schunnige leugenaars, in Het Volk zijn gescholden nu in het gelijk worden gesteld ?! Zeker, de resolutie was zoo dui delijk mogelijk. Tak zelf noemde haar in zijn zwanenzang-kritiek eenvoudig en duidelijk." Welk schepsel zou haar heb ben kunnen misverstaan: alleen steunen wij de candidaten die voor -urgentie van kiesrecht zijn ? Natuurlijk ... wat zou zij anders heb ben kunnen beteekenen dan een voor schrift tot onthouding tegenover liberale conservatieven; immers, indien dit niet het geval ware, welk een kinderwerk zou het zijn, andere liberale candidaten een verklaring omtrent de oprechtheid hunner urgentie-overtuiging te vragen? Men zou hun even goed hebbeu kunnen zeggen: het zal ons aangenaam zijn als ge door onze voordeur wilt binnen komen, maar hebt ge daar iets tegen dan laten wij u door de achterdeur in ! Zoo hebben we dus dit historisch over zicht. Tak beveelt de resolutie aan zooals ze daar ligt; Tak bestrijdt de resolutie zooals zij daar staat; Tak verklaart zich bereid in volle ,,verheuging" die resolutie te verdedigen zooals zij daar gaat; hij maakt hen, die niet aan de eerlijkheid der resolutie-taktiek geloovon, uit voor schunnige leugenaars" en schrijft een artikel, waarin hij ons tegenover die resolutie laat vallen als de laatste Mohikaan en zijn we eindelijk zoo ver, dan komt de mededeeling, dat er met die fenr/mdiije duidelijke, deze niet mis te verstane resolutie, heel iets anders bedoeld is dan het prediken van ont houding: ; wat iedereen er van den aanvang af Tak zelf, blijkens zijn zwanenzangkritiek niet uitgezonderd er in gelezen heeft. Geen wonder dat ook ons, ondanks onze intelligentie, iets hierbij zonder ling aandoet". Om de waarheid te zeggen, wij worden een weinig... zeeziek van zooveel gescharrel, gezwabber en gedraai. 60. De heer Tak had ons, msociaaldeinocratischen zin, bezitter genoemd: dat wil zeggen, iemand die als bezitter" een anti-sociale politiek volgt. NV ij antwoordden daarop : De heer De Koo is bezitter" z^ker, evenals <le heer Tak; hij betreurt de wijze, waarop in onze maatschappij het bezitrecht is geregeld, streeft naar de verwerkelijking van betere toestanden, al weder, naar hij in alle bescheidenheid durft te meeneu, met niet minder eerlijkheid en liefde dan een Volks-redacteur dit zal vermogen; nietwaar. men kan toch een warm hart gevoelen voor de misdeelden, en hun JVC/I/CH erkennen, al wandelt men niet langs sociaal-demoeratischen weg." En wat krijgen de lezers van Het Volk nu te weten ? Er staan in dat lange stuk kinderachtige opmerkingen als: indien ik, De Koo, kapi talist ben, zijt gij, Tak, ook kapitalist. Dat zijn flausjes, waarvoor de heer De Koo eigen lijk te scherpzinnig is, en die dus beneden zijn peil staan. Wij willen er dan ook alleen terloops melding van maken. Niet of ie mand meer of minder bezit, maar aan welke zyde iemand blijkens zijn opvattingen thuis behoort, beslist over zijn kapitalistisch of anti-kapitalistisch wezen." Wij waren liet dus, die in het licht stelden, dat met het woord bezitter" niets bewezen wordt, daar het de op vattingen, de gezindheid, de richting, in welke men zich beweegt, zijn, die den persoon politiek karakteriseeren. Het Volk had behooren aan te toonen, dat iemand van onze opvattingen en ge zindheid, op smadelijke wijs bij de be zitters behoort te worden ingedeeld. Of is het reeds genoeg geen sociaal-demo craat te zijn, om met recht onder de bezitters" te worden gerangschikt?! En dat durft, bij het verminken van onze woorden, en het ontwijken van de hoofdquaestie door ons aangegeven, spreken van door ons gebezigde flausjes"! Bah! Acht de heer Tak zoo iets nu zijner waardig? 7o. Wij schreven : Zeker hij (Het Volk) misbruikt onze leus: Op, i'oor de Vrijheid", en daarbij onzen naam, want de heer Tak weet precies even goed als wij zelf, dat de laatste der Mohikanen zijn leven lang geijverd heeft voor nog andere vrijheid dan de gewetensvrijheid, en dat hij geenszins vier jaar liberaal-conservatisme zou verdragen, indien er ook maar de geringste mogelijkheid bestond iets anders te ver krijgen". En alweder, inplaats van nu, gelijk een eerlijk man betaamt, te erkennen dat hij in zijii artikel ons geheel verleden heeft belasterd, probeert de heer Tak toch zijn misslag goed te praten, verze kert eenvoudig, dat het een burgerlijk idee is, als men voor de gewetensvrijheid ten bate van het geheele volk opkomt; stelt het voor alsof een troon, die tot bovenaardsch instituut gepromoveerd is, geen middel te meer zou zij n in de hand van een kerkelijk despoot; en conclu deert dan zoo maar: Wij gevoelen dus den heiligen toorn van den heer De Koo niet mede; wij doen het evenmin daar, waar zijn klachten louter uiter lijkheden betreffen. Indien ik van die uiter lijkheden maar ben verlost, is zijn betoog, ook al komt er een conservatieve regeering, en een andere komt er niet! dan roep ik: Leve de vrijheid!" De gewetensvrijheid in den ruimsten zin; het beheer van Buitenlandsche Zaken door een Calvinistisch fantast; het ge brek aan waarheid, de heerschappij der leugen, waarover Het Volk vóór de verkiezing nooit was uitgepraat! dit zijn nu voor deze gelegenheid geen motie ven die sociaal-democraten tot handelen kunnen brengen; altemaal uiterlijk heden" voor den allerdiepzinnigsten heer Volks-redacteur, voor wien zelfs de moraliteit in het politiek leven een bij zaak schijnt geworden! Ons dunkt, het bovenstaande is vol doende ter kenschetsing van den treurigen moed, dien de heer Tak, als Volkredacteur, aan den dag legt om in de scheeve positie, waarin hij zich nu eenmaal bevindt, zich een houding te geven; altoos in de hoop, dat men hem niet met den vinger zal nawijzen. We zouden hieraan veel kunnen toe voegen. We bepalen ons echter tot dit óne nog, omdat het van evenveel wel willendheid als onnadenkendheid getuigt. Wij zijn, volgens de slotwoorden van het laatste artikel, te veel socialist om bour geois, en te veel bourgeois oin socialist te zijn." AVe danken wel voor de eer dier qualificatie. Wanneer de hoofdredacteur van Het Volk een man van eenig nadenken. zou men ineenen nog altijd maar twee soorten van menschen in de wereld ziet: bourgeois en sociaal-democraten een opvatting waarin zijn oppasser het waarschijnlijk, wel met hem eens zal zijn , nu, dan kan hij moeilijk zich anders uitdrukken. Maar ons plaatsende op zijn stand punt vragen wij hem in alle beschei denheid: eilieve, hoe kondt gij aan ons, te veel socialist om bourgeois te zijn", een artikeltje wijden, waarin wij worden ingedeeld en aan 't hoofd gesteld van een conservatief huichelachtig geboefte en hadt gij den moed ons bij uw eenvoudige lezers (die zult ge toch ook wel hebben?) te introduceeren, zonder eenig voorbehoud, als een individu, dat ook al niet te vertrouwen is ten opzichte van zijn sociale hervormingsgezindheid en dit op geen anderen grond, dan omdat wij óók streden voor de vrijheid van geweten in den ruimsten zin. Wat zijn voor U bij dit geheele debat de logica en de goede trouw ? Goede dingen uit de Botterdamsche haven. Er zijn er reeds zoo dikwijls uit de Rotterdamsche haven, over de arbeidersver houdingen, die reeds meermalen tot zoo schokkende gebeurtenissen aanleiding heb ben gegeven, minder aangename dingen gemeld, en met name is er ook de laatste maanden, naar aanleiding van den Nood kreet" der havenarbeiders over de velerlei grieven, zooveel hards gezegd, en op de werkgevers en op de regeering een beroep gedaan om een botsing te voorkomen dat nu, nu er enkele goede dingen te vermelden zijn, daarvan ook inderdaad wel melding mag worden gemaakt! Onmiddellijk na het verschijnen van de Noodkreet", die niet alleen hier ter stsde, maar ook tot zelfs in de Tweede Kamer, en blijkens latere dingen, ook bij de Regeering hare uitwerking niet heeft gemist, drong ik in dit blad er op aan, een enquête in te stellen naar den arbeids-toestand in 't haven bedrijf; waarschuwde ik vooral, niet deze roepstem der arbeiders te negeeren. Spoedig daarna vernamen we, dat er coni'erentiën hadden plaats gehad van het Bestuur der Havenarbeiders-vereenigiugen eerst met den Burgemeester, toen met den heer Plate, voorzitter der K. v. K. en later had de secretaris van den Scheeps- en Bootwerkersbond, de heer "Wessels, nog eens een onderhoud met den minister van Binnenlandsche Zaken. Het was met voldoening dat ik dezer dagen kennis nam van een beschikking van den minister van Binnenlandsche Zaken, dr. Kuyper, waarbij sollicitanten werden opgeroepen voor twee tot nu toe onbe kende t'unctiön, n.l. die van controleur* in het havenbedrijf". Daaruit bleek ons al aanstonds, dat, wat deze zijde van de kwes tie aanging, het ontbreken van voldoende toezicht op werktuigen en machinale ge reedschappen en net controleeren van den inhoud van het schip, de roepstem der arbeiders om recht en bescherming, althans eenigen weerklank had gevonden! En van het karakter dezer voordracht tot benoe ming was de goede zijde, dat de minister blijkbaar de sollicitanten wenschte uit den kring der werklieden. Er is om voor die functiën in aanmerking te komen, geen theoretische kennis nooJig, en-de belooning van f 20 per week, die in uitzicht wordt gesteld, is ook op werklieden berekend. De benoeming zal voorloopi? geschieden voor 2 jaar, en uit een schrijven van den minister aan de K. v. A. voor het Haven bedrijf te Amsterdam, die om inlichtingen had gevraagd, bleek nader, dat de minister met de aanstelling van de twee controleurs eigenlijk bedoelt: een yionïiy ondeczoek naar de toestanden en de arlie.iderg-grieven in liet Havenbedrijf te doen instellen. Dat onder zoek zal geschieden door deze t <ree contro leurs, onder leiding van de Kamer van Arbeid. Zij zullen hebben na te gaan, ive.lke wettelijke maatregelen er voor den haven arbeid dienstig geacht zullen worden : zij zullen ook al aanstonds, zij het ook zonder dwingende macht, op bestaande veiligheidsmisstanden kunnen wijzen en op verbete ring kunnen aandringen, en bovendien con trole oefenen op schepen, die ongewogen" ladingen overboord werken, doordien zij letten op den ijk van deze schepen en zor gen, dat zooveel mogelijk de werklieden aan het loon zullen komen wat hen naar het gewicht toekomt. Ziehier een maatregel, die toejuiching verdient. Hoewel mij een enquête, dat wil zeggen : het onderzoek eener wettelijk in gestelde commissie, moge de omhaal ook wat grooter kunnen worden, wenschelijker, wijl meer gezaghebbend ware voorgeko men indien deze controleurs een ernstig onderzoek naar den toestand gaan inst Hen, zullen daarmee veel misstanden officieel bekend worden. En vormen deze controleurs tevens het lieijin eener aparte havetünsjiectie, waaraan al jaren de behoefte bestaat, nu de Veilig heidswet niet op het Havenbedrijf van toe passing was, een instelling ten behoeve der veiligheid, die in Hamburgen Bremen zulke uitstekende diensten bewijst, en in Rotter dam, met zijn velen, gevaarlijken arbeiJ op stroom, zoo hoog noodig is. * * ' * Het andere goede ding is het volgende. Zooals men weet, was en is de voornaamste grief der werklieden: de vele loonafhou dingen en loonontduikingen die plaats heb ben. Kr zijn patroons ik heb daarop in dit blad onlangs zoo scherp morelijk de aandacht gevestigd, die misbruik maken van hun machtspositie; die geen extra-gel i op Zondag betalen, die geen extra 'voor nachtarbeid betalen, die geen verloren gang" betalen, die loon afhouden voor 't breken van gereedschap, die onder do stuwadoors vooral als echte uitsluiters optreden. Dat vooral hoopt brandstof op. Dat wekt haat en wrok, dat leidt ten slotto tot botsingen, dat was het ook vooral, wat in de Noodkreet" op den voorgrond werd gesteld. Daarvoor werd speciaal de tus

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl