Historisch Archief 1877-1940
N'. 1461
DE AMSTERDAMMER
A°. 1905.
WEEK
LAD
YOOK NEDERLAND
O :rx cL e r recLa.otie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
-va.*}. J". 3D E IK: O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, ir. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard dea Cayuciues tegenover het Graud Café, te Parijs.
Zondag 16 Juli,
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer ? 0.20
Reclames per regel O.iO
Annonces uit Duitscliland, Oostenrijk en Zw:tserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
IIUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen de^er firma. Be jirijs per regel ia 35 Piennig.
INHOUD:
VAN VEREE EN VAN NABIJ: De Crisis.
Geen antwoord.?Goede dingen uit de
Rotterdamsche haven, door X. FEUILLETON:
Dévreemdeling, II. Naar het Duitsch, van Carl
Busse. KUNST EN LETTEREN : Volks
bibliotheken in het Buitenland, door B.
Bymholt. Zomeruitvoeringen, door Ant.
Averkamp. VOOR DAMES: Het leven in
Noord-Anysrikaj door Tanio. Allerlei, do >r
Caprice. UIT DE NATUUR, door E.
Heimans. Jan Luyken, I, (met afb.),
door W. Steenhoff. FINANCIEELE EN
©ECONOMISCHE KRONIEK, door D.
Stigter. INGEZONDEN. DAMRUBRIEK.
Bijgeloof, II, (slot). ADVERTENTIËN.
iiiiiitiHiiMiiiittiMiifiuinmiiiiMitiiiiiitiMiimiiiiiu
De Crisis.
Moeilijk kon de politieke toestand ver
warder zijn dan hij is.
Een meerderheid te verdeeld, en te zwak
in stemmencijfer, om met haar een Kabi
net te vormen, dat uitzicht op vruchtbare
werkzaamheid biedt.
Een minderheid, welke, wijl zij minder
heid is, onmogelijk de Regeering kan
voortzetten, maar die, als meerderheid
in de Eerste Kamer, de beslissing heeft
over hetgeen de meerderheid in de Tweede
Kamer tot stand gebracht wenscht te
zien.
En dit ia een tijdsgewricht, waarin een
groot aantal financieele, economische en
sociale hervormingen dringend noodig
zijn; na een periode van godsdiensstrijd,
gevoerd met het oog op het kerkelijk
leven hier op aarde, en den hemel hier
namaals, waaronder de hoogste stoffelijke
belangen niet weinig zijn verwaarloosd.
Wat zullen wij nu zien gebeuren ?
Eenvoudig een voortzetting van den
strijd van Links tegen Rechts, of, zoo
men wil, van Rechts tegen Links. Bij
alles wat geschiedt, zal in de politieke
breinen de overweging zijnt$hoe krijgt
Rechts met zijn Eerste Kamef Links
met zijn Tweede Kamer er onder; hoe
zal het Rechts gelukken, Links ten val
te brengen door het tot onvruchtbaarheid
te doemen; en, natuurlijk ook omgekeerd:
wat kan Links nalaten te doen van het
geen 's lands belang ten zeerste eischt,
om Rechts geen vat op zich te geven.
Na een strijd, zoo fel en vinnig ge
voerd, als met de antithese van Kuyper
het politieke vaderland in beroering heeft
gebracht,en bij den fanatieken kant,welken
zulk een anti theses trij d uit den aard der
zaak aan beide zijden moet vertoonen,
kan er bij de verhouding van 48 en 52
niets goeds worden verwacht, hoe men
een Kabinet, zoogenaamd parlementair,
of wel een Cabinet d'affaires, ook vorme.
En zal ons arme vaderland, dat zoo
noodig heeft de voorwaarde voor rustige
ontwikkeling, ook nu verder weder wor
den gewaagd aan nieuwe periodes van
volstrekt gemis aan doortastenden
wetgevenden arbeid?
Het komt ons voor, dat de vaderlands
liefde van Rechts en van Links, zoowel
de eene als de andere zijde der Volksver
tegenwoordiging behoort te doen uitzien
naar een middel, om den zoo verwarden,
den voor het welzijn van land en volk
zoo gevaarlijken, toestand... te breken,
althans te beproeven een uitweg te vinden
uit het labyrinth, waarin alleen de poli
tieke strevers zich welbehagelijk ge
voelen.
Indien ooit het opgenblik gunstig was,
om zonder tijdverlies en schade aan de
wetgeving te berokkenen, grondwetsher
ziening aan de orde te stellen, dan zeker
het huidige, dat ons, wordt er niet inge
grepen, jaren van armzalig politiek ge
tob voorspelt.
Een grondwetsherziening, teneinde
allereerst de ontbindbaarheid der Pro
vinciale Staten, als politiek kiescollege,
volgens wijlen den ouden beer Heems
kerk in der tijd vergeten vast te stellen,
opdat het bij een ernstigen politieken
strijd, gelijk thans gevoerd is, niet
mogelijk blijve, dat de Eerste Kamer
jarenlang tegenover de meerderheid der
kiezers staat.
Een grondwetsherziening, opdat de
voorstanders van kiesrechtuitbreiding,
met de anti-revolutionairen die immers
nog altijd het kiesrecht voor huislieden
en daarmee gelijkgestelden recht achten,
te samen een formule vinden, welke,
een eind maakt aan de dwaze kieswet,
waaronder wij thaus leven.
Een grondwetsherziening, waarbij het
beginsel van evenredige vertegenwoor
diging wordt aanvaard, alzoo mede recht
doende zoowel aan katholieken als aan
socialisten, die door de wijze, waarop
hun kiezers in den lande zijn verspreid,
terecht zich over het te gering aantal
hunner vertegenwoordigers kunnen be
klagen.
Een grondwetsherziening, welke, diene
zij ook andere punten te betreffen, een
zuivering geeft aan het vertegenwoordi
gend en wetgevend organisme, dat in
zijn allergebrekkigste wezen van het
oogenblik, het parlementaire stelsel, tot
steeds grooter schade, met onvruchtbaar
heid slaat en zijn prestige bij de natie
ondermijnt.
En daarvoor een Kabinet, uit elementen
van verschillende partijen gevormd; een
ministerie ad hoc. Zou, indien dadelijk
in deze richting aan het werk werd ge
togen en met bekwamen spoed gehandeld,
er over een jaar niet een nieuwe toestand
zijn geboren, waaronder, bij een andere
samenstelling van Tweede en Eerste
Kamer, het regeeren door Links of
door Rechts mogelijk was geworden ?
Voor buitengewone kwalen passen bui
tengewone remedies, en de verwarring
die thans heerscht, en die, zoo niet wordt
ingegrepen, nog langen tijd zal heerschen,
is groot genoeg, om langs een anderen
dan den gewonen weg, een oplossing te
doen zoeken. En nog eens: de vader
landsliefde van alle partijen behoort in
dagen als dezen, zich verre te verheffen
boven het jagen naar partij-winstjes, die
misschien, hoe troebeler het water is,
des te gemakkelijker te behalen zijn.
Zoo ooit, noodig is politiek zonder
politiekerij.
Geen antwoord.
Tot ons leedwezen waren wij de vorige
week niet in de gelegenheid Het Volk
te beantwoorden, dat in zijn nr. van 29 Juni
het een en ander schreef naar aan
leiding van ons artikel Op, voorde Vrij
heid!" van 28 Juni.
Dat schrijven intusschen was voor ons
zeer teleurstellend; immers wij moeten
constateeren, dat op geen enkel door ons
aangewezen punt, iets gegeven wordt,
wat op een opheldering gelijkt, een eer
lijk blad waardig.
lo. Toen Het Volk zijn lezers mede
deelde, dat wij als de laatste der
Mohikanen gevallen waren, schreven wij:
Indien iemand reden heeft zich over dit
bericht te verwonderen, dan zeker wel de
gevallene'7 zelf. Wij hebben reed» langer
daneen half jaar, dat wil zeggen, zoo dikwijs wij
over de komende verkiezingen schreven, den
raad gegeven, dat het in de eerste plaats te
doen moest zijn oin een einde te maken aan de
heerschappij der Kuyper-politiek. Wy hebben
ten opzichte van deze onze meening geen
oogenblik gewankeld, haar voorgestaan tegen
over vrijzinnig-democraten en unie-liberalen
en nu zijn wij, volgens Het Volk, waar wij
op 11 Juni nog eens herhaalden, wat wij
maanden lang betoogd hadden: Op voor de
Vrijheid", dezer dagen als de laatste der
Mohikanen gevallen. Ziedaar," zoo roept het
blad zijn lezers tot getuige: Ziedaar ... daar
ligt ook hij!"
Wij zouden zoo zeggen, dat is nu toch wel
wat rcal."
En het antwoord hierop de recti
ficatie zij blijft ganscbelijk uit. Waar
om nu niet ruiterlijk gezegd : wij hebben
ons mormel van een artikel een kleurig
manteltje omgeslagen, opdat niet ieder
zoo dadelijk zien zou, hoe scheef van
ruggegraat het was.
2o. Wij hebben aangetoond, dat de
heer Tak zelf de partij-resolutie van het
congres, welker aanneming hij ten slotte
had aanbevolen, daarna in Het Volk heeft
afgekeurd; dat hij, het eerst door ons in
de pers daarop gewezen, zijn kritiek een
zwanenzang heeft genoemd: terwijl hij
ons, die het met zijn eigen kritiek eens
waren, als een gevallene aan zijn publiek
durfde voorstellen.
Maar ook op dit punt waarbij, zulk
een schel licht valt op Taks eerlijkheid,
een zwijgen als van het graf.
3o. Wij herinnerden den heer Tak
herhaaldelijk ook in ons laatste arti
kel dat het verdedigen van een con
gres-resolutie die men zelf afkeurt, en
zich in zulk een arbeid te verheugen"...
een bijzonder gestel vordert. Deze rjuaestie
van moraliteit ah publicist [m colksleider,
mag o. i. een fatsoenlijk inan niet uit den
weg gaan. Maar, jawel, de heer Tak
spreekt geen woord.
4o. Wij werden, omdat wij den libe
ralen conservatief de voorkeur wenschtcn
gegeven te zien boven den clericalen con
servatief, beschuldigd van bereid te zijn
vier jaar lang het conservatisine te ver
dragen. Zoo werd do principieelc klacht
geformuleerd natuurlijk ter eere van
de congres-resolutie! Wat blijkt nu ? Dat
in overeenstemming met de nieuwste
uitlegging van deze resolutie schier heel
het socialisme geljandeld heeft gelijk wij
van den beginne geadviseerd hebben.
Wat blijft er alzoo van ons verdragen"
over eea verdragen van het conserva
tisme, waarom tce als de laatste der
Mohikanen gevallen zgnV
Zooveel zottigheid als Tak's artikel
bevatte, en dac op een toon, als ware
hij een ten diepste overtuigd man
heusch, wij hebben dit nooit te voren in
ons politiek-journalistisch leven genoten!
5o. Wij gav.en aanstonds na de aan
neming der congres-resolutie te kennen,
(alleen voorstanders der urgentie van alge
meen kiesrecht te steunen) dat deze formule,
behelsde zij niet een voorschrift van ont
houding bij do herstemming ten opzichte
van conservatieve liberalen, een hoed was,
waaronder men iedereen kon vangen
maar een hoed zonder bol.
Iets later zagen zij, die evenals wij aan
den hoed zonder bol dachten, in het
zelfde Volk zich uitgemaakt voor schun
nige leugenaars, lui die altijd maar logen
tegen beter weten in.
Den loden Juni schrijft Tak een arti
kel, waarin hij, in strijd met zijn
zwanenzang van kritiek op de resolutie haar
tot uitgangspunt neemt, oin aan te toonen,
hoe de Sociaal-democraten principieel
tegen over alle bourgeois staan, waarom
zij dan ook een zoo veel hooger stand
punt bij de herstemmingen innemen!??
en daar wordt nu ons, 29 Juni, mee
gedeeld :
Ook komt er in het artikel een misvat
ting voor, die bij een intelligent man als de
heer De Koo, zonderling aandoet. Hij stelt
het n.l. voor, alsof de sociaal-democraten op
grond van het herstemmingsbesluit van ons
Kongres, genoodzaakt zouden zijn (door ont
houding) boven den liberalen conservatief
den clericalen conservatief te steunen. Heeft
de heer De Koo het manifest van het Partij
bestuur niet gelezen? In ieder geval zal
deze muizenis thans wel uit zijn brein zijn
weggevaagd."
Een muizenis, note bene!... omdat
het Partijbestuur zelf de resolutie heeft
verwaterd, zóódat zij, die nog kort te
voren als schunnige leugenaars, in Het
Volk zijn gescholden nu in het gelijk
worden gesteld ?!
Zeker, de resolutie was zoo dui
delijk mogelijk. Tak zelf noemde haar
in zijn zwanenzang-kritiek eenvoudig en
duidelijk." Welk schepsel zou haar heb
ben kunnen misverstaan: alleen steunen
wij de candidaten die voor -urgentie van
kiesrecht zijn ?
Natuurlijk ... wat zou zij anders heb
ben kunnen beteekenen dan een voor
schrift tot onthouding tegenover liberale
conservatieven; immers, indien dit niet
het geval ware, welk een kinderwerk
zou het zijn, andere liberale candidaten
een verklaring omtrent de oprechtheid
hunner urgentie-overtuiging te vragen?
Men zou hun even goed hebbeu kunnen
zeggen: het zal ons aangenaam zijn
als ge door onze voordeur wilt binnen
komen, maar hebt ge daar iets tegen dan
laten wij u door de achterdeur in !
Zoo hebben we dus dit historisch over
zicht. Tak beveelt de resolutie aan zooals
ze daar ligt; Tak bestrijdt de resolutie
zooals zij daar staat; Tak verklaart zich
bereid in volle ,,verheuging" die resolutie
te verdedigen zooals zij daar gaat; hij
maakt hen, die niet aan de eerlijkheid
der resolutie-taktiek geloovon, uit voor
schunnige leugenaars" en schrijft een
artikel, waarin hij ons tegenover die
resolutie laat vallen als de laatste
Mohikaan en zijn we eindelijk zoo ver,
dan komt de mededeeling, dat er met
die fenr/mdiije duidelijke, deze niet mis
te verstane resolutie, heel iets anders
bedoeld is dan het prediken van ont
houding: ; wat iedereen er van den aanvang
af Tak zelf, blijkens zijn
zwanenzangkritiek niet uitgezonderd er in gelezen
heeft.
Geen wonder dat ook ons, ondanks
onze intelligentie, iets hierbij zonder
ling aandoet". Om de waarheid te zeggen,
wij worden een weinig... zeeziek van
zooveel gescharrel, gezwabber en gedraai.
60. De heer Tak had ons,
msociaaldeinocratischen zin, bezitter genoemd: dat
wil zeggen, iemand die als bezitter"
een anti-sociale politiek volgt.
NV ij antwoordden daarop :
De heer De Koo is bezitter" z^ker,
evenals <le heer Tak; hij betreurt de wijze,
waarop in onze maatschappij het bezitrecht
is geregeld, streeft naar de verwerkelijking
van betere toestanden, al weder, naar hij
in alle bescheidenheid durft te meeneu, met
niet minder eerlijkheid en liefde dan een
Volks-redacteur dit zal vermogen; nietwaar.
men kan toch een warm hart gevoelen voor
de misdeelden, en hun JVC/I/CH erkennen, al
wandelt men niet langs sociaal-demoeratischen
weg."
En wat krijgen de lezers van Het Volk
nu te weten ?
Er staan in dat lange stuk kinderachtige
opmerkingen als: indien ik, De Koo, kapi
talist ben, zijt gij, Tak, ook kapitalist. Dat
zijn flausjes, waarvoor de heer De Koo eigen
lijk te scherpzinnig is, en die dus beneden
zijn peil staan. Wij willen er dan ook alleen
terloops melding van maken. Niet of ie
mand meer of minder bezit, maar aan welke
zyde iemand blijkens zijn opvattingen thuis
behoort, beslist over zijn kapitalistisch of
anti-kapitalistisch wezen."
Wij waren liet dus, die in het licht
stelden, dat met het woord bezitter"
niets bewezen wordt, daar het de op
vattingen, de gezindheid, de richting, in
welke men zich beweegt, zijn, die den
persoon politiek karakteriseeren.
Het Volk had behooren aan te toonen,
dat iemand van onze opvattingen en ge
zindheid, op smadelijke wijs bij de be
zitters behoort te worden ingedeeld. Of
is het reeds genoeg geen sociaal-demo
craat te zijn, om met recht onder de
bezitters" te worden gerangschikt?!
En dat durft, bij het verminken van onze
woorden, en het ontwijken van de
hoofdquaestie door ons aangegeven, spreken
van door ons gebezigde flausjes"!
Bah! Acht de heer Tak zoo iets nu
zijner waardig?
7o. Wij schreven :
Zeker hij (Het Volk) misbruikt onze leus:
Op, i'oor de Vrijheid", en daarbij onzen naam,
want de heer Tak weet precies even goed als
wij zelf, dat de laatste der Mohikanen zijn
leven lang geijverd heeft voor nog andere
vrijheid dan de gewetensvrijheid, en dat hij
geenszins vier jaar liberaal-conservatisme zou
verdragen, indien er ook maar de geringste
mogelijkheid bestond iets anders te ver
krijgen".
En alweder, inplaats van nu, gelijk
een eerlijk man betaamt, te erkennen
dat hij in zijii artikel ons geheel verleden
heeft belasterd, probeert de heer Tak
toch zijn misslag goed te praten, verze
kert eenvoudig, dat het een burgerlijk
idee is, als men voor de gewetensvrijheid
ten bate van het geheele volk opkomt;
stelt het voor alsof een troon, die tot
bovenaardsch instituut gepromoveerd is,
geen middel te meer zou zij n in de hand
van een kerkelijk despoot; en conclu
deert dan zoo maar:
Wij gevoelen dus den heiligen toorn van
den heer De Koo niet mede; wij doen het
evenmin daar, waar zijn klachten louter uiter
lijkheden betreffen. Indien ik van die uiter
lijkheden maar ben verlost, is zijn betoog,
ook al komt er een conservatieve regeering,
en een andere komt er niet! dan roep ik:
Leve de vrijheid!"
De gewetensvrijheid in den ruimsten
zin; het beheer van Buitenlandsche Zaken
door een Calvinistisch fantast; het ge
brek aan waarheid, de heerschappij der
leugen, waarover Het Volk vóór de
verkiezing nooit was uitgepraat! dit
zijn nu voor deze gelegenheid geen motie
ven die sociaal-democraten tot handelen
kunnen brengen; altemaal uiterlijk
heden" voor den allerdiepzinnigsten
heer Volks-redacteur, voor wien zelfs de
moraliteit in het politiek leven een bij
zaak schijnt geworden!
Ons dunkt, het bovenstaande is vol
doende ter kenschetsing van den
treurigen moed, dien de heer Tak, als
Volkredacteur, aan den dag legt om in
de scheeve positie, waarin hij zich nu
eenmaal bevindt, zich een houding te
geven; altoos in de hoop, dat men hem
niet met den vinger zal nawijzen.
We zouden hieraan veel kunnen toe
voegen. We bepalen ons echter tot dit
óne nog, omdat het van evenveel wel
willendheid als onnadenkendheid getuigt.
Wij zijn, volgens de slotwoorden van het
laatste artikel, te veel socialist om bour
geois, en te veel bourgeois oin socialist te
zijn." AVe danken wel voor de eer dier
qualificatie. Wanneer de hoofdredacteur
van Het Volk een man van eenig
nadenken. zou men ineenen
nog altijd maar twee soorten van
menschen in de wereld ziet: bourgeois
en sociaal-democraten een opvatting
waarin zijn oppasser het waarschijnlijk,
wel met hem eens zal zijn , nu, dan
kan hij moeilijk zich anders uitdrukken.
Maar ons plaatsende op zijn stand
punt vragen wij hem in alle beschei
denheid: eilieve, hoe kondt gij aan ons,
te veel socialist om bourgeois te zijn",
een artikeltje wijden, waarin wij worden
ingedeeld en aan 't hoofd gesteld van
een conservatief huichelachtig geboefte
en hadt gij den moed ons bij uw
eenvoudige lezers (die zult ge toch ook
wel hebben?) te introduceeren, zonder
eenig voorbehoud, als een individu, dat
ook al niet te vertrouwen is ten opzichte
van zijn sociale hervormingsgezindheid
en dit op geen anderen grond, dan omdat
wij óók streden voor de vrijheid van
geweten in den ruimsten zin.
Wat zijn voor U bij dit geheele debat
de logica en de goede trouw ?
Goede dingen uit de
Botterdamsche haven.
Er zijn er reeds zoo dikwijls uit de
Rotterdamsche haven, over de arbeidersver
houdingen, die reeds meermalen tot zoo
schokkende gebeurtenissen aanleiding heb
ben gegeven, minder aangename dingen
gemeld, en met name is er ook de laatste
maanden, naar aanleiding van den Nood
kreet" der havenarbeiders over de velerlei
grieven, zooveel hards gezegd, en op de
werkgevers en op de regeering een beroep
gedaan om een botsing te voorkomen
dat nu, nu er enkele goede dingen te
vermelden zijn, daarvan ook inderdaad wel
melding mag worden gemaakt!
Onmiddellijk na het verschijnen van de
Noodkreet", die niet alleen hier ter stsde,
maar ook tot zelfs in de Tweede Kamer, en
blijkens latere dingen, ook bij de Regeering
hare uitwerking niet heeft gemist, drong
ik in dit blad er op aan, een enquête in te
stellen naar den arbeids-toestand in 't haven
bedrijf; waarschuwde ik vooral, niet deze
roepstem der arbeiders te negeeren.
Spoedig daarna vernamen we, dat er
coni'erentiën hadden plaats gehad van het
Bestuur der Havenarbeiders-vereenigiugen
eerst met den Burgemeester, toen met den
heer Plate, voorzitter der K. v. K. en later
had de secretaris van den Scheeps- en
Bootwerkersbond, de heer "Wessels, nog eens
een onderhoud met den minister van
Binnenlandsche Zaken.
Het was met voldoening dat ik dezer
dagen kennis nam van een beschikking van
den minister van Binnenlandsche Zaken,
dr. Kuyper, waarbij sollicitanten werden
opgeroepen voor twee tot nu toe onbe
kende t'unctiön, n.l. die van controleur*
in het havenbedrijf". Daaruit bleek ons al
aanstonds, dat, wat deze zijde van de kwes
tie aanging, het ontbreken van voldoende
toezicht op werktuigen en machinale ge
reedschappen en net controleeren van den
inhoud van het schip, de roepstem der
arbeiders om recht en bescherming, althans
eenigen weerklank had gevonden! En van
het karakter dezer voordracht tot benoe
ming was de goede zijde, dat de minister
blijkbaar de sollicitanten wenschte uit den
kring der werklieden. Er is om voor die
functiën in aanmerking te komen, geen
theoretische kennis nooJig, en-de belooning
van f 20 per week, die in uitzicht wordt
gesteld, is ook op werklieden berekend.
De benoeming zal voorloopi? geschieden
voor 2 jaar, en uit een schrijven van den
minister aan de K. v. A. voor het Haven
bedrijf te Amsterdam, die om inlichtingen
had gevraagd, bleek nader, dat de minister
met de aanstelling van de twee controleurs
eigenlijk bedoelt: een yionïiy ondeczoek
naar de toestanden en de arlie.iderg-grieven in
liet Havenbedrijf te doen instellen. Dat onder
zoek zal geschieden door deze t <ree contro
leurs, onder leiding van de Kamer van
Arbeid. Zij zullen hebben na te gaan, ive.lke
wettelijke maatregelen er voor den haven
arbeid dienstig geacht zullen worden : zij
zullen ook al aanstonds, zij het ook zonder
dwingende macht, op bestaande
veiligheidsmisstanden kunnen wijzen en op verbete
ring kunnen aandringen, en bovendien con
trole oefenen op schepen, die ongewogen"
ladingen overboord werken, doordien zij
letten op den ijk van deze schepen en zor
gen, dat zooveel mogelijk de werklieden
aan het loon zullen komen wat hen naar
het gewicht toekomt.
Ziehier een maatregel, die toejuiching
verdient. Hoewel mij een enquête, dat wil
zeggen : het onderzoek eener wettelijk in
gestelde commissie, moge de omhaal ook
wat grooter kunnen worden, wenschelijker,
wijl meer gezaghebbend ware voorgeko
men indien deze controleurs een ernstig
onderzoek naar den toestand gaan inst Hen,
zullen daarmee veel misstanden officieel
bekend worden.
En vormen deze controleurs tevens het
lieijin eener aparte havetünsjiectie, waaraan
al jaren de behoefte bestaat, nu de Veilig
heidswet niet op het Havenbedrijf van toe
passing was, een instelling ten behoeve der
veiligheid, die in Hamburgen Bremen zulke
uitstekende diensten bewijst, en in Rotter
dam, met zijn velen, gevaarlijken arbeiJ
op stroom, zoo hoog noodig is.
*
* ' *
Het andere goede ding is het volgende.
Zooals men weet, was en is de voornaamste
grief der werklieden: de vele loonafhou
dingen en loonontduikingen die plaats heb
ben. Kr zijn patroons ik heb daarop in
dit blad onlangs zoo scherp morelijk de
aandacht gevestigd, die misbruik maken
van hun machtspositie; die geen extra-gel i
op Zondag betalen, die geen extra 'voor
nachtarbeid betalen, die geen verloren
gang" betalen, die loon afhouden voor 't
breken van gereedschap, die onder do
stuwadoors vooral als echte uitsluiters
optreden. Dat vooral hoopt brandstof op.
Dat wekt haat en wrok, dat leidt ten slotto
tot botsingen, dat was het ook vooral, wat
in de Noodkreet" op den voorgrond werd
gesteld. Daarvoor werd speciaal de
tus