Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1464
schenkomst ingeroepen der autoriteiten
maar wat zouden autoriteiten daaraan kun
nen doen?
Dat kan alleen geregeld worden op de
zelfde wijze als thans de arbeidsvoor
waarden zijn geregeld in het bouwvak te
Amsterdam, door het vaststellen der arbeids
voorwaarden namens beide partijen, op de
naleving waarvan ook beide partijen con
trole oefenon.
"Welnu op dien weg, den eenigen om
de talrijke, waarlijk ernstige grieven op te
lossen, en een eenigszius liltjvenden toestand
te verzekeren, is thans blijkbaar een stap
gezet.
In het laatste nummer Van De
Hacenarlcider wordt op in 't oog vallende wijze
medegedeeld: Door het bestuur der Alg.
Havenarbeiders-vereeniging zijn niet de
heeren patroons onderhandelingen aange
knoopt, ten einde een uniformen
loonstandaard in onze haven door te voeren en
verschillende dier heeren hebben hun mede
werking in dezen toegezegd."
"VVelnu dit noem ik een verheugende
tijding! In een hoofdartikel deelt de heer
"Wessels mede, dat het veel moeite kost,
sommige patroons tot onderhandeling te
bewegen. Ja, wie de groote werkgevers hier
kent, zal dat begrijpen. Er is met de grootste
cargadoors-firma's in contact getreden, die
zich bereid hebbeu verklaard, tot eone
oplossing mede te werken. Het bestuurder
Alg. Havenarbeiders-vereeniging zal thans
een concept-loonstandaard ontwerpen, die
door de patroons overwogen en daarna ge
zamenlijk onderteekend zal worden.
Dat noem ik voor de Kotterdamsche haven
een goid ding!
Het komt hier vooral aan op de mede
werking van de patroons! Anderzijds ook
op de aanwezigheid van een goede orga
nisatie van arbeiders waaraan met
rusteloozen ijver wordt gewerkt. En wanneer
men dan ziet hoe in 't laatste No. van de
Haceiuirbeider er met vreugde over wordt
gesproken, dat wellicht zonder strijd een
regelmatige toestand verkregen zal worden,
wie zou dan nog durven beweren dat deze
georganiseerden niet alles doen, om langs
minnelijken weg de grieven pp te lossen
Daartoe van de andere zijde medo te
werken is een dure plicht van eiken werk
gever, dio, behalve zijn eigen, direct be
lang, ook het algemeen belang in 't oog houdt.
Rotterdam, Juli 1903. X.
Zooals deu lezer bekend kan zijn, bestaat
er in ons laad eene organisatie, il e lichciule
Volksbibliotheek, die er naar streeft ook de
bewoners van het platteland, ja deze vooral,
van lectuur te voorzien Z:jn wij hier pas
begonnen (begin 1903), andere landen zijn ons
al ver vooruit. Over buiteijlandsche volks
bibliotheken is het, dat ik bier iets wensch
mee te deelen. Ik pnt volgend.s gegevens
uiteen in 1900 verschenen werk van dr. Ernst
Schultze: l<'rcie iijfentliche Bibliotheken,
Volkibibliotheken und Lesehallen. Daar van dit om
vangrijke werk (302 pag.) nog geen herdruk
verschenen is, worden we slechts bekend niet
wat op bibliotheekgebied tpt stand kwam
tot het jaar 190(1.
In de. Inleiding klaagt de schrijver over
titiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiiiiii
tlltlMlllllllllllltlIIIIIIIII
cfmilkbn.
DE VREEMDELING.
Naar liet Duitucli, van CARL BTSSE.
II.
Weer gingen eenige dagen voorbij. Bernhard
Vetter werd in dien tijd een geheel ander
man d in hij geweest was. Hij kon eenvoudig
niet meer werken. Het liefst zat hij zonder
iets uit te voeren in zijn kamer. In al zijn
gedachten drong de vreemdeling zich in. Kr
viel onmogelijk meer aan te twijfelen, dat die
man opzettelijk achter hem aanliep. Hij zag
hem overal. Hij had overal den zwijgend?,
volstrekt niet op hem letteuden en hem toch
onophoudelijk vervolgenden metgezel achter
zich. liet was op den duur iets om gek van
te worden! Altijd zijn hersenen af te pijnigen
met de vraag : Wat wil die man ? Altijd rond
te loopen met het bewustzijn : zoi-.der merk
bare redenen loopt er iemand als je schaduw
achter j>' aan zoo iets kon geen sterveling
uithouden. De dokter voelde hoe zijn onrust
en zenuw acht i.; bei d langzamerhand zoozeer
toenaimn, dat zelf» zijn patiënten liet op
merkten. Hij voeld-.', dat hij een eind moest
maken aan die zaak. Kn op een morgen
nam hij zich voor, den vreemdeling, liet
kostte wat. het wilde, rekenschap te vragen
van zijn handelwijze.
Hij deed h,-t. .Maar reeds terwijl hij op
hem toeging had hij een vaag bewustzijn, dat
hij niets anders zou bereiken, dan zich te
blanieeron. Doch dat deed er niet toe. 11 ij
kon noch wilde zich terugtrekken. Hij r.aiu
dus i.ijn hoed af. stelde ?ieh voor en ze/de :
Ik meen opgemerkt te hebben, dat u mij
sedert geruimen tijd op al mijn gangen volgt.
Dat ik mij hierin vergis is volkomen buiten
gesloten en daarom verzoek ik u vriendelijk,
niet te beginnen met het te ontkennen. Wilt
u du3 zoo goed zijn, mij te vertellen of u
het een of ander van mij wenscht? Is dat
niet het geval, dan moet ik u dringend ver
zoeken, een einde te maken aan deze zonder
linge vervolging."
De vreemdeling hoorde hem aan. Hij was
langer dan Dr. Vetter en keek hem met zijn
zwarte oogen, die iets stars en levenloos
hadden, koel en onafgewend aan. Daarop
antwoordde hij met een koude, rustige, min
of meer eentonige stem:
Ik begrijp u niet, mijnheer. Ik heb u
nooit lastig gevallen en overigens maak ik
gebruik van de straten, zooals ik dat verkies.
Ik heb de eer u te groeten l"
Hij nam, ook weer met iets automatisch
in zijn bewegingen, zijn hoed af en ging verder.
Dr. Vetter mompelde een paar onverstaan
bare woorden, werd rood, en sloeg haastig
het vervliegen van de op de lagere school
opgedane kennis. Heeft hij natuurlijk in 't
bizonder het oog op Duitschland, voor Neder
land geldt zijne opmerking niet minder. En
ons herhalingsonderwijs geeft in deze bitter
weinig. Ten eerste omdat het aantal uren,
dat er aan besteed wordt, veel te weinig is
en ten tweede omdat slechts een zeer klein
getal oud-leerlingen der lagere school aan
het herhalingsonderwijs deelneemt.
Zoo zijn er dorpen, waar de lagere school
een 150 il 200 leerlingen telt, terwijl van het
herhalingsonderwijs gebruik wordt gemaakt
door slechts 12 a 15 leerlingen. Een groot
veld ter bewerking ligt hier open voor de
volksbibliotheek. De jongen en het meisje,
die thuis niet kunnen gemist worden om
de herhalingsschool te bezoeken, hebben nu
en dan wel een uurtje over voor liet lezen
van een boek. Onze Reizende Yolksbibluitlteek
kan dan ook op vrij wat meer succes wijzen
dan het herhalingsonderwij s. We hebben niet
te klagen over gebrek aan sympathie, wel
over een slecht voorziene kas. Dank baar voor
wat aan de R. V. geschonken is na rnijn
verzoek om steun in De Amsterdammer van
2 Out. 1.1. en in het Sociaal Weekblad van 9
Nov. 1.1., belet geldgebrek ons 1och te vol
doen aan nieuwe aanvragen tot oprichting
van bibliotheken.
In vorige artikels heb ik er op gewezen,
dat er bij het volk behoefte bestaat aan
lectuur. Ook dr. Schultze betoogt dit. Hij
spreekt zelfs van Bildunishuuger". Mag men
de sterkte van dien honger afmeten naar het
aantal boekhandelaren, dat er in tracht te
voorzien, dan blijkt, dat hij in de laatste
honderd jaren enorm is toegenomen. Zoo
bedroeg in 1795 het totaalaantal van de in
Duitschland wonende en . et deze in ver
binding staande buitenland-ene boekhande
laren slechts 332, terwijl in 1840 dit getal in
Pruisen alleen 741 was en in l.S'.lövoor geheel
Duitschland 8017. W.tt het aantal boeken
aangaat van de pers gekomen, dit bedroeg
voor Duitschland in 17SU 2115 (waaronder
nog 198 latijns.che), in 1830 in de Duitsche
taal 5920, in 18(50 9490, in 1880 14.173 en
in 1893 23,739.
De toenemende leeshonger, die uit deze
getallen duidelijk spreekt, verslindt rnaaral te
vaak alles wat maar aangeboden wordt. In
een vorig artikel reeds wees ik op de
culportage-literatuur. Ook dr. Schultze spreekt
ervan: Wel zijn slechte b leken ten allen
tijde gelezen geworden, en zuilen waarschijn
lijk ook zoo spoedig niet uitsterven, omdat
er zeker nog lang menschen nvt een bedor
ven smaak zullen bestaan. Maar dat (lui
zende menschen, in wie de kiem voor de
ontwikkeling van een goeden smaak aanwezig
is, zich jaar uit jaar in met de slechtste
schandliteiatuur afgeven, omdat zij geene
betere ter beschikking hebben, dat is eeu
de oude eeuw opgedrukt brandmerk, waar
van wij de nieuwe eeuw zoo spoedig mogelijk
moeten trachten te bevrijden. Of is het geene
schande, dat (vo'ge.n-- eeue de.-kundige schat
ting; in Duitschland en Oostcni ijk 45,000
coiporteurs met sensatie-romans hun beroep
uitoefenen, van v, ie. ongeveer 20 miliioen
menschen van het volk van denkers en
dichters" hun geestelijk voedsel betrekken?"
Wat blijft er anders over, vraagt dr. Schultze
terecht, dan het oprichten van openbare
bibliotheken ?
Nog op tal van andere gronden dan de
reeds aangevoerde bepleit dr. S. de nood
zakelijkheid en het nut ervan.
Met het oog op de plaatsruimte zal ik
hier echter niet verder op ingaan, l!
Hier volgen nog e. ni^e bizonderheden over
volksbibliotheken in enkele landen.
Amerika (Vereen!gde Staten van No'iri!-). De
eerste openbare bib'iothekcn danken hun ont
staan aan Benjamin Frank'in. De in het jaar
yMllllliHlllHiiiiiiinilllllimiiiiiiiiiiiiiiMniiiiiniiniiiiiiiiiiiimiimiiiMt
de tegenovergestelde richting in. Niet de
woorden, die de min gesproken had, hadden
hem onzeker gemaakt, maar de koele ooge.ii,
die hem onafgewend hadden aangestaard en
hem tegelijkertijd geprikkeld en vt-ilamd
hadden. Ken opheldering had hij niet ge
kregen. Duch mtssebien yMn zijn optreden
toch niet zonder uitwerking blijven en den
vreemdeling ertoe brengen zijn zonderlinge
handelwijze te staken. Maar wat er ook ge
beuren mocht: hij besloot zoo noodig al zijn
veel bewon derde energie erop te
concent ree ren, den vreemdeling eenvoudig te
negeeren. Doch slechts al te gauw kwam hij
tot de ontdekking, dat in dit opzicht zijn
beroemde ener_'ie heiu totaal in den steek
liet. Wel ia waar kon hij zichzelf ertoe
dwingen cp straat voortdurend regelrecht
voor zich uit te kijken, maar het was hom
onmogelijk, zijn «'dachten eveneens in be
dwang te houden, l lij deed wanhopige.
pogingen ertoe. l i ij gaf zich zelf een
onderwerp op om oud -rweg over te den
ken. Hij telde do menschen, die hij tegen
kwam. Hij maakte berekeningen mei groote
getallen, en joeg op de-ze wij/o zijn ge
dachten voortdurend op een bepaald doel at',
zoodat zij geen zijsprongen konden maken.
Maar achter alles --u,, d toch steeds datu'ene,
wat hij zijn oog niet toestond ie zien, zijn geo!
niet toentond reh Voer te siellon, en zoodra
hij, \eruioeid door dv marteling en door de
voortdurende s;.?inning, zijn L'edaehten voor
een oogenblik vrij liet. si ir m ion zij alle. als
paarden die ontsnapt /iin ;.an de zweep van
den temmer, op d.t eene verboden onderwerp
af en zeiden :
Achter u loopt rustig, aulomatiseli, een
weinig voorover gebogen, een man met een
zwarte das en zwart glacéhandschoenen ; hij
loopt door elke straat, waardoor gij loopt,
hij volgt u op den voet, hij dringt zich in
uw denken, hij ma; telt u, hij ruïneert u".
Soms, wanneer hij in zijn kamer alleen
was, stiet de dokter een schrillen lach uit.
Kuïnecreu ? Kan dan d > eerste de beste
mensch een ander ruïneeren, door eeuwig
achter hem aan te loopen ? Dat was een al
te krankzinnig denkbeeld. Het was allemaal
onzin. Maar groole (,ud, wal wou die man
dan toch van hem ?
De inspanning, zijn gedachten altijd en
eeuwig weer af te leiden, kon Dr. Vetter
op deu duur niet uithouden. Hij werd
daardoor, zooals hij zichzelf bekende, nog
zenuwachtiger, dan wanneer hij de zaken
maar op haar beloop liet. Zijn weerstands
vermogen verslapte. Op oen goeden dag keek
hij toch weer om; en hij zag den vreem
deling als altijd op het trottoir aan de over
zijde, op ongeveer twintig meter af stands.
Hij gaf zich geen moeite meer, zijn gedachten
op iets anders te richten. Die bewogen zich
nu eeuwigdurend om n en hetzelfde punt:
wat wil die man ?
1732 opgerichte PhiladelphiaLibraryCompany
is, zooals Franklin zelf zegt, de moeder van alle
subscription libraries" in Amerika gewor
den. Deze zijn in vele gevallen weer de oor
sprong geweest van werkelijke public libra
ries", die voor iedereen toegankelijk zijn.
In 1793 telde Amerika 35 openbare (d. w. z.
niet-particuliere) bibliotheken met 75,000
boekdeelen, in 1891 waren deze getallen
respectiavelijk 3,803 en 31,1157,35-4.
Deze bibliotheken worden meestal door de
gemeenten in stand gehouden, in zeer tal
rijke gevallen echter is door ruime schen
kingen dit onderhoud den gemeenten van de
schouders genomen.
Boston bezit de grootste openbare biblio
theek der wereld. De stad geeft jaarlijks een
millioeu mark hier voor uit. II et aantal inwoners
bedraagt ongeveer evenveel als te Amsterdam.
In 1893 werden door de staatsbibliotheek van
New-York in Albany, die ouder leiding staat
van Melvil Dewey, opgericht reizende biblio
theken (Travelling Libraries), die boeken aan
elke gemeente zenden, die dit verlangt. Reeds
iu het eerste jaar gaf de staat daarvoor uit
/ 120,000. In 1898 bedroeg het aantal uit
geleende reizende bibliotheken 540. Andere
staten hebben New-York hierin gevolgd. In
't geheel telde Amerika den l Mei 1898
reeds 1057 reizende bibliotheken met 73,558
boekdeelen.
Bekend is Carnegie's aandeel in den steun
aan openbare bibliomeken. Niet minder dan
14,4 miliioen gld. heeft hij er voor uitgegeven.
Engeland. Drie Kngelsuhe steden betwis
ten elkander da eer de eerste openbare biblio
theek bezeten te hebben : Bristol, Londen en
Manchester. De eerste stammen uit de 17e
eeuw, enkele reeds uit de 15e.
In Kn;elanl zijn het ook
arbeidersvereenigingen, die zich beijveren bibliotheken tot
stand te brengen. / .o be,:at in 1808 de
Londensche vakverecnighig dir let terzet Iers
eene bibliotheek van ongeveer 0000 boek
deelen.
Bezitten de meeste be?cha;ifJe sinten tegen
woordig voiksbiblhuheken, nergens zijn ze
zoo goed ingericht on nergens bezitten ze
zoo'n omvang als in Kngeland en in eenige
staten van Amerika.
l u 1849 kwam in Engeland eene wet op
de bibliotheken tot stand (Kwart- bul). De
eerste bibliotheek, die onder de bepalingen
dezer wt t opgericht werd, was die te
Manehester in 1852. Andere steden volgden spoedig.
l'er jaar worden iu Londen ruim l miliioen
boeken uit bibliotheken UT leen gegeven,
terwijl on_'ö\eer -i.'.^.uoi) bo ?* ! e n de
boekerijen zeil worden opgeslagen.
Ook in Schotland, evenals in Amerika,
bevinden zich (bevonden zich althans)
ri-'zt il"'.: bibliot/,, keii. De/e dateeren reeds, van
1817. Kik van deze bibliotheken bestond uit
50 boekdee en en b'eef 2 jaar lang op eene
'h.us ooi d;iu verder ie réhen" en door een
andere opgevolgd te worden. Om de zaak
tiiiancieel mjjrelijk te maken, werd in een
j'iiar plaatsen e.'n klein hies'jeld gevorderd 2'.i.
Dergelijke plaUe'.nndsbibl.o.heken v, aren
destijds in het eigenlijke Kngeland nog niet
mogelijk wegens de onoaf.\ ikkeidhei l (.Ier
bevolking.
Ook nu nog zie; het er met hot. bibliotheek
wezen op het Kug.'lsciie platteland treurig uit.
Jn Dn.-tit -l./ii.nl is de stoot tot do, oprichting
van biljüot'iekcn waarschijnlijk uitgegaan
l i Mi-schion geef ik n-'g eens een verkorte
bewerking van (ir. Se.iuitze's boek, zooveel
mogelijk aangevuld tot c-p heden, in afzon
derlijk geschrift uit altijd, als er een uit
gever voor te vinden is. De belangstellende
lezer kan daar dan meer uitvoerige
meuedeelingen vinden over volksbibliotheken.
2) Ook Mn onze K. V. wordt lees^-eld ge
vraagd, u.l. l cent per boek.
Het zoudor'ingsie van alles was. dat. de
dokter zich Ivjn-i nog onbehagelijke!' voelde,
wanneer zijn trawant oen enkelen keer eens
ontbrak. Dan zocht hij op eiken hoek van
de straat raar hem, dan was hij vervuld
met een do;i'e drukkende angst, alsof de
vieem leling iets anders, iets ergers tegen
hem in d -n zin had. >So:ns greep hij met
beide handen zijn hoofd beet: Watgebeint
er dan toch met mij ? Ik bon toch niet
krankzinnig? Ik vei beeld mij toch niet, dat
die man mg vervolgt, hij vervolgt mij
immeis werkelijk ?
Juist in dezen lijd h-H-rschte er
eendiphteritis epidemie iu de stad. die tallooze
slaclitol!' rs maakte onder de kinderen. Dr.
Vetior beleefde nu d-Ugen", waarnaar hij
alt ij'l verlangd had. n.h, dat ooi; vele
welgc.-toM<i mon.-c'ien nem lieten roepen, om
door zijn bekwaamheid hun lievelingen te
redden. Maar terwijl hij gehoor gaf aan die
oproepingen, terwijl hij tot zich /.eii zeide
dat zijn ru-.teloo :e i j1.'e r nu meer en meer
goud'-n vnieiiien bogou te dragen, voelde i ij
met angst en sehril;, hoe zijn kracht en hel
derheid van geest langzamerhand begonnen
ie viMiiiiiden-n. De gedaeóte rum zijn
zwijgoieb-n V'., r v< 'l^er Ver\\oest!e ui!es il! hem,
zooals een vergiftige paddestoc l alle leven iu
zijn omgeving doodt. Hij hal niet meer de
maent, z;jn g-MJi'.eliten te eoju ; ntreer; n; (.p
d : meest beslistende oogeiiblikkcn. bij ope
raties, hij besprekingen met collega's, bij
angstige \ riiLen van 011 Iers en bloedverwanten
van .len ;.iekte stond plotseling hel heel.l
van den vreemdeling voor bom, kiek hem
met koude, starre oogen a m, verlamde hem,
na;n ai z;jn oplettendheid in besla.', maakte
hem onzeker. Hel kwam voo:1, dat hij tien
vragen, die uien htm dei d kalm en beslist
als vroeger beantwoordde, doch dat zich over
de elfde vraag heen '-en andere schoof: wat
wil d.u re.au \au mij en waarom heeft hij
onder duizenden juist mij uitgezocht'.'
Dan was liet mis. i l ij stotterde, werd ver
legen, kon den patiënt geen vertrouwen
moer inboezemen en wist geen antwoord te
geven.
Ken je ziek?'' had een collega hem eens
gevraagd. Hij had dit levendig ontkend. Maar
hij voelde duidelijk hoe de meouiiig, dat hij
waarschijnlijk ziek wa-", ook door anderen
werd gedeeld, hoe hij mh.der \\ord geroepen,
hoe zelfs vaste, patiënten hem afvallig weiden.
Kn de vreoselijko gedachte kwam bij hem
op, dat op deze wij/e het werk van zijn
gehcele leven kon mislukken, alleen door dien
nen man. Zijn prikkelbaarheid groeide aan
tot wanhoop. Toen hij weer eens in een
aanzienlijk huis mid ion in het onderzoek
van zijn patiënt overvallen werd door d;e
cne martelende gedachte, toen hij noujuist
in staat was zich te bedwingen het onderzoek
ten einde te brengen en een paar vragen te
beantwoorden, alles onzeker, weifelend, zonder
van Luther. Hij gaf den raad gute
Librareien oder Bücberhauser" op te richten. In
eenige steden werden toen, misschien inge
volge dezen raad, bibliotheken tot stand ge
bracht, in Hamiurg bv. in 1529. Gedurende
den 30-jarigen oorlog gingen ze weer te niet.
In den aanvang der 18e eeuw treffen we weer
in sommige plaatsen openbare bibliotheken
aan. Deze stonden vaak met kerken of scho
len in verbinding. In 1828 werd de eerste
openbare boekerij, bestemd voor alle lagen
der bevolking, opgericht en wel te
Grossenhaiii i. S.
In de omgeving van Grossenhain werden
ook reizende bibliotheken opgericht. In 1839
werd daarmede begonnen. Spoedig telde men'
reeds een l (i-tal dorpen, die er aan deelnamen
en waar door ongeveer 500 boekdeelen rond
reisden".
Wat den omvang van het bibliotheekwezen
in DuiUehland aangaat, in IS95 tolde o.a.
Berlijn 27 volksbibliotheken met 105,798
boekdeelen, llannover 12 volksbibliotheken
met 11,934 boekdeeleu. Leipzig 5 volksbiblio
theken met 9050 boekdeelen.
In Belgiëziet het met de volksbibliotheken
nog treurig uit. De organisatie deugt niet,
volgens dr. Schultze, wat tengevolge heeft,
dat slechts een beperkt getal personen er
gebruik van maakt. Het aantal bibliotheken
is echter betrekkelijk groot. De voornaamste
zijn als volgt over de verschillende provin
cies verdeeld : in Antwerpen 10, Brabant 19,
West-Vlaanderen 3, Oost-Vlaanderen 4, He
negouwen 44, Luik 42, Limburg 3, Luxem
burg 9 en Namen 4.
In de dorpen is de onderwijzer gewoonlijk
de bibliothecaris.
Iu eiinnarken schijnen heel wat bibliothe
ken op het platteland aanwezig te zijn, in
1889 telde men van 1(597 kerspelen 1080, die
eene volksbibliofheek bezaten. Ook reitriidf
bi.bti'i/lu':t'ii zijn in Denemarken niet onbekend.
l' iilniid telt zoowel op het platteland als
in de steden boel wat openbare bibliotheken.
De hoofdstad ilelsingfors bezit eene boekerij
van meer dan 18.000 boekdeelen. Op het
phvtelaml be.-tonden in 1889 00(5, iu 1S95
ongeveer 800 vo'ksbi iliothaken.
Ia /?'/?<!/(/.i-?'/'/.? was de eerste bibliotheek,die
ook voor anderen toegankelijk was, die van
Mazarin, die in 1004 besloot zijne, rijke
boekenj verzameling een dag por week open te stellen.
De Revolutie ha i het ontstaan van grootere
bibliotheken ten gevolge.
Ook in KtMukivk zijn tekende bib!;uiiiektn
niet onbekend.
li.it aantal volks- en sch.oo'bibliotheken
bedraagt in Krankrijk waarschijnlijk tegen
de -10.01)0, waarvan verreweg het grootste
aantal door de gemeen:en of tien staat onder
houden wor It, terwijl slechts ongeveer 12ooO
aan veret nigingen behooicn. Wat de uitgaven
voor bibliotheken aangaat, in 1895 gaf de s'ixd
l'arijs daarvoor 2:;4 700 francs uit.
Op I.hitcnd. bestaan we! geenu
volksbib'iiotheivcti, maar er zijn boeren, die boekerijen
bezitten en de boeken aan dy buren ter leen
geven.
I u Jlu'/i bestaan neg weinige volksbibli
theken.
Wat Xctlt'i-laiid betreft, wijst dr. Schultze
op wat gedaan is door de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen.
In X'i<»-n-i'y<',< is in de laatste jaren een groote
verbetering van het bibliotheekwezen waar
te nemen. Niet alleen bestaan in verschil
len Ie steden bibliotheken, ook in tal vau
dorpen treft men ze aan. Zoo bestonden in
1873 reeds iu 254 kerspeleu gemeentelijk -j
bibliotheken.
In O isli'iirijk wordt van gemeentewege
weinig voor bibliotheken gedaan. Waar op
het platteland veel gelezen wordt, is dit te
danken aan de volksbiblioth.-ken door
particulieien opgericht.
HflttflIlüllllMHIIIEmlIlllllllllllllllllllllllllHltllMIIIIIMIililllllllMlllmlII
overtuigende kracht, on toen hij daarna,
terwijl hij de met dikke loopers belegde
happen alliep, niet kon nalaten tot zichzelf
te zeguen, dat men hier zijn diensten waar
schijnlijk nooit meer zou verlangen,
toen huiverde hij plotseling van het hoofd
tol de voelen. 7nn gelaat vertrok zich
kiampaclrig. Hij leunde tegen de balustrade aan
alsof hij dronken was. Ku een vrees.t-li.jke
woede greep hem aan togen den
vreemdeliii'_', den duivel die hem systematisch stap
voor s'ap naar een afgrond van wanhoop
en ellende toedreef.
M-'t grof.te sprongen verscheiden treden
te i-'eljk nemend, liep hij de trap af. Hij
kwam op straat. Niemand te zien. Maar \ijl'
minuten later voelde hij duidelijk, dat zijn
trawant achter h^m liep. Toen beroofde zijn
f.'ocde hem van zj'u bezinning. Hij sprong
op don man toe. greep hom bij zijn jas beet.
..Mijnheer, waarom vervolgt gij mij ? Ik
laat u gevangen nemen, lic sla u dood....
schurk !...."
Zijn stem klonk hccsch. wanhopig. Jn een
oog,\eiik bad zich een oploop om hen heen
verzan ie:d,
.. l/.u'.t mij aNtub'ii'l'L los." zeide de
vroemdc!;:;g niet. zijn koude ook nu nog ubijd
o\ e:i kaïno' s'em. Met harden spot sciioneii
de i:o.,-!e oogt u oji den aanvaller neer ie
zien. Oiiwiih keurig liet dr. Vetter zijn handen
zakken. ,,\'oor het getocht zullen wij elkaar
we! nader sproken. Kr zijn hier personen
aanWezig, die z.eko! we! zullen getuigen, dat
gij mij zonder eenige reden hebl bedreigd
en heleedigd.'
.,(iood". bra :ht dr. Vttter mot moeite
uit. 11 ij had ook nu weer hel gevoel,
alsof niet de vreemdeling, maar hij zelf
de m deriaag had geleden. Iu maehtelooze
woode balde hij de vuisten. Dien dag
legde hij geen bezoeken meer af. Moedeloos
en verlaten bleef hij iu /iju kamer zitten.
Zijn vrouw bracht zijn d x'litertje bij hem.
dat hij zoo hartelijk lief hal. Hij wilde liet
kind niet zien. Den gebeden nacht lag hij
wakker, hoewel hij zich doodmoe en als
gebiokeil voelde.
Toen de -/aak voor liet gerecht kwam, be
vonden zich verschei lene doktoren op de
voor hei publiek bestemde plaats. Ook de
vrouw van Dr. Vetter was aanwezig. De
aanklager was de vijf-en-vijftig jaar oude
rentenier Otto Schubrink dio nog geen von
nis te zijne laste had. Hij vertelde, hoe de
zaak zich had toegedragen on de beklaagde
gaf toe, dat zijn verhaal juist was. Het
verhooren der getuigen was dus overbodig.
Toen de rechter vroeg, wat de beklaagde,
die toch een beschaafd man was tot zijn
verontschuldiging luid aan te brengen, bleef
het een oogenblik stil. Toen begon Dr. Vetter
te spreken. Dagen lang bad hij alles wat hij
wilde zeggen woord voor wiord overdacht
Een zeer rijke bibliotheek bezit het stadje
Zwittau, een geschenk van een geboren
Zwittauer, Oswald Ottendorfer, die in Amerika
rijk geworden is.
In Rusland is het met de voll^Dibliotheken
treurig gesteld, niet te verwonderen in een
land, waarin het aantal analphabeten nog
zeer groot is.
In Zweden treft men even als in Engeland
in een reeks van steden bibliotheken aan,
door arbeidersverenigingen in stand gehou
den. Zoo bestaat in Stockholm de
Stockhol.n? Arbetareiustituts Bibliothek" met 2000
boekdeelen.
In geheel het land moeten tegen de 3000
volksbibliotheken bestaan met een totaal van
l miliioen boekdeelen.
In Z'vitterland staat het niet zoo goed met
de volksbibliotheken als men verwachten zou.
De laatste statistiek hierover dateert van
1872 en telt 760 volks- en 823 kinder
bibliotheken.
Van Hongarije valt weinig goeds in zake
volksbibliotheken mee te deelen.
Behalve wat over Amerika gezegd is, zullen
we, om niet te uitvoerig te worden, over
landen buiten Europa hier niets meedeelen.
II a v e 11 e. B. BYMIIOLT.
c/ltclaims
40 cents per regel.
MiiiimiiMMUimimiMiimMMMUiMiiliutilliMMilnHiliiilliiiuiiiiiiinu
EHT
berlahnsteïi/;
>HoofddepSt te AMSTERDAM: Kalverstraat 15',
K. F. DEUSCHLE-BENGER.
fitimililliiiitilHiniMiliiiilllllMimtlintni
en herhaald. Maar nu het beslissende
oogenbuk gekomen was dwarrelde alles in zijn
hoofd dooreen als kaf voor den wind. Onder
den invloed van de nabijheid van dien man,
onder den drukkenden blik van die oogfn,
die nu ook weer half prikkelend, half
verlammend op hem werkte, spande hij
te vergeefs al zijn krachten in, om zijn
gedacliten te coneentrecren. Hij leed bij hetgeen
hij vertel Ie; voor do derde maal voe'do hij
duidelijk, dat hij ook hier weer de nederlaag
zou lijden. Het kostte hem moeite uit zijn
woorden te komen en zijn verhaal te doen.
Hoe hij het eerst voor toeval had gehouden
dat deze hier altijd overal geweest was, waar
hij liep; hoe hij zich er van overtuigd had,
j dat hit met op/.et gesehb-dde. hoe die. voort
durende vervolging hem had geprikkeld,
zenuwachtig gemaakt, gekweld; hoe hij den
heer S'diubrink zonder resultaat had aange
sproken: hoe d:i vraag, wat toch eigenlijk
de bedoeling van dien man was, en wat hij
van hem wilde, hem geheel in beslag had
genomen : hoe hij zelf on zijn praktijk er
on Ier led.-n; hoe zijn pijniger zonder eenige
! naspeurbare rtden hem systematisch den weg
van wanhoop en ondergang opdreef. Die
iaatste woorden klonken als een onderdrukte
kreet, < >nder de doktoren die zich in do
zaak bevonden, ontstond < enige beweging;
e!e jonge, mevrouw Vetter zag doodsbleek.
Kn aller aandacht richtte zich op den
a:mj kiau'er die onbewegelijk had loegeluisterd,
j en op de vraag wat hij te /.eggen had, met
i zijn kimden, rusligen stem antwoordde:
; ik betaal mijn liolis'.ing evenals ieder
ander, en kan dailroni ook naar mijn eigen
'.roeil hinken gebruik maken van do in
dienst van her verkeer staande straat.
Daar ik toevallig vlak tegenover den be
klaagde woon, is het gemakkelijk te
verj klaren, dat hij mij dikwijls ziet en dat wij,
' evenals honderd andere menschen. dikwijls
j deuzdfd'.'n weg loopen. Bovendien ben ik
l om verschillende redenen een ijverig wan
delaar. Ik sta 's morgens om acht uur op,
blijf tot tien uur thuis, en ga dan uit. Toe
vallig heeft de beklaagde tot tien uur
spreekuur en gaat daarna eveneens uit. Kn
's middags gaat het ook zoo. Verder heb ik
den beklaagde alleen nog maar te vragen,
of ik hem ooit, hetzij door in bet oog vallend
tixeeren, hetzij d <or aanstooten of door iets
legen hem te zeggen of door naast hem te
gaan loopeu, heb lastig gevallen."
Xeen, neen neen!" rif p dr. Vetter uit.
Dat is liet juist. Altijd liep hij op het andere
trottoir, altijd op tamelijk grootcn afsiand,
altijd "
Kn plotseling viel bom iets in. Mijnheer
Schubrink heeft mij ns zeer scherp en in
't oog loopend gf-lixeerd. En dat wel dadelijk
nadat hij tegenover r>:ij is komen wonen."
(Slot volgt).