De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 16 juli pagina 2

16 juli 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1464 schenkomst ingeroepen der autoriteiten maar wat zouden autoriteiten daaraan kun nen doen? Dat kan alleen geregeld worden op de zelfde wijze als thans de arbeidsvoor waarden zijn geregeld in het bouwvak te Amsterdam, door het vaststellen der arbeids voorwaarden namens beide partijen, op de naleving waarvan ook beide partijen con trole oefenon. "Welnu op dien weg, den eenigen om de talrijke, waarlijk ernstige grieven op te lossen, en een eenigszius liltjvenden toestand te verzekeren, is thans blijkbaar een stap gezet. In het laatste nummer Van De Hacenarlcider wordt op in 't oog vallende wijze medegedeeld: Door het bestuur der Alg. Havenarbeiders-vereeniging zijn niet de heeren patroons onderhandelingen aange knoopt, ten einde een uniformen loonstandaard in onze haven door te voeren en verschillende dier heeren hebben hun mede werking in dezen toegezegd." "VVelnu dit noem ik een verheugende tijding! In een hoofdartikel deelt de heer "Wessels mede, dat het veel moeite kost, sommige patroons tot onderhandeling te bewegen. Ja, wie de groote werkgevers hier kent, zal dat begrijpen. Er is met de grootste cargadoors-firma's in contact getreden, die zich bereid hebbeu verklaard, tot eone oplossing mede te werken. Het bestuurder Alg. Havenarbeiders-vereeniging zal thans een concept-loonstandaard ontwerpen, die door de patroons overwogen en daarna ge zamenlijk onderteekend zal worden. Dat noem ik voor de Kotterdamsche haven een goid ding! Het komt hier vooral aan op de mede werking van de patroons! Anderzijds ook op de aanwezigheid van een goede orga nisatie van arbeiders waaraan met rusteloozen ijver wordt gewerkt. En wanneer men dan ziet hoe in 't laatste No. van de Haceiuirbeider er met vreugde over wordt gesproken, dat wellicht zonder strijd een regelmatige toestand verkregen zal worden, wie zou dan nog durven beweren dat deze georganiseerden niet alles doen, om langs minnelijken weg de grieven pp te lossen Daartoe van de andere zijde medo te werken is een dure plicht van eiken werk gever, dio, behalve zijn eigen, direct be lang, ook het algemeen belang in 't oog houdt. Rotterdam, Juli 1903. X. Zooals deu lezer bekend kan zijn, bestaat er in ons laad eene organisatie, il e lichciule Volksbibliotheek, die er naar streeft ook de bewoners van het platteland, ja deze vooral, van lectuur te voorzien Z:jn wij hier pas begonnen (begin 1903), andere landen zijn ons al ver vooruit. Over buiteijlandsche volks bibliotheken is het, dat ik bier iets wensch mee te deelen. Ik pnt volgend.s gegevens uiteen in 1900 verschenen werk van dr. Ernst Schultze: l<'rcie iijfentliche Bibliotheken, Volkibibliotheken und Lesehallen. Daar van dit om vangrijke werk (302 pag.) nog geen herdruk verschenen is, worden we slechts bekend niet wat op bibliotheekgebied tpt stand kwam tot het jaar 190(1. In de. Inleiding klaagt de schrijver over titiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiiiiii tlltlMlllllllllllltlIIIIIIIII cfmilkbn. DE VREEMDELING. Naar liet Duitucli, van CARL BTSSE. II. Weer gingen eenige dagen voorbij. Bernhard Vetter werd in dien tijd een geheel ander man d in hij geweest was. Hij kon eenvoudig niet meer werken. Het liefst zat hij zonder iets uit te voeren in zijn kamer. In al zijn gedachten drong de vreemdeling zich in. Kr viel onmogelijk meer aan te twijfelen, dat die man opzettelijk achter hem aanliep. Hij zag hem overal. Hij had overal den zwijgend?, volstrekt niet op hem letteuden en hem toch onophoudelijk vervolgenden metgezel achter zich. liet was op den duur iets om gek van te worden! Altijd zijn hersenen af te pijnigen met de vraag : Wat wil die man ? Altijd rond te loopen met het bewustzijn : zoi-.der merk bare redenen loopt er iemand als je schaduw achter j>' aan zoo iets kon geen sterveling uithouden. De dokter voelde hoe zijn onrust en zenuw acht i.; bei d langzamerhand zoozeer toenaimn, dat zelf» zijn patiënten liet op merkten. Hij voeld-.', dat hij een eind moest maken aan die zaak. Kn op een morgen nam hij zich voor, den vreemdeling, liet kostte wat. het wilde, rekenschap te vragen van zijn handelwijze. Hij deed h,-t. .Maar reeds terwijl hij op hem toeging had hij een vaag bewustzijn, dat hij niets anders zou bereiken, dan zich te blanieeron. Doch dat deed er niet toe. 11 ij kon noch wilde zich terugtrekken. Hij r.aiu dus i.ijn hoed af. stelde ?ieh voor en ze/de : Ik meen opgemerkt te hebben, dat u mij sedert geruimen tijd op al mijn gangen volgt. Dat ik mij hierin vergis is volkomen buiten gesloten en daarom verzoek ik u vriendelijk, niet te beginnen met het te ontkennen. Wilt u du3 zoo goed zijn, mij te vertellen of u het een of ander van mij wenscht? Is dat niet het geval, dan moet ik u dringend ver zoeken, een einde te maken aan deze zonder linge vervolging." De vreemdeling hoorde hem aan. Hij was langer dan Dr. Vetter en keek hem met zijn zwarte oogen, die iets stars en levenloos hadden, koel en onafgewend aan. Daarop antwoordde hij met een koude, rustige, min of meer eentonige stem: Ik begrijp u niet, mijnheer. Ik heb u nooit lastig gevallen en overigens maak ik gebruik van de straten, zooals ik dat verkies. Ik heb de eer u te groeten l" Hij nam, ook weer met iets automatisch in zijn bewegingen, zijn hoed af en ging verder. Dr. Vetter mompelde een paar onverstaan bare woorden, werd rood, en sloeg haastig het vervliegen van de op de lagere school opgedane kennis. Heeft hij natuurlijk in 't bizonder het oog op Duitschland, voor Neder land geldt zijne opmerking niet minder. En ons herhalingsonderwijs geeft in deze bitter weinig. Ten eerste omdat het aantal uren, dat er aan besteed wordt, veel te weinig is en ten tweede omdat slechts een zeer klein getal oud-leerlingen der lagere school aan het herhalingsonderwijs deelneemt. Zoo zijn er dorpen, waar de lagere school een 150 il 200 leerlingen telt, terwijl van het herhalingsonderwijs gebruik wordt gemaakt door slechts 12 a 15 leerlingen. Een groot veld ter bewerking ligt hier open voor de volksbibliotheek. De jongen en het meisje, die thuis niet kunnen gemist worden om de herhalingsschool te bezoeken, hebben nu en dan wel een uurtje over voor liet lezen van een boek. Onze Reizende Yolksbibluitlteek kan dan ook op vrij wat meer succes wijzen dan het herhalingsonderwij s. We hebben niet te klagen over gebrek aan sympathie, wel over een slecht voorziene kas. Dank baar voor wat aan de R. V. geschonken is na rnijn verzoek om steun in De Amsterdammer van 2 Out. 1.1. en in het Sociaal Weekblad van 9 Nov. 1.1., belet geldgebrek ons 1och te vol doen aan nieuwe aanvragen tot oprichting van bibliotheken. In vorige artikels heb ik er op gewezen, dat er bij het volk behoefte bestaat aan lectuur. Ook dr. Schultze betoogt dit. Hij spreekt zelfs van Bildunishuuger". Mag men de sterkte van dien honger afmeten naar het aantal boekhandelaren, dat er in tracht te voorzien, dan blijkt, dat hij in de laatste honderd jaren enorm is toegenomen. Zoo bedroeg in 1795 het totaalaantal van de in Duitschland wonende en . et deze in ver binding staande buitenland-ene boekhande laren slechts 332, terwijl in 1840 dit getal in Pruisen alleen 741 was en in l.S'.lövoor geheel Duitschland 8017. W.tt het aantal boeken aangaat van de pers gekomen, dit bedroeg voor Duitschland in 17SU 2115 (waaronder nog 198 latijns.che), in 1830 in de Duitsche taal 5920, in 18(50 9490, in 1880 14.173 en in 1893 23,739. De toenemende leeshonger, die uit deze getallen duidelijk spreekt, verslindt rnaaral te vaak alles wat maar aangeboden wordt. In een vorig artikel reeds wees ik op de culportage-literatuur. Ook dr. Schultze spreekt ervan: Wel zijn slechte b leken ten allen tijde gelezen geworden, en zuilen waarschijn lijk ook zoo spoedig niet uitsterven, omdat er zeker nog lang menschen nvt een bedor ven smaak zullen bestaan. Maar dat (lui zende menschen, in wie de kiem voor de ontwikkeling van een goeden smaak aanwezig is, zich jaar uit jaar in met de slechtste schandliteiatuur afgeven, omdat zij geene betere ter beschikking hebben, dat is eeu de oude eeuw opgedrukt brandmerk, waar van wij de nieuwe eeuw zoo spoedig mogelijk moeten trachten te bevrijden. Of is het geene schande, dat (vo'ge.n-- eeue de.-kundige schat ting; in Duitschland en Oostcni ijk 45,000 coiporteurs met sensatie-romans hun beroep uitoefenen, van v, ie. ongeveer 20 miliioen menschen van het volk van denkers en dichters" hun geestelijk voedsel betrekken?" Wat blijft er anders over, vraagt dr. Schultze terecht, dan het oprichten van openbare bibliotheken ? Nog op tal van andere gronden dan de reeds aangevoerde bepleit dr. S. de nood zakelijkheid en het nut ervan. Met het oog op de plaatsruimte zal ik hier echter niet verder op ingaan, l! Hier volgen nog e. ni^e bizonderheden over volksbibliotheken in enkele landen. Amerika (Vereen!gde Staten van No'iri!-). De eerste openbare bib'iothekcn danken hun ont staan aan Benjamin Frank'in. De in het jaar yMllllliHlllHiiiiiiinilllllimiiiiiiiiiiiiiiMniiiiiniiniiiiiiiiiiiimiimiiiMt de tegenovergestelde richting in. Niet de woorden, die de min gesproken had, hadden hem onzeker gemaakt, maar de koele ooge.ii, die hem onafgewend hadden aangestaard en hem tegelijkertijd geprikkeld en vt-ilamd hadden. Ken opheldering had hij niet ge kregen. Duch mtssebien yMn zijn optreden toch niet zonder uitwerking blijven en den vreemdeling ertoe brengen zijn zonderlinge handelwijze te staken. Maar wat er ook ge beuren mocht: hij besloot zoo noodig al zijn veel bewon derde energie erop te concent ree ren, den vreemdeling eenvoudig te negeeren. Doch slechts al te gauw kwam hij tot de ontdekking, dat in dit opzicht zijn beroemde ener_'ie heiu totaal in den steek liet. Wel ia waar kon hij zichzelf ertoe dwingen cp straat voortdurend regelrecht voor zich uit te kijken, maar het was hom onmogelijk, zijn «'dachten eveneens in be dwang te houden, l lij deed wanhopige. pogingen ertoe. l i ij gaf zich zelf een onderwerp op om oud -rweg over te den ken. Hij telde do menschen, die hij tegen kwam. Hij maakte berekeningen mei groote getallen, en joeg op de-ze wij/o zijn ge dachten voortdurend op een bepaald doel at', zoodat zij geen zijsprongen konden maken. Maar achter alles --u,, d toch steeds datu'ene, wat hij zijn oog niet toestond ie zien, zijn geo! niet toentond reh Voer te siellon, en zoodra hij, \eruioeid door dv marteling en door de voortdurende s;.?inning, zijn L'edaehten voor een oogenblik vrij liet. si ir m ion zij alle. als paarden die ontsnapt /iin ;.an de zweep van den temmer, op d.t eene verboden onderwerp af en zeiden : Achter u loopt rustig, aulomatiseli, een weinig voorover gebogen, een man met een zwarte das en zwart glacéhandschoenen ; hij loopt door elke straat, waardoor gij loopt, hij volgt u op den voet, hij dringt zich in uw denken, hij ma; telt u, hij ruïneert u". Soms, wanneer hij in zijn kamer alleen was, stiet de dokter een schrillen lach uit. Kuïnecreu ? Kan dan d > eerste de beste mensch een ander ruïneeren, door eeuwig achter hem aan te loopen ? Dat was een al te krankzinnig denkbeeld. Het was allemaal onzin. Maar groole (,ud, wal wou die man dan toch van hem ? De inspanning, zijn gedachten altijd en eeuwig weer af te leiden, kon Dr. Vetter op deu duur niet uithouden. Hij werd daardoor, zooals hij zichzelf bekende, nog zenuwachtiger, dan wanneer hij de zaken maar op haar beloop liet. Zijn weerstands vermogen verslapte. Op oen goeden dag keek hij toch weer om; en hij zag den vreem deling als altijd op het trottoir aan de over zijde, op ongeveer twintig meter af stands. Hij gaf zich geen moeite meer, zijn gedachten op iets anders te richten. Die bewogen zich nu eeuwigdurend om n en hetzelfde punt: wat wil die man ? 1732 opgerichte PhiladelphiaLibraryCompany is, zooals Franklin zelf zegt, de moeder van alle subscription libraries" in Amerika gewor den. Deze zijn in vele gevallen weer de oor sprong geweest van werkelijke public libra ries", die voor iedereen toegankelijk zijn. In 1793 telde Amerika 35 openbare (d. w. z. niet-particuliere) bibliotheken met 75,000 boekdeelen, in 1891 waren deze getallen respectiavelijk 3,803 en 31,1157,35-4. Deze bibliotheken worden meestal door de gemeenten in stand gehouden, in zeer tal rijke gevallen echter is door ruime schen kingen dit onderhoud den gemeenten van de schouders genomen. Boston bezit de grootste openbare biblio theek der wereld. De stad geeft jaarlijks een millioeu mark hier voor uit. II et aantal inwoners bedraagt ongeveer evenveel als te Amsterdam. In 1893 werden door de staatsbibliotheek van New-York in Albany, die ouder leiding staat van Melvil Dewey, opgericht reizende biblio theken (Travelling Libraries), die boeken aan elke gemeente zenden, die dit verlangt. Reeds iu het eerste jaar gaf de staat daarvoor uit / 120,000. In 1898 bedroeg het aantal uit geleende reizende bibliotheken 540. Andere staten hebben New-York hierin gevolgd. In 't geheel telde Amerika den l Mei 1898 reeds 1057 reizende bibliotheken met 73,558 boekdeelen. Bekend is Carnegie's aandeel in den steun aan openbare bibliomeken. Niet minder dan 14,4 miliioen gld. heeft hij er voor uitgegeven. Engeland. Drie Kngelsuhe steden betwis ten elkander da eer de eerste openbare biblio theek bezeten te hebben : Bristol, Londen en Manchester. De eerste stammen uit de 17e eeuw, enkele reeds uit de 15e. In Kn;elanl zijn het ook arbeidersvereenigingen, die zich beijveren bibliotheken tot stand te brengen. / .o be,:at in 1808 de Londensche vakverecnighig dir let terzet Iers eene bibliotheek van ongeveer 0000 boek deelen. Bezitten de meeste be?cha;ifJe sinten tegen woordig voiksbiblhuheken, nergens zijn ze zoo goed ingericht on nergens bezitten ze zoo'n omvang als in Kngeland en in eenige staten van Amerika. l u 1849 kwam in Engeland eene wet op de bibliotheken tot stand (Kwart- bul). De eerste bibliotheek, die onder de bepalingen dezer wt t opgericht werd, was die te Manehester in 1852. Andere steden volgden spoedig. l'er jaar worden iu Londen ruim l miliioen boeken uit bibliotheken UT leen gegeven, terwijl on_'ö\eer -i.'.^.uoi) bo ?* ! e n de boekerijen zeil worden opgeslagen. Ook in Schotland, evenals in Amerika, bevinden zich (bevonden zich althans) ri-'zt il"'.: bibliot/,, keii. De/e dateeren reeds, van 1817. Kik van deze bibliotheken bestond uit 50 boekdee en en b'eef 2 jaar lang op eene 'h.us ooi d;iu verder ie réhen" en door een andere opgevolgd te worden. Om de zaak tiiiancieel mjjrelijk te maken, werd in een j'iiar plaatsen e.'n klein hies'jeld gevorderd 2'.i. Dergelijke plaUe'.nndsbibl.o.heken v, aren destijds in het eigenlijke Kngeland nog niet mogelijk wegens de onoaf.\ ikkeidhei l (.Ier bevolking. Ook nu nog zie; het er met hot. bibliotheek wezen op het Kug.'lsciie platteland treurig uit. Jn Dn.-tit -l./ii.nl is de stoot tot do, oprichting van biljüot'iekcn waarschijnlijk uitgegaan l i Mi-schion geef ik n-'g eens een verkorte bewerking van (ir. Se.iuitze's boek, zooveel mogelijk aangevuld tot c-p heden, in afzon derlijk geschrift uit altijd, als er een uit gever voor te vinden is. De belangstellende lezer kan daar dan meer uitvoerige meuedeelingen vinden over volksbibliotheken. 2) Ook Mn onze K. V. wordt lees^-eld ge vraagd, u.l. l cent per boek. Het zoudor'ingsie van alles was. dat. de dokter zich Ivjn-i nog onbehagelijke!' voelde, wanneer zijn trawant oen enkelen keer eens ontbrak. Dan zocht hij op eiken hoek van de straat raar hem, dan was hij vervuld met een do;i'e drukkende angst, alsof de vieem leling iets anders, iets ergers tegen hem in d -n zin had. >So:ns greep hij met beide handen zijn hoofd beet: Watgebeint er dan toch met mij ? Ik bon toch niet krankzinnig? Ik vei beeld mij toch niet, dat die man mg vervolgt, hij vervolgt mij immeis werkelijk ? Juist in dezen lijd h-H-rschte er eendiphteritis epidemie iu de stad. die tallooze slaclitol!' rs maakte onder de kinderen. Dr. Vetior beleefde nu d-Ugen", waarnaar hij alt ij'l verlangd had. n.h, dat ooi; vele welgc.-toM<i mon.-c'ien nem lieten roepen, om door zijn bekwaamheid hun lievelingen te redden. Maar terwijl hij gehoor gaf aan die oproepingen, terwijl hij tot zich /.eii zeide dat zijn ru-.teloo :e i j1.'e r nu meer en meer goud'-n vnieiiien bogou te dragen, voelde i ij met angst en sehril;, hoe zijn kracht en hel derheid van geest langzamerhand begonnen ie viMiiiiiden-n. De gedaeóte rum zijn zwijgoieb-n V'., r v< 'l^er Ver\\oest!e ui!es il! hem, zooals een vergiftige paddestoc l alle leven iu zijn omgeving doodt. Hij hal niet meer de maent, z;jn g-MJi'.eliten te eoju ; ntreer; n; (.p d : meest beslistende oogeiiblikkcn. bij ope raties, hij besprekingen met collega's, bij angstige \ riiLen van 011 Iers en bloedverwanten van .len ;.iekte stond plotseling hel heel.l van den vreemdeling voor bom, kiek hem met koude, starre oogen a m, verlamde hem, na;n ai z;jn oplettendheid in besla.', maakte hem onzeker. Hel kwam voo:1, dat hij tien vragen, die uien htm dei d kalm en beslist als vroeger beantwoordde, doch dat zich over de elfde vraag heen '-en andere schoof: wat wil d.u re.au \au mij en waarom heeft hij onder duizenden juist mij uitgezocht'.' Dan was liet mis. i l ij stotterde, werd ver legen, kon den patiënt geen vertrouwen moer inboezemen en wist geen antwoord te geven. Ken je ziek?'' had een collega hem eens gevraagd. Hij had dit levendig ontkend. Maar hij voelde duidelijk hoe de meouiiig, dat hij waarschijnlijk ziek wa-", ook door anderen werd gedeeld, hoe hij mh.der \\ord geroepen, hoe zelfs vaste, patiënten hem afvallig weiden. Kn de vreoselijko gedachte kwam bij hem op, dat op deze wij/e het werk van zijn gehcele leven kon mislukken, alleen door dien nen man. Zijn prikkelbaarheid groeide aan tot wanhoop. Toen hij weer eens in een aanzienlijk huis mid ion in het onderzoek van zijn patiënt overvallen werd door d;e cne martelende gedachte, toen hij noujuist in staat was zich te bedwingen het onderzoek ten einde te brengen en een paar vragen te beantwoorden, alles onzeker, weifelend, zonder van Luther. Hij gaf den raad gute Librareien oder Bücberhauser" op te richten. In eenige steden werden toen, misschien inge volge dezen raad, bibliotheken tot stand ge bracht, in Hamiurg bv. in 1529. Gedurende den 30-jarigen oorlog gingen ze weer te niet. In den aanvang der 18e eeuw treffen we weer in sommige plaatsen openbare bibliotheken aan. Deze stonden vaak met kerken of scho len in verbinding. In 1828 werd de eerste openbare boekerij, bestemd voor alle lagen der bevolking, opgericht en wel te Grossenhaiii i. S. In de omgeving van Grossenhain werden ook reizende bibliotheken opgericht. In 1839 werd daarmede begonnen. Spoedig telde men' reeds een l (i-tal dorpen, die er aan deelnamen en waar door ongeveer 500 boekdeelen rond reisden". Wat den omvang van het bibliotheekwezen in DuiUehland aangaat, in IS95 tolde o.a. Berlijn 27 volksbibliotheken met 105,798 boekdeelen, llannover 12 volksbibliotheken met 11,934 boekdeeleu. Leipzig 5 volksbiblio theken met 9050 boekdeelen. In Belgiëziet het met de volksbibliotheken nog treurig uit. De organisatie deugt niet, volgens dr. Schultze, wat tengevolge heeft, dat slechts een beperkt getal personen er gebruik van maakt. Het aantal bibliotheken is echter betrekkelijk groot. De voornaamste zijn als volgt over de verschillende provin cies verdeeld : in Antwerpen 10, Brabant 19, West-Vlaanderen 3, Oost-Vlaanderen 4, He negouwen 44, Luik 42, Limburg 3, Luxem burg 9 en Namen 4. In de dorpen is de onderwijzer gewoonlijk de bibliothecaris. Iu eiinnarken schijnen heel wat bibliothe ken op het platteland aanwezig te zijn, in 1889 telde men van 1(597 kerspelen 1080, die eene volksbibliofheek bezaten. Ook reitriidf bi.bti'i/lu':t'ii zijn in Denemarken niet onbekend. l' iilniid telt zoowel op het platteland als in de steden boel wat openbare bibliotheken. De hoofdstad ilelsingfors bezit eene boekerij van meer dan 18.000 boekdeelen. Op het phvtelaml be.-tonden in 1889 00(5, iu 1S95 ongeveer 800 vo'ksbi iliothaken. Ia /?'/?<!/(/.i-?'/'/.? was de eerste bibliotheek,die ook voor anderen toegankelijk was, die van Mazarin, die in 1004 besloot zijne, rijke boekenj verzameling een dag por week open te stellen. De Revolutie ha i het ontstaan van grootere bibliotheken ten gevolge. Ook in KtMukivk zijn tekende bib!;uiiiektn niet onbekend. li.it aantal volks- en sch.oo'bibliotheken bedraagt in Krankrijk waarschijnlijk tegen de -10.01)0, waarvan verreweg het grootste aantal door de gemeen:en of tien staat onder houden wor It, terwijl slechts ongeveer 12ooO aan veret nigingen behooicn. Wat de uitgaven voor bibliotheken aangaat, in 1895 gaf de s'ixd l'arijs daarvoor 2:;4 700 francs uit. Op I.hitcnd. bestaan we! geenu volksbib'iiotheivcti, maar er zijn boeren, die boekerijen bezitten en de boeken aan dy buren ter leen geven. I u Jlu'/i bestaan neg weinige volksbibli theken. Wat Xctlt'i-laiid betreft, wijst dr. Schultze op wat gedaan is door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. In X'i<»-n-i'y<',< is in de laatste jaren een groote verbetering van het bibliotheekwezen waar te nemen. Niet alleen bestaan in verschil len Ie steden bibliotheken, ook in tal vau dorpen treft men ze aan. Zoo bestonden in 1873 reeds iu 254 kerspeleu gemeentelijk -j bibliotheken. In O isli'iirijk wordt van gemeentewege weinig voor bibliotheken gedaan. Waar op het platteland veel gelezen wordt, is dit te danken aan de volksbiblioth.-ken door particulieien opgericht. HflttflIlüllllMHIIIEmlIlllllllllllllllllllllllllHltllMIIIIIMIililllllllMlllmlII overtuigende kracht, on toen hij daarna, terwijl hij de met dikke loopers belegde happen alliep, niet kon nalaten tot zichzelf te zeguen, dat men hier zijn diensten waar schijnlijk nooit meer zou verlangen, toen huiverde hij plotseling van het hoofd tol de voelen. 7nn gelaat vertrok zich kiampaclrig. Hij leunde tegen de balustrade aan alsof hij dronken was. Ku een vrees.t-li.jke woede greep hem aan togen den vreemdeliii'_', den duivel die hem systematisch stap voor s'ap naar een afgrond van wanhoop en ellende toedreef. M-'t grof.te sprongen verscheiden treden te i-'eljk nemend, liep hij de trap af. Hij kwam op straat. Niemand te zien. Maar \ijl' minuten later voelde hij duidelijk, dat zijn trawant achter h^m liep. Toen beroofde zijn f.'ocde hem van zj'u bezinning. Hij sprong op don man toe. greep hom bij zijn jas beet. ..Mijnheer, waarom vervolgt gij mij ? Ik laat u gevangen nemen, lic sla u dood.... schurk !...." Zijn stem klonk hccsch. wanhopig. Jn een oog,\eiik bad zich een oploop om hen heen verzan ie:d, .. l/.u'.t mij aNtub'ii'l'L los." zeide de vroemdc!;:;g niet. zijn koude ook nu nog ubijd o\ e:i kaïno' s'em. Met harden spot sciioneii de i:o.,-!e oogt u oji den aanvaller neer ie zien. Oiiwiih keurig liet dr. Vetter zijn handen zakken. ,,\'oor het getocht zullen wij elkaar we! nader sproken. Kr zijn hier personen aanWezig, die z.eko! we! zullen getuigen, dat gij mij zonder eenige reden hebl bedreigd en heleedigd.' .,(iood". bra :ht dr. Vttter mot moeite uit. 11 ij had ook nu weer hel gevoel, alsof niet de vreemdeling, maar hij zelf de m deriaag had geleden. Iu maehtelooze woode balde hij de vuisten. Dien dag legde hij geen bezoeken meer af. Moedeloos en verlaten bleef hij iu /iju kamer zitten. Zijn vrouw bracht zijn d x'litertje bij hem. dat hij zoo hartelijk lief hal. Hij wilde liet kind niet zien. Den gebeden nacht lag hij wakker, hoewel hij zich doodmoe en als gebiokeil voelde. Toen de -/aak voor liet gerecht kwam, be vonden zich verschei lene doktoren op de voor hei publiek bestemde plaats. Ook de vrouw van Dr. Vetter was aanwezig. De aanklager was de vijf-en-vijftig jaar oude rentenier Otto Schubrink dio nog geen von nis te zijne laste had. Hij vertelde, hoe de zaak zich had toegedragen on de beklaagde gaf toe, dat zijn verhaal juist was. Het verhooren der getuigen was dus overbodig. Toen de rechter vroeg, wat de beklaagde, die toch een beschaafd man was tot zijn verontschuldiging luid aan te brengen, bleef het een oogenblik stil. Toen begon Dr. Vetter te spreken. Dagen lang bad hij alles wat hij wilde zeggen woord voor wiord overdacht Een zeer rijke bibliotheek bezit het stadje Zwittau, een geschenk van een geboren Zwittauer, Oswald Ottendorfer, die in Amerika rijk geworden is. In Rusland is het met de voll^Dibliotheken treurig gesteld, niet te verwonderen in een land, waarin het aantal analphabeten nog zeer groot is. In Zweden treft men even als in Engeland in een reeks van steden bibliotheken aan, door arbeidersverenigingen in stand gehou den. Zoo bestaat in Stockholm de Stockhol.n? Arbetareiustituts Bibliothek" met 2000 boekdeelen. In geheel het land moeten tegen de 3000 volksbibliotheken bestaan met een totaal van l miliioen boekdeelen. In Z'vitterland staat het niet zoo goed met de volksbibliotheken als men verwachten zou. De laatste statistiek hierover dateert van 1872 en telt 760 volks- en 823 kinder bibliotheken. Van Hongarije valt weinig goeds in zake volksbibliotheken mee te deelen. Behalve wat over Amerika gezegd is, zullen we, om niet te uitvoerig te worden, over landen buiten Europa hier niets meedeelen. II a v e 11 e. B. BYMIIOLT. c/ltclaims 40 cents per regel. MiiiimiiMMUimimiMiimMMMUiMiiliutilliMMilnHiliiilliiiuiiiiiiinu EHT berlahnsteïi/; >HoofddepSt te AMSTERDAM: Kalverstraat 15', K. F. DEUSCHLE-BENGER. fitimililliiiitilHiniMiliiiilllllMimtlintni en herhaald. Maar nu het beslissende oogenbuk gekomen was dwarrelde alles in zijn hoofd dooreen als kaf voor den wind. Onder den invloed van de nabijheid van dien man, onder den drukkenden blik van die oogfn, die nu ook weer half prikkelend, half verlammend op hem werkte, spande hij te vergeefs al zijn krachten in, om zijn gedacliten te coneentrecren. Hij leed bij hetgeen hij vertel Ie; voor do derde maal voe'do hij duidelijk, dat hij ook hier weer de nederlaag zou lijden. Het kostte hem moeite uit zijn woorden te komen en zijn verhaal te doen. Hoe hij het eerst voor toeval had gehouden dat deze hier altijd overal geweest was, waar hij liep; hoe hij zich er van overtuigd had, j dat hit met op/.et gesehb-dde. hoe die. voort durende vervolging hem had geprikkeld, zenuwachtig gemaakt, gekweld; hoe hij den heer S'diubrink zonder resultaat had aange sproken: hoe d:i vraag, wat toch eigenlijk de bedoeling van dien man was, en wat hij van hem wilde, hem geheel in beslag had genomen : hoe hij zelf on zijn praktijk er on Ier led.-n; hoe zijn pijniger zonder eenige ! naspeurbare rtden hem systematisch den weg van wanhoop en ondergang opdreef. Die iaatste woorden klonken als een onderdrukte kreet, < >nder de doktoren die zich in do zaak bevonden, ontstond < enige beweging; e!e jonge, mevrouw Vetter zag doodsbleek. Kn aller aandacht richtte zich op den a:mj kiau'er die onbewegelijk had loegeluisterd, j en op de vraag wat hij te /.eggen had, met i zijn kimden, rusligen stem antwoordde: ; ik betaal mijn liolis'.ing evenals ieder ander, en kan dailroni ook naar mijn eigen '.roeil hinken gebruik maken van do in dienst van her verkeer staande straat. Daar ik toevallig vlak tegenover den be klaagde woon, is het gemakkelijk te verj klaren, dat hij mij dikwijls ziet en dat wij, ' evenals honderd andere menschen. dikwijls j deuzdfd'.'n weg loopen. Bovendien ben ik l om verschillende redenen een ijverig wan delaar. Ik sta 's morgens om acht uur op, blijf tot tien uur thuis, en ga dan uit. Toe vallig heeft de beklaagde tot tien uur spreekuur en gaat daarna eveneens uit. Kn 's middags gaat het ook zoo. Verder heb ik den beklaagde alleen nog maar te vragen, of ik hem ooit, hetzij door in bet oog vallend tixeeren, hetzij d <or aanstooten of door iets legen hem te zeggen of door naast hem te gaan loopeu, heb lastig gevallen." Xeen, neen neen!" rif p dr. Vetter uit. Dat is liet juist. Altijd liep hij op het andere trottoir, altijd op tamelijk grootcn afsiand, altijd " Kn plotseling viel bom iets in. Mijnheer Schubrink heeft mij ns zeer scherp en in 't oog loopend gf-lixeerd. En dat wel dadelijk nadat hij tegenover r>:ij is komen wonen." (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl