De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 23 juli pagina 10

23 juli 1905 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD-VOOR NEDERLAND. No. 1465 10 pCt. van het statutaire kapitaal gestort. Zoo ook bij de Haariemsche. Op het aan deelenkapitaal van 1.5 millioen is anderhalve ton gestort. Voor de uitkeering van de 13M pCt. dividend is derhalve slechts een netto winst van -ruim ?20.000 noodig. Na aftrek van eenige afschrijvingen is de nettowinst ruim ? 41.000. Voor interest werd ? 47.000 en aan provisie ? 23 000 geboekt. Geheel zonder risico is die winst echter niet ver kregen. Tienmaal moest de bank tot executie overgaan, waarbij evenwel geen verlies werd geleden. Op twee ingekochte panden moest echter ruim ? 5000 afgeschreven worden. Aan den regel voor het evenwicht tusschen het bedrag der hypotheken en dat der in omloop zijnde pandbrieven is voldaan. Dat bedrag is ruim 11 millioen. Hypotheken werden verleend tegen een rentevergoeding van 4 30 pCt., terwijl de bank bijna hoofdz ikelyk 4 pCt. pandbrieven- in omloop had. Voor een reservefonds is gezorgd. Daaraan is ruim / 7000 toegevoegd. Dat fonds, op 31 Dec. j.l. ongeveer ? 75000 groot, is bijna geheel belegd in effecten, die in het ve si ig worden genoemd. Een lijst van de aandeel houders die voor het nog te storten gedeelte * aansprakelijk zijn is op aanvrage ten kantore der bank verkrygbaar. Voor de beoordeeling van de soliditeit van de hypotheekbanken dient o. m. ook op deze gegevens te worden gelet. Door velen wordt daarom ook publici teit van de namen dier aandeelhouders gewenscht geacht. Nog van meer beteekenis achten anderen publiciteit van de namen der taxateurs van elke hypotheekbank. De balans en de winstrekening zijn door 'n in stituut-accountant ondert eekend. De Zeeuwsche Hypotheekbank, eenige weken geleden, besproken, heeft niet vijftien malen maar vijf keeren gebruik moeten maken van haar onherroepelijke volmacht tot verkoop van het verbonden vaste goed. 'k Zie in deze rubriek de aandeelen North W. and Pacific vooruitgesprongen van 298% tot 330 pCt. De winstbewijzen konden van 143 tot 159>2 avanceeren. Bij de Am. diversen is eenige verminde ring te constateeren voor 'Ie c. v. a. Am. Car en Foundry (van 36?fi tot 3»%), voor de pref.van LOOK tot99!K,voordeCoiuinonsNewOrleans(van 20% tot 11%), en voor de gewone Steels (van 34%« tot 33%). De prior Hen Maxwell's .konden de rijzing van de vorige weken voortzetten tot ruim 100 pCt. Tegen we'ken koers zouden de houders hunne certi ficaten kunnen afstaan? Voor zoover de ge brekkige opgave gegevens verstrekken, zou voor den terugkoop beschikbaar zijn bijna 90 pCt. Hierbij moet evenwel in aanmerking worden genomen, dat de verkooper bovendien zal ontvangen 900 restantbewijzen, die mis schien nog op ruim 13 pCt. gttaxeeerd kunnen worden. Zeer wenschelijk is 't dat het administratiekantoor nadere inededeelingen doet. Ook voor zooveel mogelijk wat betreft de overgebleven bezittingen en onder nemingen. Met het oog op de mogelijke intrekking van de lappen", waarna voor de income-bondd en de shares eerst aanspraak op uitkeering mag worden gemaakt. De prolongatierente is nog '21A pCt., evenals de vorige week en de cijfers van de laatste weekbalans van de Ned. Bank wijzen op eene ruime geldmarkt. Dat is in de eerste p aats voor de hoofdsoorten van beteekenis. Ooi deze reden is de vasten koers voor veel Europeesche en Amerikaansche staatsfondsen ?verklaarbaar. Bovendien doe ik opmerken, dat voor den dienst tot 30 Juni I.I., van de Venezuelaansche schuld reeds de noodige gelden aan het Dis conto Gesellschaft zijn geremitteerd. En de betere koers voor de Coluinbianen geeft aanleiding tot de mededeeling, dat op de algemeene vergadering, die 26 Juli a s. voor de Council of foreign bondholders is uitge schreven, de reorganisatie der staatsschuld zal behandeld worden. Japan ging voort, althans volgens de be richten, rnet glorierijke overwinningen. Maar ook met het opnemen van vele millioenen, zoodat de koers der 4 pCt. obligatiën van 1899 zelfs nog wat afbrokkelde. De fondsen der russische stakkers hielden zich bijzonder goed. 't Is gelukkig, voor debiteuren en crediteuren beiden. Het moge Witte gelukken spoedig vredesonderhandelingen met succes te leiden, 't Is noodig, n voorden russischen staat n voor de russische maatschappij n eveneens voor de crediteuren van het moscovitische rijk. Voor een andere hoofdsoort, die der am. sporen, zijn ditmaal weinig veranderingen te constateeren. De fractioneele veranderingen zijn meer naar den verkeerden, dan naar den opgaanden kant. De Illinois Centraal heeft 3 pCt. plus een extra-dividend van een half percent op de aandeelen geannonceerd. Bij de kleine groep der mijnbouwmaat schappijen, zie ik een verdere voortgang van de rijzende beweging van da Kw. Soemalata en wel tot 81 pCt., na een rijzing gedurende de vorige week van 72 tot 76. De eert. van de 10 pCt. obl. Ned. Ind. Mijnbouwmij ver beterden van 72 tot 77, de aacd. N'. Celebes njijnbouwmpij van 20 tot 27, dito Fagoeat van 19 tot 21 en dito Kedjang Lebong van 341 tot 345. Ietwat zwakker genoteerd zijn. de Soemalata's en de 5 pCt. obl. Limb. Steen kolenmijnen. Ten slotte zij den houders van obl. Ned. Tramwegmpij de opmerking gemaakt dat het wenschelijk is toe te passen het oude en beproefde Eendracht maakt macht" ten bate van hunne belangen, nu de waarschijn lijkheid wordt meegedeeld van de nietbetaling der Augustus- en September-coupons. Amsterdam, i Buseum, Borneo", D. STIGTER. Eerste vacantieweek' Arm. l! ijk. Doodanii. Een zonderling opschrift, waarde lezer, en toch niets dan de waarheid. Als ge de goed heid hebt verder te lezen, zal u dat helemaal duidelik worden. Ze waren arm, zeven jaar geleden, toen ze trouwden. Een sober, och zoo'n sober inboedeltje was hun hele hebben en houden. Opgewekt trokken ze in hun kleine huisje, want ze waren gezond en sterk, vol hoop op de toekomst. Hoe levendig herinner ik me, toen nu bijna zeven jaar geleden het toeval me in hun woning bracht, hoe vol ijver het vriendelike jonge vrouwtje in haar kraakzindelik kamertje zat achter de naaimachine: zij zou er wat bij verdienen, ja en behalve naaien moest ze ook voor de tuin zorgen. Hun hoop werd niet beschaamd. Ze werk ten vlijtig, waren zuinig en .... twee jaar later deed 'n koe z'n intocht in het achter deel van hun huisje. Wat 'n vermeerdering van werk, van zorg, maar ook van geluk. Hun vlijt en spaarzaamheid verdubbelde en hoe wel ook het aantal monden aan vies, zorg voor het nodigste kenden ze niet. En nu lezer, verzoek ik u ineens te sprin gen naar de Zondagmorgen van 9 Juli j.l. We bevinden ons voor 'n knappe arbei derswoning met schuurtje, gelegen aan de Achterweg, een zandweg aan de zuid kant van ons dorp. Hier wonen tans onze j- ngelui van zeven jaar geleden. Naast het huis, in het gras zit de moeder met haar drie kinderen; vader is van huis, die is bij de westerboer" in de hooiingè. Als ge de woning binnentreedt vindt ge 'n knappe inboedel, de kleerkast is goed voorzien, de naaimachine prijkt op 'n mooi" tafeltje in een hoek. En in den stal... vindt ge twee koeien, twee varkens, een kalf; 't schuurtje is gevuld met hooi. Deze mensen, waarde lezer, z//ra rijk, rijk door eigen inspanning en spaarzaamheid. Buiten zit noch altijd ons vrouwtje,'n brief iu de hand, van haar man : 't is alles goed met hem, met 'n veertien dagen zal hij thuis komen. Zich verheugende in dit vooruitzicht, hoort ze ineens de kreet van haar vijf jarig zoontje: mem, der is bran yu 'e skoarre'." (Moeder daar is brand in de schuur). Ik spaar u de rest. Als ge n uur later weer komt, vindt ge niets dan 'n puinhoop, alles is weg, alles.' Wanhopig starend zit buiten, geleund tegen 'n boom de arme moeder, haar jongste kind op de schoot, de twee andere tegen haar geleund. Buren zijn uitgetogen om den man op te halen. Medelijdende lezers, nu zijn ze doodarm. Wilt ge helpen deze mensen weer rijk" te maken? Zend dan uw bijdrage aan een der Heeren: Y. W. Freikema, burgemeester, H. H. Zwart, wethouder, Ds. A. de Vries, pred. b/d H. G., K. V. Jongsma, opzichter van de H.H. Com-' pagnons, of aan ondergeteekende. Appelscha, 10 Juli 1905. H. B HOUWER, h. e. Sch. MAe Yormifig. Dramatische schets in c n tooneel. Het tooneel verbeeldt het dek van een stoomboot in de Egeï'sche zee. De stuur man op de uitkijk. Eeiiige passagiers, waaraan sommige kennelijk klassiek gevormd, andere kennelijk niet-klassiek gevormd, loopen rond met pas ontvangen koppen koffie in de hand. De stuurman (komt van de voorsteven naar de kaartenhut, waar de kapitein een slaapje doet, en klopt) : Kagtein ! Kapteiu ! \Ve hebben Tetnedos vooruit. Kapitein (wakker wordende, van uit de hutj : Best stuurman. Ik kom dadelijk bij je. Klassiek gevormd passagier (drinkt de heift van zijn koffie, krijgt daarna plotseling een idee en vraagt aan de stuurman): Welke kant is Tenedos, stuurman ? Stuurman (wijst voor zich uit). Tenedos, meneer, hier vlak vóór tot daar aan stuur boord. 'k Heb niet veel tijd, meneer. \Ve moeten uitkijken. (Gaat met de kapitein naar de voorsteven). Klassiek gérormd passagier (stelt zich in postuur en deklameert enthousiast, daarbij aanhoudend met de uitgestrekte kop kotlie naar de horizon aan stuurboord wijzende): Est in conspectu Tenedos notissima faui-t Insula, duin Troüiu civitas et regna manebant, Nunc tantum sinus et statio male iida carinis. N'iet klassiek gevormd passagier (applaudisseerend): Bravo ! Heel mooi gezegd ! . .. Een Latijnsche speech.' KL ger. paus. Een speech niet zoo zeer. maar wel eenige regelen uit een Latijnsch dichter, die hier zoo bizonder toepasselijk zijn, dat ik niet nalaten kon ze even te laten hooren. A7, kl. gev. pass. A zoo! En mogeu we ook vragen, wat de beteekenis is van die versregels? KI. gcr. pass. (min of meer ontstemd): Wel zeker, meneer. Met genoegen. De beteekenis is ongeveer dit : In 'i gezicht is Tenedos, een eiland zeer bekend door de faam, zoo lang de stad en de heerschappij der Trojanen nog in wezen waren, nu niets meer dan een zeeboezem en een kwalijk vertrouwbare lig plaats voor de kielen. Met kielen bedoelt de dichter de schc/mi. X. l;l. ger. pa?s. Ah zoo ! Is dat de be teekenis? La belle cJtose r/ue de sarah- </ue/</>ii e/ioxc, zou de bourgeois gtntïHinmiiie- van Molière zich uitdrukken. .. . Gul gezegd, vond ik het eigenlijk nog een beetje mooier, toen ik de beteekenis niet wist. K l. gt-r. p/tsx. liet eigenaardige karakter van de klassieke lettervruchten openbaart zich hier juist bizonder duidelijk. In deze meesterlijke verzen.. . . V. kl. ger. pass. Help me dan onthouden, waarde heer, dat ik die klassieke lettervruch ten vooreerst iilet ga bjstudeeren. K', ger. p/isf. Men moest do klassieke meestersverken eigenlijk nooit vertalen. Dat vertaltn is de dood. Als men ze zcr> geheel ongedwongen in 't oorspronkelijk leest of voordraagt, dan voelt en beseft men de schoon heid ten volle. Die regels, die ik aanhaalde, zijn ook bepaald uniek mooi. Ze zijn als een heerlijk elixir van poëzie, dat nooit zijn kracht verliest, hoe dikwijls en hoe lang het ook dienst doet. Vooral die aanhef Ent m canspectu Tenedos. 't Is onverbeterlijk, subliem l Est in conspectu Tenedos (steeds naar dezelfde richting zwaaiende). Stuurman (die voorbijkomt met een kijker, die hij uit de kaartenhut gehaald heeft met de hand aan zijn pet): Ekskezeer meneer, maar as uwe Teenedos moet hebbe, dat hebbeme op 't moment aan bakboord. Zoo meteen zijn we gedraaid. Kl. gev. .pass. (zich naar bakboord keerende en naar die richting zwaaiende) : Est in con spectu Tenedos. (Herhaalt dezelfde woorden nog eenige malen met steeds klimmend pathos). N. kl. gev. pass. En dat Ic.teekent. .. , Kl. ger. pass. (weer sterk ontstemd) De vertaling is bij uitstek nuchter, 't Is alleen dit: Tenedos ligt in 't gezicht", niets meer dan dat. N. kl. gev. pass. Dus eigenlijk presies het zelfde, wat onze stuurman daar zoo langs z'n neus weg zei: We hebben Tenedos vooruit." Kl. gev. pass. (bepaald boos wordend): Juist meneer, presies hetzelfde, maar datzelfde ge zegd op onvergelijkelijk scJ.oone wijze Duo si dicunt.. . . Pardon .' N. kl. gev. pass. Help me onthouder, waarde heer, dat ik die klassieke lettervruchten..., Kl. gev. pass. Bij de meesterwerken van de oude letterkunde ligt haast altijd het mooiste juist in het onvertaalbare element, dat wil zeggen in datgene, wat men bij de lezing in 't oorspronkelijk inwendig voelt en beseft, maar dat bij elke vertaling spoorloos verdwijnt.__ Ar. k!, gev. pass. Ah ja. Nee. Ja wel. Nee. O ja. Ja wel zeker. Zoo zal 'et 'em zitten... A propos, waarde heer, we krijgen de zon bepaald naar deze kant. Onder de zonnetent zal 't lekker zijn. Me dunkt, dat ik de dames daar ook al zie. De niet klass. gev. pass. neemt de klass. gev. pass. onder de arm. en geleidt hem tot onder de zonnetent. De overige passagiers volgen langzaam. Een der achtersten zegt ondertusschen halfluid: Zou dat onvertaalbare in die klassieke meesterwerken, dat eigenlijk liet mooiste is van de heele boel, niet eigenlijk voor een goed gedeelte gelegen zijn in ... 't bij uitstek heerlijke opslurpen van eiccn-ijdelheii's- en ciycn-inbeeldingsvrudttrit ? (Het gezelschap vereenigt zich met de dames op het achterdek onder dezonnerent. Terwijl daar het gesprek over andere onder werpen legint, valt de gordijn). Den Haag, Juni 1905. LKONTIDEUS. MiiMiiimiiimiiimiiiiitMiimiiim CHELTSJES 05 G-L Ik ga hier in ons stadje voor een heer door en daar kan ik me iios* al goed mee vereenigen. Kijke menschen zijn altijd meer in m'n smaak gevallen dan arme en onder netjes aangekleede heeren voel ik me beter op m'n gemak dan bij schooiers en sjofelen. Of dat nu goed of verkeerd is, weet ik niet. Of het een dwaas vooroordeel of een leelijke karaktertrek van me is, daar wil ik heelemaal niet over nadenken. Maar 't zit in het bloed en ik wil me niet anders voor doen dan ik beu. 't Schijnt toch wel wat in onze familie te zitten. Mijn vader was ook altijd door-en-door een heer en van mijn oom Karel heef: hij me dikwijls een geschiedenis]'e verteld, dat mij reeds als jongen buitengemeen frappeerde. Door samenloop van omstandigheden, placht hij te zeggen, bedroeg Oom Karels kapitaal zekeren keer niet meer dan de som van n gulden. En wat denk je nu wel, dat hij daarmee deed '."' Het was natuurlijk niet te raden. Welnu, hij kocht daarvoor deu nieuwen herzienen druk van een Handboek der \Vellevendheid, die pas was verschenen. U'ant hij zocht altijd omgang in de netste kringen. Dat zoo in 't voorbijgaan. We hebben hier onder mekaar zoo'n aar dig clubje. Met z'n vijven weet-je, en je ziet ons eiken Zondag. Vijf heeren op een rij wandelend in de zondagslucht, allemaal ge stokt, gehoed, geboord en gemanchet. Het is gezellig, verbazend gezellig. Ik geloof precies te weten, wat dat arme volk dan vaii ons denkt. \\ ij vertoonen iu alles voor hen de kenmerken van welopge voede, fatsoenlijke heeren. Als ze naar ons kijken, dan kijken ze over een afstand heen en als ze over ons denken, dan denken ze tegen een hoogte op. En al vloekeu ook som migen van hen op de kapitalisten en spre ken brutaal-verhell'end van 't arbeidersvolk, ik beu er toch van overtuigd, dat de Nederlandsche sjofelen over 't algemeen ontzag en eerbied hebben voor den netten nieusch. Daar ben ik blij om; zoo iets doet me pleizier als ik 's Zondags ga wandelen met glaeé's en de vier anderen. /oo te zitten aan een tafeltje in een hotel voor het raam, farniliaar-gezelligjes, om beur ten een mop vertellend, dat je zit te lachen tegenmekaar, in je snor. Ku dan naar buiten kijken en allerlei dingen opmerken, over de nieuwe telefooripalen, die om stadje zoo'n. halfmillioen-z.elen-achtig voorkomen geven, over dames die voorbijgaan en over volk, over die schooier z'n neus en die z'n bmek en iilosol'eeren over hunne algemeene have loosheid. En soms ook zeggen : Kijk nou die stakker, och L'ct, ja maar vin-je ook niet, zoo'n stakker ! Kn de woorden spritselen over de tafel heen van mond tot mond onder de snorren vandaan. Bogrijp-je, (la's prettig. Alle dagen doen we ons werk, plichtmatig en met toewijding. Kn als we bij-mekaar zijn is er altijd wel wat nieuws om over te kletsen. Want hier in de stad zijn alle menschen mekaars buren. Ik ben nu alleen, ik wandel over de stra ten, door en om en even buiten de stad. Het is Zondagmiddag. Kn nu wüde ik liet je zeggen, zacht, fluisterend, zóó. dat je zou hooren en bijna niet verstaan : Eén kwartje heb ik iu m'n zak. m'n laatste Thuis ligt m'n portenionnaie, iu een lade, onherroepelijk leeg en grijnzend. Maar nu is het getob toch lang genoeg geweest. Bij elke uitgaaf, die mijn financiën vermagerde, groeide het gewicht op m'n borst. Vijf gulden bezitten is niet veel bezitten. En toen ik dat nog had, was ik dan ook onrustig. Telkens liep ik de kamer op en neer en allen die me kennen, weten dat dit weinig goeds beteekent. Mijn onrust nam toe, langzaam, tergend, naarmate m'n geld afnam. Maar 'n mensch houdt dat niet vol. Ik bedoel, zoo week aan week treuriger te worden. Dat kan niet. En toen dan ook mijn naar heid het diepste punt bereikt had, sloeg zij over in wat anders. Nu wandel ik, door de stad, een kwartje. Veel rnenschen komen me tegen. Kijken ze mij zoo aan ? Nee, da's maar verbeelding. Eén kwartje. Wie van al die lui, stuk voor stuk, zou nu denken, dat ik... n kwartje. Niemand, gerust waar, geen enkele. Dus dat is een geheim, mijn geheim, dat ik alleen weet en met mij omdraag. Toch wel leuk. Een kwartje. Mijn schoenen zijn van chroomleer en glim mend, boord en manchetten zijn hagelwit. mijn hoed en kleeren heb ik zorgvuldig ge schuierd. Een kwartje. Een kwartje. Het mid delpunt van de wereld is op 't oogenblik een kwartje. Daar draait alles omheen. Chorus mysticus: Centen, dubbeltjes, kwartjes, guldens Vliegen als de bliksem heen. Kalm wat! Want 't is een geheim. En 't is toch altijd streelend, uitverkoren te zijn uit zooveel lui, om iets te weten, wat niemand weet, of ook maar vermoedt? Zoo tegen het blauwgrijze van de lucht blaas ik kringelende rookwolkjes. Tusschen de vingers van m'n glacéhoud ik de sigaar, 't Is een goeie. Regelmatig tikt m'n wandelstokje op de keien. Eén kwar-tje-vijf-en-twin .... Nee-nee nee. Dat moet nu uit zijn voor goed uit-uit uit. De stok bevestigt het. Kalm wandel ik voort, rechtzinnig en solied. Menschen komen me tegen en velen groe ten me. De barbierfjongen, toevallig, doet z'ri zondagsche pet ver van z'n roode haar af. Halt! Dat is uu om breed over te filosofeeren. Het menschdom is gelijk aan een roodharigen barbiersjongen. De kleuren der revo lutie versieren zijn hoofd, onder z'n pet smeult het en als hij hem afzet, slaat een laaiende brand er uit. Maar z'n handen werken in zeepsop en schuim en 't gewichtigste wat zij ooit tot stand brachten is... een kwartje. Weer mis. Ik had daar heusch een vasten staart van gedachten te pakken, maar mijn grijpkracht laat me in den steek. Daar komt onze burgemeester aan. In de verte nadert hij. Een vriendelijk man, onze burgemeester, dat is algemeen bekend. En mevrouw is be mind bij alle standen. Aanstonds zullen ze mij paaseeren. Hé, dat nu juist ook de burgemeester en mevrouw wandelen, Ze zullen zeker gedacht hebben : 't is niet te warm, een frisch koeltje, net 'tzelfde wat ik ook gedacht heb, een kwartje. Nu moest ik eens de duimen in de armsgaten van m'n vest steken en voor den burgemeester gaan staan en zeggen: burge meester ik heb maar n kwartje in m'n zak, niet een gezicht als een clown, zou u dat wel ooit verondersteld hebben! Terwijl ik mij liet effect van zou iets poog voor te stellen, het gezicht van mevrouw in bizonderheden. . . . Hoedeuafzwaaiing en begroeting. Hoe beperkt is toch de [uenschelijke ken nis, ook die van een burgemeester. Aan ZEds. gezicht was het te zien, dat hij hoe genaamd geen vermoeden liad. Alweer voorbijgangers. En daar, zoo waar juffrouw Van Dalfsen, de dochter van onzen rijksten Wethuuder. Ze is lid van een zangvereeniging, waarbij ik de seeretarisfunctie vervul. Ik zwier mijn hoed af. Ze knikt allerliefst, een kwartje, allerbevalligst, behoorlijk, gracieus, een kwartje. Arme juffrouw, is 't nu niet wat al te erg ? Arme menschen, ah gij geweten hadt, . . . 't is om te huiveren. Thuis ligt m'n porte nionnaie, onherroepelijk leeg en grijnzend. in een la. 't Is orn te jammeren. De Leeie si ad staat vandaag in het teeken der vergis-ing. Een schooier, vuil en sjofel komt op me 1oe, schouderschokkend, uitrekkend de hand : Meneer, asjeblieft een kleinigheid, kan niet werke meneer. . . ." Kn losknoopend de jas, en grijpend met n zekeren tast in ui'n vestzak en met n blik vol aristocratisch medelijden: l'ak aan, maar niet verzuipen hoor ! een kwartje !" Solied wandel ik verder. . . . S. A. IIIHIIlllllllllllllllllltlllllltllllIlIMMIIIIMItllltllllllllllllllllKIHIIimtl 2e Jaargang. 2:'. Juli 1905. Eed.: C. II. BKOEKKAMP, Darnrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Eindspei No. 37. Zaterdag 15 Juli ontvin gen wij de eerste goede oplossing, toegezonden door (f. van Leeuwen, Amsterdam. Wij brengen hulde aan deze kranige oplos ser, temeer omdat vele bekwame amateurs ons verklaarden, na dagen zoeken, do oplossing niet te hebben gevonden. DE PROBLEMIST. (Vervolg). Slaiid van het oiudspel : Zwart twee schij ven, 26 eu 34; wit twee schijven, 10 en 18, dam 22. Wij gaan thans over tot het onderzoeken van de tweede variant en spelen voor zwart 34-4d, nadat de openings :et 22-33 is geschied. Wederom moet ons doel zijn, langs den kortstcn weg de meer genoemde driehoek te vormen en wij zijn hierom vrij wel ver plicht dezelfde voortzetting te volgen, die bij de hoof-1 variant is gebezigd; wij spelen dus w 10-11. Speelt zwart nu 2(1-31 dan komen wij in de reeds behandelde variant terug, omdat zwart aanstonds weder gedwongen wordt zijn beide schijven gelijktijdig als oli'er aan te bieden. Speelt zwart 4H-44, dan komt hij niet meer met de andere schijf over de diagonaal. Hij is dus geforceerd om met -J0-45 te vervolgen. De vraag welke voortzetting thans de beste is, zullen wij nogmaals theoretisch trachten te beantwoorden. Oogenschijnlijk is nu 33-50 de zet, doch dan kan zwart gemakkelijk de diagonaal passeeren met schijf 26, omdat wit met de derde : zet de diagonaal eerst kart bereiken, terwijl 4et vooropgestelde doel, waarmede wij iu de vorige variant een gun stig resultaat verkregen, hierdoor verloren gaat. Brengen wij den dam op 17, dan wordt oogenschijnlijk aan zwart belet om dam te halen op 50, maar wij geven hem de gele genheid om toch de remise af te dwingen, door het volgende: z. 45-50, w. 11-0 of ?, z. 50:11, w. 6:17 en zwart bereikt nog spoe diger de damlijn dan wit. Met 11-6 komen wij tot dezelfde slotsom. Er blijft dus niets anders over dan 11-7, terwijl hiermede het doel tevens behouden blijft. Oplossing van De dubbele rondslag". Wit: 44-40, 50-44, 49-44, 27-21, 7-2, 2-11. Een aardige stand van zwart is thans ver kregen. Wit-1-12, 5-14, 45-34, 37-32. De stand van zwart heeft nu onderstaand prachtig figuur gevormd. V _Nu slaat wit 41:32 (9 schijven) en laat hierna weder onderstaand schoon en regel matig gevormd liguur achter, indien zwart slaat 23:37. Daarna slaat wit 46:5 en alle zwarte schij ven zijn verdwenen. Wij maken den ontwerper ons compliment voor zijn artistieke neigingen op damgebied. Wij ontvingen nog enkele oplossingen waarin zwart beslist verliest, doch dan gaat de dubbele rondslag" geheel verloren en deze te zoeken is juist het doel van den octwerper geweest. (|ok in het eerekruis" zou wit op een andere manier de winst wellicht kunnen afdwingen, doch dan zou van het kruis ook geen sprake meer zijn. Trouwens, in de meeste gevallen zien wij zoo iets ge beuren bij aardigheidszetten, vandaar dat bij de aanbieding tevens het doel van den auteur wordt voorop gesteld. CORRESPONDENTIE-WEDSTRIJD, Tabel der gespeelde zetten van Wit. N IS iSl N 'g 1 ^ -1 g "x" g ( 14 * ^ X "g * ^ t t-1 ! S W . ^ 7" ( CO ? --i 0 ;rH 4- i to : có i ' _tr?_j : w 4-* : to CO : "yY^" 4& : W i c'o ; O : tri JI-H ' rl CO i Cl ! w l ' l ' ; O it-1 j- to | ei i ' .^TT1...1. W ;« .J, CH ; r CO1 ' co ! IO i CC : w ;^ O) : co ; ' -????. t-1 1 w 4-- ! 4* ;' CO ; O : ^ : «H co ; to tO : ?^1 X ! W co ; 'T* ' to i -1 ! W V" Ox ,co. 0 CO o CO _4* o CO o gj "H" 4^ 44^ ~ ^ ?^J CO to o 4^O CO O' to cc to CO «H CO 7^ CO to w '5 h?1 4L~* 4 hO5 "i" CO IO IO cc ^ 4--I 4" w w 1 ^' *. o «H Q 1^. o ' 4* 4K ^ 4-* !?? CO ..?....?.. 10 -I to to K ^ 4 oo Ol «H Q 4?j-i ,^. t-o o ^ 4C5 Oi O hH C_i h*4 CO O CO CO Q ?1 to Li ?^1 hH !?~i *-H L CO f:-1 10 O ^ CO ^2 CO 4K ^ CO ~ c^ CO 'TCj t to cc l?1 O 0 CO IO Cl ^ J_. , v CO O W CO to w ^ CO CO CO 10 ^ o 4x to w ^1 t?j ^ H CO Ol hJ ^ 4CO 1 1 CO cc M « cc C02 hrj £H ht* ""'' * o ----^; * is hj 54 « co ; : ^ : t?d : ' In " ' O 1 i i o : ; t) O T : to : ^1 O . : ' W CO to to cc o 41 1 CO Cl G CO t?L to trj 4 4^ i ? ^ w O: O O to UI ,[. CC ffi * ,[x to c_. CO K^ to w 0 CO t-1 * t?1 IO - 1 IO to ^ 40 CO 4» to o CO CO CO w w 4> 'Cl1 rf1 k?' to Q j?^~i h^ to W «H CO CO te) t-* 4^ ff * CO cti ^5 4to CO * No. Voortzetting van partij : 8. B 34-29, D 23:34, B 40:20, D 15:24 Gedw. 18. C 37-3 1, N 20:37 22.1)37-32,1120:37 42. G 39-34, N 20:37 48. H opgegeven, na den laatsten slag van M. 60. K 43-39, M 34:43 01. L 37-31, B 20:37 02. L 34-29, D 24:33, L 39:17, D 12-21 03. L 31 :22, F 1S:27, L 32.21, P 17:20 ,. 09. M 34-30, E 25:34

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl