Historisch Archief 1877-1940
No, 1466
D E AM S T E R D A MM E R W E E K B L A D VOOR NEDERLAND;
YOOB DAMEjg.
Tir
Wanneer de omstandigheden er toe leiden.
deel te nemen aan het openbare leven, of
men het den plicht "acht van ieder mensch
met voldoende ontwikkeling zulks te doen,
dan schenkt het gemeenlijk bevrediging, is
stellig zeer leerzaam af en toe zich aan de
algemeene zaak Ie geven zonder zelf hande
lend op te treden of zijn stem te doen
hooren. Dan heeft men volle gelegenheid tot
waarnemen, en dringt de blik dieper door
in het wezen der agiteerenden; waardoor de
te maken gevolgtrekkingen veelzijdiger zullen
zijn dan wanneer men een goed deel van zijn
aandacht heeft te vestigen op den vorm,
waarin men zijn mee'mng wensch te uiten.
Een der zaken, waarop sedert e enigen tijd
mijn aandacht zich heeft gevestigd, is Hulp
verstre.kken in het huisgezin'. Welke ramp het
vormt voor den kleinen ma,n, wanneer het
vrouwelijk gezinshoofd door ziekte in de on
mogelijkheid komt haar zware en veelzijdige
taak naar behoor en te vervullen, ligt te dicht
voor de hand, dan dat het kon ontgaan aan
de vele vrouwen, die, door ruimere middelen
meer vrijen tijd hebbende, belangstelling
toonen in het wel en wee der gemeenschap.
Die gezinnen dienen geholpen te worden
en dat door on5»," was baar menschwaardige
gedacht engn n g.
Xa oveiic» werJ er een circulaire
opgefeteiJ, en rondgezon len als proef of er in
dezen rotdo»nde geest verwantschap bestond
om te komen tot de oprichting van een
vereenigmg, z*odat geordend werken mogelijk
zou worden.
Waar ik in die dagen kwam, sfeeds hoorde
ik, nu van oud, dan van jong, de besliste
verklaring: dit is een goede, zaak. Gevolglijk
kwam er voldoende, geld- bijeen, waardoor
onze maatschappij weereen vereeniging rijker
geworden is.
'Niet lang na dit van menschlievendheid
getuigend feit, was ik met anderen samen,
en ook daar werd met niets dan instemming
over de jonge vereeniging gesproken, totdat
een stem deed hooren : ja, maar er is eea
keerzij; ais niet bij uitstex beleidvol te werk
wordt gegaan, kan de vereeniging licht meer
onheil stichten dan heil bewerken." Slechts
verbaasde blifcken vestigden zich op de spreek
ster, die vervolgde: enkele dagen geleden
was ik in een /.it-keninrichting; tij lens mijn
bezoek specMe in de krib naast mijn gunste
ling het volgende zich af.
De vrou v van een gezeten werkman, diep
gedrukt door het vermoeden, dat zij een
langdurig ziekbed zou hebben, kreeg van een
buurvrouw, of kennis, de verzekering dat zij
zich over haar gezin niet bezorgd behoefde te
maken, wij! dames er voor hadden gezorgd,
dat er regelmatig een vrouw zou komen om
al het noodzakelijke werk te doen. Als door
een electrischen stroom getroffen, richtte-de
vrouw zich op: wat een vreemd mensch alle
dagen bij mij over den vloer; ik ken mijn
man dat nooit; ziek of niet ziek, ik moet,
ik wil naar huis", en wat de dokters ook
praatten, zoo hoorde ik heden, ze heeft door
gedreven naar huis te gaan; haar opgewon
denheid was hevig, waardoor ze er nu wel
erger aan toe zal wezen dan dat ze nooit
haar wroning hal verlaten".
Hoe deze zaak voor de betreffende vrouw
ook afloope, het geval stemt tot nadenken
en doet vragen: wie zijn de vrouwen, die
door de vereeniging, dan wel door particu
lieren, ter hulp verstrekking worden uitge
zonden ? Zijn het vrouwen, waarvan met vol
doende zekerheid te zesïgen valt, dat zij zedelijk
hoog genoeg staan oui niet ten slot te in te
willigen, wat haar ook toegevoegd moge
worden door een man, die gedwongen ont
beert, wat hij wenscht te genieten en wien
zelfs ingeprent werd zich dit niet te kunnen
ontzeggen zonder mogelijke schade voor zijn
gezondheid? Wordt dit gevaar niet genoeg
zaam overwogen dan kan het hulp rerstrekkin
in liet gezin, Jicht heel wat kwaad stichten
in menig arbeiderswoning, want vergeten wij
niet: hoe anders geschoold ook de vrouw,
de natuur is evenmin in haar niet te dooden ;
zij, zoo goed als de man, kent de hartstocht.
Met het oog op deze waarheid, zou het
UIT DB NATUUR
CXVI. Twee prachtwerken.
Niet het minst aangename van mijn werk
voor dit weekblad is de omstan iigheid dat
ik zoo nu en dan een verrassing thuis gezon
den krijg in den vorm van een mooi boek
werk ; het inliggend briefje met verzoek om
bespreking tempert de blijdschap wel eens;
maar voor wat, hoort wat. Valt het werk mij
tegen dan spreek ik er verder niet over, of
't moest een beslist schadelijk boek zijn en
die sturen ze je toch niet licht. En is 't een
prachtwerk, hetzij in den zin van plaatwerk,
of door zijn beteekenis voor wetenschap en
practijk dan is 't mij soms een behoefte en
een genot er van te vertellen.
Van deze beide genres van prachtwerk heb
ik onlacgs een exemplaar ter aankondiging
ontvangen. Al voor een maand : Species and
var leliën. Their origin uy mutation, hij Ilugo de
Vries, en verleden week Onze Rozen, door
F. J. van Uildriks.
Het eerste wilde ik tot de vacantie bewa
ren, ik was van plan het als een soort
vacantie-cursu-i te beschouwen, die ik zou gaan vol
gen en met meer gemak en minder kosten
dan een te Jena of te Luik. Maar ik heb
er van te voren niet af kunnen blijven en
ik ben 't nu al voor de eerste maal door.
't Is inderdaad een cursus, die dit boek u
doet volgen en nog wel een van universeel
wetenschappelijk en practisch belang; want
het boek bevat de serie lessen die Prof. De
Vries verleden aan de Universiteit te San
Francisco is gaan geven.
Zooals de lezers van De Groene zich her
inneren heeft Prof. De Vries in zijn boek
Naar Californië" op de aangename manier
die hem eigen is, verteld van zijn reis en zijn
wederwaardigheden, van zijn arbeid en die
van anderen, vooral van de Californiërs, op
het gebied van kweeken en veredelen.
Wie na de lezing van Naar Californiëal het
verlangen voelde opkomen, om zelf ook eens
zulke lessen te kunnen bijwonen, vindt in dit
boek volkomen bevrediging.
Meen niet dat het geleerd of droog is; wie
dat van Prof. De Vries' werken onderstelt,
die kent ze nog niet. ]k bedoel hiermee geen
oordeel uit te spreken; de schrijver staat te
misschien nog de meeste zekerheid bieden,
wanneer de benoodigde hulp in het arbei
dersgezin verstrekt werd door vrouwen van
hoogeren rang. Een zeldzaamheid zal wel blij
ven, dat een zoodanige tot een ongeoorloofde
verstandhouding komt met een arbeider,
terwijl deze zich in den regel wel tweemaal
zal bedenken eer hij haar toevoegt en aan
doet, waarin hij geen bezwaar zal zien betref
fende een stamgenoot. Daartegenover staat,
dat het voor vrouwen hooger op de maat
schappelijke ladder, geen gemakkelijke taak
zal blijken zich een juiste voorstelling te
vormen van de nooden en behoeften van het
werkmansgezin, in menig opzicht wijd ver
scheiden van hetgeen zij als hoofdzaak heeft
leeren voelen.
Elkeen weet, dat toen de nu afgeloopen
gemeenteraadsverkiezingen in aantocht waren,
iedere mogelijke candidaat gepolst is betref
fende verschillende zaken aan de zorg van
Gemeente of Rijk toevertrouwd. Zoo
werd aan een dezer gevraagd, hoe hij dacht
over drankverkoop op Zondag. De man ver
klaarde zich rondweg tegen sluiting der her
bergen, gelijk in de dagblad verslagen te lezen
stond, lloe ergerde, neen meer, walgde zijn
uitspraak eenige der lezers met wie ik kort
daarop in aanraking kwam. Voor hen toch
geen twijfel of zóó kon slechts een dronkenlap
zich uitlaten.
Staat dit werkelijk als een paal boven
water ; heeft ook deze zaak geen twee kanten ?
Zon- en feestdagen staan nu eenmaal ge
boekt als trakteerdagen: Zoolang er voor
zoovelen, helaas, geen tractatie denkbaar is, die
alcoholisch vocht evenaart, zoolang zal er
op algemeene rustdagen heel wat geestrijk
vocht worden verorberd. Biedt sociëteit of
herberg daartoe geen gelegenheid, dan zal
wat men des Z mdags wenscht te genieten,
des Zaterdags worden ingeslagen, en aldus,
bij manier van spreken, iedere woning des
Zondags min of meer een kroeg gelijk worden.
Waarbij nog komt, dat in wijder krirjg dan
thans het geval is, de vrouwen zullen gaan
ineenen zich eveneens wat te goed te mogen
doen; zij het niet in den vorm van jenever
of bitter, dan in dien van een glas anijs of
advocaat. Terwijl een niet onaanzienlijk per
centage in haar domme goedhartigheid het
ergste zal doen wat mogelijk is: haar kinderen
eventjes laten meeproeven.
Blijkt de man te zwak om zijn heillooze
drankneiging te bedwingen, laat dan, vooral
waar het den arbeiderskring betreft met zijn
beperkte woningruimte en met zijn vrou w door
overrnoe-idheid te lichter belust op een prikkel,
de man liever zijn lust botvieren in de herberg
dan zijn te huis door drankgebruik verpesten.
Zou een dergelijken overweging den be
doelden persoon niet hebben kunnen voeren
tot zijn verklaring, die nu meer dan een
weldenkenden slechts aanstoot gaf?
Elke zaak heeft tenminste twee kanten, die
beide het bezien waard zijn.
Den Haag, Juli'05. EI.I^E A. HAIGHTOX.
E n Aifriïaansclie
Mrs. Maybrick, is sedert hare voorwaarde
lijke invrijheidstelling en terugkeer in haar
geboorteland bezig de strafinrichtingen van
Amerika te onderzoeken. Zij maakt, voorna
melijk, een studie van de inrichtingen voor
vrouwelijke misdadigers. En in de JVc/t- York
World geeft zij de volgende interessante be
schrijving van het bekende vrouwelijke
verbeteringsgesticht te Bedf'ord in Pennsylvanië.
Het gesticht bestaat uit een tamelijk groot
gebouw, door een groep van vier collages om
ringd en gevestigd in een dal. Geen hooge
muur scheidt deze gevangenis van de bui
tenwereld af. Hierover verbaasd, vroeg mrs.
Maybrick bij haar bezoek aan de hoofd
bewaurster, of de gevangene vrouwen, dienten
gevolge, niet ontvluchten. En hare verbazing
steeg, toen zij daarop een ontkennend ant
woord ontving. De ho'ifdbewaarster zeide, dat
de meisjes weinig neiging toonen tot ont
vluchten, ofschoon het gesticht door geen
muur is omringd en de deuren des daags
nimmer afgesloten worden. Des nachts is er
ver boven mijn lof verheven; ik spreek ge
woon als een dankbaar leerling, die wel wat
goeds van den meester mag zeggen, ook in
't publiek, zonder dat deze het hen kwalijk
neemt.
Welnu, dan zeg ik van deze lessen, dat zij
volkomen begrijpelijk zijn voor ieder, die zoo
veel aan plantkunde gedaan heeft als een
H. B. S.-leerling on dat is heusch niet zoo
heel veel. En al* men hierbij bedenkt, dat het
onderwerp dat de schrijver te behandelen heeft,
het ontstaan der soorten, stellig tot de moei
lijkste behoort, die men op m tuur-weten
een bewaker, maar de bewaarster twijfelde
of' zijne zorgen hem gedurig wakker houden.
Zij wist geen verklaring te geven van het
feit dat de veroordeelden, waarvan tijdens
het bezoek van mrs. Maybrick 529 verzorgd
werden, nimmer ontvluchten. Alleen de bui
tengewone humane behandeling in het gesticht
kan dat zonderlinge verschijnsel verklaren.
Het reformtttory werd vier jaren geleden
geopend. Al de beambten daaraan verbonden,
tot de geneeskundige top, zijn vrouwen. De
veroordeelden zijn in drie klassen verdeeld :
De hoogste klasse heet de cottage girls",
de middelste klasse first division" en de
laagste klasse de second divisi< n". De beide
laatste klassen verblijven in het centrale
gebouw, dat Reception House" heet. ledere
klasse wordt bij de ontspanning en de lessen
zoowel als bij het werk, afzonderlijk gehou
den. De vertrekken der beide laagste klassen
liggen ook gescheiden, en elke klasse heeft
haar eigen eetzalen. Als de meisjes in het
gesticht komen, worden zij dadelijk in de
middelste klasse geplaatst en naar haar gedrag
na eenigen tijd in klasse verhoogd of verlaagd.
De cottages, waarin de vrouwen der hoog
ste klasse wonen, hebben, volgens de
beschijving die mrs. Maybrick er van geeft, niets
van eene gevangenis. Het zijn aardige ge
bouwen; goed verwarmd en geventileerd,
door electriciteit verlicht en vlekkeloos zin
delijk. De vertrekken cellen zijn er niet
waren versierd met platen en
photographiën. Elke kamer bevat een wit geëmail
leerde legerstede met stalen matras, een
waschtafel, een tafel en een stoel. De tafels
stonden vol met allerlei kleinigheden die aart
de meisjes toebehoorden zooals kostschool
meisjes gewoon zijn tot versiering te gebrui
ken. Planten en bloomea waren overal
te zien.
Tijdens het bezoek, waren de gemeenschap
pelijk eetzalen.gereed gemaakt voor het mid
dagmaal, dat de meisjes, aan een aantal
kleine tafels gezeten, on lerling bespraken.
Iedere tafel was overdekt met helder wit
linnen, waarop bloemen tusschen glimmende
schotels stonden, terwijl naast ieder bord
een glanzende lepel en vork en een servet
lag, het laatste behoorlijk in een ring.
Mrs. Maybrick schrijft, dat hare verbeel
ding een kostschool van meisjes te bezoeken
in plaats van eene gevangenis, versterkt
werd toen zij de wel verlichte
sehoolvertrekkeii bezocht, waar de veroordeelden lezen,
schrijven, spelling, rekenkunde, aardrijks
kunde, A'nerikaanpche geschiedenis, natuur
lijke historie en teekenen leeren. Als het
wér het toe laat, spelen zij op bepaalde
uren buiten op het grasveld croquet of
houden daar bal. Des Zaterdagsmiddags wordt
in de school dansles gegeven.
De meisjes worden inzonderheid ouder
wezen in huishoudelijke werkzaamheden. En
de ervaring bewees, dat zij Let best in zulke
betrekkingen voorwaardelijk in vrijheid kun
nen worden gesteld. De wet van Pennsylvani
heeft den maximum termijn van bewaring in
dit gesticht op drie jaren gesteld. Vijftien
veroordeelden die zich al den tijd goed ge
droegen, worden gemiddeld ieder jaar op
parole" in vrijheid gesteld. De termijnen
hiervan variëeren van drie maanden tot twee
jaren. En zeer zelden werd het noodig ge
vonden de voorwaardelijk in vrijheid gestelden
andermaal op te sluiten.
Het is te hopen, dat dit belangrijke expe
riment ook in de oude wereld navolging zal
vinden. Mrs. Maybrick heeft tijdens hare
jarenlange opsluhing hier te lande na eerst
ter dood zijn veroordeeld wegens do beschul
diging van het vergiftigen van haar echtge
noot die. na velen nog immer gelooven, niet
door haar hand omkwam de iii vele op
zichten inhumane behandeling van
vrouwegevangenen ondervonden. En het is niet te
verwonderen, vteleer te prijzen, dat zij er
thans haar werk van maakt, het lot dier
ongelukkigen verbeterd te krijgen.
]n verband hiermede deel ik mede, dat
pas enkele kleine, maar nutt'ge, verbeteringen
zijn gebracht in de behandeling der veroor
deelden van de vrouwengevangenis te
Aylesbury hier te lande. Sinds korten tijd ont
vangen deze gevangenen een tandborstel,
schappelijk gebied kau uitkiezen, dan lijkt
het ongeloollijk, ofschoon 't volkomen waar
is, dat ook weer dit boek voor leeken te
genieten i<; meer, veel meer dunkt mij, dan
zijn Mutations-theorie, al wordt er bijna de
zelf lo stof in verwerkt.
Mogelijk komt dit, doordat het een gespro
ken boek en geen geschreven is. Wie zich
de planten kan voorstellen, althans die waar
over uitvoerig en herhaaldelijk verteld wordt,
en dat zijn er niet zoo heel veel, kan woord
voor woord sprekers gedachtengang volgen.
Eén ding werkt daartoe sterk uiee, dat is, ik
vilten pantoffels, degelijke novellen en aan
gename bezigheden voor ontspanning in de
vrije uren. Deze verbeteringen zijn ingevoerd
op aanbeveling van dames, die door de
regeering zijn aangesteld om de vrouwelijke ge
vangenen nu en dan te bezoeken en over
allerlei zaken, die haar ten nutte kunnen
zijn, te onderhouden. Deze gesprekken, die
niets met den godsdienst te maken hebben,
werpen een zonnestraaltje op het lot der
rampzaligen, die meer te beklagen dan te
veroordeelen zijn en, naar uit het experiment
te Bedford blijkt, niet onverbeterlijk slecht zijn.
Londen. J. K. v. i>. VEER.
Het Nationaal Bureau voor
Vrouwenarbeid
zal als andere jaren wegens schoonmaak en
vacant ie gedurende de maand Augustus gesloten
zijn. De aanvragen, die nog vóór ] Augustus
mochten inkomen, zullen eerst in September
in behandeling kunnen worden genomen,
terwijl ook de thans loopende aanvragen pas
in September zullen worden afgehandeld.
?MiiiiftiiimiiiiiiiiHiiiinimiMiiimiiimiiiiimiiiiiuiiiiHiiiiitiiMiiuiiMl
Merrouw C. B. Humphry (ifadge).
Hoedenwinkel van gravin Fa/jbricolti.
Gra,i in. Mathieu de NoaiVes. Jonk
vrouw Valentine de Saint-Point. Modes.
Madge, de kroniekschrijfster van de Truth",
mevrouw Humphry, niet te verwarren met
de wereldberoemde r omanschrijft ter Humphry
Ward, doet allerlei grappige mededeelingen
over haar briefwisseling met heeren.
Aanleiding tot die correspondentie, zijn haar
dagblad-artikelen en haar boekje Manieren
voor Mannen'. Sedert het verschijnen van
dat boekje, is Madge voor een aantal mannen
het orakel van Delphi geworden. Madgo, de
moderne Pythia, moet worden geraadpleegd.
Zij weet het. Niet in rook en walm lispelt
zij wijsheden en antwoorden, vatbaar voor
tweeërlei lezing, maar in heldere visie pent
zij neer haar luirnige, rake waarheden. De
steeds meer verlangende man stelt zich met
Madge's vingerwijzingen niet tevreden. Mér
verlangen zij dan het vermanend vingertje.
Zij willen de hand. Talloos zijn de huwelijks
aanzoeken, die Madge, de in alle eer en-dengd
getrouwde Mevrouw Huniphry ontvangt. Die
hart- en handaanbiedingen laten Madge vrij
koel, want zij doorziet haar onbekende aan
bidders.
Haar artikelen in Truth" sluiten altijd
met een recept. Madge zegt, dat een
mannenmaag een teer punt is. Weet men dat
orgaan te streelen, dan glipt men ongemerkt
in 't hart van den lekkerbek. Natuurlijk
denken mijn huwelijks candidaten dat ik die
recepten zoo niet zelf bedenk, althans onbe
rispelijk weet uit-te-voeren. Zij moesten
eens weten, dat eeu drom koks verspreid
over de geheele wereld, mij hun kook-, bak-,
braad- en stoof-vindingen toezenden, en dat
ik de poes-pas nooit klaarmaak of proef!"
Een van Madge's briefschrijvers deelt haar
mede, dat hij uit eigrn ervaring achter het
geheim is gekomen, om aan een maaltijd een
vlot gesprek te vopren niet bekende of onbe
kende dames die aan tafel naast hem zitten.
Men moet eens gulweg niet haar lachen.
Dan is het ijs gebroken. Onlangs, aan een
diner, zat ik naast een mij onbekende dame.
Ik was letterlijk met stomheid geslagen. Xiets
wist ik te bedenken. Gedurende drie gerech
ten had ik haar mijn bevindingen over het
weer meegedeeld Toen keek zij mij aan: Als
u het waagt, nog met n enkel woord te
reppen over het weer, dan beklaag ik mij
over u, bij or. ze gastvrouw."
Wij proestten het uit, en onze conversatie
werd levendig en druk.
# *
*
In South Molton street te Londen, heeft
gravin Eabbricotti, haar hoeJenmaxazijn geo
pend. Het belooft een drukke zaak te worden.
De ondernemende gravin, een beeldig
vrouwtje, Ii-rsche van geboorte, is per
soonlijk aan het hoofd der modeza'ak. Zij
werkt u iet achter de schermen, maar staat
Gewoon gekweekt De mutatie er van, als Antirrhinum majus I'e'oria
Leeuwenbekjp. door Laurenz in den handel gebracht.
heb 't al me* r gp/.egd, de herhaling telkens
in anderen vorm, wanneer de moeilijke punten
aan de orde zijn. M-n moet zelf school
meester of de.cent zijn, geloof ik, om het bij
een wetenschappelijk schrijver te voelen en
te waardeeren, als deze blijk geeft intuitief
gewaar te worden, waar een anders zwakke
hersenplekjes liegen. Ik zal maar niet
trachten den inhoud van de SOI) bladzijden
in 't kort weer Ie geven; dan verviel ik
immers in de fuut, die de schrijver zoo ver
standig was te vermijden. In de lengte en
in de ruimte ligt zijn kracht.
Wie arwins werken bezit of gelezen heeft,
moet noodzakelijk d t werk er bij hebben.
Darwin is niet meer compleet zonder De Vries.
't Is een natuurlijk vervolg, een ver volg dat
komen moest en dat den ouden grootmeester
genoegen zou doen en hem sterken in
zijn overtuiging, dat hij de waarheid op 't
spoor was.
Een weigemeenden raad bij het lezen van
dit merkwaardig boek: alleen voor hen voor
wie 't onderwerp nog bijna nieuw is. Lees de
eerste drie I,ectures"tweemaal of dadelijk met
dubbeleaandacht; bovenal deSeles: Eletiitmtiu-y
npec'it's in niilun'; daarin ligt de sleutel voor 't
binnentreden van de geheime werkplaatsen der
natuur, waarin Prof de Vries, u dan verder
't een en ander verklaart. De rest is geen
bijzaak; maar ik zou /eggen: het zijn meer
voorbeelden, of liever gezegd daarin vertelt
de schrijver die nooit haast heeft, heel uit
voerig hoe hij tot zijn o .?ertuiginsr in geko
men door eigen ervaring en studie, en dat
met zooveel aanschouwelijke détails, dat ge
op 't laatst meent zelf aan't experimenteeren
te zijn geweest. Dit gedeelte is tevens het
nasla-deel van 't boek; dat kwam mij
van daag nog te pa--. Ik vond onder de
massa's vlasbekjes, de bekende gele wilde
lecuwt-nbekjes die nu bloeien, weer een exem
plaar dat enkele regelmatige bloemen met 5
sporen vertoonde; een zoogenaa,mde pelorie,
een woord dat zooveel als monster beteekent.
Dit verschijnsel is heel raadselachtig en het
ontstaan zeer moeilijk te verklaren. Sla daar
voor maar de 16e les van Afdeeling E.:
Mutaties op. Onder het hoofd : De oorsprong
van het pelorische vlasbekje" worden 30 blad
zijden gewijd aan een diepgaande
experimenteele studie van het geval; ook andere peloriën
worden besproken o.a. die van het
leeuwenhaar clientèle blijmoedig zelf te woord. ?Zij
volgt het voorbeeld van wijlen Lady
Granville, die als Madame Lierre" jaren lang
een bron van ruime inkomsten vond in haar
goed-beklant confectiemagazijn.
* *
#
Gravin Mathieu de Noailles leeft voor
kunst en fraaie letteren. Haar drempel wordt
óók gesleten door kunstenaars en poeëten.
In haar salons was het, dat de Académie'"
van een-en-twiutig vrouwen bijeenkwam, om
aan Myriam Harry den eersten prijs toe te
kennen voor haar boek La Conquète de J
rusalem" naar haar bevinden de be^te roman in
het afgeloopen jaar verschenen.
Nog worden in Parijs de boeken van gravin
Mathieu de Noailles, Coeur innombrable",
La nouvelle espérance" en Ie Visage
tnerveillé" druk besproken, en reeds is wederom
van haar hand een nieuw werk verschenen:
Domination". Zeer gunstig wordt dit boek
door de kritiek ontvangen
Jonkvrouw Valentine de Saint-Point is een
achternichtje van Lamartine. Zoo juist is van
haar hand een bundel verzen verschenen;
Poèmes de la mer et du soleil" met een
versregel van Lamartine Qu'iinporte Ie So
leil ? Je n'attends rien des jours" als
mottoBuitgewoon verzorgd en zangerig zijn de
statige alexandrijnen van Valentine de
SaintPoint. Reine taalmuziek, die allicht het oor
van ien dichter van Jocelyn11 zou bekoord
hebben.
Do Fransche kritiek getuigt van deze t wee
penvoerende, adellijke dames dat men nooit
achter Domination" en Poèmes de la mer et
du soleil" vrouwelijke auteurs zou gezocht
hebben, indien de dames haar werk onder
een schuilnaam de wijde wereld hadden
ingezonden, want de kritiek beweert met
eene voor vrouwen pijnlijke geringschatting,
dat men van vrouwen niet verwacht forsche
en logische karakterteekening en virtuositeit
in plaats- en natuurbeschrijving als gravin
de Xoailles geeft, en, niet die uitnemende
verzorgdheid van taal als Valentine de
SaiutPoint levert.
De opdracht van La Domination" luidt :
Aux jeunes crivains de Eranee, a eens
dout la sympathie m'a chaque jour dans
inon travail aidée, je dédie ce H-ie"
Le coeur innombrable" werd bekroond
door do Académie fran<;aise.
* *?
#
Iets minder zwier en overlading valt te
bespeuren in toiletten, bestemd op het
strand van zeeplaatsen te worden gedragen.
Trouville, het wufte, ijdele Trouville geeft
het goede voorbeeld. De overige badplaatsen
aan zee zullen nu wel volgen. Om den over
gang niet te sterk te doen schijnen, wordt
nu in Trouville uiterst veel zorg besteed nan
de badkostuums. Die zijn bewerkt met kant
en tiisEchenzetsel", onberispelijk van coupe,
fleurig en kleurig. Niet praktisch om met
al dat moois in de zilten golven te springen
en te plassen, maar, praktisch is Madame
Mode slechts bij uitzondering, en dan nog
waarschijnlijk a son insu.
Voor zomerwandelingen door bosschen en
duinen blijft de korte, voetvrije rok aanbe
volen. Cover-coatrok, dan tlanellen of linnen
blouse en hooj; lederen ceintuur, die den
rokband goed omsluit, zoodat geen enkele
ongerechtigheid er onder uitgluurt. Gestreept
iïanel, wit fond met strepen in alle mo
gelijke tinten blijft voor die makkelijke
blouses bij klim- en wandeltochten in
zwang. Nieuw is de schuine sluiting. Slui
ting met knoopen en knoopsgaten schuin
over de borst. Hoog opstaande boord en
hooge manchetten van wit iïanel, of losse
boord en manchetten van wit linnen, wat
voor wasschen en strijken nog te verkiezen is.
Luchtige, kleurige, met sierlijke motieven
bedrukte foulard-zijdjes, zijn nog steeds op
liet programma voor middag-toiletjes. Kant
en borduursel blijft de modieuze garneering.
En 's avonds zijn aan de orde de sierlijke
mousseline de soie in fijne tinten, de rijke
kantstotlen en de luchtige a-jour weefsels
met zijden onderkleed in harmoniëerende
kleuren.
CAPUICK.
bekje, welke onlangs door Lorenz te Erfnst in
den handel is gebracht; en de lezer weet,
dat hij alles weet, water op 'toogenblik van
te weten valt. Op de pelorie-les volgt een
even mooi college over: Production of Doubl
Elowers, dat mij in mijn gedachten terug
voerde naar het Rozenboek; ook de roos, de
geurige en schittertnd mooie gevulde roos,
is een wonder van origine en era
physiologisch raadsel tevens.
We konden overal in 't Gooi, ook van
de week een macht van allerlei rozen be
wonderen, ook hier in Bussum in de tuinen
der groote villa's van Het Spiegel en aan
de Eslaan. De bewondering wordt dieper,
als ge daarbij even denkt aan de wijze waarop
zoo'n prachtige struik of stamroos wordt
i-erkre^en : door een kunstbewerking, het
oculeeren, waarbij een enkel knopje uit den
oksel van een blad in een spleetje wordt ge
schoven van een wilden rozenstam, die zelf
niets dan enkelvoudige wilde hondsrozen
kan voort brengen. De oude wilde stam zuigt
als vroeger de sappen uit den bodem, het
nieuwe knopje neemt zj op, maar uit dat
eene nietig puntje ontplooien zich uitslui
tend bladeren en bloemen met de eigen
schappen van de edele rozenstam waarvan
't afkomstig is; de oude stam doet haast niets
om zijn eigen wezen te doen voortbestaan. Hoe
dit oculeeren kan geschieden door
rozenliefhebbers, met een enkelen keer voordoen
door een vakman, en alles wat vorder een
rozenvriend interesseerea kan op 't stuk van
kweeken, verzorgen, dat geeft, de tekst van
Onze Kozen; Hofftnaims Rosenliucli is door
Mej. Uildriks bewerkt en dat is genoeg
gezegd om te weten, dat het serieus, con
animo en met talent is gedaan. De uitgever
is Thieme te Zutfen.
De twintig platen met rozensoorten naar
aquarellen van Frieze zijn ... ja, in een.
prachtwerk als dit, en bij de vorderingen der
techniek, moeten ze wel schitterend mooi zijn.
Geloof mij, lezers, ik phantaseer niet, toen
ik 't boek opensloeg, rook ik de ro«-n ; kleur
en teekening zijn zoo dat dit heusch geen
wonder is.
E. H