De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 6 augustus pagina 2

6 augustus 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

r DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD T O O R NEDERLAND. No. 1467 politieke noodzakelijkheid gevolg geven en zich als bondsstaten bij Duitschland aan sluiten." In hoeverre dit alles goed gezien is, waag ik hier niet te beoordeelen; toch acht ik het lang niet onmogelijk, dat in de toekomst economische verhoudingen tot politieke maat regelen-zullen dringen, die anders allicht niet jouden geschieden. Aan het slot van het werkje verklaart Schr., hoe ook hij den wereldkrijg tusschen geel en blank onvermijdelijk acht. Als dan een tweede Atüla en Tirnur lijne Mongoolsche horden door Aziënaar Europa voert, dan zal een krachtig Duitschland nog eenmaal Germaansche en Kuropeesche kuituur van den ondergang redden, den voorrang van het blanke ras bevestigen en ten slotte den wereld vrede voor iiutner verzekeren. Nogmaals, ik ben het niet altijd eens met den schrijver, zij het dan ook hier en daar wijl mir der Glauben fehlt"; maar des ondanks beb ik toch gemeend, van dit merkwaardige boek eene bespreking te moeten geven d'e het m.i. stellig verdient. Amsterdam. B. Boox. Een nieuwe koers in Z.-A. Er is in Zuid-Afrika een tijdschrift ver schenen, dat zich voorstelt de staatkunde en literatuur daar in een geheel nieuwe richting te sturen. Het is een tijdschrift, dat iets wil, iets durft, wat nog niemand in het Hol landsche Z.-Afrika tot heden den moed heeft gehad te ondernemen. En die poging ver dient onze aandachtige belangstelling. Het maandblad heet Zuid-Afrika, kortweg; met den even weinig zeggenden ondertitel: Een algemeen maandblad, gewijd aan ZuidAfrikaanse politiek en letteren". Maar reeds liet eerste artikel, De Nieuwe Tijd, doet iets verwachten; daar waait u al uit tegen de verfrisschende, jeugdige adem tocht, die het eerste nommer tot een zoo «terke uiting van opgewekte en krachtige jonkheid stempelt. Als dit nieuwe orgaan zijn plicht doet," zoo staat er geschreven, zal het niet Ont breken aan inleidingsartikelen, die menig lezer ongewoon en soms ook onaannetnelik zullen schijnen. Doch dit zal de grootste verdienste zijn van ons streven, dat het de gedichten van het denkende deei der ZuidAfrikaanse bevolking in nieuwe, nog on bezochte baaen wil leiden. Dit is te meer nodig omdat, sinds de vrede van vereeniging, een nieuwe tijd" voor ons is aangebroken, een nieuwe tijd met nieuwe strijd en nieuwe behoeften. Het is ons beslist beweren dat in de raadzalen waar het Afrikaanderdom bijeenkomt, dit feit veel te weinig wordt in het oog gehou len. De nieuwe tijd wordt w*l aangewezen door de oprichting van de Transvaalse organisatie Het Volk, doch de apologie voor een konstitutie, die tot nu toe het licht zag, bewijst volstrekt niet dat e Afrikaander leiders in Trans vaal besef hebben van de plichten, die de nieuwe tijd aan een Afrikaander-organisatie oplegt. Het jongste kongres van de Afrikaan-Ier Bond te Cradock bewijst dat ook deze vereniging onbewust is van haar zeer nabijüggende plichten." Dan zetten de redacteuren uiteen, hoe de Afrikaander, zijn karakter getrouw, sinds de tientallen jaren van zijn strijd tegen het kapitalisme, slechts verdedigend is opgetreden; doch daardoor ook telkens meer terrein ver loren heeft. Gedrongen is hij van ranten en bulten door een vijand, die zich zijn doel zeer duidelijk bewust is, die geen oogenblik weifelt, maar van elke kans, van elk middel, ook het laagste, gebruik maakt, en die het terrein der Afrikaners thans, door den jongsten oorlog, zeer heeft beperkt. Aan die ver dedigende houding moet een einde komen, en Zuid-Afrika roept de Afrikaners tot dien 81 rijd op en luidt een nieuw tijdperk der Hollandsch-Afrikaansche politiek in. Daar is durf in die uitingen, er schalt uit nit op de overmoedigheid, de roekeloosheid mis=chien der jongeren. En toch, hoe ook de voormannen bedenkelijk den ernstigen kop mogen schudden en sussen en manen tot verzoening en samensmelting, dit aan durven van alles en ieder, dit raak-slaan in plaats van lief aaien zal geen kwaad doen in de Z.-A. politieke worsteling en atmosfeer. Er zijn reeds teekenen merkbaar dat dit angstvallige vermijden van alles wat aanstoot kan geven, verzet wekt. In Transvaal is de reg-uit-kèrl" Bevers de meest toegejuichte redenaar in openbare bijeenkomsten. In den Vrijstaat slaat het haastige woord ?an den war-mbioeiiaen Christiaan de Wet luider aan d:iühet diep doordachte betoog van Abraham Fischer. In de Kaap kolonie is e lein van Burgersdorp met haar felle politiek een velgelezen blad geworden. De a! te heftige staatkundigen zal men niet gaarne de leiding van zaken in Zuid-Afrika in handen zien nemen. Maar ii der zal liet een zegen achten, wanneer de warmbloedige!) naast de voormannen komen te staan om hen en het volk wakker te houdAi. om ?e op te hitsen, wanneer men al te zoetsappig en te, gemoedelijk wordt, waar wel heel veel kans op is; want, zooals het nieuwe tijdschrijft, zeker onaangetast, betoogt : Opportunisme eindigt altons n een vtrdoezelen van beginselen en in halfslachtigheid. De groot-kapitalisten zijn echter nooit half slachtig en gebruiken elk middel om de politieke macht te verkrijgen en te behouden : oorlog, ontkiezering, redistribusiewelten. Daar tegenover baat geen gehandsehoend gevecht. Daar uit redt alleen een hevige strrd op leven en dood." Aan een orgaan van invloed heeft die militante fractie onder de Afrikaners beslist gebrek. De Afrikauerpera tenminste de invloedrijke als l'nlksstcm, Vriend en Ons Land toch treedt in den regel zeer fatsoenlijk, eerwaardig, bezadigd -en altoos verdedigend op. De VoïkMtcm als orgaan van H-1 \'nl!: wijkt het veelvuMigst van dezen regel af en heeft dan ook het meeste ontzag onder haar tegen standers. Van die militante fractie kan %u><JAfrika het orgaan worden, het kan diep op de kwesties ingaan, dieper dan het een dagblad vermag. Zijn redacteuren willen het tot zulk oen mondstuk maken. Doch niet alleen in de politiek, ook in de letteren wil dit maandblad vermijden de conventioneele richting. Niet door zuivere ontspanningsliteratuur, verhaaltjes, die men leest o;u de geschiedenis en niet om de be werking van het gegeven, wil het den strijd der taal strijden; het wil de liefde wekken vóór het Hollandsch, door de Afrikaners te toonen hoe een kunstenaar die taal kan doen klinken, zingen, schallen en leven. In haar voorwoord schrijft de redactie : Onder Letteren" verstaan wij in het algemeen alles wat te maken heeft met de litteratuur en de taal van Zuid-Afrika. In dit opzicht stellen wij onze eisen zoo hoog als dit onder omstandigheden mogelik is. En liever dan artikelen proza of poëzie op te nemen die aan geen enkele eis van goede smaak voldoen, zullen wij uit de levende litteratuur van Holland en Vlaanderen dat opnemen, dat ons door klank en gedachte voorkomt een goed denkbeeld te geven van wat de Hollandse taal vermag." En in een stuk van Wachter, De spel lingskwestie vergeleken met de taalkwestie" heet het, naar aanleiding der, alleen in de Kaapkolonie veel bestreden, spel ngsvereenvoudiging: Spelling is een zaak van zeer ondergeschikt belang en als alle onderwijzers de vereen voudigde spelling willen aannemen, weten wij over een paar jaar niet anders of het was altoos zo. En de onderwijzers zullen wél doen als ze de nieuwe spelling aannemen. Het gevolg zal z\jn dat zij enige «-eken per jaar uitwinnen op het zuiver machinaal onderricht ten roordeele van het onderwijs in de levende taal, de geheimen en de muziek van het woord en de onvergelijkelike schoonheid van het Hollands. Misschien komt dan eens ook in Zuid-Afrika de dag dat "men Nicolaas Beets zijn gedichten zal lezen als stichtelike lektuur, terwijl men voor litteratuur naar ande ren zal gaan. Wat gedichten betreft, er zijn er na Beets óók nog geschreven. Er was nog Kern, en er zijn nog Van Eeden, en Gorter, en Eoland Holst, en Van Schel terna, en Kloos, en nog enige anderen, en wat Proza betreft : na de Camera Obtcura en Van Lennep en Cremer en Potgieter kwamen nog Douwes Dekker (Multatali) en vele anderen, en zijn er nog behalve de reeds genoemde dichters : Couperus, Emants, Van Deyssel, Heyermans, Van Hulzen, Borel, Querido, en een leger anderen. Wanneer allen, die nu steen en been klagen over het bederf der Hollandse taal, als gevolg van de vereenvoudiging, deze ge noemde en vele andere schrijvers hebben gelezen, en opgemerkt hebben dat ze om spelling al heel weinig geven, en ieder zijn eigenaardigheden hetft, dan .. . wel dan pra ten de verdedigers der llo'landse taal niet meer over spelling, maar over iets anders, en dan zullen zij juichen dat lans noch in Engeland, noch in Duitsland zo heerlike litteratuur wordt geschreven als in Holland." Maar sedert onze jongelui niet meer in Holland, doch bij voorkeur in Engeland en Schotland studeren, en sedert onze predi kanten uitsluitend door Stellenbosch worden afgeleverd, (met een heel enkele uitzonde ring,) waar nog steeds de tradisie van Beets omwaart, als ware niet hem alle Hollandse litteratuur begraven, en alle onderwijzers voortkomen uit df on/.e taal moordende school van dr. Muir, sedert l cft net Hollands niet meer in de Kaapkolonie. De verdedigers van het Hollands klemmen zich vast aan wat dood is en willen met een voorbijgegane litteratuur vechten tegen de snelvlietende stroom van uit Engeland." Xeen, mijn Kaapse vrienden, uw strijd voor de moedertaal is hopeloos, als ge niet de levende Hollandse litteratuur in uw dienst neemt. En dit gebeurt niet, ais ge uw onderwyzers niet dwingt kennis te nemen van het nieuwe en levende. Voor negentig persent van uw onderwijzers en uw studenten zijn al de genoemde namen klanken zonder zin. En die onderwijzers zouden in staat zijn Hollands te onderwijzen 'l Ik zou met voorbeelden uit de Kaapse Hollandse pers kunnen bewijzen dat bijna zonder uitzonde ring a>.le schrijvers wel Hollandse woorden kennen, en ze weten te spellen, maar van de Hollandse taal even veel weten als een trekboer uit Namakwaland. Niet een die deze taal voelt. Doch evenmin voelen zij 't Engels en dat is mij een troost," 't Enige wat zij voelen is het Afrikaans. En dit brengt mij waar ik wezen wil. Velen onder onze koerant-editeurs en hun gereregelde medewerkeis zou ik in alle ernst willen aanraden geen U oog Hollans meer te schrijven. Ik zou hun willen schrijven: Schrijf Afrikaans. En terwijl gij Afrikaans schrijft en spreekt, lees Hollands zoals het tegen woordig in Holland wordt geschreven en gedrukt. Dan zal je iets levends te voor schijn brengen, en geen dood afkooksel van afgestorven Hollands, stijf als een oud vrouwtje dat haar hele leven lang bard heeft gewerkt. Dan zal je zien dat ons verjongde mooie Hollands je schatten zal geven van gouden woorden en klanken, en dat het on derscheid tuisen Hollands en Afrikaans bij lange na niet zo groot is als je nu misschien wel denkt. In Holland leest men met ont roering de lieerlike gewrochten van onze Vlaamse broeders en zij lezen Holland.-, werk. Toch wijkt het Vlaams evenveel af van het Hollands als het Afrikaans, ook al is de af wijking ook in andere richting." l>e redactie \\\\ bewijzen dat het haar ernst is mut haar streven on /ij begint met op te nemen, Alb. Veiwey's modi klinkdicht O, man van smarte" en een fragment uit Adama van 'Scheltema's Levende steden : Londen. Nog nimmer is- in Zuid-Afrika einstig bej proefd te breken met den sleur. Het was l Beets en Koetsvcld en het bleef Koetsveld l en Beets, bij welk tweetal wellicht iiog.Iustus van Maurik, Bosboom Tou-saint en enkele anderen mogen wordi-n gevoegd. ,.<>ns Spreekuur" te .Stoiïcnboseh, .ie bekende llo!landsch-Afrikaanscl j e let t ei'! levende vcreeniging, is de eerste geweest, die aan de Rolterdamsche boeken-commissie van het A. N. V. vroeg om moderne Hollandsehe literatuur. Kil ua .iieii tijd /.iet men telkens in de Afrikaansche bladen, nu bier, dan daar, de aan dacht vestigen op onze schrijvers of er op aandiingon Hollaiidsehe en Yluamsehe wer ken te lezen. Wat baat het ons," vraagt liabie in de Afrikumr van Natal, .,dat wij gedurig de mond vol hebben van ..on/o schone moedertaal", wanneer wij niet le/.eu wat er in die taai wordt geschreven?... Onze taal is Afri kaans, en onze toekomst is Afrikaans, _ of niets. Maar als wij geen voeling krijgen eu houden met de letterkunde va a do Neder landen, dat is Hollan l en Belgiësamen, dan zal het Afrikaans zich alleen niet de uitergto krachtsinspanning naast het Engelsch kun nen staande houden." Zoo zijn er meer uitlatingen Maar de keus uit onze Hollandse.be letterkunde is moeilijk. M ut recht mag bij voorbeeld ge vraagd worden of de re iautie van Zied-Afrika niet een minder brutalen greep uit onze lite ratuur had kunnen doen, hoewel oordeelen van uit de verte natuurlijk niet is aan te bevelen. De Afrikaner is bang voor onzen beJendaagschen zinsbouw, woordkoppeling en woordkunst, die de taal te ingewikkeld en onbegrijpelijk voor hem maken. En dan, onze literatuur als uiting van ons volks karakter en afbeelding van ons leven is den Afrikaner meestal vreemd, of zooals G. Preller, de wakkere jonge Afrikaner in De ro'kattem, waarvan hij redacteur is, schrijft: Het hedendaagse Nederlands met zijn stre ven naar verdieping, naar ontledende karak terstudie, naar fijn onderscheiden zielkundige uitrafeling der menselike eigendommelikheden, in nauw verband niet omgeving en maatschappelike toestanden is bó kant onze vnurmaakplek. Daarvoor is ons land nog te wijd, zijn onze bergen te hoo^, is ons ho'evekl te onafzienbaar, zijn wij zelven te anders." De taak van Zuid- Afrika is dus niet benijdenswaard, waar zij een zoo groote ver antwoordelijkheid op de beide redacteuren laadt. Immers, rij kunnen grooter belangstel ling in onze Hollandsche en Vlaarnsche letter kundige voortbrengselen wekken, doch zij kunnen ook de blijkbaar oplevende belang stelling in kor'en tijd dooden. Alles hangt af van de eerste keuzen. Bevestigen deze de vrees der Afrikaners dat die literatuur bökant hulle vuurmaakplek" is, dan zullen er zeker niet meer komen, die den moed hebben, op eigen gelegenheid in Hollandsche of Vlaauasche werken te gaan picnicken"; dan zullen de weinige goeden van wil het opgeven. Zuid-Afrika moet en wil het blijkbaar ook, de leidsman worden. Stapje voor stapje zal het moeten gaan. Het stadig o'er die klippies" zal niet uit het oog ver loren mogen wolden, ook hier in Holland niet.' Wij moeien niet deuken dat ZuidAfrika binnen een paar jaar een ruimer afzet gebied zal worden voor onze boeken. Toch kan het nieuwe tijdschrift in die nieuwe richting veel doen. Geluiki^ zijn de beide redacteuren met hun dweepende liefde voor onze hedendaagsche letterkunde, in de gele genheid de meeding van ontwikkelde Afri kaners te hooren. Hun werkkring als journalist (beiden zijn aan de redactie ?an De Vriend te Bloemfontein) brengt hen op het meest ver scheiden terrein in aanraking met Boeren van allerlei slag. Aan die lezers kunnen zij het oor deel over de proeven van Hollandsche en Vlaamsche letterkun Ie ontlokken ; want hun eigen kijk op den smaak der Arikaners is ui dit opzicht niet geheel onbevangen, waar zij beiden Hol anders van geboorte on op voeding zijn en zij dus niet door het tem perament der Afrikaners onze woordkunst beschouwen. Laten wij hopen dat zij zoo weinig mogelijk zullen mistasten. Intus.-:chen is (leze proefneming in Zu.ldAfi-.ku. onze belangstelling ten volle waard. Laten nu echter de tegenstanders onzer aan sluiting bij de Berner- conventie niet uit deze proefneming nieuwe argumenten bouwen. Ik behoor niet tot de pessimisten die om dor willen onzer starnverwanten in Zuid-Afrika dien stap zouden ontraden; omdat ik niet ge loof dat onze uitgevers of schrijvers geen toe stemming zouden verleenen tot het overdruk ken van fragmenten, die onze werken in Zuid-Afrika bekend zouden moeten maken, wanneer hiertoe verlof werd gevraagd. Het voldoen aan dit verzoek is immers in hun eigen belang. En nu reken ik nog niet eens op de sympathie voor de Afrikaanders in hun taalstrijd. Is Holland eenmaal aangeslo ten, dan zal Zuid-Afrika verplicht zijn het verlof te vragen tot overdrukken, wat het thans 1102 oiu-evraa^d doet, hoewel niet altijd ongestraft. Wanneer dus onze aansluiting onze stainverwanten zou dwingen tot het betrachten der meest gewone vormen van wellevendheid, dan z m dit een argument te meer ten voordeele dezer aansluiting zijn. Dordrecht, V5. FUEDEUIK R De redactie vau Zuid- Afrika is door den uitgever Andreas Coetzee te Burgersdorp (Kaapkolonie) opgedragen aan .Tob. Visscher, hier in Holland bekend als schrijver vaneen mooie politiek-economische studie over Z.-A. De ondergang eener wereld" in de Sociale Bibliotheek, en F. Prins. wtitmmtimimmtttiMtutimmtKiiimimiuimiiiiiimmmttiHiiiitiiiiuii Sec ia U aangiUgtnfiibin Een tirief-oyereenïoiDst in de Amsterflaaisclie ' onwyaïken. De algcmoene aandacht v,in hen, die belangstelling hebben voor de vraagstuk ken der arbeidersbeweging onzer dairon. is in de laatste jaren irotrokken door do, groote mate, waarin vooral in Diiifschl.itid al rnecr 011 meer dt: gewoonte toegepast wordt om i tiis.sehetïputi'ouüs-veroentgmi^en in groot i.' ! industrie-u oeuor-, ou lun lelijke vnkb'>iidt-ii j j iti de/ellde iiidtistriën .anilor/ijds, overeen- ! j komsten aan te iraan betreffende loon en i j arbeidsduur, n <io/o .,iarioi'-o\ rreuiikoin- l i f-teu" worden, dan de arbeidsvoorwaarden, | soms zeer tredétii.ill'.'cr;!, voor ivnim.' (bij do i j tvpoünif'i'ii /eli's voor /os> jaren l.uin-, v;i.--.f- j 'osteld. Iti dirn tussi-hf'imj.l vtilleu er <_ro<>ii i kleine, jiiotsclinn'O sUikiiu'óüi voor, y.o-.uis \\-< xohicr to landen Duwend zijn, m'x-li kunnen ei' plot:ic!in^e loojisv('rl,iL>;inuT-i! ot' uitsluitinm'ii viin patroims/.ijdo pl-.wts ', inden. \ osrul in do boii w,,; kkc'ü\vonlt (ie/o | i inetliodo in DuitMchland ;il ii]r"r en moer algemeen too^opast, on v. at hol i^est eiu'cn! aardige hierbij is, is v,-e l dat boiilo partijen, /oov.'cl |)ah'oonsi>on;leii als de \ukvcrooui! 'iim'oüdei1 worklioilon, /ioh bij <!o workinu don. Do werklieden kiiunoii, in do jaren dat de o\oreoiikoi!ist duurt, hun organisatie l iii\veudig versterken on bevestigen on hun '? weorshmdkas vullen, on do patroons zijii l togen plotseling' overvallen van \verk-takingon gevrijwaard, v/at hen daar, waai' zulks yrooner nog al eens voorkwam, voel waard mooi zijn.' .Ue/oi- dago.ii is ook to Ween"n een staking vau o n go v oer ^iiNi timmerlieden, die !- weken duurde.geëindigd in een tiiriof-oviTeonkomst, ! die giMliirende oeniu!' jaren in het timmorvak daar don vrede waarborgt. <'ns interesseert thans oen overeenkomst, door een (-tal timitiorliodeii-vei'ooiiigingeii te Amsterdam gesloten met twee groote Amsterdamsche patroonsvereenigingen in het bouwvak. De Amsterdamsche bouwvakken zijn in de laatste 15 jaren al meermalen liet terrein geweest van soms heftige loonconfiicten. Groote stakingen hebben meermalen plaats ?gehad; in 1891, in 1895, in 1898, en tusschentijds nog meer kleinere werkstakingen. Deze werkstakingen in de Amsterdamsche bouw vakken, die met afwisselend geluk gevoerd werden, stonden evenals de geheelo vakbe weging, onder den invloed der onafhankelijke vakvereenigingen; de kerkelijke telden niet of nauwelijks mee. Thans is er een andere scheiding inge treden. Zoogoed ais sociaalJcmocrateii en anarchisten in den lande, bijzonderlijk te Amsterdam, vooral sedert de verloren algemeeiie werkstaking in 1903 als heftige vijanden tegenover elkander staan, is ook in de vakbeweging die scheiding ingetre den, en scheidt zich de niet-kerkelijke vakbe\v6*ging in twee helften: eenerzijds in ile bekende vu k houden: Diamant bewerkersbond, Sigfireninakersbonrl, Timmerlieden boud, waarin centralisatie en woerstandskaa wor den nagestreefd, anderzijds de anarchistischgezinde federaties" van vakvereonigingen, die weerstandskassen vrij onnoodig, centra lisatie schadelijk achten, eu werkstaking onder alle omstandigheden en in alle ge vallen het begin en de voorwaarde voor lotsverbetoriug meeiien. Dit laatste noemt men directe actie", krachtens welke ook tarief-overeenkomsten uit den booze worden geacht. Xoo komt het, dat thans in Je Amster damsche bouwvakken een tarief-overeen komst is ingevoerd, ruim een week geleden geteekcnd; eener/ijds door de Algemeene l'atroons-vereeiiigiiigen, anderzijds door de afd. Amsterdam van den Alg. Keil. Tirnnierliedenboud (?C'oncordia luter nos") en de federatie van Christelijke Timmerliedeuvereeuigingon, waarmee een (kei der tim merlieden, de mannen der directe actie", de anarchistisch-gezinden, liet echter niet eens is, en tot scherpe incidenten en woor den aanleiding geeft. We zullen nu echter dit verschil van nieening verder laten rusten, en even-de aandacht vestigen op dit belangrijke feit, dat ook in de hoofdstad in de bouwvakken een aanvang is gemaakt met een regeling der arbeidsvoorwaarden, die aan den strijd tusschen patroons eu arbeiders, hoewel in zijn wezen den/elfden blijvende, een ge heel ander karakter geven zal. lu 1.894 werd bij besluit van de Amster damsche iiutrooiisvoreem^in^fiii liet loon der timmorLedeii vastgesteld op 23 cetit per uur; en de werktijd aldus te bepalen: des zomers op 11 uur, eu des winters op 10 uur. Zes jaar later, in Mei 1900, werd, nadat de timmerlieden door een groote werksta king te vergeefs hadden getracht, meer te te bereiken, de werkdag bepaald op 10 uur; het standaardloon bepaald op 25 cent per uur; bijslag voor overwerk, en sanitaire maatregelen op de karweien. In de daaropvolgende jaren 1901?1903 wisten de timmerlieden hier en daar hun loon weder op te voeren, en thans is het volgende vastgesteld, niet lij besluit van de patroonsvereenigingen, maar tin octrlrg met de vakvereenigiugen, door otiderteekeniug vau beide partijen bekrachtigd, waar door gedurende I jaar do vrede in het Amsterdamscho timiuervak is verzekerd. Het loon der timmerlieden wordt vast gesteld op :^ rent: slechts in buitengewone gevallen zal overgeld betaald worden. ])e arbeidsduur zal bedragen 10 uur per werkdag, van 's morgens G tot 's avonds G uur. Indien de stand van het bedrijf het toelaat, zal er van l Nov. tot uit. Februari niet langer dan 9 uur por dag gewerkt worden. Daartegenover zal het, in spoedeischend werk, veroorloofd zijn, ook lamjer dan 1U uur te werken, maar moot voor de twee eerste uren boven de tien 10 p(.'t., voor de twee volgende uren 25 pOt. bijslag gegeven worden. Voor nachtwerk wordt 50 pOt., voor ZondaLiswerk 10!) pCr. bijslag gegeven. Voor goed drinkwater en privaten moeten de patroons zorgen. (iescliillon, die uit deze overeenkomst voortvloeien, zullen worden onderworpen aan het oordeel van eeno commissie van 5 leden; twee patroons, twee werklieden, en n neutraal persoon. De uitspraak dezer commissie is bindend. IJe overeenkomst duurt oen jaar, nl. tot 30 April P.I05; indien echter niet n dor partijen .'! rmiandon vóór dien datum de do overeenkomst wordt opge/.egd, zal 7.0 geacht worden, weder voor 2 jaar te zijn verlengd! * * Door de/e overeenkomst is in de Amstordamsche boiuvvak-toestanden een nieuw element gekomen: die van do tarief-overeeukomst. Kn me dunkt, men moot dit toctoojuichpn. Voor anarchistische uitspattingen ;s er oiidoi' \ igetir de/er overeenkomst min- | der ruimte : hot verantwoordelijkheidsgevoel der werklieden wordt er door aangekweekt en iii-h de voortdurende Intsvorbotering voor de werklieden in voortgang gohoudeu. S. 1/-4 ^^(F^'rJ IluN'iui. C. v.\s Ooi:r. Log uw beide. : blanke handjes'' en .,l.-b l'cago nicht j wie sou es enden" opus S No l on '_' ! voor middelstaiu. A. A. Noske. 3Iid- j liolburg. ' A. I). LOMAN- Jr. In stillen Stundon, fnr eine Siugsiimme mit J'ianoforte. De Alg'':!ieene M uztekhandol, Amsterdam. Ai>i:u.\ KI-,I:MIN. Drei LU-dor i m Volkstoii, i;]iiis i'fiir mitt!. Slimme. A. A. Noske, Middelburg. Kou (\L'i;.ici:..f uni-Naclit für miftl. Stiiumo, dp. -'t. Xo. 1. Speia fi'ir Snpran mit UiCMC.-ter. op. vl. Voor do jeugd. Liedjes, op. L'.i. A. A. No<ke, Middelburg. N. v. D. Livi)i-:x v. Sxr.i.i:i-:wAAi:n. Zes Kinderliedjes. A. A. Noske, Middelburg. N 1:1 u: i: i. A MISCIIK ZAM^TI'KKKX, uitgege ven door liet V'r'iUcmsi'omls. J. VuvlTHEODOKH. POLMAN. Weihnachts-Album, op. lö, Ave Maria, op. 20. Geburtstagslied. Julius Rottenanger. Amsteram. A. POMPKE. Unser Vater, für eine Singstimme mit Klavier oder Orgel. J.Kottenanger, Amsterdam. EMIL VAN DES EIJNDB. .Bloemenlied. Ju'. Rottenanger, Amsterdam. K. J. DEN HEKTOG. Een lied van Neder land. W. Versluys, Amsterdam. Zooals gewoonlijk is er in de wintermaan den menige compositie verschenen, waarvan de bespreking moest wachten tot den zomer. Vermoedelijk is ' het nu met de zomei con certen wel gedaan en daarom komt er plaats in dit blad voor bovenvermelde rubriek. Het compositietalent van Hendrik C. van Oort, rteds vroeger heb ik het kunnen constateeren, is van zeer beminnelijke natuur. De componist beschikt over een vloeiende. melodiek en harmoniseert smaakvol. Hot Hollandsche lied van Jacques Perk bevalt mij beter Jan het Duitsche. De melodie in de piano, tegenover de zangpartij is zet r gelukkig gevonden. Van accoorden zooals op pagina twee, eerste maat, derde kwart moet de componist geen misbruik maken; zij maken een ietwat weekelijken indruk. Het tweede lied,' op woorden vau EIsa Glas, is eveneens vloeiend geschreven. De begeleiding echter is niet zoo interessant als die van het eerste lied. Bij In stillen Stunden" van Loman tracht de componist de woorden van Nietzsche zoo zuiver mogelijk weer te geven. Tot op zekere hoogte is h\j hierin wel geslaagd. Diepzin nige, laag gelegen accoorden op een eenvou dige melodie schilderen zeer wel de stemming van het gedicht. In de laatste acht maten vóór het naspel wordt de componist echter wel wat gezocht in zijn harmoniseering. Deze eenigszins gedwongen accoordopvolgingen hinderen mij meer dan de quintengangen boven aan de tweede pagina. De liederen van Term in zijn volgens opgave van den componist, im Volkston geschreven. Hoogdiavende compositiën mag men dan ook niet verwachten. Echter iets minder gewoon had de componist toch wel kunnen zijn. Dat was toch niet noodig om den volkstoon te treffen. Hoeveel liederen bestaan er niet die slecht en recht het gemoed trollen door hunne eenvoudige schoonheid en innige poëzie l Juni-Nacht, van Kuiler, op woorden van Emil Epple, behoort niet tot de gelukkigste liederen van dien componist. De declamatie komt in de door hem gekozen maatsoort niet tot haar recht. De pianopartij is echter zeer mooi gezet. Als absolute muziek geeft de begeleiding meer het karakter van de woor den weer dan de zangpartij. Spela is een fragment uit Baumbach's Ziatarog, een sage uit het Triglav-gebergte. Voortreffelijk hoeft Kuiler in het hoofd motief den balladentoon getroffen. Maar ook zeer levendig illustreert de zang partij de woorden. Spela reken ik tot de belangrijkste werken van Kuiler. Zij die het muziekfeest der Ned. Toonk. Ver. dit jaar te Deventer hebben bijgewoond, zullen mede door den voortreffelijken zang van mejuffrouw Anna Kappel, een grooten indruk hebben gekregen van de buitendien nog uitstekend geïnstrumenteerde ballade. Voor de Jeugd'' is de titel van een bun deltje van zes liederen, op woorden van Tante Lize en Lovendaal»welke vroeger verschenen zijn in De Telegraaf. Allerliefst heeft Kuiler hier den kindertoon getroifen. Eenvoudig is de zangpartij, mooi en tocli interessant de begeleiding. Ook de kinderliedjes van mevrouw v. d. Linden van Snelrewaard zijn in den kindertooa geschreven. Op dit gebied trouwens is de componiste geen nieuwelinge meer. Tine van Berken en Tante Lize hebben haar hier de stof geleverd voor haar compositietjes. Indien mevrouw v. d. Linden de begeleiding ietwat rjjker, wat harmonisch interessanter had gemaakt, dan zou de artistieke waarde harer liederen zeker veel hooger zijn. Het is toch niet de bedoeling dat de begeleidingen door kinderen worden gespeeld ? De Nederlandscbe zangstukken uit het Willemsfonds liggen thans in hun een 011 twintigste reeks voor mij. Me dunkt dat dit cijfer reeds een welsprekend getuigenis aflegt voor het bestaansrecht der uitgave ; nog zooveel te meer, als men beseft dat menig lied uit vroegere bundels herhaaldelijk her drukt is. Ditmaal ontmoet men de namen: Antheunis, Blockx, Hol, lioels, Uyttenhovo, van der Meulen, Van Duy.se, Van Hoey, Van Nieu wenhoven on Vau Hennes. Ik ineen dat Hol's bijdrage het Sneeuw klokje" van mevrouw lioekstra-Kapteyn, tevens de zwanensiang is van onzen betreur den meester. Als /.oodanig //al zij zeker met pieleit door nijn ta rijke vereerders ontvangen worden. Ken zeer belangrijke bijdrage acht ik l'ytteuhove's Moederkon alleen" gedicht van Keiiée do Clwcq. Dat is echte poë/io van groote innigheid en diep gevoel. Dit lied /.al wel spoedig in ieders huilden zijn; hei ver dient zulks ook. Zeer mooi is ook jManesiralen" van v. Niciiwenhoven, vooral tegen het slot. Toch staan zijn vroegere liederen, hi-r in dit blad door mij besproken, hooger. Daar zit moer zekerheid in van expres?i3. Ju het begin van dit lied schijnt de componist nog iet.vat te zoeken naar de juiste wijze van uitdrukking. Bekoorlijk door haar eenvoud is ook de Idylle van (,'ath. van Hennes, op woorden van Ui; ne Du.'ivier-Van der Meulen's Wie gelied (gedicht van Joh. Lefcvre) heeft in karakter iets wos; van l"yltonhove's lied, zonder echter dit geheel nabij te komen in poctischo stemming. Florimond vau Duyse heeft Mijne Moeder taal" van 1'raiH de O rt zeer verdienstelijk getoonzet. In Noor-.l-NudvrUind 7/.Ühvt echter Brandts Buy.s' compositie op h et'.elfde ge dicht niet gemakkelijk verdringen. Anthounis is als dichter-componist verte genwoordigd met Ik zal u geven zooveel kussen", heel mooi in ouden trant gedacht. Biockx' Spinlied" is gelijk alles wat die meester schrijft, voortreffelijk van stijl en vorm. Uoel'.s de Vla-iung heeft geen taal" is kloek gedacht, mi.ssehu-n wat te doorluopend in recital ie.vorm gehouden. ( 'leertje's Biecht1' is eerngszins plat van melodiek. De ondeugend luimige woorden van Maurits Sabbo verdragen wel een luch tige behandeling, maar hadden toch wel voor kamer geïllustreerd kunnen zijn. O."er het treheel is dus deze bundel weer van uitremend gehalte. Hij sluit zich waardig aan bij zijn voorgangers.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl