De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 13 augustus pagina 1

13 augustus 1905 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

JJ°. 1468 DE AMSTERDAMMER A°. 1905. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND O :TL cL e r r e cL a. c t i © Dit nummer bevat een bijvoegsel. ?v a. in. J". IDE IK! O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Cajjuciiies tegenover het G raad Café, te Parijs. Zondag 13 Augustus. Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel O.-iO Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel ia 35 l'fenuig. INHOUD: VAN VERRE ES VA5 NABIJ: Het kritiekste. Pa lempfitaire geschiedenis?' FEUILLETON: Het huwelüksvraagstuk, I. Naar het Engelse!], van Graoe Ellery Channing. KUNST EN LETTEREN: Fen sociale roman. Oiovanni Cena, beoordeeld door W. G. van Nouhuys. A. Pierson, Israël, beoordeeld door dr. H. J. Elhorst. VOOR DAMES: Het leven in Italië, door Tanio. Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. _ Tentoon stelling Vincent van Gogh in het Stedelijk Museum, III, (met afh.), door W. Steenhoff. Een Indische Zaal" in het Rijksmuseum, II, slot, door S. Kalff. FINANCIEEL E EN OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. INGEZONDEN. DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL ADVERTENTIËN. MlllMimimillllllllHIIIIIMIIimHIIMIIMIHIIIIIIMIHIIIIIHIIIIHIIMMHIMIIII Het kritiekste. Naar aanleiding van ons artikel in het blad van 30 Juli, over Het kritiekste," d. i. over de onmogelijkheid om een krachtig kabinet te vormen wijl het met een Linksche Tweede Kamer en met een Rechtsche Eerste Kamer moet wer ken, schrijft De Nederlander: De groene Amsterdammer, den politieken toestand besprekende, meent dat het strui kelblok voor de nieuwe Regeering vooral ligt in de Eerste Kamer. Het blad zou willen. dat elke Kabinetsformatie weid geweigerd, waarbij niet als eerste aller eischen op het programma staat: grondwetsherziening tot "vaststelling van de ontbindbaarheid der Prov. . Staten." Immers in welk beschaaf.l land duldt men op den duur zulk een parodie op de volksvertegenwoordiging, en, vermeenen wij te mogen vragen, waar elders dan ten onzent zou het mogelijk zijn onder zulk een ontwrichting van het wetgevend organisme nog mannen te vinden, die bereid zijn de opheffing van dit anachronisme te verschui ven tot een... lateren tijd?" Deze vragen geven, dunkt ons, blijk van een zeldzame vrijmoedigheid. Het is toch een bekend feit, dat. juist omgekeerd, in bijna geen enkel beschaafd land zóó weinig waarborg bestaat tegen een zuivere partij regeering door de helft plus n van de rechtstreeks door het volk geko zen vertegenwoordiging, a's ten onzent. Dat tegenwicht van de Eerste Kamer, dat De Amsterdammer zoo hindert als een parodie op de volksvertegenwoordiging", bestaat in Engeland, het klassieke land der consEitutioneele beginselen, nog hél wat steviger dan ten onzent. Hetzelfde is het geval bij onze oostelijke naburen, waar bovendien nog andere factoren van evenwicht bestaan. Het komt ons dan ook voor, dat deze radicale honger naar cngebreidelde almacht van de helft plus n, kwalijk te verdedigen is met een beroep op andere beschaafde landen." Zeker, dat Hoogerhuizen, Senaten en hoe dergelijke lichamen meer mogen heeten, op andere wijze worden samen gesteld dan onze Eerste Kamer is waarlijk bekend genoeg. Wij hebben hier echter een bepaald geval genoemd, dat o. i. in geen enkel beschaafd land zou worden geduld. Het geval namelijk, dat men twee Kamers heeft, beide door dezelfde kiezers verkozen; de eene direct, de andere indi rect, bij getrapte verkiezing; beide dus bedoelende den geest der zelfde kiezers af te schaduwen; dat voorts de eene Kamer ontbonden zijnde, de kiezers voor dit lichaam een anti-clericale uitspraak hebben gedaan, terwijl de andere vooreerst niet te ontbinden is, en dus een clericale uitspraak voor die zelfde kiezers geeft. Dat voorts dit clericaal en anti-clericaal, in een strijd van jaren, tegenover elkan der staat, als water en vuur, met den felsten aller hartstochten, die in een godsdienstoorlog kan worden beleefd; welnu, dien aangaande beweerden wij: dit evenwel ia volstrekt irrationeel en, uit een historisch oogpunt beschouwd, inconstitutioneel; aangezien het hier geldt een kiezersuitspraak, niet ten opzichte van een graadver schil, maar nopens een zuiver principieele .tegenstelling, welke de richting der gansche politiek beheerscht, en waarbij ten volle is uitgesloten de vraag, of men bij deze stemming soms ook te doen had met den waan van n dag, daar de strijd reeds vele jaren lang is voorbereid." Meent De Nederlander soms, dat in eenig beschaafd land ter wereld, waar een soort Kuyper, geholpen door een soort Lohman, den godsdienststrijd ont ketend had gelijk ten onzent, na de duidelijke uitspraak der kiezers, een Hoogerhuis gehandhaafd zou kunnen worden, dat op dit allesbeheerschend punt den volksgeest weerstond, en het Lager huis met onmacht sloeg? Zoo is de quaestie. En hoeveel te minder bestaanbaar is dat voor ons land, hetwelk, hoezeer de keus voor de Eerste Kanier ook beperkt zij, naar den oor sprong der beide Kamers, slechts twee edities van een zelfde volksvertegenwoor diging bezit. Alleen zoolang de afwijking der beide lichamen van elkaar een graad verschil betreft, zijn zij nevens elkander houd baar; zoodra er een principieele tegenste ling ontstaan is. die de gansche richting der politiek beheerscht, wordt het regeeren met twee zulke Kamers onmogelijk. Dit is voor het buitenland evenzeer het geval, als voor Nederland. Maar juist in Engeland, het klassieke land der constitutioneele beginselen" heeft men het middel om althans de verhouding tusschen de beide Kamers naar den eisch van het oogenblik te regelen, niet geheel laten ontbroken, ter wijl hier te lande men afhankelijk is van een jarenvorderende wijziging van de Eerste-Kamermeerderheid; aangezien, zooals de oude heer Heemskerk reeds te kennen gaf, de ontbindbaarheid der Prov. Staten het kiescollege voor de Eerste Kamer vergeten werd vast te stellen. Daargelaten nu de min juiste inter pretatie van ons artikel door De Neder lander, doet het ons genoegen, dut dit blad van ons schrijven notitie heeft ge nomen, wijl het ons de gelegenheid aan biedt zijn redactie te vragen: hoe zij zelf' denkt over deze moeielijkheid otn een levensvatbaar liberaal kabinet te formeeren ? Vindt zij, evenals Df Standaard, dat de liberale leden van de Eerste Kamer niet meer vertegenwoordigende den geest van hun kiescollege indertijd hun zetels hadden behooren beschikbaar te stellen, en erkent zij ahoo dat wat zij nu noemt radicale honger naar ongebreidelde almacht van de helft plus n" eenvoudig is de redelijke en zedelijke eisch van het vertegenwoordigend stelsel? Was, toen Kuyper de Eerste Kamer ontbond, om een deeltje van zijn Hooger onderwijswet er door te halen, dit geen honger naar de ongebreidelde al macht van de helft plus n" maar een daad in 's lands belang; en stond dit belang boven het belang dat wij bepleiten: de volksvertegenwoordi ging tot haar recht te brengen, en de vorming van een eenigszins krachtig ministerie mogelijk te maken... of is de rechterzijde hier misschien Jupiter en de linkerzijde te zeer os, om met fatsoen gelijke houding zich aangewezen te achten ? Voorts is het eerlijk, na zelf de Eerste kamer ontbonden ta hebben, wijl men gevoelde niets principieel^ tot stand te kunnen brengen met twee Kamers, die vierkant tegenover elkander staan steeds te verzwijgen, dat de liberalen thans, door die ontbinding, welke zij zonder grondwetsherziening niet kunnen her halen, in een onmogelijke positie verkeeren; ? en hoe zal de Nederlander het verdedigen, dat uit het christelijk Rechts nog geen enkele stem is opgegaan, om het paganistisch Links te toonen, dat zij, kerkelijken, bereid zijn, bij een eventueele poging tot herstel van het door hen zelf verbroken evenwicht, Links te steunen ... wijl de zuivere wer king van het parlementaire stelsel hun boven alles gaat ? Wat ons zelf betreft wij dringen op grondwetsherziening aan in de eerste plaats, opdat door de ontbindbaarheid van de Prov. Staten, de Eerste Kamer in overeenstemming met de Tweede Kamer zal kunnen worden gebracht, en het regeeren mogelijk gemaakt. Dit kan en mag, dunkt ons, niet uit gesteld worden; te minder omdat de politieke toestand, welke een gevolg is van de ontbinding der Eerste Kamer door de kerkelijken, Links en Rechts bereid moeten zijn deze voortdurende oorzaak van verwarring op te heften, willen zij zich niet verraden als stellende het partijbelang boven het landsbelang. Zoo ooit dan is nu Grondwetsherziening urgent - en daardoor veel minder tijdroovend, dan anders het geval zou zijn. Spreken wij daarbij van de ontbind baarheid der Prov. Staten en van een nog eenigszins beperkte uitbreiding van kiesrecht, met invoering van evenredige vertegenwoordiging, dan is dat, wijl wij nieenen, dat er op dit moment voor iets meer of van anderen aard geen meer derheid te vinden zou zijn. Wij zelf zijn se lert vele jaren warme voorstanders van de afschaffing der Eerste Kamer; van algemeen kiesrecht, bij evi nredige vertegenwoordiging. Maar welk een zegen zou het voor Nederland zijn, in het geheel geen grondwet rijk te wezen die politieke bijbel vol vergissingen, waar aan geen enkele partij zich houdt, tenzij voor zoover het in haar kraam te pas komt; die bron van zooveel oneerlijke praatjes, die grondslag van ons recht, op en neer wippende in hut parlementair moeras ? Ten deze opzichte zouden wij zelfs De Nederlander wel willen uitnoodigen met ons te ijveren voor de navol ging van Engeland, het klassieke land der constitutioneele beginselen," maar wij vreezen, dat we ook daarvoor niet op zijn bijval, of op die der rechtsche en linksche meerderheid mogen rekenen, daarom ... gewagen wij vanGrondwetsto'sijnmf/nog. Parlementaire geschiedenis?" Het Vaderland schijnt het nog noodig ?te achten Kuyper verder ten toon te stellen, in diens hoedanigheid van Min. van Buiterilandsche Zaken achter de schermen, en eenige mededeelingen te geven aangaande diens handelingen als reizend diplomaat. Naar onze meoning zou het beter en waardiger zijn deii verslagene nu maar met rust te laten, en althans hem niet te vervolgen met beschuldigingen, die al mochten zij waarheid behelzen, op gee nerlei wijs waar te maken zijn. Allerzonderlingst opent Het Vader land zijn nieuwe verhalen met deze in leiding: De vrierd van baron Mei vil van Lynden, die ons mededeelingen omtrent de Buitenhofet isiis verstrekte, heeft gedurende onze verkiezingsdrukte zijn portefeuille in rust gelaten, uit vrees, dat /ij u berichten een onverhoopten invloed, ware het dan ook slechts op enkele stemmen, mochten uitoefenen. Thans, om redenen van gezon Iheid naar Wiesbaden vertrokken, heeft hij ons tusschentijds wel willen verwijzen miar een hier ter stede vertoevend oud diplomaat, die ons, ter wille der parlementaire geschiedenis, >le volgende niet minder merkwaardige bijzonderheden verhaalt." De vriend van v. Lynden, wien wij bij een vorige gelegenheid reeds zijn lafheid verweten hebben, om anoniem met de zwaarste beschuldiging voor den dag te komen, zit nu tot herstel van ge zondheid te Wiesbaden ... en heeft tijdens de verkiezingen niet verder zijn gehei men opgedischt, omdat dit soms op en kele stemmen" een onverhoopten invloed zou hebben geoefend. Nietwaar, welk een consciëntieus man! Ziju eerste mededeeling mocht hij wél doen; deze behelsdo eenvoudig dat Kuyper zoo grof mogelijk bij de intcrpellatie-v. Kol had staan liegen, toen rook de vriend van v. Lynden" nog niet het stembuskrnit; maar nu is er zoo'n haast bij de zaak, dat hij het eind van zijn kuur, of den tijd waarop hij weer op kracht zal zijn gckomeii om zelf een brief aan't Vaderland te schrijven, niet mag afwachten; en daarom heeft hij tusschentijds de redactie verwezen naar een oud-diplomaat! die, door en door oud-diplomaat, precies zoo anoniem als de anonieme vriend van v. Lynden, geen oogenblik heeft willen talmen ter irille ran de parlemen taire geschiedenis" welke geschiedenis, ook.naar 's Vaderlani/s inzicht, nu, kom kommertijd 190r>, ten opzichte van Kuyper's gedragingen haar voltooiing eischt. intusschen heeft het Vaderland het volgend schrijven moeten opnemen: De ondergeteekeade acht zich verplicht, te verklaren, dat hij geen kennis heeft aan het artikel, onder het opschrift De historie der Buitenhof-crisis", voorkomende in Hel Vader land van 5 Augustus 1.1., Xo. 184, evenmin als aan vroeger in dat blad opgenomen artikelen betreil'ende hetzelfde onderwerp. en dat al die stukken geheel buiten zijn voorkennis of medeweten zijn opgesteld en geplaatst, terwijl het hem volkomen onbe kend is wie de stellers of inzenders daarvan zijn. R. MELVII. VAN LYXDKX." 's-Gratenliage, 7 Aug. 1905. En buitendien heeft ook staatsraad Asser reeds dadelijk weersproken de ver zekering dat, naar men zegt" 1) hoe oud-diplomatisch! (hij, Asser) toen de Regeering uit die groote moeilijkheid (heeft) gered; een moeilijkheid, welke het gevolg zou zijn geweest van een belangrijk diplomatisch voorstel tot alle Europeesche en eenige niet-Europeesche mogendheden gericht." Met wat voor soort van menschen het Vaderland, zich voor deze aangelegen heid ophoudt, is zelfs niet te gissen. Ongetwijfeld zal ten opzichte van Kuy per's handelingen heel wat zijn uitgelekt en aan het licht gekomen, daaraan nog veel in en buiten de sociëteit zijn toege voegd, maar hoe een ernstig blad er zich toe kan laten verleiden, om zulke kost, door geen enkelen naam getcaarmerkt, zijn lezers voor te zetten, begrijpen we niet. Aan genomen dat het doel onberispelijk is, Let blad dient dan toch te bedenken, dat niet elk middel geoorloofd is. Immers zoo be derft men de beste zaak. Het belang der partij, het belang van links, na de over winning op Kuyper c. s. behaald, moet ook voor dat blad hocger staan, dan het genoegen of het voordeel van piquante verhaaltjes aan te bieden. Natuurlijk zal de tegenpartij deze ongeoorloofde wijze van bestrijding ge bruiken, om te doen zien hoe diep"" de pers van links gezonken is en wat zouden wij zelf wel zeggen, indien men van Rechts, iemand der onzen, na zijn val, aldus verscholen te lijf ging? Het Vaderland bevindt zich in deze op een verkeerden weg. Wat zou er van de pers worden, indien zij, dit voorbeeld volgende,een anonymus parlementaire ge schiedenis, liet schrijven,met het bepaalde doel om dezen of genen persoon van aller lei te beschuldigen, waarop hij zich in hoofdzaak niet verantwoorden kan. Waartoe zulk een vriend van een minister en een oud-diplomaat? in het blad toegelaten; wat is dat anders dan het bevorderen van slechte manieren en liet aankweeken van lafhartigheid? En indien er nu inderdaad nog eenige behoefte bestond aan dergelijk geschrijf! Hetgeen men aangaande Kuyper heeft kunnen waarnemen, gedurende de vier jaren van zijn opzichtig bedrijf, in verJband met zijn verleden als thsologisch en politiek agitator en propagandist, zijn fantastische natuur en zijn tot het opzien barende geneigd gestel het was toch waarlijk genoeg, om hem ongeschikt te vorklaren, gevaarlijk te achten voor do zijdelingsche of rechtstreeksche leiding onzer buitenlandsche politiek. Komen er later icelgestaafde feiten aan het licht, welnu, waarom zou men die niet willen vernemen? Te verlangen echter naar niet te bewijzen geschicdenisjes, heel of half verdichte of versierde verhalen, of' dezulke aan te bieden, achten wij afkeu renswaardig. Een sociale roman. GIOVAXXI CEXA. Gil Ammonitori. Roma, Nuova Antologia" 1904. Toen dit werk van den hoofdredacteur der iVuoi'a Antologia verscheen, sprak men in Italiëvan een Russischen roman. En waarom? Eenvoudig, omdat het zoo vreemd deed" tusschen de gangbare Italiaansche romanlectuur. Eenige jaren geleden reeds wees ik er in De Gids op, dat het eigene in de Italiaansche literatuur van de laatste vijfen-twintig jaar schaarsch is. Zij heeft zich even als het drama in hoofdzaak gevormd naar Frankrijk, /ola, Bourget, Maupaasant zijn even goed nagevolgd door tientallen van romanciers als Dumas, Augier en Sardou door de meeste der dramaturgen. Wie der halve meent dit in den Italiaanschen roman zich het Italiaansche leven, de bestaande maatschappij afspiegelt, komt bedrogen uit. Protesteert men in Frankrijk reeds wanneer het buitenland de romansehepselen aanvaardt als vertegenwoordigers van de Franeche maat schappij, hoeveel te meer recht heeft de Ita liaansche burger en burgeres ! om op te komen tegen veronderstelde verwantschap met de heldinnen en helden der talloo:e romannetjes, waarin Parijsche boulevardiers, rasta'a en mondaines in diverse soorten, met Italiaansche namen voorzien, overgeplaatst worden in de salons van Rome, Milian of Florence. Intusschen het publiek accom modeert zich met dergelijke lectuur, mist te zeer een eigen vizie, neemt te weinig zelf bewust waar om het onreëele der staag her haalde voorstelling sterk te blijven voelen, en wanneer dan plotseling een auteur on bevangen genoeg is om de dagelijksche reali teit te geven geheel gelijk hij die gezien heeft, dan noemt men die werkelijkheid Rus sisch", al is ze te vinden, in dit geval, op de hoogste verdiepingen der buurhuizen te Turijn, en overal in welke Italiaansche stad ook. In verband met dit feit heeft de titel van Cena's roman dubbele beteekenis. Gli Ammonitori, dat zijn de waarschuwera", niet alleen in het algemeen der maatschappij als geheel, voor de gevolgen van het on mensehei ij ke leed door zoovele ongekenden in armoede en gebrek geleden ? tevens in het bizonder der Italiaansche maatschappij, om haar het feit indachtig te maken, dat er buiten de verdichte nagemaakte realiteit der romanlectuur een aangrijpende, levende wer kelijkheid is, waarlangs z\j. verblind heecgai t, en waarin de kiemen schuilen van wat lang zaam maar onfeilbaar zeker op zal groeien als een macht ter revolutie, zoo het idet tijdig wordt erkend en tegemoet gekomen met barrnhaitigheid en menschenliefde. Alvorens iels mee te deelen uit dit boek, een en ander over den schrijver. Want er Wijkt een nauw verband te bestaan tusschen zijn persoon lijk leven en dat den Italianen Russisch lijkende werk. Gelijk zoovelen is hij van het platte land, waar zijn vader met een nederig hand werk /ijn brood verdiende evenals de voorouders van Gerhart Hauptmann was de oude Cena wever door hoogeie aspiraties gedreven naar de stad gekomen, raar Turijn, en heeft daar de moeielijke jaren van zelfvorming doorgemaakt. In -De! U'aarschiiwtrj komt een jong dichter voor, w^eus gedichten na 'zijn d<xd door be vriende handen voor de vergetelheid be waard worden en later door velen gelezen. Die op een zolderkamertje levende, honger lijdende dweper is soms genoodzaakt zich met zijn magere armen en teere handen, schamel gekleed, te scharen büde werkzoe kenden, die de sneeuw mogen opruimen van pleinen en straten, 's nachts bij fantastisch flonkerend fakkellicht. Is er iets autobiogiafisch in? 'Stellig heeft Cena de volle hard h-.i d van het ellende-leven gekend. Men voelt hoe dezj man thuis is op de zolderverdieping der groote huurkazernes, waarvan de kamer tjes geschaard zijn om de vierkante opening hoog boven de binnenplaats: de Aëropolis of luchtstad, waar de bewoners op snikheete dagen snakken naar wat verfrissching in de benauwenis van het dicht opeen gedrongen onderdaksche bestaan, en waar 's winters de grimmigste koude het eerste binnenvalt. Paar heeft hij blijkbaar zijn wordingsjaren gesleten, de maatschappij leeren kenmn in haar onderste lagen, de ontaarding en verruiving der menschen onder gebrek en ellende aanschouwd; daar is het groote, zijn ziel in al haar ve/.elen vullende meelijden geboren, dat men voelt van bladzij tot bladzij in zijn boek, al speculeert hij allerminst op goed koop aandoenlijke effecten. Zijn eerste werk verscheen in 1896, een verzen-boek, getiteld Madre, Moeder, waarop in 139!) een tweede In Urnbrn, In Kchatlun; volgde. Deze Runde's, die spoedig door een nieuwen. Homo, gevolgd zullen worlen en waarop ik nog afzonderlijk de aandacht hoop te vestigen, hadden veel succes, getuige de acht duizend exemplaren reeds van den eerste ver spreid, ook voor Italiëeen ongewoon verschijn sel. Madre is als een monument van kinder liefde, ook van het leed door den zoon gevoe'd, die een lieve moeder, on'lanks alle pogingen der heelkunde, verliezen moet. Maar het is niet dut alleen het heeft wijder strekking?omvat het leed van vele lijdenden. En klaagt over de tekortkomingen van de maatschappij, haar oiliciëele hardheid, ook daar waar ze uiting wil geven aan haar liefde in den vorm van weldadigheid. Waar zijn de lief Ie, de menschlijkheid, de goedhartigheid en het medelijden by de velen wie een maats-chappelijke be trekking de zorg oplegt voor de arm-n, hulpbehcevenden en zieken? Wat het sterkst getroffen heeft in zijn beide bundels, ia het accent van waarachtigheid, van doorleefdheid, die geen mooie woorden en rhetorische wen dingen noodig heeft om indruk te maken. Daarbij een goedheid die vergeeft omdat zij blijft zoeken naar een verklaring, een wijsgeerige aanleg voor bespiegeling die naar de op lossing speurt in het univerzeele wordings proces voor wat op zichzelf niet anders lijkt dan een rauwe dissonant. Van den wreeden strijd om het bestaan van de eenvoudigste levensvormen tot de meest gedifferentieerde, is hem het slagveld de kweekplaats van zich steeds vernieuwende levens-energie die, onbe wust van haar eigen doel, zich ten slotte ver heft tot 'Ie edelste gedachte in het menschelijke brein. Niet met de vage geloofs geestdrift van een Ada Negri, maar met de pozitieve overtuiging van den denker, ziet hij de toe komst beter dan het heden. Wie vreezen mocht dat de kunst bühem lijden moet onder de wetenschappelijkheid, leze onder meer zijn artikel in de Nuova Antologia van 1G Maart 1901 over het werk van Rodin, waaruit ten volle blijkt welke zijn ideeën zijn van groote kunst. Deze enkele notities mogen ter inleiding volstaan. Thans iets ovtr den roman. Hij wordt voorafgegaan door een Aan d,n Lezer, dat er als een authentieke beteekenis aan wil geven. Ik ontleen er het volgende aan: Dit boek is niet anders dan de zelf ge schreven geschiedenis van een armen typograaf. Het handschrift werd me toevertrouwd door een dame, die het in een der afgelegen wijken van Turijn op een zolderkamer vond. Zij had den jongen man gekend, die daar eenzaam woonde, en van wien niemand ooit het vreemde en wanhopige vermoed zou hebben. Hare nasporingen leidden tot de waarschijnlijkheid, dat hij omgekomen is tij iens de laatste overstrooming van de Po, waarbij meer dan n moedige het slacht offer werd van eigen heldhaftigheid... Hij was n der karakteristieke typen onzer dagen, een der organismen van zuivere gevoeligheid en intelligentie, die door het toeval van een ongunstige geboorte gevaar loopen onverbiddelijk uitgedreven te worden door het nog onvolkomen mechanisme onzer maatschappij. Hun bestain ia een teekenend verschijnsel. Daarom heb ik dit geschrift gepubliceerd, waarin ik alleen een paar namen veranderde, en waaraan ik een titel gaf die mij door den inhoud duidelijk aangewezen scheen".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl