Historisch Archief 1877-1940
l
Ir
DE A M S T E R D A M M E R W K EK BLAD Y O O R N E D E R L A N D.
No. 1468
Hierop volgt dan een kleine inleiding van
den typograaf zei ven.
De tijd is nu daar om mijn groote daad
Ie bedrijven. Binnen eenige dagen zal alles
gebeurd zijn. Dit gedenkschrift, waarvan ik
twee copieën gereed maak, het eene oin van
au af bij mij te dragen, het andere om naar
een dagblad te zenden, heeft geen ander
doel dan duidelijk te maken voor 't geval
men mijn bedoelingen niet begrijpen zou of
«an een ongelukkig toeval denken het
lielsproces dat mij tot het besluit bracht op
deze ongewone wijze te sterven".
Hiermee is het plan van het boek voor
' ons gelegd.
De schrijver heeft ons het zielelijden willen
doen kennen van een zeer jngevoeligen
jongen met veel intelligentie, geboren uit
dood arme ouders, zich opwerkend in een
groote stad tot letterzetter, maar door zijn
)even tusschen de min-bedeeldiii in die
maatschappij, door het leed en de ellende,
ddor de levenswreedheid en benauwenis van
»Ue zijden, zóó aangegrepen, dat hij eindelijk
onder zijn groot'en machteloos medelijden
bezwijkt.
Machteloos medelijden....! Daarin
concentreert zich de tragiek van dit boek.
Want deze Stanga, die als jongen met zijn
Tader samen als steenbakker in het Po-dal
tachtig centif-uis daags verdiende, die later den
Btrijd om het bestaan met stalen wilskracht
doorkampte tot hij een betrekkelijken welstand
Teiwierf, een van materieele zorgen vrij
leven met zijn boeken na de uren van arbeid
in een groote zetterij, staat in het grot te
maa'schappelijk gedoe als een droomer, een
fijnvoelend denker, die in abstract gepeins
let 200 geheiinvolle tracht te doorgronden,
rich verdiept in de werken der Grooten,
waartoe hij zich al vorschend den toegang
ontsloot. Maar elk nieuw wreed gebeuren
om hem heen schokt hem, doet zijn zenuwen
trillen, jaagt wanhoop in zijn /iel. Moet dat
mug dat aan wien de schuld?
Hij voelt een kracht in zich, een wil tot
Terzet, een besef van medeverant woorde
lijkheid: hij mist het practische inzicht, de
geschiktheid, den aanleg tot de daad.
Een vrouwelijke doctores, die hij meermalen
bezig ziet in de groote huur-kazerne, waar
de ziekten vooral vrijen toegang vinden, is
hem tot een levend verwijt, met haar telkens,
bij gewichtige en tragische oogenblikken,
doortastend optreden, met haar zoo gewoon
klinkend: ,,er moet gehandeld worden".
Want hij kan juist niet handelen te mid
den van al dat raadselachtige, immens-wreede.
Het is hem of er in hem iet -i tot wording moet
ioroen dat hij eindelijk uiten zal, een
verlossings-woord. Hij wacht er op als op een
wonder, maar hij wacht vergeefs. En als een
ontzenuwing wordt dat vergeefsche van zijn
innigste willen, waarvoor hij geen uitweg weet.
»Som-i wreekt het /Ach in vüioenen In enervan
is zijn uiterste besluit al j gesymbolizeerd.
Vanmorgen opende ik mijn oogen onder den
indruk van een allengs vervagenden droom
een hallucinatie: Er was eeu man in mijn
nabijheid. Naar hem toe gaan leek me zoo
Kioeielijk als het beklimmen van oan steilte ;
.Wijven waar ik was als een doodsgevaar. Xu
ief k hij me aan. Ik had hem een gewichtig
ivooid te zeggen, maar het wilde niet over
mijn lippen: ik voelde ze bewegen, ik
?voelde het samentrekken van mijn gezichts
spieren, 't was me of ik eeiiige onge
articuleerde klanken uitstootte... Hij zag
me aldoor aan en begreep mij niet en zijn
«ogen werden groot, verschrikkelijk van
toorn ... En ik had me zelf willen doeden aun
iMMIIIIÏIIIIIIIIIIII
HuiiiiiiHiiiiiiiiiiHiiliiiimuiiB
HET HUWELIJKS-YRAAGSÏUK,
XaarhetEngelnch,\'a.R GRACE ELI.ERY CHAXXIXG
I.
De middagstilte werd alleen verbroken
door het tikken van de schrijfmachine op
den eenen lessenaar en nu en dan door een
rustelooze beweging van de papieren op den
anderen. In de kamer, waar de klerken zaten,
was bijna iedereen weggegaan om te lunchen.
Het uur, waarop Satterlee zelf gewoonlijk
ging, was cok al voorbij, maar toch bleef hij
nog zitten. Misschien was het d: lichte, van
de rivier komende vind, die beneden op
straat geheel ontbrak, maar op deze hoogte
.verkwikkend naar binnen kwam, die hem
noopte te blijven. Buiten stond de thermo
meter een eind over de negentig, maar hier
boven wees hij slechts twee-en-tachtig aan,
wel niet koel, maar toch dragelijk.
Het meisje bij de schrijfmachine hief haar
een u hand op en streek het vochtige haar
van haar voorhoofd iveg met een vermoeid
gebaar, dat etn eigenaardig contrast vormde
niet de bijni koortsachtige hoewel volkomen
regelmatige aetuileit, waarmee haar vingers
een oogenblik later den dans over de toetsen
Tree-r hervatten.
Van afzijn observatie-post achter zijn schrijf
tafel, maakte Salteilee in ge lachte een
a:iuteckening hiervan, en voegde die bij de
aanteekeningen van verscheiden maanden, (Iu-t
geestelijk notitie-bot k ontleent zijn grootste
ge*aar aan zijn vermogen tot uitbreiding)
en hij fronsde, zijn wenkbrauwen boven de.
papieren in re l'Mis.
Gesteld, dat hij voor een enkelen keer
Laar voorstelde, wat de hitte van den dug
misdreven had, 's avonds te doen genezen
door de frissche koelte van een
roof-garden" wat voor kwaad zou daarin steken?
Zou er- wel beschouwd, eenig kwaad in ste
ken? Ku die vraag was bijna even be
langrijk verondersteld, dat hij het haar
Trocg, zou zij het aannemen? Het *as een
moeilijk vraagstuk in de verhouding tusscheu
werkgever en ondergeschikte.
Het werd hoe langer hoe wanner. Het
ZDU ondragelijk zijn, straks eeu uur lang in
den trein te zitten, om naar K. te gaan,
enkel en alleen om het genoegen te kunnen
hebben den volgenden morgen weer terug
te reizen met de overige heen-en weer-rei
ziger?. Satterlee had een hekel aan S., boven
dien Ie lacht, hij plotseling een massa nuttige
be/.igheden, die hij zou kunnen verrichten,
als hij in de stad bleef - o. a. het opzoeken
van praecedenten in re Pettis. Het eenige
«?at hij te doen had, was eeu telegram :e
sturen aan Isabel. Instinctmatig trok hij een
telegram-formulier naar zich toe en schreef:
Door zaken opgehouden. Kom van avond
aiet terug."
Terwijl hij dit; deed had hij een visioen
zijn roeten opdat hij mij begrijpen zou f'
Ik heb er al op gewezen dat niet zijn
zieleleven allén dit boek vult, al gesproken over
den jongen dichter, diesneeuwschepper wordt
voor een stuk brood. Met verschillende typen
in die afzonderlijke wereld, in die aëropolis",
komen we in aanraking. En we zien ook daar
de groote machten van Helde en dood en
levensvernieuwing hun werk doen, maar de
smart is als de vreugde geheel verworden
voor hen die het leven verwierp ! .. .
't Is wel een heel ornslig boek, dit van
Giovanni Cena. Men weifelt onwillekeurig
met het woord kunst" tegenover het product
van zooveel ervaring aan eigen ziel, van zoo
veel nadenken, zooveel me lelijden vooral!
'k Begrijp me dat er aan G >rki gedacht is.
Als we nagaan wat ons in diens werk liet
meest treft, dan denken we niet in de eerste
plaats aan het artistieke, aan coinpozitie en
verhoudingen. Dan komt het niet in ons op
om bijv. een drama als Sla-ipsteS te verge
lijken met een der grojte drama's van de
wereld-literatuur. Daarvoor ontbreekt er te
veel. Maar we worden gepakt door de oprecht
heid, die ons de menschen geeft gelijk zij ze
zag, die ons overtuigt van 't menschelijke
dier verwordenen, die een voortdurend be
roep doet op ons verwantschapsgevoel.
Daartoe is noodig een eigen zien. en een
eig<yi wij'ze van weergeving. En daar deze
behooren totde eerste eischcn, don kunstenaar
te stellen, is hiermee het aanrakingspunt
aangeduid van het artistieke met wat in
hoofdtaak, gelijk ook dit boek van Cena, een
meegevoelwekkend werk van
menschelijkheid blijkt.
W. G. VAN NOUIIUYS.
Den Haag, Juli 1905t
A. PIERSOX, Ixrael. Tweede druk. Haar
lem, H. D. Tjeenk Willink & Zn. 1904.
Ik herinner mij een gesprek niet een vriend
lang geleden. Hij stond op liet punt om een
boek uit te geven en ik vroeg hem : hoe zal
het heeten ? Het antwoord luidde: mijn uit
gever heeft daarover nog niets beslist. En
toen ik hem verbaasd aan'.ag, liet hij volgen:
ja, ziet ge: ii bepaal nooit, hoe i en boek
heeten moet. Dat doot altoos de uitgever
voor mij en ik heb er mij in den regel wel
bij bevonden. Wij. schrijvers, bederven altijd
het succes onzer boeken d ior de verkeerde
titels, die wij kiezen. Lees de recensies en in
de meeste gevallen bespeurt ge duidelijk, dat
de recensent verbolgen is, omdat het boek
hem teleurstelde inde verwachting, door den
titel opgewekt. Een uitgever is bij het kiezen
van een titel veel verstandiger.
Ik moe^t aan dat gesprek denken, toen ik
den eersten druk van Pierson's Israël met
de tweede uitgaaf vergeleek. I>;mcl heet het
boek nu door de wijshei l der uitgevers, lfrn,-l,
niets meer. Kn ik dacht, hoeveel booze kri
tiek den auteur bespaard zou zijn, als het
werk bij zijn eersten rondgang onder cie
nieni-cherj ook slechts dien korten naam ge
voerd had. Want. ik ben er vast van ver
zekerd, dat de scherpe beoordeeling, waaraüfc
het boek voor zeventien jaren bloot stond,
voor een goed deel haar grond vond in den
titel, die verwachtingen opwekte, waarmee
bet bouk geen rekening hield. En daarmee
bedoel ik geenszins, dat liet werk zicii aan
kondigde als het eerste deel van een reeks
van irronograiiën over onze i/cfutelijke.
rourouders. Daartegen kon niemand iets aanvoeren.
Dat Israël tot onze geestelijke voorouders
behoort, is nu eenmaal een feit, waaraan geen
imiiiiiiiiiiiHii
iiiiimiHiiiiiiiiitujimiiiiiiiiE!
van de aankomst van het telegram, een uur
later. Een van de bediend, n van de weel le.ig
ingerichte vi la. die hij het voo'recht had
te mo^en betalen, -:ou het couveit ee, biedig
op een zilveren blad aan Isabel komen brengen ;
Satterlee kon zelfs het geba ir zien, waarmee
zij, koel en elegant in een van die
ingew.kkelde samenstelsels van batist en kant,
die hij ook het voorrecht had te mogen be
talen, en die haar zoo bewonderenswamlig
stonden, haar fijne, slanke hau i zou uit
strekken om het aan te riemen. De vage
erjerirs, die hij zoo dikwijls voelde in de
tegenwoordigheid van zijn vrouw, bekroop
hem weer, nu hij zich dit tafreel voer den
geest haalde. IIij maakte zoo'n heftige be
weging, dat hot jonge meisje tegenover hem
verbaasd op';eek, on hun oogen elkaar ont
moetten.
Het was een ontmoeting zonder eenige
beteekenis behalve diegene, die bestond uit
het feit, dat zij elkaar aanzagen zonder eenige
verlegenheid of zonder behoefte', om iets te
zeggen, een bewijs van een soort rmlige
verstandhouding, l'et mei-je ging weer door
met baar werk aan de schrijfmachine, maar
Satterlee keek weer L nar zijn papieren met
een vreemd gevoel van onbehaaglijkheid.
,la, wanneer iiij het baar vroeg -? dan
l geloofde hij wei, dat /;;j zou gaan. Ken soort
l van razernij, van medelijden, greep hem aan
j voor die moedige ea Volhar i"nde i>"i 'osi:t id,
die al die lange maanden to; zijn dienst had
gestaan, zinder veislappeii. zonder kiaj,cu,
den g._'h')' leu strengen winter. d<ju gcheelen
af ;.aaUenden zomer door. Hij maukte es n
paar d-jelloox/e krabbels met /ijii potlood,
iets dat veel op een zucht leek, ontsnapte
hem, en hij scheurde het gek papier in twee
lange reepen en schoei' zijn stoel achterruit.
..Ik kom binnen een uur terug", zeide hij
kortaf, terwijl bij z.y'n hoed nam.
J let meisje knikte, zonder een pun/.o te
maken in den vooiülnrendtn dans van baai'
vingers, en ^atttrue bleef staan, toen hij
voorbij haar tafel ging, schijnbaar om te
kijken, Laar hetgeen zij reeds had geeopiëerd.
Zij was veel te bleek. Weer voelde hij die
razernij van medelijden in zich opkomen.
Waarom moesten sommige vrouwen eeuwig
en altijd rusten en een meisje als dit nooit
eeu uur van ontspanning kennen ? En waar
kon een meisje als dit in New-York alleen
heengaan om ontspanning te vinden ?;Satter
lee was zelf ook moe; groote warmte zuigt
heel wat euiergie op ; de lange, brandendheete
maanden, met hun tweemaal per dag
terugkeerende spoorrei/.en hadden de een o f andere
snaar in hem ver.--laj.it., hij had eeri gevoel
alsof hij op was. Het zon onbeschrijfelijk
uitrustend zijn, een dergelijke vrouw uit te
noodigen tot een kalm soupertje en haar ervan
te zien genieten; eeu vrouw, die de
deelgenoote was van hetgeen zijn geest vervulde,
de deelgi'noote va:i zijn lichamelijke ver
moeidheid, en die nie.t van hem zou ver
wachten, dat hij haar bezig hield met onbe
duidende praatjes. luwen lig daagde hij de
heele wereld Isabel's heele wereld uit
eenige geldige redeu op te geven, waarom Lij
mensch kan tornen, men moge dat feit met
de meeste rrensehen dankbaar erkennen of
met, Nietsche, die al het verkeerde in onze
huidige maatschappij aan Israël weet, smar
telijk betreuren. Kvemin zal iemand ontken
nen, dat onder die voorouders aan Israël de
terste plaats toekomt. Wat niet wegneemt,
dat menigeen misschien verlegen zou staan,
als hij -in bijzonderheden moest aanwijzen, wat
Onze hedendaagsche beschaving aan Israël
verplicht is. Err ziet: nu kondigde Pier-ou
zijn boek aan als het eerste deel van eerre
reeks van «Indien orer om", bcsrlutring. Wat
kon dit anders beduiden dan dat het samen
gestelde iti onze beschaving in zijne factoren
zou worden ontbonden, zocd.it wij achter
eenvolgens zouden te zien krijgen, wat i-raël,
Hellas, Home en anderen tot onxe beschaving
hadd-n bijgedragen ? /Culk een werk, aan
trekkelijk te allen tijde, moest een bijzondere
bekoring hebben voor de eeuw, die in zucht
naar analyseering moeilijk haar
wedergadevindt. En wie was voor die taak beter bere
kend dan P.erson, do veelzijdige geleerde, de
keurige stylist, de h'irre en geestige oprnerker,
de man, die keer op keer getoond had een
even diepen blik geslagen te hebbe.i iu het
verleden als in het heden? Hij was de aan
gewezen man om de draden bloot te leggen,
die het heden aan het verleden bonden
Helaas, wie met dergelijke verwachtingen
zich tot de lezing van I'ierson's I-raël zette,
wer i bitter teleurgesteld Hier err daar moge
een vluchtige opmerking voorkomen over iets,
dat nog in onzen tijd nawerkt, nieman l zal
door .LMerson's boek een levendigeri indruk
ontvangen van den 'invloed, dien Israël nog
op ons uitoefent. Van een st udie over onze
beschaving heeft het boek bitter weinig.
Het is, zooals de titel nu zegt, een s.udie
over Is act.
En het is goed, dat de uitgevers die studie
hebben doen herdrukken, al mag betwijfeld
worden, of Piersoa zelf geen radikalo
wijzigingrn in zijn werk zou hebben gebracht,
iiad hij zelf een tweede uitgaaf kunnen voor
bereiden. Er zij 11 indertijd zulke gegronde
bezwaren tegen zijne voors'eliingeu aange
voerd, dat zij indruk moeten gemaakt hebben |
op den geleerde, d:e altijd bet eid was om van
anderen te leeieu. En de weiiscl , dat bet
hem gegeven mocht zijn bet werk te herzien,
moet zeker bestaan hebben bij den auti u r,
die waarschijnlijk uit eigen ervaiing sprak,
toen hij zeide: de profeet telt zijne mislukte
pogingen evenmin nU de auteur de bladen,
die aan het vuur worden prijsgegeven''.
Betwijfeld mag worden, of l'ierson vu!hard
zou hebben bij de meening, dat de schets,
welke hij van het oorspronkelijke Israël gaf,
aan de werkelijkheid beantwoordt, of hij ten
tweeden m-.de gesebreven zou hebben, dit
Nathan er-n v 'Oibeeld van serviiiti-i'. was, dat
de profeten, de beeht.-te pijlers van Israëis
geestelijk leven, de s'ccatste patriotten waren, j
da! liet naakt in nel paradjsverhaal veroo.-- ;
deeld worlt, (Uit de aanval der profeten o;>
de beelden uit gebrek aan kunst in voort
sproot, d.it de Gu l der profeten niet opvoedr,
dat de hervorming van Josia luchthartig wordt
a.uigevat. /'uo zou ik meer kunnen noemen ;
maar ik heb er gi en bist toe. Wij staan nu
anders tegenover |-'ie;>on's werk da;i vóór
zeventien jaren. Het is. zooals Piereen zelf
ergens ge/;egd beeft; tegenover het .schilderij
van den ie 'enden meester, dien wij bewon
deren, staan wij mei eeu zekere jaloersehheid
van het ideaal, die on< tegenover de aan
wezigheid zelfs van kleine vlekken weinig
inschikkelijk maakt. Iets dat grooto ru^t
geeft, vinden wij daarentegen in de
wctenaiiiHiiiiniiiMtimitiiiiiiiimimiiiiHUiiiiiiiMiiijiiimiiiiiiuiiiiiiiiuiiiMC
het niet zou d-ien, of het geringste kwaad te
bodenken, dat, erin ZLU steken, /'ij waren
noodzakelijker wijze' tot op zekere hoogte al
goede kameraden geworden, tengevolge van
de gedwongen intimi'eit, die het hoofdbe
standdeel van h;m dagen uitmaakte. ban
nelingen van den arbeid, afgezonderd van die
wereld, waarin Isahcl en haar gelijken zoo'n
overvloed van genietingen en genoegens
smaakten. Waarom zou een oogenblik van
onschuldige ontspanning hu dan worden
ontzegd? Omdat zij niet tot zijn stand
behoorde? I sabel en zij waren samen op
school geweest; n;ets dan de toevalligheid
van geld zijn geld, zs oals hij op dat
-..ogeiiblik niet kon nalaten to bodc!;kcn h s; d
de ojne een leven van nietsdoen, de andere
een leven van hard werken be;:orgd En toch
hij iiiiii-f,l. liet haai' niet vragen; dit her
haalde hij onophou lelijk teg^n zichzelf, door
de steeds toenemende overtuiging been, dat
bij hel haar :<m vragen, dat hij zelfs oi/ het
punt wa< .
Ei' weid op d.' deur geklopt eenk;-,lm.
beschaafd kopje, dat echter op Saitorle/s
zenuw,.'!! de uitwerking had van ee i: kn.i1.
i l ij draaide zich niet een schok om, keek
naar de d-iir. en stond tegenover zijn vrouw.
Je verwachtte mij natunilijk niet." zeide
Isabel giim'.M-li.-nd.
Satierlce ki ek met aandacht naar de -Uuike,
fii.-'.-che, g'-.'olide \io:i,v. die i-en g; ;;,? \;..n
zeewind en b;iiteH;U>'bt scheen mee te bren
gen eii veihe.'eii ncl een It, zijn boven de-n
niv.'oid van afmuüemie tejmpcnituiir. /'.j/.-i:r
er uit ;dsof zij aclii; r g'as eu oji ijs be-Kiard
vva- geweest, /'nik een v'ekkeioo/,.- vei
,-ehijr.ing \vas wel ireseliikt om een gevoel van
trots n], ie r<,epen in deiigene, ilic de ei. e;:a.ii'
^au dat alles was. maar op Satterk-e. had
h'-t een amloiv uitwerking. Jni-t haai' ver
af-zij n van de alie.daagsche uitwerkingen van
warmty en s'oi'en vermoeidheid, de
vvlmaakthei l van baar toilet. de onberispelijke -t;-.nd
van haar hoed en de smettelooze frischheid
van haar wit linnen japon waren op dat
oogenblik een beieediging voor hem.
Neen, dat deed ik zeker niet," zeide hij
met onwillekeurige!! nadruk. Wat ter wereld
heeft je naar de .stad gebra-dit op den warm
ste!! J.-ig van den heelen zomer?"
O, ik had hut een en ander te doen,"
zeide Nabel op hiohtigen toon. Zij bewoog
zich door de kamer met de
kuirstmatignatuurlijke houding van een vrouw van de
Wereld, ging bij lessenaar van haar man
zitten, legde een wertddseh notitieboekje en
een onnat>i irlijk dunne parasol voor zich neer
en bego;i langzaam haar handschoenen uit
te trekken.
,,.Io wilde juist gaan lunchen, niet waar?
Laat ik iet. ophouden ; ik. zal hier wachten
totdat je terugkomt."
Wil je niet niet mij mee gaan lunchen?"
vroeg haar echtgenoot met een poging tot
hoileliikheid.
Neen, dank je. ik heb al geluncht. En
ik zat j'.iit'rouw (.'larke niet storen," voegde
zij er bij, terwijl zij het jonge meisje
vriendeljjk t.jekiiiktc.
schap, dat de levensdraad is afgesponnen, dat
er nu aan geen uitwisschen van vlekken
meer te denken valt, dat wij slechts dank
baar hebben te aanvaarden, wat ons gegeven
werd. ' Ik zie de gebreken van Pierson's
Israël geenszins voorbij, ik erken, dat 'hij
ons dikwijls een fantastisch Israël geeft, dat
de zucht naar scherpe tegenstellingen en naar
paradoxen hem dikwijls parten speelt ; maar
in spijt van de gebreken heb ik het boek
lief en bewonder ik den auteur, die ook hier
zijn vermogen toont om mee te voelen en
mee te leven met menschen van ander ras
en van anderen tijd; die hier zich inleeft in
den Israëliet, zooalt hij straks het leven van
Hellas zal vertolken, zooals hij elders zich
inleeft in de helden van liet katholicisme of in
de mannen van het reveil in ons land. Wat
men ook zeggen moge, niemand kan loochenen,
dat Pierson ons Israël in menig opzicht
beter heeft doen begrijpen, dat lig de figuren
van sommige profeteu heeft doen leven,
zooaH niemand ze leven deed. Aangrijpend
is dikwijls /ijn schildering van Jeremia. Niet
minder schoon is hetgeen hij zegt over de
liefde van den Israëliet voor de wet: Provence
en Zuid Italiëvereenigd hebben de beminde
met geen schitteren Ier tooi van metaforen
bekranst en omhangen, dan ( salmdichters het
de wet hebben gedaan." Wie zulk een uit
drukking g-dezen heeft, vergeet baar nim
mer, evenmin als men vergeten kan, wat
Pierson naar aanleiding van K/iec'iiël zegt- :
Het joodsche hui-<ge.-,iu is Vrijdagsavonds
een heiligdom Menige verlichting doet het
schijnsel liefhebben der subhatslamp. De
a\'ond daalt, de deur wordt gesloten, het
gezin is bijeen onder eeuwenoude gebruiken
en gebeden. Ah'is herinnert het gewone.
Alles hetft vorm. s'ijl, is gewild, heeft relief.
Ais dit jodendom heiligen had. moest het
een kaars aansteken voor Ezechiël.' Is ooit
de huteekenis van E/.echiël korter eu karak
teristieker u Jgedi-iikt ?
Zoo aanvaarde men den tweeden druk
van Pierson's Israël niet dankbaarheid voor
't geen de auteur ons gaf. Het moge dan
al geen studie :>FIT onze beschaving zijn, een
studie, die on ;u beschaving, on :e
t'eestesontwikkeling, OLS verstand, onzen
schoonbeid-zin en ons gemoed leu goede kom', is
het zeer zeker.
Dr. H. J. EI.IIUKST.
Van dekoe'.e merea ... en 't
warmloopend gemcei des heeren Van Eeden.
In 't nummer van 5 Au.', j.1. word ik door
den heer v. Eeden be.schu.1 iigd citaten uit
zijn boek te hebben verknoeid. De eerste
zin foutief, de tweede zin foutief, de dtrde
verkeerd begrepen, 't is wel on de pen van
schrik voorgoed terzijde te le.'gi-n.
/?-'ker, korrektheid is een der vel-' eiseben,
ik moet dus den heer v. Heden dankbaar zijn
voor de terechtwijzing... en de gelegenheid
tot verl.i.'teren.
Om 't ongeluk te herstellen ia.it ik hier
nog eens de zinnen volgen:
De ge-'cliied'.'iiis van een vrot.v. Ho3 zij
zocht de koele m ;ren des Doo Is, \vaar ver
lossing is. en boe zij die vond.
Haar mum heet ik lledwig Marga de
Eontayne. Ken Hollandsc'ie vrouw, maar met
b!o;vl in zich van uithecmsc'ue voorouders.
'/,'} was in 't mid.leu der negentiende eeuw
geboren, en opgevoed in een ilolland-'cho
provinciestad. Aldaar was kiein vertier van
handel of bedrijf, maar toch welvaart, want
er wooiiden veel rijken in deftige huizen."
De lezers kunnen nu zien of miju koukluzie
niiliMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiliiliiliiiiiiiuiillillliiiiinifiiiii»
't Is anders heel noodig, dat zij eens ge
stoord wordt," antwoordde Satterlee met
plotselinge scherpte. Ztj is van acht uur af
aan het werk geweekt." Terwijl hij dit zeide
ging hij op een der vensters toe eu liet
zorgvuldig een jaloezie zakken om een zon
nestraal te onierscheppeu, die op het haar
van het jonge meisje viel. Hij deed dit met
die mannelijke onbewustheid, die zeker een
overblijfsel 13 van menschen verloren on
schuld. Het meisje bloosde even en boog zich
dieper over haar schrijfmachine been;
mevrouw Satteriee. met haar wang op haar
eene band leunend eu met de andere hand
nonchalant op de schrijftafel trommelend,
keek bescheiden voor zich uit. Satterlee met
een vang gevoel van hulpeloosheid tegenover
de beid.; vrouwen, aarzelde eeu oogenblik
en zette toen zijn hoed weer op.
Dus je gaat niet n.ee ?''
N'een, dank je."
..Goed. ik kom gauw terug."
deur viel met onnoodige kracht achter
dicht. U;> hetzelfde oo^en
Isabel Satteriee haar
liet jonge m-'isje tcge
d;K:'c. Mei eeu karak
ioch!\aa)d:glietd nam
détaiis. liet, gebogen
verwarde ma^a zacht.
zicht, waarvan de onm
loeg
ren op en bekeek
/e-i- baar met
aanen
liberalevan a! de
eenigszins
g haar, het ge
are se loouheid
wei1'! !;<.:ii' d.' h'.cek hei,!, d U' een
van de wannte, en gebrek aan
ht uii ts ont-'iiapte haar. Dat
i.ido hersenen bevaite, was haar
w-uvn immers, samen op school
>. -?zij neünnerde Jeh die
0:11met een z .vak cynisme Kichani
betrekkin/ indertijd a:ui juti'roiuv
cgevci; op haar r;.'e'ommaud-.Uii'. Zelf
"lijk nel en elegant gekleed, beging
zij toch niet de verg.ssing de verkreukelde
manchetten, het verwarde haar en do
goodkoope blouse, die haar eerste frischheid reeds
bad verloren, op de. verkeerde zijde van
Kleanor ('iarke's rekening te zetten, /'ij be
greep heel goed de moeilijkheid, dat al die
dingen indruk konden maken op de gevoe
ligheid van een man, die van nature ridder
lijk is. Iu gedachte maakte zij zich zoogoed
als hei ging een voorst ell ing van het k ven
van haar man in deze beperkte ruimte, l lier
was het, dat hij werkelijk /eef'le in de
tusschenpoozen van die kortstondige
oogeiiblikken van zijn bestaan, die hij te midden
van zijn gezin doorbracht. En hier hoewel
zij maanden'ang met het feit vertrouwd was
geweest, drong bet zich nu niet p'otselinge
levendigheid aan haar op -- hier ;-eide
Kleanor Clarke ook. Zij beiden brachten
hier het voornaamste deel van hun bestaan
dooi1 het voornuan.-sH', niet alleen wat
tijd, maar ook wat belangrijkheid betreft.
Hier bevond zich datgene, wat ht-n beiden
bezig hield en in beslag nam, de actieve
werkelijkheid vau arbeid ea belangen, \vaarom
heen de rest van hun leven min of meer
losjes wa- opgebouwd. Isabel keek naar da
schrijftafel met baar overvolle hokjes en laden
en haai1 stapels papieren, en daarna naar
op die drukfouten was gebouwd. Xaar mijn
oordeel niet!
Ik hoop, dat het d»-ukfoutenduivelt.je mij
geen nieuwe parten speelt, een ongeluk komt
niet alleen, en wee den wolf die in een slecht
gerucht staat. De heer v. Eeden kreeg dan
nog enormer slag te slaan dan hij reeds deed.
Ik voel óveiigens veel voor den raad aan
de redactie gegeven, ben zelf geneigd mijn
tegenstribbelende pen onderdanig aan de
voeten des h f eren Van Eeden te leggen,
mits... hij aankomt met meer doorslaande
argumenten. G. VAX HUI.XK.V.
NIEUWE UITGAVEN.
Ti'i'xt der wel lul Regeling van liet Laffer
Onder?iriJK, zooals die is bekend gemaa.kt, volgens
Kon. Besluit van '26 Juni lyOö, door Tn. M.
KKTEI.AAK. Zutphen, W. J. Thieme & Co.
J\"i-nist en maittxch<ijip:j. Lezingen van W.
Moi'.ms, vertaald door .VI. HVOEMIOI.TZ ZKESKS
en \arieen levensschets voorzien door HKNKI
POLAK. Rotterdam, W. L. en J. iirusse.
Jlet ontwerpen rnn rlakorniiment, door .T. D.
Ros. Jlet talrijke illustraties. Rotterdam, W. L.
en J, Brusse.
Aoi/c, zomer; herfst en winter. Eeu sprookje,
door mevrouw N. Aiuuxe; VAN HouwKxixeiB.
Jlet trfekoningen door P. CORNELIS DE MOOR.
Rotteidam, W. L en J Biusse.
Mi'iiwr!.e rmi Toelichting op hetrequest van S.
BI.OK aan de legeering en de Staten-Generaal.
C'atiil'ii/ns van de tentoonstelling in verband
niet de kunst bij de opvoeding van het kind in
het museum van kunt;ïijverheid te Haarlem.
40 cents per regel.
STELIO
V R A A «
Hij.u<JradeTnrkisrli|
Cigareltcs
Moderate Priee^.
UALKAN", KIIEDIVE", tXTKA FJXE",
? 2 et. '21^ et. ;} et.
Ste/io Efatathopoulos (Smyrna).
nilltHItlttllHlllllllltllllllllllllllllMtftllIHIIIIlllIllllllllltllllllllllilllHIIW
de indrukwekkende rijen in leer gebonden
boeken op de plankeu langs de muren.
Pat alles vertegenwoordigde het innerlijk
leven, de innerlijke wereld van den man,
voor wien zij eiken morgen koffie inschonk
en wiens twee kinderen zij het leven had
geschonken en zij vroeg zich zelve af, wat
voor soort van wereld dat wel was. Kloanor
Olarke wist hot waarschijnlijk. Isabel's blik,
die nog eens over de schrijftafel dA~aalde,
viel op twee gele reepen papier, die vlak
voor haar lagen. Werktuige ijk las zij ie
woorden die met potlood er op geschreven
waren. In een oogenblik was de beteekenis
j er van tot haar doorgedrongen, en een diepe
b'os bedekte haar wangen.
Een lichte beweging deed haar opzien.
Jull'roiuv ('larke was opgestaan, had haar
! werk t'.'r zijde gelegd, ea nadat zij met een
iromompe'.de verontschuldiging een klein
pakje sandwiches had te voorschijn gekregen,
j ging zij bij het raam zitten en begon te ! ten.
| Mevrouw Satt.eilee keek naar haar met de
grootste belangstelling; geen van haar be
wegingen ontging haar en geen van die
wcjyngen was onbevallig of onaangenaam.
11< t ui.'isjo Ijf-xal de waardigheid die het
gi-vo'u' is van een eervolle positie : zelfs haar
bleekheid en vermoeidheid, welsprekende
getuigen van hard werken, stonden haar goed.
..Gebruikt u uw lunch altijd hier?'' vroeg
..M<-t zulk weer vel. Het haait niet alleen
tij'l uit, maar ook het naar buiten gaan in
de /on".
l-'abel's vingers trommelde luchtig op de,
schrijftafel.
,,Iloe maakt uw moeder het?"
Dank u; zij kan nooit goed tegen de
warmte", zei Ie liet mei-je met een soort
van neerslachtige berusting.
-Mevrouw Satieriee boog zich een weinig
voorover. Weinig vrouwen hadden meer
innemende manieren dan zij ; ditmaal waren
zij nog bevalliger dan ge.woonlij <.
\Vilt u een maand met uw moe-der op mijn
villa komen ?" zeide zij.
Kloanor Uiarke keek haar met onverholen
verbazing aan; blijkbaa- twijfelde aan haar
eigen ooren.
..Met moeder op uw villa komen!" her
haalde zij, toen werden haar b'eeke wan
gen langzamerhand met een blos o vertogen.
't J-j heel vriendelijk van n," zeide zij, maar
het is absoluut onmogelijk, ik kan mijn werk
niet in den steek laten."
,,U zondt natuurlijk een plaatsvervangster
moeten hebben,'' zeide Isabel. Zij kreeg even
eens een kleur, aarzelde, en ging met groote
openhaitigheid voort: Dit is nu juist de
reden, waarom ik vandaag in de stad ben
gokomen. Jk zal uw plaat.svervang.ster zijn,
als u het goed vindt."
ly mevrouw Satterlee!" liep Eleanor
Clarke uit. Met groote oogen keek zij' de
c'egaute jonge vrouw aan, toen richtte'/.ij
zich plotseling op, met iets onbewust ver
dedigende in haar houding.
( Wordt vervolgd}.