De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 13 augustus pagina 2

13 augustus 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l Ir DE A M S T E R D A M M E R W K EK BLAD Y O O R N E D E R L A N D. No. 1468 Hierop volgt dan een kleine inleiding van den typograaf zei ven. De tijd is nu daar om mijn groote daad Ie bedrijven. Binnen eenige dagen zal alles gebeurd zijn. Dit gedenkschrift, waarvan ik twee copieën gereed maak, het eene oin van au af bij mij te dragen, het andere om naar een dagblad te zenden, heeft geen ander doel dan duidelijk te maken voor 't geval men mijn bedoelingen niet begrijpen zou of «an een ongelukkig toeval denken het lielsproces dat mij tot het besluit bracht op deze ongewone wijze te sterven". Hiermee is het plan van het boek voor ' ons gelegd. De schrijver heeft ons het zielelijden willen doen kennen van een zeer jngevoeligen jongen met veel intelligentie, geboren uit dood arme ouders, zich opwerkend in een groote stad tot letterzetter, maar door zijn )even tusschen de min-bedeeldiii in die maatschappij, door het leed en de ellende, ddor de levenswreedheid en benauwenis van »Ue zijden, zóó aangegrepen, dat hij eindelijk onder zijn groot'en machteloos medelijden bezwijkt. Machteloos medelijden....! Daarin concentreert zich de tragiek van dit boek. Want deze Stanga, die als jongen met zijn Tader samen als steenbakker in het Po-dal tachtig centif-uis daags verdiende, die later den Btrijd om het bestaan met stalen wilskracht doorkampte tot hij een betrekkelijken welstand Teiwierf, een van materieele zorgen vrij leven met zijn boeken na de uren van arbeid in een groote zetterij, staat in het grot te maa'schappelijk gedoe als een droomer, een fijnvoelend denker, die in abstract gepeins let 200 geheiinvolle tracht te doorgronden, rich verdiept in de werken der Grooten, waartoe hij zich al vorschend den toegang ontsloot. Maar elk nieuw wreed gebeuren om hem heen schokt hem, doet zijn zenuwen trillen, jaagt wanhoop in zijn /iel. Moet dat mug dat aan wien de schuld? Hij voelt een kracht in zich, een wil tot Terzet, een besef van medeverant woorde lijkheid: hij mist het practische inzicht, de geschiktheid, den aanleg tot de daad. Een vrouwelijke doctores, die hij meermalen bezig ziet in de groote huur-kazerne, waar de ziekten vooral vrijen toegang vinden, is hem tot een levend verwijt, met haar telkens, bij gewichtige en tragische oogenblikken, doortastend optreden, met haar zoo gewoon klinkend: ,,er moet gehandeld worden". Want hij kan juist niet handelen te mid den van al dat raadselachtige, immens-wreede. Het is hem of er in hem iet -i tot wording moet ioroen dat hij eindelijk uiten zal, een verlossings-woord. Hij wacht er op als op een wonder, maar hij wacht vergeefs. En als een ontzenuwing wordt dat vergeefsche van zijn innigste willen, waarvoor hij geen uitweg weet. »Som-i wreekt het /Ach in vüioenen In enervan is zijn uiterste besluit al j gesymbolizeerd. Vanmorgen opende ik mijn oogen onder den indruk van een allengs vervagenden droom een hallucinatie: Er was eeu man in mijn nabijheid. Naar hem toe gaan leek me zoo Kioeielijk als het beklimmen van oan steilte ; .Wijven waar ik was als een doodsgevaar. Xu ief k hij me aan. Ik had hem een gewichtig ivooid te zeggen, maar het wilde niet over mijn lippen: ik voelde ze bewegen, ik ?voelde het samentrekken van mijn gezichts spieren, 't was me of ik eeiiige onge articuleerde klanken uitstootte... Hij zag me aldoor aan en begreep mij niet en zijn «ogen werden groot, verschrikkelijk van toorn ... En ik had me zelf willen doeden aun iMMIIIIÏIIIIIIIIIIII HuiiiiiiHiiiiiiiiiiHiiliiiimuiiB HET HUWELIJKS-YRAAGSÏUK, XaarhetEngelnch,\'a.R GRACE ELI.ERY CHAXXIXG I. De middagstilte werd alleen verbroken door het tikken van de schrijfmachine op den eenen lessenaar en nu en dan door een rustelooze beweging van de papieren op den anderen. In de kamer, waar de klerken zaten, was bijna iedereen weggegaan om te lunchen. Het uur, waarop Satterlee zelf gewoonlijk ging, was cok al voorbij, maar toch bleef hij nog zitten. Misschien was het d: lichte, van de rivier komende vind, die beneden op straat geheel ontbrak, maar op deze hoogte .verkwikkend naar binnen kwam, die hem noopte te blijven. Buiten stond de thermo meter een eind over de negentig, maar hier boven wees hij slechts twee-en-tachtig aan, wel niet koel, maar toch dragelijk. Het meisje bij de schrijfmachine hief haar een u hand op en streek het vochtige haar van haar voorhoofd iveg met een vermoeid gebaar, dat etn eigenaardig contrast vormde niet de bijni koortsachtige hoewel volkomen regelmatige aetuileit, waarmee haar vingers een oogenblik later den dans over de toetsen Tree-r hervatten. Van afzijn observatie-post achter zijn schrijf tafel, maakte Salteilee in ge lachte een a:iuteckening hiervan, en voegde die bij de aanteekeningen van verscheiden maanden, (Iu-t geestelijk notitie-bot k ontleent zijn grootste ge*aar aan zijn vermogen tot uitbreiding) en hij fronsde, zijn wenkbrauwen boven de. papieren in re l'Mis. Gesteld, dat hij voor een enkelen keer Laar voorstelde, wat de hitte van den dug misdreven had, 's avonds te doen genezen door de frissche koelte van een roof-garden" wat voor kwaad zou daarin steken? Zou er- wel beschouwd, eenig kwaad in ste ken? Ku die vraag was bijna even be langrijk verondersteld, dat hij het haar Trocg, zou zij het aannemen? Het *as een moeilijk vraagstuk in de verhouding tusscheu werkgever en ondergeschikte. Het werd hoe langer hoe wanner. Het ZDU ondragelijk zijn, straks eeu uur lang in den trein te zitten, om naar K. te gaan, enkel en alleen om het genoegen te kunnen hebben den volgenden morgen weer terug te reizen met de overige heen-en weer-rei ziger?. Satterlee had een hekel aan S., boven dien Ie lacht, hij plotseling een massa nuttige be/.igheden, die hij zou kunnen verrichten, als hij in de stad bleef - o. a. het opzoeken van praecedenten in re Pettis. Het eenige «?at hij te doen had, was eeu telegram :e sturen aan Isabel. Instinctmatig trok hij een telegram-formulier naar zich toe en schreef: Door zaken opgehouden. Kom van avond aiet terug." Terwijl hij dit; deed had hij een visioen zijn roeten opdat hij mij begrijpen zou f' Ik heb er al op gewezen dat niet zijn zieleleven allén dit boek vult, al gesproken over den jongen dichter, diesneeuwschepper wordt voor een stuk brood. Met verschillende typen in die afzonderlijke wereld, in die aëropolis", komen we in aanraking. En we zien ook daar de groote machten van Helde en dood en levensvernieuwing hun werk doen, maar de smart is als de vreugde geheel verworden voor hen die het leven verwierp ! .. . 't Is wel een heel ornslig boek, dit van Giovanni Cena. Men weifelt onwillekeurig met het woord kunst" tegenover het product van zooveel ervaring aan eigen ziel, van zoo veel nadenken, zooveel me lelijden vooral! 'k Begrijp me dat er aan G >rki gedacht is. Als we nagaan wat ons in diens werk liet meest treft, dan denken we niet in de eerste plaats aan het artistieke, aan coinpozitie en verhoudingen. Dan komt het niet in ons op om bijv. een drama als Sla-ipsteS te verge lijken met een der grojte drama's van de wereld-literatuur. Daarvoor ontbreekt er te veel. Maar we worden gepakt door de oprecht heid, die ons de menschen geeft gelijk zij ze zag, die ons overtuigt van 't menschelijke dier verwordenen, die een voortdurend be roep doet op ons verwantschapsgevoel. Daartoe is noodig een eigen zien. en een eig<yi wij'ze van weergeving. En daar deze behooren totde eerste eischcn, don kunstenaar te stellen, is hiermee het aanrakingspunt aangeduid van het artistieke met wat in hoofdtaak, gelijk ook dit boek van Cena, een meegevoelwekkend werk van menschelijkheid blijkt. W. G. VAN NOUIIUYS. Den Haag, Juli 1905t A. PIERSOX, Ixrael. Tweede druk. Haar lem, H. D. Tjeenk Willink & Zn. 1904. Ik herinner mij een gesprek niet een vriend lang geleden. Hij stond op liet punt om een boek uit te geven en ik vroeg hem : hoe zal het heeten ? Het antwoord luidde: mijn uit gever heeft daarover nog niets beslist. En toen ik hem verbaasd aan'.ag, liet hij volgen: ja, ziet ge: ii bepaal nooit, hoe i en boek heeten moet. Dat doot altoos de uitgever voor mij en ik heb er mij in den regel wel bij bevonden. Wij. schrijvers, bederven altijd het succes onzer boeken d ior de verkeerde titels, die wij kiezen. Lees de recensies en in de meeste gevallen bespeurt ge duidelijk, dat de recensent verbolgen is, omdat het boek hem teleurstelde inde verwachting, door den titel opgewekt. Een uitgever is bij het kiezen van een titel veel verstandiger. Ik moe^t aan dat gesprek denken, toen ik den eersten druk van Pierson's Israël met de tweede uitgaaf vergeleek. I>;mcl heet het boek nu door de wijshei l der uitgevers, lfrn,-l, niets meer. Kn ik dacht, hoeveel booze kri tiek den auteur bespaard zou zijn, als het werk bij zijn eersten rondgang onder cie nieni-cherj ook slechts dien korten naam ge voerd had. Want. ik ben er vast van ver zekerd, dat de scherpe beoordeeling, waaraüfc het boek voor zeventien jaren bloot stond, voor een goed deel haar grond vond in den titel, die verwachtingen opwekte, waarmee bet bouk geen rekening hield. En daarmee bedoel ik geenszins, dat liet werk zicii aan kondigde als het eerste deel van een reeks van irronograiiën over onze i/cfutelijke. rourouders. Daartegen kon niemand iets aanvoeren. Dat Israël tot onze geestelijke voorouders behoort, is nu eenmaal een feit, waaraan geen imiiiiiiiiiiiHii iiiiimiHiiiiiiiiitujimiiiiiiiiE! van de aankomst van het telegram, een uur later. Een van de bediend, n van de weel le.ig ingerichte vi la. die hij het voo'recht had te mo^en betalen, -:ou het couveit ee, biedig op een zilveren blad aan Isabel komen brengen ; Satterlee kon zelfs het geba ir zien, waarmee zij, koel en elegant in een van die ingew.kkelde samenstelsels van batist en kant, die hij ook het voorrecht had te mogen be talen, en die haar zoo bewonderenswamlig stonden, haar fijne, slanke hau i zou uit strekken om het aan te riemen. De vage erjerirs, die hij zoo dikwijls voelde in de tegenwoordigheid van zijn vrouw, bekroop hem weer, nu hij zich dit tafreel voer den geest haalde. IIij maakte zoo'n heftige be weging, dat hot jonge meisje tegenover hem verbaasd op';eek, on hun oogen elkaar ont moetten. Het was een ontmoeting zonder eenige beteekenis behalve diegene, die bestond uit het feit, dat zij elkaar aanzagen zonder eenige verlegenheid of zonder behoefte', om iets te zeggen, een bewijs van een soort rmlige verstandhouding, l'et mei-je ging weer door met baar werk aan de schrijfmachine, maar Satterlee keek weer L nar zijn papieren met een vreemd gevoel van onbehaaglijkheid. ,la, wanneer iiij het baar vroeg -? dan l geloofde hij wei, dat /;;j zou gaan. Ken soort l van razernij, van medelijden, greep hem aan j voor die moedige ea Volhar i"nde i>"i 'osi:t id, die al die lange maanden to; zijn dienst had gestaan, zinder veislappeii. zonder kiaj,cu, den g._'h')' leu strengen winter. d<ju gcheelen af ;.aaUenden zomer door. Hij maukte es n paar d-jelloox/e krabbels met /ijii potlood, iets dat veel op een zucht leek, ontsnapte hem, en hij scheurde het gek papier in twee lange reepen en schoei' zijn stoel achterruit. ..Ik kom binnen een uur terug", zeide hij kortaf, terwijl bij z.y'n hoed nam. J let meisje knikte, zonder een pun/.o te maken in den vooiülnrendtn dans van baai' vingers, en ^atttrue bleef staan, toen hij voorbij haar tafel ging, schijnbaar om te kijken, Laar hetgeen zij reeds had geeopiëerd. Zij was veel te bleek. Weer voelde hij die razernij van medelijden in zich opkomen. Waarom moesten sommige vrouwen eeuwig en altijd rusten en een meisje als dit nooit eeu uur van ontspanning kennen ? En waar kon een meisje als dit in New-York alleen heengaan om ontspanning te vinden ?;Satter lee was zelf ook moe; groote warmte zuigt heel wat euiergie op ; de lange, brandendheete maanden, met hun tweemaal per dag terugkeerende spoorrei/.en hadden de een o f andere snaar in hem ver.--laj.it., hij had eeri gevoel alsof hij op was. Het zon onbeschrijfelijk uitrustend zijn, een dergelijke vrouw uit te noodigen tot een kalm soupertje en haar ervan te zien genieten; eeu vrouw, die de deelgenoote was van hetgeen zijn geest vervulde, de deelgi'noote va:i zijn lichamelijke ver moeidheid, en die nie.t van hem zou ver wachten, dat hij haar bezig hield met onbe duidende praatjes. luwen lig daagde hij de heele wereld Isabel's heele wereld uit eenige geldige redeu op te geven, waarom Lij mensch kan tornen, men moge dat feit met de meeste rrensehen dankbaar erkennen of met, Nietsche, die al het verkeerde in onze huidige maatschappij aan Israël weet, smar telijk betreuren. Kvemin zal iemand ontken nen, dat onder die voorouders aan Israël de terste plaats toekomt. Wat niet wegneemt, dat menigeen misschien verlegen zou staan, als hij -in bijzonderheden moest aanwijzen, wat Onze hedendaagsche beschaving aan Israël verplicht is. Err ziet: nu kondigde Pier-ou zijn boek aan als het eerste deel van eerre reeks van «Indien orer om", bcsrlutring. Wat kon dit anders beduiden dan dat het samen gestelde iti onze beschaving in zijne factoren zou worden ontbonden, zocd.it wij achter eenvolgens zouden te zien krijgen, wat i-raël, Hellas, Home en anderen tot onxe beschaving hadd-n bijgedragen ? /Culk een werk, aan trekkelijk te allen tijde, moest een bijzondere bekoring hebben voor de eeuw, die in zucht naar analyseering moeilijk haar wedergadevindt. En wie was voor die taak beter bere kend dan P.erson, do veelzijdige geleerde, de keurige stylist, de h'irre en geestige oprnerker, de man, die keer op keer getoond had een even diepen blik geslagen te hebbe.i iu het verleden als in het heden? Hij was de aan gewezen man om de draden bloot te leggen, die het heden aan het verleden bonden Helaas, wie met dergelijke verwachtingen zich tot de lezing van I'ierson's I-raël zette, wer i bitter teleurgesteld Hier err daar moge een vluchtige opmerking voorkomen over iets, dat nog in onzen tijd nawerkt, nieman l zal door .LMerson's boek een levendigeri indruk ontvangen van den 'invloed, dien Israël nog op ons uitoefent. Van een st udie over onze beschaving heeft het boek bitter weinig. Het is, zooals de titel nu zegt, een s.udie over Is act. En het is goed, dat de uitgevers die studie hebben doen herdrukken, al mag betwijfeld worden, of Piersoa zelf geen radikalo wijzigingrn in zijn werk zou hebben gebracht, iiad hij zelf een tweede uitgaaf kunnen voor bereiden. Er zij 11 indertijd zulke gegronde bezwaren tegen zijne voors'eliingeu aange voerd, dat zij indruk moeten gemaakt hebben | op den geleerde, d:e altijd bet eid was om van anderen te leeieu. En de weiiscl , dat bet hem gegeven mocht zijn bet werk te herzien, moet zeker bestaan hebben bij den auti u r, die waarschijnlijk uit eigen ervaiing sprak, toen hij zeide: de profeet telt zijne mislukte pogingen evenmin nU de auteur de bladen, die aan het vuur worden prijsgegeven''. Betwijfeld mag worden, of l'ierson vu!hard zou hebben bij de meening, dat de schets, welke hij van het oorspronkelijke Israël gaf, aan de werkelijkheid beantwoordt, of hij ten tweeden m-.de gesebreven zou hebben, dit Nathan er-n v 'Oibeeld van serviiiti-i'. was, dat de profeten, de beeht.-te pijlers van Israëis geestelijk leven, de s'ccatste patriotten waren, j da! liet naakt in nel paradjsverhaal veroo.-- ; deeld worlt, (Uit de aanval der profeten o;> de beelden uit gebrek aan kunst in voort sproot, d.it de Gu l der profeten niet opvoedr, dat de hervorming van Josia luchthartig wordt a.uigevat. /'uo zou ik meer kunnen noemen ; maar ik heb er gi en bist toe. Wij staan nu anders tegenover |-'ie;>on's werk da;i vóór zeventien jaren. Het is. zooals Piereen zelf ergens ge/;egd beeft; tegenover het .schilderij van den ie 'enden meester, dien wij bewon deren, staan wij mei eeu zekere jaloersehheid van het ideaal, die on< tegenover de aan wezigheid zelfs van kleine vlekken weinig inschikkelijk maakt. Iets dat grooto ru^t geeft, vinden wij daarentegen in de wctenaiiiHiiiiniiiMtimitiiiiiiiimimiiiiHUiiiiiiiMiiijiiimiiiiiiuiiiiiiiiuiiiMC het niet zou d-ien, of het geringste kwaad te bodenken, dat, erin ZLU steken, /'ij waren noodzakelijker wijze' tot op zekere hoogte al goede kameraden geworden, tengevolge van de gedwongen intimi'eit, die het hoofdbe standdeel van h;m dagen uitmaakte. ban nelingen van den arbeid, afgezonderd van die wereld, waarin Isahcl en haar gelijken zoo'n overvloed van genietingen en genoegens smaakten. Waarom zou een oogenblik van onschuldige ontspanning hu dan worden ontzegd? Omdat zij niet tot zijn stand behoorde? I sabel en zij waren samen op school geweest; n;ets dan de toevalligheid van geld zijn geld, zs oals hij op dat -..ogeiiblik niet kon nalaten to bodc!;kcn h s; d de ojne een leven van nietsdoen, de andere een leven van hard werken be;:orgd En toch hij iiiiii-f,l. liet haai' niet vragen; dit her haalde hij onophou lelijk teg^n zichzelf, door de steeds toenemende overtuiging been, dat bij hel haar :<m vragen, dat hij zelfs oi/ het punt wa< . Ei' weid op d.' deur geklopt eenk;-,lm. beschaafd kopje, dat echter op Saitorle/s zenuw,.'!! de uitwerking had van ee i: kn.i1. i l ij draaide zich niet een schok om, keek naar de d-iir. en stond tegenover zijn vrouw. Je verwachtte mij natunilijk niet." zeide Isabel giim'.M-li.-nd. Satierlce ki ek met aandacht naar de -Uuike, fii.-'.-che, g'-.'olide \io:i,v. die i-en g; ;;,? \;..n zeewind en b;iiteH;U>'bt scheen mee te bren gen eii veihe.'eii ncl een It, zijn boven de-n niv.'oid van afmuüemie tejmpcnituiir. /'.j/.-i:r er uit ;dsof zij aclii; r g'as eu oji ijs be-Kiard vva- geweest, /'nik een v'ekkeioo/,.- vei ,-ehijr.ing \vas wel ireseliikt om een gevoel van trots n], ie r<,epen in deiigene, ilic de ei. e;:a.ii' ^au dat alles was. maar op Satterk-e. had h'-t een amloiv uitwerking. Jni-t haai' ver af-zij n van de alie.daagsche uitwerkingen van warmty en s'oi'en vermoeidheid, de vvlmaakthei l van baar toilet. de onberispelijke -t;-.nd van haar hoed en de smettelooze frischheid van haar wit linnen japon waren op dat oogenblik een beieediging voor hem. Neen, dat deed ik zeker niet," zeide hij met onwillekeurige!! nadruk. Wat ter wereld heeft je naar de .stad gebra-dit op den warm ste!! J.-ig van den heelen zomer?" O, ik had hut een en ander te doen," zeide Nabel op hiohtigen toon. Zij bewoog zich door de kamer met de kuirstmatignatuurlijke houding van een vrouw van de Wereld, ging bij lessenaar van haar man zitten, legde een wertddseh notitieboekje en een onnat>i irlijk dunne parasol voor zich neer en bego;i langzaam haar handschoenen uit te trekken. ,,.Io wilde juist gaan lunchen, niet waar? Laat ik iet. ophouden ; ik. zal hier wachten totdat je terugkomt." Wil je niet niet mij mee gaan lunchen?" vroeg haar echtgenoot met een poging tot hoileliikheid. Neen, dank je. ik heb al geluncht. En ik zat j'.iit'rouw (.'larke niet storen," voegde zij er bij, terwijl zij het jonge meisje vriendeljjk t.jekiiiktc. schap, dat de levensdraad is afgesponnen, dat er nu aan geen uitwisschen van vlekken meer te denken valt, dat wij slechts dank baar hebben te aanvaarden, wat ons gegeven werd. ' Ik zie de gebreken van Pierson's Israël geenszins voorbij, ik erken, dat 'hij ons dikwijls een fantastisch Israël geeft, dat de zucht naar scherpe tegenstellingen en naar paradoxen hem dikwijls parten speelt ; maar in spijt van de gebreken heb ik het boek lief en bewonder ik den auteur, die ook hier zijn vermogen toont om mee te voelen en mee te leven met menschen van ander ras en van anderen tijd; die hier zich inleeft in den Israëliet, zooalt hij straks het leven van Hellas zal vertolken, zooals hij elders zich inleeft in de helden van liet katholicisme of in de mannen van het reveil in ons land. Wat men ook zeggen moge, niemand kan loochenen, dat Pierson ons Israël in menig opzicht beter heeft doen begrijpen, dat lig de figuren van sommige profeteu heeft doen leven, zooaH niemand ze leven deed. Aangrijpend is dikwijls /ijn schildering van Jeremia. Niet minder schoon is hetgeen hij zegt over de liefde van den Israëliet voor de wet: Provence en Zuid Italiëvereenigd hebben de beminde met geen schitteren Ier tooi van metaforen bekranst en omhangen, dan ( salmdichters het de wet hebben gedaan." Wie zulk een uit drukking g-dezen heeft, vergeet baar nim mer, evenmin als men vergeten kan, wat Pierson naar aanleiding van K/iec'iiël zegt- : Het joodsche hui-<ge.-,iu is Vrijdagsavonds een heiligdom Menige verlichting doet het schijnsel liefhebben der subhatslamp. De a\'ond daalt, de deur wordt gesloten, het gezin is bijeen onder eeuwenoude gebruiken en gebeden. Ah'is herinnert het gewone. Alles hetft vorm. s'ijl, is gewild, heeft relief. Ais dit jodendom heiligen had. moest het een kaars aansteken voor Ezechiël.' Is ooit de huteekenis van E/.echiël korter eu karak teristieker u Jgedi-iikt ? Zoo aanvaarde men den tweeden druk van Pierson's Israël niet dankbaarheid voor 't geen de auteur ons gaf. Het moge dan al geen studie :>FIT onze beschaving zijn, een studie, die on ;u beschaving, on :e t'eestesontwikkeling, OLS verstand, onzen schoonbeid-zin en ons gemoed leu goede kom', is het zeer zeker. Dr. H. J. EI.IIUKST. Van dekoe'.e merea ... en 't warmloopend gemcei des heeren Van Eeden. In 't nummer van 5 Au.', j.1. word ik door den heer v. Eeden be.schu.1 iigd citaten uit zijn boek te hebben verknoeid. De eerste zin foutief, de tweede zin foutief, de dtrde verkeerd begrepen, 't is wel on de pen van schrik voorgoed terzijde te le.'gi-n. /?-'ker, korrektheid is een der vel-' eiseben, ik moet dus den heer v. Heden dankbaar zijn voor de terechtwijzing... en de gelegenheid tot verl.i.'teren. Om 't ongeluk te herstellen ia.it ik hier nog eens de zinnen volgen: De ge-'cliied'.'iiis van een vrot.v. Ho3 zij zocht de koele m ;ren des Doo Is, \vaar ver lossing is. en boe zij die vond. Haar mum heet ik lledwig Marga de Eontayne. Ken Hollandsc'ie vrouw, maar met b!o;vl in zich van uithecmsc'ue voorouders. '/,'} was in 't mid.leu der negentiende eeuw geboren, en opgevoed in een ilolland-'cho provinciestad. Aldaar was kiein vertier van handel of bedrijf, maar toch welvaart, want er wooiiden veel rijken in deftige huizen." De lezers kunnen nu zien of miju koukluzie niiliMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiliiliiliiiiiiiuiillillliiiiinifiiiii» 't Is anders heel noodig, dat zij eens ge stoord wordt," antwoordde Satterlee met plotselinge scherpte. Ztj is van acht uur af aan het werk geweekt." Terwijl hij dit zeide ging hij op een der vensters toe eu liet zorgvuldig een jaloezie zakken om een zon nestraal te onierscheppeu, die op het haar van het jonge meisje viel. Hij deed dit met die mannelijke onbewustheid, die zeker een overblijfsel 13 van menschen verloren on schuld. Het meisje bloosde even en boog zich dieper over haar schrijfmachine been; mevrouw Satteriee. met haar wang op haar eene band leunend eu met de andere hand nonchalant op de schrijftafel trommelend, keek bescheiden voor zich uit. Satterlee met een vang gevoel van hulpeloosheid tegenover de beid.; vrouwen, aarzelde eeu oogenblik en zette toen zijn hoed weer op. Dus je gaat niet n.ee ?'' N'een, dank je." ..Goed. ik kom gauw terug." deur viel met onnoodige kracht achter dicht. U;> hetzelfde oo^en Isabel Satteriee haar liet jonge m-'isje tcge d;K:'c. Mei eeu karak ioch!\aa)d:glietd nam détaiis. liet, gebogen verwarde ma^a zacht. zicht, waarvan de onm loeg ren op en bekeek /e-i- baar met aanen liberalevan a! de eenigszins g haar, het ge are se loouheid wei1'! !;<.:ii' d.' h'.cek hei,!, d U' een van de wannte, en gebrek aan ht uii ts ont-'iiapte haar. Dat i.ido hersenen bevaite, was haar w-uvn immers, samen op school >. -?zij neünnerde Jeh die 0:11met een z .vak cynisme Kichani betrekkin/ indertijd a:ui juti'roiuv cgevci; op haar r;.'e'ommaud-.Uii'. Zelf "lijk nel en elegant gekleed, beging zij toch niet de verg.ssing de verkreukelde manchetten, het verwarde haar en do goodkoope blouse, die haar eerste frischheid reeds bad verloren, op de. verkeerde zijde van Kleanor ('iarke's rekening te zetten, /'ij be greep heel goed de moeilijkheid, dat al die dingen indruk konden maken op de gevoe ligheid van een man, die van nature ridder lijk is. Iu gedachte maakte zij zich zoogoed als hei ging een voorst ell ing van het k ven van haar man in deze beperkte ruimte, l lier was het, dat hij werkelijk /eef'le in de tusschenpoozen van die kortstondige oogeiiblikken van zijn bestaan, die hij te midden van zijn gezin doorbracht. En hier hoewel zij maanden'ang met het feit vertrouwd was geweest, drong bet zich nu niet p'otselinge levendigheid aan haar op -- hier ;-eide Kleanor Clarke ook. Zij beiden brachten hier het voornaamste deel van hun bestaan dooi1 het voornuan.-sH', niet alleen wat tijd, maar ook wat belangrijkheid betreft. Hier bevond zich datgene, wat ht-n beiden bezig hield en in beslag nam, de actieve werkelijkheid vau arbeid ea belangen, \vaarom heen de rest van hun leven min of meer losjes wa- opgebouwd. Isabel keek naar da schrijftafel met baar overvolle hokjes en laden en haai1 stapels papieren, en daarna naar op die drukfouten was gebouwd. Xaar mijn oordeel niet! Ik hoop, dat het d»-ukfoutenduivelt.je mij geen nieuwe parten speelt, een ongeluk komt niet alleen, en wee den wolf die in een slecht gerucht staat. De heer v. Eeden kreeg dan nog enormer slag te slaan dan hij reeds deed. Ik voel óveiigens veel voor den raad aan de redactie gegeven, ben zelf geneigd mijn tegenstribbelende pen onderdanig aan de voeten des h f eren Van Eeden te leggen, mits... hij aankomt met meer doorslaande argumenten. G. VAX HUI.XK.V. NIEUWE UITGAVEN. Ti'i'xt der wel lul Regeling van liet Laffer Onder?iriJK, zooals die is bekend gemaa.kt, volgens Kon. Besluit van '26 Juni lyOö, door Tn. M. KKTEI.AAK. Zutphen, W. J. Thieme & Co. J\"i-nist en maittxch<ijip:j. Lezingen van W. Moi'.ms, vertaald door .VI. HVOEMIOI.TZ ZKESKS en \arieen levensschets voorzien door HKNKI POLAK. Rotterdam, W. L. en J. iirusse. Jlet ontwerpen rnn rlakorniiment, door .T. D. Ros. Jlet talrijke illustraties. Rotterdam, W. L. en J, Brusse. Aoi/c, zomer; herfst en winter. Eeu sprookje, door mevrouw N. Aiuuxe; VAN HouwKxixeiB. Jlet trfekoningen door P. CORNELIS DE MOOR. Rotteidam, W. L en J Biusse. Mi'iiwr!.e rmi Toelichting op hetrequest van S. BI.OK aan de legeering en de Staten-Generaal. C'atiil'ii/ns van de tentoonstelling in verband niet de kunst bij de opvoeding van het kind in het museum van kunt;ïijverheid te Haarlem. 40 cents per regel. STELIO V R A A « Hij.u<JradeTnrkisrli| Cigareltcs Moderate Priee^. UALKAN", KIIEDIVE", tXTKA FJXE", ? 2 et. '21^ et. ;} et. Ste/io Efatathopoulos (Smyrna). nilltHItlttllHlllllllltllllllllllllllllMtftllIHIIIIlllIllllllllltllllllllllilllHIIW de indrukwekkende rijen in leer gebonden boeken op de plankeu langs de muren. Pat alles vertegenwoordigde het innerlijk leven, de innerlijke wereld van den man, voor wien zij eiken morgen koffie inschonk en wiens twee kinderen zij het leven had geschonken en zij vroeg zich zelve af, wat voor soort van wereld dat wel was. Kloanor Olarke wist hot waarschijnlijk. Isabel's blik, die nog eens over de schrijftafel dA~aalde, viel op twee gele reepen papier, die vlak voor haar lagen. Werktuige ijk las zij ie woorden die met potlood er op geschreven waren. In een oogenblik was de beteekenis j er van tot haar doorgedrongen, en een diepe b'os bedekte haar wangen. Een lichte beweging deed haar opzien. Jull'roiuv ('larke was opgestaan, had haar ! werk t'.'r zijde gelegd, ea nadat zij met een iromompe'.de verontschuldiging een klein pakje sandwiches had te voorschijn gekregen, j ging zij bij het raam zitten en begon te ! ten. | Mevrouw Satt.eilee keek naar haar met de grootste belangstelling; geen van haar be wegingen ontging haar en geen van die wcjyngen was onbevallig of onaangenaam. 11< t ui.'isjo Ijf-xal de waardigheid die het gi-vo'u' is van een eervolle positie : zelfs haar bleekheid en vermoeidheid, welsprekende getuigen van hard werken, stonden haar goed. ..Gebruikt u uw lunch altijd hier?'' vroeg ..M<-t zulk weer vel. Het haait niet alleen tij'l uit, maar ook het naar buiten gaan in de /on". l-'abel's vingers trommelde luchtig op de, schrijftafel. ,,Iloe maakt uw moeder het?" Dank u; zij kan nooit goed tegen de warmte", zei Ie liet mei-je met een soort van neerslachtige berusting. -Mevrouw Satieriee boog zich een weinig voorover. Weinig vrouwen hadden meer innemende manieren dan zij ; ditmaal waren zij nog bevalliger dan ge.woonlij <. \Vilt u een maand met uw moe-der op mijn villa komen ?" zeide zij. Kloanor Uiarke keek haar met onverholen verbazing aan; blijkbaa- twijfelde aan haar eigen ooren. ..Met moeder op uw villa komen!" her haalde zij, toen werden haar b'eeke wan gen langzamerhand met een blos o vertogen. 't J-j heel vriendelijk van n," zeide zij, maar het is absoluut onmogelijk, ik kan mijn werk niet in den steek laten." ,,U zondt natuurlijk een plaatsvervangster moeten hebben,'' zeide Isabel. Zij kreeg even eens een kleur, aarzelde, en ging met groote openhaitigheid voort: Dit is nu juist de reden, waarom ik vandaag in de stad ben gokomen. Jk zal uw plaat.svervang.ster zijn, als u het goed vindt." ly mevrouw Satterlee!" liep Eleanor Clarke uit. Met groote oogen keek zij' de c'egaute jonge vrouw aan, toen richtte'/.ij zich plotseling op, met iets onbewust ver dedigende in haar houding. ( Wordt vervolgd}.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl