De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 20 augustus pagina 10

20 augustus 1905 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOE NEDERLAND. No. 1409 3X pCt. obligatiën en voor de andere helft aandeeten, terwijl toov«ndien elke 4 pCt. obligatie nog ? 100 aaadeel oat«ingt. Het aandelenkapitaal zou dan 2.3 millioen en de obligatieechuld b\jna 1.9 millioen gulden groot z\jn. Den aandeelhouders wordt derhalve 2 ton minier toebedacht dan volgens het eerste plan; de aandeelen schijnen evenwel volgens het gewijzigde voorstel eerder voor eenige uitkeerlng in aanmerking te kunnen komen, als is het dan ook dat de verdeeling over een nogal groot aandeelenkapitaal gedaan moet worden.Volgens het oorspronkelijke plan vorderde het preferente aandeelenkapitaal allereerst 5 pCt. d. i. ? 197.000 en het vernieu wingsfonds ? 32.000. Is de winst ? 229.000 dan ontvangen de aandeelhouders derhalve niets. Overeenkomstig de latere voorstellen, moet van de winst eerst de rente van de obligatieschuld die een uitgaaf vordert van / 66.000 en de storting van / 32.000 in het vernieu wingsfonds, betaald worden. Het verschil tusschen de winst van ? 229.000 en deze uitgaven, zou volgens het nieuwe plan aan de aandeelhouders ruim B pCt. dividend kunnen geven. De oude aandeelhouder?, wier stukken tot ? 150 vermin lerd zijn, ontvangen dan plm. 5 pCt. van ? 150 = plm. ? 7.50 en de oude obligatiehouders 1°, 3 K pCt. over de nieuwe obligatiën en 2°, rtriin 5 pCt. over de aandeelen die zij voor hunne oor spronkelijke stukken, elk voor de helft ont vangen hebben. Zij genieten dan derhalve ongeveer 4 5 pCt., volgens het eerste plan 5 pCt. Hierbij t moet nog de opmerking ge maakt worden dat, hoe grooter de winst is, des te grooter de kans wordtvoor de oude obligatiehouders om inde toekomst meer dan 5 pCt. genieten omdat hun dan over de ont vangen aandeelen hooger dividend zal wor den uitgekeerd. De bovenstaande aangeno men winst is echter nog nooit verkregen. Over 1904 was het beschikbaar bedrag bijna ? 156.000. De winstverdeeling, volgens de twee voorstellen, op die som toegepast, leidt tot de volgende cijfers: 3K pCt. obj. ontvangen volgens het oude ? 31, volgens het nieuwe plan ? 30. 4 pCt. obl. volgens het oude / 34, volgens het nieuwe plan ? 32.50 en ? 1000 aandeel, raa het eerste plan, mits en, onder toepas sing van het nieuwe, ? 3.75. De tram is opgericht in 1880. Zij betaalde gedurende vele jaren 2 & 3 pCt., over 1896, 1897, 1898, 1899 en 1900 zelfs 4, 5, 5, 5 en 4 pCt. Over de laatste 4 jaren kon niets be schikbaar gesteld worden. Voor de volgende jaren worden goede verwachtingen gekoes terd, als althans de noodige verbeteringen door het verkrijgen van het rentelooze voor schot van de provincie, Friesland kunnen worden gedaan. De inlevering der obligatiën, waarvoor goede reden is kan reeds worden gedaan. . Bussum Borneo", 6e school vacantie- } 17 Aug.'05. D. STIGTER. week. BOEKAANKONDIGING. Homoeopathische Geneesmiddelteer, door dr. L. L. PLAXTENGA , gep.' oil'. v. gez. Ie kl. Dit boek, 'dat zich noemt een supplement op alle tot dusver verschenen homoeopatische handboeken, is aan fa redactie toegezonden met een gedrukt opschrift: ter besprekwy. Aan dit laatste is moeielijk te voldoen, omdat het geschreven is in een taal, die alleen ver staanbaar is voor ingewijden of misschien beter nog gezegd voor geloovigen. Voor geloovigen, die te goeder trouw meenen, dat zij zelf door hetgeen in hun oog nauwkeu rige waarneming heet, kunnen oordeelen over ziekte en gezondheid van zichzelf en van anderen, zonder dat het ook maar in eenig opzicht noodig is, dat zij eenige kennis be zitten ? van de samenstelling en don bouw van het menschelijk lichaam of de functie zijner organen. Het doet er niet toe of ijdel heid, domheid, grootheidswaanzin of averechtsche wetenschap hen tot dit geloof heeft gebracht, er valt tegen deze halstarrigen een voudig niet te redeneeren. Zonder studie of kennis denken zij in staat te zijn ziekten en kwalen te onderkennen aan do uitwendige verschijnselen, die zich voordoen of die zij me-inen waar te nemen en het komt er volgens hen maar op aan even na te slaan, wat als geneesmiddel daarbij noodig i^. Voor al dezulken is dit handboek waarlijk een gulden boek. Honderden geleerde namen worden opgegeven van allerlei stollen, waar van de zoo en zooveel malen millioensche verdunning als homoeopathiseh geneesmiddel dienst kan doen. Wij verkeeren tegenwoordig in een tijd, waarin de krachten van het on eindig kleine (men denke aan de bacteriën en aan radioactiviteit) meer en meer worden erkend en uit dit oogpunt behoeft ook de werking op het zieke of gezonde lichaam van telkens herhaalde zeer kleine hoeveelheden eener stof op zich zelf geen verwondering te baren, doch wel is dit het geval, wanneer de zich noemende wetenschappelijke beoefe naars der homoeopathie en die evenals de schrijver (of vertaler) van dit omvangrijk werk blijkens zijn titels, zich althans in vroegere jaren aan degelijke studiën hebben gewijd, wanneer zij aan leeken en aan totaal onbe voegden dergelijke in hun eigen oogen krach tige wapens willen toevertrouwen en daarvan heil verwachten. Het kan niet anders of het gevaarlijke zelfpraktiseeren en kwakzalveren van allerlei liefhebbers en erger zullen er door worden in de hand gewerkt. G. W. B. De Shah van Perziëen de botanie. Hoe komt Saul onder de profeten en wat doet de Shah van Perziëop een botanische tentoonstelling? Dat zullen zich wel velen afvragen, als zij hooren, dat de Shah van Perzië, tijdens z\jn verblijf te Weenen de schoone. en leerrijke botanische tentoonstelling bezocht en bezichtigd heeft, die naar aanleiding van het internationaal botanisch congres gehouden is in de Schönbrunner oranjerie. Daar er in het programma van Muzaft'er-Eddins verblijf een middag in het keizerlijk slot Schónbrunn was opgenomen, verzochten de leden van het comitéder tentoonstelling de eer te mogen hebben, den Heer en Heerscher aller Perzen als hun gast te mogen ontvangen. Goed, ant woordden de tot den eeredienst afgevaar digden, maar het mag niet langer dan 20 minuten duren! En met de aan alle hofaangelegenheden eigen stiptheid, kwam het hofrijtuig met den Shah en nog ongeveer 30 heeren van zijn gevolg in Schönbrunn aan. De uitgestrekte, gezellige oranjerie, die voor de Weener bevolking een grooter aan trekkingskracht heeft dan de schoone scientia arnabüis, heeft een interessante geschiedenis, waarmee men echter in die 20 minuten den Sbah niet vertrouwd kon maken. Keizer Josef II heeft daar in den strengen winter van 1785 tot 1786 bevel gegeven tot het houden van grootscbe feesten, met een illuminatie, die voor den toenmaligen spoedig tevreden tijd schitterend" was De houten kandelabers voor waskaarsen,die het glanspunt van de illuminatie uitmaakten, heeft men voor een paar jaren tusschen ouden rommel teruggevonden. Eens liet Keizer Josef II tooneelen uit Emilia Galotti" in de oranjerie opvoeren en een andere maal de première van Mozart's Schauspiel-Director". Let maar eens op wat hij doen zal! Ik weet het va a Marienbad, waar ik hem heb gezien. Hij grijpt naar een plant, trekt er een blad af, en houdt het onder zijn neus om persoonlijk te conatateeren óf en hoe het ruikt. Dan vraagt hij of je het kunt eten". Die profetie van den wel ingelichten man kwam letterlijk uit. De Shah begon zijn twintig minuten langen of liever korten" botanischen cursns met aan een blad van een oranjeboompje en een maagdepalm te ruiken, en vroeg toen, of dat" te eten was. Terwijl de leden van het comitézich bezig hielden met hem en zijn gebroken Fransch, kon men den vreemden gast nader opnemen. Een oude, wat voorovergebogen man met een hoog sluitende jas, op de schouders gouden epauletten, een krachtige, eenigszins grijze en weemoedig afhangende snor, d« beroemde larnsvelniuts (echt astrakan) met de nog be roemdere diamanten gesp op het hoofd, een moderne Europeesche wandelstok tot steun der ongehandscboende hand, die aan den ringvinger een ring toonde niet een smaragd zoo groot als een kanarievogelei... . In de historische afdeeling wees men den Perzischen gast de prachtige onuitgegeven tabellen der Fideikommisbibliotheek, unica, van de kunstvaardige hofbotanieschilders" uit den tijd van keizer Frans I, naar wien de Braziliaansche plant Franziscea genoemd is, die de keizer zoo goed betaalde en maar die voor de wetenschap eigenlijk weinig waarde hadden. Op een van de opgeslagen folioplaten, die bijzonder fraai geschilderd was, bleef de vermoeide blik van den Shah rusten. Wat is dat?" De leden van het comitéhaastten zich te verklaren : Brunsvigia l" Zichtbaar bevredigd wendde de Shah zich tot een der heeren uit zijn gevolg en mom pelde iets in het Perzisch in zijn snor, waar op de Pers ijverig Brunsvigia" noteerde. Naar alle waarschijnlijkheid word' zij tot keizerlijk Perzische hoi'-en-lijf-Brunsvigia be noemd. Na dit incident kwam de afdeeling met de moderne wetenschappelijke hulpmiddelen. instrumenten en apparaten aan de beurt. Hier viel der Duitsche industrie een onver wachte eer ten deel. De Shah keek in den binoculairen microscoop van een bekende Duitsche firma, die het stereoscopisch zien door den microscoop nu ook mogelijk maakt, en was weer zichtbaar bevredigd". Met in acht neming van de voorgeschreven twintig minuten botanie werd nog de derde, do tuinbouwkundige afdeeling gedaan". En eindelijk werd een bijzonder gewichtig uitzienden l'ers een blad papier overhandigd, met de namen van die heeren, die wegens hun buitengewone verdiensten ten opzichte van de botanische tentoonstelling voor Perzische orden in aanmerking kwamen. De goede man stak de lijst, welwillend glim lachend in zijn zak. Als men een millioen telt. Korten tijd geleden werdon in een s[ oorwegloods te Samara door toeval vier van het oorlogstooneel komende kisten ontdekt, die volgens opgave aan het Roode Kruis behoorende instrumenten bevatte, maar in werkelijkheid bijna een millioen roebels aan geld en papier. Dit voorval bracht zelfs in Rusland, waar men zich langzamerhand aan verduisteringen heeft gewend, het pijnlijkste opzien te weeg. Daarom nam de politie de zaak onder handen. Er werd dadelijk een nauwkeurig onderzoek ingesteld, maar dat nu tot algemeene verwondering even plotse ling weer gestaakt is, klaarblijkelijk ophoog bevel! Over dit geval, dat in de Russische pers veul besproken werd uitten zich de Xowcsti" als volgt: Dat in het >vnv Oosten gefloten wordt, wist men al lang. Men weet ook, dat niet alleen in het verre Oosten, doch ook in do onmiddellijke nabijheid, kortom overal, publieke en persoonlijke eigen dommen gestolen worden, waar het maar eenigszins mogelijk is. Het geval van de vier kisten begint pas merkwaardig te worden van af het oogenblik, waarop de ..controle" aanvangt, dat wil zeggen, waarop men begint het op zoo'n eigenaardige wijze gevonden geld te ti'l'/'ii. I'it de eerste telling bleek, dat er bijna 90 ',()(!() roebels waren. Alen lette wel on;;i'>'t't'.r, maar toch een ronde som ! Natuurlijk moest het geld nog eens en wel door een in liet rekenen geoefende commissie geteld worden. De uitkomst was weer onge veer", behalve, dat ditmaal niet ongeveer ',100,000 roebels, maar slechts ongeveer 040,0on roebels bij elkaar kwamen. De derde telling, waaraan nog bekwamer rekenmeesters mee werkten, kreeg tot uitkomst slechts een som van ongeveer 60Cl,(.liio roebels. Men zal hot geld misschien nog voor do vierde, vijf Ie, of wel tiende maal tellen, tot eindelijk van al die mooie blanke goudstukken on veel kleurige bankbiljetten in het geheel img :,?« roebels over zijn. Maar dat zou dan tenslotte een som zijn die iedere officier van gezond heid of schrijver van de administratie best op het oorlogsterrein had kunnen opsparen, het zou dan tenminste verder niet in het oog gevallen zijn. Eigenlijk rhoest de onbekende afzender ter verantwoordinggeroepen worden, daar hij tegen het spoorweg-reglement ge handeld heeft en geld als ..instrumenten" heeft verstuurd. Men zou waarschijnlijk van hem op grond van het een of andere artikel l') kopeken boete en misschien nog aan schrijfloon en verdere onkosten 5 roebel en 94 kopeken eischen en de heele ongelukkige historie van het millioen" van Samara zou daarmee uit de wereld geholpen zijn. Hieruit ziet men tenminste nog eens hot nut van een grondige Staats-?controle" in Kushind ! Nooflzalelijfc ren eer lm en najrat«ri|. In een onlangs in De Katholiek verschenen artikel van kapelaan Binnewiertz wordt voor de zooveelste maal meegedeeld dat ik de modernen zwaklijk" navolg (ook door der gelijke hoognieuwmodische bijwoorden). Erg makk'lijk zoo'n praatje De heer B. volgt trouw'lijk de moderne" traditie, 't Zal nog ge vaarlijk voor den man worden, dat modernisme. Intusschen begint dat gezeur mij hartelijk te vervelen, en ik heb een somber vermoeden dat de heer B. een schijntje van me gelezen heeft. Er zijn er meer die zonder kennis van zaken maar een groot woord hebben. Dat er in mijn eerste verzen remini-icenties zijn, ik heb dat zelf in een korte voorrede tot mijn eerste bundeltje, in 1888 bij Sijthoff versche nen, ronduit bekend, en geen vertalingen uit of ontleeningen aan andere dichters voor mijn eigen werk willen doen doorgaan. (Wat hier mee bedoeld wordt, zal iedereen begrijpen die mijn Over Navolging en Overeenkomst in de Literatuur gelezen heeft). Maar door den heer Kloos, die verschillende dingen in dat eerste bundeltje voorkomend in manuscript had ge lezen en voor 'n deel geprezen, werd het met eenige hooge" woorden afgemaakt. Daarover in het tijdschrift Holland- Vlaanderen door mij geïnterpelleerd, zweeg hij als een mof. De heer Van Deyssel voegde daar nog een woordje" aan toe na 't verschiji.cn van mijn tweeden bundel Liefde's Dageraad: m. i. een daad van represaille wegens mijn terechtwijzing van Kloos. En sedert Van Eeden een glimpje licht in 't N. Gids-mysterie heeft laten schijnen, weten we dat de N. Gids-beweging (het vele goede er door tot stand gebracht daargelaten) een club, een kliek, een coterie is geweest als elke andere. Zoodoende heeft zich omtrent ondergeteekende een traditie gevormd, die noodeloos benadeelt en kwaad doet. De destijds slaafs met N. G. meedravende letterkundigen bestendigden de overlevering. Ook nu nog zijn er blinde aanbidders van Van Deyssel die het in hun belang achten mij te trappen wanneer ze er kans toe zien. Ik meende de genesis van deze zaken nog even te moeten meedeelen en voor zoover maar half bekend te moeten toelichten. Ik bon niet bang dat alles ten slotte niet terecht komt. We gaan allemaal dood, ook de grooten" der litera tuur, misschien wel niet allemaal zoo mooi als de heer Willem Kloos, maar we gaan toch. Een onpartijdig, of onpartijdiger geslacht zal na ons verrijzen, en daarna weer een, en zoo vervolgens, dat ons steeds zui verder en objectiever zal beoordeelen. Van objectief gesproken ; een kunstenaar die al tamelijk lang werkt en niet aan overdreven zelfoverschatting lijdt, kan door vergelijking als anderszins vrijwel de waarde van zijn werk bepalen. En dan ben ik zo J vrij te be weren dat de heer Binnewiertz niet 't minste recht heeft over me te spreken zooals hij doet. Ik meen hem ook te moeten mee deelen, dat ik steeds in de literatuur mijn zelfstandigheid en onafhankelijkheid tegen over iedereen heb gehandhaafd. Ten slotte nog dit: ik wensch geen egoïsme, maar auto nomie; geen zelfzucht, maar zelflieid. ? EDWARD B. KOSTER. Den Haag, 11 Aug. IfcOö. Een hoofd-officifr bij de iofanterie. Mijiiliccr de Hoofdredacteur, Door dezen verzoek ik u beleefd mij plaats ruimte te willen verleeuen voor het volgende: Dat, vooral in kleine garni/.oensplaatsen, de militaire uniform verre van populair is, moest ik tot mijn spijt weder ervaren ge durende den tijd dien ik mij voor herhalings oefeningen als indiciën bij het Ie bat. van het 10e reg. inf. te Hoorn bevond. Nog altijd is de burgerij genegen de fouten van enkelen, het geheel ten kwade te duiden. Hoovelen zich ook beijveren haai aan te toonen dat haar antipathie ongegrond en onrechtvaardig is, en zij blijken geeft van groote achterlijk heid door te denken, dat, even als in de middeleeuwen, het voetvolk nog behoort tot het plebs der maatschappij, toch wordt nog dikwijls vergeten dat de milicien-soldaten bestaan uit jongelieden idt haar midden, die daarin na alloop van hun diensttijd terugkooren. Indien wij nu zouden aannemen dat alle militaire autoriteiten dit onjui>te oordeel hielpen bestrijden, dan blijkt het tegendeel uit hei geen een bataljons-commandant (mili taire autoriteit no. l te Hoorn) ongeveer 2-10 man o. a. toevoegde naar aanleiding van door 3 man in opgewonden, toestand begane wanordelijkheden (de ','> man in kwestie woonden deze toespraak niet bij) : ...Tullui kunt als burger zooveel pi neet zijn a's je verkiest, ik zal je dwingen je gedurende len tijd dat je de oer hebt militair te zijn je fatsoenlijk te gedragen. Ik doe geen beroep op jullui welwillendheid eu fa soen. ik zal je laten zien dut ik luim- op in(jn tanden ln'l>: ik zal je met een paar dagen zoo mak maken. dat je uit de hand rwt." Ken en ander zoo schamper mogelijk uitgesproken. Wanneer een hoofd-ollicier zich niet ont ziet woorden al.s bovenstaand te richten tot mannen die in 1903 tijdens do staking ..uit muntten door plichtsbetrachting", is het dan den sergeant kwalijk te nomen, dat hij een milicien toeduwt: Weet jij wat een mili cien is? Als burger nul of niemendal en a's soldaat een klein beetje?" Toch wil II. M. do Koningin dat de sol daten met :nr/illiei<l en Mi;N>cm.ii;\ i-:\i>iir,n> worden behandeld, dat hun nimmer onrecht worde gedaan, dat /.ij in hunne meerderen, in alle opzichten, WKI.WII.LLXIUC VOOI;C.\N',KKS vinden, dat de straffen, welke sommigen hunner mochten verdienen, overeenkomstig de wet worden toegepast en d it de otllcieren hen leiden, besturen en beschermen met die znrg en belangstelling, welke zij verschuldigd zijn aan mannen, van wier daoperheid en gehoorzaamheid zij een gedeelte van hun roem te verwachten hebben. en zij verbiedt aan eiken meerdere, van welken rang ook, zich immer eenige oeleedigende uitdrukking te^en zijne onderge schikten te veroorloven. Na beleefde dankbetuiging, l'w d w. dr., A. BEUKENKAMP. Door zich in toestanden in te denken, waarin men leeft, stuit men meermalen op bezwaren, welke door bespreking met elkander eene oplossing moeten verkrijgen. Zoo is o.a. de vraag gerezen of het voor een goede instandhouding der discipline wel noodzakelijk is, dat menschen, die tot de bereden troepen van het land behooren, des Zondags zich met een hoofddeksel moeten bedekken, het welk ons indens, in de middel eeuwen thuis behoort. Neen, nietwaar, dit wil men toch niet ? Alle bezw7aren van zulk een hoofddeksel opnoemen, zou te ver voeren. Laten echter de bevoegde autoriteiten vragen, aan wien zij willen, of het niet onaangenaam aandoet zuike ondoelmatige, onpractische voorwerpen te moeten draïen. Het bewijs, dat van bevoegde zijde blijkt, dat men zelf met het dragen van zulke voor werpen niet is ingenomen, is voor ons het feit dat officieren b v. het niet behoeven te doen, des Zondags namelijk. Nu vragen wij, zou het niet wenschelijk zijn te handelen, zooals de eerste alinea aan geeft; -dus, dat hij dan de betrokken per sonen eerst polst 'of men er mede ingenomen is. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat een Minister eerst zou moeten vragen: vinden jelui het goed ; maar de Minister als legerchef dient tcch wel na te gaan : zou ik den goeden geest, welke voornamelijk bij de on derofficieren moet heersenen, niet bezwan geren met andere, dan voor het leger goede denkbeelden. De bewuste order heeft de Minister van oorlog uitgegeven, toen hij het noodig vond om a'le troepen des Zondags in eenzelfde tenue gekleed te hebben, en toen hebben juist de onderofficieren der be reden troepen er schade doorgeleden. Want vóór die order werd uitgegeven, waren de korpscommandanten de menschen, wtlke die tenue's bepaalden. Deze gingtn wat menschelijker te werk en lieten hun onderoffi cieren ten minste na een bepaald uur in den middag met de képi op uitgaan. Er is al eens meer op gewezen in de V. Rott. Cour., door middel van een ingezonden stuk, waarvan in de slotalinea stond, of de Minister niet op zijn besluit terug kon komen, er waren daar velen bij gebaat. Maar niets mocht helpen : van dien mid:leleeuwsch.en wil aan n moeten velen den List dragen ; en bovendien, de discipline en goede geest in die corpsen hebben schade geleden. Mijnheer de Redacteur, wij zullen 't hierbij laten voorloopig, wij hopen bij het benoemen van een nieuwen Minister van oorlog een zoodanigen te vinden, die het hart wat meer laat kloppen voor de onderofficieren en hun toestand, want er zijn nog vele bezwaren, die uit den weg dienen geruimd te worden. N. IJ. Z. Een errtte misstand Den lieer Johan r. Velxen, Laren, (N.-II.) Mijnheer, Daar u naar mijne meening volkomen onrecht helft dat bij ons Ken ergelijke mis stand" bestaat, op het gebied van wisselzaken, protest enz., neem ik de vrijheid u met repliek te dienen (uw stuk in dit weekblad van G Augustus jl ). Alle schuld is aan uwe zijde. U begon reeds met een groote fout, n.l. om aan den crediteur een nieuw accept te zenden, zonder daarvoor in ruil te ontvangen het in omloop zijnde, dit was eene groote onhandigheid, en zonder dat dit eerste afge geven accept weder in uw bezit was, had u geen reden om gerust op reis te gaan. Indien de crediteur u dit niet wilde afgeven, zonder het tweede in zijn bezit te hebben, had u het hem moeten brengen of laten brengen in ruil voor het eerste, en in dit f/era1, had u. gewapend met een schrijven van den cre diteur. bij de Credietbank het moeten ruilen. Want nu waren er twee accepten van u in omloop, en indien u een ongeluk overkomen ware. hadden uwe betrekkingen vee' last kunnen ondervinden, n.l. of u eenmaal of tweemaal dit bedrag schuldig waart. Indien u dus bovenstaande gedaan had, was er niets gebeurd, geen deurwaarder bij u gekomen enz. Alleen een beetje orde in zaken, dat had alles kunnen voorkomen. Ook begrijp ik niet dat men des avonds bij u aan huis protest van uonbelaling komt maken, zonder cer.it vóór twaalf uur des | morgens dit accept ter betaling gepreseuteeid i te hebben. U meldt daarvan niets. Dat op het acceat staat in cijfers ? 4-"iO en in letters Vijf Honderd Gulden" is zeker door u onjuist vermeld. Wat do kosten aangaat, deze zijn in dit geval niet voor n\ve rekening, maar ko'iien ten laste van den crediteur, daar hij verzuimde den nieuwen wissel aan de Bank te zon len. Nu een woordje dat er een ergelijke mis stand bestaat op protes: gebied. l," verlangt dat de schuldenaar bij nonbetaling van een wisse! of accept, er op zal schrijven, dat hij onwillig of onmachtig is om te betalen! Ken mooi plan, maar onuitvoerbaar, u denkt zeker dat alle schuldenaars, zooals n. fatsoenlijke, nette schuldenaars zijn, die alleen maar wei geren om te betalen, omdat zij arme kerels zijn die hel niet hebben. Het zijn dikwijls wel kerels'', maar niet altijd arm ! j ledere schuldenaar, die fatsoenlijk is en ordelijk in zaken, weet wanneer hij zijne accepten of wissels te betalen hteft, en moet reeds «enigen tijd vooiuit weten, of hij in staat is, op den vervaldag, zijne accep ten of wissels te voldoen. Gaat het niet, moet hij bijtijds, zijn crediteur uitstel vragen, weigert deze. nu dan komen Ie kosten voor zijne rekening en terecht. En zoo een wei gering van niet-betalhjg, moot zeer juist geconstaieer l kunnen worden, opdat de debiteur niet kan zeggen dat de wissel hem op den vervaldag niet vertoond is. Er i< zooveel sch windel en gemeene praktijk op wisselgebied, en daarom is de wet zeer scherp, om misbruiken zooveel mogelijk te voorkomen. Het zijn niet allen debiteuren zooals u, die geneigd zouden zijn, bij non betaling, op de wissel elymliandig te schrijven, Ik'wil niet betalen" of ..Ik bob het niet", zooals uw voorstel luidt! I zijt zeker geen man van den handel, anders had u dit plan, om nietbetaling te eonstateeren, niet aangegeven. Hoo. achtend, Eni'ARi) CAT.ISCII. 2e Jaargang. 20 Augustus 1905. Eed.: C. H. BKOEKKAMP, Damrak 59, Arnst. Verzoeke alle mededeelingen, deae rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Van probleem No. 39 zijn ingezonden: twee oplossingen door W. van Daalen' Haarlem; K. Koster, Hoogcarspel; J. Meijer, Nijmegen. Een oplossing door G. van Leeuwen Am sterdam; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; J. Fortgens, C. F. Visse, Haarlem; W. Vijn, Hoogwoud; P. Muil wijk, Gr. Ammers. Het is jammer dat dit probleem tiree. op lossingen aanbiedt. Met een zwarte schijf op 25 was zulks voorkomen, terwijl deze den stand volstrekt niet ontsierde. De ontleding is prachtig en het inwerken der drie tempo zetten verdient alle lof. Partij No. 22, De linker-hoek-opening". Deze partij is gespeeld per correspondentie, tusschen de heeren RenéOrtigé, Tonnay Charente (Fr.), [met wit en H. H. Baudet, Schiermonnikoog, met zwart. Wit. Zwart. Wit Zwart. 1.31 27 17 21 1) 23. 46 41! LO 14 2.33 28! 11) 23 24.41 36 14 19 3. 28:19 14: 23 25. 43 39 20 25! 4. 39 3!! 13 19? 26. 27 22? 9) 18: 27 5. 44 39 8 13 27. 32: 21 16: 27 6. 49 44 21 26 2) 28. 28 23 19: 28 7.33 28!! 10 14 29.33:3110) 12 18 8. 39 33 283) 30. 39 34 11) 5 10! 9.37 3L 4)26:37 31.48 4312) 8 12 13) 10.42:31 4 10 5) 32. 43 39 6 11 11.41 37 6)12 17! 33J39 33 12 17 12.47 42 7 12!! 34737 32? 14) 24 30.'! 13.44 39 17 21 35. 35:24 13 19 14.31 26 7) l 7 36.24:22 17:48 15.26:17 11:31 37.4040 4S: 26 16.36:27 2025! 38.3631 26:30 17.3430 25:34 39.35:24 1117 18.40:29 23:34 40.3832 1014 19.39:30 S/ 19 24! 41.32 27 7 IL 20. 30: 19 13: 24 42. 33 28 14 20 21.4540 1420 43. opgegeven. 21'. 50 45 9 13 1) 20-24 is hier het juiste antwoord, waar door een goede positie wordt ontwikkeld. Indien wit hierna met 33-28 ware gevolgd, , zou zwart het centrum bemachtigd hebben, door het volgende : z 17-22, w 28 : 17. z 12 : 31 en 18-23! 2) Deze zet geschiedt te vroeg en kan bij goed spel van wit nimmer last veroorzaken, terwijl deze op tijd gedaan, zeer hinderlijk kan zijn, omdat hieruit allicht een opsluiting volgt. 3j Een gevolg van de foutieve zet S-13. 4) (Jok te vroeg. Eerst de positie v< rsterken met 44 39 enz. was beter. Zwart zou dan van zelf het nadeelige gevoeld heb beu van do 5 schijven op de lijn 1-45. 5) 5-10 is in deze stelling veel beter. Men kan dan later schijf 4 brengen, waar zijn steun het meest noodig blijkt. 6) Nog moest hier 44-39 gevolgd zijn. 7) Deze zet is thans vrij wel gedwongen. om een opsluiting te voorkomen. 8) Wit heeft met deze alruiling moedwillig zijn positie verzwakt. 'J) Waarom hier niet 37-31 gespeeld? Zulke verzuimen mogen in een correspondentiepartij niet voorkomen. 10) Wanneer wij nu de stand doorzien, dan is het duidelijk zichtbaar, dat zwart veel beter staat, en spoedig gereed is om den. korten vleugel aan te vallen. Jl) 39-3 J was veel sterker geweest. 12) Fout. 38-33 of 34-29 moest hier volgen. 13) Zwart beoogt nu reeds, een combinatie. terwijl hij tevens een goede positie inneemt. 14) Een blunder.' 34-30, 40:20, 3329 eu 38 : 21) was een beste afruiling geweest. C O R RE SPONDE N T IE-W E D S T R IJ D. Tabel der gespeelde zetten van Wit. N N N N N N Cd S O ; w O H-' £-^ " , te t?j t; OC r^_ Ci ; r1 =-> z;1^ T3 =-i =-H te x : r, !^ Voortzetting van partij : 10. B 40-34 kan wel. (Zie rubriek van (i Aug.). B Heden verzuimt met kennisgeving, 15. C 30 25, G 20:37 " gedw 22. D 32 27,1122:31 28. E 44 40, J 45:43 32. F 27-22, 018:27 \ 34. F 27-22, H 18:27 44. H 34-30, C 25:34, H 40:7, C 11:2 1127-22,017:28 52. ,T 30 24, 1119:30 ' 61. L 27-22, B 26:37 75. N 28-22, F 25:34

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl