Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOE NEDERLAND.
No. 1409
3X pCt. obligatiën en voor de andere helft
aandeeten, terwijl toov«ndien elke 4 pCt.
obligatie nog ? 100 aaadeel oat«ingt. Het
aandelenkapitaal zou dan 2.3 millioen en
de obligatieechuld b\jna 1.9 millioen gulden
groot z\jn. Den aandeelhouders wordt derhalve
2 ton minier toebedacht dan volgens het
eerste plan; de aandeelen schijnen evenwel
volgens het gewijzigde voorstel eerder voor
eenige uitkeerlng in aanmerking te kunnen
komen, als is het dan ook dat de verdeeling
over een nogal groot aandeelenkapitaal gedaan
moet worden.Volgens het oorspronkelijke plan
vorderde het preferente aandeelenkapitaal
allereerst 5 pCt. d. i. ? 197.000 en het vernieu
wingsfonds ? 32.000. Is de winst ? 229.000 dan
ontvangen de aandeelhouders derhalve niets.
Overeenkomstig de latere voorstellen, moet
van de winst eerst de rente van de
obligatieschuld die een uitgaaf vordert van / 66.000
en de storting van / 32.000 in het vernieu
wingsfonds, betaald worden. Het verschil
tusschen de winst van ? 229.000 en deze
uitgaven, zou volgens het nieuwe plan aan
de aandeelhouders ruim B pCt. dividend
kunnen geven. De oude aandeelhouder?, wier
stukken tot ? 150 vermin lerd zijn, ontvangen
dan plm. 5 pCt. van ? 150 = plm. ? 7.50
en de oude obligatiehouders 1°, 3 K pCt.
over de nieuwe obligatiën en 2°, rtriin 5 pCt.
over de aandeelen die zij voor hunne oor
spronkelijke stukken, elk voor de helft ont
vangen hebben. Zij genieten dan derhalve
ongeveer 4 5 pCt., volgens het eerste plan
5 pCt. Hierbij t moet nog de opmerking ge
maakt worden dat, hoe grooter de winst is,
des te grooter de kans wordtvoor de oude
obligatiehouders om inde toekomst meer dan
5 pCt. genieten omdat hun dan over de ont
vangen aandeelen hooger dividend zal wor
den uitgekeerd. De bovenstaande aangeno
men winst is echter nog nooit verkregen.
Over 1904 was het beschikbaar bedrag bijna
? 156.000. De winstverdeeling, volgens de
twee voorstellen, op die som toegepast, leidt
tot de volgende cijfers:
3K pCt. obj. ontvangen volgens het oude
? 31, volgens het nieuwe plan ? 30.
4 pCt. obl. volgens het oude / 34, volgens
het nieuwe plan ? 32.50 en ? 1000 aandeel,
raa het eerste plan, mits en, onder toepas
sing van het nieuwe, ? 3.75.
De tram is opgericht in 1880. Zij betaalde
gedurende vele jaren 2 & 3 pCt., over 1896,
1897, 1898, 1899 en 1900 zelfs 4, 5, 5, 5 en
4 pCt. Over de laatste 4 jaren kon niets be
schikbaar gesteld worden. Voor de volgende
jaren worden goede verwachtingen gekoes
terd, als althans de noodige verbeteringen
door het verkrijgen van het rentelooze voor
schot van de provincie, Friesland kunnen
worden gedaan. De inlevering der obligatiën,
waarvoor goede reden is kan reeds worden
gedaan.
. Bussum Borneo",
6e school vacantie- } 17 Aug.'05. D. STIGTER.
week.
BOEKAANKONDIGING.
Homoeopathische Geneesmiddelteer, door
dr. L. L. PLAXTENGA , gep.' oil'. v.
gez. Ie kl.
Dit boek, 'dat zich noemt een supplement
op alle tot dusver verschenen homoeopatische
handboeken, is aan fa redactie toegezonden
met een gedrukt opschrift: ter besprekwy.
Aan dit laatste is moeielijk te voldoen, omdat
het geschreven is in een taal, die alleen ver
staanbaar is voor ingewijden of misschien
beter nog gezegd voor geloovigen. Voor
geloovigen, die te goeder trouw meenen, dat
zij zelf door hetgeen in hun oog nauwkeu
rige waarneming heet, kunnen oordeelen over
ziekte en gezondheid van zichzelf en van
anderen, zonder dat het ook maar in eenig
opzicht noodig is, dat zij eenige kennis be
zitten ? van de samenstelling en don bouw
van het menschelijk lichaam of de functie
zijner organen. Het doet er niet toe of ijdel
heid, domheid, grootheidswaanzin of
averechtsche wetenschap hen tot dit geloof heeft
gebracht, er valt tegen deze halstarrigen een
voudig niet te redeneeren. Zonder studie of
kennis denken zij in staat te zijn ziekten en
kwalen te onderkennen aan do uitwendige
verschijnselen, die zich voordoen of die zij
me-inen waar te nemen en het komt er
volgens hen maar op aan even na te slaan,
wat als geneesmiddel daarbij noodig i^.
Voor al dezulken is dit handboek waarlijk
een gulden boek. Honderden geleerde namen
worden opgegeven van allerlei stollen, waar
van de zoo en zooveel malen millioensche
verdunning als homoeopathiseh geneesmiddel
dienst kan doen. Wij verkeeren tegenwoordig
in een tijd, waarin de krachten van het on
eindig kleine (men denke aan de bacteriën
en aan radioactiviteit) meer en meer worden
erkend en uit dit oogpunt behoeft ook de
werking op het zieke of gezonde lichaam van
telkens herhaalde zeer kleine hoeveelheden
eener stof op zich zelf geen verwondering te
baren, doch wel is dit het geval, wanneer
de zich noemende wetenschappelijke beoefe
naars der homoeopathie en die evenals de
schrijver (of vertaler) van dit omvangrijk werk
blijkens zijn titels, zich althans in vroegere
jaren aan degelijke studiën hebben gewijd,
wanneer zij aan leeken en aan totaal onbe
voegden dergelijke in hun eigen oogen krach
tige wapens willen toevertrouwen en daarvan
heil verwachten. Het kan niet anders of het
gevaarlijke zelfpraktiseeren en kwakzalveren
van allerlei liefhebbers en erger zullen er
door worden in de hand gewerkt.
G. W. B.
De Shah van Perziëen de botanie.
Hoe komt Saul onder de profeten en wat
doet de Shah van Perziëop een botanische
tentoonstelling? Dat zullen zich wel velen
afvragen, als zij hooren, dat de Shah van Perzië,
tijdens z\jn verblijf te Weenen de schoone. en
leerrijke botanische tentoonstelling bezocht
en bezichtigd heeft, die naar aanleiding van
het internationaal botanisch congres gehouden
is in de Schönbrunner oranjerie. Daar er in
het programma van Muzaft'er-Eddins verblijf
een middag in het keizerlijk slot Schónbrunn
was opgenomen, verzochten de leden van
het comitéder tentoonstelling de eer te mogen
hebben, den Heer en Heerscher aller Perzen
als hun gast te mogen ontvangen. Goed, ant
woordden de tot den eeredienst afgevaar
digden, maar het mag niet langer dan 20
minuten duren! En met de aan alle
hofaangelegenheden eigen stiptheid, kwam het
hofrijtuig met den Shah en nog ongeveer
30 heeren van zijn gevolg in Schönbrunn aan.
De uitgestrekte, gezellige oranjerie, die
voor de Weener bevolking een grooter aan
trekkingskracht heeft dan de schoone scientia
arnabüis, heeft een interessante geschiedenis,
waarmee men echter in die 20 minuten den
Sbah niet vertrouwd kon maken.
Keizer Josef II heeft daar in den strengen
winter van 1785 tot 1786 bevel gegeven tot
het houden van grootscbe feesten, met een
illuminatie, die voor den toenmaligen spoedig
tevreden tijd schitterend" was De houten
kandelabers voor waskaarsen,die het glanspunt
van de illuminatie uitmaakten, heeft men
voor een paar jaren tusschen ouden rommel
teruggevonden. Eens liet Keizer Josef II
tooneelen uit Emilia Galotti" in de oranjerie
opvoeren en een andere maal de première
van Mozart's Schauspiel-Director".
Let maar eens op wat hij doen zal! Ik
weet het va a Marienbad, waar ik hem heb
gezien. Hij grijpt naar een plant, trekt er
een blad af, en houdt het onder zijn neus
om persoonlijk te conatateeren óf en hoe
het ruikt. Dan vraagt hij of je het kunt eten".
Die profetie van den wel ingelichten man
kwam letterlijk uit. De Shah begon zijn
twintig minuten langen of liever korten"
botanischen cursns met aan een blad van een
oranjeboompje en een maagdepalm te ruiken,
en vroeg toen, of dat" te eten was. Terwijl
de leden van het comitézich bezig hielden
met hem en zijn gebroken Fransch, kon men
den vreemden gast nader opnemen. Een oude,
wat voorovergebogen man met een hoog
sluitende jas, op de schouders gouden
epauletten, een krachtige, eenigszins grijze en
weemoedig afhangende snor, d« beroemde
larnsvelniuts (echt astrakan) met de nog be
roemdere diamanten gesp op het hoofd, een
moderne Europeesche wandelstok tot steun
der ongehandscboende hand, die aan den
ringvinger een ring toonde niet een smaragd
zoo groot als een kanarievogelei... .
In de historische afdeeling wees men den
Perzischen gast de prachtige onuitgegeven
tabellen der Fideikommisbibliotheek, unica,
van de kunstvaardige hofbotanieschilders"
uit den tijd van keizer Frans I, naar wien
de Braziliaansche plant Franziscea genoemd
is, die de keizer zoo goed betaalde en maar
die voor de wetenschap eigenlijk weinig
waarde hadden. Op een van de opgeslagen
folioplaten, die bijzonder fraai geschilderd was,
bleef de vermoeide blik van den Shah rusten.
Wat is dat?"
De leden van het comitéhaastten zich te
verklaren : Brunsvigia l"
Zichtbaar bevredigd wendde de Shah zich
tot een der heeren uit zijn gevolg en mom
pelde iets in het Perzisch in zijn snor, waar
op de Pers ijverig Brunsvigia" noteerde.
Naar alle waarschijnlijkheid word' zij tot
keizerlijk Perzische hoi'-en-lijf-Brunsvigia be
noemd.
Na dit incident kwam de afdeeling met
de moderne wetenschappelijke hulpmiddelen.
instrumenten en apparaten aan de beurt.
Hier viel der Duitsche industrie een onver
wachte eer ten deel. De Shah keek in den
binoculairen microscoop van een bekende
Duitsche firma, die het stereoscopisch zien
door den microscoop nu ook mogelijk maakt,
en was weer zichtbaar bevredigd".
Met in acht neming van de voorgeschreven
twintig minuten botanie werd nog de derde,
do tuinbouwkundige afdeeling gedaan". En
eindelijk werd een bijzonder gewichtig
uitzienden l'ers een blad papier overhandigd,
met de namen van die heeren, die wegens
hun buitengewone verdiensten ten opzichte
van de botanische tentoonstelling voor
Perzische orden in aanmerking kwamen. De
goede man stak de lijst, welwillend glim
lachend in zijn zak.
Als men een millioen telt.
Korten tijd geleden werdon in een s[
oorwegloods te Samara door toeval vier van
het oorlogstooneel komende kisten ontdekt,
die volgens opgave aan het Roode Kruis
behoorende instrumenten bevatte, maar in
werkelijkheid bijna een millioen roebels aan
geld en papier. Dit voorval bracht zelfs in
Rusland, waar men zich langzamerhand aan
verduisteringen heeft gewend, het pijnlijkste
opzien te weeg. Daarom nam de politie de
zaak onder handen. Er werd dadelijk een
nauwkeurig onderzoek ingesteld, maar dat
nu tot algemeene verwondering even plotse
ling weer gestaakt is, klaarblijkelijk ophoog
bevel! Over dit geval, dat in de Russische
pers veul besproken werd uitten zich de
Xowcsti" als volgt: Dat in het >vnv Oosten
gefloten wordt, wist men al lang. Men weet
ook, dat niet alleen in het verre Oosten,
doch ook in do onmiddellijke nabijheid,
kortom overal, publieke en persoonlijke eigen
dommen gestolen worden, waar het maar
eenigszins mogelijk is. Het geval van de vier
kisten begint pas merkwaardig te worden
van af het oogenblik, waarop de ..controle"
aanvangt, dat wil zeggen, waarop men begint
het op zoo'n eigenaardige wijze gevonden
geld te ti'l'/'ii. I'it de eerste telling bleek, dat
er bijna 90 ',()(!() roebels waren. Alen lette
wel on;;i'>'t't'.r, maar toch een ronde som !
Natuurlijk moest het geld nog eens en wel
door een in liet rekenen geoefende commissie
geteld worden. De uitkomst was weer onge
veer", behalve, dat ditmaal niet ongeveer
',100,000 roebels, maar slechts ongeveer 040,0on
roebels bij elkaar kwamen. De derde telling,
waaraan nog bekwamer rekenmeesters mee
werkten, kreeg tot uitkomst slechts een som
van ongeveer 60Cl,(.liio roebels. Men zal hot
geld misschien nog voor do vierde, vijf Ie,
of wel tiende maal tellen, tot eindelijk van
al die mooie blanke goudstukken on veel
kleurige bankbiljetten in het geheel img :,?«
roebels over zijn. Maar dat zou dan tenslotte
een som zijn die iedere officier van gezond
heid of schrijver van de administratie best
op het oorlogsterrein had kunnen opsparen,
het zou dan tenminste verder niet in het oog
gevallen zijn. Eigenlijk rhoest de onbekende
afzender ter verantwoordinggeroepen worden,
daar hij tegen het spoorweg-reglement ge
handeld heeft en geld als ..instrumenten"
heeft verstuurd. Men zou waarschijnlijk van
hem op grond van het een of andere artikel
l') kopeken boete en misschien nog aan
schrijfloon en verdere onkosten 5 roebel en 94
kopeken eischen en de heele ongelukkige
historie van het millioen" van Samara zou
daarmee uit de wereld geholpen zijn. Hieruit
ziet men tenminste nog eens hot nut van
een grondige Staats-?controle" in Kushind !
Nooflzalelijfc ren eer lm
en najrat«ri|.
In een onlangs in De Katholiek verschenen
artikel van kapelaan Binnewiertz wordt voor
de zooveelste maal meegedeeld dat ik de
modernen zwaklijk" navolg (ook door der
gelijke hoognieuwmodische bijwoorden). Erg
makk'lijk zoo'n praatje De heer B. volgt
trouw'lijk de moderne" traditie, 't Zal nog ge vaarlijk
voor den man worden, dat modernisme.
Intusschen begint dat gezeur mij hartelijk te
vervelen, en ik heb een somber vermoeden
dat de heer B. een schijntje van me gelezen
heeft. Er zijn er meer die zonder kennis van
zaken maar een groot woord hebben. Dat er
in mijn eerste verzen remini-icenties zijn, ik
heb dat zelf in een korte voorrede tot mijn
eerste bundeltje, in 1888 bij Sijthoff versche
nen, ronduit bekend, en geen vertalingen uit
of ontleeningen aan andere dichters voor mijn
eigen werk willen doen doorgaan. (Wat hier
mee bedoeld wordt, zal iedereen begrijpen die
mijn Over Navolging en Overeenkomst in de
Literatuur gelezen heeft). Maar door den heer
Kloos, die verschillende dingen in dat eerste
bundeltje voorkomend in manuscript had ge
lezen en voor 'n deel geprezen, werd het met
eenige hooge" woorden afgemaakt. Daarover
in het tijdschrift Holland- Vlaanderen door mij
geïnterpelleerd, zweeg hij als een mof. De heer
Van Deyssel voegde daar nog een woordje"
aan toe na 't verschiji.cn van mijn tweeden
bundel Liefde's Dageraad: m. i. een daad van
represaille wegens mijn terechtwijzing van
Kloos. En sedert Van Eeden een glimpje licht
in 't N. Gids-mysterie heeft laten schijnen,
weten we dat de N. Gids-beweging (het vele
goede er door tot stand gebracht daargelaten)
een club, een kliek, een coterie is geweest als
elke andere. Zoodoende heeft zich omtrent
ondergeteekende een traditie gevormd, die
noodeloos benadeelt en kwaad doet. De destijds
slaafs met N. G. meedravende letterkundigen
bestendigden de overlevering. Ook nu nog
zijn er blinde aanbidders van Van Deyssel
die het in hun belang achten mij te trappen
wanneer ze er kans toe zien. Ik meende de
genesis van deze zaken nog even te moeten
meedeelen en voor zoover maar half bekend
te moeten toelichten. Ik bon niet bang dat
alles ten slotte niet terecht komt. We gaan
allemaal dood, ook de grooten" der litera
tuur, misschien wel niet allemaal zoo mooi
als de heer Willem Kloos, maar we gaan
toch. Een onpartijdig, of onpartijdiger
geslacht zal na ons verrijzen, en daarna weer
een, en zoo vervolgens, dat ons steeds zui
verder en objectiever zal beoordeelen. Van
objectief gesproken ; een kunstenaar die al
tamelijk lang werkt en niet aan overdreven
zelfoverschatting lijdt, kan door vergelijking
als anderszins vrijwel de waarde van zijn
werk bepalen. En dan ben ik zo J vrij te be
weren dat de heer Binnewiertz niet 't minste
recht heeft over me te spreken zooals hij
doet. Ik meen hem ook te moeten mee
deelen, dat ik steeds in de literatuur mijn
zelfstandigheid en onafhankelijkheid tegen
over iedereen heb gehandhaafd. Ten slotte
nog dit: ik wensch geen egoïsme, maar auto
nomie; geen zelfzucht, maar zelflieid.
? EDWARD B. KOSTER.
Den Haag, 11 Aug. IfcOö.
Een hoofd-officifr bij de iofanterie.
Mijiiliccr de Hoofdredacteur,
Door dezen verzoek ik u beleefd mij plaats
ruimte te willen verleeuen voor het volgende:
Dat, vooral in kleine garni/.oensplaatsen,
de militaire uniform verre van populair is,
moest ik tot mijn spijt weder ervaren ge
durende den tijd dien ik mij voor herhalings
oefeningen als indiciën bij het Ie bat. van
het 10e reg. inf. te Hoorn bevond. Nog altijd
is de burgerij genegen de fouten van enkelen,
het geheel ten kwade te duiden. Hoovelen
zich ook beijveren haai aan te toonen dat
haar antipathie ongegrond en onrechtvaardig
is, en zij blijken geeft van groote achterlijk
heid door te denken, dat, even als in de
middeleeuwen, het voetvolk nog behoort tot
het plebs der maatschappij, toch wordt nog
dikwijls vergeten dat de milicien-soldaten
bestaan uit jongelieden idt haar midden, die
daarin na alloop van hun diensttijd
terugkooren.
Indien wij nu zouden aannemen dat alle
militaire autoriteiten dit onjui>te oordeel
hielpen bestrijden, dan blijkt het tegendeel
uit hei geen een bataljons-commandant (mili
taire autoriteit no. l te Hoorn) ongeveer 2-10
man o. a. toevoegde naar aanleiding van
door 3 man in opgewonden, toestand begane
wanordelijkheden (de ','> man in kwestie
woonden deze toespraak niet bij) :
...Tullui kunt als burger zooveel pi neet zijn
a's je verkiest, ik zal je dwingen je gedurende
len tijd dat je de oer hebt militair te zijn
je fatsoenlijk te gedragen. Ik doe geen beroep
op jullui welwillendheid eu fa soen. ik zal
je laten zien dut ik luim- op in(jn tanden ln'l>:
ik zal je met een paar dagen zoo mak maken.
dat je uit de hand rwt." Ken en ander zoo
schamper mogelijk uitgesproken.
Wanneer een hoofd-ollicier zich niet ont
ziet woorden al.s bovenstaand te richten tot
mannen die in 1903 tijdens do staking ..uit
muntten door plichtsbetrachting", is het dan
den sergeant kwalijk te nomen, dat hij een
milicien toeduwt: Weet jij wat een mili
cien is? Als burger nul of niemendal en a's
soldaat een klein beetje?"
Toch wil II. M. do Koningin dat de sol
daten met :nr/illiei<l en Mi;N>cm.ii;\ i-:\i>iir,n>
worden behandeld, dat hun nimmer onrecht
worde gedaan, dat /.ij in hunne meerderen,
in alle opzichten, WKI.WII.LLXIUC VOOI;C.\N',KKS
vinden, dat de straffen, welke sommigen
hunner mochten verdienen, overeenkomstig
de wet worden toegepast en d it de otllcieren
hen leiden, besturen en beschermen met die
znrg en belangstelling, welke zij verschuldigd
zijn aan mannen, van wier daoperheid en
gehoorzaamheid zij een gedeelte van hun
roem te verwachten hebben.
en zij verbiedt aan eiken meerdere, van
welken rang ook, zich immer eenige
oeleedigende uitdrukking te^en zijne onderge
schikten te veroorloven.
Na beleefde dankbetuiging,
l'w d w. dr.,
A. BEUKENKAMP.
Door zich in toestanden in te denken,
waarin men leeft, stuit men meermalen op
bezwaren, welke door bespreking met elkander
eene oplossing moeten verkrijgen.
Zoo is o.a. de vraag gerezen of het voor
een goede instandhouding der discipline wel
noodzakelijk is, dat menschen, die tot de
bereden troepen van het land behooren, des
Zondags zich met een hoofddeksel moeten
bedekken, het welk ons indens, in de middel
eeuwen thuis behoort. Neen, nietwaar, dit
wil men toch niet ?
Alle bezw7aren van zulk een hoofddeksel
opnoemen, zou te ver voeren. Laten echter
de bevoegde autoriteiten vragen, aan wien
zij willen, of het niet onaangenaam aandoet
zuike ondoelmatige, onpractische voorwerpen
te moeten draïen.
Het bewijs, dat van bevoegde zijde blijkt,
dat men zelf met het dragen van zulke voor
werpen niet is ingenomen, is voor ons het
feit dat officieren b v. het niet behoeven te
doen, des Zondags namelijk.
Nu vragen wij, zou het niet wenschelijk
zijn te handelen, zooals de eerste alinea aan
geeft; -dus, dat hij dan de betrokken per
sonen eerst polst 'of men er mede ingenomen
is. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat een
Minister eerst zou moeten vragen: vinden
jelui het goed ; maar de Minister als
legerchef dient tcch wel na te gaan : zou ik den
goeden geest, welke voornamelijk bij de on
derofficieren moet heersenen, niet bezwan
geren met andere, dan voor het leger goede
denkbeelden. De bewuste order heeft de
Minister van oorlog uitgegeven, toen hij het
noodig vond om a'le troepen des Zondags
in eenzelfde tenue gekleed te hebben, en
toen hebben juist de onderofficieren der be
reden troepen er schade doorgeleden. Want
vóór die order werd uitgegeven, waren de
korpscommandanten de menschen, wtlke die
tenue's bepaalden. Deze gingtn wat
menschelijker te werk en lieten hun onderoffi
cieren ten minste na een bepaald uur in den
middag met de képi op uitgaan.
Er is al eens meer op gewezen in de V. Rott.
Cour., door middel van een ingezonden stuk,
waarvan in de slotalinea stond, of de Minister
niet op zijn besluit terug kon komen, er
waren daar velen bij gebaat. Maar niets
mocht helpen : van dien mid:leleeuwsch.en
wil aan n moeten velen den List dragen ;
en bovendien, de discipline en goede geest
in die corpsen hebben schade geleden.
Mijnheer de Redacteur, wij zullen 't hierbij
laten voorloopig, wij hopen bij het benoemen
van een nieuwen Minister van oorlog een
zoodanigen te vinden, die het hart wat meer
laat kloppen voor de onderofficieren en hun
toestand, want er zijn nog vele bezwaren,
die uit den weg dienen geruimd te worden.
N. IJ. Z.
Een errtte misstand
Den lieer Johan r. Velxen,
Laren, (N.-II.)
Mijnheer,
Daar u naar mijne meening volkomen
onrecht helft dat bij ons Ken ergelijke mis
stand" bestaat, op het gebied van wisselzaken,
protest enz., neem ik de vrijheid u met repliek
te dienen (uw stuk in dit weekblad van G
Augustus jl ).
Alle schuld is aan uwe zijde.
U begon reeds met een groote fout, n.l.
om aan den crediteur een nieuw accept te
zenden, zonder daarvoor in ruil te ontvangen
het in omloop zijnde, dit was eene groote
onhandigheid, en zonder dat dit eerste afge
geven accept weder in uw bezit was, had u
geen reden om gerust op reis te gaan. Indien
de crediteur u dit niet wilde afgeven, zonder
het tweede in zijn bezit te hebben, had u
het hem moeten brengen of laten brengen
in ruil voor het eerste, en in dit f/era1, had
u. gewapend met een schrijven van den cre
diteur. bij de Credietbank het moeten ruilen.
Want nu waren er twee accepten van u in
omloop, en indien u een ongeluk overkomen
ware. hadden uwe betrekkingen vee' last
kunnen ondervinden, n.l. of u eenmaal of
tweemaal dit bedrag schuldig waart.
Indien u dus bovenstaande gedaan had,
was er niets gebeurd, geen deurwaarder bij
u gekomen enz.
Alleen een beetje orde in zaken, dat had
alles kunnen voorkomen.
Ook begrijp ik niet dat men des avonds
bij u aan huis protest van uonbelaling komt
maken, zonder cer.it vóór twaalf uur des
| morgens dit accept ter betaling gepreseuteeid
i te hebben. U meldt daarvan niets.
Dat op het acceat staat in cijfers ? 4-"iO
en in letters Vijf Honderd Gulden" is zeker
door u onjuist vermeld.
Wat do kosten aangaat, deze zijn in dit
geval niet voor n\ve rekening, maar ko'iien
ten laste van den crediteur, daar hij verzuimde
den nieuwen wissel aan de Bank te zon len.
Nu een woordje dat er een ergelijke mis
stand bestaat op protes: gebied. l," verlangt
dat de schuldenaar bij nonbetaling van een
wisse! of accept, er op zal schrijven, dat hij
onwillig of onmachtig is om te betalen! Ken
mooi plan, maar onuitvoerbaar, u denkt zeker
dat alle schuldenaars, zooals n. fatsoenlijke,
nette schuldenaars zijn, die alleen maar wei
geren om te betalen, omdat zij arme kerels
zijn die hel niet hebben. Het zijn dikwijls
wel kerels'', maar niet altijd arm !
j ledere schuldenaar, die fatsoenlijk is en
ordelijk in zaken, weet wanneer hij zijne
accepten of wissels te betalen hteft, en
moet reeds «enigen tijd vooiuit weten, of
hij in staat is, op den vervaldag, zijne accep
ten of wissels te voldoen. Gaat het niet, moet
hij bijtijds, zijn crediteur uitstel vragen,
weigert deze. nu dan komen Ie kosten voor
zijne rekening en terecht. En zoo een wei
gering van niet-betalhjg, moot zeer juist
geconstaieer l kunnen worden, opdat de
debiteur niet kan zeggen dat de wissel hem
op den vervaldag niet vertoond is. Er i<
zooveel sch windel en gemeene praktijk op
wisselgebied, en daarom is de wet zeer
scherp, om misbruiken zooveel mogelijk te
voorkomen. Het zijn niet allen debiteuren
zooals u, die geneigd zouden zijn, bij non
betaling, op de wissel elymliandig te schrijven,
Ik'wil niet betalen" of ..Ik bob het
niet", zooals uw voorstel luidt!
I zijt zeker geen man van den handel,
anders had u dit plan, om nietbetaling te
eonstateeren, niet aangegeven.
Hoo. achtend,
Eni'ARi) CAT.ISCII.
2e Jaargang. 20 Augustus 1905.
Eed.: C. H. BKOEKKAMP, Damrak 59, Arnst.
Verzoeke alle mededeelingen, deae rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Van probleem No. 39 zijn ingezonden: twee
oplossingen door W. van Daalen' Haarlem;
K. Koster, Hoogcarspel; J. Meijer, Nijmegen.
Een oplossing door G. van Leeuwen Am
sterdam; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke,
Edam; J. Fortgens, C. F. Visse, Haarlem;
W. Vijn, Hoogwoud; P. Muil wijk, Gr. Ammers.
Het is jammer dat dit probleem tiree. op
lossingen aanbiedt. Met een zwarte schijf op
25 was zulks voorkomen, terwijl deze den
stand volstrekt niet ontsierde. De ontleding
is prachtig en het inwerken der drie tempo
zetten verdient alle lof.
Partij No. 22, De linker-hoek-opening".
Deze partij is gespeeld per correspondentie,
tusschen de heeren RenéOrtigé, Tonnay
Charente (Fr.), [met wit en H. H. Baudet,
Schiermonnikoog, met zwart.
Wit. Zwart. Wit Zwart.
1.31 27 17 21 1) 23. 46 41! LO 14
2.33 28! 11) 23 24.41 36 14 19
3. 28:19 14: 23 25. 43 39 20 25!
4. 39 3!! 13 19? 26. 27 22? 9) 18: 27
5. 44 39 8 13 27. 32: 21 16: 27
6. 49 44 21 26 2) 28. 28 23 19: 28
7.33 28!! 10 14 29.33:3110) 12 18
8. 39 33 283) 30. 39 34 11) 5 10!
9.37 3L 4)26:37 31.48 4312) 8 12 13)
10.42:31 4 10 5) 32. 43 39 6 11
11.41 37 6)12 17! 33J39 33 12 17
12.47 42 7 12!! 34737 32? 14) 24 30.'!
13.44 39 17 21 35. 35:24 13 19
14.31 26 7) l 7 36.24:22 17:48
15.26:17 11:31 37.4040 4S: 26
16.36:27 2025! 38.3631 26:30
17.3430 25:34 39.35:24 1117
18.40:29 23:34 40.3832 1014
19.39:30 S/ 19 24! 41.32 27 7 IL
20. 30: 19 13: 24 42. 33 28 14 20
21.4540 1420 43. opgegeven.
21'. 50 45 9 13
1) 20-24 is hier het juiste antwoord, waar
door een goede positie wordt ontwikkeld.
Indien wit hierna met 33-28 ware gevolgd, ,
zou zwart het centrum bemachtigd hebben,
door het volgende : z 17-22, w 28 : 17. z 12 : 31
en 18-23!
2) Deze zet geschiedt te vroeg en kan bij
goed spel van wit nimmer last veroorzaken,
terwijl deze op tijd gedaan, zeer hinderlijk
kan zijn, omdat hieruit allicht een opsluiting
volgt.
3j Een gevolg van de foutieve zet S-13.
4) (Jok te vroeg. Eerst de positie v<
rsterken met 44 39 enz. was beter. Zwart
zou dan van zelf het nadeelige gevoeld heb
beu van do 5 schijven op de lijn 1-45.
5) 5-10 is in deze stelling veel beter. Men
kan dan later schijf 4 brengen, waar zijn
steun het meest noodig blijkt.
6) Nog moest hier 44-39 gevolgd zijn.
7) Deze zet is thans vrij wel gedwongen.
om een opsluiting te voorkomen.
8) Wit heeft met deze alruiling moedwillig
zijn positie verzwakt.
'J) Waarom hier niet 37-31 gespeeld? Zulke
verzuimen mogen in een
correspondentiepartij niet voorkomen.
10) Wanneer wij nu de stand doorzien, dan
is het duidelijk zichtbaar, dat zwart veel
beter staat, en spoedig gereed is om den.
korten vleugel aan te vallen.
Jl) 39-3 J was veel sterker geweest.
12) Fout. 38-33 of 34-29 moest hier volgen.
13) Zwart beoogt nu reeds, een combinatie.
terwijl hij tevens een goede positie inneemt.
14) Een blunder.' 34-30, 40:20, 3329 eu
38 : 21) was een beste afruiling geweest.
C O R RE SPONDE N T IE-W E D S T R IJ D.
Tabel der gespeelde zetten van Wit.
N N N N N N
Cd
S O ; w O
H-' £-^ " , te t?j
t; OC r^_ Ci
; r1 =-> z;1^ T3 =-i =-H te
x : r, !^
Voortzetting van partij :
10. B 40-34 kan wel. (Zie rubriek van
(i Aug.).
B Heden verzuimt met kennisgeving,
15. C 30 25, G 20:37 " gedw
22. D 32 27,1122:31
28. E 44 40, J 45:43
32. F 27-22, 018:27 \
34. F 27-22, H 18:27
44. H 34-30, C 25:34, H 40:7, C 11:2
1127-22,017:28
52. ,T 30 24, 1119:30 '
61. L 27-22, B 26:37
75. N 28-22, F 25:34