De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 20 augustus pagina 2

20 augustus 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLABTD. Ho. 1469 dan een gedenkdag hunner zwakmoedigheid gedurend» 75 jaar bat Walendom betoond. 75 jaar zijeh te laten ringelooren, terwijl men de groote meerderheid r natie vormt, welk volkmet Benig, besef van waasdigheid, met vurige lieMe tot eigen ras, tot eigen kaïa'ctw, tot eigen- taal, welke ganaeh het volk heet te zijn, heeft daar het voorbeeld van gegeven? Trots al hun landdagen en congressen, hun bonden en maatschappijen, hun rede voeringen, hun taalfeestan, hun getoost en gezang zien ze het aan, hebben ze het tientallen van jaren aangezien, dat hun taal, haar recht is onthouden; dat alle be schaving en wetenschap, de gansche regee ring en het bestuur den franschen stempel dragen, en bij de onbeduidendste gunsten voor de vlaamsche taal gewonnen, dulden zij, dat zelfs de wetten worden geschonden, en er van de hoageea hoogste kringen een invloed uitgaat, die Vlaanderen en heel Belgenland tot een rijk van Walen maakt. Waar elders leeft een volk, dat zich zoo, 75 jaar, heeft laten mishandelen, terwijl zijn leiders in alle mogelijke tonen geest driftige fanfares blazen, bij de verheerlijking van hun in. drie kwart eeuw dag aan dag door een misverstand versmaad en bezoe deld ideaal. Zit er dan zoo weinig pitrin onze Vlaamv sche broeders"? Moeten wij inderdaad aannemen, dat de strijd voor hun taal, hun geen offer waai d is behalve van 'n contributie als lid van den 63n of anderen Bond, het een of ander Congres-? Waarlijk, indien er iets bestaat wat op een v-asten wil en. op geestkracht gelijkt, zal de- groote meerderheid van een; valk, onder goede leidan-g, toch wel in betrekkelijk korten tij l geleidelijk voor zich van den ver drukker zijn recht, zoolang, verkort kunnen afdwingen. Wij Noordelijken al leven ook hier eenige, wier gestel hun niet verhin dert de bovengenoemde fanfares mee te blazen gelooven over 't algemeen niet aan de toekomstige overwinning der Vlamen, ook niet in een tijd als deze, nu ze. mat hun veel beteekenenden letterkun digen'arbeid, meer de onzen, dan hun eigen landgenooten zegenen. De Vlaamsahe be weging" heeft men hier te lande in den loop der jaren, voor zoover men op haar lette, te zeer leeren kennen als een be weging", in den zin van zekere drukte en rumoerigheid; men denkt daarbij niet aan iets van ernstigen aard; en de belang stelling voor haar, buiten een bepaald krin getje, i-s dan ook zóó gering, dat men on danks alle middelen welke worden aange wend .om aan een Groot-Nederland te doen denken, moeilijk n op de duizend be schaafde en ontwikkelde Nederlanders zal vinden, die van Belgiëiets hoopt. En neem het dezen Nederlanders eens k-waiijk. Wat is een taal beweging, laat ons zeggen gedurende een halve eeuw gevoerd voor het twee derde deel ecner natie, zonder een enkele daad'? Zal nu deze Landdag ons brengen de dau:l? Niet de re levoerkunstige, de keelopzettende, de wangen-bollende, do tnangvullende en de dorst-lessehende daad ... neen^ de daad welke geroepen is om den grootsten weerklank te hebben in het binnenland en daar buiten." Een daad, gelijk elke daad, die door het binnenland en daar buiten" kan gewaar deerd worden, als een uiting van het tot allen weerstand bereid gemoed, gedreven door onbreekbareiïwil. Lezingen in 't vooruitzicht, genoeg. Maar zal men te Antwerpen onder de eereleiding van Jan van Rijswijck bijeen komen om te zwtren: Het zal nu uit zijn met otize ver nedering, wij eitclivn als \7lamingen het ons zoo buig onthouden recht? Mogen we iets als een Verbond der Edelen" verwachten, dat den konimr en zijn Walen een onverbiddelijken strijd aankondigt, indien nog verder de wetten werden geschonden ; zoo lang niet bet Vlaamsen en bet Waalsch, in alles wat Itegeering, Bestuur, Administratie, Onderwijs, enz. betreft, als volkomen gelijk geëerden zijn erkend? Wordt er mischien een optocht naar Brussel of Laeken voor bereid, van 20,000 of misschien van 40,000 vurig gezinde Vlamen, om een deputatie te vergezellen, die haar smeekbrief, tevens haar ultimatum, aan Leopold en den kabinotsvoorzitter zal overhandigen. En wie weet welke maatregelen een landdag, die in het eigen land en in het buitenland den grootsten weerklank (hoopt te) hebben" verder beramen kan om zijn doel te bereiken. Wat zou bet b.v. reeds een gerucht ma ken, als de Lnnd lag-leden plechtiglijk de belofte allecden het Waalse h of het l'Vansch nir hun huis te verbannen, zich alleen van die taal te bedienen, waar dit volstrekt onver mijdelijk is. En w»t hoe van /alk een be sluit, indien do hoeren hun belofte hiel len, een invloed ton goede kunnen uitgaan op do H;K 1,000 Vlamcn, waaronder er '/ooveleu zijn die in OIMI gesprok met dezelfde persoon, zich bij alVisseling van wat Frunsch en wat Vlaamsch bedienen. Welnu, zal de '27ste AUQ-. de dag dor crisis zijn voor de Vlaamsche beweging 't /on do ziekte, die nu zoo lang heelt ge duurd, op haar hoogst zijn geweest: Tot dusver kenmerkt do patiënt zich door een bleeke kleur, een paar rlotscho oogon, ver slapping van het beemlerengostol, een wan kelenden gang., en een met dit alles in tegenstelling verkeerend bovenmate sterk stemgeluid. Dit gaf hem wel een monsterachtig trekje. Xoo spreekt b.v. het Belgisch blad, boven door ons aangehaald, in het gevoel vnn zijn onmacht, van frauskiljonsche kletskopl>en" en dat is nog maar een kleinig heid van wat een goed Vlaam in zijn taal strijd zoo geluid kan uitbrengen. Kdoch zoodra het niet op iroort/r.ii, maar op (huleii aankomt is onze taaibroeder zacht zinnig als de zoetste zustor. Crrijj t hij ooit naar zijn geweer hij doet dat alleen om den schijn te redden, en schiet met los kruit naar do sterren. Nu, een bloedige strijd behoeft hier al l erminst gevoerd. Meer dan een onverzettelijke wil en een ijverig gebruik van do meest onschuldige middelen, welke ter beschikking staan van het twee derde deel der natie tegenover het een derde deel, die het beloedigt en verdrukt, zijn niefnoodig. Maar wie heeft hiervan in die 75 jaar iets gemerkt in het Belgenland ? Wisten we niet beter, we zouden kunnen aannemen, dut elke Vlaam allereerst aan zijn positie, of mis schien wel aan een Leopold-orde als zijn rnaarschalkstaf denkt. Maar de 27ste dezer aftansü! m correspo toten der Mtenlaitfscln PÏS. Opmerkelijk;, ia, wel het fait da-r, tsrwijl de meesten onzer dagbladen ik bedoel hier inzonderheid dia der groote pers" ongaarne een gelegenheid ongebruikt laten om sommige persorganen van,, Groot-Albion" vinnig en vaak ook ruw to lijf te gaan (een buitensporigheid waaraan we hen eigenlijk eerst sedertEngelands' bedroevend Zuid-Afrika-avontuur zich zien overgeven i), de redacties dier bladen zich zoo weinig blijken te vergewissen van het gehalte en de positie der z.g. correspondenten van toonaangevende buitenlandsche couranten, welker berichten en mededeelingen toch aan ons, lezers, telkenmale en zonder com mentaar worden voorgezet, ondanks dezen uiteraard veelal hoogst onbetrouwbaar zullen zijn. En hoezeer toch is 't van gewicht dat den dagbladlezer, wil zijn oordeel omtrent feiten en toestanden, na kennisname van mededeelingen en berichten, zuiver zijn en blijven, worde voorgehouden dat de bron waaruit voor hem geput werd zuiver is al, dan niet! Een berichtje, voorkomende in de X. K. Ct. van 7 dezer, betreffende geleden ver liezen in den huidigen oorlog aan liuss. en aan Jap. zijde, wat overigens weliswaar voer tras hier te lande niet van zooveel belang is, diene ter verklaring van boven staand beweren. Wij lezen daar a. v.: De correspondent van do Times te Tokio heeft een berekening opgemaakt van de verliezen die van het begin van, den oorlog tot heden de beide oorlog voerende mogendheden hebben geleden aan dooden, gewonden en gevangenen. Voor de llussen komt hij op ten minste 388,480 en voor de Japanners op 167,402 man. De be langrijkste posten van de berekening zijn voor de Kussen de slagen bij Sja-lio en bij Moekden : 69,201 en 152,500 tegen 15,879 en 52,500 Japanners. Een groot o post is ook Port-Arthur: 20,000 Kussen tegen 50,000 Japanners." Nu verbaast het mij toch wel dat een berichtje als dit, dat bovendien op zich zelf reeds den stempel der onwaarschijnlijkheid draagt, zoo, zonder meer, plaatsing en dientengevolge bij tal van lezers van dat blad ingang vindt: mede, dat de redactie der N. Ji. Ct. en ook die der bladen welke het eveneens opnam, niet op de hoogte seliijnente zijn van de positie welke die Tiinescorrespondent in Japan inneemt naar welke de waarde, aan /ijn verhalen en berichten te hechten, zou te schatten zijn. Welnu weet men dit te Rotterdam en ook elders wellicht nog niet, dan zij ten opzichte van dat fameuse Tokio-correspondentschap van het groote (Jity-blad slechts dit medegedeeld: De Japan Mail is een courant die te Yokohama verschijnt, door do Japansche regeering wordt gesubsidieerd en derhalve, weinig twijfelachtig, een officieus regeeringsorgaan1 is, hetgeen ginds te lande dan ook alom bekend is. De hoofdredacteur tevens eigenaar van dat blad is een zekere Captain Brinckley, die van uit... Tokio (warm bij den gouveriiements oven dus!) zijn dagblad dat, zooals gezegd, te Yokohama wordt uitgegeven, redigeert;?on die zelfde man nu is de bewuste Tokio-correspMideiit van de Times; it xj>i'<tkx CO/IIIHC.I.' Dat men in Engeland bizonder gediend schijnt van eenzijdige, gepeperde, bombas tische, anti-Kus.-ische en pro-Japansche vertelsels en sensa-tioneele verdichtsels is nog wel - verklaarbaar, waar men ginds immers zoo prat gaat op de glorie en 't succes van zijn nieuwbakken vrienden en men I wan er maar s!e:-ht zotten k,ui; maar wij hier te lande verkiezen zuiver bereide i kost en klaren wijn, opdat ons hoofd koel j nns oordeel /niver kunne bhiven. en ons oordeel zuiver kunne blijven. H. Een toe'i bij 1001112 Oscar. Dr. llugo (iau« te "Weenon, ons in den laa'sten tijd beken l geworden door zijn werk: ,,Vóór het ineenstorten, een blik in liet ('zurenrijk", waaruit een d .:r belangwekkendste hoofdstukken Ken bc/.oek bij Leo Tolstoi" in dit blad werd opgenomen, deelt ons nu de indrukken mede van een onderhoud, dat koning Oscar hem hoeft toegestaan. Wij laten de/.e, in zijn eigen woorden, hier volgen. liet is zeker niet n?> >,lig bijzondere motie ven aan Ie voeren voor mijne pogingen om , bij koning Oscar audiëntie ie verkrijgen. De j journalist, die ook een s:uk arbeid voor do wereldgesehiedcni- hè,-ft te verrichten, moet j zijn b.-st doen om de hoogste figuranten op hè; wereldtojneel van zoo nabij mogelijk te | zien en te hooren. daar alle poseeien daar : van 7.elf onmogelijk wordt, of zich aan h-'t geoefend oog d,i lelijk verraadt. Wij zijn zoo ! weinig op de hoo_'io van de ware gedachten ' en gevoelens der b-'er.-chers de .,consul u;ioneele akten ' der verantwoordelijke ministe ries verbergen zoo/;eer, ir.et alleen de regee ring-daden, maar ook het beeld der koningen, dat het schilderen van uon direkten indruk, dien een onbevooroordeeld op merker ontvangt van een monarch, in een kritiek oogenbÜA, voorliet geheele publiek van waaide moet zijn. In een tijdperk vi.n rust. behoort koning Oscar tot du vorsten die niemand den toe gang weigeren. Bij den ernst van den tegcnwoordigen toestand c; i bij de zwaarte van den last, die op de schouders van den grijzen monarch duikt, zoekt zijne omgeving bezoe kers zooveel m igelijk te werej). Voor mij, die hem bijzonder was aanbevolen, werd eene uitzondering gemaakt. De niinood'ging om voor den koning ie verschijnen, werd mij, per telefoon, door den adjudant overgebracht. Ken kwartier later, was ik in het slot, en na nog tien minuten in het sludeervcrtrek van den l koning. j Reeds de eerste minuut besliste over de voorstelling, die ik mij voortaan van Oscai II, als menseli en als vorst, maken zal. Uit zijne groote blauwe oogen, wier glans dooi den ouderdom alleen verzacht, niet verdoold is, straalt u de goedheid van zijn hart ogen. De hartelijkheid waarmee hij u tegemoet komt,ligt in elke beweging der niet gebogene, ver boven de normale grootte uitstekende gestalte. Van ouderdotnszwakte niet het geringste spoor, noch in de bewegelij heid van het ongemeen levendig gelaat, noch in de keurigheid waarmee hij zich uitdrukt, noch. in de houding van het reusachtig lichaam. Voor eenige weken, dadelijk na de booze verrassing hem. door den Noorweegschen staatsraad bereid, moet de koning als gebroken zyn geweest. Hij heeft zich. echter wonderw-el hersüeld. Alleen reeds deze elasticiteit in het herkrijgen der lichamelijke friscbbeid zou bewijzen, dat de conservatief-chauvinistische opvatting om trent den oorsprong der vredelievende ge zindheid bij den koning eene vei keerde is. Niet onderdo mszwakte, maar wijsheid en zedelijke ernst bepalen den handelingen van den koning. Deze monarch is een phüosoof en ter ontspanning houdt hij zicli bezig met de studie van ethische en god-'diengtige wijsgeerige geschriften. Onze JSJederlandsche Maatschappij van Letterkunde erkende zijne verdiensten in dit opzicht, door hem het eerelidniaatïchap aan te bieden. In de zwaarste stonde van. zijn leven, was de philosophie zijne troosteres. De adjudant, Graaf van Stedingk had onmiddellijk nadat hij mij had aangemeld, de kamer verlaten; de Koning in een grijs Engelsen fcmtasiecostuum, kwam mij tegemoet, sprak eenige hoffelijke woorden, de personen, die rnij geïntroduceerd hadden, geldend, eu wees mij toen een stoel aan, naast zijne scuijftafel, voor welke hij zelf in een fauteuil, met de rug naar het venster, plaats nam. Hoewel hij daar in de schaduw zat, trof mij toch de glans zijner oogen, die onafgewend op mij gericht waren. . De koning begon met woorden van wtiardeering voor de Noren, wie het gelukt was bijna de geheele buitenlandsche journalistiek ten hunnen, gunste te stemmen, waardoor hunne zaak echter nog niet beter was geworden. Want onrecht bleef onrecht en tegenover hein hunnen koning, hadden de Noren onrecht matig gehandeld. Hunne handelwijze was niet open en loyaal geweest, ma-.r die van samen zweerders. Alen had hem, den niets kwaads vermoedende overrompeld. En aan die on rechtvaardige handeling had men nog de beleediging toegevoegd, hem den koning, te beschuldigen van ontrouw aan de grondwet, terwijl de Noren toch moesten weten, dat hij als koning van Zweden ea .Noorwegen, geenszins anders had kunnen handelen, dan hij gedaan had. De Noorweegsche grondwet geefr, om goede redenen, den koning een drievoudig veto, dat eerst na drievoudige, gelijkluidende besluiten van drie op nieuw gekozen Storthings zijne kracht verliest. Maar reeds na het eerste, bepaald onvermijdelijke veto, omtrent de quaes ie van het consulaat, heb jen de Noren zich van de Unie losge maakt en hem vervallen verklaard van zijne kroon, onder het voorwendsel dat hij dit besluit had geprovoceerd, omdat hij geweigerd had het ontslag van het kabinet aan te nemen. Wat had hij dan eigenlijk inoe'.en doen? De quaestie van het consulaat was nog onder zijne regeeri n g dooreen verdiagtusschen Zweden en Noorwegen geregeld. In e:-ne ver andering van de eene zijde door een besluit van het Storthing, luid hij niet kunnen toe stemmen, indien hij zijne plichten tegenover Zweden niet had willen verzaken ; tiet ont slag vun het kabinet kon hij niet aannemen, daar de Noren zelf verklaard hadden, dat wie op dit tijd-tip eeno portefeuille aaunan, ophield Noor te >ij;i. Terwijl hij, de koning, zich dus ttrikt aan de wei liad gehouden en al zijn invloed had aangewend om eene vreedzame oplossing tus:chen den Zweedschen rijksdagen het Noorweegsche storthing omtrent de quaestie der Unie te bewerken, hadden de Noren stelselmali" de afscheiding doorgedrexon en hem op zekeren dag verrast met zijne afzetting. Dat was eene revolutie tegen hunne eigene Noorweegsche grondwet, die een vorst erkent, niet een drager der kroon, die zich onmiddellijk en onvoorwaar delijk uan ren besluit van het Storthing heeft te onderwerpen. Hier in de/,e kamer," riep d'.; koning, stonden de heeren van den Noorweeg-ehen staatsraad met mij te spreken. Ik zette hun dun .geheeld! toestand uiteen met onweer- j legbare en tot op heden onweerlegde argu menten, maar het antwoord was het verbre ken der grondwet, de staatsgreep!" De koniug had, met sterke ontroering, met onmiskenbare smart, gesproken, Ik veroor loofde mij, zeil' zeer onder den indruk van 's vorsten aandoening,, de vraag : ,.U\ve Majesteit, wenscht toch dat /weden en Noorwegen op vreedzame wij.co. elkaar zullen vcrst.ian? Vleest uwe majesteit niet, dat wanneer Int gebeurde M! in dit licht wordt voorgesteld, de opwinding in /weden nog j stijgen zal en onvoorziene gevolgen zullen | plan: s grijpen V' i Ik wil hier even opmerken, dat ik dez-j vraag niet zou gedaan hebben, als'ie koning mij niet zelf verzocht had. \rij eu zonder omwegen te spivken. ,.Xien,' antwoordde de koning. (Jij moet u, in uwe inede.le-'lingen, sireng aan de waarheid honden ; dat eiseh ik van u. Wat ik u ge.--.egd heb, zijn uitsluitend feiten, die hier udeieen bekend zijn en \\aaivan de herbaalde bekendmaking geen nieuw motief in den toestand breimt. Voor het buitenland is het blootleggen der volle waarheid echter beiciald ];<>:>d akelijk." Nu'.uurdjlïbeloof Ie ik alles wooidelijk over to brengen, kon echter niet nalaten om er, ; geheel volgens do waarheid bij te voegen, dat ik in N ooi wegen alleen woorden van waardeerin^ voor den koning gehoord bad en betuigingen van leed\ve:;en, dat men hem had moeten krenken Ja, bet luid mij toegeschenen, alsof men zeif.s in de staatsgreep, nog eene betuiging van vertrouwen in hem, den koning, had kunnen zien. d,lar de Noren zich gehaast hadden, de breuk nog onder zijjio regeering te doen plaats hebbjp, overtuigd dat hij. ook bij de zwaarste krenking, zijne beproefde wijsheid en grootmoedigheid niet ! verloochenen zou. j 't Is mogelijk," zei de koning, maar dan is liet een du'ibel onrecht. ]k persoonlijk heb al vergiffenis geschonken en ik hoop in Godsnaam, dat ook liet Xweedsdie volk zijne bezinning niet verlie/,en zal, want liet zou zich enkel een molensteen om den hals hangen, als het de Unie met geweld zou willen herstellen en Noorwegen ging be/.etlen. Maar ik v>ees dat in de toekomst, het aan mij begane onrecht, zich eenmaal wreken zal. Want ik ben een oud man en heb lang geknfd en gezien, dat de Voorzienigheid j geen onrecht ongewroken laat. Vroeg of laat '? komt de vergelding, zoowel voor individuen j aU voor natiën. Kn dat doet mij leed, om j den wille vuil het Noorweegsche volk, want ik geloof nog altijd, dat de groote meerder heid er van op een dwaalspoor geleid en aan het gebeurde onschuldig is. Ik merkte op dat, volgens de indrukken die ik kreeg, het conflict in Noorwegen niet het gevolg was geweest van een enke-speciaal geschil, waarvoor toch eindelijk nog wel eene oplos-sing had kunnen gevonden worden, maar van eene geprikkelde, misschien overprikkelde gevoeligheid, die toch nooit tot rust zou zijn gekomen, als het steeds de jweede plaats had moeten ir.nemen, naast het sterkere en rijkere Zweden. Dat gaf de koning toe, maar ontkende dat er van Zweedsche zijde, tegen de nationale gevoeligheden der Noren, met bewustheid gezondigd was. Gij moet op den voorgrond stellen," zei hij, dat, op drie verschillende tijdperken, door Zweden met Noorwegen onderhandeliggen zijn geopend, op den grondslag van volkomen gelijke rechten, het zelfs deu voor slag gedaan heeft, dat de minister van buitenlaadsehe zaken of een Zweed of tenXoor kon zijn. met verantwoordelijkheid voor beide nationaal vergaderingen of hunne gedeputeer den. Dat heeft Noorwegen afgeslagen. Ik antwoordde: Maar van Zweedsche zijde heeft men ook den voorslag der Noren verworpen, nieuwe onderhandelingen te ope nen, ten einde elkaar te verstaan of tot eene vreedzame oplossing der Unie te geraken.' Zulk een voorslag is nooit gedaan," ver klaarde de koning herhaaldelijk. H:er is iets raadselachtigs, dat volgens mijn gevoelen moet opgehelderd worden. De medetleeling, dat die voorslag door de Noren zou gedaan zijn, heb ik uit den eigen mond van den Noorweegscheri minister van. buiteulandsche zaken Lövland. \\'aarom weet de kon:ng run d'<t bivli-send roorxlel niets.' Ook het zeer- verspreide gevoelen, dat in de familie ran den koning zelf verschil van opinie zou bestaan omtrent de behandeling van de quaestie der Unie, weerlegde de vorst met een teederen blik op de familie portretten, die aan deu kant zijner schrijftafel staan, 't Is eene brave familie en er heerscht-, Goddank, noci op dit, noch op een andtr punt verschil van opinie onder ons." Op de vraag of het mogelijk zijn zou, dat een prins uit het vorstelijk huis naar Noor wegen werd afgezonden zooals men daar zeer wenscht, antwoordde de koning: Hoe zou ik dat kunnen doen, na het Zweden aaugedau-? oimeht? Deze oplossin* zou zeker den Noten het liefst zijn, want dan zou alles goed en door den koning zelf gewettigd zijn en de crisis bet spoedigst voorbij ; mair wat zonden de gevolgen zijn ? Wantrouwen in /weden en wantrouwen in Noorwegen. Bij eiken stap, die hier of gind-, een deel der publieke opinie niet naar den zin was, zou het heeten : dat doet de vader voor den zoon. de zoon voor den vader. Mocht de Zweedsche Rijksdag wegens de tweespalt der beide door de natuur aaneengesmede rijken het uitdrukkelijk verlangen, dan zou ik liet oll'er moeten brengen om mij nog eenmaal met de/.e ijuestie bezig te houden. Anders onder geenerlei voorwaarden. Maar ook de Zweedsehe Rijksdag zal het iiirt willen! ' De voorwaarden van een alliantie en liqui datie, lie de kening het meest, in 't belang van Noorwegen oordeelde, werden besproken, maar, volgens den wen.scli de.:, konings, ont houd ik mij er van eenige uiting weer te gei'en, die met de eigenlijke politiek in ver band staat en k m v£ioruitloopen op de besluiten der verantwoordelijke staatslieden. Aan hè' einde van het gesprek, dat een uur duurde en in 't Duitsch gevoerd werd de vorst beheerseht de Uuitsche taal volkomen eu zoekt slechts nu en dan naar een woord, om zich met meer juistheid uittediukken drukte de koning mij nogmaals, op de hof felijkste en beminnelijkste wijs op 't hart om het besprokene volkomen nauwkeurig weer te geven en persoonlijk gaf hij zich moeite om mij eene goede plaats te verzekeren bij deu intocht zijner kleinkinderen. Daarbij was ik er getuige van op hoe vadei lijk hartelijke «-ij.<e de koning ook met zijnen adjudant omgaat. Niets is bij deze goedheid gema -.kt of op ell'ect berekend, zooals bij zoovele in de leesboeken :>pgeteekend daden" vun minzame monarchen. De goedheid van d»zcn koning is het uitvloeisel van een oorspronkelijk welwillend en onder alle 'levenservaringen zacht en ootmoedig gebleven hart. Over de scheiding tusscben Noorwegen en Zweden moge de geschieden s eenmaal oordeelen; aan koning (.(.-c ir, die deze groote smart onder vinden moest, zal zij den bijnaam van den wijze en goede niet ontzeggen. M. K. e\x ia ia aana<zliqo,nfizkzn. siinetriiu. .Xu i'. I.. J. in dit blad van :ü) Juli .i.l. en de heer l'lo.'ger in een vorig nummer eenige opmerkingen en vragen hebben ge steld naar aaulei ling van een artikel over Stiiatspeiisioniieorii'g van mipie hand voor eenige weken iu d.t blad geplaatst, gevoel ik mij gt'iio tpt noguumls in het kort deze i|uaestie te bespreken. In de i>Mats"hap;>ij moot steels op deu voorgrond staan de/e regel, die ook reeds in den Bijbel gevonden wordt: NVie niet werkt zal ook niet eten." Ik wil hiermede volstrekt niet zeggen, dat de Staat en de maatschappij al degenen, die niet werken willen, do luiaards en leeg'loopers maar aan hun lot moeten overlaten. Neen, gelukkig zijn wij deze birhaarsche moüiodo to boven gekomen en spreekt ook liet mensehelijlc gevoel ecu hartig woordje med". Maar ik wil er alleen mede /.eggen, dat de Staat en do maatschappij tegenover deze personen een geheel andere houding moeten aanne men dan ten opzichte vnii hen, die hu-u best doen om hun go/in te onderhouden. Te recht is door hot: Christendom de arbeid in eere gekomen: do hoorigen en de lijfeigenen werden in den eersten tijd nog wel be schouwd als wezens van een lagere orde, doch tegenover hunne plichten stonden ook hunne rechten. Het is bekend, dat liet gilde wezen oen gronto stimulans is gowoost voor den arbeid. .N ietteuen-.taande de regie inenten en sta tuten, door «Ie gilden uitgevaardigd, aan den oenen kant belemmerend werkten op de vrije ontwikkeling der nijverheid, lag toch een niet te miskennen voordeel in den band, die de leden van eenzelfde ambacht of nering onderling verbond. Juist het omverwerpen der gilden na. da groote revo lutie in het laatst der 18de eeu'w en het brengen vaai de z.g. natuurlijke vrijheid is da oorzaak geworden van den tegenwoordigea soeialea toestand. De dagelijksche ondervinding leert,, dat niet ieder ken zijn kan Herr seiner Geschicke, Schmied seines Glückes." Het ligt thans niet op mijn weg dat te doen, anders zou het niet moeilijk zijn aan te toonen warum die schönsten, rosigen Traume des jugendfrischeaLiberalismus zum guten Teil Traume geblieben sind", om met dr. H. Herkner te spreken. Waar er niet alleen strijd is tusschen de patroons en de arbeiders, maar evenzoo tusschen de arbeiders onderling, waar de patroons de goede niet te na gesproken trachten de loonen laag te houden en het vereenigingsleven onder de arbeiders en hun solidariteitsgevoel nog niet zoo sterk ontwikkeld zijn, dat de loonstandaard vol doende hoog kan worden gehouden, daar is het niet te verwonderen, dat de loonen over het algemeen laag blijven. En het gevolg kan niet uitblijven, dat in den regel niet voor den ouden dag wordt gezorgd. Dat deze toestand niet kan blijven be stendigd, dat hier moet worden ingegjepen, en wel met kracht, door den wetgever, daarover zijn, naar ik mag veronderstellen, de meesten het eens. Niet evenwel heerscht er overeenstemming met betrekking tot de vraag op welke wijze deze voorziening dient te geschieden, met name treden hier 2 stelsels op den voorgrond, t. w. dat van de Staatspensionneeriug en dat van de ver plichte verzekering. Het laatste stelsel onderscheidt zich voor namelijk hierin van het eerste, dat bij de verplichte verzekering in de eerste plaats de belanghebbenden zelven geroepen worden om de middelen bijeen te brengen, terwijl bij het verzorgingstelsel door den Staat de kosten worden voldaan uit de opbrengst der belastingen en dus door de geheele ge meenschap worden gedragen. Het stelsel der Staatspensioneering wordt vooral verdedigd door de aanhangers van de waarde-theorie van Karl Marx. De theoretische grondslag" aldus zegt het rapport in 1899 door Mr. E. Fokker c.s. op verzoek van het bestuur der Liberale Unie uitgebracht, waarop voor hen de leer der staatspensioneering steunt,.is de overweging, dat in de tegenwoordige maatschappij den looutrekkenden ten bate van het kapitaal minder arbeidsloon wordt uitgekeerd, dan het bedrag waarop zij recht hebben, het 'loon hierdoor onvoldoende moet worden geacht voor de verzorging van het geheele arboidersbestaan en dit tekort door de ge meenschap moet worden bijgepast als hersiel van het den arbeiders wegens deze loon derving gepleegde onrecht." Men vergelijke o.a. de brochure van den heer W. H. Vliegen: Ai'beiders-pensioneeriug, de eisch van Staatspensioneering" in opdracht van liet partijbestuur der S. D. A. P. in 1899 ge schreven. Of de Bond voor Staatspensioneering zich ook op dit standpunt plaatst, durf ik niet te zeggen, wel svhijnt het mij toe, dat de h.h. Wieringa en Boswijk, die door hunne in 1899 verschenen brochure: Staatspensioeu voor iedereen" als het ware den stoot tot de oprichting van den Bond hebbeu gegeven, diezelfde meening zijn toegedaan; ten minste iu hunne brochure lees ik het volgende: .Men zal moeten erkennen, dat voor som migen arbeid te weinig wordt betaald, maar het is niet uit te maken voor welken arbeid ; evenmin is aan te toonen waardoor dit komt of wie daarvan de schuldigen zijn. Dat tekort eischt voorziening in den ouder dom als r:'<-lii voor hem die te weinig ont ving. Die voorziening zij bet werk van deu Staat, omdat op zich zelf staande maatregelen van particulieren of maatschappijen uit den aard der zaak slechts <:nke.'i-:i ton goe Ie komen." Deze redeneering is wol niet precies aclijk aan die der sojiaal-,lo:ajcraten, tojli ko.ut /ij haar zeer nabij. Xu geloot' ik dat aanvaar ling van dit groiiddenkbeeld logisch moet leiden tot do aanvaarding van het irelieelo soc,;alistis.-ho stelsel. Wie evenwel de meerwaarde-theorie niet als een axioma aanvaardt en wie niet den ?/,. g. klassenstrijd erkent, kan geen vrede hebben met het genoemde gronddenkbeeld en voor hem vervult ook het principe waarop do so'-iaul-demo .-raten hun theorie van staatspeiisionnooriug hitHii rusten Maar toch zijn er die de sta tsponsiounooring voorstaan zonder dat zij tot de sociaal-democraten wens.dien geroken l te worden on dat zijn o.a. velen in Engeland gelijk blijkt uit het .Report from the se lect committeo on aged deserviug pooi', with the proceodings of the coimnitteo, ordorod by the House of CommoiH to be printed, 27 July 1S9!)." Ook de lieer'l', l.. J. uit de verzuchting dat wij to-h den weg moge opgaan van België' eu Denemarken. Wat Bel-ie betreft, heeft de wet van 10 .M..'i OI ton (!o"l jaariijksehe aanmoodigii'g'spi'cniiëii iu deu vorm v-ui een stantsbijdrage te geven aan ben, die bij do door de v et van ^ Mei l<s,Vi in b;:t leven ge roepen Cuisse générale do retraite" zijn ver/ckerd. Om deze vo >rdoelen te genieten, moet de ver/eker.ie Belg zijn of ten minste l!' jaar in helgiëbobben gewoond, zijn liide levensjaar voleindigd hebben, een rontobookjo by do ('ai-se hebl/on on gedu rende een jaar bijgedragen hebben, ilon ziet dat het hier eigenlijk een geheel ander ? stelsel is dan dat der st;iatspimsionneo.ring. I lot kenmerkende van dit laatste systeem zoek ik toch voorramulijk hierin, dat er goone premie wordt betaald en dat is wel hot goviil in Belgiëwaar mon weldegelijk moot verzeker;! zijn bij de Cui^se genera!''. .Daar is bet o)k een bijslag op de premie als oen aanmoediging. Do Deensche wet van 9 April 1891, gewijzigd, doch niet in hoofdbeginselen, bij de wet van 2:i Mei 19'2, houdt het midden tnsschen armenzorg on verzekering. Do financioele medewerking van belangheb benden is evenwel uitgesloten, daar de kosten uitsluitend uit do openbare kas worden bestreden. Kocht op oudordomsoiuh rsteuniiig lobben de personen boven de (H) jaren dio zonder bun schuld hulpbe hoevend zijn geworden en gedurende de laatste K) jaren geen armonverzorgh g genoten hebben noch veroordeel j zijn wegens bedelarij of landlooperij. Deze wet won.it, ook in Denemarken zelf, beschouwd als een eervolle bedoeling. Prof. Westergaard van Kopenhagen zegt: ,,Uas

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl