De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 20 augustus pagina 3

20 augustus 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

ND. 148» DE A M STEHDAMHEtö, WEEKBLAD NEDERLAND. Gl-ezetz iet 'OffenfettT eine Erweiterung 'des Artnengegetzes" en dan zijn daaraan ver bonden -de> ecewrarwehe en ethische nadeelen van ibedeelrng. Volkomen juist zegt Mr. Dr. Miljard in aijn <di«8ert«tie: En hoezeer wij meenen, dat het de plicht van den Staat is om de zwakken te steunen in hunne pogingen niet armlastig te worden, en om te trachten door middel der wetge ving de verdeeling der nationale productie tem 'roordeele -der'onbemiddelden eenigszins te wijzigen, w-ij kunnen niet toegeven, dat het in het 'belang der gemeenschap is ajle behoeftige burgers boven zekeren leeftijd eenvoudig te onderhouden, zander eenige coutrapraestatie, en zonder eenige poging Van hun kant om in hunne krachtige jaren maatregelen van voorzorg voor hun toekomst te iremen, zoolang althans niet is bewezen dat zij daartoe volstrekt buiten staat zijn. Op den langen duur kan een dergelijke Wettelijke regeling slechts verderfelijk zijn voor de energie, de voorzorg en de zucht tot onafhankelijkheid der werkende standen en zal zij slechts de'demoreliseerende gevolgon van bedeeling nog algemeener maken '. Ook het rapport-Fokker c.s. verklaart zich beslist tegen dit stelsel, dat bedenkelijk ?veel op armenzorg (gelijkt), heigeen dan ook in Denemarken en Engeland wordt erkend. Aan haar kleeft bovendien het groote euvel, dat -?üalleen een voorziening is tegen ouden dag, niet ook tegen invaliditeit, waarop het voor de arbeiders juist vóór alles aankomt". En inderdaad zoo is het. De verant woordelijkheid en de zorg voor de toekomst worden er door weggenomen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat men door de wet aan gemoedigd wordt het misschien bijeengegaard kapitaaltje te verteren, steunende als men doet op de wetenschap gedurende zijn overige dagen een pensioen te zullen genieten. Immers het pensioen hangt niet af van het loon, maar van hetgeen de onder steunden en hun gezin noodig hebben, onverschillig of zij veel in hun leven hebben gewerkt of niet. In de Economist van 1897 zegt prof. d'Aulnis, sprekende van de Deeijsche wet: Mij werd door alle autori teiten zonder onderscheid de vreus mee gedeeld, dat de pensionneeriag een slechten invloed zou hebben op de eigen spaarzaam heid en de eigen zorg voor de toekomst, te meer omdat bij de toekenning der uitkeeringen rekening wordt gehouden met de eigen middelen der aanvragers. Wie ge spaard heeft krijgt minder dan wie zulks niet heeft gedaan". En in het National Okonomisk TiJsskrift van Maart 1891 con stateert Cordt Trap reeds twee gevallen waarin spaarkassen van werklieden sedert de in werking treding der wet zijn opge heven en de spaarponningen verdeeld. Ik kan dus niet vrede hebben met een stelsel waaraan zulke groote gevaren kleven en ik blijf bij de door mij in mijn vorig artikel genoemde sociaal-economische en soaiaal-ethische gronden, die pleiten voor het laten bijdragen door de onmiddellijk belanghebbenden. De te lage loonen moeten niet geneutraliseerd worden door het op heffen der bijdragen, maar door een veriiliiiiiiliiiiliiimiiiiiiiiiiiimuiitiiiiiiiiiiiiiiiimiim^ cfzuillzfon. HET HUWELUKS-YRAAGSTUK, Naar hut Engehch,va,n GRACE EI.LEUY CUAXXIXG ir. O, ik zou esn heel slechte plaatsvervarigster zijn natuurlijk," zeide Isabel op luc'itigen toon. Maar ik heb een paar maan den stenographie gestudeerd, en ik kan werkelijk vrij goed met de schrijfmachine omspringen. En bovendien is het de slappe tijd, niet waar? een goede tijd voor een beginneling." Eleanor Clarke stond op. U wilt mijn plaats inneaien l" De beslistheid van dien aanval verbrak elke converilioneele terughouding, en Isabel stond eveneens op, alsof zij een uitdaging aannam. Dat wilde ik probeeren," zeide zij een voudig. Maar neen, neeu! natuurlijk niet! Zóó oedoelde ik het niet." Zij keken elkaar aan, beiden evenzeer ont steld. Op het gelaat van het jonge meisje lag een uitdrukking van opkomende angst en tegelijkertijd iets vragends, iets niet begrijpends. Isabel ging naar bet raam toe en bleef daar een tijd lang staan, haar lange, fijne, nuttelooze handen gevouwen op haar rug, met op elkaar geklemde lippen en ge fronste wenkbrauwen. Ik heb mij heel onhandig en onjuist uit gedrukt," zeide zij na een poos op rustigeu toon. Wat ik bedoelde is dat ik meer dan genoeg heb van het nietsdoen, en dat u dat n altijd te veel hebt gedaan. Het zal ons beiden goed doen, eens een poosje van plaats te verruilen. Wanneer hebt u Let laatst vacantie gehad ?" Eleanor Clarke glimlachte eenigszins bitter. Het jaar vóórdat wij beiden begonnen college te loopen." Juist. Maar ik kan de kinderen niet overlaten aan niets dan dienstboden en kinderj uit rouwen; ik moet iemand hebben, die ik vertrouwen kan en er is niemand, die ik zoo volkomen vertrouwen kan als u." Eleanor Zeide niets. En natuurlijk" en mevrouw Satterlee kreeg een kleur natuurlijk zou het nantiëel voor u hetzelfde moeten blijven. Ik verg niet van u, dat u vacantie zoudt nemen." Neen," zeide Eleanor rustig, ik moet mijn moeder onderhouden." Na een oogenblik ?\oegde zij op koelen toon erbij: Dit wil natuurlijk zeggen, dat ik naar een andere betrekking moet uitzien." Mevrouw Satterlee stond weer voor de schrijftafel en schoof w^»rktuigelijk de twee reepen geel papier heen en weer, alsof het de stukken van een puzzle waren. Zij was heel bleek. Bij Eleanor's laatste woorden sloeg zij haastig de oogen op. Neen, dat wil het volstrekt niet zeggen. Doe alstublieft uw best mij te begrijpen. Het is een experiment. Misschien valt het in 't geheel niet goed uit. In elk geval in elk gei-o.1 zou niets mij ertoe kunnen brengen, voor goed uw plaats in te nemen, tenzij u liever een andere wilde hebben. Wees zoo goed" -en zij keek bet jonge meisje regel recht in de oogen het alleen te beschouwen als een tijdelijk plan en zeg mij dan, wat u er van denkt." Zij viel plotseling neer in den stoel van betering-der loonstauden. Nu mag de heer Ploeger tegen deze meening wel fulmineeren en mij in hartstochtelijke taal verwijten, dat ik over de arbeidersverzekering schrijf zonder mij in de nooden der arbeidende klasse in te denken, ik laat mij daardoor niet van mijn stuk brengen. J*, ik wil hier zelfs een onvervalschten getuige oproepen en wel iemand, die toch zeker Wel geacht mag worden da arbeiderstoestanden te kennen. In het Sociaal WeelMad van 24 Dec. 1893 schreef Prof. Mr. Treub het volgende: Aan alle kanten grijpt het loonvraagstuk in de sociale quaestie in, tal van -sociale vraagstukken hangen met de verbetering der loontoestanrlen samen. Nu kan men aan de moeielijkheid, welke de slechte toestand der loonen in den weg legt, wel ontkomen door bijdragen die de werklieden onder normale toestanden zelf behoorden te betalen, uit 's Eijks schatkist te putten. Men dus doende werkt men de verbetering der loontoestanden eer tegen dan in de hand, en loopt men bovendien een zeer wezenlijk gevaar, waar voorstanders van staats-inmenging op sociaal economisch gebied steeds op bedacht moeten zijn: het gevaar namelijk dat niet met behulp yan den Staat de zelf standige kraoht der werklieden wordt ver groot, maar integendeel door de hulp van den Staat het gevoel van verantwoordelijk heid en daarmede de zelfstandige kracht bij de géholpenen wordt verminderd." Zie daar volkomen mijne meening weergegeven. Ten slotte nog een enkele opmerking. Mij wordt gevraagd of ik alleen aan de lootttrekkenden . een pensioen wil geven. Hierop antwoord ik, dat ik de grens verder wil trekken, dat voor mij niet het criterium hierin ligt of men in dien«t van een ander is», maar of men groote kans loopt later riet in zijn onderhoud te kunnen voorzien. Ik zou dus ook ben in dezen verzekerings plicht willen betrekken, die, hoewel geen loonarbeiders, toch zulke geringe inkomsten uit hun arbeid trekken, dat niet verwacht mag worden, dat zij uit eigen beweging en zonder steun van den Staat voor hun ouden dag en invaliditeit zullen kunnen zorgen. Waar de grens dan getrokken moet worden, is altijd willekeurig. In zooverre reik ik dus mijne bestrijders de hand. Ik meen t'iatis voldoende mijn standpunt te hebben toegelicht en stap van dit onder werp af. Kampen. Mr. dr. 11. 8. VKI.DMA-X. Möziitaordeeliep. Conx. DE WOLFF. Nieuwe Miniaturen. Acht voordrachtstukjes voor Piano. Al g. Muiiekhandel, Amsterdam. ammimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiniMiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii haar echtgenoot, met een onwillekeurige be weging van uitputting, die vreemd was bij een dergelijke vrouw. Maar Eleanor Clarke lette daar niet op. Zij keek strak naar den muur, en toen zij bagon te spreken, na een stilte, die beiden heel lang voorkwam, was er een vreemde klank in haar stem, een klank alsof -/.ij zich met moeite bedwong. Heul goed, ik zal het doen." Mevrouw S itterlee haalde diep adem. liet jonge meisje ging naar haar tafel toe. alsof zij haar zelf beheers ming weer volkomen had teruggekregen, en begon rustig haar papieren uit te zoeken om weer aau het werk te gaan. 'Wanneer xondt n «villen, dat ik ging?" zeidi; /ij op zakelijke!! toon. Ik zou mijn heer Satterlee niet graag in ongelegenheid wilien brengen." Neen natuurlijk niet", zeide Isabel llauwtjes. Zij zat m:;t het hoofd inde hand geleund en "staarde weer na ir de stukjes geel papier. Deze acte en de andere stukken in dozo zaak moeten van daag nog klaar komen". Isabel richtte zich op met plotselinge eneraio. Zon ik dat niet kunnen doen? Ik heb nog tijd tot kwart voor zessen, en ik zou evengoed dat kunnen doen ais leeg zitten. Zoudt u zou het mogelijk zijn, dat u vandaag nog mot uw moeder erover sprak, en dat u morgen al naar S. gin*? Dan zooien wij Zondag a'les in orde kunnen brengen, en mijnheer Satterlee zal "/el zorgen, dat de reis voor u\v moeder zoo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt. Of is dat te gauw zoudt u liever wat willen wachten?' Neen," zeide Kleanor Ciarke; dat zal wel kunnen." Zij stond op, pakte haastig het een, en ander bij elkaar, en zette haar houd op. U zult liet natuurlijk wel aan mijnheer Satterlee uitleggen." Mevrouw' Satterlee kwam naar haar toe met uitgestrekte hand. Zij waren nu beiden weer volkomen natuurlijk en op hun gemak. Dan neem ik afscheid van n tot morgen, en ik kan n niet zeggen, hoe dankbaar ik u ben." Ik geloof, dat ik degene ben, die dank baar moet zijn," zeide Kleanor Clarke met een zwakken glimlach. Maar het is alles alles 200 onverwacht en ik ik ben wel wat onder den indruk daarvan." Zij wierpeen blik om zich heen. Dag m ;vrouw Satterlee," zeide zij en trok de deur achter zich dicht. Toen Isabel alleen was, leunde zij een oogenblik zwaar op de tafel, beurtelings rood en bleek wordend. Toen staarde zij een tijd lang naar de schrijfmachine, ging toen plot seling ervoor zitten en viel met haar lange handen op de toetsen aan, met een soort van verwoeden ijver tot werken. Toen haar echtgenoot een nur later terng kwam bleef hij als versteend op den drempel staan. Hij wierp een snellen blik door de kamer en keek toen zijn vrouw aan. Wat beteekent dat?" zeide hij op scher pen toon. Waar is juffrouw Clarke?" Isabel leunde achterover in den stoel van de typewriter, glimlachte, en vertelde hem alles. Voor mijn gevoel is er iets Don Ouiohotachtigs in dat heele plan," zeide Satterlee op drogen toon. Hij stond bij zijn schrijf tafel, waar hij naar toe was gegaan, toen zij haar verhaal ten einde had gebracht, en ver legde ongeduldig zijn papieren. In zijn stem lagen alle mogelijke nuances van afkeuring en ergernis. "WOTJTER HUTSCITENRTJYTER. Zwei Stücke für Pianoforte, opus 14. Algeineene Muziekhandel. Amsterdam. KOR KUILEH. Voor de jeugd. Klavierstukkf-n, op. 26. Drie klavierstukken, op. 27. A. A. Noske, Middelburg. Juuus RÖXTGEX. Nederlandsche dansen der 16e eeuw, voor klavier vierhandig. Uitgave der Vereenig ng van NoordNederlands Muziekgeschiedenis. FreSerik Muller & Co., Amsterdam. JULIU.S ROXTGEX. Drie Romancen voor piano, op. 32. Scherzo voor twee piano's, op. 33, oud Nederlandsche dansen voor orchest, op. 46 en idem, idem voor piano, op. 46a. A. A. Noske, Middelburg. COXSTAXT VAX DE WALL. Fragmenten uit het muziekdrama Attima". A. A. Noske, Middelburg. F. W. VAX STYRUM Jr. Najaarsmijme ringen, voor violoucel en piano. Alg. Muziekhandel, Amsterdam. Jonx CHITS. Hymne sacré, op. 6 en Malach Hammtiweth, op. 7, voor viool met piano. G. H. van Eek, 's-Graveuhage. ALKOXS MOOÏTGAT, Samensteller van Geestelyke Liederkrans van Vlaamsche Toon- en Letterkundigen". Gedrukt bij de Nationale Muziekdrukkerij, Brussel. De Nieuwe Miniatuurtjes" van De Wolff zijn weinig pretentieuze stukjes, zooal-i trou wens de titel reeds aanduidt. Zij kunnen bij het piano-onderwij-i met hè' beste gevolg worden aangewend. Het meest bevalt mij No. 6, Morgenwandeling" en daarait weer de tusschenzin in As. Men vindt in dit frag ment waarlijk een poëzie, die getuigt van groote begaafdheid voor compositie. Do andere stukjes zijn minder phantasievol gedacht. De jonge componist zou misschien iets kieskeu riger kunnen zijn, bij het neerschrijven, of ten minste uitgeven zijn -r gedachten. In ie Ier geval munten zij uit door een goeden Klaviersati". Dit laatste valt ojk te zeggen ?an Hutschenrnyter's Canzonetta" en lmpro:ii;>tu" op. 14 Beide stukjes zijn gracieus en dank baar. Het laatste nu;ii uer moet echter geestig gespeeld worden. De zes klaviersUrkken Voor de jeugd ' van Kuiler sluiten zich in karakter gein-el aan bij de onlangs door mij besproken kinder liedjes. Het zijn voortrelfjIiJKe imuiek-tukjes vol fijn gevoel en bevallige melodie-k. Kin deren kunnen bij het spelen dier werkjes in ho')ge mate hun smaak ontwikkelen. Het zesde nummer in f-kl. 3 vii.d ik in de/.en bundel niet geheel op zijn plaats; hel i< m.i. niet kinderlijk genoeg; wat echter in geenen deele afbreuk doet aan de waarde van hot nummertje. Het zeven-en twintigste opus van Kuiler richt zich tot volwassenen, liet bestaat uit drie nummers, wairin men kan zien, hoe gunstig zich het talent van Kuiler ontwik kelt. Grootere rijpheid en meer beslistheid in de behandeling van den vorm kenmerken deze compositiën, vergeleken bij vroegere werkjes. Het best bevalt mij de Ilerceuse". Daarin vooral kan men allerlei tijne trekjes waarnemen van IC utler's muzikale intelligentie. Onze \ ereeniging voor Noord Nederlands Muziekgeschiedenis heeft, thans op den eersten «imlIIIIIIIIIMIIIIHIIIItlllllMIMIIIItlllllHIIIIIIIIMlIlllmlIIIIIIIIIIIIIIIHtm Ik begrijp heel goed, dat het je onbe suisd moet toeschijnen," zeide Isabel met onverwachte zachtmoedigheid, en ik geef toe, dat ik je om verontschuldiging moet vragen maar ik hoopte, dat je het goed zoudt vinden, iveauor Clarke is nooligaan een vacantiu toe." ..Daarover zal iedereen het wel met je eens zijn," antwoordde R:chard met onbewnsten nadruk. F,r lag bijna oen verwijt in den blik, dien hij op zijn vrou v wierp, zo l koel en kalm, zoo duidelijk getuigend van zomer-luiheid, van een langen tijd van niets doen. Hij bemerkte het zelf dadelijk, en had er spijt van. Na'uurlijk is het heel vrien lelijk van je, en er is geen enkele reden te bedenken, waarom je jufï'rou A» Clarke en haar nu,e Ier niet te logeeren zoudt vragen, als je daar plezier in hebt. Ik ha l gemakkelijk een plaatsvervangster kunnen krijgen, als jo mij de eer had aangedaan, mij te raadplegen," voegde hij op stijven toon erbij Dat had ik natuurlijk moeten doen," zeide Isabel, nog steeds met groote gedweeheid, maar zie je ik wist dat juilronw Clarke op een andere manier nooit er in zou toe stemmen, zij zou nooit als mijn gast willen komen, alleen ma.ir als betaalde kindorjnf frouw of jull'rouw van gezelschap of zo ) iets." Belaal haar dan," zeide Richard. b-abel schu 1de het hoofd, met moeite haar tranen bedwingend. Was het nu werkelijk noodig, dat hij hot haar zóó moeielijk maakte? Dat zou niets helium. En bovendien ik meen hot werkelijk, dat ik hè' graag wil doon. Als je eens wist, hoe het m;j verveelt, altijd maar niets te d >en, toe. laat het mij probeeren, Richard !'' ..Het is evenmin noodzakelijk, dat je je den boelen zomer af'sloofl," zeide hij met minnelijke inconsequentie; als d.it het ge val was, zou het wat anders zijn." ..Er zijn verschillende soorten van nood zakelijkheid. Ik geef toe, dat ik mij een ongepaste vrijheid heb veroorloof!, maar zou 'e 't zóó erg vinden, mij hier te heb ben?voor een maand maar, Kichard ?" Het lachje, waarmede zij dit zeide. eindigde tol haar ontzetting in Hts, dat veel van een snik had. in haar eigen ooren duidelijk hoorbaar. Richard was eveneens ontzet. Den snik had hij niel opgevangen, maar haar woorden na lerden zoo heel dicht de geheime bron van zijn tegenzin. Hij kleurde, terwijl hij haasti.' een courant opnam en die met aan dacht bekeek, onderste boven. Dat heeft niets met de zaak te maken; 't zou me natuurlijk een genoegen zijn" maar toen kreeg zijn ergernis weer de overhan 1. .Maar ik verzoek je vriendelijk, te bedenken, dat dit een werkplaats is. Ik zou het veel aangenamer vinden, te weten, dat jij hè; plezierig had in S., en een beroeps- type writer dat moet je me niet kwalijk nemen zou mij prec.es even goe l van dienst zijn." Veel beter, waarschijnlijk," zeide Isabel glimlachend. Maar de vorige week heb je gezegd, dat het op 't oogenblik de slappe tijd is. Ik beloof je, dat ik in geen enkel opzicht lastig zal zijn. Zou je het me niet eens willen laten probeeren ?" Ie zoult het heen-eri-weer reizen onmo gelijk kunnen uithouden." I* ben niet van plau heen-en-weer te reizen; ik geloof, dat je het zelf ook erg vermoeiend vindt. Het zou veel beter zijn, bondel Nederlandsche dansen der 16e eeuw" een tweeden laten volgen, eveneens door Röntgen -voor piano, vierhandig, bewerkt (op het titelblad staat minder juist voor vier handig klavier"). Bij de uitgave randen eersten bundel heeft de heer D. F. Scheurleer een by zonder leer rijke inleiding geschreven, waaruit ons in het kort de geschiedenis medegedeeld wordt van de oude dansen en al wat er geschreven is over dit onderwerp. De buitengewoon rijke bibliotheek van den heer Scheurleer stelt hem in staat ons werkelijk iets nieuws en iets zeer belangrijks te zeggen. Ook thans, bij de uitgave van den tweeden bundel, worduri ons enkele bijzonderheden medegedeeld over de dansen, die deze twet de bundel bevat. De heer Rontgen had .geen -moeilijke taak bij de bewerking dezer dansen. De vier sternboeken behoefden slechts in partituur ge bracht en voor piano vierhandig gezet te worden. Terecht beeft de heer Rontgen be grepen, dat de historische waarde der uitgave hem verbood aan het origineel iets toe te voegen of er iers af te laten. Dat de be werker echter met liefde zijn taak vervuld beeft, bewijzen de twee volgende uitgaven, die als op. 4(> en 46a verschenen zijn en waarin Röntgen enkele dansen der boven bedoelde bundels voor orchest heeft bewerkt. Uit den aard der zaak behoefde hier niet pijidijk vastgehouden te worden aan de oor spronkelijke lezing. Enkele accoorden moch ten hier worden gearpeggieerd, melodieën verdubbeld of in het hoogere octaaf wor den verlegd; toch heeft Ron'gen zich getrou welijk aan de oorspronkelijke harmonieën gehouden. Enkele historici zullen misschien dj orchestratie, met het oog op het zestieude-eeuwsch karakter der dansen, wtwat overladen achten het valt niet te ont kennen, dat ome aau de weelde van het hedendougsuhe orchest gewende ooren meer behagen zuilen vinden in de door Rontgen geko/en instrumentatie, dan aan een meer sobere inrichting der orc.'restpartituur. Het kom', mij voor dat Róutgen overigens zeer gelukkig is geweest inde keii'.e zijner instru menten en in de zetting voor orchest. Behalve de orchestjiartituur en stemmen is nog een bewerking voor piaüo(tweeiiaudig) verschonen van dezelfde dansen. In opus:!:! van R'mtayn, vindt men wederom oorspronkelijke muziek. Daarin kan men weder den begaafden toondichter herkennen, die zelf ook wat te zeg .'en heeft. Het zijn drie Romancen voor piano. De eerste heeft tot motief een broed Andante-thema, de twe( d j heef t een ietwat meer bewogen ka rak ter in trioleiiligureneiidederdeis van onstuimiger! aard. Maar allen klinken prachtig voor piano. Onbegrijpelijk is mij lioe men er toe gekomen is, de b .'ido pianopar;ijim van het Scherzo voor twee piano's op. ;{."> van Röntgen naast elkaar af te drukken, alsof het quatre niains waren en niet boven elkaar, zooals gewoonlijk geschiedt. \"oorde< len van deze wijze van uitgave weet ik niet; want men heeft, evenals anders, twee exemplaren noodig om het werk ten gehoore te brengen. Het na loei echter is dat men nooit een overzicht kan krijgen der compositie, zoodat het voor den recensent ondoenlijk is uit het ne hem Laat dat maar aan het best hebben. Juf dag telt limeeren, lx.e igs kunnen wij den ?tllMtmilllllllllUIMinlIIIIIIIIIUIHIHIIIItllUIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIimilllK alleen Zaterdags naar buiten te gaan." Je vergeet, dat h,-t huis ge-loten is, en de dienst oo len buiten zij,-i." ,,Ure hèJijen hen niet n-jolig: ik heb het allemaal _-oed o .-erdac.it. mij' over." ..Maar de kin leren .. De kinderen zuilen frouw Clarke zal eiken het hen gaat, on Z >n heelen dag bij hen zijn." Satterlee zweeg; er bleef niets meer te zeg jeu (j .-er. Jij keek gemelijk naar het ge zicht van zijn vrouw, zoo fris-jh en be koorlijk. Ken van haar gewone grill-n,'' dacht hij, en na een week zal ze er grondt.; genoeg van hebben " O, natuurlijk," zeide hij hardop, ..als je het op die manier voorstelt, valt er nie;s meer tegen Ie zeggen. Mag ik het dus probeereu ?" Je moogt het probeeren." Hij kon onmo gelijk het lichte schouderophalen bedwingen, waarmede hij zijn toestemming gaf. Dank je'1, zeide Isabel hartelijk. Dan zal ik dit maar eerst eens afmaken." Zij boog haar hoofd over de schrijfmachine en Richard zat, in stilte zijn ergernis te verbijten, terwijl de vingers van zijn vrouw het vertrek vinden, niet met het regelmatige geklikklak. waaraan /.ij n ooren gewend waren, maar mi t gtdecieerde kleine tikjes, echt karakteristiek voor Isabel, dacht hij. Terwijl hij terslii'ks een blik wierp op de vlijtige ge daante tegenover hem, beet hij zie i op de lip, plotseling gf t rollen door het belachelijke van den toestand. Het zou een zonderlinge gewaarwording zijn, haar eiken dag t genoverhem te zien zitten, anders dan aan een weel derig gedekte en welvoorzieno eettafel. Natuurlijk zou hij zich buiten het kantoor ook met haar dienen bezig te houden, niet dat zij een vrouw was die dat erg noodig had, integendeel, zij was bijzonder afhan kelijk. maar er zou nieman l van al haar vrienden en kennissen bij de hand zijn en de kinderen evenmin. Alles wel beschouwd zou het misschien toch beter zijn, eiken dag heen en weer te reizen. Ondertusschen werkte Isabel gestadig door en terwijl zij dit deed.kwam er weer een andere eigenschap van haar voor den dag, het zeld zame, het gulden vermogen tot concentratie. Zij fronste haar wenkbrauwen en worstelde in stilte met de juridische termen, waaraan zij niet gewend was, en legde zich zoo met hart en ziel op haar werk toe, dat zij de tegenwoordigheid van haar echtgenoot en het min of meer pijnlijke van den toeslun i grootendeels vergit. Toen zij hem tenslotte het keurige stapeltje papieren kwam brengen, was zij het gevoel van gedwongenheid zoo goed als kwijt, en zij stond zijn vonnis af te wachten als een kind. Is er nog iets te doen?" vroeg zij met een blik op de schrijftafel. Neen ; je bent erg vlijtig geweest en je doet het werkelijk heel goed", was hij ge dwongen er bij te voegen, niet zonder ver bazing. Als ik wat meer oefening heb gehad, zal het wel beter gaan. Als er dan werkelijk niets meer te doen is zal ik maar heengaan. "Zij zette haar grooten hoed op en trok langzaam haar handschoenen aan. Je was vari plan vandaag niet naar S. te gaan, is het niet ?" gezonden recensie-exemplaar eenbeoor-aeéHng der compositie te leveren. Gelukkig had ik het voorrecht het werk, toen het nog manuscript was, door den componist en zijn echtgenoole te hoeren voordragen en kan ik das uit eigen aanheoring getuigen, dat Röntgen's opus 33 een pittig, levendig muziekstuk is, dat als tegenstelling een paar tranquillo phrases niet ontbeert, -en, evenals alles wat Rontgen schrijft, een klankrijken klaviersatz bezit. Bij het doorlezen der beide helften van het werk werd ik in de-ze meening slechts versterkt. Attima" is de titel van een muziekdrama in n bedrijf, waarvan tekst en muziek door den heer Constant van d« Wall zijn ver vaardigd. Aangezien de gang der handeling niet is afgedrukt op de vier fragmenten, welke ter bespreking voor mij liggen, kan ik alleen oordeelen over de mu ,iek als zoodanig. De vier fragmenten zijn : Attima's lied, ,een goud gevleu ;eld vlindertje', Attima's dan sen, B ngab en Nachtmuziek." Bij de inleiding van het lied heb ik eenigen tijd zitten staren op de laatste drie noten daarvan: fes, ges, es. Eindelijk kwam ik tr achter, dat do componist hier b"doelde e, fis, es. Welk een zonderlingen indruk maakt toch die orthographische onjuistheid ! Droomerig is bet lied voorts bedoeld met zijn gamelan-achtige begeleiding. Die indruk wordt door den componist wel bereikt. De eerste van Attima's dansen moet uit beelden een schaking, de tweede een hulde aan een bruid. Vermoedelijk zullen de ge baren van den dans verband houden met dit programma; natuurlijk kan uren het aan de muziek niet bemerken. Op pag. , vierde maat, moet de ces een b zijn. iJingah" beteekent vreugdedans. Het is niet mogelijk deze stukken te beoordeelen zonder net drama te kennen. Alleen in het kader, waarin «zij thuis behooren, kan men tot de juiste waar deering komen. De Naentrrm/.iek is meerabsoluut muzinaal van karakter en maakt d.in ook dadelijk reeds eerr in Iruk van melancolie, die door den componist b ij k baar ge wild is. Met genoegen heb ik kennis gemaakt m-t deze Nocturne en gaarne zie rk een uitvoering tegemoet van het- muziekdrama in zijn ge heel, ten einde te kunnen zien, in hoeverre de compon^t er in gedaagd is, in de andere stukken ook den juii-teu toon te trollen. De N'ajaar.smijmering" van Van Slyriün is buitengewoon somber van toon, vooral door de lage ligging dir violoncel. liet is overigens een goed s;uk, waarin wel wa; meer phaiitasie had mogen zijn, maar dat toch eenigermate voorziet in den nood van salonstukken voor violoncel en piano. De laatste maat van pag. (j ware beter met g kl. 3 gehar-noniseerd. Of de liter John Chits vak-uinsicns is? Aan ziju harmonische bewerking zie slechts Malacli-Hamindwetb (engel des doods) paj.'. 4, onderste balk, maat drie eir vier zou men het niet zeggen, en dairdoor vallen ook deze stukken niet in de tui men eenoi- bespreking in de kolommen van dit blad. De ,,Liederkrans van Vlaamsche Toon- en Letterkundigen" bestaat uit een verzameling IHIIIMIIMIIIHHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIKIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIIHMI Richard aarzelde even. Neen ; ik moet het een en ander nakijken." Isabel knikrl-. Zal ik dan morgen maar in de stad komen? JutTrouw Clarke zal natuurlijk al haar tijd wei rioodig heboen, (j, dat zou ik haast verg -teir ? zou jij haar asjeblieft even willen schrijven, hoe laat precies de trein gaat? en ik heb gezegd, Jat jij hen zeker wel zoudt willen brengen V" Sa'terlee draaide zicli om en keek zijn vrouw aan met plotselinge vriendelijkheid. Neen, kom maar niet; ik beu van plan morgen vroeg te sluiten. Ik zal je natuurlijk even naar den tram brengen." 11 rj nam zijn hoed van den kapstok. Ken paar .oogenblikken later stond hij met een licut gevoel van wroeging den tram na te kijken, uie zijn vrouw wegbracht. In eik geval", dacht hij, zijn er niet veel vrouwen van haar positie die zich die moeite zouden willen geven. Natuurlijk zal liet geval verduiveld la-trg en onaangenaam voor mij zijn, maar dat beseft zij niet, en ik bad niet zoo beestachtig onsympathiek hoeven te zijri". Terwjjl hij de stal verder inging was hij haar dankbaar, dat zij hem in de gelegen heid had gesteld, de zaak eens rustig en in de een/aamheid onder de oogen te zien. En eerst verscheiden uren later kwam de vraag bij hem op, hoe ter wereld zij had kunnen weten, dat hij niet van plan was geweest, dien avond naar S. te gaan? Zijn wroeging was er nog niets minder op geworden, toen hij den volgenden middag de beide dames, die hij onder zijn hoede had genomen, in de har:ehjke hairaen van zijn vrouw overgaf. Hoe hij in den beginne ook over het geval had mogen denken, de overpeinzingen van dea nacht had !-ri den man van de wereld al zijn zelf beheersching weer teruggege/eir; op de meest hartelijke wijze had hij de invitatie van zijn vrouiv ondersteund, en hij had al het mogelijke ge daan om de reis gemakkelijk en aangenaam te maken voor de beide dames. Mevrouw Clarke was een mooie, teere, verouderde editie van haar dochter, en Satteriee zag niet zonder ontroering, ioe hun door liet stadsleven vermoeide oogen ophelderden, toen de blauwe golven hun den eersten l'iisschen ademtocht van de zee kwamen brengen. In de diepe zucht van het jonge meisje lag voor zijn gehoor een groote mate van verademing en tot-rust-komen; een soort van dun j,ant-er van conventiorieele stijfheid viel plotseling van haar al'. O," zuchtte zij, wat in het lief van me vrouw Satterlee, oris mijn. moeder hier heen te laten komen !" Het was lief,van Isabol, dat voelde liichard ook, toen hij getuige was van de warme outvangst, die de beide gasten teir deel viel. De groote logeerkamer was door dt kinderen gevuld met bloemen, en Isabel zelf had al mo gelijke voorzorgen genomen, om het hen aangenaam te maken, en allerlei heerlijke plannen voor hun vacantietijd bedacht. Onder de bekoring van haar volkomen natuurlijk heid, smolt zelfs Eleanor Clarke s stijfheid geheel weg. Ja, het was lief van isabel. dacht Ricliard. Het zal hen ongelooflijk veel goed doen, en het was allemenschelijk liet'van je, het te bedenken. Ik ben erg onhebbelijk geweest" zeide bij dien avond. Ik ben blij, dat je het goed vindt", ant woordde Isabel rustig. (Wordt vervolydj.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl