De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 27 augustus pagina 2

27 augustus 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

fe. ) A Mi TE R )^ M M EK" WEE K S L A D* V 00 B iTE 1) E L A T D". N o. "1470 51 19 26 49 48 55 merking nemen, en den godsdienst, en de economische toestanden. .De liefhebber vaa moraal statistiek zou op die cijfers móeten aanvliegen... ^taar helaas, er is geen touw aan vast t.e maken. Men oordeele. In 1902/3 gaven aan: in Noordbrabant 59 eerlijk tegen 41 oneerlijk 's-Bosch alleen 49 Fi1 Nijmegen 81 Rotterdam 74 -?Amsterdam 51 Limburg 52 Maastr. echter 45 Niemand zal hieruit wel een conclusie durven trekken over. de eerlijkheid der Nijmegenaars tegenover de oneerlijkheid der Maastrichtenaren, die blijkbaar de kroon spannen. Deze cijfers zijn al te dwaas. Ze bewijzen,' dat de inspecteurs der directe belastingen zeer verschillende methodes van werken volgen. Sommige zullen te goedhartig zijn, andere er maar op inhakken". Het wordt hoog tijd, dat een centrale organisatie die tot nu teo geheel ontbreekt, hierin verandering brengt. X. Tepn en wer de liariMYisscliers. Zou er wel n categorie onder de arbeiders klasse mér dienst hebben gedaan als object voor dichters, schrijvers en schilders als de haringvisschers ? 'k Geloof' het niet l "Wat dankbaar onder werp voor schetsenschrijvers en novellisten, voor verzenmakers en zeevschilders! Welk varieerend object zelfs voor de ondernemers van ansicht-exploitaties ... Ach, en met dat al, of misschien juist daardoor, wijl ons in den regel vroeger het is er nog steeds aanleiding voor de tweede vraag: zou er wel n categorie van arbeiders zyn, die door de wetgeving mér is verwaar loosd, dan die ,der haringvisschers ? En pok daarop moet het antwoord ontkennend zijn ! Zoo goed als aan de zeelieden der groote vaart, is ook aan de duizenden visschers, die op ranke vaartuigen met gevaarlijk werk hun brood moeten verdienen, de aera der sociale wetgeving voorbijgegaan, en bestaat de kans, dat ze er van zullen profiteeren, nog slechts als waarschijnlijkheid. De Ongevallenwet en de Veiligheidswet, die beide voor de industrieele arbeiders zulk een aanmerkelijke lotsverbetering brachten, sloten ook de visschers uit, en andere be scherming" dan die, neergelegd in de aan vulling van het Wetb. v. Koophandel van 1881, cmaar die tevens alles zóó met scheepsdiscipline omsluit en onderwerpt, dat er van rechten" nauwelijks sprake kan zijn. Gelukkig dringt in de laatste jaren tot de gezaghebbende kringen het bewustzijn door, dat men een onverantwoordelijke nalatigheid pleegt met nog altijd de visschers aan hun lot over te laten. In het publiek heeft Heijerman's stuk een reveil teweeg gebracht; een ontroering, die in de werke lijkheid nog lang diepe nawerking heeft gehad en nog heeft. Er is reeds een wetsontwerp ingediend door de thans demissionaire regeering, om de visschers in de ongevallen wet op te nemen, of althans voor hen een aparte regeling in te voeren. Er zal du? binnen afzienbaren tijd aan de ergste verwaarloozing een einde komen, zoodat de visschers niet langer allén zullen zijn: dankbare objecten voor kunst en pseudo-kunst, maar van de sociale lots verbetering mee zullen profiteeren. * * * Maar nu had er de vorige week een eigenaardig samentreffen plaats. In 's Gravenhage vergaderde het Hoofd bestuur der Vereeniging tot Bevordering der Ned. Visseherij, met een aantal reeders der verschillende visschersplaatsen, ter be spreking van maatregelen, te treffen ter HET HUWELIJKS-YRAA&STUK. Naar het Engelsch,va,n GRACE ELLEKY CHANNINQ III. Het was een nieuw experiment voor Isabel, 's morgens vroeg op te staan met een bepaald doel, dat in geenerlei verband stond met wereldsche vermaken, entoen zij naastRichard in den trein zat, gevoelde zij een soort van opgewondenheid,waarop zij in't geheel niet had gerekend. Op reis te zijn met je eigen man kan in sommige omstandigheden gelijk staan met het meest gewaagde avontuur. Richard was zich, half vroolijk, half ver legen, bewust van het zonderlinge van den toestand. Zyn vrouw zag er in zijn oogen eenigszins anders uit dan gewoonlijk. Op de eene of andere manier miste hij de kanten en de veeren en de lange sleepende rokken, die haar zoo goed stonden; en toch viel het hem op, dat zij er even gedistingeerd uitzag als gewoonlijk. Zij heeft zich aangekleed voor haar rol," was de slotsom, waartoe hij na eenigen tijd kwam, en die hem in stilte bepaald amuseerde. Je wilt zeker eerst naar huis," zeide hij, toen zij uit het station kwamen na een zwij gende reis. Ik zal je in een rijtuig zetten, ?en dan kun je op het kantoor komen, wanneer het je het best schikt." Neen," zeide Isabel haastig. Het huis kan wel wachten; ik ga mee naar het kantoor." Als zij verwacht had, dat die prijzenswaardige yver zijn goedkeuring zou wegdragen, werd zy teleurgesteld; inplaats daarvan ergerde Bichard zich erover. Hij begon den druk van het juk op zijn schouders te voelen en antwoordde kortaf: Zooals je wilt. Ik heb haast, en moet nog allerlei papieren nakijken, voordat er iemand komt die mij moet spreken." En voor de eerste maal was Isabel getuige van de verandering voor de meeste vrouwen onbegrijpelijk en juist daarom zoo hinderlijk die in een man plaats gry'pt op het oogenblik, dat h\j van aangezicht tot aangezicht tegen over zjjn wert staat, van welken aard dat ook moge zijn, het plotselinge verdwijnen van het persoonlijke, dat de meeste vrouwen een gewaarwording van koude geeft. Misschien was Isabel anders dan de meeste vrouwen, of misschien ook had zij rekening beteugeling van de toenemende desertie bij de Visschervloot. Inderdaad de desertie heeft in de laatste jaren groote afmetingen aangenomen. Bij troepjes komen de beklaagden wegens dit feit terechtstaan voor de rechtbanken te Den Haag en Rotterdam. Het feit der desertie, wat toch eigenlijk contractbreuk is en als zoodanig ook uit een oogpunt van eer en trouw zeer zwaar beoordeeld moest worden door de visschers zelfs, wordt integen deel onder hen opgenomen als iets heel gewoons, waarmee de eer en goede naam volstrekt niet gemoeid is; wat te plegen, zelfs soms al een bewijs van gevatheid en moed is, indien men slechts kans ziet, uit de handen der wrekende rechters te blijven. Dat is voor de reeders een groote last, en soms groote schade. Men kan dan niet op tijd uitvaren, of wel wordt de schuit (bom of logger) niet vol bemand, wat voor de vangst zeer schadelijk is. En nu wilde de bovengenoemde verga dering, dat de desertie strenger gstraft ?orde! Duidelijk sprak uit de discussiën het gevoelen, dat de rechters niet al te streng tegen de deserteurs optreden. De voorzitter der vergadering, de heer T.H.O. de Ridder, burgemeester van Katwijk, zeide znlfs ronduit als zijn meening, dat de toenemende desertie voornamelijk haar oorzaak vindt in de geringe straffen, aan de deserteurs opgelegd. En dan werd, als een aanlokkelijk voorbeeld, er op gewezen', dat in het buitenland de desertie bij de visschersvloot gestraft wordt met 3 tot 6 maanden! Als een geruststelling voor de naar zwaardere straffen verlangende reeders deede toen de heer Hoogenraad, een der groote reeder van Scheveningen, mede, dat de regeering reeds een ontwerp tot verscherping der wet van 1881 gereed heeft. Met deze mededeeling, die de heer Hoogen raad dan bepaald heeft rechtstreeks uit de omgeving van dr. Kuyper, toonde de ver gadering zich zeer ingenomen", en besloot zij zich te wenden tot de Regeering met een door alle reederijen onderteekend adres, waarin zal worden verzocht, de desbetreffende wet in dier voege te herzien, DAT DB STRAF OP DESERTIE VERZWAARD WORDE, BH de visschersvloot ten aanzien van aanmonstering en desertie niet bij de koopvaardij ten achter worde gesteld." * * * De reeders en het hoofdbestuur der Ver eeniging ter bevordering der Ned. visscherij verwachten dus allén verbetering vanden inderdaad voor visschers en reeders beiden zeer treurigen, gevaarlijken en gchadehjken toestand van desertie in't groot, van zwaar dere straffen. Is dat wel juist gezien? De bovenstaande vergadering treft eigen aardig samen met het verschijnen van een boekje, getiteld Onder de haring visschers"!) van de hand van den heer L. Hijmans, een predikant, die gedurende een seizoen op het bekende kerk- en hospitaalschip De Hoop" zijn functie heeft verricht. Wie het vrij banaal geschreven boekje leest, krijgt aanstonds den indruk, dat het schrijven er van mér ten doel heeft: pro paganda te maken voor het kerkschip, waar voor ook reeders hun jaarlijksche bijdragen schenken, dan wel de sociale positie der visschers in 't lieht te stellen. Deze laatste wordt slechts ter loops behandeld. Maar juist omdat het hier geldt het oordeel van iemand, die daarvan een, ook jegens de reeders welwillend en zacht-sprekend ge tuige is geweest, heeft dit oordeel voor velen misschien des te meer waarde. En wat zegt deze van het verblijf der visschers aan boord ? U de kajuit te beschrijven, waar de negen personen (een bom is altijd met negen, een logger, die veel grooter is, met 13 kop pen bemand)... ik zeg, u de kajuit te be schrijven, waar deze negen mannen samen hunne schaft- en rusttijden doorbrengen, is mij onmogelijk. Een onoogelijke viergehouden met dezen factor, want zij stapte in de lift met onverminderde energie. Wil je me alsjeblieft zeggen, waarmee ik moet beginnen ?" zeide zij, haar hoed en handschoenen wegleggende en de schrijf machine openmakende met een vlugheid, waarop Richard niet had gerekend. Ook uit haar stem was het persoonlijke geheel ver dwenen, en toen Richard opkeek, zag hij haar bij de tafel staan als een eerbiedige ondergeschikte, die de bevelen van den meester afwacht. Hij bedwong een opwel ling tot lachen zij vatte het spelletje zoo ernstig op; toen wierp hij een blik op zijn papieren en was dadelijk weer geheel de man van zaken. Kan je onder dictee stenografeeren?" vroeg hij met twijfel in zijn stem. Isabel knikte. Zij ging zitten en trok papier en potlood naar zich toe. Richard begon te dicteeren eerst langzaam, daarna, toen hij op dreef raakte, al gauwer en gauwer, en Isabel, met gefronste wenkbrauwen, volgde hem met haar streepeti en punten. Copiëer die brieven dadelijk," zeide hij, zonder op te kijken. Zij moeten klaar zijn voor de post naar Chicago." De morgen ging bijna in stilte voorbij. Een paar maal vroeg Isabel inlichtingen over den een of anderen zin, en van tijd tot tijd stond zij op en legde een net stapeltje papieren op de schrijftafel van haar echtgenoot, waar van hy slechts door een zwijgend knikje notitie nam. Er kwam een cliënt, die in Richard's kamer werd binnengelaten. Toe vallig behoorde hij tot hun kringen, en eenoogenblik kwam de vraag bij Richard op, of hij hem aan zijn vrouw zou voorstellen, maar Isabel hield haar hoofd hardnekkig over haar werk gebogen en ging door met haar geklikklak zonder op te zien, en de cliënt ven rok weer, zonder een enkelen blik in haar rich ting te hebben geworpen. "Deze eerste uitwissching van haar persoonlijkheid amuseerde Isabel, maar zij geraakte gauw genoeg geheel verdiept in het worstelen met ongewone termen en uitdrukkingen, en lette niet meer op het openen en dichtgaan van deuren. Om twaalf uur vatte Richard plotseling hun gewoon-menschelijke verhouding weer op. Hij kwam naar haar toe en bleef naast haar staan ; in zijn oogen lag zelfs een lichte glimlach over haar overdreven ij ver. Het was een warme dag, en vochtige krulletjes hingen over Isabel's voorhoofd; iets van de onbe rispelijke frischheid en netheid van dien mor gen was uit haar uiterlijk verdwenen, maar kante ruimte, zoo groot dat juist even de negen mannen op in het rond ge plaatste banken, naast elkander zitten kun nen, rondom een vierkante kachel, waarop alles gekookt en gebakken moet worden. Tn het rond, meer in de hoogte, eveneens de legers, waar de mannen op rusten In die kleine ruimte geschiedt nu alles. Daar slaapt men, daar eet men, daar hakt en kookt men alles, zoodat eigenlijk altijd de atmosfeer er bezwangerd is met een onaangename reuk, maar die doordringend scherp wordt.... In deze kajuit slijt de visscher, v^or zoo ver hij niet op dek is, zijn leven. Hij slaapt er, hij eet er, hij rust er. Voorts moet in deze ruimte alles geborgen worden wat ieder der mannen aan lijfgoed heeft. De oliejassen, oliebroeken, zuid westers en water laarzen ziet ge mede op een rij langs de wanden hangen. Het licht komt door het trapgat, en een paar geslepen glazen in het dek. En deze ruimte, zonder kleur, en dikwijls geheel zonder verf is gedurende ongeveer zeven maanden het tehuis" voor visschers. Zóó is de toestand op een bom". Op de grootere loggers" is de toestand vrijwel hetzelfde. De kooien, waar de manschappen in slapen, zijn daar meer gesloten; elf man schappen slapen daar in een zeer kleine ruimte; door een gat van ruim een balven meter in 't vierkant moet ieder in en uit zijn kooi kruipen". Ziedaar een schets van het treurige ver blijf der visschers, hetwelk in geen enkel opzicht aan de meest elementaire eischen van hygiëne en comfort voldoet! Geheel in overeenstemming met het rapport der Ge neeskundige Commissie, onlangs in dit blad besproken! En aan het slot van zijn boekje zegt dan ook ds. Hijmans, dat de visscher , door zijn eigenaardige, zij het ook onvermijdelijke, ontberingen, recht heeft op onze hulp". De schrijver bedoelt hier de hulp van den wetgever, die den zeeman nog schijnt ver geten te hebben". En hij constateert, dat vele reeders bij de aanmonstering de visschers afstand laten doen van het recht op verpleging bij ziekte, uitbetaling van gage gedurende de ziekte, en oppassing en schadeloosstelling bij verminking, hun bij art. 423 van het Wetb. v. Koophandel' toegekend. Zulk een monsterrol heeft de schrijver zelf onder de oogen gehad ! En dat in de haringyisscherrij waar dikwerf verwon dingen, kleinere of grootere verminkingen voorkomen. En door deze schandelijke daad schuiven vele reeders dan deze wette lijke verplichting van zich af'! En luister dan, wat deze schrijver op 't laatst, na aldus de verwaarloozing der Nederlandsche vis schers door den Nederlandschen wetgever te hebben geconstateerd, verder getuigt. De Duitschers zijn ons op dit gebied vooruit. Daar onderzoekt de wet de zeewaardigheid van schip en boot, de reinheid, den kubieken inhoud van het volkslogies, in verband met het aantal manschappen dat er wonen moet. Daar worden verder alle spijzen gekeurd, daar wordt het drink water onderzocht, enz. Is niet alles in orde, dan niet uitzeilen. Daar ik in mijn roeping op verscheiden Duitsche schepen evenals op Nederlandsche hét evangelie h« b verkondigd, kon ik als óoggetaïge; oordeelen. Het was dadelijk te zien, of'ünen of) een Hollandxch. dan wel op een Duttsch vaartuig was. Wat nu bij onze naburen kan, het mag onze vurige wensch wel zijn, dat het ook bij ons komt." Zie, dit getuigenis, komende van een predikant die niet met sociale oogmerken deze zaak bespreekt, doch den innerlijken aandrang voelt om uiting te geven aan zijn bevinding over den treurigen toestand der vissehers, en constateerende dat daar, waar de wet scherpere voorschriften geeft, ook een betere toestand aanwezig is, heeft waarde! Ik herhaal mijn vraag: is het wel juist, dat het geringe straffen wegens desertie de oorzaak is van de verergering der zij werkte volhardend door. Het viel Richard in, dat hij haar nog nooit zóó had gezien. Je hoeft je niet dood te werken," zeide hij. sabel leunde achterover in haar stoel en keek naar hem op. Toen lachte zy. Ik vind het heerlijk," zeide zij, en de glans in haar oogen bevestigde haar woorden. Wil je dit alsjeblieft even nazien?" Na den lunch. Waar mag ik je brengen ?" Nergens; ik ben vaa plan hier te lunchen." Zij stond op, haalde een keurig mandje te voorschijn, en begon het open te maken. Richard weifelde tusschen opluchting en beleefdheid. Je kunt onmogelijk leven van sandwiches, daar ben je niet aan gewend." Dat ben ik ook niet van plan," ant woordde zij vroolijk, over haar schouder heen. In een o.ogenblik had zij een hagelwit servet uitgespreid over een van de breede vensterbanken, en daarop eeii schotel salade neergezet, een stapeltje dunne sneedjes brood met boter, een paar prachtige perziken en een klein fleschje rooden wijn. Alles zag er buitengewoon smakelijk en aanlokkelijk uit, en Richard zag met een zeer geprononceerd gevoel van spijt, dat het klaarblijkelijk maar voor n persoon berekend was. Ziezoo l" zeide Isabel, met een opgeruimd knikje, terwijl zij zich installeerde voor het raam, waardoor een frisch koeltje naar bin nen kwam, en een nieuw tijdschrift te voor schijn haalde. Nu kan ik hier in mijn vrije uurtje eens heerlijk bekoelen." Richard glimlachte en ging weg zonder meer te zeggen; toen de deur achter hem dicht ging, glimlachte Isabel ook. Het was een veelzeggend lachje, die lunch voor n persoon had haar heel wat hoofd brekens gekost. Ondertusschen was haar echtgenoot op weg naar het restaurant, waar hij gewoon was te lunchen, en maakte onderweg kennis met een zonderling samengesteld gevoel, een mengeling van opluchting en van kwalijk nemende verbazing. Blijkbaar had hij niet bang behoeven te wezen, dat Isabel een last voor hem zou zijn; zij was volkomen in staat voor zich zelf te zorgen, en klaarblijkelijk was het haar bedoeling, hem dat te laten merken ook. En natuurlijk was dat heel ge makkelijk, maar dat nam niet weg, dat hij zijn plicht tegenover haar zou doen, en haar geregeld zou uitnoodigen, met hem te gaan lunchen en dineeren. Hij zou haar dien avond meenemen naar de club om daar te eten. Het zou bepaald piquant zijn, haar eerste desertie ? En is het wel voldoende, wanneer alleen de wet van 1881 op dat punt wordt aangevuld ? Neen! De wijze waarop de reeders in den regel de visschers behandelen; hun manier om in de groote steden de jongens' uit de achterbuurten weg te halen, speculeerende op de armoede of wel de onverschilligheid der ouders; hun monstering van soms knapen van 14 en 15 jaar, die aldus aan een leef wijze en omgeving overgeleverd worden, die een allerverderfelijksten invloed op hun latere vorming uitoefenen, de treurigen hygiënische toestand aan boord, de onge looflijke willekeur jegens de visscherslieden dit alles kan niet anders dan een verruwenden en afstompenden invloed op de visschers uitoefenen. Niet door verzwaring der straffen; maar door scherpere hygiënische maatregelen, door controle op voeding en drinkwater, door hooge eischen te stellen aan het volkslogies, door betere sociale maatregen, zal het peil der visschers verhoogd, en hun verantwoordelijkheidsgevoel grooter worden. Moge dus de regeering zich niet wachten (en na de mededeeling des heeren Hoogen raad vrees ik het ergste), aan de wenk der reeders gehoor te geven. Moge ze langs anderen weg het hare doen, het kwaad te keeren! ' g. P.S. Het bovenstaande was reeds ge schreven, toen mijn oog viel op het volgende berichtje in de krant: Jong den dood gevonden. Gis ternamiddag is te Loosduinen uit zee opgehaald het lijk van een 12-jarigen visschersknaap uit Vlaardingen. Doordat een der klompen VL 33 gemerkt was, kon spoedig uitgemaakt worden waar de knaap thuis hoorde. Een nader bericht bevestigde inderdaad het bovenstaande, dat nl. de bedoelde jongen te Vlaardingen had gemonsterd. Is het niet 'n schandaal, dat er te Vlaar dingen kinderen van 12 jaar voor den zoo gevaarvollen, en zooveel ontberingen met zich brengenden arbeid op de haringschepen gemonsterd worden ? En dat de reede^zulken kinderarbeid exploiteeren ? Waarom werd daarover op de Haagsche vergadering niet gesproken ? Htt geeslelüt grondbezit yóór en ia fle II. (Slot/. Zoo was wat eenmaal een maatschappelijk voordeel was, een maatschappelijk nadeel ge worden. De Reformatie was ten slotte de revolutionaire beweging der burgerij om aan de bevoorrechting in elk opzicht der geeste lijkheid een einde temaken. Een revolutionaire beweging, en een beweging aer burgerij. Dit wordt niet te niet gedaan door het feit, dat zij eerst gedragen is door enkele aanzienlijken en geleerden. Zonder het volk : zonder de wederdoopers eerst, zonder de beeldstormers later, zou de reformatie buiten de Kerk niet zijn geslaagd. Zoo de burgerij-zelf van Hol land en Zeeland ten slotte niet bovendien in den strijd tegen Spanje verlossing gezien had van economische banden en dien had uitge streden onder de leuze tegen de Inquisitie", dan nog was dit niet gelukt. Doch het moest gelukken, want het gold hier een echte klasse beweging, name.l. de strijd tegen het feoda lisme, tegen de privilegies van een voor de bur gerij gevaarlijk grondbezit, tegen, ten slotte, een op grooten schaal gedreven en nog boven dien bevoorrecht systeem van afpersing (aflaat, indrukken van een juridische loopbaan door haar te hooren vertellen. Nu liij eenmaal dit besluit genomen had, keerde de gewaarwording van dien middag met verdubbelde kracht terug, toen Isabel zijn iuviiatie heel vriendelijk, maar heel be slist afwees. Je kunt je toch niet laten doodhongeren," zeide hij op scherpen toon. Isabel glimlachte alleen maar. Zij legde hem uit, dat zij het een en ander" te doen had in hun huis, en gaf hem de plechtige verzekering, dat zij een goed diner zou ge bruiken alleen. Het huis, waarheen hij bij de enkele ge legenheden, dat zijn zaken hem noodzaakten in de stad te blijven overnachten, altijd laat en met tegenzin terugkeerde, vertoonde dien avond een aangenaam verschil met andere avonden, een verschil waarvan hij zich bewust werd, zoodra hij den drempel had overschreden. Zonder het verder te analy seeren schoof hij het op rekening van de tegenwoordigheid eener vrouw. Het gas brandde laag, het avondblad lag uitgespreid klaar op tafel, en niettegenstaande hun zomernegligémaakten al de kamers een niet te omschrijven indruk van bewoond-zijn. Zijn eigen kamer vertoonde een verleidelijke net heid en rust. Isabel was echter al naar bed gegaan, en wederom wist hij zelf niet, of dat een opluchting of een teleurstelling was. Er was zoo iets totaal onnatuurlijks in den geheelen toestand, dat het hem geruimen tij il uit den slaap hield. Hij werd gekweld door een vaag gevoel, dat hij het onderwerp was van een soort van experiment, een expetiment, dat al van te voren het besluit bij hem opwekte, het kwalijk te nemen. Toen bedacht hij, dat allerlei ideeën tegen woordig onder de vrouwen epidemisch waren, en dat Isabel waarschijnlijk de een of ander werk-bacil had opgedaan, die van zelf wel weer zou uitwoeden. En met die ^ijze con clusie viel hij in slaap. De aangename geur van versch gezette koffie begroette hem den volgenden morgen, toen hij de eetkamer kwam binnendrentelen, en Isabel glimlachte hem toe van achter een tafel, waarop een aanlokkelijke uitstalling van koffie, broodjes en room te zien was. Richard besloot dadelijk zichzelf tot dat smakelijk ontbijt uit te noodigen. Dat ruikt buitengewoon lekker", zeide hij op een toon vol begeerte. Is er genoeg voor twee ?" Lieve man, ik geloof het niet," antenz.)?Rome", zei Ulrich van Hutten, Rome is de groote schuur der aarde, waarin by'een gesleept wordt, wat in alle landen is geroofd en in welker midden dat onverzadelijke beest zit, de veelvraat, die de oneindige voorraden graan verzwelgt. Het is omgeven door zyn talrijke meevreters, die pas eerst het bloed hebben uitgezogen en die nu aan het merg gekomen, ons gebeente breken en al wat overblijft -vermalen." Wat was het gevolg? Dit, dat, waar de burgerij het veld ruim had, waar de revolutie gelukte, de geestelijkheid niet alleen werd verjaagd, maar op haar goederen door de win nende party werd beslag gelegd. Niet omdat de overheid in de plaats trad van het gees telijk oppergezag, maar omdat zy ze als overwinnares op de tegenpartij buit maakte. Maar dit was slechts het geval daar, waar inderdaad de revolutie in eersten aanloop slaagde: in de meest burgerlijke provincies Holland en Zeeland. Daar trad het oorlogs recht in werking : de steden trokken eenvoudig, zoodra de Spaansche troepen weg waren, de goederen aan zich, nadat de kloosterlingen en de geestelijken waren weggejaagd. Stad voor stad eigende zich dezen rijkdom toe onder pretext van vergoeding voor geleden oorlogschade of gemaakte kosten. De steden van Hollands noorderkwartier de meest van 40 cents per regel. minimum uu u,u iiimmiiiu mmi Echt Victoriawatei OBERLAHNSTEIN. cht Victonawate OBERLAHNSTEIN. VRAAG HighGradeTnrkisch Cigareltes Moderate Prices. ,KHEDIVE 2 et. ' ' 2K et. Stelio Efstaihopoulos (Smyrna). STELIO -BALKAN" , EXTRA FINE" 8 et. Cailler FIJNSTE ZWITSERSCHE (TlOCOfRDE C H Cfl O en SufKER. BÜW. VERSLUYS te Amster dam is verschenen: o het TWJEEDE DEEL van a / 1.90 Ingen. DOOR FRELERIK v. EEDEE woordde Isabel, terwijl zij een blik vol sym pathie in den kofflekan wierp. En ik heb ook geen kokend water meer! Kun je een oogenblikje wachten? Zieje, ik had natuurlijk gedacht, dat je liever op de club zoudt willen ontbijten. Morgen kan ik ook wel wat koffie voor jou zetten." O, geef je geen moeite; 't komt er niets op aan," zeide Richard. Hij vertrok met een buitengewoon vriendelijk knikje, maar voelde zich bepaald en, zooals hij zelf moest erkennen, geheel zonder reden ge griefd. Isabel glimlachte, terwijl zij zijn lange gestalte nakeek; toen vulden haar oogen zich plotseling met tranen. Zij zat echter weer vol opgewektheid en ijver voor haar werktafel, toen haar echt genoot zijn kantoor binnentrad. Je bent een vrouw van de klok," zeide hij min of meer stijf, terwijl hij naar zijn eigen lessenaar toeging. En de morgen en de avond gingen voorbij, en het was de tweede dag. De derde en de vierde dag, en een heele reeks lange zomerdagen volgden eveneens. Richard was te trotsch geweest, om weer een wenk te geven omtrent het ontbijt, maar daar zijn weg door de eetkamer leidde, was hij den tweeden morgen komen binnendrentelen, met het uiterlijk van iemand, die niets ver wacht van de fortuin. Twee kopjes en twee borden lachten hem toe van de tafel, en Isabel knikte hem goeden morgen over een schotel met zijn geliefkoosde meloenen heen. Richard ontdooide oogenblikkelijk. Hé, wat heerlijk," zeide hij na eenigen tijd met een zucht van voldoening, genie tende van een tweeden kop koffie, en hij bedoelde nog iets anders dan de koffie. Het was een ongekend genot, zijn vrouw tegenover hem te hebben in de intimiteit van een tête-u-tête; en deze Isabel, frisch en netjes in haar werkpakje, die hem zelf bediende, eigenhandig koffie zette, en hem verzocht den suikerpot uit het bufi'et te krijgen, was een geheel andere persoonlijk heid dan de Isabel met de sleepende, rijk met kant versierde japonnen,die laat en onver schillig beneden kwam voor een staatsie ontbyt. 't Is veel aardiger zonder de bedienden!" riep hij uit. Ik heb een zondig gevoel, alsof ik mij vrijheden veroorloof rnet mijn eigen huis, jij ook ?" Ik ben juist bezig, tot de ontdekking te komen, wat een prettig huis het eigenlijk is," zeide Isabel op een toon van overtuiging. (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl