Historisch Archief 1877-1940
r
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1471
het te doen is om eeifwetenschappelijk doel,
gaarne in staat stelt door het nemen van
monsters en het beschikbaar stellen van haar
laboratorium, is de groote grief tegen het
rapport.
Wat daarna haar conclusie zou geweest
zijn, doet hierbij niets ter zake, in allen geval
zou zulk een onderzoek haar nebben ge
vrijwaiid voor de averechtsche uitspraken over
de werking van ozon, als waarvan de boven
staande, aanhaling blijk geeft. Het is hier
niet de plaats om daarover uit te weiden,
maar de indruk, die wordt gegeven, alsof
ozon, nu jal onzuiver water eenige zuivering
doet ondergaan, maar het nog vrijwel on
zeker is of schadelijke kiemen vernietigd
worden ia zoo geheel in stryd met de erva
ring, dat de bewering alweer alleen te ver
klaren is uit volslagen onwil der commissie
om zich op de hoogte te stellen.
Juist de pathogene (ziektemakende) bacte
riën worden het eerst en bij voorkeur door
ozon aangetast, geoxydeerd en vernietigd en
hoewel het toch zeker niet in de bedoeling
Ifgt der commissie om alle ook
doodonschuldige en waarschijnlijk voor de
spijsverteering noodige bacteriën uit drinkwater te
willen verwijderen, (het water kiemvrij te
maken, te steriliseeren, zooals zij zich uit
drukt) hetgeen nooit en nergens met eenig
leidingwater, van waar ook afkomstig het geval
zal zijn, toch bleek het water uit de ozonisator
genomen herhaaldelijk volkomen steritl te
wezen. Voor de deskundigen zij hier
aangeteekend, dat ik in het laboratorium van
den heer v. Waegeningh, rail. apotheker
Ie kl. te Breda, die door de gemeentebe
sturen van Ginneken en Teteringen met de
controle op de waterleiding is belast, heden
zoogenaamde rolculturen heb gezien, acht
dagen oud, volkomen steriel.
verr ongemotiveerd als de beide bespro
ken punten is de onbepaalde bewering, dat
de ozonisatie vrij kostbaar" zou worden;
vrij kosibaar is iedere kunstmatige water
voorziening ; het komt er maar op aan na
tégaan of zekere methode te kostbaar is op
zichzelf of in verhouding tot andere metho
den; de commissie heeft weder niets onder
zocht, zij had in het gemakkelijk verkrijgbaar
rapport van prof. Gérard uit uitvoerige ge
gevens kunnen nagaan, dat de ozonisatie van
het water de gewone kosten voor het verbruik
verhoogd met een fractie van een cent per
M3.; ik zeide reeds, dat het tarief hier ter
plaatse 20 ets. bedraagt.
Niet het minst zonderlinge bezwaar wordt
aan het slot der boven opgenomen aanha
ling te berde gebracht, waar gewezen wordt
op de noodzakelijkheid eener voortdurende
en nauwgezette controle. De ervaringen
indertij i te Hamburg en kort geleden te
Eotterdam opgedaan met besmetting van
leidingwater door gevaarlijke ziektekiemen
en de loodinfectie onlangs te Meppel hebben
overtuigend doen zien, dat dit aanhoudend
en nauwkeurig toezicht zeker ook bij andere
leidingen noodig is, maar bovendien is het
juist bij ozonisatie mogelijk zelfregistreerende
toestellen aan te brengen, die de controle
niet alleen afhankelijk doet zijn van de waak
zaamheid van het personeel.
(Slot volgt.) G. W. BRUIXSMA.
Leekeitreelitspraak.
J. E. W. DUYS, Hecht of Klassenrecht?
Een en ander over de rechtspraak
door leeken, in het bijzonder be
schouwd in verband met de samen
stelling en werking der Raden van
Beroep. (Amsterdam, 1904) blz. 86.
Dit boek is een anachronisme. "Ware mijn
raad gevraagd en gevolgd, t wee on waar
schijnlijkheden voor een het ware achter
wege gebleven. Nietomdat ik het onderwerp,
maar omdat ik den schryver er door be
nadeeld acht.
De bron van alle, in het geschrift aange
wezen, leed is de grondstelling, dat, ten
onzen t (gelijk trouwens all erwege) ,de klassen
strijd eene klassenjustitie te weeg brengt,
waaraan niemand zich ontworstelen kan (27).
Op dit, nu juist niet fonkelnieuw, standpunt
kapittelt, bestraft, verwijt, berispt, laakt, be
schuldigt, raast en tiert de schrijver gansch
de toonladder door; lukraak, voor het Vader
land weg, naar rechts en naar links, naar har
telust steeds. Al wat slechts, rechtstreeks of
zijdelings, met rechtsvorming, rechtswezen of
rechtsleven in verband staat, moet het ontgel
den : de opleiding der juristen, die de schrijver
(doet hij aan sport ?) training" noemt (37);
de onbetrouwbaarheid hunner uitspraken
(43); de ontstentenis van rcohtsovertuiging
(31); de wanverhouding tusschen wet en
recht (57). Op dit alles wordt gehamerd,
neen gebeukt, met een felheid van toon,
bitterheid van inkleeding en ijle opper
vlakkigheid, die tot zwijgen zouden nopen,
moest niet een woord van vermaan althans
worden beproefd. Den schrijver immers
hapert het niet aan natuurlijke gaven.
Bracht hij deze onder tucht, vierde hij
deimaar al te gemakkelijk te bevredigen zucht
tot aantijgen, uitvaren, bekladden, niet den
teugel, zette hij zich aau den arbeid, door
drong hij zich van den regel, dat ook en juist
op don geestelijken akker, niets voor het grij
pen is en alles rijpen moot, hij zou minder
grif gedrukt zich willen zion, maar in betere
toerusting en meer voldoening zich ver
heugen.
Met des schrijvers politieke richting heb
ben deze opmerkingen niets uit to staan.
Integendeel, zijn dezen juist door gene in
de pen gegeven. Er was, ook bij ons te
lande, een tijd, dat men om sociaal-demo
cratische woordvoerders zich niet bekreunde,
omdat zij, willens en wetens, zich plaatsten
aan gene zijde der scheidslijn, waar ge
dachten wisseling in parlementairen vorm
mogelijk blijkt. liet was de kindsheid oener
partij, die eene plaats zoekend om haar
tenten op to slaan en deze niet goreeclelijk
vindend, al vast met kartetsvuur in don
blinde begon. Dat die tij<l voorbij is, wordt
nog slechts betreurd door hen, die zelf door
bovennatuurlijk licht bestraald, of in een
gemakkelijken leunstoel gedoken, in de
sociaal-democratische godachteusf'eer niets
zien dan ecu samenraapsel van ongerijmd
heden, juist goed genoeg om voetttoots, <M
Moe, door goden en menschen, in den bun
te worden gedaan. Gewone, minder bevoor
rechte stervelingen, die met alledaagsch
redeneervermogen en minder geriefelijke
oorkussens het moeten stellen, gaan niet
zoo snol op de vlucht voor een woord, en
achten zich verplicht een beklag, zelfs van
sociaal-dernoeratis<_!ie zijde komende, naar
innerlijk gehalte, te onderzoeken, ook al
verklaren zij zich noch met het algemeen
einddoel, noch met de richtingslijn dier
staatkundige overtuiging homogeen. De taak
dezer laatsten nu bemoeilijkt de schrijver,
omdat hij in taal, toon, opzet, aanleg en
bewijsvoering van zijn werk, het noblesse
oWige zijner partij, van thans, uit het oog
verloor, en aan den tijd herinnert, toen zij,
in de windselen liggend, in onbesuisd en
ondoordacht marktgeschreeuw, haar heul en
haar heil zocht. Tegen neigingen als deze,
geen beter geneesmiddel clan de lijfspreuk
van Montesquieu : il n e s'agit pas de frapper
fort, mais de frapper juste.
Ziehier b.v. een lieyelingswaan van den
schrijver, waarvan hij heel wat drukte
maakt : Door mij (wordt) het leeren
rechtspreken, zooals de jurist zich dit denkt
als dwaasheid en verderfelijkheid
beschouwd" (21). Al moest echter recht
spreken wél worden geleerd", de rechter
op het gebied der sociale wetgeving krijgt
slechts een zeer klein onderdeel onzer
rechtsmaterie te beoordeelen" (22). Deswege
mag deze laatste een leek zijn !
Pas dit laatste, duizelingwekkend recept
eens toe, op een anderen tak van weten
schap : de geneeskunde. Eerst als ge in
gansch het lijf en alle leden dookziek zijt,
zendt de schrijver om een arts. Voelt ge u
slechts hier of daar niet pluis, dan kan,
volgens hem, het Staphorster boertje, of de
stovenzetster van den hoek het wel af. Dat
onze specialisten het zich voor gezegd
houden. Zij toch zijti van meening, dat,
hetgeen geldt voor het geheel, blijft gelden
voor elk onderdeel, omdat niets meer be
trekkelijk is dan de begrippen : klein en
groot, en de eenheid der wetenschap ver
biedt met die lengtemaat rekening te houden.
Hoe staat het echter met de opmerking
zelve : het leeren rechtspreken" is dwaas
en verderfelijk ? Het bescheid van een
bourgeois" gelijk ik ben, loopt gevaar den
schrijver niet te overtuigen. Zien wij der
halve hoe, op dit punt, een onvervalscht
sociaal-democratisch getuigenis luidt: Wij
zijn van oordeel dat in de Nieuwe
Maatschappij de rechters niet zullen kunnen
worden gemist." Nader omschreven wor
den die rechters, als : mannen die in het
bijzonder zijn opgeleid voor rechterlijke
werkzaamheden zooals anderen bekwaam
zijn voor de hunne. De meemng door vele
socialisten toegedaan, dat het recht kan
en moet worden bedeeld duor ..het volk",
zou spoedig worden prijsgegeven, indien
zij eens eenige jaren ervaring konden
opdoen in de behandeling van rechtzaken.
? Rechtspleging door het volt" zou
rechts, pleging door het gepeupel worden. Dat zou
zijn wat het lyuch"-recht nu is."
Deze uitspraak wordt als volgt gemoti
veerd : Voor die overtuiging hebben wij
gegronde redenen. Het is waar dat het
in onze Socialistische Maatschappij, zooals
wij gezien hebben, niet moeilijk zijn zal
de wet cast te stellen; ook zal de
verklarfny van de wet weinig bezwaren
opleveren. Maar de toc-i >ussin/j van de wet
vereischt, en zal ook in die Maatschappij
vere lachen, vrij wat oordeelkunde, en wat
wel het voornaamste is, een groote mate
van ontwikkeling en voorbereiding, om,
wanneer de feiten, zooals in bijna elke
zaak het geval is, met elkander 'in strijd
zijn, de waarheid te ontdekken. Het is
onmogelijk de waarheid uit te vorschen,
zonder dat men weet op welke waarde de
beteekenis der getuigenissen geschat moet
worden, en die kennis verkrijgt men niet
zonder een wett'.nscltaiJ van Bewijsvoering
die evenzeer bestudeerd moet worden als
iedere andere wetenschap en zonder de
kunst geleerd te hebben haar op de rechte
wijze toe te passen.
Er zal ongetwijfeld behoefte zijn aan
me-nschen die in die wetenschap zich
geoefend hebben en zuiver logisch hebben
leeren denken, en deze zullen een zeer
voorname positie innemen. (Lawrence
Gronlund. De socialistische maatschappij. Rot
terdam, sine die, vertaling Hugenholtz,
blz. 120).
Ik verwijs den heer Duys naar deze
woorden, omdat zij kort en goed het gansche
thema van zijn boek ontzielen. Wanneer,
zelfs in de socialistische maatschappij, ge
leerde rechters noodig zijn, zullen zij, in
de onze, wel onontbeerlijk wezen. En ik
verwijs hem naar dit loei;, omdat het toont,
dat men socialist zijn, en ingetojeii
blijven kan.
De heer Duys stelt zich tot taak aan
de bewustmaking der arbeidersklasse
krachtig mede te arbeiden.'' Deswege houdt
hij aan de bourgeoisie; voor: ..haar
klassekarakter, zich uitende zoowel in haar
wetten, als in haar uitspraken der justitie"
(57). _ Gevoelt hij niet, dat, al ware (leze
aantijging niet ver licht, zij, hetgeen hij to
bewijzen ondernomen heeft, rakelings voor
bijgaat :' TugPiioxer <j<-l<-<-i-ile rechters, die
hij verwerpt, stian oinjc!<'Ci-ü'e,diQ hij begeert.
/aak is dus voor hem, van ilcsi' tegenstelling
al de schaduw op liet eerste, al het licht
op het tweede lid te doen vallen. Wat heelt
hiermede hot beweerde klassenkaraktor der
trtt, wat, gelijksoortige gewaande eigenschap
der j us f. f./ ff, te stellen Of is des schrijvers
bedoeling, dat stommelingen, naar alle zijden
bekrompen, ook naar het klusseiibefaug,
afgestompt zijn zullen;'
Hetgeen blijkbaar tien schrijver ontgaat
is, dat_(/« m< t eerbiediging oischt, niet, om
dat zy goed of slecht is, maar omdat en
zoolang /ij er />?. Zooveel kwaads kan hij
van di>. irct niet spreken, of Montaigne deed
het vóór hem, in n adem beweren. Ie, dat
de wet lunet word c1 n uag leef'd. Limlcreu
wij slechts naar de kenschetsende taal vun
den grooton scepticus: Or les lois se
maintiennofit en credit, non paree qirelles sont
vjustes, mais paree queues sontloix: c'e.st
Ie fundement invstiijuo de leur uuctorité,
-.olies n'on out point d 'uu 1 1 re, ijui bien leur
..sert (en dit is voldoende). E i les sont
souvent f'aicres par de.i s o t. s ; plus souvent par
des gents, qai, <-n liaino d'ogualité, ont
faute d'equité, mais tousioura par des
hom,,mes, aucteurs vaiiis et irresolus. 11 n'est
rien si k>urdo::H-i:i et iHi'ge.'iieiit funltior
(foutief') que los ioix, ny si
ordiiiaireliient. (Juieoiiqiio leur obcït paree qa'eiles
sont insto;-, np leur, obeït pas uisfeinent
,p;ir ou il dcibt" i i-Xsais, l'aris IXJ6, iJl
i-h. l;!, j), 'i!.! Muntaigne'sgi.M'ingiJvhattiiig
der «Te/ stond deriuiivp aan zijne onderda
nigheid voor haar, niet ia den weg.
K» eveijiiiin '.\;is dit her geval bij .liisius
M.üscr, een der klaarste, tot gdiincii andere
jkst,
hoogstwaarschijnlijk volkomen zelfstandig,
hetzelfde onderwerp besprak, naar het ver
schil tusschen formeel en werkelijk recht
verwijzend. (In dit verschil) ligt een
plech'tanker voor de menschelijke rust, die
behoeft, dat nu eenmaal datgene formeele
waarheid en formeel recht zij, hetgeen
daarvoor verklaard of uitgesproken is. De
rnensch zou nooit ophouden te krakeelen,
ieder zou naar zijn eigen opvatting willen
handelen en daaruit zou de grootste
verwarring ontstaan, wanneer men niet ten
slotte wijselijk te rade geworden ware
datgene, wat daarvoor uitgesproken is, voor
formeel recht te houden en op te volgen.
Onverkort blijft daarbij aan ieder zijne vrije
meening nopens het werkelijke recht, indien
hij, iu het formeele, zijne overtuiging niet
terugvindt, maar op die meening slaat men
niet acht." (?Patriotische Phantasien",
Berlin 1858, IV. iii). Zelfs de klassenwet"
moet toegepast, dus gekend, dus geleerd
worden, inet deze grondstelling is dan
toch zeker den schrijver de maat volgemeten.
Ten slotte, het klassenkarakter der
jusstitie." De verdachtmaking zelve laat ik
liggen. Om haar op te rapen, zou men zich
moeten bukken. Wat de ontboezeming
echter, in des schrijvers redebeleid, bewij
zen moet, is op niauw een raadsel. Wij
hebben het den schrijver schijnt het
telkens te moeten worden herinnerd
over geleerde, dan wel ongeleerde rechters.
Beweert hij nu, dat het aanleeren der rechts
wetenschap, de onpartijdigheid doet
verleeren ? Dan had hij korter kunnen zeggen:
hoe grooter domoor, hoe beter rechter.
Meent hij, dat het klassenbewustzijn" den
geleerde meer dan den ongeleerde eigen
is? Dan trachte hij liefst een eenvoudig,
maar verstandig man op te zoeken, die
hem in de eerste beginselen der
menschenkennis les geeft. Het klassenbewustzijn1' en
leegheid van hoofd zijn onafscheidelijke
gezellen, en voor de eerste latijnsche thema
verdwijnt de parvenu-achtige
opgeblazenheid, die, in onzendemocratischen Staat, eene
bepaalde groep tot de klasse en in die
klasse natuurlijk zich tot onmisbaren
factor opschroeft.
Hoe men de zaak keert of wendt, er wordt,
bladzijden lang, met grenzenloos zelfvertrou
wen en in toomelooze vaart gekeuveld op
eene wijze, waarvan Dickens zeggen zou:
good gracious! you are about a milo from
the question. De vraag, waarop het aan
komt: hoe de rechter ieder levensverschijn
sel, onder het bereik van Hecht, dat een
levensfunctie is, to brengen heeft j* die
vraag, de eenige, die naar
leekenvoouucHTiN<i, wel terdege te onderscheiden van
leekeniiEciiTsi'KAAK, doet omzien, doemt
zelfs in des schrijvers brein niet op. Hij
heeft het veel te druk met klaroengeschal,
waarmee hij den arbeiders" de verba
zend verongelijkte loonslaven"?de ooren
voltoetert. Dat, gelijk nog pas Dicey, voor
Engeland, aangetoond hoeft: zelfstandigheid
en rechtszekerheid, eigenschap en oogmerk
der justitie is I);?dat, zooalsBryce, met klem
van redenen ontvouwt, de volkskeuze d. i.
de aanstelling van rechters door
tinnegieters, de grootste vlek op het
Amerikaansche rechtswezen is, 2) dit alles is den
schrijver een boek met zeven zegelen. Het
hem tori kwade te duiden, valt mij niet in.
Het eenige, dat hem kwalijk te nemen valt,
is, dat in j een onderwerp koos, hetgeen,
naar Van Lennep's geestige onderscheiding,
voor hem, een bovenwerp is.
Met dat al, blijft het mogelijk, dat de
schrijver, zijne litanie hernemend, opnieuw
gaat prevelen: klassenstrijd, klassenjustitie
enz. Voor dat geval, gelieve hij het boven
staande te lezen, als stond er: Bravo! Ik
heb de eer u te groeten.
A'd a m, Juli '05. J. A. LEVY.
1) A. V. Dicey, Law and opinion in
England (London li)()5) p. Ii04 vlg.
2) J. Bryce, The American commonwealth
(London 18S8) III p. 387 vlg.
Het onderwijs in Japan.
In: liililiiiHjxireseii in Jnjian geeft
Martlia Philippi een overzicht van de
Japansche instellingen, liet Onderwijs
betreffende. De meeste gegevens heeft
zij uit liet rapport van den .lapnnschen
Ministor voor Onderwijs, bestemd voor
de Internationale tentoonstelling van
l SOS), geput. Maar do oprichting van de
nieuwste scholen, de laatste wettelijke
bepalingen daaromtrent, enz. heeft zij
tot J'j()4 nagegaan, en spreekt een hel
der oordeel uit over doel, middelen en
uitkomst van Japan's jongste streven
naar ontwikkeling.
Wat mij het belangrijkst voorkwam
heb ik hieronder weergegeven ; ik vond
geen vrijheid liet Lager en Voortgezet
La°or Onderwijs onbesproken te laten; het
overzicht zon er te veel bij verliezen.
De cijfers in de tabellen zijn van 1899;
de meeste staan thans wat hooger.
In SüO na Clir. gaf een «Tapansch
vorst bevi'l dat de kinderen zijner onder
danen uit alle vier klassen" de scholen
trouw moesten bezoeken. Sinds ver
breidde liet onderwijs zich over liet
gelieele land; maar de volgende eeuwen
door bleef het op lanen trap staan. Veel
bijzonderheden wist men intnssehcn
met. J n lö'M leerden do kinderen lozen,
schrijven, vertellen, ren boefje aardrijks
kunde van Japan, («.enige zedekundiire
spreuken: men \vra;oodr ook wal reke
nen en (.'-lineoseh. De jeuird werd ver
maand vooral de vetten welke de samen
leving en laoiaal opleggen te gehoor
zamen.
De onderwijzers ontvingen <jeen bij
zondere <>ploid:üMI stonden niet
onder o!:i;-ieel toezie::!;. Wie roeping
gevoelde vorzai^ohl-! een troopje jongens
on meisjes en onderriciitfe /o: wie nog
De ouders betaalden whoohreld.
l>ehalve v, luineei' la't inriehtiniron wnren,
door de Diinuo-;, groote laiiilhoeivit, in
hun d'slnet voor de kinderen iiunner
ondergeschikten geope.;;;!. Toen in Is(i8
het land voor vreemdelingen werd open
gesteld, waren er geen andere inrich
tingen voor onderwijs dan deze
privaaten districtsscholen.
Reeds in 1869 werden allerwege door
staatszorg scholen opgericht.
In 1871 werd een Minister voor Open
baar Onderwijs aangesteld.
In 1872 werd het Besluit geteekend,
dat er Serniiiariën (Kweekscholen) voor
O ader wijzers moesten worden opgericht.
Deze snelle opvolging van feiten spreekt
voor de levendige belangstelling der
llegeering in de denkbeelden der vreem
delingen ; ze bewijst tevens dat de grond
vruchtbaar was, die zulk een spoedigeu
oogst opleverde." (M. Ph.)
Aan het Ministerie voor Openbaar
Onderwijs zijn 82 personen verbonden;
l minister, l vice-minister, 3 referenda
rissen ; 2 speciale zaakkundigen, 5 in
specteurs van het onderwijs, 8 inspecteurs
van boeken en kaarten; 5 gewone zaak
kundigen, 58 klerken. Een Hoogere
Schoolraad staat het Ministerie terzijde;
de leden worden gekozen uit de ambte
naren der overige Ministeriën, de Hoof
den en Directeurs van scholen, bekende
pedagogen en andere peraomn die erva
ring hebben op onderwijsgebied.
I. HET LAGER ONDERWIJS.
Behalve naar de nog bestaande Bij
zondere en de Rijks-Lagere scholen
gaan de Japansche kinderen naar de
vele Distrikts,- Stads- en Dorpsscholen,
alle Openbare Seholen geheeten. Elke
gemeente zorgt voor een voldoend aantal
scholen en bekostigt ze grootendeels;
de leerlingen betalen een kleine som.
't Is jammer dat er nog ouders zijn, zó
arm, dat ze dit weinige niet kunnen
betalen, vrije plaatsen zijn er niet genoeg;
voor eenige ouders wordt betaling met
natuurproducten of dienstverrichting
aanvraagd. Voor kinderen wier vader of
broeder in 181)0 in den oorlog tegen
China gesneuveld is, wordt niets betaald,
verder krijgt menigeen een kosteloos
plaatsje op een der oudenvetsche Bijzon
dere Seholen van vóór de ,,Iiestauratie";
het onderwijs is daar echter zeer ge
brekkig; die inrichtingen zullen metter
tijd zeker verdwijnen.
Ingrijpende maatregelen, neemt alleen
de Minister van Onderwijs; aan hem
zijn de Districtsschoolopzieners verant
woording schuldig; elke school heeft
een Inspecteur. Verder is in iedere
stad een Schoolcommissie; een vierde
van haar leden moet uit onderwijzers
bestaan. De Schoolopziener kiest uit de
onderwijzers de Hoofden der Scholen.
Meestal staan Afdeeling A en B der
Lagere School elk ouder een Hoofd;
soms staan ze onder n enkel Hoofd.
Te jonge kinderen kinderen worden niet
toegelaten; er zijn genoeg Voorberei
dende (Fröbel-)scholen.
Vóór 1868 bestond er geen enkele
inrichting voor kinderen welke wegens
het gemis van een der zintuigen het
gewone onderwijs niet kunnen voliren.
In 1899 waren van de 4120 blinde,
Uüli doofstomme, 8 doofstom- en blinde
kiuderen nog maar 450 geplaatst. Hierin
is Japan dus achterlijk.
Eerst bestonden er verscheiden l
ijksseminariën = Kweekscholen voor Onder
wijzers ; maar toen de later opgerichte
Distrikts-seminariën groot succes hadden,
werden de Ministerieele op 2 na opge
heven; thans inoet ieder distrikt n of
meer Seminariën hebben, en ontvangen
aan de beide Hoogere Seminariën to
Tokio alleen de toekomstige leeraren en
Directeurs der Lagere Sern. hun oplei
ding. Intusschen worden er ook aan
andoren bijcursussen gegeven, o. a. in
landbouw.
Het onderwijs aan al deze Kweek
scholen is kosteloos. Aan eenige zijn
voorbereidende klassen verbonden; aspi
ranten welke deze doorloopen hebben,
behoeven geen examen te doen, de an
deren wel. Xa een proeftijd van 4 maan
den wordt de leerling voor geschikt of
ongeschikt; verklaard. Bij elk Semina
rium behoort een internaat.
Xa hot volbrengen zijner studiën legt
de kweekeling voor de Examencommissie
van liet distrikt examen af. Slaagt hij,
dan wordt hij spoedig geplaatst, aangezien
er steeds meer lagere scholen worden op
gericht. «Schitterend is de bezoldiging van
den onderwijzer niet, maar hij kan ermee
rond komen; wordt hij ongeschikt voor
zijn vtork. dan krijgt hij pensioen, sterft
hij. dan wordt er voor zijn vrouw on
kinderen g/orgd.
De J'ipansicho Uegecring zorgt ook voor
rvoi'fij'-zi'l oiuli'i'ii'ij::. ledere leerling die
de lagere school doorloopen heeft, kan
zijn kennis uitbreiden, en inzicht krijüon
in alles wat hem later bij d^ uitoefening
van een ambacht of beroep te pas komt.
Nuttige leden der maatschappij worden
reeds gevormd door de Iliinji'i- en do
.A///-'/'//'/!:'.-'.-:-'//'--/-'//, de eei'sre zonder, de
laatste met praktische oefeningen.
De Ambaclitsscholeii hebben een uit
gebreid leerplan ; zij worden ook 's avonds
en 's Zondags bezocht. Er blijft steeds
gebrek aan die scholen en aan leeraren
daarvoor.
Wie koopman, landbouwer, industrieel.
zeeman wil worden, vindt een dew!;:'!:_!Le
opleiding aan do ?)<;«(/<,? v 7'. dm/??;/.',-n «i
ll'i"i/<T" . i iii'-ittrlti*- <n !>? i' "':/i ??'i'iin'. ii. l iet
Kijk li'^r er veel aan te koste en zor^r voor i
een uitstekende opleiding der leeraren;
de leer..ar in don 1-mdboiiw b.v. ontv.'inrrt
lessen van de professoren der ! nivors!to;t
te Tokio. '
Bijks-Industrieschool te Tokio, die een
zeer goeden naam heeft.
I. LAGER ONDERWIJS.
Dit wordt aan 4.300.000 leerlingen op
Openbare scholen A en B gegeven. Leeftijd
van toelating: 6 jaar; cursus: beide 4-jarig.
A. . B.
verplichte leervakken, verplichte leervakken.
zedeleer, zedeleer,
lezen, lezen,
stellen, stellen,
schrijven, schrijven,
rekenen, rekenen,
gymnastiek gymnastiek,
niet v!. : aardrijkskunde, ook
aardrijksk. v. Japan, van vreemde land.
geschied, v. Japan, geschieden, v. Japan.
teekenen, teekenen,
zang, zang,
handwerken, handwerken,
(Meisjes) naaien. (Meisjes) naaien,
niet vl. :
vreemde talen,
handelswetensehapp.
landbouw(ook prakt.)
VEHVOLGSCÏIOLEX A.
1. Burgerscholen, cursus : 3-jarig.
Leervakken :
zedekunde, wiskunde,
lezen l bij uit- teekenen,
s:hrijvenj zondering, physica,
rekenen, scheikunde.
2. Serlei Ambachts- en Beroepsecholen,
cursus: van 1A?tot 4-jarig.
Leervakken :
j a. zedekunde. 6. zedekunde. c. zeiekunde.
lezen, lezen, lezen,
schrijven, schrijven, schrijven,
rekenen, rekenen, rekenen,
wiskunde, handelscorresp. kennis v.
schavormleer, handelsreken. del. insecten,
teekenen, warenkennis. meststoffen,
phybica, handelsaard- huisdieren,
scheikunde, rijkskunde. droogmaking,
rechtlijnig boekhouden, bevloeiing,
teekenen, handels- aanplantiug,
handwerken, gebruiken, gesteldheid v.
handelswetten, den grond,
staathuis- zijrupsenteelt,
houdkunde, landmeting.
n vreemde taal.
VEHVOLGSCnOLEX B.
Tot de instellingen voor Huoger
Ainliachtsen JJeroepsonderuiiji behooren Ie (i .Rijks
scholen f), namelijk :
l voor landbouw,
l handtl,
2 werktuigkunde,
l burgersch. voor WKrkt.kunde(als leersch.),
l iiidustriesehool (technische- school).
2e. 38 Openbare ea Bij zondere technische
scholen en
De Industrieschool te Tokio (Rijksinstel
ling) leidt civiel- ingenieurs op; ze is in 5
deeleii verdeeld, wat het praktisch onderwijs
betreft.
Leervakken:
theorie :
verplichte 1. : niet verplichte l, :
zedeleer, aardiijkskunde,
le/.en, geschiedenis,
spraakkunst, nat. historie,
wiskunde, * n vreemde taal,
physica, staathuishoudkunde,
scheikunde, staatsrecht,
teekenen, staatsinrichting,
gymnastiek, boekhouden enz. enz.
praktijk :
weven en kleuren ; praktische scheikunde ;
keramiek ; machineleer ; electrotechniek.
In het geheel zijn er 150 Openbare en
Bijzondere scholen, waar leerlingen, die de
gewone Lagere scholen bezocht hebben, een
opleiding voor een bedrijf of een ambacht
vinden.
Japan heeft 7 inrichtingen voor doofstom
men en blinden : l Rijks- en l Openbare
School, Bijzondere Scholen.
Leervakken :
voor doofstommen, voor blinden,
de gewone vakken van hot lager onderwijs,
teckcnen, muziek,
hout- en ivoor- massage.
snijden,
vervaardiging van
artistieke meubelen,
ISEMiN'AKiiïN (Kweekscholen).
1. In Japan zijn 4'J Lagere Seminariën,
waar + 'JOOD mannen en bijna IliUÜvrouwen
voor het onderwijs worden opgeleid. Leef
tijden : 10 en ló jaar. Cursus: 4 leerjaren
voor mannen, 3 voor vrouwen.
Leervakken :
zedekunde, pedagogie,
Japansche taal, klassiek Chineesch,
geschiedenis, aardrijkskunde,
wiskunde, physica. scheikunde, nat. historie,
schrijven, leekenen,
tnuïiek, gymnastiek,
en verder n der volgende vakkeu: vreemde
talen, handelswetenschappen, landbouw of
handwerken.
2. Te Tokio zijn 2 Hoogere Seminaricn,
l voor mannen, l voor vrouwen.
Leervakken :
1ste gedeelte. 21e gedeelte.
pedagogie, wiskunde,
Japansehe taal, nauiiKkeimis.
l'hiu. letterkunde, i'ac. Uuitsche tail.
geschiedenis,
aardrijkskunde.
Voor vrouwen worden eenige vakken door
andere vervangen, in verband met het onder
wijs dat /.ij later geven.
IV' leerscholen, aan beide soorten van
seminïmën verbonden (1. j-'röbel- en Lagere
school ; 2. Lager St;uiiuiirium) zijn
Miuisterieele scholen.
"??"i Kr wordt van u''.<ku,»<lïen sclio'ine.
knn.?!.'(?;' L.vsin-.>k"u; hieruit blijkt dan toch, dat
er reeds iied-.m be-touden, welkt die vakken
kon leif onderwijzen!
??-i Kijks- of ilinUterieele scholen zijn die
waarop het Ministerie onmiddellijk toezicht
houdt.
/''n'.ii-i/t r:--i-f'ilj. L ) T. S. M. (il'YUT.