Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O II N E D E R L A N D.
No. 1472
Te Tokio zijn 3 Rijkg-vakscholen.
1. Het Conservatorium voor musielr, met
38 onderwijzers «n 215 leerlingen. Opleiding
tot leeraar in 3, tot artist in 6 jaar.
2. De Kunstacademie voor schilderkunst,
met 46 onderwijzers en 309 leerlingen. Zij
bevat ook afdeelingen voor beeldhouwkunst,
architectuur en kunstnijverheid.
3. De school voor Vreemde talen; cursus:
3-jarig.
Vreemde talen : Andere vakken:
1ste en Engelsen,
2e jaar Fransch.
Dnitsch,
Russisch, facultatief:
3e jaar Koreaansch. 3ejaar Staathuish.kde,
internat, recht,
pedagogie.
Het Schoolmuseum te Tokio is ten behoeve
van het Lager en Middelbaar onder wij''.
Buitendien heeft Japan 4 Openbare en 38
Bijzondere Vakscholen, waar van
15 voor genees- en artsenijkunde,
12 staatsrecht, staat-en f taathuish.kunde
7 natuurkennis,
4 letterkunde,
4 andere studiën.
Aan deze scholen waren in 1899 782 prof.
verbonden, van wier lessen 11.627 leerlingen
profiteerden.
(Slot volgt.) T. M. S. GUYOT.
De heer Prell heeft een bericht ons toe
gezonden ter plaatsing, waaraan wij het
volgende pntleenen :
Zur Abwehr.
So ii-t denn bezüglich der Frage «ur
Ausweisuna; des Journalisten Catz endlich das
grosse Wort gefallen : Ich, August Prell,
Begründer der Dentschen Wochenzeitung für
die Niederlande u. Belgien' und seit dreizehn
Jahren ihr schriftstellerischer Leiter, bin ein
Reptil der Deutschen Regierung, ein Spion,
der von der Wilhelmstrasse in Berlin aus
mit Geld und regierungf freundlichen Artikeln
gefüttert wird, eia von seinen
Heimatsgenossen Verstossener."
Der Vorwarts" hat diesbezüglich eine
schwache Andeutung gemacht: das Berliner
Tageblatt" jedoch erhebt diese fchweren
Beschuldigungen in der Oeffentlichkeit auf die
Angaben eines geachteten Mitgliedes des
Deutschen Kolonie in Amsterdam" hin.
Eine ungebeuerlichere, leichtfertigere,
niedertrüchtigere Tat ist in den Annalen der
Journalistik wohl kaum mehr bekannt. Ich
habe denn auch sofort Schritte eingeleitet,
urn das Berliner Tageblatt" und seinen
Ge?wiihrjinann vor Gericht zum Beweise ihrer
niedei-tniehtigen Behanptung . zu zwingen.
Bis dahin bin ich allerdings wehrlos und
ehrlos in den Augen meiner zahireichen
Feinde in niederliindischen und deutschen
Kreisen. Meinen Freunden gegenü!»er aber
erkhire icb, was ich anch spater bei der
Verhandlung u u ter Ei<l aussagen \verde: duss
ich irie und nimmer mit einem l'ressburean dfr
Deulfchen tieqierung in Verbindung ijestanden
habe, ebenso wenig je m't einem der hier
accreditiertcn deutschen (itsandten oder Cowsvln.
Dein Niederlandischen Jouinalistenkreis"
habe ich ineirie Angelegenheit in die Hiinde
gegebin. Er kann ber rnich, mcine Bücher,
meine Korrespondenzeu, ber alles verfügen.
Ich werde der voraussichtlioh zu
constituirenden Untersuchscommission Freunde nnd
Feinde von mir nennen, die alle bezeugen
werden, da-s meine lanyjahrige Tiitigkeit als
Journalist nichts anderes war als ein
aufreibende-r Kaïnpf um's Dasein, aus welchem
ich ohne Makel an meiner Fhre
hervorgegangen bin. A. PRKLL,
Chef redacteur und Vnle.ger dir
D. W. f. d, N. u. B."
Um voilüufig wenigstens die eine Lüge
des G^wahrsmanns des Berliner Tageblatts",
ich sei aus dem hiesigen Deutschen Verein
ausgc'wieggfn, zu entkriiften, füge ich die
Erkh'iiung des Prüsidenten genannten Vereins
hinm :
Der unterzeichnete Vorsitzender des Deut
sche Vereins in Arasterdam erkhirt, dassHerr
A Prell voor etwa einem Jahre aus dem
Verein getreten ist und von einer
Ausweieung aus dem Verein keine Rede sein kann.
BET HUWELIclKS-YRAAGSTDK,
Naar het Engelsch,va.n GKACE ELLERY CHAXXISG
^«?'
V. (Slot).
Ondertusscheii leerde zij voortdurend.
Mannen, die zij tot nu toe alleen ontmoet
had oan weelderige diners, onder het genot
van champagne frappe, zag zij nu dagelijks,
werkende als paarden, en hun haastigen lunch
besproeiende met de zooveel eenvoudiger
drank : bier, en zij vutte die ontdekking
op als iets symbolisch. Overal zooveel meer
inout, iooveel minder schuim dan zij had
gedacht! En overal do mannen over het
algemeen zooveel beter en eenvoudiger dan
zij zich in de salons voordoen. En voor de
zooveelste maal dacht zij met droefheid aan
de vele nadeelen van die ontmoetingsplaats
der sexen.
De rest van den zomer ging voorbij met
verbazingwekkende snelheid, onder geregeld
werken, afgebroken door bezoeken aan vroohjk
stoeiende kinderen en een ex-secretaris, die
met de week mooier werd.
Op een dag kwam Richard het kantoor
binnen en legde een cheque neer op den
lessenaar van zijn vrouw.
Wat is dal?" vroeg zij verstrooid.
Je salaris, dat had ik tot nu toe
heelemaal vergeten."
Tot zijn groot vermaak nam zij het met
een ernstig gezicht op en keek er een heelen
tijd naar.
Wel," zeide hij eindelijk, wat is het
voor een gevoel, je brood te verdienen in
het zweet van je aanschijn'!"
Een heerlijk gevoel. Heb ik dat heusch
allemaal verdiend ?"
Allemaal!" Richard kou een glimlach
niet bedwingen. Hij herinnerde zich andere
cheques in het verleden. Ja, 't is eerlijk
verdiend geld, je hebt het cent voor cent
verdiend. Je bent e-n uil stekende secretaris;
ik zal je bij gelegenheid graag
recommandeeren."
Dank je," zeide Isabel ernstig. Zij legde
den. cheque ter zijde en ging voort met haar
Auch bat Herr Prell, soweit ihm bekannt,
nicht gegen den Verein agirt.
w. gez. L. A. STELLING.
Amsterdam, 30 Aug. 1905.
Het spreekt van zelf dat wij uitlatingen
te zijnen opzichte, als van do Voricfirts en
het Berliner TageUatt ten zeerste afkeuren.
Betichtingen, die iemands karakter in zoo
hooge mate aantasten, mag men zeker niet
in het openbaar uitspreken, zonder tevens
daarbij te kunnen zeggen, dat men de be
wijzen ervan in handen heeft.
Dat de heer Prell uit den Deutschen
Verein gestooten zou zijn, het is nu reeds
afdoende weerlegd. Voor 't overige moge
de Nederl. Journalistische Kring uitspraak
doen.
Een andere vraag is, of de. Nederl. Jour
nalistische Kr'ng niet de zaak-Catz ook in
behandeling behoorde Ie nemen, om zich,
hetzij met. hetzij zonder medewerking van
de Berlijnsche Journalisten-Vereeniging,
gesteund door den Nederlan-lschen gezant
te Berlijn, tot de Duiische Regeering te
wenden. "Wellicht kunnen ook andere
buitenlandsehe pers-corporaties bereid gevon
den worden haar stem te verheffen, nu het
geval-Catz niet alleen het Handelsblad en
de Nederlandsche journalistiek, maar de
journalistiek in 't algemeen raakt.
Ern Verweer.
II. (Slot).
Verwey nu roept mij ter verantwoording
voor de gedichten die hij heeft afgekeurd.
Eerst spreekt hij: De bezorger van de bloem
lezer ? hij noemt zich van Kiring."'
Van Elring," zegt V'ervey. heeft alles
gedaan wat van Vloten heeft nagelaten,
zoodat de lijst van zijn om-m/te wijzigingen
nog aanmerkelijk is te vermeerderen." Ik
ben dus alleen wat konsekwenter geweest
dan van Vloten: verandert deze bijv. niet
tienduizendemalen de s in z, de t in d, ver
andert hij niet leeu in leeuw, klan in klauw,
werrelt in wereld, u in uw, enz.? KnVerwey zelf
ook. *) Het ontgaat mij volkomen, waarom on
derscheid gemaakt moet worden tussen klinker
pn medeklinker. Doch niet steeds zijn die
.vijzigingen onnut, zegt Verwey, zij hebben ook
schade gedaan en hij diept dan drie geva'len
op. Voorbeeld twee:
De triomftoorts begint:
't Gewapend Scheld ging t'zeil met dit ge
schreeuw. De heer v. E. vaas beseffende d.it
de uitdrukking l':ei( ga/in on-i vreemd is,
breekt de ( en daarmee de nrg»egraat uif. die
regels." Een gewone lezer, beoorde'aar, niets
weten Ie van do ruggegraat van Vondei's vers.
zou die regel lastig vinden uit te spreken.
Vandaar mijn concessie. Die t eist eerder een
taalkundige dan een esthetiese verklaring.
Indien ik in de regel :
Drie volle dagen/.iVWhij't staan ("te weten :
het monster) op de oude wijze hiel schrijf,
dan breek ik volgens dezelfde te >rie eerr
steun weg, ditmaal een rib. Wat blijft er nu
van die tf.orie? En bove.ndien is Verwey1 s
lezing niet juist. Er staat oorspronkelik : ging
(feil met dit gesehreeu". Verwey plaatst du:',
om in zijn eigen stijl te spreken, een staart
aan die regel.
Ik beweer niet, dat de uitgave volmaakt
is, en zal gaarne ieders raad horen, maar
deze wijze van aanval is onwaardig Men
bedenke ook, om welke redenen ik die ver
anderingen aanbracht.
In de Speelstiijd van Apollo en Pan ont
breekt een strofe, zegt Verwey; in waarheid,
dit ongeval is mij overkomen (en is, dunkt
mij, niet onvergefelik in een boek van deze
*) Ik hegrijp ook n'ef, waarom van Xouhuys
zijn aanval niet richt tegen van Vloten,
Alberdingk Tlrijui, Ve>\vey. Kall!', enz. enz.,
die talloze malen iet» veranderden. KallI
wijzigt een enkel ni.uüook een klinker,
bijv. vergochelt voor veiguiehelt. (Jan Lnyken).
IIHiiHiiMttmiiiiimtitimniimiiiutiiiiimimiimimiiiiimimiinittnn»
werk; maar Richard bleef bij den
lessenaarstaan err keek op haar neer.
Aanstaanden Dinsdag is het de vijf
tiende?ik kan het me haast niet begrijpen !
Je zult dan natuurlijk naar S. ter ugwillen en
ik veronderstel dat juffrouw Clarke dan wel
weer zal willen terugkomen?"
Ja, dat denk ik wel."
Kn jij, jij wilt zeker yrnag ermee op
houden ?"
Isabel sloeg twen toetsen tegelijk aan ; zij
nam kalm den tijd om haar fout weer te
herstellen, voordat zij antwoordde.
Praat nu als je blieft niet tegen me,
Richard; op die manier raak ik heelemaal
in de war met dat Latijn. Wacht liever tot
lunchtijd "
Hij glimlachte, draaide nog een poosje om
haar heen, nam ten slotte zijn hoed err ging uit.
Het Latijn werd plotseling afgebroken en
Isabel leunde achterover iir haar stoel met
een diepen zucht.
Eindelijk was het gekomen ! en zij was
gereed, maar dit oogenblik van extra voor
bereiding had haar toch onontbeerlijk toe
geschenen. Het was gekomen, maar hoe
geheel anders dan zij van te voren had gedacht!
Zij sprong op, en begon met haastige, zenuw
achtige schreden het kantoor op en rfeer te
loopen. Wat een tragi comedie wasdieheelo
geschiedenis toch eigenlijk geweest! Zij glim
lachte tegen zichzelf, toen zij bedaciu hoe
zij zich had aansegord en ten strijde was
getrokken, waar eigenlijk niet de minste
inspanning noedig was geweest, l let hart van
haar echtgenoot was tot haar gekomen, alsof
het alleen maar had gewacht op de gelegen
heid dit te doen. Er was bijna iets
bjlachelijks in.- Was het mogelijk, vroeg zij zich
zelve af, dat er per slot van rekening eigen
lijk geen huwelijksvraagstuk bestond ??dat
het eenige nooolige wiw, /jennei; <jetrr)nn' l d' zijn?
dat hetgeen de mannen in een vrouw ver
langden altijd, in de eerste en in de laat?!e
plaals een kameraad was ? Een kameraad,
ja, maar eene die tot alles in staat was,
tot die adeinlooze oogenblikken, die den
stervelingen een gevoel van onsterfelijkheid
geven, tot die teedere moederlijkheid, die
zich van de kinderen van een man tot den
man zelf uitstrekt, maar boven alles in staat
tot kameraadschap, tot het liefhebben van
omvang; een errata reeds kan <iit verhelpen).
Maar het vers is hierdoor niet onverstaan
baar geworden; v. N. merkte het niet op.
Het is voorts nimmer recht verstaan,
misscliien alleen door de betrokken personen.
Immers, men heelt die tocht van Hercules
met Cerberus door Athene alleen zeer
vermakelik gevonden, do :h de diepere betekenis
daarvan, ook tegenover Pau's zang, is de uit
leggers blijkbaar ontgaan. In mijn noot op
blz. 251. (Men bemerktVoEdePs bedoeling enz )
heb ik de uitleg daarvan gegeven; dochVerwey
verwijlt liever bij veur en voor.
Nu de keuze der teksten. ? Vaak verschil
den die, bijv. ia het Klinkdicht op Fred.
Hendrik :
En op uw kronen nog meer kronen waant
te tassen
en
En aan uw rijken nog meer rijken waant
te lasschen.
de eerste regel is, men voelt het, schoner,
tekenender. Ik koos die daarom en zo was
ik er overal op uit het mooiste te nemen.
Gewoonlik waren de verschillen niet zo tal
rijk en heel groot. Voor n vers was dit
anders. De Kamp tusschen Kuischheid en
Minne" eu deze behandelt Verwey in den
brede, een. ruim veld vindende voor zijn aan
merkingen. Wat is mijn metode geweest.
Nu eens biedt de, ene tekst beslist mooier
regels dan de andere. Ik trachtte, gelijk
ik in een noot verklaar, de voordelen, die
beide lezingen aanbieden, te benutten; dit
nu is Verwey te kras. Hij roept uit, dat
die teksten onverenigbaar zijn, want, zegt
hij : De ecne lezing is uit de jaren van
Vondei's bloeiende zinnelijkheid, de andere
uit die van een edele vroomheid." Fraai
gezegd. Vondel heeft later het vers wat
willen temperen, dat is de zaak, en hoewel
de eerste tekst over het algemeen het friste
en schilderachtigste is (?de rieboordet.jes en
riet,11 het stronkelen in slibbrig klei"; min
der klinkt voor huidige oren het goddelijk
geschrei"), wijl op het oogenblik der frisse
inspiratie gemaakt, welke tekst, ook minder
Parnassies,ik vooreen groot deel volg, toch heeft
hij door zijn twede tekst op verschillende plaat
sen verbeterd(gelij k Verwey erkennen zal). Zo is
de tempering gelukkig ; reeds dadelik de ver
andering van d i tietei (Kamp tusschen Geil
heid en Kuischheid, Ie U-kst) van het vers
aan de meisjes Paeck opgedragen, is een goede
verbetering, alsmede het wegwerken van de
naam Oosterhoer voor Vernis; zo is het toneel
van Su/.anne krachtiger, schoon minder ruw
in de twede tekst. Zju Verwey ons verbieden
daarvan gebruik temaken? Ook protesteer
ik er tegen, dat Verwey brokstukken van
beide Vondelteksten naast elkaar af Irukt en
de mijne (uit heide samengesteld) die hij ver
oordeelt, niet laat zien. De redelikheid had
dit geëist.
Ik kies het kleinste der brokstukken, door
Verwey tot voorbeeld gegeven.
Tekst I.
Alle venster-i luue.il v,j!
Nunne-tioniën, blank eu bol,
Ali haar vrouw, ten vederspel
Uitreed op een witte tel,
ilet eerr rijrok hagelwit;
't Kleed dat voegt haar daar ze zit
Met h ar speer, omgord wel stijf;
Pijlen nimlcu van haar lijf.
Tekst IL
Alle vensters lagen vol
R mie nonnen, blank en bol,
Als Mevrouw, ten wapenspel
Uitreed op een \sitte tel,
Met een rijrok, net en wit.
!t Kleed, dat voegt haar daar ze zit
En de speer voert; van haar rug
Rimleii pij 'en, scherp en ving.
De aan haar lijf ramlendo pijlen," zegt
Verweij, ..hebben zich moeten voegen in een
juixti-r rtv/.Y!Mii;;. iik kursieveer, v. E.)
Van Elring doet tegenover dit fragment
juist andersom als tegenover het vorige. Hij
volgt riu de tweede lezing, waarin hij dan
evenwel niet scheii'eii kan van het woord
haf/e!,!-:/.
Dit is wat ik noem twee bewerkingen door
elkaar verwarren en ik geloof dat de lezer
het met me eens zal zijn."
Dit is geen verwarren, doch kiezen.
het werk, het leven, de uitspanningen van
een man, alleen maar omdat het zijn werk,
zijn leven, zijn uitspanningen zijn ? \Vas het
mogelijk, dat dit het conige noodige was?
maar dan ook het eenige, dat werkelijk vol
doende was ?
Het was niet noodzakelijk, dat elke vrouw
het kantoor van haar man betrad, om dit
alles te leeren, maar even zeker was het,
dat zu'ik een band nooit, zou kunnen bestaan
tusschen den werker en do parasiet. En als
een quaestie, die eerst in de toekomst kon
worden opgelost, stelde zij de vraag terzijde,
of een dergelijke band ooit zon kannen be
staan tusscbeu den werker en <!e luüs-sloof,
of het gelukkigste huiselijke" huwelijk ter
wereld geen groote uitgestrektheden in het
leven vau een man open liet, welke een
vrouw, die alleen m;<ar huiselijk was, niet
j zon kunnen vullen, en die toch op de eeu
l of andere wijze moesten worden gevuld.
l Dit alles waren beschouwingen van af het
l standpunt van den man, nu bleef dat van
de vrouw nog over. Zij liep onrustig h-een
en weer door de kamer. Nu verlangde zij er
j naar, dat haar echtgenoot zou terugkomen,
nu zij geheel gereid was. En een vo'koTien
ongemotiveerd verlangen naar de kinderen
kwam bij haar op, een verlangen, dat zoo
sterk werd, dat zij hen door de telefoon
opsehelde. En toen hun stemmetjes haar in
de ooren klonken, lachte zij met de oogen
vol tranen. Maar toch deed het haar goed
en zij ging rustig bij <le schrijftafel vanhaar
man staan, met haar stapels papieren en
overvolle hokjes en laadjes Het kwam haar
voor, alsof het jaren ge eden was, dat zij
daar had gezeten, neerkijkende op de twee
reepje-: geel papier en zich zelf afvragende,
hoe het er eigenlijk uitzag iir Richard's
wereld Jliclmrtt'x wereld!
Hij was zoo et il binnengekomen, dat zij
hèu niet hoorde, voordat hij tot haar sprak.
Sta je je te vei'bazen over Jen rommel
op mijn lessenaar ?''
De kindereu gaan uit garnalen visschen,
Richard."
En jij wou, dat je met hen mee kon
gaan ? Arm kind !"
.. Richard, ik heb ie iets te vertellen."
Dat je heimwee hebt? Wel. dat kan ik
je niet kwalijk nemen. Je hebt het prachtig
Erkent V. niet zelf, dat de twede tekst
hier beter is. weerlegt hij niet zo klaar
mogelik zijn beweringen? Want wat heeft
die juister tekening te maken met het ver
schil tussen de bloeiende zinnelikheid en de
edele vroomheid? Of dat hagelwit? Is hagel
wit (I) geen reine kleur? En wapenspel is
beter, wijl met de speer wordt gestreden.
Ver weij's aanmerkingen blijken geioclit.
Verweij vervolgt dan: Van Elring heeft,
zooals ik zei, deze wijs van doen
ineenaanteekening meegedeeld. Wat hij niet heeft
meegedeeld is, dat hij overal waar de brokjes
van Vondel niet aan elkaar pasten, de
gapingen heeft bijgeborduurd; en ooïnog
elders hier en daar woorden van Vondel
vervangen heeft door eigene. Het gedicht
werd daardoor een broddellap, waarin niet
alleen fragmenten van twee onverenigbare
lezingen door Vondel maar ook brokstukken
vau Vau Elring voorkomen."
Ik zal u nu duidelik maken, wat Verweij
onder die broddellap verstaat. Ik geef het
vervolg vorige tekst:
Cypris, en haar zoon, vol moeds
Werd getrokken in een koets,
Van twee zwanen, taai van schacht,
Die de nrin aandreef met kracht.
II.
Oypris met haar zoontjen, prat
Op den hogen wagen zat;
Min, de voerman, dreef de zwaan,
Die haar voorttrok, wakker aan.
Ik volg in hoofdzaak lezing I; koets is
mooier dan wagen; dech gij merkt,
wakker" uit II klinkt beter, is vlugger.
daarentegen ontbreekt 'daar het tekenende
taai van schacht" en wordt die haar voort
trok" overbodig; voor de eenvoud acht ik
n zwaan verkieslikst, ik stel dus beide
tekst.n samen tot de gemengde tekst III:
III.
Cypri-s eu haar zoon, vol moeds
Werd getrokken in een koets;
Min, de voerman, dreef do zwaan,
Taai van schachten, wakker aan.
Plaatsgebrek verbiedt mij om hier strofe
voor strofe reken-chap te geven; ik volgde
keuze van Verwey.
Dit pogen met de grootste rnogelike zorg
vuldigheid en piëteit de schoonheden van
beido tekPten te verenigen wordt mij door
Verweij, die dit vers gelijk zo vele anderen,
vroeger geheel voorbij zag. euvel geduid.
En dit ook is het, wat van Nouhuijs noemt:
schandelik omspringen niet de tekst van
Vondel. En slechts bij dit v-^rs meende ik
zulk een ingrijpt nde oewerking te moeten
en te mogen toepassen.
Ik verklaar, moge het boek niet fout vrij
zijn, bet met volkomen toewijding tot Vondel
te hebben samengesteld en te hopen mede
het mijne bij te dragen om d* Helde te ver
hogen van het Nederlandse volk voor zijn
grootste, doch zo lang verwaarloosde, en zo
veel gescholden dichter.
's 11 a g f, 17 Juli. VA>- ELHIXC.
J.
BOEK AANKONDIGING.
\IoUGAX DK UlïooT, Juli i'.-m i>'jl'l;.
William Blackwood and Sous,
KJinburgh and London.
Moesten we onvoorwaardelijk op het motto
afgaan, many waters cannot quonch love,
neither eau the lloods drown it" dan zou
de standvastige liefde van A reen <le Jongh
en Jan van Dyck, het hoofdmotief vau dit
vlot geschreven romannetje zijn.
Als kinderen hebben ze dikwijls niet elkaar
gespeeM; meisje en knaap geworden, hebbin
ze bijna eens kermis met elkaar gehouden ;
met Gerrit VeUl. oom en voogd van J.iu,
deden /.e eens samen een sledevaart, met
noodlotügen atloop voor Gjrrit, waarop Jarr
naar Amsterdam ging om 't gymnasium te
bezoeken, zoodat hij (i jaren kon verzuimen
aan Areen te schrijven: als student te Lei len
had Jan te veel aan zijn hoofd, en werd te
veel gevierd misschien, om zijn verzuim
goed te maken; hij gelegenheid van een
lustrum, Jan was op het punt in do
rechten te promoveeren figureerde de
held als Karel V en kreeg Areen gelegenheid
den vorst haar opwachting te maken eu zich
vau zijn trouwe, hoepel wat iakfche liefde
te vergewissen; Mr. J. van Dyck vestigt
miuHiimmmtiHituiiiiimmiiimiuiiUüitiiliiiiitititiiiiiiifititiiiiiiii»
volgehouden, maar 't spreekt van zelf..." Zijn
stem klonk op de een of andere manier met
volkomen natuurlijk.
Ook hij had zich voorbereid, had zich voor
oogen gehouden, dat het nu uit was, dat hij
immers altijd had geweten, dat het maar
iets tijdelijks was; het was een glorieuze
opstanding geweest, maar natuurlijk kon het
zou niet blijven. Hij moest zich er op voor
bereiden, zijn nieuwgevoivle-'. kameraad weer
te verruilen tegen de oude Isabel. Eu liet
was zijn plicht de eenige dankbetuiging
die hij haar kon geven,?de zaak verstandig
en kalm op te vatter.
Je. hebt me van morgen gevraagd, of ik
graai weer naar S. zou willen teruggaan."
..N'een, pardon. Ik heb gezegd dat je
n«(,?<K;-////,-graag naar S. zoudt willen teruggaan.''
N'u dan, ik wil nift graag naar S. terug.
Neen, Richard, laat mij asjeblief: uitspreken."
Zij begon weer zenuwachtig heen en weer
te loopen. Maar toen schaamde zij zich over
haar zenuwachtigheid, bleef met kalme waar
digheid tegenover baar man staan, en ging
op rustigen maar beslisten toon voort :
Richard, toen ik op je kantoor kwam, was
dat om enfin, om persoonlijke redenen.
Wat die waren, doet er niet toe, warst 70
hesiaan niet meer, het is voldoende a s ik
zeg, dat ik dichter bij je wilde komen en je
wilde begrijpen. Het kwam me voor, alsof
wij van elkaar afgedreven waren. Dat was de
reden,waarom ik bij je wilde komen werkerr.
Neen, neen, zeg alsjeblieft niets! 11 ben
nog niet klaar, en het overige zul je wel
minder plezierig vinden om te hooren. Ik
weet niet precies, hoe ik het je duidelijk moet
maken, icbard, maar ik hen langzamerhand
zooveel om het werk zelf gaan geven, dat?j
ik bang beu, dat ik zal moeten doorgaan met j
werken."
Nu wn* Richard degene, die heeuenwrer
liep door de kamer, met vlugge, ongedul
dige schreden. Hij bleef eindelijk voor zijn
vrouw staan, en keek ernstig naar het bezielde
gelaat, naai' degeheele gestalte, zoo vol kracht
en energie.
,lk begrijp het ik begrijp het volkomen.
Wat. ik nooit heb kunnen begrijpen, is hoe
vrouwen van j-tn soort het. leven, dat zij
leiden, kunnen uithouden Kn je denkt toch
zeker niet, dat ik niet zou willen, dat het
zich daarna als advocaat te Amsterdam en
komt den heer De Jongh vragen om de hand
van zijn dochter; met vreugde stemt de
vader van Areen in het huwelijk toe, om
onmiddellijk Van Dyck wiens tweede
woord bij dit onderhoud was geweest, dat
hij zijn aanstaanden schoonvader de
heerlijkheidsrechten van Schalckenburgh zou be
twisten uit zijn woning en zijn hart te
verdrijven; Areen laat zich nu, zeer tegen
haar zin, mei den notaris Jaap Kat verloven,
maar ontvlucht, nadat zij zich, niet haar
vader, door Jan van Dyck van den wissen
dood had laten redden, waarmee een
dijkbreuk baar bedreigde, op den. dag voor het
huwelijk vastgesteld, den karakterloozen
bruidegom en werpt zich. t<n laatste en
voorgoed, in de armen van Mr. Jan van Dyck.
Toch geloof ik, dat deze ietwat romanti
sche liefdesgeschiedenis voor den auteur
alleen het stramien was waarop hij zijn
beschrijvingen en opnerkmgcn wilde bor
duren. Want deze beschrijvingen zijn kleurig
en fleurig, de opmerkingen meestal raak en
soms geestig, maar 't amoureme vertellinkje
weinig meer dan banaal. Van Areen's liefde
begrijpt de lezer vaak even weinig, vermoed
ik, als" van haar naam, en Jan van Dyck is
een zonderlinge vrijer; doch Gerrit Veld en
De Jonf2h vau Schalkenburgh hebben
Hollandsche namen en zijn Hollandsche karakters.
Ook het Hollandsche landschap is goed
geteekend en de Hollandsche toestanden, zou
ik geneigd zijn te zeggen, kent de schrijver
door en door, al komt een heel enkelen
keer ten beetje twijfel aan de juistheid der
mededeeling den indruk storen. De nuteur
ston l op den afstand van duidelijk zien,
eerste voorwaarde van juist opmerken.
Vraagt men, of de wijze waarop J.
Morgaude Groot land en lieden aan zijn huidige
'andgenooten voorstelt, etn daad van piëteit
is tegenover ons en zijn vaderland, dan
antwoord ik, een beefje in den trant van
den Alkmaarder boer uit de Camera : de
schrijver houdt van waarheid. In de bij
zondere aandacht van prof. van der Wijck
zou ik willen aanbevelen het tafereel van
het groenloopen; in veler aandacht, wat
gezegd wordt van ons middelbaar en gym
nasiaal onderwijs; de attentie vragen van
onze ingenieurs voor beschrijving van een
dijkbreuk en van alle lezers voor die van
een boeren k er rui ?*. Voeg ik hier nog aan
toe, dat Jaap Kat een type is van een
ontrouwen notaris en 't heele boek geschreven
is in lossen, prettigen stijl, dan is dit zeker
excuus genoeg voor 't feit, dat een in 't
Engelsch geschreven romannetje, met lof
wordt aangekondigd in een Nederlandsen
literair weekblad.
Utrecht. W. PIK.
cKt Victoriawatei
.----' OBERLAHNSTEIN. : :
(??BB* V
O TÉ" l lf\
01 tLIU
R A A G
HigliGradoTnrkischl
w Cigarettcs
Moderate l rlcep.
M.VLKiN", KUEDIVE", EXTRA FINE",
2 et. 2X et. 3 et.
Ste/io Efstathopou/os (Smyrna).
mimHintiiinitiiiniiiiiiii
iiMiuiHiiiiifiiiiMiiiiiinimtiiisiitiigmi
altij i op deze wijze zou kunnen voortgaan?
Het is voor mij nu, het doet er niet toe,
wat het voor mij is geweest. Maar de
quaestie is, dat wij ons leven niet weer van
voren af aan kunnen beginnen, en ik ben
bang, lieveling, dat liet te laat is. Om to
beginnen, wij hebben de kinderen."
. Ja, goddank, wij hebhen de kinderen/'
zeide hun moeder vol warmte. ,;lk zal hen
beter opvoeden, dan ik zelf ben opgevoed.
Zusje bijvoorbeeld moet 't een of andere
beroep leeren."
Richard glimlachte, maar werd toen weer
ernstig.
Maar liet zou dwaasheid zijn. te beweren,
dat zij m:j elk oogenblik van den dag iroo.lig
hebben, /ij zijn van den morgen tot den avond
druk bezig, daarom zijn ze zoo g< zond en
vroo'.ijk. J k; zou al hun maaltijden met hen
kunnen gebruiken, al hun vrije uurtjes met
hen doorbrengen, - meer doe ik nu ook niet.
Ifdei-i-m is druk bezig, behalve ik, en het
is hoog tijd. dat ik ook een bezigheid krijg,
niet alleen maar in schijn, maar in werke
lijkheid."
Ricliard keek haar in de oogen, en was
getroffen, door hetgeen hij daar zag. De oude
Isabel was dus verdwenen? Zij behoefde niet
weer terug te keeren? Neen, zij kon niet
terug keeren! De nieuw gevonden kameraad,
de hartelijke-, verstandige vriendin, zou dus
blijven! In een' oogenblik had hij een visioen
van alles, wat dit voor hen beteeïende. En
ook hij vroeg zich zelf plotseling af, of dit
soms het ware huwelijk was het ware leven?
Hij nam de handen van zijn vrouw- in de
zijne.
Blijf bij mij. Isabel," en hoe kalm zijn
stem ook klonk, toch was er niet minder
innigheid in dan toen hij voor de eerste
maal dit verzoek tot haar richtte. Blijf bij
mij, -als je kunt. Werk met mij,?s;uleer
met mij, doe wat je wilt, maar blijf
bij mij, als ju kun*."
Dat kan ik van ganseher harte," zeide
Isabel met den ouden vroolijken glimlach,
maar met een uitdrukking vau groote innig
heid in haar oogen.