De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 10 september pagina 2

10 september 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O II N E D E R L A N D. No. 1472 Te Tokio zijn 3 Rijkg-vakscholen. 1. Het Conservatorium voor musielr, met 38 onderwijzers «n 215 leerlingen. Opleiding tot leeraar in 3, tot artist in 6 jaar. 2. De Kunstacademie voor schilderkunst, met 46 onderwijzers en 309 leerlingen. Zij bevat ook afdeelingen voor beeldhouwkunst, architectuur en kunstnijverheid. 3. De school voor Vreemde talen; cursus: 3-jarig. Vreemde talen : Andere vakken: 1ste en Engelsen, 2e jaar Fransch. Dnitsch, Russisch, facultatief: 3e jaar Koreaansch. 3ejaar Staathuish.kde, internat, recht, pedagogie. Het Schoolmuseum te Tokio is ten behoeve van het Lager en Middelbaar onder wij''. Buitendien heeft Japan 4 Openbare en 38 Bijzondere Vakscholen, waar van 15 voor genees- en artsenijkunde, 12 staatsrecht, staat-en f taathuish.kunde 7 natuurkennis, 4 letterkunde, 4 andere studiën. Aan deze scholen waren in 1899 782 prof. verbonden, van wier lessen 11.627 leerlingen profiteerden. (Slot volgt.) T. M. S. GUYOT. De heer Prell heeft een bericht ons toe gezonden ter plaatsing, waaraan wij het volgende pntleenen : Zur Abwehr. So ii-t denn bezüglich der Frage «ur Ausweisuna; des Journalisten Catz endlich das grosse Wort gefallen : Ich, August Prell, Begründer der Dentschen Wochenzeitung für die Niederlande u. Belgien' und seit dreizehn Jahren ihr schriftstellerischer Leiter, bin ein Reptil der Deutschen Regierung, ein Spion, der von der Wilhelmstrasse in Berlin aus mit Geld und regierungf freundlichen Artikeln gefüttert wird, eia von seinen Heimatsgenossen Verstossener." Der Vorwarts" hat diesbezüglich eine schwache Andeutung gemacht: das Berliner Tageblatt" jedoch erhebt diese fchweren Beschuldigungen in der Oeffentlichkeit auf die Angaben eines geachteten Mitgliedes des Deutschen Kolonie in Amsterdam" hin. Eine ungebeuerlichere, leichtfertigere, niedertrüchtigere Tat ist in den Annalen der Journalistik wohl kaum mehr bekannt. Ich habe denn auch sofort Schritte eingeleitet, urn das Berliner Tageblatt" und seinen Ge?wiihrjinann vor Gericht zum Beweise ihrer niedei-tniehtigen Behanptung . zu zwingen. Bis dahin bin ich allerdings wehrlos und ehrlos in den Augen meiner zahireichen Feinde in niederliindischen und deutschen Kreisen. Meinen Freunden gegenü!»er aber erkhire icb, was ich anch spater bei der Verhandlung u u ter Ei<l aussagen \verde: duss ich irie und nimmer mit einem l'ressburean dfr Deulfchen tieqierung in Verbindung ijestanden habe, ebenso wenig je m't einem der hier accreditiertcn deutschen (itsandten oder Cowsvln. Dein Niederlandischen Jouinalistenkreis" habe ich ineirie Angelegenheit in die Hiinde gegebin. Er kann ber rnich, mcine Bücher, meine Korrespondenzeu, ber alles verfügen. Ich werde der voraussichtlioh zu constituirenden Untersuchscommission Freunde nnd Feinde von mir nennen, die alle bezeugen werden, da-s meine lanyjahrige Tiitigkeit als Journalist nichts anderes war als ein aufreibende-r Kaïnpf um's Dasein, aus welchem ich ohne Makel an meiner Fhre hervorgegangen bin. A. PRKLL, Chef redacteur und Vnle.ger dir D. W. f. d, N. u. B." Um voilüufig wenigstens die eine Lüge des G^wahrsmanns des Berliner Tageblatts", ich sei aus dem hiesigen Deutschen Verein ausgc'wieggfn, zu entkriiften, füge ich die Erkh'iiung des Prüsidenten genannten Vereins hinm : Der unterzeichnete Vorsitzender des Deut sche Vereins in Arasterdam erkhirt, dassHerr A Prell voor etwa einem Jahre aus dem Verein getreten ist und von einer Ausweieung aus dem Verein keine Rede sein kann. BET HUWELIclKS-YRAAGSTDK, Naar het Engelsch,va.n GKACE ELLERY CHAXXISG ^«?' V. (Slot). Ondertusscheii leerde zij voortdurend. Mannen, die zij tot nu toe alleen ontmoet had oan weelderige diners, onder het genot van champagne frappe, zag zij nu dagelijks, werkende als paarden, en hun haastigen lunch besproeiende met de zooveel eenvoudiger drank : bier, en zij vutte die ontdekking op als iets symbolisch. Overal zooveel meer inout, iooveel minder schuim dan zij had gedacht! En overal do mannen over het algemeen zooveel beter en eenvoudiger dan zij zich in de salons voordoen. En voor de zooveelste maal dacht zij met droefheid aan de vele nadeelen van die ontmoetingsplaats der sexen. De rest van den zomer ging voorbij met verbazingwekkende snelheid, onder geregeld werken, afgebroken door bezoeken aan vroohjk stoeiende kinderen en een ex-secretaris, die met de week mooier werd. Op een dag kwam Richard het kantoor binnen en legde een cheque neer op den lessenaar van zijn vrouw. Wat is dal?" vroeg zij verstrooid. Je salaris, dat had ik tot nu toe heelemaal vergeten." Tot zijn groot vermaak nam zij het met een ernstig gezicht op en keek er een heelen tijd naar. Wel," zeide hij eindelijk, wat is het voor een gevoel, je brood te verdienen in het zweet van je aanschijn'!" Een heerlijk gevoel. Heb ik dat heusch allemaal verdiend ?" Allemaal!" Richard kou een glimlach niet bedwingen. Hij herinnerde zich andere cheques in het verleden. Ja, 't is eerlijk verdiend geld, je hebt het cent voor cent verdiend. Je bent e-n uil stekende secretaris; ik zal je bij gelegenheid graag recommandeeren." Dank je," zeide Isabel ernstig. Zij legde den. cheque ter zijde en ging voort met haar Auch bat Herr Prell, soweit ihm bekannt, nicht gegen den Verein agirt. w. gez. L. A. STELLING. Amsterdam, 30 Aug. 1905. Het spreekt van zelf dat wij uitlatingen te zijnen opzichte, als van do Voricfirts en het Berliner TageUatt ten zeerste afkeuren. Betichtingen, die iemands karakter in zoo hooge mate aantasten, mag men zeker niet in het openbaar uitspreken, zonder tevens daarbij te kunnen zeggen, dat men de be wijzen ervan in handen heeft. Dat de heer Prell uit den Deutschen Verein gestooten zou zijn, het is nu reeds afdoende weerlegd. Voor 't overige moge de Nederl. Journalistische Kring uitspraak doen. Een andere vraag is, of de. Nederl. Jour nalistische Kr'ng niet de zaak-Catz ook in behandeling behoorde Ie nemen, om zich, hetzij met. hetzij zonder medewerking van de Berlijnsche Journalisten-Vereeniging, gesteund door den Nederlan-lschen gezant te Berlijn, tot de Duiische Regeering te wenden. "Wellicht kunnen ook andere buitenlandsehe pers-corporaties bereid gevon den worden haar stem te verheffen, nu het geval-Catz niet alleen het Handelsblad en de Nederlandsche journalistiek, maar de journalistiek in 't algemeen raakt. Ern Verweer. II. (Slot). Verwey nu roept mij ter verantwoording voor de gedichten die hij heeft afgekeurd. Eerst spreekt hij: De bezorger van de bloem lezer ? hij noemt zich van Kiring."' Van Elring," zegt V'ervey. heeft alles gedaan wat van Vloten heeft nagelaten, zoodat de lijst van zijn om-m/te wijzigingen nog aanmerkelijk is te vermeerderen." Ik ben dus alleen wat konsekwenter geweest dan van Vloten: verandert deze bijv. niet tienduizendemalen de s in z, de t in d, ver andert hij niet leeu in leeuw, klan in klauw, werrelt in wereld, u in uw, enz.? KnVerwey zelf ook. *) Het ontgaat mij volkomen, waarom on derscheid gemaakt moet worden tussen klinker pn medeklinker. Doch niet steeds zijn die .vijzigingen onnut, zegt Verwey, zij hebben ook schade gedaan en hij diept dan drie geva'len op. Voorbeeld twee: De triomftoorts begint: 't Gewapend Scheld ging t'zeil met dit ge schreeuw. De heer v. E. vaas beseffende d.it de uitdrukking l':ei( ga/in on-i vreemd is, breekt de ( en daarmee de nrg»egraat uif. die regels." Een gewone lezer, beoorde'aar, niets weten Ie van do ruggegraat van Vondei's vers. zou die regel lastig vinden uit te spreken. Vandaar mijn concessie. Die t eist eerder een taalkundige dan een esthetiese verklaring. Indien ik in de regel : Drie volle dagen/.iVWhij't staan ("te weten : het monster) op de oude wijze hiel schrijf, dan breek ik volgens dezelfde te >rie eerr steun weg, ditmaal een rib. Wat blijft er nu van die tf.orie? En bove.ndien is Verwey1 s lezing niet juist. Er staat oorspronkelik : ging (feil met dit gesehreeu". Verwey plaatst du:', om in zijn eigen stijl te spreken, een staart aan die regel. Ik beweer niet, dat de uitgave volmaakt is, en zal gaarne ieders raad horen, maar deze wijze van aanval is onwaardig Men bedenke ook, om welke redenen ik die ver anderingen aanbracht. In de Speelstiijd van Apollo en Pan ont breekt een strofe, zegt Verwey; in waarheid, dit ongeval is mij overkomen (en is, dunkt mij, niet onvergefelik in een boek van deze *) Ik hegrijp ook n'ef, waarom van Xouhuys zijn aanval niet richt tegen van Vloten, Alberdingk Tlrijui, Ve>\vey. Kall!', enz. enz., die talloze malen iet» veranderden. KallI wijzigt een enkel ni.uüook een klinker, bijv. vergochelt voor veiguiehelt. (Jan Lnyken). IIHiiHiiMttmiiiiimtitimniimiiiutiiiiimimiimimiiiiimimiinittnn» werk; maar Richard bleef bij den lessenaarstaan err keek op haar neer. Aanstaanden Dinsdag is het de vijf tiende?ik kan het me haast niet begrijpen ! Je zult dan natuurlijk naar S. ter ugwillen en ik veronderstel dat juffrouw Clarke dan wel weer zal willen terugkomen?" Ja, dat denk ik wel." Kn jij, jij wilt zeker yrnag ermee op houden ?" Isabel sloeg twen toetsen tegelijk aan ; zij nam kalm den tijd om haar fout weer te herstellen, voordat zij antwoordde. Praat nu als je blieft niet tegen me, Richard; op die manier raak ik heelemaal in de war met dat Latijn. Wacht liever tot lunchtijd " Hij glimlachte, draaide nog een poosje om haar heen, nam ten slotte zijn hoed err ging uit. Het Latijn werd plotseling afgebroken en Isabel leunde achterover iir haar stoel met een diepen zucht. Eindelijk was het gekomen ! en zij was gereed, maar dit oogenblik van extra voor bereiding had haar toch onontbeerlijk toe geschenen. Het was gekomen, maar hoe geheel anders dan zij van te voren had gedacht! Zij sprong op, en begon met haastige, zenuw achtige schreden het kantoor op en rfeer te loopen. Wat een tragi comedie wasdieheelo geschiedenis toch eigenlijk geweest! Zij glim lachte tegen zichzelf, toen zij bedaciu hoe zij zich had aansegord en ten strijde was getrokken, waar eigenlijk niet de minste inspanning noedig was geweest, l let hart van haar echtgenoot was tot haar gekomen, alsof het alleen maar had gewacht op de gelegen heid dit te doen. Er was bijna iets bjlachelijks in.- Was het mogelijk, vroeg zij zich zelve af, dat er per slot van rekening eigen lijk geen huwelijksvraagstuk bestond ??dat het eenige nooolige wiw, /jennei; <jetrr)nn' l d' zijn? dat hetgeen de mannen in een vrouw ver langden altijd, in de eerste en in de laat?!e plaals een kameraad was ? Een kameraad, ja, maar eene die tot alles in staat was, tot die adeinlooze oogenblikken, die den stervelingen een gevoel van onsterfelijkheid geven, tot die teedere moederlijkheid, die zich van de kinderen van een man tot den man zelf uitstrekt, maar boven alles in staat tot kameraadschap, tot het liefhebben van omvang; een errata reeds kan <iit verhelpen). Maar het vers is hierdoor niet onverstaan baar geworden; v. N. merkte het niet op. Het is voorts nimmer recht verstaan, misscliien alleen door de betrokken personen. Immers, men heelt die tocht van Hercules met Cerberus door Athene alleen zeer vermakelik gevonden, do :h de diepere betekenis daarvan, ook tegenover Pau's zang, is de uit leggers blijkbaar ontgaan. In mijn noot op blz. 251. (Men bemerktVoEdePs bedoeling enz ) heb ik de uitleg daarvan gegeven; dochVerwey verwijlt liever bij veur en voor. Nu de keuze der teksten. ? Vaak verschil den die, bijv. ia het Klinkdicht op Fred. Hendrik : En op uw kronen nog meer kronen waant te tassen en En aan uw rijken nog meer rijken waant te lasschen. de eerste regel is, men voelt het, schoner, tekenender. Ik koos die daarom en zo was ik er overal op uit het mooiste te nemen. Gewoonlik waren de verschillen niet zo tal rijk en heel groot. Voor n vers was dit anders. De Kamp tusschen Kuischheid en Minne" eu deze behandelt Verwey in den brede, een. ruim veld vindende voor zijn aan merkingen. Wat is mijn metode geweest. Nu eens biedt de, ene tekst beslist mooier regels dan de andere. Ik trachtte, gelijk ik in een noot verklaar, de voordelen, die beide lezingen aanbieden, te benutten; dit nu is Verwey te kras. Hij roept uit, dat die teksten onverenigbaar zijn, want, zegt hij : De ecne lezing is uit de jaren van Vondei's bloeiende zinnelijkheid, de andere uit die van een edele vroomheid." Fraai gezegd. Vondel heeft later het vers wat willen temperen, dat is de zaak, en hoewel de eerste tekst over het algemeen het friste en schilderachtigste is (?de rieboordet.jes en riet,11 het stronkelen in slibbrig klei"; min der klinkt voor huidige oren het goddelijk geschrei"), wijl op het oogenblik der frisse inspiratie gemaakt, welke tekst, ook minder Parnassies,ik vooreen groot deel volg, toch heeft hij door zijn twede tekst op verschillende plaat sen verbeterd(gelij k Verwey erkennen zal). Zo is de tempering gelukkig ; reeds dadelik de ver andering van d i tietei (Kamp tusschen Geil heid en Kuischheid, Ie U-kst) van het vers aan de meisjes Paeck opgedragen, is een goede verbetering, alsmede het wegwerken van de naam Oosterhoer voor Vernis; zo is het toneel van Su/.anne krachtiger, schoon minder ruw in de twede tekst. Zju Verwey ons verbieden daarvan gebruik temaken? Ook protesteer ik er tegen, dat Verwey brokstukken van beide Vondelteksten naast elkaar af Irukt en de mijne (uit heide samengesteld) die hij ver oordeelt, niet laat zien. De redelikheid had dit geëist. Ik kies het kleinste der brokstukken, door Verwey tot voorbeeld gegeven. Tekst I. Alle venster-i luue.il v,j! Nunne-tioniën, blank eu bol, Ali haar vrouw, ten vederspel Uitreed op een witte tel, ilet eerr rijrok hagelwit; 't Kleed dat voegt haar daar ze zit Met h ar speer, omgord wel stijf; Pijlen nimlcu van haar lijf. Tekst IL Alle vensters lagen vol R mie nonnen, blank en bol, Als Mevrouw, ten wapenspel Uitreed op een \sitte tel, Met een rijrok, net en wit. !t Kleed, dat voegt haar daar ze zit En de speer voert; van haar rug Rimleii pij 'en, scherp en ving. De aan haar lijf ramlendo pijlen," zegt Verweij, ..hebben zich moeten voegen in een juixti-r rtv/.Y!Mii;;. iik kursieveer, v. E.) Van Elring doet tegenover dit fragment juist andersom als tegenover het vorige. Hij volgt riu de tweede lezing, waarin hij dan evenwel niet scheii'eii kan van het woord haf/e!,!-:/. Dit is wat ik noem twee bewerkingen door elkaar verwarren en ik geloof dat de lezer het met me eens zal zijn." Dit is geen verwarren, doch kiezen. het werk, het leven, de uitspanningen van een man, alleen maar omdat het zijn werk, zijn leven, zijn uitspanningen zijn ? \Vas het mogelijk, dat dit het conige noodige was? maar dan ook het eenige, dat werkelijk vol doende was ? Het was niet noodzakelijk, dat elke vrouw het kantoor van haar man betrad, om dit alles te leeren, maar even zeker was het, dat zu'ik een band nooit, zou kunnen bestaan tusschen den werker en do parasiet. En als een quaestie, die eerst in de toekomst kon worden opgelost, stelde zij de vraag terzijde, of een dergelijke band ooit zon kannen be staan tusscbeu den werker en <!e luüs-sloof, of het gelukkigste huiselijke" huwelijk ter wereld geen groote uitgestrektheden in het leven vau een man open liet, welke een vrouw, die alleen m;<ar huiselijk was, niet j zon kunnen vullen, en die toch op de eeu l of andere wijze moesten worden gevuld. l Dit alles waren beschouwingen van af het l standpunt van den man, nu bleef dat van de vrouw nog over. Zij liep onrustig h-een en weer door de kamer. Nu verlangde zij er j naar, dat haar echtgenoot zou terugkomen, nu zij geheel gereid was. En een vo'koTien ongemotiveerd verlangen naar de kinderen kwam bij haar op, een verlangen, dat zoo sterk werd, dat zij hen door de telefoon opsehelde. En toen hun stemmetjes haar in de ooren klonken, lachte zij met de oogen vol tranen. Maar toch deed het haar goed en zij ging rustig bij <le schrijftafel vanhaar man staan, met haar stapels papieren en overvolle hokjes en laadjes Het kwam haar voor, alsof het jaren ge eden was, dat zij daar had gezeten, neerkijkende op de twee reepje-: geel papier en zich zelf afvragende, hoe het er eigenlijk uitzag iir Richard's wereld Jliclmrtt'x wereld! Hij was zoo et il binnengekomen, dat zij hèu niet hoorde, voordat hij tot haar sprak. Sta je je te vei'bazen over Jen rommel op mijn lessenaar ?'' De kindereu gaan uit garnalen visschen, Richard." En jij wou, dat je met hen mee kon gaan ? Arm kind !" .. Richard, ik heb ie iets te vertellen." Dat je heimwee hebt? Wel. dat kan ik je niet kwalijk nemen. Je hebt het prachtig Erkent V. niet zelf, dat de twede tekst hier beter is. weerlegt hij niet zo klaar mogelik zijn beweringen? Want wat heeft die juister tekening te maken met het ver schil tussen de bloeiende zinnelikheid en de edele vroomheid? Of dat hagelwit? Is hagel wit (I) geen reine kleur? En wapenspel is beter, wijl met de speer wordt gestreden. Ver weij's aanmerkingen blijken geioclit. Verweij vervolgt dan: Van Elring heeft, zooals ik zei, deze wijs van doen ineenaanteekening meegedeeld. Wat hij niet heeft meegedeeld is, dat hij overal waar de brokjes van Vondel niet aan elkaar pasten, de gapingen heeft bijgeborduurd; en ooïnog elders hier en daar woorden van Vondel vervangen heeft door eigene. Het gedicht werd daardoor een broddellap, waarin niet alleen fragmenten van twee onverenigbare lezingen door Vondel maar ook brokstukken vau Vau Elring voorkomen." Ik zal u nu duidelik maken, wat Verweij onder die broddellap verstaat. Ik geef het vervolg vorige tekst: Cypris, en haar zoon, vol moeds Werd getrokken in een koets, Van twee zwanen, taai van schacht, Die de nrin aandreef met kracht. II. Oypris met haar zoontjen, prat Op den hogen wagen zat; Min, de voerman, dreef de zwaan, Die haar voorttrok, wakker aan. Ik volg in hoofdzaak lezing I; koets is mooier dan wagen; dech gij merkt, wakker" uit II klinkt beter, is vlugger. daarentegen ontbreekt 'daar het tekenende taai van schacht" en wordt die haar voort trok" overbodig; voor de eenvoud acht ik n zwaan verkieslikst, ik stel dus beide tekst.n samen tot de gemengde tekst III: III. Cypri-s eu haar zoon, vol moeds Werd getrokken in een koets; Min, de voerman, dreef do zwaan, Taai van schachten, wakker aan. Plaatsgebrek verbiedt mij om hier strofe voor strofe reken-chap te geven; ik volgde keuze van Verwey. Dit pogen met de grootste rnogelike zorg vuldigheid en piëteit de schoonheden van beido tekPten te verenigen wordt mij door Verweij, die dit vers gelijk zo vele anderen, vroeger geheel voorbij zag. euvel geduid. En dit ook is het, wat van Nouhuijs noemt: schandelik omspringen niet de tekst van Vondel. En slechts bij dit v-^rs meende ik zulk een ingrijpt nde oewerking te moeten en te mogen toepassen. Ik verklaar, moge het boek niet fout vrij zijn, bet met volkomen toewijding tot Vondel te hebben samengesteld en te hopen mede het mijne bij te dragen om d* Helde te ver hogen van het Nederlandse volk voor zijn grootste, doch zo lang verwaarloosde, en zo veel gescholden dichter. 's 11 a g f, 17 Juli. VA>- ELHIXC. J. BOEK AANKONDIGING. \IoUGAX DK UlïooT, Juli i'.-m i>'jl'l;. William Blackwood and Sous, KJinburgh and London. Moesten we onvoorwaardelijk op het motto afgaan, many waters cannot quonch love, neither eau the lloods drown it" dan zou de standvastige liefde van A reen <le Jongh en Jan van Dyck, het hoofdmotief vau dit vlot geschreven romannetje zijn. Als kinderen hebben ze dikwijls niet elkaar gespeeM; meisje en knaap geworden, hebbin ze bijna eens kermis met elkaar gehouden ; met Gerrit VeUl. oom en voogd van J.iu, deden /.e eens samen een sledevaart, met noodlotügen atloop voor Gjrrit, waarop Jarr naar Amsterdam ging om 't gymnasium te bezoeken, zoodat hij (i jaren kon verzuimen aan Areen te schrijven: als student te Lei len had Jan te veel aan zijn hoofd, en werd te veel gevierd misschien, om zijn verzuim goed te maken; hij gelegenheid van een lustrum, Jan was op het punt in do rechten te promoveeren figureerde de held als Karel V en kreeg Areen gelegenheid den vorst haar opwachting te maken eu zich vau zijn trouwe, hoepel wat iakfche liefde te vergewissen; Mr. J. van Dyck vestigt miuHiimmmtiHituiiiiimmiiimiuiiUüitiiliiiiitititiiiiiiifititiiiiiiii» volgehouden, maar 't spreekt van zelf..." Zijn stem klonk op de een of andere manier met volkomen natuurlijk. Ook hij had zich voorbereid, had zich voor oogen gehouden, dat het nu uit was, dat hij immers altijd had geweten, dat het maar iets tijdelijks was; het was een glorieuze opstanding geweest, maar natuurlijk kon het zou niet blijven. Hij moest zich er op voor bereiden, zijn nieuwgevoivle-'. kameraad weer te verruilen tegen de oude Isabel. Eu liet was zijn plicht de eenige dankbetuiging die hij haar kon geven,?de zaak verstandig en kalm op te vatter. Je. hebt me van morgen gevraagd, of ik graai weer naar S. zou willen teruggaan." ..N'een, pardon. Ik heb gezegd dat je n«(,?<K;-////,-graag naar S. zoudt willen teruggaan.'' N'u dan, ik wil nift graag naar S. terug. Neen, Richard, laat mij asjeblief: uitspreken." Zij begon weer zenuwachtig heen en weer te loopen. Maar toen schaamde zij zich over haar zenuwachtigheid, bleef met kalme waar digheid tegenover baar man staan, en ging op rustigen maar beslisten toon voort : Richard, toen ik op je kantoor kwam, was dat om enfin, om persoonlijke redenen. Wat die waren, doet er niet toe, warst 70 hesiaan niet meer, het is voldoende a s ik zeg, dat ik dichter bij je wilde komen en je wilde begrijpen. Het kwam me voor, alsof wij van elkaar afgedreven waren. Dat was de reden,waarom ik bij je wilde komen werkerr. Neen, neen, zeg alsjeblieft niets! 11 ben nog niet klaar, en het overige zul je wel minder plezierig vinden om te hooren. Ik weet niet precies, hoe ik het je duidelijk moet maken, icbard, maar ik hen langzamerhand zooveel om het werk zelf gaan geven, dat?j ik bang beu, dat ik zal moeten doorgaan met j werken." Nu wn* Richard degene, die heeuenwrer liep door de kamer, met vlugge, ongedul dige schreden. Hij bleef eindelijk voor zijn vrouw staan, en keek ernstig naar het bezielde gelaat, naai' degeheele gestalte, zoo vol kracht en energie. ,lk begrijp het ik begrijp het volkomen. Wat. ik nooit heb kunnen begrijpen, is hoe vrouwen van j-tn soort het. leven, dat zij leiden, kunnen uithouden Kn je denkt toch zeker niet, dat ik niet zou willen, dat het zich daarna als advocaat te Amsterdam en komt den heer De Jongh vragen om de hand van zijn dochter; met vreugde stemt de vader van Areen in het huwelijk toe, om onmiddellijk Van Dyck wiens tweede woord bij dit onderhoud was geweest, dat hij zijn aanstaanden schoonvader de heerlijkheidsrechten van Schalckenburgh zou be twisten uit zijn woning en zijn hart te verdrijven; Areen laat zich nu, zeer tegen haar zin, mei den notaris Jaap Kat verloven, maar ontvlucht, nadat zij zich, niet haar vader, door Jan van Dyck van den wissen dood had laten redden, waarmee een dijkbreuk baar bedreigde, op den. dag voor het huwelijk vastgesteld, den karakterloozen bruidegom en werpt zich. t<n laatste en voorgoed, in de armen van Mr. Jan van Dyck. Toch geloof ik, dat deze ietwat romanti sche liefdesgeschiedenis voor den auteur alleen het stramien was waarop hij zijn beschrijvingen en opnerkmgcn wilde bor duren. Want deze beschrijvingen zijn kleurig en fleurig, de opmerkingen meestal raak en soms geestig, maar 't amoureme vertellinkje weinig meer dan banaal. Van Areen's liefde begrijpt de lezer vaak even weinig, vermoed ik, als" van haar naam, en Jan van Dyck is een zonderlinge vrijer; doch Gerrit Veld en De Jonf2h vau Schalkenburgh hebben Hollandsche namen en zijn Hollandsche karakters. Ook het Hollandsche landschap is goed geteekend en de Hollandsche toestanden, zou ik geneigd zijn te zeggen, kent de schrijver door en door, al komt een heel enkelen keer ten beetje twijfel aan de juistheid der mededeeling den indruk storen. De nuteur ston l op den afstand van duidelijk zien, eerste voorwaarde van juist opmerken. Vraagt men, of de wijze waarop J. Morgaude Groot land en lieden aan zijn huidige 'andgenooten voorstelt, etn daad van piëteit is tegenover ons en zijn vaderland, dan antwoord ik, een beefje in den trant van den Alkmaarder boer uit de Camera : de schrijver houdt van waarheid. In de bij zondere aandacht van prof. van der Wijck zou ik willen aanbevelen het tafereel van het groenloopen; in veler aandacht, wat gezegd wordt van ons middelbaar en gym nasiaal onderwijs; de attentie vragen van onze ingenieurs voor beschrijving van een dijkbreuk en van alle lezers voor die van een boeren k er rui ?*. Voeg ik hier nog aan toe, dat Jaap Kat een type is van een ontrouwen notaris en 't heele boek geschreven is in lossen, prettigen stijl, dan is dit zeker excuus genoeg voor 't feit, dat een in 't Engelsch geschreven romannetje, met lof wordt aangekondigd in een Nederlandsen literair weekblad. Utrecht. W. PIK. cKt Victoriawatei .----' OBERLAHNSTEIN. : : (??BB* V O TÉ" l lf\ 01 tLIU R A A G HigliGradoTnrkischl w Cigarettcs Moderate l rlcep. M.VLKiN", KUEDIVE", EXTRA FINE", 2 et. 2X et. 3 et. Ste/io Efstathopou/os (Smyrna). mimHintiiinitiiiniiiiiiii iiMiuiHiiiiifiiiiMiiiiiinimtiiisiitiigmi altij i op deze wijze zou kunnen voortgaan? Het is voor mij nu, het doet er niet toe, wat het voor mij is geweest. Maar de quaestie is, dat wij ons leven niet weer van voren af aan kunnen beginnen, en ik ben bang, lieveling, dat liet te laat is. Om to beginnen, wij hebben de kinderen." . Ja, goddank, wij hebhen de kinderen/' zeide hun moeder vol warmte. ,;lk zal hen beter opvoeden, dan ik zelf ben opgevoed. Zusje bijvoorbeeld moet 't een of andere beroep leeren." Richard glimlachte, maar werd toen weer ernstig. Maar liet zou dwaasheid zijn. te beweren, dat zij m:j elk oogenblik van den dag iroo.lig hebben, /ij zijn van den morgen tot den avond druk bezig, daarom zijn ze zoo g< zond en vroo'.ijk. J k; zou al hun maaltijden met hen kunnen gebruiken, al hun vrije uurtjes met hen doorbrengen, - meer doe ik nu ook niet. Ifdei-i-m is druk bezig, behalve ik, en het is hoog tijd. dat ik ook een bezigheid krijg, niet alleen maar in schijn, maar in werke lijkheid." Ricliard keek haar in de oogen, en was getroffen, door hetgeen hij daar zag. De oude Isabel was dus verdwenen? Zij behoefde niet weer terug te keeren? Neen, zij kon niet terug keeren! De nieuw gevonden kameraad, de hartelijke-, verstandige vriendin, zou dus blijven! In een' oogenblik had hij een visioen van alles, wat dit voor hen beteeïende. En ook hij vroeg zich zelf plotseling af, of dit soms het ware huwelijk was het ware leven? Hij nam de handen van zijn vrouw- in de zijne. Blijf bij mij. Isabel," en hoe kalm zijn stem ook klonk, toch was er niet minder innigheid in dan toen hij voor de eerste maal dit verzoek tot haar richtte. Blijf bij mij, -als je kunt. Werk met mij,?s;uleer met mij, doe wat je wilt, maar blijf bij mij, als ju kun*." Dat kan ik van ganseher harte," zeide Isabel met den ouden vroolijken glimlach, maar met een uitdrukking vau groote innig heid in haar oogen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl