Historisch Archief 1877-1940
No. 1472
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
La. \/ot*. du
Nico Ut* :.vlt 3- L 341* d etu, ti£
HIIHMIItllllllMllltllllllMlinHItlllllHlltllllllllllUIIIIMIIIIIinilllllllllllMIIIIIMIinMIIIIIIIIIHMIIIIIIMItlllllllMIllllllll
Een Zwerver-Uitgave.
AN DIT BOEKJE, BEVATTENDE
HOUTSNEDEN UIT DE JAREN MCM TOT
MCMV, GEHEEL OP DE HANDPERS GE
DRUKT OP GESCHEPT HOLLANDSCH
PAPIER, ZIJN GEMAAKT VIJFTIG GE
NUMMERDE EN ONDERTEEKENDE
EXEMPLAREN, WAARVAN DIT IS No.lO.
Nieuwenkamp, de welbekende zwerver
met het ongevaarlijke, moderne
Vikingerschip, die met zoo milde hand den buit
van heiode en ver meegebracht, aan boek
en tijdschrift ronddeelde, heeft het eèlste
van hetgeen hij der wereld aan aardige
kijkjes in de laatste vijf jaar ontroofde,
in een aantal houtsneden vastgelegd en
deze in een sierlijk, kostbaar boek
vereenigd. Waarom de voorkeur viel op een
boek, in plaats van de platen, die hoe
genaamd geen verband houden en waar
aan geen beschrijvende tekst is toege
voegd, eenvoudig in portefeuille uit te
geven ?
Wel, me dunkt, de heer Nieuwenkamp,
die zelf de houtsneden op de handpers
drukte, voelde zich de vingers jeuken
om nu ook verder het ambacht aan de
kunst te verbinden en de verzameling
op on verdeel bare wijze in den meest
smaakvollen en geheel naar persoonlijke
m ^^^^a^'^^^i^^^^KK^t^^w^^i^^r^x
neiging uitgedachten vorm in het licht
te geven. Zoo ontwierp hij zelf den om
slag, bezorgde de vignetten en verlustigde
zich in fraaie met rood gedrukte
sierletters. De boekvorm gaf hem daarbij
ean welkome aanleiding voor een deftig
titelvignet, gevolgd dooreen aankondiging
over de uitgave onder een dorpsgezicht,
dat als hors-d'(Euvre moet opwekken om
het verdere te nuttigen. Ja, het heele
boek doet wel eenigszins denken aan een
fijn dinéetjo, want we krijgen nog, vóór
we aan 't eigenlijke maal beginnen, weer
een spielereitje, een plaatje met de nog
eens bescheiden meedeeling Een boekje
met houtsneden". En dan, voor we
toetasten, houdt een goed vriend een voor
rede, binnen een roode omlijsting gedrukt,
drijvend op een zware blad- en
bloemversiering, een welkom aan tafel. Dan
de eigenlijke gerechten, door den naam
in deftig rood en zwart op een afzonder
lijk blad een voor een behoorlijk aange
kondigd en als dessert e «i drukke, ietwat
pompeuze versiering, die ook een fragment
van een geborduurde halskraag kon zijn,
om het woord Einde".
Als we even denken aan de geestige
vignetten, die b.v. Dijsselhof in hout
sneed voor Kunst en Samenleving" van
W alter Crane, voelen we aanstonds, dat
hierin Nieuwenkamp's kracht niet ligt;
we zullen deze als toegift dankbaar aan
vaarden en liever onze aandacht bepalen
tot de houtsneden zelf.
De houtsnede is als het ware de tegen
stelling van de fotografie. Waar deze bij
een slaafsche weergave van de werkelijk
heid de fijnste onderdeeltjes aanteekent,
is bij geen procédéde verwaarloozing
van het bijkomstige gebiedender dan bij
de houtsnede. Daar dient een strenge
keuze te worden gedaan, de allernood
zakelijkste, meest markeerende lijnen te
worden opgespoord en vastgehouden en
moeten deze met vastheid en overtuiging
worden neergezet, waardoor zij het werk
doen, dat anders een complex van lijnen
en tinten heeft te verrichten. Want de
spaarzame lijnen moeten niet alleen de
groot gehouden vakken begrenzen, zij
moeten, hetgeen zij omspannen, lichaam
geven, zij dienen smijdig en levend te
zijn in meerdere mate dan bij elk ander
werk van grafische kunst.
Nieuwenkamp is door zijn menigvuldige
illustraties, zijn vlotte, bijna altijd handig
gesnapte penteekeningen genoegzaam be
kend als een onzer knapste teekenaars,
die door den blijen, optimistischen kijk
op de dingen, zijn kunst tot een werkelijke
genieting voor velen heeft gemaakt.
Hier in deze houtsneden toont de maker
van het vlugge, soms naar het schijnt
spelenderwijs ontstane teeken werk tevens
te zijn iemand, in wien de indrukken
zich tot dieper, blijvender overtuigingen
verwerkten.
Er moeten toch vele overwegingen
voorafgaan, de voorstelling van het uit
te beeldene moet tot volle klaarheid ge
rijpt zijn, wil de stemming bij de moeilijke
bewerking niet verloren gaan maar in
de afdrukken gaaf en krachtig aan den
dag komen.
En dit is in vele dezer houtsnoden met
veel meesterschap bereikt. We voelen
hierin weer het stille verlatene der dorps
hoekjes, waar een oud kereltje langs de
vervallen huisjes strompelt; en die huisjes
zijn den maker meer geweest dan voor
werpen van grilligen vorm, ingedeukt en
uit het lood gezakt door den invloed der
tijden, hier schijnt de nauw aan
'tmenschenleven verbonden woonstede, zelf
leven te zijn ingeblazen. Zij zijn vrien
delijk of norsch, pronkzuchtig of be
scheiden als hun bewoners zelf.
De oude huizen, die op de meeste hout
sneden het hoofdmotief vormen, zijn dan
ook beslist het meest interessante en het
gelukkigst in de uitvoering
De verschieten zijn soms te weifelend
en onbeduidend en de wolken, zie, 't is
of de behandeling daarvan bij de herle
vende houtsnijkunst onafscheidelijk met
het eeuwenoude metier van zeer vroege
voorbeelden is overgenomen; op de oude
Duitsche houtsneden zijn de wolken wel
meestal erg massaal, maar in dien geest
wordt nu wel wat al te sterk overdreven.
Ik zag eens houtsneden van Veldheer
waar de enorme zware wolkenmassa's al
het op aarde aanwezige dreigden te ver
pletteren. Zoo bont is het hier nu wel
niet gemaakt, uitgezonderd de drukke
vertooning van een doorbrekende zon op
de plaat van het Molentje bij Brugge",
maar toch blijkt ook in deze houtsneden
weer de moeilijkheid om de groote, ijle
massa van een wolk door krachtige en
bekoorlijke zuiverheid mogen bogen en
van den zeer geraffineerden smaak in
deze des drukkers getuigen.
Het aanbrengen van een tweede kleur
op eenzelfde houtsnede, zooals er twee
bij zijn, doet hier geen goed, het
prentjesachtige vervangt de voornaamheid van
het eenvoudige zwart en wit. De moskee
in Caïro op deze wijze behandeld, ont
siert bepaald de verzameling. Hier is met
de wolken in 't geheel geen weg geweten;
zij lijken wel een pronkende
pauwestaart en de slank bedoelde torentjes
zijn grof en zwaar van lijn.
Er is n plaat, het kerkje in
Perpignan, die geheel buiten het kader der
overige valt. Je zoudt het op den eersten
aanblik voor een ets of spontaan gedane
penteekening aanzien. Het is met meer
durf en brio gestoken dan een der andere
en herinnert niet als deze aan
Nieuwentoch niet te zware lijnen weer te geven.
Een van de meest zuivere houtsneden
is hier dan ook het kerkje van Spaarndam,
waar de lucht geheel blank bleef on het
kerkgebouw met het parmantige torentje
zoo krachtig en scherp en toch zoo vol
tegen de strakke lucht staat. De druk hier
van is in een ietwat warmer toon dan de
overige, die zonder onderscheid op een
kamp's teekenwerk.
Alles bijeen genomen mogen we deze
verzameling tot een aanwinst rekenen
van hetgeen de weder kortelings opge
vatte houtsneekuust aan goeds heeft voort
gebracht. Ze doet met verwachting uit
zien naar wat de productieve Zwerver
ons in dien geest nog te geven zal hebben.
J. W. N.
UITCJ/WE.I
miiiiimiHiiMimni
iiminiimiiiiiiiiiiiiiiiiiitiii
iiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiui
Prof. Mr. (ï. A. VAX II A.M ET,.
Collectie Wisselingli, PnlcliriSlnflio
Het verschil tusschen de stillevens van
Bonvin en van Fantin Latour is een eigenaar
dig. Van Bonvin kan gezegd worden dat
hij het stilleven zag met echildersdrift, met
meer ook niet ? de stillevens van Fantin
zyn werken uit dieper geaardheid opgegroeid.
liet is altijd een zeer rustig werk. Het heeft daar
door waarschijnlijk niet de geweldige ont
roeringen gegeven die soms minder werk gaf,
maar als een charme langzamerhand is de
roem gegroeid en blijvend gegroeid. Voor
een gewoonlijk zeer rustigon fond staan
meestentijds bloemen, een enkele maal een
kopje, een mes, etc. En hoewel het werk niet
tot het allergrootste behoort, bezit het de
twee elementen van de schoonheid : ontroe
ring en maat. Hoewel niet zoo edel als de
Fantin geëxposeerd bij Goupil, een gouden
ragen in een vaas, en een roode meidoorn
liggend op tafel alles voor een zacht-grijze
fend was Chrysanthemus No. 02 uit 187 5
een zeer rustig en bezonnen bloemstuk. De
fond zeer donker-gres, haast egaal, toch niet
dood, daartegen de bloemen, met een volle
verscheidenheid van witten en een zeer
harmonieuse verdeeling van de kleuren in vlak
ken. Van het stilleven uit 01 ? No. 50 was
het een geheel zijn niet genoeg uitgedrukt
hoewel een kopje en schoteltje wit, met
blauwe rand, buitengemeen van schildering
waren. Het innerlijke was hierin niet zoo
uitgesproken. Van de nymphen en de andere
figuren dacht mij l'Aurore(No. 59) belangrijk