De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 17 september pagina 5

17 september 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1473 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VOOE( DAMEjS. Mevrouw .Marie Metz?Koning. miiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiim iiiiini iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii Bet troetelkind der Enge» II (Slot), Zoo werd feitelijk, na een lange reeks van rechterlijke beslissingen, het afzonderlijke eigendom der vrouw in beginsel geconstitu eerd. Doch er was meer noodig. De vrouw had nog niet de vrije beschikking over haar eigendom. Het vruchtgebruik daarvan was haar wel verzekerd, maar haar man kon haar altijd nog beletten het voor of na haar dood te bestemmen zooals zij verlangde. Ook deze hinderpaal werd door judge made law" op geheven door de beslissing, dat de beheerder van haar eigendom het naar haar goeddunken moest bestemmen. Daardoor rees echter een nieuwe moeilijk heid. Wat, zoo werd voor hei gerecht geargu menteerd, indien een schrandere Barry Lyndon haar in een oogenblik van zwakte, bewoog haar eigendom tot dekking zijner schulden of in ander opzicht in zijn belang te verhypothekeeren of verkoopen? Deze moeilijkheid werd opgelost, naar men wil door een gelukkigen inval van den rechtsgeleerden Lord Thuriow, die uitdacht in een huwelijkscontract of erflating aan een gehuwde vrouw de bepaling op te nemen, dat zij tijdens haar gehuwden staat niet van haar eigendom afstand kon doen, noch het met schulden kon bezwaren. Dit werd restraint on anticipation" genoemd Het resultaat dezer gerechtelijke wetgeving was als volgt: Een gehuwde vrouw kon eigendom bezitten, waarover haar man geen de minste beschikking had. Wanneer het niet onderworpen was aan restraint on anti cipation", kon zij het naar eigen goedvinden bestemmen. Doch met die bepaling, was zij tijdens haar gehuwden staat wel niet in staat de volle rechten als eigenares uit te oefenen. Maar ter vergoeding was zij in alle opzichten beveiligd tegen mogelijke afpersingen of over redingen van haar echtgenoot, en ontving zij een soort van bescherming, die de wet van Engeland aan geen ander persoon dan een gehuwde vrouw verleent". (Law and Public Opinion, blz. 377.) Deze vertroete ling", zoools de Times dat voorrecht in ver band met andere dingen noemde, is toch waarlijk zoo erg niet. En zij zou zeker niet zijn ontstaan, als door gehuwde mannen geen misbruik was en vaak nog wordt ge maakt, van de wettelijke en economische macht over hunne vrouwen. Al die judge made laws" lieten de eigen domsrechten der ongehuwde vrouwen en der weduwen onaangetast. En ook gaven zij niet de minste bescherming aan de gehuwde vrouwen der onbemiddelde klassen. Onder dezen werd allengs, met de uitbreiding van den vrouwenarbeid, het onrecht, dat hare mannen konden beschikken over hetgeen zij zelven verdienden, niet minder sterk, maar eerder sterker dan onder hare zusteren der hoogere klassen gevoeld. Hoe dikwijls ge beurde het niet, dat vrouwelijke beambten, kunstenaressen en arbeidsters haar sober in komen door zorgelooze en luie echtgenooten zai?en verteerd, terwijl zij zelf, vaak met haar kroost, gebrek moesten lijden. Zij hadden geen middelen om een huwelijkscontract te sluiten wat vooral hier te lande nog al een kostbare zaak is en bezaten meestal niets dan hare arbeidskrachten of capaciteiten, waarover niet te contracteeren viel. De huwe lijkswetten, als voor en na door het burger lijke gerecht gewijzigd, waren dus voor arm en rijk ongelijk geworden. Aan die onbillijkheid begon het parlement in 1870 een einde te maken, vooral onder den invloed der nobele denkbeelden van John Stuart Mill, een economist, aanwiende vrouwen van Engeland veel te danken hebben. Het parlement ging er niet dadelijk toe over den gehuwde vrouwen de volle rechten te geven, die zij als ongehuwden bezaten. Dat was te veel gevergd van den schroom der Engelsche politici en het Engelsche publiek, om de zoo heilig gedachte huwelijkswetten te wijzigen. Door de Married Women's Property Act van 1870, werd echter een der belang rijkste dingen voor de gehuwde vrouwen ge waarborgd: het inkomen van haar eigen arbeid en eigen bezittingen. Van eigendom, dat tijdens haar huwelijk in haar bezit kwam, werd haar ook het inkomen verzekerd. Een groote flater werd echter door de ontwerpers dier wet gemaakt. Bijvoorbeeld: Als een weduwnaar bij testament zijne bezittingen vermaakte aan zijn eenige gehuwde dochter, kwam alles, uitgezonderd het baar geld, haar man toe. Zij ontving echter alles, wanneer haar vader zonder testament stierf. Dit defect werd vier jaar later door een ander wetje van dien naam opgeheven. Verder recht werd der gehuwde vrouw gedaan door de Married Women's Property Act 1882, die haar de volle beschikking gaf over wat zij ver diende, voor het huwelijk bezat of tijdens het huwelijk verkreeg. Zij kon voortaan <iaarmede doen wat zij wenschte en werd in dat opzicht haar eigen meester weer. De wet handhaafde echter de vorengenoemde be lemmering en bescherming der bepaling van restraint on anticipation", als deze is opge nomen in het huwelijkscontract of in het testa ment, dat haar bezittingen vermaakte. Zonder die bepaling, kan de gehuwde vrouw haar eigendom en inkomen naar verkiezing aan wenden. In 1893 bleek een vierde wet noodig. Het Hof van Appèl had uitgemaakt, dat volgens de wet van 1882 een gehuwde vrouw geen koopcontracten kon sluiten met een erfenis in het verschiet als onderpand. Zij kon alleen goederen die zij tijdens de sluiting van een contract bezat, bezwaren. Daarvan werden verschillende personen, die gehuwde vrouwen van die positie op crediet leverden, de dupe. Sinds 1893 is dat niet meer mogelijk. De wetten van 1870?93, die niet gelden voor Ierland en Schotland, waar de huwelijks wetten voor de vrouw minder gunstig zijn (in het laatste land kan zij niet zonder de toestemmnig van haar echtgenoot van hare bezittingen afstand doen), hebben de ge huwde vrouwen van Engeland na eeuwen van grievend onrecht, recht gedaan en haar, althans in het huwelijk, des mans gelijke gemaakt. Behoudens de reeds genoemde rechten, kan zij in haar eigen belang handel drijven, haar eigen leven en dat van haar man in haar eigen belang verzekeren, terwijl zij haar man zoowel voor het crimineele als voor het civiele gerecht kan dagen. Naast deze rechten, heeft zij echter ook hare plichten. Zij is evenzeer voor het onderhoud der familie verantwoordelijk als haar man. Bezit zij eigendom of een persoonlijk inkomen en haar man en kinderen worden armlastig, dan kunnen de kosten van hun onderhoud op haar worden verhaald. Is zij een rijke vrouw en wordt door haar overspel op ver zoek van haar onbemiddelden man het huwe lijk ontbonden, dan kan de man in het genot blijven van het inkomen dat onder het huwe lijkscontract hem van haar vermogen werd toegekend. Een zekere Turk, Constantinidi, kreeg door het gerecht alhier eenigen tijd geleden zijn echtscheidingseisch toegewezen, met 25.000 £ schadeloosstelling van den man met wien zijne rijke Engelsche vrouw over spel had gepleegd. De rechter handhaafde tevens het inkomen, dat hij door het huwe lijkscontract van haar vermogen had gekregen. Dit inkomen begon met 1000 £ per jaar en zou door de vermeerdering van haar ver mogen stijgen tot 2200 £ per jaar. Het Hof van Appèl vernietigde echter deze toewijzing, doch enkel op grond dat ook overspel was gepleegd door den man zelf. De wet had namelijk den rechter de macht gegeven, den dager in een echtscheidingaproces eeninkomen van het vermogen der gescheiden vrouw te weigeren, wanneer uit zijn zedelijk gedrag kon worden afgeleid, dat dat inkomen een onzedelijk leven zou bevorderen. In sommige opzichten is de gehuwde vrouw in Engeland door die wetten boven haar man bevoorrecht geworden. Zij kan, volgens de wet van 1882, haar man rechterlijk beletten haar in hare persoonlijke aangelegenheden te bemoeilijken, en kan haar persoonlijke belangen door een proces tegen hem bescher men. Die macht bezit hij echter niet tegen over haar. Zij kan haar echtgenoot verant woordelijk maken voor hare schulden, doch hij kan haar niet noodzaken tot betaling zijner schulden. Zij kan haar eigen bezit tingen door schulden belasten, maar zij kan niet, als haar man en ieder ander persoon, door gijzeling tot delging daarvan worden gedwongen. Zij kan hem verantwoordelijk maken voor hare schending van vertrouwen, hij kan dat haar niet. Zij kan bankroet wor den verklaard, maar haar vermogen behou den, als dat door restraint on anticipation" werd beveiligd een recht dat zij óók op haar man voor heeft. De rechter is wel is waar gemachtigd, volgens een artikel der wet van 1881 op overdracht van bezit, de beschikking over het vermogen der gehuwde vrouw van die belemmerende en beschermende bepaling te bevrijden. Maar hij kan dat alleen doen, als hij het in haar belang acht. Verder werd door het Hof van Appèl uitgemaakt, dat die bepaling, schoon uitgedacht om het vermogen der vrouw tijdens haar gehuwden staat te beschermen, ook na den dood of de scheiding van haar man van kracht blijft. Om al die voorrechten, acht de Times de gehuwde vrouw van Engeland door de wet geving vertroeteld". En het lijkt er wel een beetje op. Maar bij de beoordeeling dier vertroeteling" dient in aanmerking geno men, dat de meerderrechtigheid der vrouw n het huwelijk, gebalanceerd wordt door hare mindermachtigheid in de maatschappij. En meer dan gebalanceerd. Het is voor een man, die zijn vermogen verliest, oneindig iehter een middel van bestaan te vinden, dan voor een vrouw in die positie. Doch er zit wis een grief in het wettelijke feit, dat :rediteuren vaak geen verhaal hebben op een gehuwde vrouw, wier vermogen door die bepaling wordt beschermd. Zij hebben echter een middel in hun hand: laten zij rijke dames niet zoo lichtvaardig crediteeren. Menig voorname winselhouder loopt er in, vooral in groote steden als deze, omdat de dames zich groot voordoen. De tegenwoordige huwelijkswetten zijn ech ter niet alleen voordeelig voor de vrouwen. Ook hunne mannen weten daarvan te profiteeren. Niet weinigen beschermen hun bezit, door het op den naam hunner vrouw te laten overschrijven. Dat is in de laatste jaren vooral ewoonte geworden onder de dissenters, die om religieuze redenen de betaling der schoolbelasting weigeren en door die overschrijving voorkomen, dat hunne goederen des wegen publiek worden verkocht. De rertroeteliag" s dus niet geheel aan een kant. Er is echter geen reden voor de Times om ;e klagen, dat de wettelijke positie der ge huwde vrouw in Engeland van het eene naar het andere uiterste is geslingerd. Zoo erg bevoorrecht, als haar man voorheen, is zij ;egenwoordig volstrekt niet. En de genoemde voorrechten betreffen slechts een klein deel der gehuwde vrouwen. De groote meerderheid bezit, jammer genoeg, niets dat aan de bepa.ing van restraint on anticipation" onder havig kan worden gemaakt. En deze talrijke niet- en minder-welgestelde vrouwen van Eneland kregen door de wetten sinds 1870 niets meer dan haar herstel van onrecht, wat de rechters haren welgestelde zusteren ang voordien reeds hadden gegeven. Meer dan haar recht verlangen de vrouwen niet. !n als zij haar aandeel in het maken der wetten ontvangea, zullen zq de eersten zijn stappen te doen, dat de kleine defecten uit de Married Women's Property Act» worden verwijderd. Londen, Aug. 1905. J. K. v. D. VEER. fiezijniletepnstauilersTan7ronwenïiesrectit? Whigs, Prigs and Pigs". Van de hand van lady Selborne is in de Ninetheenth Century een artikel opgenomen over Woman's suffrage from the eommonsense Point of View." De schrijfster zegt hierin o, a., wat ernstige tegenstanders van het vrouwenkiesrecht zijn, ten eerste: be houdende mannen, die een doodschrik op 't lijf krijgen, als ze hooren, dat er iets nieuws zal opgevoerd worden; ten tweede: ridder lijke" mannen, die beweren zulk een eerbied voor onze sekse te hebben, dat ze ons willen vrijwaren voor den verderfelijken invloed van de politiek ; ten derde: onzedelijke man nen, die, door te intiemen omgang met de laagststaanden uit ons geslacht, voor alle vrouwen een hartgrondige en kwalijk ver borgen minachting koesteren. Whigs, prigs and pigs," zooals ik deze mannen eens heb hooren noemen, zegt lady Selborne, vreezen allen, dat het verleenen van het kiesrecht aan de vrouw een nationale ramp zou zijn. In baar artikel wijst de schrijfster er op, dat de geschiedenis ons leert, hoe in alle eeuwen, in alle tijdperken der beschaving, menige vorstin door het ontbreken van mannelijke erfgenamen, of door het overlijden van haar gemaal, plot seling tot den troon geroepen werd, en, zonder voorafgaande opleiding, de teugels van het bewind in handen nemen moest en hoe zij toch, met groot beleid, zich waar dig van haar moeilijke taak heeft gekweten. En zouden wij deze les, die de geschiedenis ons leert, niet ter harte nemen ? Zóó als de enkele is, kan toch de massa zijn! Gezond verstand is een eigenschap, die zeker niet zeldzamer is onder vrouwen dan onder mannen, en gezond is toch datgene, waar het 't meest op aan komt in de politiek! BETSY. iiimiiiiimiiiiimiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii llllllllllllllllillllltllllllllllllllllllllllilllllllUlllllllllllllllllllllllllll Het leven in Moorfl-Aierila. Mijnheer <le Redacteur ! In uw nommer van 16 Juli wordt een en ander medegedeeld omtrent het leven in N. Amerika door anio. 't Is zeer wel mogelijk, dat het er toegaat als beschreven in mr. anio's eigen huishouding en naaste omgeving, doch om het als het leven in N. Amerika" voor te stellen, is iets waartegen iedereen die het land kent, moet opkomen : De Amerikaansche keuken heeft, en terecht, een goeden naam." Ook visch wordt minder gegeten dan bij ons bijvoorbeeld." Haast iedere A.merikaan heeft een slechte spijsverteering." : Amerikaansche dames en kinderen zijn voortdurend aan het snoepen." Ieder Amerikaan heeft zijn telefoon." Zijn (d. i. des doctors) rekening beloopt gemiddeld ?500." Enz., enz., enz.. Zou men nu een vader en moeder van 3 kinderen, die zoo goed raad weten met hun inkomen van 5000 dollars alias ? 12000, niet eens «ven onder handen nemen ? Steller dezes heeft als reporter geheel Amerika doorkruist en kan op de vraag: Zijn er zoo" gerust antwoorden : Zoo zijn er l maar 't is op geen voeten en vamen na het Amerikaansche leven. De Amerikaansche keuken is... slecht en elke huishoudelijke Hollandsche vrouw, die een goeden burgerpot kan bereiden, zou zeggen: ajakkes! Over het algemeen is het: Alles durch einander, Wie Milusedreck und Koriander." De gerechten vloeken meestal tegen elkaar, evenals azijn en suiker op kropsla. Bij de visch (en die wordt hier ontzettend veel gegeten, meneer Tanio ; nergens wordt meer visch verorberd dan in Japan, Lapland, Scheveningeii en... Amerika, de rivieren en meren wemelen van allerlei soorten ; voeg daarbij de zeevisch en gebrek is er niet) eet men menigmaal kool, gewoon in vieren of achten gesneden, in water gekookt zonder meer, en met wat margarine (bij de meergegoeden boter) opgedischt. En zoo ze al gelezen hebben dat b.v. peentjes goed bij visch smaken, krijgt men die zoo ver vaarlijk groot en overtijd, dat ze zeer onsma kelijk zijn. Tenzij men eet in 1ste klasse hotels of restaurants, is men nergens van een goede keuken verzekerd. Dientengevolge hebben vele Amerikanen last van indigestie, alhoewel niet het meerendeel. Een maag kan veel verdragen. Dat Amerikaansche dames en kinderen voortdurend aan het snoepen zijn is zeer overdreven, 't Hangt er weer maar van af wat men dames" noemt. Vele Amerikaansche huishoudens in Wash ington mogen hun telefoon hebben, in an dere plaatsen zijn er meer, die geen dan die wél 'n telefoon hebben. Verder kan ik als gevestigd geneesheer constateeren, dat huishoudens, die geregeld ? 500 per jaar aan den docter versnoepen, rarae aves" zijn. En voor / 500 ijs per jaar ? En ? 1000 zakgeld ? En ? 1000 voor dienstboden ? En ? 1000 voor 'n badplaats ? Nee, maar, jelui kunt weg met je inko men, hoor! De Franschman zou zeggen: c'est l'art de grouper les chiffrea. Wanneer Tanio zijn lezers eens eene wer kelijke afschaduwing wil geven van het Amerikaansche leven, laat hij dan keuken en badplaats en telefoon en zakgeld thuis laten, doch wat dieper in de zaak doordrin gen. Het leven in Noord-Amerika bestaat in meer dingen dan eten, drinken, baden en kleederen. Laat hij den lezers van uw blad eens vertellen hoe het volk hier te keer gaat (staathuishoudelijk). Hoe er hier zijn: strike, boodle, bribery, graf t, lynching; hoe slecht het hooger en hoe onvoldoend het lager onderwijs is; hoe het bij de ge rechtshoven is: summum jus, summa injuria; hoe de trusts het land volkomen vernietigen en hoe ze gehandhaafd worden; hoe het eene onmogelijkheid is in Amerika een pakketpost, een postspaarbank enz. op te richten ; hoe de jacht op geld hier zooveel edele gevoelens ver nietigt; hoeveel oneindige verdeeldheid er is op kerkelijk gebied en hoe het geheele kerkleven hier is: n vertoon (show), huichelarij.'t Is een dienen van God en den Mammon. Hoe men hier heeft dominees- en dokters- en advokatenfabrieken ; hoe voor geld hier alles te koop is; hoe men hier trouwt en echtscheidt (in Detroit l echtscheiding op elke 5 huwelijken); hoe inen hier huwelijkspapieren openlijk te koop aanbiedt; hoe verrot de politie is in de groote steden ; hoe een totale afwezigheid van B. S. registers hier misdaden ongestraft laat, zoodat n man (tioch) 22 maal getrouwd kan zijn voor men 't uitvindt, en een moordenaar naar een anderen staat vlucht, een anderen naam aanneemt en in de massa verloren is. Zekerlijk zijn er ook vele, zeer vele goede dingen die we in ons Holland te vergeefs zoeken. Er zijn instellingen zoo rein en ver heven dat men er den hoed voor afneemt, maar karakteristiek zijn bij de Amerikanen alleen hunne grove ondeugden, 't Heeft me menigmaal verbaasd hoe de Nederlandsche bladen over Amerika spreken. Er is hier veel geld, veel ruimte, veel gebrek aan werkkracht, aan genie, aan eer lijkheid ook, maar wie hier komt moet zijn best doen om niet te verzinken in den Amerikaanschen zedelijken modder. En de toestanden leert men eertt kennen door jaren lang zeden en gewoonten stelsel matig te bestudeeren en niet door achter of voor 'n bureau te zitten. Reporter. De redactie had de vriendelijkheid, mij het stukje van den Amerikaanschen genees heer-reporter te zenden, en verwacht dus eenig antwoord. Ik merk op, dat ik schreef: De Vereenigde Staten zijn een groot rijk, iedere staat, ja iedere stad heeft eigenaardige toe standen, die niet met elkander vergeleken kunnen worden. Daarom zal ik aannemen, dat onze familie te Washington woont en dat de kostwinner daar ambtenaar is, met een inkomen van ? 12.000." Ik heb aangegeven, hoe een dergelijk gezin zijn geld gebruikt; natuurlijk zijn er, zelfs te Washington, families die het anders doen. De Amerikaansche keuken goed of slecht te vinden is slechts een quaestie van smaak. Mij komt het voor, dat de geneesheer reporter het slecht getroffen heeft, wat hem ook hier in Nederland zou kunnen gebeuren, ofschoon de gemiddelde vaderlandsche keuken uitstekend is. Het was mijn doel niet, iets anders te beschrijven dan het uiterlijk leven van een Amerikaansch gezin. De groote schaduwzijden van Amerika zijn mij maar al te goed bekend en ik zou niet hegeeren, in de Vereenigde Staten te wonen. Het ideaal der Amerikanen is Midas, die alles, wat hij aanraakte, in goud deed veranderen. Doch zij bedenken niet, dat deze gave hem slecht bekwam en dat hij zijn leven met een paar ezelsooren aan zijn hoofd eindigde. TANIO. O! die yevoeliye rechters! Irene ron Schellander. ? Caroline de Colombier. Maandblad uitgegeven door de Vereeniging tegen de Kwakzalverij. Het is bekend, dat Fransche rechters en juryleden niet ontoegankelijk zijn voor vrou welijk schoon. De advokaat die een mooi, jong vrouwtje moet verdedigen, heeft geen verpletterende opdracht. Een snoezig, Fransch actricetje weigerde dezer dagen formeel te Parijs in een lever de rideau" op te tre den. Kumor in casa! Directeur woedend. Hij beschuldigde haar van contractbreuk, bracht het zaakje devant messieurslesjugesl De verdediger van het weerbarstige dametje, maakte de jury in aandoenlijke bewoordingen attent op de tijne, brooze gestalte van zijn ootmoedige cliënte. Mijne heeren, is het geen barbaarsch ge weld te eischen, dat dit tengere, kinderlijke figuurtje zou lever Ie rideau"? Is de zwaarte van het scherm niet boven haar krachten? De jury was het volkomen eens met den verdediger en onder luid gelach werd het onge meisje vrijgesproken! Een nieuwe onderscheiding is thans te beurt gevallen aan de Oostenrijksche dichteres, Irene von Schellander. In 't voorjaar werd zij tijdens de Kelner Blumenspiele, tot koningin uitgeroepen. Haar verzen verwierven den meesten bijval. Irene von Schellander is nu ook in het bezit der eeresjerp" haar toegekend door het letter kundig genootschap te Keulen. Tot dusverre werd deze onderscheiding slechts uitgereikt aan schrijvers, niet aan schrijfters. Carmen Sylva, die volkomen op de hoogte is, van alles wat in de letterkundige wereld voorvalt, verraste de Oostenrijksche dichteres met een kostbaar geschenk. De koningin van Kumeniëzond aan Irene von Schellander prachtige borduursels als herinnering aan de onderscheiding die de schrijfster verkreeg in het door Carmen Sylva zoo innig geliefd en dichterlijk bezongen Ehijnland. De eerste aflevering is verschenen van Napoleon de Groote geschetst door den oud militair, luitenant-kolonel H. Th. Chappuis. Over den door Auguste Barbier heftig be zongen Corse u cheveux plats" raakt men niet uitgepraat en niet uitgeschreven. Heel wat pennen zijn weer in beweging gebracht om een karakteristiek te geven van Napoleon I. The Napoleon Myth, the Grand Erratum, the Non-existence of Napoleon", het Ameri kaansche pamflet, is in onzen tijd van wegredeneeren op zijn plaats. Wég-denken op rijperen leeftijd, mannen voor wie reeds in onze schooljaren popelde ons hart, gloeide onze geest, sidderde onze verbeelding.- Geen Wilhelm Teil meer, geen Shakespeare, geen Napoleon! Neen! wij geven ze niet prijs, wij blijven gelooven in hun bestaan, wij maken hen niet tot mythe. Chappuis ver telt hoe onoogelijk Bonaparte was, toen hij in 1785 als jong luitenant te Valence in garnizoen lag. Napoleon was klein, bleek en mager, en in zijn slecht gesneden uni form, met de hooge kaplaarzen aan zijn korte beentjes, maakte hij een vrij potsierlijken indruk, zoodat een bij-de-handje, mejuffrouw Clary hem Gelaarsde Kat" noemde. Later werd dat zelfde meisje, door haar huwelijk met Junot, Bonaparte's adjudant, verheven tot hertogin van Abantès. Toch leerde Napoleon te Valence, in zijn armoedig vertrekje, bij mej. Bou in 't caf du Cercle, de weelde kennen der onwakende, jonge liefde. Caroline de Colombier, dochter Van een der autoriteiten van Valence, werd de koningin zijner verbeelding, de heldin van zijn droomen. Chappuis schrijft: Uit dien tijd is dan ook zeker zijn Dialogue sur l'amour" afkomstig, met den voor een jong officier tamelijk zonderlingen uitval : dat de liefde meer kwaad brengt dan goed, en, dat een fee, die den man er van bevrijdde, voor dezen een weldoenster zou zijn." Napoleon kon het voorwerp zijner eerste liefde, Caroline de Colombier niet vergeten. In 1792 toen zij gehuwd was met den heer Bressieux, maakte hij haar hofdame van madame Mère. En, eenmaal aan het gunsten bewijzen, wist de mildheid van Napoleon dikwijls niet van ophouden. De heer Bressieux werd tot den adelstand verheven, kreeg den titel van baron, en het winstgevend ambt van administrateur-generaal van het boschwezen. Napoleon's teedere herinnering aan de mooie oogen van Caroline de Colombier, was geen geringe factor in het leven van Bressieux. De redactie van het Maandblad tegen de Kwakzalvei ij was zoo beleefd mij een paar nnmmers van haar blad toe-te-zenden, naar aanleiding van mijn verontwaardiging over de Oostersche Pillen" en de door mij geuitte wensch, dat een bevoegd chemicus toch eens de resultaten zou openbaren van zijn analyse der doodonschuldige pillen. Wat nu het Maandblad tegen de Kwakzalverij over die Pilules Orientaïes" zegt, laat ik in zijn geheel volgen. Bovengenoemd blad is misschien zér verspreid in specifieke kringen van medici, apothekers, chemici en drogisten. Zou het echter niet wenschelijk zijn, dit blad tot nog meer kringen te doen doordringen ? Zou het niet noodzakelijk zijn, dat het Maandblad tegen de Kwakzalverij werd gelezen door vrouwen, behoorend tot alle klassen en kringen ? Mij dunkt wél. Vooral in onze dagen nu kwakzalven, handenopleggen, genezen door gebed mode is; nu Zieners" en Slaapsters" in ziektevallen worden geconsulteerd; nu vele onzer dagbladen uit puur winstbejag geïl lustreerd advertenties opnemen waarvan inhoud en afbeelding ons het schaamrood op de wangen stuwt. Menigeen kan in het belang van zijn gezondheid 2i/2 ets. per week offeren!, want een j aar-abonnement kost slechts ? 1.25. Dit nuttige blaadje was mij onbekend, hoewel ik naar waarheid kan getuigen, dat een onrustbarend aantal binnen- en buitenlandsche dag-, week- en maandbladen in mijn handen komen. CAPBICE. * * * Pilules Orientaïes. Wij hebben er af meer malen o. a. in het Maandblad" van Juli 1900 op gewezen hoe een groote klasse van geheimmiddelkramers speculeert op de vrouwelijke ijdelheid. Als zoo'n speculatie kunnen wij de pillen beschouwen, waarvan de naam hierboven is afgedrukt; zij worden n.l. der dames aanbevolen ter verkrijging van een onberispelijke buste. Een gebruiksaan wijzing in 't Fransch, Duitsch en Nederlandsch verklaart op quasi-wetenschappelijke wijze de oorzaken van gemis of slechte ont wikkeling der buste en de goede werking van de pilules orientales om dit gebrek te verhelpen. Die werking openbaart zich al binnen 2 maanden, in welken tijd men slechts 6 flacons pillen a ? 3.50 per flacon noodig heeft... en mocht het verlangde resultaat dan nog niet verkregen zijn, dan doet men goed nog 3 u 4 flacong meer te gebruiken, vereenigd niet inwrijvingen van Topique Oriental, dat maar ? 7.?per flesch kost. Dit laatste middel is niet onderzocht; wij hadden al genoeg aan het resultaat van het onderzoek der pillen. De heer Wijnne te Middelburg, thans Kotterdam, die dat onder zoek verrichtte, vond daarin als hoofdbestand deel een ijzerverbinding, zeer waarschijnlijk melkzuur ijzer, (lactas ferrosus) en olie van komijnzaad, met andere woorden waar wij aan 't beetje olie gerust alle geneeskrachtige werking kunnen ontzeggen een oud, be kend staalpraeparaat, vroeger veel gebruikt, maar tegenwoordig vrijwel op den achter grond geraakt. Daarbij een middel dat na verloop van tijd bederft en dus zeker niet op zijn plaats is in z.g. depót-middelen, die in groote hoeveelheid gereed gemaakt, in de depöt's soms geruimen tijd blijven liggen, Dus een soort van staalpillen, in hun wer king lang niet altijd te vertrouwen, omdat ;ij, zullen ze nog iets geven, steeds versch moeten worden bereid. Wij gelooven er derhalve niemendal van, dat deze pillen eenige werking zullen uit oefenen op de ontwikkeling der buste. En de fabrikant? Och 't zal hem wel meer te doen zijn om de ontwikkeling van den omvang van zijn beurs. Begrepen, dames? (Maandblad uitgegeven door de Ver eeniging tegen de Kwakzalverij).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl