Historisch Archief 1877-1940
No. 1474
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
schrijver zelf. De tooneelën gebeuren toch
direkt in uw kamer, de mentenen in 't ver
haal bewegen zich rond u, spreken met u. Ge
ziet de gestes, de snit van hun kleeren, ge
hoort hun uitspraak, in 't kort, ze leven even
Sterk voor u als lezer, als ze dat voor den
auteur hebben gedaan. Hoe raker een
schrijver weet te beelden, te meer kans loopt
hij, dat zijn lezers met hem gaan debatteeren.
Want de ra^fcbteM: ontstaat meestal door weg
lating van omschrijving en de scherpe neer
zetting, het gebruiken van teekenende woor
den. Maar juist over die enkele rake din
gen loopen -de .meeningen dan uiteen. Zóó
handelt geen dame, zegt een lezeres, die een
oogenblik tevoren precies 't zelfde deed, en
*oo gedraagt zich peen heer durft de grootste
?poen te zeggen, 't Beeld, dat ze in 't moderne
boek te zien krijgen, bevalt gewoonlijk niet
te best. Daarom zij n, -boeken, waarin 't
lievige medelijden wordt opgewekt allicht zeker
?van. sukses. Komt in een roman een navrante
scène voor, welnu dat is de levensbeschouwing,
de 'gemoedsstemming van den schrijver zelf,
?want niemand neemt die gaaftie voor zijn
rekening, In 't koit, de moderne roman
?wordt uit 't leven rjgegetrokken, heeft dus
te vechten" met de'menschen uit 't leven
zelf. De kritiek en toetsing neeft men diréRtbij
de hand. En dit is het nadeel van de
modernreëele literatuur. De lezer geeft zich niet willig
over, maar oponeert en kontroleert.
Toch hëefc deze zucht tot 'kontrole ziju
aantrakkelyke kant. Een boek is niet enkel
meer een verzinsel, een verhaal, een ding
van kunst, maar is experiment, de onder
?woerden gebrachte gevoelige plaat van 'tgeen
ondorn ons gebeurt.
De invloed van onzen modernen roman is
zeer goed te merken op een historisch boek
als dit Verhaal van mpj. M. W. Maclaine Pont.
Er is hier en daar een zucht waar te nemen
«m stemming te wekken, de gemoedsgesteld
heid te geven boven de'voorvallen en feiten,
maar nu is de vraag of het beoogde doel
-werd bereikt. De historische roman vordert
«en korte, kernachtige stijl, met alleen uit
weidingen, waar sensatie, waar spanning moet
"worden bereikt. Wel kan voor elk hoofdstuk,
door een paar regels beschrijving, stemming
worden gemaakt, of een geheel hoofdstuk
?worden gegeven aan een beschrijving, maar
dan moet dit zijn van aangrijpenden aard,
als een brand, een overstroom! ag, het uit
moorden van een stad. De bespiegelingen
of meditatieven, zooals we die in't moderne
?werk bezigen, zijn verkeerd. We voelen
teveel den schrijver en niet de tijden zelf. in
dan rammelt het.' Men mag in een histo
rische roman dit niet 't oog verliezen.
Ook in dit boek is zulks een weinig 't geval.
Er komen heel wat gegevens in voor, om
iets te noemen, een Antwerpsche
koopmansfamilie, vader, moeder, zoon, dochter en 't
nichtje, de laatste een der hoofdpersonen,
maar nu is het opmerkelijk, dat we aan 't
«nd van van 356 bladzijden dikke boek zoo
goed als niets van deze familie afweten,
terwijl toch de belangstelling werd gewekt.
Br komt ook in voor 't Hof van den Prins
van Oranje te Middelburg en we zien niets
van die omgeving, zelfs niet van den Prins,
en zoo gaat het door 't geheele werk heen.
't Is waar, de handeling beweegt zich eigenlijk
om de moeder van den held, een moeder
die wetlig gedouwd, terwille van edelaardige
opoflerina haar huwelijk geheim houdt, zoodat
de graaf Van Mansfeld op nieuw kan trouwen,
en haar zoon voor 't oog van de menschen
een bastaard wordt. Nu hooren we wel
veel van deze opoffering, maar we voelen de
SMEULEND VUUR.
Naar het Engelsch, van ANNA A. ROGERS.
I.
Zij zat te praten met den heer Olmsted.
Bat deed zij gewoonlijk Donderdagtniddags
om half vijf.
Aan den rechterkant was zij beschermd
door de lage theetafel, van voren door het
vuur in den open haard. Hij had haar aan
gevallen aan de ongedekte linkerzijde; maar
zij was eraan gewend zich te verdedigen en
hij was eraan gewend terug te trekken, en
het proces had dien dag zelfs een korter
verloop geli ad dan anders.
Hij had haar ongestoord voor zich zelf
gehad, uitgezonderd den korten tijd, dat er
een stuk of wat bezoekers waren verschenen,
die echter, ziende dat hij klaarblijkelijk van
plan was, den geheelen middag te blijven,
voor thee hadden bedankt en veel gauwer
?waren verdwenen, dan zij oorspronkelijk van
plan waren geweest, daardoor Olmsted's
geliefde theorie omtrent psychische krach ten
versterkende. Toen was hij opgestaan en had
hen op hoorbaren toon gezegend, bijna voor
dat Toppin de voordeur achter hen had
dicht gedaan.
Het was gedurende een van die bloeiende
oasen van solitude £ deux met de meest
begeerlijke vrouw op aarde geweest, dat hij
te kennen had gegeven wat hij geregeld
tweemaal per jaar deed dat hij niets liever
zou willen doen, dan alle dagen van de week
in haar gezelschap doorbrengen, den Don
derdag erbij inbegrepen. En mevrouw Pollack
had haar weigering van een eer, waarvan
zy de begeerlijkheid niet met overtuiging
inzag, gevarieerd door op zachten toon te
zeggen:
Ik ben altijd bereid geweest te doen
zooals jij graag wilde, als je mij alleen maar
ertoe kon brengen, het ook graagte willen."
Waarop hij eenigszins bitter glimlachte en
opstond om weg te gaan met de oude ge
griefde uitdrukking in zijn blauwe oogen,
die haar zoo'n verdriet deed.
Toen hij op haar toekwam met uitgestoken
hand als bewijs van zijn edelmoedigheid
en misschien ook met een zelfzuchtig oog op
komende Donderdagen riep zij uit, hem
wenkende, weer te gaan zitten :
Onzin l 't Is schandelijk egoïst, mij zoo
in den steek te willen laten. Iedereen
weet, dat je hier bent, en dus blijft iedereen
weg. Blijf alsjeblieft eten we krijgen
artisjokken, klaargemaakt op die olie-achtige
Italiaansche manier, waar jij en ik beiden
zoo dol op zijn; en de meisjes Gerlich
komen ook."
Waarom komen de meisjes Gerlich ?"
vroeg hij wrevelig, maar zij antwoordde niet.
Ik wou graag, dat je na het eten met ons
daad niet. Zelfs de groote liefde tusschen
de twee .anderen, die tot de overwinning moet
leiden, bespeuren we maar zeer vaag. De
schrijfster heeft om een historische roman te
geven wat veel omver gelraald, en aan den
anderen kant, te veel laten liggen, wat ze
waarschijnlijk in een ander boek fteds be
handelde, om 't gegeven tot een werkelijk
diep ontroerende gebeurtenis op te stellen.
't Is nu alles te vaag, te onvast gebleven.
De schildering van een historisch tijdperk
eischt krachtige streek en een zuivere lijn,
direkt zwart en wit naast elkaar, ook feUe
kleuren, maar liefst geen nuances. En hier
veroordeelt zich feitelijk 't genre, wijl de
kennis van eenig tijdperk jaren voorstudie
kost, wat men dan wil uithalen door althans
meer dan een werk er over te schrijven.
De spijs moet dus telkens onder andere
vorm en bereiding worden voorgezet, en het
kliekjesstelsel, men weet het, werkt niet gun
stig op de appetijt. In hoeverre dit hier zich
heeft laten gelden, kan ik niet beoordeelen,
wijl ik de voorafgegane werken van mej.
Maclaine Pont niet voldoende ken, maar de
verdeeling en de uitwerking der stof laat het
gissen, 't Is alles t "fragmentarisch, te
broksgewijze gebleven, van hier wat en van daar
wat en dan nog wat toe. 't Beste in 't
boek lijkt mij de muiterij in 't Spaansche
kamp, hoewel hier de vizie meer herinnert
aan goede historiebeschrijving dan aan uit
werking van een roman. Was het de be
doeling van de schrijfster ons de uiteindelijke
overwinning van de noordelijke Nederlanden
door desertie en muiterij in 't Spaansche
leger te willen laten zien, dan had de opzet
anders moeten zijn, veel breeder en
qmvatlender dan 't liefdesgeschiedenisje ten huize
van den Antwerpschen koopman. Evenwel,
die muiterij als deel van onze overwinning
is wel zuiver gezien. Gotd geschreven in zijn
pijnlijkheid is de verwarring onder de vrou
wen, bij de plundering van Antwerpen. Maar
de schrijfster maakt het zich verder wel 'n
weinig gemakkelijk. De oplettende lezer be
grijpt maar niet hoe die jonker van Kanst
zoo ongedeerd door de muitende benden kan
komen, de benden die toch ook zijn dood
hadden gezworen.
Zoo is er meer, wat met de historie den
kelijk wel klopt, maar, dat door gemis aan
goede detailleering in 't vage bleef. De ver
moedelijke reden hiervan is reeds opgegeven,
misschien was de stof reeds vroeger ver
werkt, laten we dus de schrijfster niet te
moeilijk vallen, Een werkelijke goede, aan
alle eischen bevredigende historische roman,
is 't werk voor 'n half leven. En dan, de
schrijfster is een vrouw, ze heeft dus zeker
geen bestialiteiten in haar bock willen
brengen, hoewel de werkelijkheid bij plun
dering van zoo'n rijke stad, die wel zal heb
ben meegebracht.
Aan de taal mag hier niet te hooge eischen
worden gesteld. Over 't algemeen laat zich
't boek wel lezen, al kon alies korter en
pittiger zijn. Ooi iets te noemen, zoo zou
de staart van hoofdstuk XXIII heel wat
kunnen bekort, de laatste bladzijde is niet
alleen overbodig, maar verzwakt. Nu en dan
zijn er leelijke vergelijkingen, zooals (pag.
27(i) dat de stad was een schip zonder ankers,
zonder roer en dat de burgers zelf 't roer
in handen namen. Maar o! er is geen roer.
En dan 't schip, dat is notabene de stad,
de haven binnensturen; stel u voor een
stad in een haven!
Maar zulke kromme beeldspraak is er niet
te veel. Jammer blijft, dat de komische
tooneeltjes, zooals van den blooaardigen Everard
en van de starre, onverzettelijke oude dienst
maagd, zoo geheel bijwerk zij a gebleven. Iets
?HMmanmimHItlltlllllMinlIIIIHIIHIIIIIIIIItllllMlltHftlMIIIIIIHIIIIin
naar de comedie ging. Zou je met ons
willen meegaan?"
Of ik met je wil meegaan?" mompelde
hij, weer in zijn stoel neervallende.
Men zegt, Olmsted, dat een man altijd
vroeger of later ertoe komt, zich dankbaar
te gevoelen tegenover de vrouw, die weigerde
met hem te trouwen. Ik zou wel willen
ik zou heel graag willen dat je
diedankbaarheidsschuld om zoo te zeggen vooruitliep
en me nu eens vriendelijk aankeek," vleide
zij. Zijn oogen ontmoetten de hare, en het
teit, dat hij kon glimlachen, nog geen kwar
tier nadat zij zijn aanzoek had afgewezen,
gaf een glans aan de doffe kleur van ziju
leeftijd, ? zoowel in haar gevoel als in het zij ue.
Nu hij toch eenmaal den eerbied voor zich
zelf had verloren, kwam niets meer er op
aan, en daarom zeide hij, dat hij van meening
was veranderd, en graag een kopje thee zou
willen hebben, als het niet te veel moeite
was, ja, met citroen en n klontje.
Hij was nu een toonbeeld van physieke
behagelijkheid (hoewel zijn gelaat nog bleek
was) met zijn kopje naast zich op een laag
Japansch tafeltje, en zij leunde achterover
in haar stoel met een zucht van verlichting.
Mevrouw Pollack eischte van haar vrienden
in de eerste plaats, dat zij, al was het dan
ook alleen maar uiterlijk, blijmoedig waren;
haar eigen blijmoediiheid was, zooals zij al
lang geleden had ontdekt, treurig afhanke
lijk van de hunne. In sommige stemmingen
placht zij die eigenaardigheid zelfzucht te
noemen, in andere gevoeligheid.
Ik dacht onlangs erover na, Olmsted,
dat in deze eeuw van hervormingen op elk
gebied, de huwelijksstaat nooit weer zoo
populair zal worden, als hij eenmaal geweest
is, tenzij de huwelijksplechtigheid eens onder
narcose wordt gebracht en eenige kleine
operaties ondergaat."
Zij lachten beiden, voor het eerst dien
middag.
Mijn broer zeide altijd..."
O, ik dacht wel, datje broer" nu op het
tapijt zou komen," zeide hij lachend.
Al Alicia Pollack's vrienden en kennissen
koesterden de verdenking, dat haar veel ge
citeerde broeder een schepping van haar
verbeelding was, in de wereld geroepen om
de uitvoerige, veelkleurige draperieën van
haar eigen conversatie te dragen. Zij was een
te schrai dure vrouw om niet te weten, dat
zij ten minste de helft van haar schrander
heid moest maskeeren ; en door de gezegden
aan te halen van haar broeder (hetzij dan et>n
werkelijken, hetzij een iictieven broeder dat
deed niets ter zake) hield zij voor zichzelve
niet meer van die gevaarlijke eigenschap
over, dan voor een vrouw van de wereld
wenschelijk is.
Met de grootste kalmte ging zij voort :
Hij ze:de altijd, dat de huwelijksplechtig
heid geen rekening houdt met wat George
Eliot noemt onze blijvende persoonlijk
heid" die altijd op ons wacht aan gene zijde
van onze verblindheden". Voortbouwende op
meer daarvan had het boek wat reëeler en
levendiger gemaakt.
G. VAN HULZEN.
M.UICELLUS EMAXTS, Waan.
Een irriteerend boek en deze bijzonderheid
is een van de redenen waarom het hier zoo
laat veel Ie laat! wordt besproken. Eiken
keer dat ik het ter hand nam, werd ik er
door geprikkeld en dat geeft niet de stem
ming om een oordeel over een kunstwerk te
schrijven, waarvoor men respect heeft. Nu
moet men niet ineenen dat ik tureluursch
werd omdat Margaretha, Gretha of KLaggie
hoe heet ze ook weer? zoo allergemaaktst
alle n's weglaat of omdat Henk Verheulen
uie zoo verveelde met zijn onuitstaanbare
wiit's dat zijn kleinigheden, al vind ik dat
pen artist het recht heeft den lezer zulke
kleine ergernissen te besparen. Neen, maar
hoe meer men zich in de stu lie verdiept
't is een studie hoe beter men zich de
personen voorstelt en hun gesprekken volgt,
des te inniger krijgt men de sensatie een
dag door te brengen in een gezin, waarin
voortdurend geharrewar is, tikketakkerij om
beuxelingen, krieuweling van bilsigheden.
De held en de heldin, om me van een term
uit de romantiek te bedienen, zijn beiden
hoogst onsympathiek hij omdat hij zoo
lobbesachtig tres ours" inderdaad ! zich
voor den mal laat houden en zij, nu ia,
omdat ze een zottin is, een. gek wezentje,
dat ons doet walgen van haar gezond ego
sme", een schepsel dat buitengewoon is van
singulariteit en misschien waard om vertoond
te worden, maar niet om een fiinken, braven
kerel tot man te krijgen.
Hoe kan nu toch, vragen we, zoo'n vent
als Verheulen verliefd worden op zoo'n
monstertje? Wit? Men is dorninégeweest
en redacteur van een dagblad, men heeft een
wetenschappelijke tocht meegemaakt door de
binnenlanden van Borneo en blijkt qualiteiten
te hebben die in aanmerking doen komen
voor een kamerzetel, en men is zoo jongens
achtig nuchter dat men hoegenaamd geen
kijk heeft op't wezen van een fragiel juffertje,
dat coo,uetteert met haar lastig karakter, haar
mooie handen en haar zwakte? Zijn tante,
bij wie ze in dienst is. wordt door haar
verwaarloosd en doet ze, ongewild wellicht,
maar ongepast zeer zeker, om de haverklap
schrikken, en't goeie mensch had nog wel
een hartkwaal! Anderen een genoegen te
doen staat niet in haar woordenboek en zelfs
voor haar gelant zal ze geen knoopje aan
het overhemd, geen lintje aan de paraplu
willen zetten, geen stukje op de piano gaan
spelen. Zij leeft geheel voor zichzelf, óók
met haar gedachten, en stelt hoegenaamd
geen belang in wat ds nian, met wien ze zal
trouwen en tegen wien ze wil opzien, haar
zegt te hebben ondervonden. Bijna elk woord
van haar is een beleediging, elke daad een
ergernis, elk verzoek waanzin. Waarlijk, ze
verdient de klappen die ze zegt van haar
man wel te kunnen verdragen en wat mij
betreft had ze op pag. 69 mogen gewurgd
worden, 't Is waar, ze is mooi, ? mooie handen
en mooie oo.;en, met goud or in soms en
smaak heeft ze, maar daar staat tegenover
dat ze in haar armoede dingen van haar
aanstaanden echtgenoot verlangt, waaraan
een prinses van Koburg nauwelijks durft
denken. En is de man simpel genoeg om
haar te geven wat ze vraagt, haar grillijheden
te verdragen en haar luimen bot te vieren,
dan zal hem voor belooning een ours schelden
en fijntjes glimlachen aU hij zich in een
Duitsehen winkel met mir en niich vergist.
Voegt men mij toe dat tante Verheulen
tllUltlllllllllllllllllllllllllllllII
dat denkbeeld, zou ik willen voorstellen een
nieuw stel beloften op te maken, dat door
de bruidsparen voor het altaar raoet worden
gewisseld."
Is je broer" ooit getrouwd geweest?"
plaagde Olmsted.
Mijn broer is zijn leven lang jonggezel
gebleven," antwoordde zij met waardigheid,
en ging daarna voort : In plaats van het
oude overoude liefhebben en ver
zorgen", waarmee de dominéden man belast,
zal hij dan tot hem zeggen: Zult gij even
beleefd tegen haar zijn als gij zijt tegen den
vreemdeling binnen uw muren ? Zult gij een
gentleman zijn in geldquaesties? En, zult gij,
denkende aan uw eigen gevoel van opluch
ting, u met gepaste tusschenpoozen nu en
dan eens voor eenigen tijd verwijderen, zoo
lang gij beiden in leven zijt ?"
Voor een oogenblik zijn leed vergetende
ging Olmsted met een vroolijken lach verder.
Dan zal de predikant tot de viouw zeg
gen : Zult gij dezen man in vrede zijn gang
laten gaan? Zult gij u.v best doen, hem het
ideaal, dat hij zich van u heeft gevormd,
niet geheel te doen verliezen? En zult gij,
bedenkende, da; de vrouw een oud, overoud
raadsel is voor den man (alleen voor u zelve
zijt gij een ontdekking) het feit ftiet uit het
oog verliezen, dat zijn liefde even gevoelig
is voor een dagelijks terugkeerend vwschi
van meening, als de Uïre':"
Och, beste vriend," zeide zij met
plotselingen ernst, wij worden ouü; de roman
tiek is verdwenen, zelfs uit onze wensehen!'
Hij keek haar een oogenblik aan, en schudde
in wanhoop zijn hoofd.
Ik wou, dat iets of iemand ter wereld in
staat was mij op te wekken uit dien toe
stand van volmaakte tevredenheid met de
dingen, zooals zij zijn, een gevoel, dat de
laatste jaren langzamerhand over mij is ge
komen. Ik heb een naargeestig vermoeden,
dat dit een kenmerk is van de korte periode
tusschen het ophouden van ontwikkeling en
het begin van verval. Ergens naar te ver
langen, 't een of ander vurig te wensehen !
Dat is jeugd !"
Uan ben ik nog geen twintig!" liep hij
uit, opstaande en zich in al zijn forsche
lengte oprichtende. Het was bepaald een
anti-climax. toen die beweging vol kracht
slechts eindigde in het opnemen van zijn
kopje, dat hij daarna voorzichtig op de
theetafel neerzette. Het gaf haar een plotselinge
gewaarwording van een groote verspilling
van energie in hun beider leven, en hoe
jamnier dat was.
Tevreden te zijn, omdat ik warm ben,
en goed gevoed en gekleed, en in een
gemakkelijken stoel zit! Het is ontmoedigend,
na zooveel jaren levens weer tot dien toe
stand terug te keeren! Den toestand van
den eersten den besten gezonden zuigeling!"
Er is nog iets in je oogen, dat nog niet
bij de rest op zolder is weggeborgen, Alicia,
iets dat in tegenspraak is met je redenee
ringen van een tachtigjarige ! En een ander
toch óók van haar houdt, dan antwoord ik
dat mij dit vrij wel onverklaarbaar ie, aan
gezien tante haar tamelijk wel doorschouwt,
blijkens het onderhoud dat ze met neef nu
en dan heeft. Liefde is 'n mooi ding... 't
is eigenlijk 't enig waarlik mooie, dat 'n
mens in z'n leve heeft; maar de liefde heeft
z'n gevaren ook, hoor... z'n hele, grote
gevare. Daarom mot je al vast nooit toelate,
dat de liefde aan je gezond verstand't zwijgen
oplegt." Als tante hem dit voorhoudt, merkt
Hendrik dat 't gezond verstand aan't woord
is, maar hij kan niet dadeljk naar zijn stem
luisteren en 't eenige dat hij er op weet te
zeggen, komt hierop neer: Ik hou zielsveel
van Maggie en n ding weet ik zeker; dat
gevoel dring ik me niet op." A la bonheur,
zoo praten alle verliefde lui en al is 't geen
excuus voor hém, dat hij zich als iedereen
door de liefde op sleeptouw laat nemen, het is
er een voor den auteur. Het is nu eenmaal
zoo: zelfs een ex-predikant en es-dagblad
redacteur loopen nog in de val, alsdecorde
sensible wordt geraakt en een kunstenaar
heeft dan het recht zijn portret te teekenen.
Al verzekert Maggie een enkele maal het
tegendeel : Hendrik Verheulen is ordinair,
maar dit hoefde geen reden te zijn voorden
artist om hem niet te conterfeiten. En al
evenmin heeft hij zich te verontschuldigen
over de extravagance van Maggie. Wanneer er
zulke wezens bestaan baar zijn,heeft de schrij ver
het recht haar aan ons voor te stellen. Zijn ze
bestaanbaar, dat is alleen de vraag, en hierop
duif ik geen neen zeggen, al is dan Maggie wer
kelijk buite model", zooals Henk dat gelieft
uit te drukken. Dat hij haar verstandiger,
eerliker, oprechter, degeliker" vindt dan de
meeste menschen en ze, naar zijn meening,
hoger, veel hoger staat dan andere vrouwe,"
het is een waan, waarvoor de arme kerel
geducht moet boeten: zijn gedroomd huwe
lijksgeluk zal een hersenschim blijken.
Grinnekend zal zijn vrouw, wanneer ze door hem
betrapt is op flirtation ??of erger! ??hem
toeroepen: Zo'n beer. Zo'n ruige goedige
sul van 'n beer! Maar was je dan helemaal
vergete, dat je over 'n groot halfjaar papa
moet worden. . . . Wat kan zo'n geleerde man
toch dom zijn . .. dom en ... zwaartillend.
Henkie, Henkie, ik heb heus medelijden
met je."
Ik zou met deze critiek mijn doel gemist
hebben, wanneer niet was gebleken dat mijn
wrevel, door de extravagance van Miggie en
de ordinairheid van Henk opgewekt, geen
bewondering uitsluit voor het kunstwerk als
zoodanig. Als psychologische studie is ook
WAAN een meesterstukje, waarbij nog extra
dient aangeteekend te worden 4at de artist
ons, beschouwers, niet voortdurend voor de
voeten loopt en als een ongevraagde gids
overbodige, en dus storende, uitleggingen
geeft. Waar verhaal en dialoog tusschen de
hoofdpersonen onvoldoende mocht geacht
worden om het zielkundig probleem te stelle.'.
of te ontraadselen, komt tante Verheulen op
't juiste momenttuaschanbeide. Ook om die
leden vervult tante de. mooie rol en blijft
daarbij heel wat natuurlijker dan een
raisonneur in een drama de these. Trouwens, van
een -these is in dezen roman, dien ik, alles
saaingenoinen, hooglij k waardeer, geen sprake.
Maar ik moet het erkennen: bij de lectuur
wordt het genot der bewondering niet zelden
vergald door de sensatie van den wrevel.
Utrecht. W. PIK.
Inhoud van Tijdschriften.
De Aarde en haar Volken, No. 42 : Uovfdbhid:
De opvoeding» der negers in de Vereetiigde
Statei, door 13argy. J-i i j blad: Ontwapening
iHttiNiiiiiiiiiiiliiiimm
zal het mogen oogsten -ik niet I" Hij stond
achter haar, toen hij die woorden zeide met
plotselingen hartstocht. Toen ging bij haastig
weer naar zijn stoel terug, omdat het ver
langen, haar haar aan te raken, bijna onbe
dwingbaar weid. Jaren lang had hij. zich
voorgesteld, dat als hij het maar eenmaal
heel zachtjes zou mogen streelcn, hij dan
wel, onder andere, dat hij dan niet verder
zou gaan! Dat is de bedriegelijke logica van
alle groote verzoekingen.
Toen hij weer ging zitten, keek zij hem
aan met iets weemoedigs in haar oogen. Ziju
gelaat was weer bleek geworden en vertoonde
een harde, bittere uitdrukking, niet langer
gemaskeerd om haar gevoeligheid te sparen.
Als het je ook maar de geringste vol
doening kan bezorgen, Arthur Olmsted, wil
ik je graag vertellen, dat de Donderdagen
mij de gelukkigste uren van mijn leven
brengen".
Het bezorgt mij niet de geringste vol
doening, Alicia Pollack ; maar't is toch vrien
delijk van je, het te zeggen,''antwoordde hij.
Eea korte stilte volgde, llij keek naar het
vuur, en zij naar hem. De gedachte kwam
bij haar op. en niet voor de eerste maal, dat
het de zonderlinge afwezigheid van egoïsme
in dezen man was, die haar ervan terug hield,
hem lief te hebben. Er wordt wel eens be
weerd, dat nederigheid de dienstmaagd is van
ware liefde; als dat zoo is, moest zij maar
liever in de dienstbodenvertrekken blijven
en zich niet vertoonen.
Haar bezoeker herinnerde zichplotseling,met
een gevoel van kilheid, welk een buitengewoon
knap, innemen l man haar echtgenoot was ge
weest,toen hij hen,twee jaar voor den dood van
den heer Toilack, in Weenen ontmoette,
een waardig levensgezel voor de bekoorlijke
vrouw, die dien middag tegenover hem zat.
Zij was modern, vol tegenstrijdigheden, en
nog heel rnooi, al was zij niet ver van de
veertig, dien leef ijd, waarop een vrouw
het hanteeren van haar wapens volkomen in
haar macht heeft, juist op het tijdstip, dat
zij ze maar liever moest overgeven.
Olmsted was dien dag bij haar gekomen,
bleek ten gevolge van het elk halfjaar
terugkeerende besluit, haar liefde te veroveren,
haar liefde, die hij reeds driejaar lang trachtte
te winnen.En nu zaten zij weer rustig te praten
op hun gewone vriendschappelijke wijze.
Het feit, dat hij daartoe in staat was, gaf hem
een levendig besef van zijn ouderdom. Op
vijf-en-veertig jarigen leeftijd is iemand's
geluks-eiseh veranderd in een verzoek, ?
neen, minder nog: in een beteugelde ver
wachting. De dagen van weleer waren ver
dwenen, heerlijke dagen, vol van ee« heftig,
onbeschaamd egoïsme, dat geluk eischte als
een onvervreemdbaar recht, beantwoordende
aan de trillingen van lichamelijke en geeste
lijke kracht, een kracht die alles wil dwingen
tot volmaaktheid.
Dat alles was nu slechts een herinnering,
die lidteekenen had achtergelaten op zijn
gelaat. Maar toch had hij het punt bereikt,
van de Ruckeilanders. Sachalin opnieuw
gesplitst. Schuhplattler. Ken merkwaar
dige lift. Nog onbekend land in Aljaska.
Rectificatie. Feuilleton.
Eigen Haard, No. 38 : De onvoltooide schil
derij, door G., II. De kerk te Middelharnis,
door J. Verheul Dzn., met af b Ken en ander
over ademen, door G. Polvliet, siot. De
vreemde vogel, door Anton Voigt. Louis
Bouwmeester, door J. H. R., mefr portret en
af b. Sluiting der Staten- Generaal, met af b.
Feuilleton.
(MMniiiiiiiiiiiifiimiiMiiHiiimiiiMiiiiiMiiHi Minimin
c/ïzciamzs
40 cents per regel.
itiniiiiiitiiiiiiiiiuiitimiiiiiumiiiiiiiiMiimmimmmmiiiiiimiiiMnJ
Echt Victoriawatei
OBERLAHNSTEIN.
cht victoriawate
OBERLAHNSTEIN.
STELIO
V B A A
HifeUGradeTnrkisch
Cigarettcs
Moderate THces.
l
?{ALKAN", KHEDIVE", EXTRA FINE".
" 2 et. 2 K et. 8 et.
Stelio Efstathopoulos (Smyrna).
iedeponeerd'
SPUI 25, VAN WOUSTRAAT 9.
Depots: v. Baerlestraat 38, Joh.
Verhulststraat 105, Ferd. Bolstraat 4, Weesper/ijde 74,
Von Zesenstraat 29, Celebesstraat 53,
Ie Helmersstr, 201, Ie Gonst. Huygehsstr. 92,
de Clercqstraat 8, Naussaukade 304a, Haar
lemmerdijk 20, 2e Tuindwarsstr. 2, Water
graafsmeer Breedeweg 1.
Gailler
Fl J ItSTËZWITS ERSCH E
(HOCOLBDE
Cacao en SUIKER.
«HIliillHIIUIIIIIIIIHIIIIlnlIMIIIIIlmlIIMHIIIIIilMMItlmlIIIMIHmUlimiq
waarop hij het niet meer betreurde, dat de
vlammende gloed echynbaar verdwenen wa?.
Hij zou dien gloed niet weer hebben willen
opwekken, al was hij er toe in staat geweest;
hij gaf de voorkeur aan het kalme gevoel
van vrede, dat de tegenwoordigheid van
Alicia Pollack .hem verschafte als hij
daarvan maar zooveel had kunnen krijgen
als hij verlangde l
En dat dit hem onthouden werd maakte
hem onrustig onder de beminnelijke gere
serveerdheid van haar blik, een blik, die
fluisterend zeide, dat haar ziel, ondanks alles,
nog niet bereid was voor niets meer dan
vrede. En misschien was zijn eigen ziel
evenmin bereid als de hare...
Zij begon weer te praten, om het
zuiverpersoonlijke te ontvluchten. Ditmaal waren
haar oogen op het vuur gericht en de zijne
op haar gelaat.
Het komt mij voor, dat de middelbare
leeftijd tot nu toe nooit op zijn waren prijs
is geschat. Ik ben langzamerhand op de ge
dachte gekomen, dat de middelbare leeftijd
het uitzicht van den top van den berg is,
bereikt na langdurig, vermoeiend kliinmen.
Het duurt niet lang, laat ons zeggen een
half uur ? maar het is grootsch, heerlijk.
Dat doordringen van den blik tot ij! het
nevelig verschiet, dat realiseeren van de on
beduidendheid van zooveel drukte en harts
tocht, daarginds laag bij den grond! En dan
dan komt de haastige afdaling van den berg."
En dan een koesteren van allerlei kwalen
en pijnen, en dan slaap." '
Ja," zeide zij zacht, en er ontstond een
lange stilte.
Toen begon hij weer te praten, oin den
loop van haar inwendige beschouwingen in
een ander spoor te leiden.
Volgens mijn meening is de middelbare
leeftijd het best te vergelijken met liet vuur
daar in den haard. De vlammen, het ge
knetter, de plotselinge gasontploilingen
dat alles is voorbij dat is de jeugd. Die
gloeiende, levende kolen vuurs, waarnaar wij
nu zitten te kijken kalm maar intens
en een laagje giauwe asch erover heen
dat is de middelbare leeftijd. Laat ik erbij
voegen, dat die grauwheid bedriegelijk is,
want daaronder gloeit de ware ziel van het
vuur, die een veel hooger temperatuur heeft,
dan in de periode van de knetterende vlam
men. Het vuur is niet uitgebrand, het houdt
het minstens nog tot morgen uit."
Ik wou, dat ik dat kon gelooven,
werkelijk dat wou ik. Ik vind het verschrik
kelijk, mij te moeten overgeven aan die ver
zwakkende onverschilligheid. En ik geloof,
dat het feit, dat ik zoo'n grooten jongen heb
er meer toe bij draagt, mij het gevoel te geven
van pasiée te zijn, dan iets anders. Wel,
Olmsted, weet je wel, dat Barron het volgend
jaar al student wordt? Het wordt hoog tijd,
dat ik er over ga denken een muts te dragen !"
(Wordt vervolgd}.
l