Historisch Archief 1877-1940
No. 1474
DE AMSTERDAMMER WEEKBLA D VOOR NEDERLAND.
DAMEjg.
TentooÉellinnoor mode en refori.
De Tentoonstelling voor Mode en Reform
in het Paleis voor Volksvlijt hier ter stede is
tot stand gekomen, dank zij den bemoeiingen
en ijverigen zorgen van een eere-comité, met
den heer C. A. A. Dudok de Wit tot voor
zitter en verder bestaande uit nog 20 leden,
heeren en dames, en onder dezen verschei
denen, wier naam een bekenden, een
klinkenden, een aristocratischen klank heeft; een
hoofd-comité, uit 15 leden samengesteld; een
commissie voor vakwedstrijden, waarin ver
schillende vakvereenigingen vertegenwoordigd
zijn; sub-comité's in Groningen,Haarlem, 's
Hertogenbosnh, Kampen, Rotterdam en Utrecht,
een jury, gevormd uit 62 dames en heeren....
Ja, de tentoonstelling voor Mode en Reform
is er, maar waar is de reform? Dat woordje
reform mocht eigenlijk wel met uiterst be
scheiden, half uitgewischte, ternauwernood
leesbare lettertjes op de aanplakbiljetten,
catalogussen, reclameplaatjes, annonces, enz.
gedrukt z\jn, want als men na het binnen
treden der tentoonstellingszaal, die met haar
smaakvolle, door bonte afwisseling aanlokken
de etalages inderdaad een artistieken indruk
maakt, den blik eens laat rondweiden, doet
de geheele expositie onwillekeurig denken
aan een reusachtig flxeerbeeld met het onder
schrift: waar is de reform? En we wandelen
verder, en turen en turen: waar zijn de reform
japonnen. ... Want laten wij er maar geen
doekjes om winden en eerlijk zeggeu, dat
juist de reformkleeding the great attraction"
vormt voor den menschendrom, voor 't
meerendeel dames, clie zich dagelijks paleis waarts
spoedt naar de tentoonstelling van
reformkleeding", zooals ze veelal genoemd wordt,
officieel onjuist en reëel nog veel onjuister,
want een tentoonstelling voor mode is 't
wel, maar de reform Waar is de reform ?
En 't gaat ons juist als bij een fixeerbeeld :
als we maar lang en geduldig kijken,
vinden we, wat we zoeken en als we
ook hier den moed niet opgeven, ontdekken
we wel sporadische modellen van reform
japonnen en, dit zij tot troost van elke
onverdroten zoekende hieraan toegevoegd,
reformjaponnen, die de moeite van het op
sporen ten volle loonen en prof. Treub's
beruchte hobbezak" in den poel der ver
getelheid doen verzinken. Hoogst elegante
reformjaponnen zien wij o.a. geëtaleerd door
de firma de Ploeg & Co., Westermarkt alhier,
en door de firma R. & E. Wohryzek,
Marnixstraat bij het Leidscheplein. En wie
reformonderkleeding wil zien, neme een kijkje bij
de uitstalling van De Voorpost", bij die
van Abr. Meyer, firma G. W. von Schmit
en Zoon, Haarlem?Amsterdam e.a., waar
men tevens wordt gesteld voor l'embarras
du choix büden aanblik van al die stoffen,
welke ons als zoo bij uitstek hygiënisch
worden aangeprezen: dr. Rasurel's tiasu
hygiénique, wol met turf; Rameh; Jaeger;
Lahmann; Zimmer-li, en La Comète", een
gevaarlijke concurrente voor het sinds lang
reeds hier ingeburgerde Jaeger, dubbel ge
vaarlijk, omdat zij naast de verlokkende
eigenschap van grootere goedkoople ook nog
die van meeidere poreusheid bezit en geheel
krimpvrijjis-jGeneraal-vertegenwoordiger voor
Nederlarid n Belgiëis Martin Kaufmann Jr.,
Spinozastraat 5. Aan belangstellenden zij
hier terloops meegedeeld, dat ondergoederen,
uit La Comète vervaardigd, ook verkrijgbaar
zijn bij Adriaan Schakel en de firma Meyer
op het Koningsplein.
Toch missen we op een tentoonstelling als
deze den keurigeu modellenschat, waarover de
Vereenlging voor Verbetering van
Vrouwenkleeding kortheidshalve de V. V. V.V.V.
beschikt, zooals ik door eigen aanschou
wing weet. Waarom de vereeniging der
vijf V's, die zooveel aanstoot nam aan
den naam Tentoonstelling voor Mode",
zooals deze expositie oorspronkelijk gedoopt
was (reform toch heeft alleen de natuur tot
richtsnoer en erkent heel fier niet het gezag
dor mode), dat men om harentwille het
thans niet op zijn plaats zijnde woord reform
er bij heeft gevoegd, geen enkel teeken van haar
bestaan heeft gegeven ? Dit is een vraag met
een groot ynagteeken er achter! Dat zij zich
hier niet heeft doen vertegenwoordigen, valt
ontegenzeggelijk te betreuren. Haar practische
modellen toch, uit verschillende grondstoffen
vervaardigd, welker prijzen evenredig zijn aan
de zoozeer uiteenloopende financieele
draagkrachten, stellen niet alleen het doel der
reformkleeding duidelijk in 't licht, maar
leeren de vrouw \iit de volksklasse, die
reformneigingen, in zich omdraagt, evengoed,
zich dienovereenkomstig te kleeden, als de
dame uit hoogeren stand.
Zijn wij nu over deze teleurstelling heen
en nebben wij ons vertrouwd gemaakt met
het denkbeeld, dat wij op een tentoonstelling
voor reform maar zoo weinig reform vinden,
dan valt hier inderdaad veel te prijzen Om
hetgeen we missen, mogen we toch ook niet
het vele goede voorbijzien, dat hier te aan
schouwen valt. En er is veel te bewonderen.
Onze grootste modewinkels en confectiema
gazijnen hebben moeite noch krsten gespaard,
om het succes dezer tentoonstelling te be
vorderen en het hunne bij te dragen tot het
verkrijgen van een batig saldo, waarmee men
een vakschool hoopt te kunnen oprichten.
Daar is o. m. de bekende firma H.Neville
Hart & Co., die in haar uitstalkast een
dames-wandelkostuum heeft geëtaleerd, uit
muntend door eenvoud en fijnen smaak, met
een artistieke garneering van vlechtwerk. Te
verwonderen is het niet, dat deze japon be
kroond is met den eereprijs van H. M. de
koningin. En naast dit kostuum de schitte
rende gala-uniform van een koninklijken
kamerheer, met den gouden sleutel op den
rng... ja, waarlijk, men zou er haast toe
komen, om net te doen als Teufelsdröckh uit
Carlyle's Sartor Resartus en een diepe bui
ging te maken voor die jas, waarbinnen
geen levend lichaam, maar slechts een pop
besloten is, want onze strijkages gelden toch
meestal alleen de kleeren, ook al ei «ent het
duiveltje der ijdelheid, dat in elke
menschely'ke borst huist, zich gewoonlijk die
eerbewijzingen toe. Dit was dan ook de reden,
waarom Carlyle's Duitsche professor, bij voor
keur, voor leege kleeren boog. STu .wie daar
lust in heeft, kan hier zijn hart ophalen: uni
formen en galarokken en elegante dames
toiletten zijn er in overvloed, en mevrouw
Amy Grothe-Twisa verplaatst ons als in een
tooverland door haar inzending (ter opluis
tering 1) van de twintig door haar ontworpen
en vervaardigde kostuums, die gedragen zijn
in de Swawa-sprookjes, haar geesteskinderen,
door haar en haar vrienden opgevoerd in de
bosschen van den Zwaluwenberg bij Hil
versum.
Het gaat niet aan, in een kort bestek als
dit een volledige opsomming te geven van
al het tentoongestelde. Wij kunnen slechts
hier en daar een greep doen. Zoo zij hier
nog met bijzonderen lof vermeld de met de
gouden medaille bekroonde kantinzending
van mevr. Ingen Housz?Massoli, leerares
aan den cursus kloskant, kunstnijverheid
school, rijksmuseum ; alsmede de inzendingen
van Tesselschade, de Industrieschool, Arbeid
Adelt.van mej. Beevendorp,Ruysdaelkade, het
Internationaal Mode-Instituut, Vijzelstraat 57,
de Vaandel-fabriek van C, M. v. Diemen te
Dordrecht en de kostuumschool van mevr.
Content?Duitz.
Een groote aantrekkingskracht oefenen de
naaimachines: machines voor de groot-indus
trie, knoopsgatenmachines, machines, door
electriciteit gedreven, machines voor bijzon
dere doeleinden, taboereer- en
siersteekmachines, alle inzendingen van de
Singer-maatschappij, van den Naaimachine-handel yoorh.
A. Lewenstein, van H. Brückmann, enz. Bij de
etalage van de firma Lewenstein kan men
het moderne borduren en stoppen op de
gewone naaimachine zien. Het artistieke
borduurwerk, op deze wijze geleverd, zou
het ons bijna een dwaasheid doen achten,
zich nog langer uit te sloven met
handwerkjes voor manlief of galant, als niet eigen
werk" toch altijd een poëtische attractie
bleef behouden n voor de geefster n voor
den ontvanger.
Wilt ge vakliteratuur? Daarvan is ook
een ruime keuze, en wie zich in vroeger
tijden wil terugdenken, bezichtige de verza
meling oude platen en modejournalen, in de
bijzaal neergelegd, dezelfde zaal, waar volgens
wiskundige berekeningen geteekende
knippatronen aan den wand hangen en de ver
schillende vakwedstrijden gehouden worden.
En dan nog al die inzendingen van hoeden
en laarzen, dames- en kinderen-modearti
kelen, coiffures, parfumerieën, etalage arti
kelen, enz. enz.
Dat en zoo voort" vertegenwoordigt een
lange, lange lijst van niet genoemde dingen.
De beschikbare plaatsruimte in een blad
als dit stelt echter met onverbiddelijke ge
strengheid perken, die niet overschreden
mogen worden, en dus weet ik niet beter te
doen dan te eindigen met den raad : gaat
zelf, ziet en overtuigt u ! 't Is Zondag de
laatste dag.
Koopt uwe kleeren niet op Zondag l" aldus
luidt het verzoek, by de ingangen der neven
zalen vanwege den Ned. Bond van
Confectiebedienden tot het publiek gericht.
Maar de tentoonstelling m oogt ge wel, óók
van hen, op den wekelijkschen rustdag be
zoeken.
C. A. LA BASTIDK?BAARSLAG.
Als bet najaar tot...
Als de eerste herfstachtige storm- en regen
vlagen over ons heengaan, zeggen loges en
pensiongasten het volk spreekt getrouw
van pensioenders" en van in pensioen
zijn": ik gunkje je heide en heuvelen, £e
buitènleveh eïplandelijkheid!
En toch is het, nu de zon niet zoo fel
meer schijnt, heerlijk te dwalen over de heide,
er den frisschen wind op te snuiven, met
veerkrachtigen tred te gaan naar de blauwe
heuvelen en de dichte bosschen in de verte.
Door gelpgroen akkermaalshout en donkere
dennenbosschen, loopt het pad, omzoomd
van een breeden rand paars, het pad is be
groeid met fijn heidegras, maar de
wagensporen, vol blank zand gespoeld, teekenen
zich ver op de purperen vlakte. Hier en
overal glinstert op de kale plekken hel wit
kiezel, en rakelings over de aarde scheren de
zwaluwen met hun blanke borstjes en hun
doordringenden roep om regen: wièp, wièp!
Over de bloemenzee zoemen en gonzen de
bijen, jonge konijnen en speelsche haasjes
wippen op het pad, blijven even met opge
stoken oortjes luisterend zitten.
Maar n gedachte vergalt het genot: dat
er duizenden zijn, die de bloeiende heide
met haar zoete geuren, haar warme luchten
of jagende wolken nooit zien, die blijven in
hun stadssloppen en stegen, en die toch zoo
gemakkelijk gebracht konden worden al
was het maar voor n zomerdag naar
die onmetelijke onvergetelijke heide, die, nu
in den herfst, het leven soms doet voelen
als louter schoonheid en geluk.
Maar als het najaar komt, trekt wat nog
reizen wil, naar de groote steden om daar
te genieten van het mondaine leven, van
de musea, van muziek, van de pracht van
bloemen in de winkels: orchideeën kassen en
rozengaarden, van de levendige Boulevards,
de schitterende schouwburgen en vroolijke
café's. Wie Parijs en even groote steden
heeft leeren kennen, kan toch nog volop
van Brussel genieten tenzij men
Parijzenaar is.
De Parijzenaar toch vindt, o zeker, Brussel
een lief coquet stadje, maar niet Parijs: het
wijde, lichte, onovertrefbare Parijs!
En ge moogt van het Brusselsche Bois de
la Cambre spreken, dat honderd
vier-entwintig bunder groot is en waar de kinderen
zomers in de groene ravijnen en op de uit
gestrekte grasvelden spelen, waar men vaart
op het meer en dat u veel mooier schijnt
dan het Bois de Boulogne van Parijs, met
wereldstadsche kalmte antwoordt u de
Parij/,enaar koeltjes: De vreemdeling kent om Bois
de Boulogne niet, hij ziet alleen het deel, waar
van de koetsiers hem vertellen, dat het in den
oorlog van '70 is omgehakt, hij ziet alleen wat
de koetsiers hem willen laten zien. Maar
zoomin als het Bois de la Cambre bij het
Bois de Boulogne is Brussel bij Parijs
te vergelijken.
Het is natuurlijk zoo, la ville lumière staat
bovenaan, maar Brussel is gezelliger.
De inwendige Boulevards van Brussel doen
hier en daar denken aan een langen open
lucht bazaar, tusschen de winkeluitstallingen
op straat loopen de verkoopers van allerlei
stuivers-nouveautés, de meisjes met haar
bloemen, de man met een kasteeltje van
gebakken steen op den rug, dat gevuld is
met bier en waar de dorstigen voor enkele
centitnen een flinken dronk kunnen krijgen,
uit het glas dat aan een haakje hangt en
dat de man met een klein slompje water
schoon" spoelt.
De inrichting van de groote bazaars is
prachtig, iedere afdeeling heeft haar eigen
kas en eigen inpaktafel, waarbij een man
in donkerblauw verwershemd voo tdurend
staat in te pakken, de kpoper krijgt een
kaartje met den prijs van het gekochte voor
werp, de verkooper roept het nummer der
kas en de te betalen som, de kashoudster
belt in antwoord, de koóper betaalt en ver
trekt met de inmiddels ingepakte voorwer
pen.... Neen, ge vertrekt juist niet, tenzij
gij bepaald haast hebt, alles lokt tot kijken
en koopen, nergens valt men u lastig, pas
als een bezoeker toont iets te willen koopen,
komt de verkooper naar voren.
Wil men wat ruilen, dan wendt men zich
tot een bepaalde kas, de houdster slaat even
op een gong en ate een harlekijn uit een
doosje verschijnt een heer, die met U naar
de bepaalde afdeeling gaat en U pas weer
verlaat, als gij uw doel bereikt hebt.
Allerakeligst is in sommige bazaars de
krijschende, kermende fonograaf, die opera's
ten gehoore brengt." Het meest schorre koor
is streelende muziek hij dit even rumoerig
als naargeestig geluid,
Maar de Brusselsche,.die van drukte, vooral
vél drukte houdt, schijnt het aangenaam te
vinden.
Bij alle overeenkomst tqsschen de Belgen
en ons een groot dt el spreekt
Nederlandech d. w. z. Vlaamsen. is het verschil
zóó opmerkelijk, dat -men. dadelijk begrijpt,
dat die twee landen aiet n- konden zijn.
Veel herinneringen zg'n voor ons zeker aan
Brussel verbonden, daar toch is onze groote
vrjyheidskamp .begonnen, daar toch hebben
mannen, met Willem de Zwijger aan. het
hoofd, besloten hun heldenleven feil te hebben
voor de opperste vrijheid, maar ik geloof
niet dat het benepen-vaderlandsliefde was,
die mij dat gejoel deed krijgen het was
mij daar in Belgiëof wij Noord-Nederlanders
beter den geest hadden begrepen van die
groote voorgangers, dan onze zuidelijke
naburen. Belgiëis, dat weet men, door en
door katholiek, hoewel niet treffend voor eerj
protestant, is het toch een eigenaardig schouw
spel een trouwerij met vorstelijke pracht in
de vermaarde St. Gudule bij te wonen. De
natuur verloochent zich ook hier niet, als
de stoet met grooten schijn van statigheid
is binnen gekomen en plaats genomen heeft,
gaan de heeren elkaar eerst knipoogjes geven,
daarna gaan ze gapen, om ten slotte half in
te dommelen. Niettemin onderwerpen zij zich
geduldig aan het bijwonen der ellenlange
ceremoniën.
In de trouwzaal van het Stadhuis denkt
de Nederlander een oogenblik in zijn eigen
land te zijn. Ongekende weelde, overal in
het buitenland is Nederlandsch zoo weinig
bekend als Arabisch. Vaa onze
allerberoemdste beroemdheden" van 'den dag heeft nooit
iemand iets gehoord, een letter Nederlandsch
ziet men nergens, maar hier : onder Cardon's
schilderij, die voorstelt de weelde van het
huwelijk, door de stad Brussel ingezegend,
staat:
Hier bindt de liefde u. blij te gader",
en op de balken staan een actittal
tweeregelige versjes, allen in oud-HoJlandsch en
waarvan de eerste luide»:,..
Die eene stadt wel^jÉllen regeren
Sy sullen dese aelve-jpgjjieijen hanteren.
Eendrachiich zijn
Ende gemeynen oi
Achter den stoel van den beambte van den
burgelijken stand twee vrouwenfiguren : de
Liefde en de Wet, onder een krans van kin
dertjes: de hoop des huwelijks!
Maar die zegen des Heeren, houdt je de
noppen van de kleeren, en is heel ongeschikt
reisgezelschap, niettegenstaande alle parken
is Brussel voor kinderen en oudere menschen
geen aangename stad, de straten dalen en
rijzen zeer sterk, en de pleinen zijn overwel
digend druk: ieder oogenblik voelt men zijn
veege lijf aan een zijden draadje hangen: van
alle kanten electrische trammen, rijtuigen,
ruiters, twee verdieping hooge postwagens,
fietsers, auto's, reclame- en magazijnwagens,
door dat ratelend gewirwar schiet men heen,
om pas, wanneer het volgende voetpad bereikt
is, weer adem te durven halen ...
Als de geheele dag is doorgebracht in de
musea, in de dreunende stadsdrukte, of ii de
woelige parken, dan is het een uitgezocht
genot 's avonds aan een caféaan de uitwendige
Boulevards uit te rusten, of in de groote
schouwburgen van dramatische kunst te
genieten.
Ik trof er Sarah Bernhardt, de meer dan
zestigjarige met hare vlugheid en jongheid en
tengerheid eener zestienjarige. Als zij als
Hertog van Reichstadt haar ranke beenen,
in de hooge laarzen, kruist, of vlug op tafel
wipt, hoort men aan alle kanten de zich gauw
en gemakkelijk; uitende Belgen, roepen:
Incroyable!"
Als Marguerite Gautier roert ze aller har
ten, mannen schreien dapper mee, en als het
er op aankomt haar bij open doek hulde te
brengen, staan ook weer de mannen in de
voorste rij .... toch oordeelt Sarah Bernhardt
in haar memoires welke zij bezig is in de
maandelijksche afleveringen van Je Saistous"
te openbaren niet ze«r gunstig over haar
mannelijke collega's die, volgens S. Bs ge
tuigenis, veel harder door de jalou/Ae worden
aangegrepen dan de vrouwelijke
tooneelartisten. Onder de vrouwelijke collega's heeft
zij zegt ze trouwe vriendinnen gehad,
onder de mannelijke fanatieke vervolgers.
Sarah Bernhardt schijntzich niet gelijk Adeline
Patti een vermogen verschaft te hebben, men
zegt ten minste dat «j spelen moét, omdat
/ij zoo diep in de schulden '/it. A.rints Sarah I
De prijzen der plaatsen zijn over het geheel
laag, al betaalt de heer B voor n loge vijf
en twintig duizend francs per jaar; de pracht
is veel grooter dan bij ons, de Brusselsche
maakt werk van haar uiterlijk, weet de kleuren
wonderwel te kiezen, bij haar hoogilond
kapsel staat het teere lila voortreffelijk, en
in de pauze is het beweeg der mooie vrouwen,
het geschitter der juweelen en het gewieg
der waaiers een genot op zichzelf.
Ik heb op de avonden bij Sarah meer
genoten, dan op mijn tocht naar de
Luiksche tentoonstelling. Tentoonstellingen wor
den ? zooals ze nu /ijn vervelend, en de
Nederlandsche afdeeling spande er de kroon
in afgezaaidheid", slechts enkele inzendingen
waren er frisch en mooi, o. a. die van de
SociétéCéramique te Maastricht,
Brussel is goed voor groote en middelma
tige en kleine beurzen, want de heerlijkste
kunstgewrochten zijn voor niet of voor een
bescheiden fooi te zien; het tramvervoer is
uitstekend geregeld, de bediening in de café's
enz. uitnemend; wat men er krijgt, is over
het geheel goed en niet duur.
Voor middelmatige en kleine beurzen zijn
er uitstekende pensions. Het Bureau voor
reisinlichtingen ?af mij als een zér aan te
bevelen adres op 19 Rue de la Banqae 19
Pension de Familie (Pres Sainte-Gudule)
Bruxelles.
Als pension allén voor dames herinner ik
aan het adres: 31 Rue de Berlin, Mad. Tim
mermans, dat goed en ook goedkoop is.
H e e l s u m. DAISY E. A. JÜNIUS.
Een ondernemend zestal van E. NESBIT,
vertaald door G. W. ELBEETS. G. B.
van Goor & Zonen, Gouda.
In het Voorwoord, waarmede N. van
Hichtum dit werk ten onzent binnenleidt, voor
spelt zij, dat het een echt lievelingsboek zal
worden voor onze jongens en meisjes. Zij
deelt verder mede, dat zij, het lezende, tel
kens weer door een vroolijken schaterlach
haar familie deed opschrikken en er zoo van
vervuid, was, dat zij er van moest vertellen,
aan ieder die maar luisteren wilde.
Een dergelijke aanbeveling lokt uit tot
kennismaking: echte lievelingsboeken zijn
schaarsch.
Wij beginnen ook met te verklaren, dat
wij Een ondernemend zestal" met veel ge
noegen gelezen hebben, al heeft het ons dan
niet in eene stemming van zoo luidruchtige
vroolykheid gebracht.
De schrijver laat n van het zestal ver
tellen, hoe zij gezamenlijk uitvoering geven
aan het besluit om het verloren fortuin der
familie te herstellen.
Kinderen staan voor niets. Hier zijn er
zes bij elkaar, broertjes en zusjes, waarvan
de oudste nauwelijks dertien, de jongste nog
geen vijf jaar is. Naar school gaan ze niet.
Toezicht ontbreekt bijna geheel; want de
moeder is gestorven, de vader heeft het druk
met zijne zaken en de meid-alleen heeft even
min tijd om zich in de kinderkamer te
vertoonen. Is het niet natuurlijk, dat het zes
tal tot de dwaaste plannen en aanslagen
komt ? Gelukkig voor hen is er een ver
standige, kinderlievende buurman, die hen,
als ze het wat al te bont maken, in het rechte
spoor terugbrengt. Wie weet, wat zy anders
nog aangedurfd zouden hebben l
In menig opzicht verdient Een onderne
mend zestal" warme aanbeveling. De lotge
vallen en ondernemingen dezer kinderen
vormen te zamen een boeiend en vermakelijk
geheel, waarvan onze jongens en meisjes
bijzonder kunnen genieten. Mag men ook
een enkele maal bedenkelijk het hoofd schud
den en vreezen, dat de jeugdige lezers tot
navolging geprikkeld zullen worden, spoedig
blykt het, dat de helden van het verhaal
voorzien zijn van een goede dosis gezond ver
stand en eenigen wijsgeerigen aanleg, zoodat
ze, als ze de grenzen der betamelijkheid heb
ben overschreden, uit zich zelf tot het besef
hunner misslagen komen. Indruk moet het
ook maken, dat deze durfallen tevens den
moed blijken te bezitten om berouw te toonen
over de slechte gevolgen hunner helden
stukken en zich daarvoor vrij willig boete op
leggen. Naar echten kinderaard is het bij
hen een voortdurend vallen en opstaan. Te
waardeeren valt het voorts, dat op even on
gedwongen wijze melding gemaakt wordt van
handelingen, waaruit liefde en toewijding
spreekt. Men maakt kennis met een zestal
origineele wezens, die zeker zullen opgroeien
tot degelijke mannen en vrouwen.
Geen geringe deugd van het boek is
nog de frissche en opgewekte toon. Het
jonge mensch, dat aan het woord is, kan
knap vertellen, men krijgt respect voor
zijne belezenheid en echt-jongensachtige wijs
heid, maar geen enkelen keer geeft hij den
indruk, dat achter hem de auteur staat, die
hem soullleert.
Bezwaar hebben wij alleen tegen den opzet
van hut boek.
't Is mogelijk, dat Engelschen het minder
nauw neinen met de vervulling hunner
ouderplichten, misschien ook zijn Engelsche
kinderen eerder en beter los vertrouwd
bij ons is het geen gewoonte om de jeugd
in het wild t« laten opgroeien. Hierom
zullen onze kinderen zich niet geheel kunnen
verplaatsen in het leven van het onderne
mende zestal,
Nieltegenstaande de uitstekende vertaling
is her, geen Nederlandsch boek geworden.
Wij gelooven daarom niet, dat de voorspel
ling van N. van Hichtum zal uitkomen.
Moeders jongste, lieveling van ETHEL S.
UK.VKI:. vertaald door G. W. ELBJSKTS.
G. B. van Goor & Zonen, Gouda.
Dit boek lijkt niet op het vorige. Het is
ingedeeld als de groote-nienschen-boeken; de
inhoud is veel minder phantastisch, wil men,
veel ernstiger. Het verhaal bepaalt zich tot
twee gezinnen. In het eene is de wieg nooit
van de vloer, in het andere is zij er nog
niet geweest. De ouders van het eerste ge
zin zien zich genoodzaakt in te gaan op het
aanbod der kinderlooze echtgenooten, om de
zorg voor de longste over te neuien. Het
kleine kind wordt verkocht. Eenige jaren
hetrscht er nu geluk in beide gezinnen;
eindelijk echter wordt deze koop ongedaan
gemaakt en is uien aan weerskanten weer blij.
Zooals men ziet, is liet tiieina niet nieuw;
toch heeft de auteur het heel aardig uitge
werkt tot een vrij boeiend verhaal, met een
zeer gelukkig en pakkend slot.
Het boek is waarschijnlijk bestemd voor
meisjes van 15 16 jaar; anders begrijpen
wij niet, lioe de schrijver er toe gekomen is
er een hoofdstuk bij in te laschen, waarin
eene ongelukkige jutter van over de dertig,
die haar bestemming gemist heeft, geleerd
wordt, hoe zij haar ledigen tijd nuttig zal
kunnen gebruiken en zich misschien weder
gelukkig zal kunnen gevoelen, 't Is jammer,
dat de vertaalster, die overigens uitstekend
werk heeft geleverd, dit ge leelte niet heeft
weggelaten. Zij had dan het slot daarvoor
wel e» n weinU kunnen uitwerken: vooral
voor jeugdige lezers breekt het verhaal wat
plotseling af.
Hilversum. K. WESTERLING.
Nationaal Bureau v. Vrouwenarbeid.
Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid
Jacob van der Doesstraat 6d 's Gravenhage,
heeft aan den Gemeenteraad van Amsterdam
het volgend adres verzonden:
Met verschuldigden eerbied nemen
ondergeteekenden, Bestuurderessen van de Ver
eeniging van Gemeen te-telefonisten, en han
delend in opdracht van bovengenoemde
Vereeniging, de vrijheid, U beleefd en ernstig
te vertoeken, op onderstaand schrijven Uwe
aandacht te willen vestigen.
Het bestuur is zeer erkentelijk geweest
voor de verhooging in Februarie 1902 toe
gestaan, toch is deze gebleken niet voldoende
te zijn voor de telefonisten. Het is onmogelijk
als telefoniste zelfstandig en fatsoenlijk in
Amsterdam rond te komen van ? 6?.Thans
ontvangen 8 leerlingen ?4 , 9 aspirant
telefonisten J 5 , 36 telefonisten ? 6 , en
20 telefonisten ?7.
Van de 109 telefonisten ontvangen slechts
36 een hooger loon als ? 7.
En nu zijn er reeds verscheidene, die zelf
standig in hun onderhoud moeten voorzien;
terwijl een ieder in dezelfde omstandigheid
kan komen te verkeeren.
Het bestuur verzoekt u vooral ook in over
weging te willen nemen aan de telefonisten
langer verlof toe te staan met behoud van
loon, aangezien eene week niet genoeg is
om uit te rusten van den zenuwachtigeu
werkkring.
Tevens meent de Vereeniging dat drin
gend noodig is het inhouden van ziektegeld
geheel te laten vervallen, daar dat inhouden
verscheidene malen slechte gevolgen heeft
gehad, omdat iemand, die niet geheel her
steld is, niet behoorlijk dienst kan doen, en
nog zenuwachtiger maakt, door % van het
loon gedurende drie maanden en M gedu
rende zes maanden in te houden.
Zeer gaarne zou de Vereeniging zien dat een
examen verplichtend werd gesteld, alvorens
de telefonisten bij den Telefoon aangesteld
worden, waardoor teleurstellingen voorkomen
zullen worden.
De Vereeniging meent, dat de telefonisten,
doordrongen van verantwoordelijkheidsgevoel
en plichtsbesef, het publiek in hoogere mate
zullen tevreden stellen, en dat de telefonisten,
maar ook de dienst zal worden gebaat.
Beleefd verzoekt onze Vereeniging UEdel'
Achtbaren Raad goed te keuren:
I. Een salarisregeling als volgt: leerlingen,
?4.?per week (als thans gedurende 6
maanden); aspirant-telefonisten, ? 5.?per
week (gedurende l jaar); telefonisten in plaats
van ?6.?per week j 8.?, maar ook dit
met 2-jaarlijksche verhooging van ?50.?,
totdat het maximum van ? 12.?weekloon
is bereikt.
II. In plaats van 7 dagen verloftijd een
rusttijd toe te staan van 7 achtereenvolgende
dagen gedurende den zomer, en 7 achter
eenvolgende dagen gedurende de winter
maanden.
III. Bij ziekte geen salaris in te houden,
In het vertrouwen op Uwe goedgunstige
beschikking verblijven ondergeteekenden met
den meesten eerbied.
HET BESTUUR.
IIIIIIIHItltllHIIIIHIItllMfnlIllimlIIMM
? Budapester Vrouwenbond.
De vrouwenvereeniging te Budapest, is op
een schitterend denkbeeld gekomen. Bonden,
vereenigingen, genootschappen van intelli
gente, doortastende, belangelooze, opofferend e
vrouwen, handelend in, en pleitend voor het
belang en de rechten van vrouwen en meisjes,
hebben baar gezegenden invloed reeds in
velerlei richting doen gevoelen.
Aan de feministen komt de eer toe, dat
meisjes en vrouwen arbeid niet langer beschou
wen als een noodzakelijk kwaad maar als een
zegen.
Na-praterg en niet-denkers zien bij voor
keur in feministen: onhebbelijke bemoei-al-,
albedilsters, man-vrouwen, slecht en slordig
gekleede en ruw-gemanierde wezens, doch
deze onjuiste kwalificaties moeten worden
toegeschreven aan hun eigen flauwe
hersenwerking, waardoor zij allerminst bevoegd zijn,
het streven en den arbeid der intellectueele
vrouw te beoordeelen of te waardeeren.
Even voor het aanbreken der
zomervacantie, in de laatste dagen van Juni j.l. liet
de Budapester Vrouwenbond een openbare
bijeenkomst uitschrijven en noodigde tot een
samentreflen : alle vrouwelijke leerlingen die
de hoogste klasse van haar school hadden
doorloopen, en die nu de verschillende in
richtingen voor onderwijs gingen verlaten;
haar ouders, verzorgers of voogden; en een
aantal vakmenschen en beroepslieden. Onder
deze laateten waren: landbouwers,
bloemkweekers, photografen, bouwkundigen en
apothekers. De vergadering werd geleid door
Vilma Glücklich, leerares eener meisjes-bur
gerschool. Op verzoek der presidente bespra
ken de vakmenschen hun vak, wezen op de
licht- en schaduwzijden daaraan verbonden.
Met de leerlingen der scholen werd het
wenschelijke van een beroepskeuze bepraat. De
meisjes werden ondervraagd over haar per
soonlijke neiging en voorkeur.
Ge ukkig wordt het arbeidsterrein voor de
vrouw steeds ruimer. Dat onben iddelde
meisjes per se ondeiwijzeres moett-n worden,
is een maatregel waarvan men het ondoor
dachte heeft leeren inzien. Vóór alle dingen,
moet het geven van onder wijs,het uitdi ukkelijk
verlangen zijn van het meisje zelf. En, wanneer
zij na eenige jaren van studie, in het bezit is van
het vereischte diploma om onderwijs te geven,
dan ligt haar weg met voetangels en klemmen!
De onderwijzeres moet veel van kinderen
houden ; nij moet een rekbaar geduld bezitten;
afgescheiden van haar kennis, moet zij de
gave hebben, on hetgeen zij zelf weet
meete-deelen, begrijpelijk te maken; er moet
zooveel prestige van haar uitgaan, dat de
orde in haar klasse onmerkbaar ehandhaafd
wordt, als iets dat van zelf spreekt. Haar
uiterlijk, haar geaardheid en haar omgang
moet de meedoogenlooze kinderkritiek kunnen
doorstaan. Voor de kinderen is zij een
spook" of een aardig mensch". Het arme
spook" heeft eenvoudig geen leven. Het
aardige mensch" moet dagelijks omzichtig
manoeuvreeren om de kindergunst niet te
verliezen.
Artsenijkunde, bouwkunde, photografie,
land- en tuinbouw lijken mij zér aantrek
kelijk voor meisjes die willen werken alleen
uit lust tot, arbeid, f, omdat zij genoodzaakt
zijn haar eigen kost te winnen.
Bij beroepskeuze, moeten aanleg, neiging
en fysieke gesteldheid den doorslag geven.
CAPRICE.