De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 1 oktober pagina 6

1 oktober 1905 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1475 Hollanders in Bosnië. Friske "Woatèr! Friske Woatèr! klonk het langgerekt aan de kleine stations tusschen Laibach en de Kroatische hoofdstad Agram, en zelden smaakte het water meer als godendrank, dan op dien snikheeten Augustusdag eene teug uit de aarden kruik van een Kroatisch boerenmeisje, dat gelukkig was, wanneer een paar kreutzer als beloo ning voor de toegediende lafenis in hare hand gleden. De hitte was bijna ondragelijk en nieedoogenloos zond de zon voortdurend hare stralen uit den prachtig blauwen hemel op de halfverschroeide maisvelden en de ver laten stations, waaraan alleen de kranig militaire figuur van den stationschef en enkele beambten eenig leven gaven. In de wagons, die veel op bakovens geleken en waaruit de reizigers aan den schaduwvier ijzeren haken in den wagen wordt op gehangen. Als vloerkleed werd de bodem met gras bedekt, dat later als voeder voor de paarden dienst moest doen. Zoo'n Hongaarsche wagen heeft weinig overeenkomst met onzen modernen landauer; de veeren en ook de pneumaticbanden zijn verge ten, de eerste zeker wel opzettelijk, omdat ze op de verbazend ongelijke wegen vol gaten en groote steenen spoedig zouden breken. Verder bestaat de wagen uit een soort traliewerk van dikke houten stokken, die stevig met ijzer zijn verbonden, vier wielen aan lange assen en zoo gemaakt, dat kantelen zoo goed als buitengesloten is. De wagen met het jonge paar was het eerst gereed en verdween in een witte stof wolk, daarna volgden mijne vrouw en ik, gewapend met parasol en parapluie tegen de fel brandende zon. Na een tocht van anderhalf' uur, waaraan Wgeuner woningen. kant uitpuilden als kippen of eenden uit eene volle mand, was het alleen uit te houden als de trein in beweging was. Mijne vrouw, schoonzuster en ik, op reis naar Bosnië, hadden veel van de ongewone warmte te lijden en zagen reikhalzend uit naar het eindstation voor dien dag, te meer, daar het vrijwel eentonige landschap ons, na al het verhevene natuurschoon dat wij eenige dagen lang bij eene heerlijke, ge matigde temperatuur in Tyrol hadden ge noten, maar weinig kon boeien. Alleen de typige, schilderachtige kleeding der Kroati sche boeren en boerinnen met hunne hard gele hoofddoeken maakte zoo nu en dan onze belangstelling gaande. Eene ware verlossing was het dan ook, toen wij in Agram konden uitstappen, waar wij werden verwelkomd door den verloofde mjjner schoonzuster, die zich als Landwirth" in Bosniëhad gevestigd en die ons tegemoet gereisd was. Na de wederzijdsche begroeting stapten wij in den omnibus van het Grand Hotel en reden wij onder oen temperatuur, nog iets hooger dan in den trein, daarheen. Agram, in de landstaal Zagreb, is eene fraaie stad en overtrof verre onze verwach tingen. Voor een 25 tal jaren door eene aardbeving verwoest, werd de stad daarna bijna geheel nieuw opgebouwd en vertoont nu den bezoeker een groot aantal zeer fraaie gebouwen, mooie straten en plantsoenen, uitstekend onderhouden, kwistig met bloe men versierd en 's avonds schitterend ver licht. Een bezoek aan de markt den volgenden morgen was buitengewoon interessant door de vele Kroatische en Slavonische boeren in hunne veelkleurige kleeding. Dit boerenvolk ziet er buitengewoon flink uit en vooral bij de jonge vrouwen en meisjes zag ik zeer mooie typen. Na ons te hebben voorzien van het noodige fruit en na de verzekering van den vadzigen portier, dat het vandaag nog wel warmer zou worden dan gisteren, dankend in ontvangst te hebben genomen, begaven wij ons naar het station, vanwaar ons de trein naar Okucani zou brengen, waar wij om 12 uur zouden aankomen. Weinig te zien, nergens schaduw, groote hitte en weder aan alle stations de aarden kruik met frisch water, doch nu aangebo den in een taal, die voor ons onverstaan baar was. Het verkeer was gering en de passagiers, bijna uitsluitend voor de 3e klasse, bestonden alleen uit eenige boeren en boerinnen, beladen met manden en kruiken; maar overal de schneidige" figuur van den stationschef, die met eene benijdenswaardige nonchalance de brandende zonnestralen negeerde. Hoe meer wij ons doel naderden, zooveel te hooger steeg de zon, maar toch geloof ik, dat wij na de vuurproef in Agram al aardig aan de hitte begonnen te gewennen. Op den juisten tijd kwamen wij te Oku cani aan, dronken in het eenvoudige sta tionskoffiehuis een glas limonade en voor zagen ons van een paar Hongaarsche boerenwagens, ieder bespannen met twee paarden en waarop, buiten den koetsier en <ie koffers en tasschen, twee personen kon den plaats nemen op een soort van seat", eene zitbank met leder bekleed en die met geen einde scheen te zullen komen en die soms door hitte en stof schier ondragelijk werd, kwamen wij eindelijk aan den noordelijken oever der Save aan. De bagage werd door eenige mannen, die door hunne roode fez er zeer Turksch uitzagen in eene boot geladen, waarin ook wij plaats namen. Nauwelijks gezeten, verscheen op den tegenoverliggenden oever een gezelschap van eene dame en eenige heeren, waarbij wij al spoedig een paar bekenden ontdekten, die begonnen te wuiven en te roepen, toen ze de zekerheid hadden gekregen, dat de langverwachte met hare begeleiders zich in de boot bevonden. ()nze gastheer, wiens vrouw en kinderen op de hoeve waren ge bleven, en zijne zuster waren ons bekend. Verder bevonden zich bij hen drie Nederlandsche heeren, die sinds eenige maanden uitgestrekte terreinen in Bosniëhadden ge kocht, en tevens twee heeren uit Overijsel, die naar deze streek waren gekomen om ook naar grond uit te zien en zich even tueel daar als Landwirthe" te vestigen. In het huis, dat ons straks na eene tweede rijtoer van bijna twee uren zou herbergen, waren zij ook als gasten gelogeerd. Na de eerste begroeting aan wal te Bornisch Gradezka, togen wij op weg naar het hotel, dat tevens restaurant, café, toko, kroeg enz. was. Op eene groote bovenkamer, laag onder verdieping, zou het middagmaal worden gebruikt en na ons zoo goed als het daar mogelijk was te hebben verfrischt, zaten wij weldra in Hollandsche eendracht om den disch, die al spoedig prijkte met de npodige tieschjes limonade en eenige karafien witten Hongaarschen wijn, die, voor al als de qualiteit goed is, zich uitstekend laat smaken en eene ware lafenis voor onze verschroeide kelen was. Toen wij na het diner de urksche koffie, pikzwart en zonder melk uit miniatuur kopjes hadden genuttigd, werd er ingespannen en de stoet vermeerderd met nog twee rijtuigen. Een jonge Fries met een zeer levendig temperament en een meer kalme Geldersche notariszoon, twee der drie heeren, die reeds in Bosniëzijn gevestigd en die op een heuvel wonen, waarom ze in den regel met den naam van de heeren van boven" werden aangeduid, namen mijne vrouw en mij voor hunne rekening, /ij noodigden ons uit op hunnen wagen plaats te nemen; een buitenkansje, want voor een Bosnische wagen was deze tamelijk goed ingericht, omdat hun seat" goed opgevuld en boven dien met riemen in den wagen werd be vestigd, wat dus eenigzins op veeren begon te gelijken. De Fries was koetsier en blijkbaar had hij in het rijdon eene groote vaaidigheid. Ditmaal reden wij aan de spits en hadden dus niet van het stof' onzer voorrijders te lijden. Eerst ging het over het steenen plaveisel van Gradizka, dat, ofschoon wat gelijkheid betreft weinig overeenkomst vertoqnende met dat der Kalverstraat, toch heilig was, bij hetgeen ons buiten het stadje stond te wachten. Neen dat was me een rit! Allen, die aan gebrekkige spijsver tering lijden, raad ik aan om wat in Bosni te gaan toeren en de uitwerking zal ver rassend zijn. Bij de groote manoeuvres op een kanon, als de batterij in vollen galop over de hei Markt te Agram. rent, moet het effect wel hetzelfde zijn. Wij schudden door elkander, bonsden tegen elkaar aan en moesten ons stevig vasthouden, maar toch weerklonk herhaaldelijk ons luid gelach om het vermakelijke en ongewone van dien wilden tocht. Het gelaat van onzen Fries straalde van zelfvoldoening, toen hij ons eindelijk heelhuids en zooveel eerder dan de anderen liet afstappen voor het huis, waarin wij voor eenige dagen ons intrek zouden nemen en waar wij op de harte lijkste wijze werden ontvangen. Het duurde nog geruimen tijd voor de andere wagens alle ter plaatse waren aangekomen en toen wij onze bagage bij elkander hadden en ons in onze kamer hadden geïnstalleerd, konden wij ons eindelijk eens deugdelijk verfrisschen, hetgeen hoognoodig was. Na het gezellig avondeten, waar menig eenvoudig en hartelijk woord werd gespro ken, vleiden wij ons heel landelijk bij het huis in het gras neder, genoten van de f'rissche lucht en sloegen een onweerwolk gade, die zich als een groote vlek ver toonde aan den onmetelijken hemel en waaruit de bliksemstralen naar alle zijden uitschoten; een eenig schouwspel dat men alleen op het land kan genieten, waar de blik door niets belemmerd wordt. Ofschoon een flinke regenbui voor het veld niet ongewenscht was, zouden de akkers van onzen gastheer het ditmaal toch nog buiten regen moeten doen, want de bui verdween spoedig en wij kregen een sterrenhemel te zien, zoo schitterend mooi als wij stedelingen hem zelden aanschouwen. Het verwonderde mij, dat men zich niet meer teleurgesteld gevoelde door het afdrijven der bui, daar het reeds geruimen tijd droog was geweest en regen noodig begon te worden; maar men verzekerde mij, dat de weersgesteld heid in dat opzicht in noordelijk Bosni buitengewoon gunstig was en dat er altijd regen kwam, zoodra dit noodig werd. Die bewering scheen nu althans zeer juist te zijn, want in de volgende dagen brachten een paar flinke regenbuien weer voldoende water voor de nog te veld staande gewassen. Ook brengen de avonden en nachten, na dikwijls zeer warme dagen, steeds de noodige verf'rissching, zelfs zooveel, dat het meestal noodig is om als men 's avonds buiten zit, zich van jas of mantel te voorzien. De volgende dag was een Zondag waar van wij den morgen gebruikten om de be zittingen van onzen gastheer eens in OOKCIIschouw te nemen. De maïs stond prachtig en beloofde een uitstekenden oogst, trou wens men was over de resultaten van alles zeer tevreden en de uitkomsten beloofden in alle opzichten gunstig te zullen zijn. De grond 'm die streken is van eene zeer goede kwaliteit, alles lichte klei, ontstaan door vroegere overstroomingen van de Save. Daarbij zijn de terreinen voor verbazend lage prijzen te koop, doordien zu meestal het eigendom zijn van Turken, die voor het meerendeel geen lust gevoelen ze te ontginnen en liever hunne bezittingen in contanten omzetten. Thans nog, ofschoon de grondprijzen reeds aanmerkelijk zijn ge stegen, koopt men terreinen voor IX ;'i '2 et. de M" waardoor het mogelijk is voor hen, die slechts over beperkte middelen beschikken, toch eigenaar te worden van groote oppervlakten grond, die y.ekei', als de trek naar die streken grooter wordt, spoedig aanmerkelijk in waarde zullen stijgen. De bearbeiding van den grond door de Hollanders, die van de nieuwste landbouwwerktuigen voorzien zijn, geschiedt boven dien veel beter dan door de Bosnische boeren en dientengevolge is de oogst voor de eersten dan ook veel overvloedi ger. Werkkrachten zijn er voldoende en zeer goedkoop en over de bevolking hoorde ik niets dan lot'; eveneens roemden onx.e landgenooten om strijd de uitstekende in richting der Oostenrijksche regeering, ter wijl ook de gelegenheid om de veldvruehten op de beste wijze van de hand te doen, genoegzaam aanwezig is. 's Middags na tafel noodigdon de heeren van boven ons uit tot een bezoek aan hunne woning, die wij weder na een zeer avon tuurlijken rit, nu door een boschrijke streek en over stijgend terrein, bereikten. Van het eertijds Turksehe huis werd alleen de bovenverdieping bewoond, /eer eigenaardig was die huishouding van enkel heeren, waar men het tot op dien dag steeds zonder vrouwelijke hulp had weten te stellen. Maar, alle respect voor zooveel orde en netheid. Eigenlijk hadden wij ons een soort van Augiasstal voorgesteld, doch integendeel, alles zag er keiiriir uit, niet tegenstaande men zich op ons bezoek niet had kunnen voorbereiden; in het keukentje, waar de oudste van het drietal met den schoonen bijnaam van Mama" den scepter zwaaide, viel zelfs voor mijne vrouw niets aan te merken. In minder dan geen tijd verdwenen de (ïelderschman en oen der Overijselaren ge wapend met een pan om oene voorraad groote rijpe braambessen te plukken, en terwijl de Kries ons den uitgestrekten pruimentuin met meer clan duizend pruimebooinen liet zien, zorgde de oudste er voor, dat wij bij onzen terugkeer een kopje Turksehe koffie gereed vonden. Ook de Hongaarsche wijn ontbrak hier niet en op het erf onder een grooten boom brachten wij een paar aangename uren door. De bezittingen van deze hoeren strekten zich tot ver in den omtrek uit eu lagen door het heuvelachtige terrein zeer schilderachtig. Alle drie verklaarden dan ook om strijd, dat dit vrije leven in de natuur met zulke goede kansen op flinke resultaten verruk kelijk was en verre te verkiezen boven het bestaan van velen in het moederland te midden der moderne beschaving. Den volgenden dag reden de beide Overijselsche heeren, mijn gastheer en ik reeds zeer vroei; uit om eerstgenoemden te bren gen naar hunne terreinen, die zij waar schijnlijk zullen koopen en die zij voor hun vertrek nog eens wilden zien. Tevens wilde men mij nog een en ander toonen, dat karakteristiek was voor deze streek. Na geruimen tijd te hebben gereden langs uitgestrekte akkervelden, kwamen wij aan den grooten weg van (iradizka naar Banjaluka en passeerden de Duitsche kolonie Windhorst", die zeer uitgebreid ih en er welvarend uitzag. Er waren daar eenige fabrieken en ook een nette kerk met slanken toren, dien men reeds op verren afstand kon zien. Een goede Deutsche Wirthschaft" verschafte ons het tweede ontbijt en juist toen wij weder op onzen wagon waren geklommen werd mijn oog getroffen door een zeer fantastische, schilderachtige groep van Zigeunervrouwen en meisjes, allen beladen met groote bossen hout en'gekleed in de meest helle kleuren. Dat hoogrood, rose, paars en geel maakte een verrassenden in druk en aan het verzoek om te blijven staan, door mijn gastheer in de landstaal tot hen gericht, voldeden ze gaarne, waardoor ik magazijnen, kantoren enz. in alle behoeften kan voorzien en ongeveer 4 a 5000 inwoners telt. Vooral de markt met haar stapels watermeloenen, waarboven hier en daar de roode fez van een Turksch koopman uitstak, was zeer origineel, evenzoo eene Turksehe straat, met op ieder huis een ooievaar op zijn nest, Op de Save. Aankomst te Bosnisch Gradizka. in het bezit kwam van eene welgeslaagde opname van die aardige groep. Onzen weg vervolgende kwamen wij voor bij een /igeunerdorp, bestaande uit een aantal armoedige hutten van leem en riet, de eene al ellendiger dan de andere. Hier en daar zag men een magere koe, die op het erf stond of haar kop door een gat in den muur naar buiten stak; voor de deur stonden of lagen oude vrouwen en kinderen, in lompen gehuld. Ofschoon voor 't meerendeel zoozeer vervallen, dat ze zelfs voor beesten geen voldoende beschutting tegen wind en regen of'de brandende zonnestralen boden, zagen deie stulpen er toch buiten gewoon schilderachtig uit en menigmaal kwam de camera mij te hulp om mij de herinneringen aan dezen interessanten tocht te helpen verlevendigen. Eindelijk bereikten wij (iradiskaen mijn maag, die door het gehos op den wagen merkbare teekenen van ongeduld begon te soms zelfs 3 bij elkaar en zoo veelvuldig, dat een bewoner van het kikkerland er jaloersch van zou worden. De Turken be schouwen langbeen als een heilig dier en verplegen deze vogels, als ze ziek zijn, in hunne woning. Een klein meisje zag ik heel familiaar zoo'n kikkerdief op hare armen naar binnen dragen. Den volgenden morgen om T uur was de afreis bepaald en bestegen wij weder met onze bagage den wagen. Mijne schoonzuster en haar verloofde, die nu als koetsier fun geerde, zouden ons tot aan Gradizka ver gezellen. Het jonge paar begeleidde ons nog in de boot tot aan den noordelijken oever der Save, waar wij elkander, zeker wel voor langen tijd, vaarwel moesten zeggen. Xieuwe indrukken in het fraaie Budapest, \Veenen en verder op onze terugreis opge daan, verdreven voor een oogenblik de her innering aan ons bezoek aan Bosnië, maar Zigeunertroep. geven, zou eindelijk worden tevreden ge steld in een tuintje achter de reeds vroeger genoemde herberg-toko. Dit tuintje, als de omheinde open plaats met '?> ;i 4 boomen dien naam kon dragen, gaf uitzicht op een kegelbaan, waar een aantal Turken zich een groot deel van den dag onledig hielden met kegelen. Het is opmerkelijk, zoo weinig als die heeren uitvoeren; op welk uur van den dag men hunne winkels, die er zeer eigenaardig uitzien, passeerde, altijd zag men ze rechtuit liggen of hangen of zitten op eene tafel of bank, steeds met de onaf scheidelijke cigaret tusschen de lippen. Na het eten begaven wij ons naar een zeer primitieve kavanah (koffiehuis) eigen lijk niet meer dan een breede gang, aan beide zijden een bank en in 't midden een kleine kachel, waarop de zwarte koffie werd bereid; de open deur zorgde overdag voor de verlichting. De eigenaar was een Turk van meer dan gewone lengte, een prachtkcrel, forsch ge bouwd, mot een paar kleine slimme oogen in het hoofd en een mond met twee rijen schitterend witte tanden. Hij sprak een zeer eigenaardig en gebroken Duitsch en thuisgekomen, vertoont zich alles weder met groote duidelijkheid voor deng eest. En nu het doel van mijne reisbeschrijving. Het was niet mijne bedoeling, die alleen als zoodanig in eene courant of tijdschrift te laten opnemen, want ik vrees dat, wanneer iedereen, die eens of meermalen in het jaar naar het buitenland reist, zijne indrukken gedrukt zou willen zien, vele bladen en periodieken zeker wel gedurende het grootste deel van het jaar genoodzaakt zouden zijn hunnen omvang te verdubbelen. Neen, lezer. mijn doel is een geheel ander. Het is mij alleen te doen, om de attentie mijner landgenooten te vestigen op het noordelijk deel van Bosnië. Jonge mannen met eenig kapitaal, die lust gevoelen voor het boerenbedrijf in den uitgebreidsten zin des woords, die grond eigenaar willen worden en met goede voor uitzichten in de toekomst, de hand aan den ploeg willen slaan en zich daarvoor naar het buitenland willen begeven, moeten zich eerst op de hoogte stellen van den toestand, zooals die daar is en van de gunstige om standigheden, waaronder zij daar eigenaren kunnen worden van uitgestrekte en vruehtllongaarsehe wagens. scheen van zaken, vooral van het verkoopen van grond, goed op de hoogte te zijn. Toen hij als intermezzo het woord tot ! mij richtte, zeide hij: ..Die Tiirc simi dumm, | die rc verkauf die O rund viel zu billig, j die Tiirc soll die (irund selbst bearbeiten i lassen" en kreeg ik de overtuiging, dat hij j allesbehalve gunstig gestemd was over de luiheid en laksheid zijner staingenooten en er weinig vrede mee kon hebben, dat suc cessievelijk het land in Christenhanden overging. Op ons verzoek vergezelde hij ons naar eene Turksehe moskee, welke door zijne bemiddeling voor ons hare deuren opende en ons in de gelegenheid stelde haar eigenaardig interieur, zonder zitplaatsen, maar vol van Oostersche tapijten, te aan schouwen. Nog veel eigenaardigs kreeg ik te zien in Gradizka, een half' Kuropeesch, half Turksch stadje, dat echter door zijne flinke bare bezittingen. Hoe meer Nederlanders daar heengaan, hoe beter en ook aangena mer het wordt voor hen, die er reeds zijn en voor hen, die er nog zullen komen. Men moet daar coöperatief gaan werken en daardoor alles nog meer productief maken: gezamenlijk machines aanschaffen en zoo mogelijk fabrieken oprichten om vele stof fen, die nu ongebruikt blijven, te kunnen verwerken. Ofschoon een leek in landbouw zaken, wil ik toch gaarne aan belangstel lenden aan mijn adres, l'oortstraat 48, per soonlijk zooveel inlichtingen verschaffen als mogelijk is en niets zal mij aangenamer zijn, dan daardoor wellicht een weinig te hebben bijgedragen tot het ontstaan van eene degelijke, krachtige en welvarende Nedorlandsche kolonie in noordelijk Bosnië. Utrecht, Aug. 1!)05. W. UK HAAX.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl