Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1475
Hollanders in Bosnië.
Friske "Woatèr! Friske Woatèr! klonk
het langgerekt aan de kleine stations
tusschen Laibach en de Kroatische hoofdstad
Agram, en zelden smaakte het water meer
als godendrank, dan op dien snikheeten
Augustusdag eene teug uit de aarden kruik
van een Kroatisch boerenmeisje, dat gelukkig
was, wanneer een paar kreutzer als beloo
ning voor de toegediende lafenis in hare
hand gleden.
De hitte was bijna ondragelijk en
nieedoogenloos zond de zon voortdurend hare
stralen uit den prachtig blauwen hemel op
de halfverschroeide maisvelden en de ver
laten stations, waaraan alleen de kranig
militaire figuur van den stationschef en
enkele beambten eenig leven gaven. In
de wagons, die veel op bakovens geleken
en waaruit de reizigers aan den
schaduwvier ijzeren haken in den wagen wordt op
gehangen. Als vloerkleed werd de bodem
met gras bedekt, dat later als voeder voor
de paarden dienst moest doen. Zoo'n
Hongaarsche wagen heeft weinig overeenkomst
met onzen modernen landauer; de veeren
en ook de pneumaticbanden zijn verge
ten, de eerste zeker wel opzettelijk, omdat
ze op de verbazend ongelijke wegen vol
gaten en groote steenen spoedig zouden
breken. Verder bestaat de wagen uit een
soort traliewerk van dikke houten stokken,
die stevig met ijzer zijn verbonden, vier
wielen aan lange assen en zoo gemaakt,
dat kantelen zoo goed als buitengesloten is.
De wagen met het jonge paar was het
eerst gereed en verdween in een witte stof
wolk, daarna volgden mijne vrouw en ik,
gewapend met parasol en parapluie tegen
de fel brandende zon.
Na een tocht van anderhalf' uur, waaraan
Wgeuner woningen.
kant uitpuilden als kippen of eenden uit
eene volle mand, was het alleen uit te
houden als de trein in beweging was.
Mijne vrouw, schoonzuster en ik, op reis
naar Bosnië, hadden veel van de ongewone
warmte te lijden en zagen reikhalzend uit
naar het eindstation voor dien dag, te meer,
daar het vrijwel eentonige landschap ons,
na al het verhevene natuurschoon dat wij
eenige dagen lang bij eene heerlijke, ge
matigde temperatuur in Tyrol hadden ge
noten, maar weinig kon boeien. Alleen de
typige, schilderachtige kleeding der Kroati
sche boeren en boerinnen met hunne hard
gele hoofddoeken maakte zoo nu en dan
onze belangstelling gaande.
Eene ware verlossing was het dan ook,
toen wij in Agram konden uitstappen, waar
wij werden verwelkomd door den verloofde
mjjner schoonzuster, die zich als
Landwirth" in Bosniëhad gevestigd en die ons
tegemoet gereisd was. Na de wederzijdsche
begroeting stapten wij in den omnibus van
het Grand Hotel en reden wij onder oen
temperatuur, nog iets hooger dan in den
trein, daarheen.
Agram, in de landstaal Zagreb, is eene
fraaie stad en overtrof verre onze verwach
tingen. Voor een 25 tal jaren door eene
aardbeving verwoest, werd de stad daarna
bijna geheel nieuw opgebouwd en vertoont
nu den bezoeker een groot aantal zeer fraaie
gebouwen, mooie straten en plantsoenen,
uitstekend onderhouden, kwistig met bloe
men versierd en 's avonds schitterend ver
licht.
Een bezoek aan de markt den volgenden
morgen was buitengewoon interessant door
de vele Kroatische en Slavonische boeren
in hunne veelkleurige kleeding.
Dit boerenvolk ziet er buitengewoon flink
uit en vooral bij de jonge vrouwen en
meisjes zag ik zeer mooie typen.
Na ons te hebben voorzien van het
noodige fruit en na de verzekering van den
vadzigen portier, dat het vandaag nog wel
warmer zou worden dan gisteren, dankend
in ontvangst te hebben genomen, begaven
wij ons naar het station, vanwaar ons de
trein naar Okucani zou brengen, waar wij
om 12 uur zouden aankomen.
Weinig te zien, nergens schaduw, groote
hitte en weder aan alle stations de aarden
kruik met frisch water, doch nu aangebo
den in een taal, die voor ons onverstaan
baar was. Het verkeer was gering en de
passagiers, bijna uitsluitend voor de 3e
klasse, bestonden alleen uit eenige boeren en
boerinnen, beladen met manden en kruiken;
maar overal de schneidige" figuur van den
stationschef, die met eene benijdenswaardige
nonchalance de brandende zonnestralen
negeerde.
Hoe meer wij ons doel naderden, zooveel
te hooger steeg de zon, maar toch geloof
ik, dat wij na de vuurproef in Agram al
aardig aan de hitte begonnen te gewennen.
Op den juisten tijd kwamen wij te Oku
cani aan, dronken in het eenvoudige sta
tionskoffiehuis een glas limonade en voor
zagen ons van een paar Hongaarsche
boerenwagens, ieder bespannen met twee
paarden en waarop, buiten den koetsier en
<ie koffers en tasschen, twee personen kon
den plaats nemen op een soort van seat",
eene zitbank met leder bekleed en die met
geen einde scheen te zullen komen en die
soms door hitte en stof schier ondragelijk
werd, kwamen wij eindelijk aan den
noordelijken oever der Save aan. De bagage werd
door eenige mannen, die door hunne roode
fez er zeer Turksch uitzagen in eene boot
geladen, waarin ook wij plaats namen.
Nauwelijks gezeten, verscheen op den
tegenoverliggenden oever een gezelschap van
eene dame en eenige heeren, waarbij wij
al spoedig een paar bekenden ontdekten,
die begonnen te wuiven en te roepen, toen
ze de zekerheid hadden gekregen, dat de
langverwachte met hare begeleiders zich
in de boot bevonden. ()nze gastheer, wiens
vrouw en kinderen op de hoeve waren ge
bleven, en zijne zuster waren ons bekend.
Verder bevonden zich bij hen drie
Nederlandsche heeren, die sinds eenige maanden
uitgestrekte terreinen in Bosniëhadden ge
kocht, en tevens twee heeren uit Overijsel,
die naar deze streek waren gekomen om
ook naar grond uit te zien en zich even
tueel daar als Landwirthe" te vestigen. In
het huis, dat ons straks na eene tweede
rijtoer van bijna twee uren zou herbergen,
waren zij ook als gasten gelogeerd.
Na de eerste begroeting aan wal te Bornisch
Gradezka, togen wij op weg naar het hotel,
dat tevens restaurant, café, toko, kroeg
enz. was. Op eene groote bovenkamer, laag
onder verdieping, zou het middagmaal
worden gebruikt en na ons zoo goed als
het daar mogelijk was te hebben verfrischt,
zaten wij weldra in Hollandsche eendracht
om den disch, die al spoedig prijkte met
de npodige tieschjes limonade en eenige
karafien witten Hongaarschen wijn, die, voor
al als de qualiteit goed is, zich uitstekend
laat smaken en eene ware lafenis voor onze
verschroeide kelen was.
Toen wij na het diner de urksche koffie,
pikzwart en zonder melk uit miniatuur kopjes
hadden genuttigd, werd er ingespannen en
de stoet vermeerderd met nog twee rijtuigen.
Een jonge Fries met een zeer levendig
temperament en een meer kalme Geldersche
notariszoon, twee der drie heeren, die reeds
in Bosniëzijn gevestigd en die op een
heuvel wonen, waarom ze in den regel
met den naam van de heeren van boven"
werden aangeduid, namen mijne vrouw en
mij voor hunne rekening, /ij noodigden ons
uit op hunnen wagen plaats te nemen;
een buitenkansje, want voor een Bosnische
wagen was deze tamelijk goed ingericht,
omdat hun seat" goed opgevuld en boven
dien met riemen in den wagen werd be
vestigd, wat dus eenigzins op veeren begon
te gelijken.
De Fries was koetsier en blijkbaar had
hij in het rijdon eene groote vaaidigheid.
Ditmaal reden wij aan de spits en hadden
dus niet van het stof' onzer voorrijders te
lijden. Eerst ging het over het steenen
plaveisel van Gradizka, dat, ofschoon wat
gelijkheid betreft weinig overeenkomst
vertoqnende met dat der Kalverstraat, toch
heilig was, bij hetgeen ons buiten het stadje
stond te wachten. Neen dat was me
een rit! Allen, die aan gebrekkige spijsver
tering lijden, raad ik aan om wat in Bosni
te gaan toeren en de uitwerking zal ver
rassend zijn.
Bij de groote manoeuvres op een kanon,
als de batterij in vollen galop over de hei
Markt te Agram.
rent, moet het effect wel hetzelfde zijn. Wij
schudden door elkander, bonsden tegen elkaar
aan en moesten ons stevig vasthouden, maar
toch weerklonk herhaaldelijk ons luid gelach
om het vermakelijke en ongewone van dien
wilden tocht. Het gelaat van onzen Fries
straalde van zelfvoldoening, toen hij ons
eindelijk heelhuids en zooveel eerder dan
de anderen liet afstappen voor het huis,
waarin wij voor eenige dagen ons intrek
zouden nemen en waar wij op de harte
lijkste wijze werden ontvangen. Het duurde
nog geruimen tijd voor de andere wagens
alle ter plaatse waren aangekomen en toen
wij onze bagage bij elkander hadden en
ons in onze kamer hadden geïnstalleerd,
konden wij ons eindelijk eens deugdelijk
verfrisschen, hetgeen hoognoodig was.
Na het gezellig avondeten, waar menig
eenvoudig en hartelijk woord werd gespro
ken, vleiden wij ons heel landelijk bij het
huis in het gras neder, genoten van de
f'rissche lucht en sloegen een onweerwolk
gade, die zich als een groote vlek ver
toonde aan den onmetelijken hemel en
waaruit de bliksemstralen naar alle zijden
uitschoten; een eenig schouwspel dat men
alleen op het land kan genieten, waar de
blik door niets belemmerd wordt. Ofschoon
een flinke regenbui voor het veld niet
ongewenscht was, zouden de akkers van onzen
gastheer het ditmaal toch nog buiten regen
moeten doen, want de bui verdween spoedig
en wij kregen een sterrenhemel te zien,
zoo schitterend mooi als wij stedelingen
hem zelden aanschouwen. Het verwonderde
mij, dat men zich niet meer teleurgesteld
gevoelde door het afdrijven der bui, daar
het reeds geruimen tijd droog was geweest
en regen noodig begon te worden; maar
men verzekerde mij, dat de weersgesteld
heid in dat opzicht in noordelijk Bosni
buitengewoon gunstig was en dat er altijd
regen kwam, zoodra dit noodig werd.
Die bewering scheen nu althans zeer juist
te zijn, want in de volgende dagen brachten
een paar flinke regenbuien weer voldoende
water voor de nog te veld staande gewassen.
Ook brengen de avonden en nachten, na
dikwijls zeer warme dagen, steeds de noodige
verf'rissching, zelfs zooveel, dat het meestal
noodig is om als men 's avonds buiten zit,
zich van jas of mantel te voorzien.
De volgende dag was een Zondag waar
van wij den morgen gebruikten om de be
zittingen van onzen gastheer eens in
OOKCIIschouw te nemen. De maïs stond prachtig
en beloofde een uitstekenden oogst, trou
wens men was over de resultaten van alles
zeer tevreden en de uitkomsten beloofden
in alle opzichten gunstig te zullen zijn.
De grond 'm die streken is van eene zeer
goede kwaliteit, alles lichte klei, ontstaan
door vroegere overstroomingen van de Save.
Daarbij zijn de terreinen voor verbazend
lage prijzen te koop, doordien zu meestal
het eigendom zijn van Turken, die voor
het meerendeel geen lust gevoelen ze te
ontginnen en liever hunne bezittingen in
contanten omzetten. Thans nog, ofschoon
de grondprijzen reeds aanmerkelijk zijn ge
stegen, koopt men terreinen voor IX ;'i '2
et. de M" waardoor het mogelijk is voor
hen, die slechts over beperkte middelen
beschikken, toch eigenaar te worden van
groote oppervlakten grond, die y.ekei', als
de trek naar die streken grooter wordt,
spoedig aanmerkelijk in waarde zullen
stijgen.
De bearbeiding van den grond door de
Hollanders, die van de nieuwste
landbouwwerktuigen voorzien zijn, geschiedt boven
dien veel beter dan door de Bosnische
boeren en dientengevolge is de oogst voor
de eersten dan ook veel overvloedi
ger. Werkkrachten zijn er voldoende en
zeer goedkoop en over de bevolking hoorde
ik niets dan lot'; eveneens roemden onx.e
landgenooten om strijd de uitstekende in
richting der Oostenrijksche regeering, ter
wijl ook de gelegenheid om de
veldvruehten op de beste wijze van de hand te doen,
genoegzaam aanwezig is.
's Middags na tafel noodigdon de heeren
van boven ons uit tot een bezoek aan hunne
woning, die wij weder na een zeer avon
tuurlijken rit, nu door een boschrijke streek
en over stijgend terrein, bereikten.
Van het eertijds Turksehe huis werd
alleen de bovenverdieping bewoond, /eer
eigenaardig was die huishouding van enkel
heeren, waar men het tot op dien dag steeds
zonder vrouwelijke hulp had weten te
stellen. Maar, alle respect voor zooveel
orde en netheid. Eigenlijk hadden wij ons
een soort van Augiasstal voorgesteld, doch
integendeel, alles zag er keiiriir uit, niet
tegenstaande men zich op ons bezoek niet
had kunnen voorbereiden; in het keukentje,
waar de oudste van het drietal met den
schoonen bijnaam van Mama" den scepter
zwaaide, viel zelfs voor mijne vrouw niets
aan te merken.
In minder dan geen tijd verdwenen de
(ïelderschman en oen der Overijselaren ge
wapend met een pan om oene voorraad
groote rijpe braambessen te plukken, en
terwijl de Kries ons den uitgestrekten
pruimentuin met meer clan duizend
pruimebooinen liet zien, zorgde de oudste er voor,
dat wij bij onzen terugkeer een kopje
Turksehe koffie gereed vonden. Ook de
Hongaarsche wijn ontbrak hier niet en op
het erf onder een grooten boom brachten
wij een paar aangename uren door. De
bezittingen van deze hoeren strekten zich
tot ver in den omtrek uit eu lagen door het
heuvelachtige terrein zeer schilderachtig.
Alle drie verklaarden dan ook om strijd,
dat dit vrije leven in de natuur met zulke
goede kansen op flinke resultaten verruk
kelijk was en verre te verkiezen boven het
bestaan van velen in het moederland te
midden der moderne beschaving.
Den volgenden dag reden de beide
Overijselsche heeren, mijn gastheer en ik reeds
zeer vroei; uit om eerstgenoemden te bren
gen naar hunne terreinen, die zij waar
schijnlijk zullen koopen en die zij voor hun
vertrek nog eens wilden zien. Tevens
wilde men mij nog een en ander toonen,
dat karakteristiek was voor deze streek.
Na geruimen tijd te hebben gereden langs
uitgestrekte akkervelden, kwamen wij aan
den grooten weg van (iradizka naar
Banjaluka en passeerden de Duitsche kolonie
Windhorst", die zeer uitgebreid ih en er
welvarend uitzag. Er waren daar eenige
fabrieken en ook een nette kerk met slanken
toren, dien men reeds op verren afstand
kon zien. Een goede Deutsche Wirthschaft"
verschafte ons het tweede ontbijt en juist toen
wij weder op onzen wagon waren geklommen
werd mijn oog getroffen door een zeer
fantastische, schilderachtige groep van
Zigeunervrouwen en meisjes, allen beladen
met groote bossen hout en'gekleed in de
meest helle kleuren. Dat hoogrood, rose,
paars en geel maakte een verrassenden in
druk en aan het verzoek om te blijven staan,
door mijn gastheer in de landstaal tot hen
gericht, voldeden ze gaarne, waardoor ik
magazijnen, kantoren enz. in alle behoeften
kan voorzien en ongeveer 4 a 5000 inwoners
telt. Vooral de markt met haar stapels
watermeloenen, waarboven hier en daar de roode
fez van een Turksch koopman uitstak, was
zeer origineel, evenzoo eene Turksehe straat,
met op ieder huis een ooievaar op zijn nest,
Op de Save. Aankomst te Bosnisch Gradizka.
in het bezit kwam van eene welgeslaagde
opname van die aardige groep.
Onzen weg vervolgende kwamen wij voor
bij een /igeunerdorp, bestaande uit een
aantal armoedige hutten van leem en riet,
de eene al ellendiger dan de andere. Hier
en daar zag men een magere koe, die op
het erf stond of haar kop door een gat in
den muur naar buiten stak; voor de deur
stonden of lagen oude vrouwen en kinderen,
in lompen gehuld. Ofschoon voor 't
meerendeel zoozeer vervallen, dat ze zelfs voor
beesten geen voldoende beschutting tegen
wind en regen of'de brandende zonnestralen
boden, zagen deie stulpen er toch buiten
gewoon schilderachtig uit en menigmaal
kwam de camera mij te hulp om mij de
herinneringen aan dezen interessanten tocht
te helpen verlevendigen.
Eindelijk bereikten wij (iradiskaen mijn
maag, die door het gehos op den wagen
merkbare teekenen van ongeduld begon te
soms zelfs 3 bij elkaar en zoo veelvuldig,
dat een bewoner van het kikkerland er
jaloersch van zou worden. De Turken be
schouwen langbeen als een heilig dier en
verplegen deze vogels, als ze ziek zijn, in
hunne woning. Een klein meisje zag ik
heel familiaar zoo'n kikkerdief op hare
armen naar binnen dragen.
Den volgenden morgen om T uur was de
afreis bepaald en bestegen wij weder met
onze bagage den wagen. Mijne schoonzuster
en haar verloofde, die nu als koetsier fun
geerde, zouden ons tot aan Gradizka ver
gezellen.
Het jonge paar begeleidde ons nog in de
boot tot aan den noordelijken oever der
Save, waar wij elkander, zeker wel voor
langen tijd, vaarwel moesten zeggen.
Xieuwe indrukken in het fraaie Budapest,
\Veenen en verder op onze terugreis opge
daan, verdreven voor een oogenblik de her
innering aan ons bezoek aan Bosnië, maar
Zigeunertroep.
geven, zou eindelijk worden tevreden ge
steld in een tuintje achter de reeds vroeger
genoemde herberg-toko. Dit tuintje, als de
omheinde open plaats met '?> ;i 4 boomen
dien naam kon dragen, gaf uitzicht op een
kegelbaan, waar een aantal Turken zich
een groot deel van den dag onledig hielden
met kegelen. Het is opmerkelijk, zoo weinig
als die heeren uitvoeren; op welk uur van
den dag men hunne winkels, die er zeer
eigenaardig uitzien, passeerde, altijd zag
men ze rechtuit liggen of hangen of zitten
op eene tafel of bank, steeds met de onaf
scheidelijke cigaret tusschen de lippen.
Na het eten begaven wij ons naar een
zeer primitieve kavanah (koffiehuis) eigen
lijk niet meer dan een breede gang, aan
beide zijden een bank en in 't midden een
kleine kachel, waarop de zwarte koffie werd
bereid; de open deur zorgde overdag voor
de verlichting.
De eigenaar was een Turk van meer dan
gewone lengte, een prachtkcrel, forsch ge
bouwd, mot een paar kleine slimme oogen
in het hoofd en een mond met twee rijen
schitterend witte tanden. Hij sprak een
zeer eigenaardig en gebroken Duitsch en
thuisgekomen, vertoont zich alles weder
met groote duidelijkheid voor deng eest.
En nu het doel van mijne reisbeschrijving.
Het was niet mijne bedoeling, die alleen
als zoodanig in eene courant of tijdschrift
te laten opnemen, want ik vrees dat, wanneer
iedereen, die eens of meermalen in het jaar
naar het buitenland reist, zijne indrukken
gedrukt zou willen zien, vele bladen en
periodieken zeker wel gedurende het grootste
deel van het jaar genoodzaakt zouden zijn
hunnen omvang te verdubbelen. Neen, lezer.
mijn doel is een geheel ander.
Het is mij alleen te doen, om de attentie
mijner landgenooten te vestigen op het
noordelijk deel van Bosnië.
Jonge mannen met eenig kapitaal, die
lust gevoelen voor het boerenbedrijf in den
uitgebreidsten zin des woords, die grond
eigenaar willen worden en met goede voor
uitzichten in de toekomst, de hand aan den
ploeg willen slaan en zich daarvoor naar
het buitenland willen begeven, moeten zich
eerst op de hoogte stellen van den toestand,
zooals die daar is en van de gunstige om
standigheden, waaronder zij daar eigenaren
kunnen worden van uitgestrekte en
vruehtllongaarsehe wagens.
scheen van zaken, vooral van het
verkoopen van grond, goed op de hoogte te zijn.
Toen hij als intermezzo het woord tot
! mij richtte, zeide hij: ..Die Tiirc simi dumm,
| die rc verkauf die O rund viel zu billig,
j die Tiirc soll die (irund selbst bearbeiten
i lassen" en kreeg ik de overtuiging, dat hij
j allesbehalve gunstig gestemd was over de
luiheid en laksheid zijner staingenooten en
er weinig vrede mee kon hebben, dat suc
cessievelijk het land in Christenhanden
overging. Op ons verzoek vergezelde hij
ons naar eene Turksehe moskee, welke door
zijne bemiddeling voor ons hare deuren
opende en ons in de gelegenheid stelde haar
eigenaardig interieur, zonder zitplaatsen,
maar vol van Oostersche tapijten, te aan
schouwen.
Nog veel eigenaardigs kreeg ik te zien
in Gradizka, een half' Kuropeesch, half
Turksch stadje, dat echter door zijne flinke
bare bezittingen. Hoe meer Nederlanders
daar heengaan, hoe beter en ook aangena
mer het wordt voor hen, die er reeds zijn
en voor hen, die er nog zullen komen. Men
moet daar coöperatief gaan werken en
daardoor alles nog meer productief maken:
gezamenlijk machines aanschaffen en zoo
mogelijk fabrieken oprichten om vele stof
fen, die nu ongebruikt blijven, te kunnen
verwerken. Ofschoon een leek in landbouw
zaken, wil ik toch gaarne aan belangstel
lenden aan mijn adres, l'oortstraat 48, per
soonlijk zooveel inlichtingen verschaffen als
mogelijk is en niets zal mij aangenamer
zijn, dan daardoor wellicht een weinig te
hebben bijgedragen tot het ontstaan van
eene degelijke, krachtige en welvarende
Nedorlandsche kolonie in noordelijk Bosnië.
Utrecht, Aug. 1!)05. W. UK HAAX.