De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 15 oktober pagina 5

15 oktober 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. .1477 DE A M S T E R D A MM E R WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D. NIEUWE UITGAVEN. Verzen, van MABIE METZ-KONING. Ie en 2e Bundel, met portret, 2e druk. Bussum, C. A. J. van Dishoeck. Zingende jeugd, woorden van G. W. LOVFNDAAL e. a., muziek van G. C. WEEEEN, Ie bun del, 3e omgewerkte druk. Groningen, J. B. Wolters. <S« Non Vero. Toonelspel in 4 bedrijfen, door jhr. A. W. G. VAN IEMSDIJK en CYHIEL BDYSSE. Haarlem, De Erven F. Bohn. De iferchant Adventuren in de Nederlanden. Een bijdrage tot de geschiedenis van den Engelschen handel met Nederland, door dr. C. TE LINTUM. Den Haag, Martinus Nijhoff. Guido Gezelle's prozawerken. Uitstap in de Warande. 5e uitgave. Amsterdam, L. J. Veen. Praktische wenken voor het dilettantentooneel, door A. DE MIEVILLE. Amsterdam, W. B. Moransard. MAEI J. TEBNOOY ABEL. Het grimeeren. Prak tische handleiding voor dilettanten en jonge tooneelspelers, met 25 afbeeldingen. Amster dam, W. B. Moransard. ERNST Freiher VON FEUCHTERSLEBEN, Aphorismen, herausgegeben von C. SCHROEDEE. Hannover, Otto Tobies. bloemlezing uit de gedichten van Albrecht Rodenbaeh. Amsterdam, L. J. Veen. De Kennemer vrijbuiter, door C. JOH. KIEVIT. Met illustraties van JOH.' BRAAKENSIBK. Amers foort. Valkhoff & Co. In het land van de Nieuwe Gids. Een nacht vol dwaasheden, door C. A. IKKINK, 2 deelen. Breda, Marinus J. Janssen. Inhoud van Tijdschriften. Bij W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolle, zijn verschenen No. I en II van Gemeentebelangen, tijdschrift voor gemeentebesturen en gemeen teraadsleden, onder redactie van mr. dr. J. H. van Zanten en J. H. Faber.Ter inleiding wordt het doel van dit tijdschrift in het volgende aangegeven: Dit tijdschrift vindt zijn oorsprong in het denkbeeld van de uitgevers, dat er in ons land naast de bladen, welke de gemeentebe sturen steunen bij het administratieve deel van hun taak, n.l. ten opzichte van de uit voering van wetten en de techniek der ge meentelijke wetgeving, nog plaats is voor een blad, dat zich speciaal ten doel stelt aan leden van gemeenteraden en van dagelijksche besturen en aan gemeenteambtenaren voor lichting te verschaffen ten opzichte van de gemeente-politiek, d. w. z. omtrent de wenschelijkheid, de doelmatigheid en den inhoud van al die maatregelen, welke liggen op het uitgestrekte terrein der gemeentelijke autono IIIIIIIIIIIIHMMIIimilllllHHIIIIIIHftllllHIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIimillMIIIIIIMI IIIIIIIMIIIimiM mie en die strekken om aan- de ingezetenen de voordeelen en de voldoening te verschaf fen, die door hen naar moderne begrippen door middel van de gemeente hunner inwo ning behooren te worden 0n pok kunnen worden, verkregen." Het proefnummer heeft den volgenden inHoud: Ter inleiding. Publiciteit der handelingen van den gemeenteraad. Bouwverordeningen als compromis. De stofplaag. Uit onze gemeenteraden : Amsterdam, centralisatie van de zorg voor de gemeentewerklieden, burger lijk armbestuur. 's-Gravenhage, asphalteeren. Schiedam, verordening op de financleele verhouding der gemeentebedrijven tot de gemeente, lesuren gymnasium. Leiden, arbeidsbeurs. Utrecht, besteksbepalingen. Arnhem, verkoop of erfpacht, electrische centrale; Buitenland: St. Etienne, brand verzekering. Magdeburg, bestrijding der zuigelingensterfte. Gemeentelijke meikinrichtingen te Breslau, Offenbach en Cö'ln. Uitkomsten van gemeentebedrijven. De Nieuwe Tijd. October. Verzen, door H. Roland Holst. De Duitsche partijdag in Jena, door H. Gorter. Rede van Bebel over de politieke werkstaking, vert. door F. v. d. Goes. Moderne,mystiek van Henrik Ibsen, door H. Roland. Holst?? Vooruitzichten, door M. Mendels. 'JSaclfparbeid, ij door L. H. De minderwaardigheid der meerwaarde-theo rie, V, door J. Saks. De Katholiek, Oct. 1905: Twee belangrijke jaren uit onze vaderlandsche geschiedenis, 1576 en 1577,proeve van historische critiek, II, door dr. A. Habets, archiv. Over beginselen van plastieke kunst naar aanleiding eener ten toonstelling, door Ch. N. J. Meysing, pr. Onze Hollandsche bijbelvertaling, door J. van den Dries. ??Uit de kleine ascetische geschrif ten van Thomas a Kempis, door D. A. Brinkerink. Wat baat het den mensch, door Fr. M. Vreeswyk, O. F. M. Het Huis, oud en nieuw, 9e afl.: De buiten deur, door Jan Kalf. Een modejournaal uit 't begin der 19e eeuw, door dr. Willem Vogeleang. Toelichting bij de platen. Koperen kandelaren, door A. Pit. Vlaanderen, Oct. 1905: Op weg naar den hemel, door Aug.Vermeylen. Hendrik Leys, door Victor de Meyere. Geknakt, door Gustaaf Vermeersch. Hard Labeur van Reimond Stijns, door Fernand Toussaint. Vragen van den Dag, Oct. afl.: C. L. W. Noorduyn, Bescherming der in Nederland in het wild voorkomende vogels. C. de Bruyn, Maria Stnart 1661?1694. B. Boon, De onderzoekingen van Haberlandt, betreffende de lichtzintuigen der loofbladen. Dr. H. Blink, De economische en commercieele ontwikkelingren beteekenis van Japan en de Japaneezen (met een kaartje). Mantsjoerije, en Sachalih, in verband met den vrede van Pprtsmouth. Uitdaging van Centraal-Afrika. Biblioeraphie. Schoone plekjes in Neder land, II, Laren. De kunst om lang te leven. Op Cuba, door dr. Hendrik P. N. Muller. Een feest in de Preanger, door Henri Borel, De grootste waterval der wereld. ? Palmsuiker, (een verbetering). Slecht weer en zonsverduisteringen. Orgaan van den Nerf. Bond tot bestrijding der Vivisectie, No. 4: Wat vivisectie eigenlijk is ? Internationaal Congres voor dierenbescher ming te Verviers 28?29 Augustus 1905. Vivisectie in Nederland. Pest-inentingen. Klachten over Rijksserum. Toelichting van den heer Ortt. Een echo van het Theosofisch Congres in Juli j.1. De Nederl. Vegetariërsbond. Zoetwatervisscherij. Hondsdolheid en radium. Pestlaboratorium. Een hoogst verblijdend bericht. Eigen Haard, No. 41: Een pleegdochter, door M. J. Salverda de Grave?Herderscheê. II. De Roos, door J. K. B., met af b. II. Adriaan Pauw 'en het slot Heemstede, door S. Kalff, met portret en af b. I. Het slot te Heemstede, in het laatst der 17de eeuw, naar de schil derij Van Berkbeyde. Koningin Margherita in Nederland, met portret en afb. Een verjaardag, door Jan Fejth, met afb. Verscheidenheid. Ingezonden. Feuilleton. W. Drucker. Van de prinses met bet schoone pwaafl. Een sprookje. L Er was eens een; prinses,, zoo mooi, zoo mooi, dat de vogelsT allemaal''luid begonnen te zingen, als zij In het bosch kwam. Ze liep zoo licht en vlug en ze lachte zoo aan stekelijk en ze kon zingen met zulke fijne trillertjes, dat de vogels weer ophielden met hun jubelzang om naar haar te zien en te luisteren. Ze dwaalde meestal alleen rond in het groot park en keek naar de bloemen en luisterde naar de vogels, maar vaak ook liep ze langzamer en dan wisten allen, dat ze met den ouden koning wandelde. De oude koning nu had sneeuwwit haar, dat op zijn schouders viel en een gezicht zoo frisch als van een man van 40 jaar hij droeg een groote, slappe hoed en een bruin fluweelen jasje. Het prinsesje echter was altijd in het wit alleen als het erg koud was, droeg ze een goudbruine fluweelen mantel, die dezelfde kleur had als de afge vallen beukebladen. Haar naar was zoo blond als het rijpe koren en van af het blanke voorhoofd golfde het in groote golven naar beneden tot over rug en heupen. Dit alles nu was schoener dan ooit menschenoogen aanschouwden, maar hoe zal ik u een denk beeld geven van haar gewaad! ? Het was wit als sneeuw, luchtig als schuim, fijn als spinneweb, glinsterend als kristal het viel in schoone ronding langs haar slanke lichaam het was ruim en luchtig en toch bewoog het gracieus mee met elke beweging van hare lenige 'gestalte. De mouwen waren wijd en afgezet met fijne kant, waaruit haar sierlijke kleine handjes te voorschijn kwamen, zooals een bloem zich buigt op haar ranken stengel. Ja, zij was schoon van aangezicht en haar schuimgewaad paste zoo volkomen bij haar rijzige gestalte als de witte blaadjes van het madeliefje om het gouden hartje. Dit schoone kind nu was volkomen tevre den in den hof, totdat zij 18 jaar werd: toen werd zij onrustig en eens zelfs schreide zij en bloemen en vogels vertelden hun mooiste geschiedenissen om haar te troosten, maar het hielp alles niets want het prinsesje wist zelf niet, waarom ze getroost moest worden. Totdat ze eindelijk voelde, dat de hof haar niet meer bevredigde. Van af dat oogenblik trok een geheimzinnige macht haar naar het groote ijzeren hek, dat de hof omringde en altijd weer droegen hare voeten haar naar de plek, vanwaar ze heel in de vrrte het einde van den hof kon zien. En eens op een schoenen zomermorgen luisterde ze niet meer naar de waarschuwende vogelstemmen, maar liep tot het einde van den tuin en keek door de spijltjes van het hek. Dat was een teleurstelling! Het was er eigenlijk net als in den tuin! een lange laan, zooals er zoovelen in het bosch waren en even i enzaam als deze. Ze keek en tuurde en kon niet begrijpen, dat dit de wereld was, waarnaar ze zoozeer verlangd had. Opeens zag ze vliegensvlug iets nade ren : verschrikt week ze achteruit maar vlak voor haar bleef het staan en ze hoorde een vroolijke meisjesstem, die zei: Hier is 't heerlijk koel, hier zullen we wat rusten! Hier woont de Onbewuste Prinses, die niet mag weten hoe kostelijk het leven is, omdat haar vader weet, dat zij met het schoone, het leelijke moet leeren kennen. ? En toen zag het prinsesje, hoe de beide wielrijdstertjes, die haar zoo verschrikt hadden gemaakt, hare fietsen tegen een boom zetten en een zakdoek uit de zak haalde om haar vuurrood gezicht te verkoelen. Dat vond het prinsesje heel grappig en toen ze de stevige schoenen zag Th. P. B. Haver. en de korte rok en een lijfje van een heel andere kleur daarboven, begon ze te schateren, zoodat er kuiltjes kwamen in haar frissche wangen. Verschrikt keken de meisjes, om, maar toen zij zagen, wie zoo gelachen had. knikten ze vriendelijk en zeide: Goeie mor gen pflnsesje vtrveéljeje'hieMSaar aéhter het hek ? Wel een beetje, was het antwoord, maar misschien is 't hier nog wel beter dan in de wereld. Wel nee, zei de kleinste, het is hier heer lijk, je springt maar op je fiets en je trapt de heele wereld door maar niet in-zulke onmogelijke kleeren als die van u :?is het niet verbazend lastig om daarin te wandelen ? Het prinsesje keek eerst naar de frissche, wonderlijk gekleede meisjes en toen naar haar eigen kleedje als sneeuw zoo wit en glins terend als spinneweb in de morgendauw en toen ze ten laatste haar goudleeren toffeltjes zag, zei ze met een berustend gebaar : wan delen gaat wel, maar fietsen zal ik wel nooit kunnen leeren. Wat drommel, zei de langste wielrijdster met de dikste zolen onder de schoenen : je moet maken, dat je hier van daan komt, is dat een leven voor zoo'n mooi gezond meisje ? Ga maar met ons mee," zei de jongste, we hebben een tante met drie aardige meisjes; vermakelijke nichtjes zijn dat daar moet je gaan wonen en dan zullen wij je wel fietsen en pretmaken leeren. En als je geheel wakker bent, kun je misschien wel werken ook." Het waren maar een paar heel gewone wielrijdstertjes, maar dit alles-klonk ons prinsesje als muziek in de ooren - maar die kleeren ! als prins Lievelijn haar zoo eens zag, het lichaam verdeeld in een lichte bovenhelft en een donkere benedenhelft! Zij kleurde bij de gedachten alleen, maar de meisjes babbelden maar door en vertelden van de groote stad en ten laatste gaven ze het adres van mevrouw De Jongh, de tante met de aardige meisjes en beloofden, dat ze haar een visite zouden maken, zoodra ze kwam. Ze reden weg, maar de kleinste kwam nog even terug en zei: Neem vooral deze japon mee, als je zoo verschijnt, ontstaat er een oproer !" Doodmoe wendde het prinsesje eindelijk haar gezicht weer naar het oude slot het lag verscholen tusschen groen en bloemen, maar wat was er toch gebeurd?! De zon scheen lang zoo helder niet als voor een h'alf uur, de vlinders schenen minder kleurig en wat waren er een massa verdorde rozen in het groote rozeperk ! In het bosch was het al even droevig; er kwam maar geen eind aan de lanen en de vogeltjes zongen wel, maar ze kon ze niet meer verstaan. Ze liep zoo vlug ze maar kon, maar ze verloor telkens haar goudleeren tofi'eltjes en bleef met haar rok aan de struiken hangen ? dat was vroeger nooit gebeurd l Maar eindelijk zag ze den ouden koning op het terras staan, wat was hij toch oud, veel ouder dan zij gedacht had. Toen ze naast hem stond, zei hij : zeg maar niets mijn kind ga maar gerust en kom terug als je heimwee krijgt." Toen snikte de kleine prinses en de hemel werd bewolkt, alle vogels zwegen, zoodat men hoorde hoe ze met hun vleugeltjes rit selden en de bloemen lieten allen hare kopjes hangen. Maar zij wist, dat zij niet terug kon en de volgende morgen reed zij naar de groote levensstad, terwijl de boomen en bloemen met elkander fluisterden in een taal, waarvan de beteekenis haar onherrroepelijk was ont gaan. II. Zoo stapte het prinsesje, dat nu Eleonore heette uit haar witte wagentje zij droeg haar schoon gewaad en haar goudbruine mantel, maar haar haren waren los en een hoed had zij nooit gehad. Mevrouw De Jongh ontving haar zeer -(Jartelij k en trachtte hare verbazing zoo góéd mogelijk te verbergen, maar niet alzoo drie vroolijke meisjes, die als een werverwind de gang uit kwamen stuiven. Ze riepen om het hardst: Nee maar! 't Is prachtig! Wat wonderlijk kostuum Eleonora mogen w;e wel zeggen is 't niet ? Je bent net een dame uit de opera, Eleonore. Wel neen, zei déjongste, je bent net een plaat van AllenS Hair-Restorer. Het duurde een heele poos eer Nora, zooals ze haar nu noemden, goed en wel in de woon kamer was deze leek haar erg klein maar later zag ze, dat alle mem chen in kamers woonden die te klein waren voor onbelem merde beweging. Ze deed haar goudbruine mantel af en ging in een laag stoeltje zitten. Toen zwegen allen; de meisjes waren zoo verwonderd over deze tooverachtige verschij ning, dat ze het spreken vergaten iets, wat haar niet dikwijls gebeurde. Ze was ook zóó lenig en zóó elegant; ze had net bewe gingen als een Perzisch poesje. Maar Suze, de practische, verbrak de stilte. Nu mogen we wel eens overleggen, wat je aan zult trekken, Nora, want zóó kun je niet op straat. Allereerst zullen we je haar opsteken en zij vlocht er een prachtige vlecht van en lei die als een kroon om haar hoofd. Prachtig," verklaarde Anna, net Gretchen." Nora vond het verschrikkelijk zwaar, maar het was minder warm, ze vond het hier in de kamer heel anders warm dan in den grooten tuin. Hoe moeten we nu met die prachtige japon ?" zei Greta die moet je jnaar bewaren voor je eerst^bal; wat,is het toch voor st of ? Ik hefrTieg noö\t zoo iets moois gezien I" Dit wist het prinsesje niet haar oude naaister op het slot maakte ze en de stof scheen nooit op te wezen, ze had nog nooit gezien, dat haar kleedje oud was en ze wist ook niet, h,ote,.,dikwijls ze een nieuw had gehad. Je moet riüvandaag maar een van mij aantrekken," vond Greve, mis schien hebben we hetzelfde nummer." 't Prin sesje was zich niet bgwust een nummer te hebben, maar ze wachtte zich wel hare ver bazing te uiten. Ze giijg met de meisjes naar haar kamer; het schoone gewaad gleed van haar schouders en Suze pakte het zorgvuldig in een groote doos. Draag je geen corset?" zei Greta, en heb je, geen! schoenen?" Ik heb altijd toffeltjes gedragen," zei Nora, Maar ik wil alles probeeren nu ik in de wereld ben." Toen trokken ze haar hooggehakte schoenfn aan en probeerden of ze 't nieuwe corset van Greta dragen kon, maar dat was bepaald onmogelijk. Dan moet je mijn neteldoeksche blouse maar zoo aantrekken," zei Greta. Hoe moeten die knoopjes dicht ?" vroeg Nora. Die ? o, die zitten er maar zóó op dat staat mooier." De boord met de dubbele das gaf Nora een gevoel alsof haar hoofd eens zoo dik werd, maar de meisjes zeiden dat het mooi was de boordjes van de mouwen waren vry nauw, zij rond haar fijne kanten strook veel mooier en de stijf gestreken witte piquérok leek haar al heel vreemd een witte ceintuur, met een zil veren gesp, die niet eens als sluiting diende, voltooide haar toilet. Het prinsesje was zeer ontevreden, toen ze in den spiegel keek, maar de meisjes waren verrukt. Het loopen viel haar moeielyk en haar hals voelde net als in een benauwden droom, maar ze had niet veel tijd er over te denken, want ze moest nog een wit piquémanteltje aantrek ken en een kleine witte matrozenhoed op zetten. Toen wilden ze haar een witte voile met zwarte moesjes omstrikken, maar toen begon Nora zoo onbedaarlijk te lachen, dat ze allemaal mee instemden. 't Is net een spinneweb met verdroogde vliegjes," zei ze, in de herfst zitten ze in alle boomen." Lachend gingen ze laar beneden en terwijl de meisjes hare hoeden opzetten en spinnewebjes voorbonden, stond Nora geduldig te wachten, want als ze zitten ging, kreukte haar rok zoo," had de bedachtzame Suze gezegd. Mevrouw De Jongh was een en al bewondering. Wat een metamorphose! Jammer, dat ze geen coiset droeg, maar later zou haar taille wel beter worden. Maar anders! Wel, wel, wat een mooi meisje. Gr o u w. ALIJDA PRINS-SCHEPERS. (Mot volgt.) Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Vrouw. Bovengenoemde Vereeniging heelt aan den Gemeenteraad van Amsterdam dit adres ge zonden : Gezien het adres der Vereeniging van Gemeente-telefonisten te Amsterdam, aan Uw Geacht College aangeboden op 4 Sept. 1905, Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen de Ver. t. B. v. d. B. d. Vr. dat zij met klem ondersteunt de zeer billijke wenschen der telefonisten in bovenbedoeld adres vervat. Adressante waagt het er op te wijzen, dat zoowel de dienst als het personeel gebaat is bij een betere regeling van arbeidsvoorwaarden, dat tot het verkrijgen van een goed corps telefonisten een voorafgaand onderzoek, ook wat lichamelijke geschiktheid betreft, wenschelijk is, dat een halfjaarlijksche vacantie van 7 dagen waarlijk niet te lang is om de telefo nisten met frissche kracht aan 't werk te houden, dat een billijker regeling bij ziekten voor komen kan, dat nog niet herstelde ambte naressen het werk hervatten, dat eene betere salarieering noodig is, wanneer men niet door te lage loonen de prostitutie in de hand wil werken, dat men alleen voor goed loon goed werk kan eischen, eindelijk, dat het de hooge roeping der overheid is den particulieren werkgevers voor te gaan in het billijk regelen der arbeids voorwaarden, en spreekt den wensch uit, dat de Gemeente raad van Amsterdam de arbeidsvoorwaarden der telefonisten zoo spoedig mogelijk naar recht en billijkheid zal herzien. 't Welk doende, enz. Nicoloas van Nassau. Bertha Krupp. Mevrouw Beerbohm Tree. De Saisons" te Biarretz. Frau Günther-Petersen. Dramatische arbeid van de hertogin van Sutherland. Melk. De overleden prins Nicolaas van Nassau, voor wiens verscheiden ook aan ons hof een rouwtijd van acht dagen werd afgekondigd, was een beminnelijk en buitengewoon ontwik;k^él4 mensch. Indertijd was hij de aangewezen rüari, ooi den Groothertog van Luxemburg* oj> tft volgen, doch zijn morganatisch huwelijk met mevrouw de Doupelt, eene Russitche schoone, noopte hem afstand te doen van alle regeeringspretentien. Een zijner dochters bekend om haar schoonheid, gravin Torby, morganatische chtgenoote van den Russischen grootvorst Michael is een in Engelsche kringen bemind persoontje. De eenige zoon van prins Nicolaas van Nassau, huwde de onwettige dochter van Czar Alexander II, wier moeder, thans bekend als prinses Yourievsky, eertijds was de veel besproken prinses Dolgoroki. * Mejuffrouw Bertha Krupp, dochter van den overleden scbatrijken industrieel te Essen, had van kindsbeen af een groote lief hebbery voor bloemen en planten. De aangeboren liefde en bewondering van het jonge meisje voor de heerlijke natuur en haar diepe mysterieën, gepaard aan ernstige studie, maakten haar tot eene bekwame plantkundi^e. Orchideeën zijn haar lievelingsbloemen. De zeldzaamste soorten bracht zij over uit Engeland en Zuid-Amerika en kweekte die in haar geboorteplaats Essen op villa Hügel, en in den voor haar aangelegden siertuin te Florence. De ingetogen en zér ernstige dochter van den kanonnen-koning wil gaarne een steun zijn voor meisjes, die tuinbouw als vak kie zen. Bertha Krupp vindt dat aanleg van siertuinen een door-en-door vrouwelijk werk is. Onder haar patronaat is thans in Essen een school geopend voor meisjes, die botanie willen studeeren. Mejuffrouw Bertha Krupp, de millioenenerfgename, wordt natuurlijk dikwijls ten huwelijk gevraagd. Tot dusverre wees zij elk aanzoek van de hand. Zij woont op de villa Hügel, of in Florence, om te genieten van den prachtigen bloemenhof, aldaar door haar vader voor haar aangelegd. * * * Den oden October j.l. vierde de Engelsche actrice, mevrouw Beerbohm Tree, haar ver jaardag. Ook ditmaal heeft de beschaafde, ontwikkelde en smaakvolle kunstenares on dervonden, hoezeer zij in ruimen kring be mind en gewaardeerd is. Mevrouw Beerbohm Tree is zér belezen en veelzijdig ontwik keld. Teekenstift en pen worden met vaar digheid door haar gehanteerd. Even als haar artistieke echtgenoot, is zij uiterst gevoelig voor kleuren en lijnen. Beide zijn van oor deel, dat het kiezen en dragen van kleuren invloed uitoefent als de geestelijke gesteld heid van den inensch. Mevrouw Beerbohm Tree teekent dikwijls de costuums voor de Shakespeare-voorstellingen door haar echt genoot georganiseerd. Zij zelf is een begaafde tooneelspeelster, die het geheim bezit van zich op het tooneel en in het dagelijksch leven onberispelijk te kleeden. Haar dochter Viola, die een paar jaar geleden met succes als tooneelspeelster debuteerde, erfde van haar artistieke ouders liefde voor de kunst, aanleg, smaak en talent. De gevierde tooneelspeler Beerbohm is fei telijk een Duitscher, wiens accent nog steeds zijn afkomst verraadt. De tree" werd door hém-zelf achter zijn Germaanschen stam ge plant om het geheel een beetje Engelsch te tinten. * * # De Saison" te Biarritz belooft in dit najaar schitterend te worden. Nauwelijks is het cosmopolitisch byeenzijn teTrouville, Ostende, Scheveningen en andere zeebadplaatsen ge indigd, hebben de dames die daar vertoefden haar mooie toiletten die strand, concert-, bal en theaterzaal opvroolijkten en sierden, in de koffers gepakt of reeds worden nieuwe reisplannen gemaakt voor een verblijf te Nice ,aan de Franscheof Italiaansche Riviera, of te Biarritz, in het Zuiden van Frank rijk in de Basses-Pyrenets, bij de Spaansche grenzen. Heel wat grooten der aarde, de upper ten gerecruteerd uit alle werelddeelen,| zullen in dit najaar samenkomen te Biarritz, het door Napoleon III en Eugénie en door koningin Nathalie van Serviëgeliefkoosd verblijf. Sedert zijn bezoek aan Frankrijk héft het Spaansche Koninkje een groote sympathie opgevat voor al wat Fransch is. Hij is van plan eenigen tijd in Biarritz door te brengen. Markiezin de Saint Sauveur, hertogin de Rohan, markiezin de Massa behooren tot de badgasten die weldra te Biarritz zullen aankomen. Mocht het beeldige Engelsche prinsesje Ena van Battenberg, eenige dochter van prinses Henry van Battenberg, er óók komen dan zal het jonge meisje meer dan ooit worden aangeduid en besproken als de aanstaande gemalin van Alfons XIII en toekomstige koningin van Spanje. Over «en mogelijke verloving van den jeugdigen Spaanschen souverein met prinses Patricia van Connaught wordt niet meer gesproken. Men" beweert dat zij zijn vereerend huwelijks-aanzoek weigerde, omdat zij niet tot de Katholieke kerk wilde overgaan. * * # Frau Günther?Petersen, de gezondbidster" is voor de rechtbank gedaagd, omdat JBQ halstarrig weigerde bedrijfs-belasting te betalen. Frau (Jünther, die haar patiënten heeft in de aanzienlijkste kringen, liet haar vlijtig gezond-bidden" met goud betalen, maar, een tantième afstaan aan den fiscus, daarvan wilde zij niets weten. Op dat puilt was zij doof. Zij oefende geen bedrijf uit, zij huldigde een wetenschap op godsdienstigen grondslag". Zij oefende haar patiënte in het gezond-denken" en dat was hun ge nezing. Ondanks de paradoxale beweringen en uiteenzettingen van Frau Günther?Peter sen en haar advokaat, is de gezond-bidster moeten eindigen hél diep in haar beurs te tasten om de achterstallige gelden bij te passen. # # * De Engelsche tooneelspeler Robert Robertson, directeur van het Scala Theater te London, heeft de wintercampagne geopend met de opvoering van: De Overwinnaar", dra matische fantasie van de hertogin 7an Suther land. Deze Peeress" van Engeland schreef haar stuk onder den schuilnaam: R. E. Fyfl'e. Het werk in rijmlooze verzen geschreven, werd prachtig gemonteerd; de hoofdrol werd uitnemend vertolkt door Robertson, maar De Overwinnaar" had niet meer dan een matig succes. Robertson heeft in eenige Engelsche bla den geschreven, dat hij The Conqueror" grif had aangenomen en met toewijding had in gestudeerd, niet omdat hij gevleid en vereerd was door den authentieken hertogin netitel der schrijfster, maar, omdat hij de dramatische fantasie van de hertogin van Sutherland in alle opzichten als een kunstwerk beschouwde. * * Melk is uiterst vatbaar voor het aannemen van geuren. Huisvrouwen kunnen er niet genoeg voor waken dat melk bewaard wordt in onberispelijk zuiver vaatwerk en op plaatsen waar geen scherpe geuren zijn. De kelder is de aangewezen plaats, maar die moet dan ook niet doortrokken zijn van geurtjes van uien, visch, kool, of muffe aardappelen. Ook voor tabaksrook, gas en kamfer is melk gevoelig. Willig slorpt zij die liefelijke geuren op ? onreine stalluchtjes even goed en neemt den afschuwelijken smaak aan van alle ongewenschte dingen die haar blankheid prikkelen. Overbekend is het dat vaatwerk waarin melk bewaard wordt, niet moet ge spoeld worden in besmet water. Voor eenigen tijd waren te Posen 345 typhus-lijders. De oorzaak van de snelle verbreiding der epidemie werd toegeschreven aan het roekeloos feit, dat melk bewaard werd in kannen en flesschen gespoeld in besmet water. Een degelijke huisvrouw moet voortdurend een wakend oog houden op haar vaatwerk, potten en pannen. Pannen niet het minst! CAPRICE. Soufflévan Patrijs. Benoodigdheden : 2 pa trijzen, 60 gram gekookte rijst, 30 gram boter, zout, peper, nootmuskaat, 2% deciliter kalfsbouillon, 6 eierdooiers, 2 eiwitten. Bereiding: Kook de patrijzen, verwijderde beenderen en de vellen, hak en wrijf het vleesch fijn met de boter, de rijst, de kruiden en den bouillon. Doe alles door een zeef, voeg de eierdooiers en het laatst het zeer stijfgeklopte eiwit er aan toe. Doe de massa in een met boter ingewreven vuurvasten schotel en plaats ze in een warmen oven. Men kan er een saus bij preaenteeren gemaakt van de bouillon der beenderen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl