De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 15 oktober pagina 8

15 oktober 1905 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER W K EK BLAD VOOR NEDERLAND. No. 1477 Zwei Sonette: 1. Kann ich im Busen heisse Wünsche tragen?" (Caroline von Günderode) für Alt mit Klavierbegleitung. 2. Die Liebende schreibt" (Goethe) für Sopran mit Klavierbegleitung. Zwei Lieder: 1. Hinüber wall' ich" (aus Novalis': Hymnen an die Nacht) für Sopran mit Klavierbegleitung. 2. Lied derSpinnerin" (aus Chronika eines fah renden Schu iers" von Clemens Brentano) für Sopran mit Klavierbegleitung. Es war ein alter König (Ballade von H. Heine) für Bariton oder Alt mit Klavier begleitung. Deux mélodies pour Soprano avec accomp. de piano (Poésies de Paul Verlaine): 1. Clair de Lune. 2. Ecoutez la chanson bien douce. UIT DB NATUUR. Naar Brombergshöhe im Harz. V. 't Is een gewoon verschijnsel bij 't loopen in een bergachtige streek, dat men niet erg moe wordt of. dat men althans zijn vermoeid heid niet sterk voelt, zoolang het bergop waarts gaat; maar dat de beenen heel raar gaan doen b\j 't dalen. Nu waren wij stellig ook door 't klimmen heen; wij merkten ten minste b\jna in 't ge heel geen vermoeienis, toen wij na een kwar tiertje rondslenterens aan den viersprong op het plateau de hoogte maar weer ingingen. De weg was trouwens niet moeilijk te be gaan en de 150 M., die wij nog te stijgen hadden om van deze Sternplatz den hoogsten top van de bergkam te bereiken, waren over een kilometer of drie verdeeld, 't Was dan ook meer een wandeling dan een klimtocht. Maar ook al was 't een lastige klimpartij ge weest, ik geloof niet dat wij de vermoeienis gevoeld zouden hebben, zoo veel verrassend mooie punten bood ons deze merkwaar dige weg. Al dadelijk deed het ons prettig aan, dat wij ook weer eens een uitzicht kregen, wel nog niet zoo ruim, als w\j verwende Nederlanders dat verlangen, maar 't begon er toch op te lijken. De berg waar we tegen op moesten en waaromheen ons pad zich slingerde, hielden we voortdurend rechts, maar links van ons weken de bergen en bosschen al meer en meer terug. Ook de boomen belemmerden na een vijf minuten gaans het uitzicht niet meer, doordat wij er over heen konden kijken. Nu begon er tevens het aangename gevoel bij te komen, dat wij al stijgende met eiken voetstap dien wij deden, het landschap dat wij bereisden beter leerden begrijpen. Als ge in ons vlak land op een grooten weg door de bosschen wandelt, zegt n blik op de staaf kaart, desnoods met een behulp van een kompas, u dadelijk, waar ge zy't en hoe 't landschap er uitziet, al beletten de boomen den uitkijk. Hier, op een zoo sterk geaccidenteerd terrein, met slingerbochten in den weg, die ons het eene kwartier de zon rechts en 't volgende een heel eind links, nu van voren dan van achteren doen zien, waar we een dooden boom boven onze hoofden herkennen als denzelfden dien we zooeven in de diepte onder ons hadden, in zoo'n land raak je ge woon weg, ook zonder nu juist te verdwa len, de kluts kwijt Dat ondervind ik ten minste meestal als iets onaangenaams; in de Ardennen en den Eifel werd me dat wel eens te sterk, zoodat ik hard naar mijn vlakke landje terug verlangde, naar mijn heide of zee met hun grootschen wolkenhemel. Hier bij 't bestijgen, het langzaam opwan delen van de Brombergshöhe evenwel ge beurde juist het omgekeerde. Alsof iemand onze bezwaren kende en het er op toe legde, ons ook 't bergland lief te doen krijgen onze oogen er op richtte, zoo wees ons die slingerweg naar boven achtereenvolgens nog eens stuk voor stuk de wegbochten, die wij anderhalf uur lang hadden geloop en, de hel lingen die wij hadden beklommen, maar die ons zooeven geen uitzicht en dus ook geen uitleg hadden willen geven. Halverwege den top was het heele bergstelsel, dat wij had.den doorwandeld ons al duidelijk geworden, we keken er op als op een reliefkaart. Van Seesen tot hier waren we dwars door een afzonderlijk gebergte getrokken, dat bijna Noord-Zuid verloopt, en door een diep lengte dal duidelijk is afgescheiden van den Oberharz; in 't noorden eindigt het in een hoogen top, den Sangenberg. Recht voor ons in de diepte lag het smalle lengtedal, dat de schei ding uitmaakt; diep in de kloof stroomt de Innerste naar 't noorden en wijst de richting naar Goslar ; aan onze voeten moest Lauthenthal liggen, dat voor dien dag het einddoel van onze tocht was, maar van deze stad was niets hoegenaamd te bespeuren. Het heele dicht begroeide dal zonk dieper weg naarmate wij hooger stegen; op 't laatst was het een groote groene rivier waarop de zacht bewogen boomkronen als onregel matige goftjes dansten en kringelden. De ontzaglijke oever aan de overzijde steeg op uit de groene diepte van de reuzenstroom, n woud van loofboomen beneden, van naald hout in 't midden. Die oever werd bij het verder wijken naakte rots, om ginds in de verte en de hoogte, zoo hoog als wij zelf op deze zijde stonden, met eenige blauwige zachtgolvende bergtoppen den wazig witten hemel af te lijnen. Op een plek, waar de weg het lange dal zoo dicht naderde, dat wij ons aan een sparrestam moesten vasthouden om in de diepte te durven neerzien, zweefde een groote don kere vogel boven de kruinen; zijn vlucht bedekte een paar sparretoppen, ons leek 't een zwaluw; bij 't turen naar omlaag kwam er hier en daar een wit slingerend streepje uit het groen en bruin van blad en rots te voor schijn, dat was de weg naar Lautenthal, dien wij straks moesten hebben. Op dat streepje bewoog zich langzaam, haast onmerkbaar, een zwart stipje; de kijker zei, dat het een man was die snel met groote passen naar beneden liep. Achter ons ritselde en kraakte iets tusachen de lage sparren; wij keken om, en daar kwam een hert uit het hout den weg op, den kop met het groote gewei omlaag, de neusgaten wijd open snufte het luid en sprong toen terug in de veilige dekking. Nog hadden wij 't hoogste punt niet ge vonden, dus nog maar wat hooger. De boomen werden struiken, haast niets dan sparren en een heel enkele den, die krom lag tegen den grond, bukkend voor den westenwind. De bodem was er weinig begroeid en leek heel veel op dien bij ons op hooge heidenvelden; roode boschbessen, heide hier en daar, ook veel lage stekel brem; maar daartusschen lagen als gezaaid de zevensterren in vrucht, keine plantjes, die in 't voorjaar heerlijk mooie witte bloempjes dragen, waaraan dikwijls alle deelen ten getalle van zeven voorkomen. Ik heb er jaren gelegen eens de reis naar Denekamp voor gedaan, want bij ons in -t land zijn ze uiterst zeldzaam; hier moesten we er op trappen, of we wilden of niet. Op den rug van de Bromberghöhe vonden wij eindelijk een wegwijzer, waar van de letters weggeregend waren; die vertelde ons toch, dat wij nog tweehonderd meter verder moes ten loopen en dan links kijken, daar had men een wunderschöne uitkijk op den Broeken. Een toerist had 't met potlood, blijkbaar nog niet lang geleden, op de kale plank geschrejas en 't was of iemand mükil- en vochtig in de ooren blies. Net wilde ik ophouden omdat mijn handen bibberden en vragen of ik alteen 't zoo koud had, toen ik luid hoorde roepen uit de. verte, ik keek op en zag niets, niets dan nevel. Mijn bril was stellig beslagen. Gauw afgeveegd; maar dat was het niet, ik zat zelf in een nevel; een, twee secon den duurde 't nos, toen werd alles in 't rond weer helder en duidelijk. En toen gebeurde het dat mijn zoon en mijn broer, op geen twee honderd meter van mij af, op eens wegnevelden en in n oogenblik opgeslokt werden door een ovaalronde witte wolk, waaruit ze aan den anderen kant weer te ven en een ander had er pas: bravo! onder gezet. Nu hadden we al een paar keer vergeefsche tochten gemaakt naar ons geroemde Blicke op dit en dat, maar als wij boven kwameu bleek der Bliek inmiddels verwachsen te zijn. Onze zegslui waren er blijkbaar in de laatste twee jaren zelf niet naar gaan kijken. Onze potlood-gids evenwel zou 't niet zeggen als 't niet waar was; want die had behoefte ook onbekenden te doen ge nieten, van wat hij bewonderde. We hebben daar boven op de Bromberghöhe, die 599 meter hoog is (een van ons, ik niet, klom in een boompje om de 600 te halen) den Broeken gezien, die 1141 is. 't Was evenwel maar net en eventjes, want de zon had al een poos lang verstoppertje met ons gespeeld en bleef nu geheel absent. Het werd nu ook duchtig koud daar boven op den hoogen bergkoepel en wij waren blij, dat wij onze jassen niet in de hut hadden gelaten; zooals wij van plan geweest waren, omdat wij tot nu toe door de groote hitte niets dan last van onze bagage hadden gehad. Op den rug van de half vergane bank zittend begon ik mijn krabbel van den Brockenblick; mijn beide reisgenooten gingen intusschen wat dwalen. Ik merkte dat het papier van mijn schetsboek nat werd, en verbeeldde mij dat het kwam door mijn adem. Het was er koud genoeg voor, want ik rilde onder mijn overvoorschijn kwamen met de parapluis op. Ze kwamen met verbaasd gezicht aanhollen en riepen : Zie je dat ? Heb je 't gemerkt ? Je hebt in een wolk gezeten l" Jullie ook !" Neen, wij niet, het regende op eens, fijntjes en koud als ijs. Nu is 't weer droog. Je bent ook nat!" Ja, we waren nat, alle drie; onze donkere overjassen, onze hoeden en haren waren grijs van heele kleine waterdruppels. We zaten midden in een wolkenvorming. Afwisselend werd het schemerig en helder licht rondom ons. Zoo om de twee of drie minuten regende het om ons heen en hadden wij haast geen uitzicht, maar de wolk zagen we daarbij niet voordat het helder werd ;' dan dreef een groot beweeglijk ding, als van witte wol in melk gedoopt, een honderd meter van ons af; snel groeide het aan tot een groote langwerpige massa en daalde dan langzaam neer in 't dal beneden ons. Verstomd zaten wij drieën op de bank te staren naar dit wolkenspel, tot we, onder onze paraplus door en door nat werden en het op een loopen zetten, om, gedachtig aan de Schutz tegen Regen, Wind und Wetter, beneden in 't hutje een schuilplaats te zoe ken. Bij de plek van de Brockenblick stort regende het een minuut of wat. Daarop werd 't weer even zonnig om ons heen en diep onder ons liepen een troep witte wolken elkaar na over de boomtöppen op de hellin gen van 't dal, net schapen over een weide. Van verrukking over dit mooie en zonder linge schouwspel vergaten we vijf minuten lang koude en nattigheid, tot de zon damp uit onze kleeren "trekTten 'wif tut zelfbehoud, verbeeld u, een verkoudheid op een Harzreis! naar bened^i hotden en, lekker warm door de beweging; in-dèhut kropen, waar een gordijn van afstroomend regenwater voorhing. (Slot volgt). E. HEIMANS. Js. VAN G1NKEL == ZEIST == FABRIKANT VAN KUNST-KOPEBWERKEN IN OUD-HOLLANDSCHE MODERNE- EN ANDERE STIJLEN DIRIVÓChMBEL XXM STERDXX OP KOPER EN ZINIS. GEB°(JW.,F£LIX MERITIS" KElZERS TEL.2ÖO-7 fVeubileerinrichting Eigen Haard' Bij ons vindt U de beste methode om billijk en dege lijk l/w huis te meubileeren. Vele gunstige referentiën. SPUISTRAAT 171, hoek PALEISSTR. __^== Telefoon 6140. = LARENSCHE KUNSTHANDEL VILLA MAUVE" BIJ DEN MOLEN LAREN (N.H.) WlE HET LAND VAN MAUVE1' BEZOEKT, VERZUIME NIET BEN BEZOEK TE BKENGEN AAN DB TENTOONSTELLING VAN LARENSCHE KUNSTWERKEN VAN : VAN BLAADEREN, VAN BEEVER, CO BREMAN, BROEDELET, BRIËT, DOOYEWAARD, GEBHARD, HART NIBBRIÖ, HUGENHOLTZ, DE JONG, KEVER, LAGUNA, LANGEVELD, ANTON MAUVE Sr., MELIS, WALLY MOES, VAN DER VEN, V. D. WALL BAKE, WOLTER ENZ. ENZ. DE KUNSTZAAL is GRATIS TOEGANKELIJK, OOK ZONDAGS. J. J. BIESING, Kunsthandel» 's-GRAVENHAGE, Molenstraat 65,65'en 6?. Moderne Schilderijen, Aquarellen en flravnres. Laat Uwe woning inrichten d«.r DEPHÖENIX^f^Amsterd. Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles. Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel onder volledige garantie. Vele attesten. Panorama Amsterdam, Plantage in «te JSLunsleual. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Oostersche Tapijten. Vaste prijsen. Toegang vrU» Het Panorama Jemsalem ia dagelijb geopend. BINNENHUIS ROKINIZO-APISTERDAM MEUBELEN EN-HUISRAAD "NAAR-ONTWERPEN-VAN BEKENDE-AMBACHTEN 5IER-KUN5TENAARS MATIGE-PRUZEN-MEUBELEN VAN-EIGEN WERKPLAATS COMPLETE WONING-IN .RICHTINGEN. Ondeu Engweg 18. AmSTERDAfll AARDEUJERK EM TEGELS VASEN *% JARDINIÈRES TEGELSCHILDERIJEN ENZ. MUSEUM GR1SASÏTI, ROKIN 95, (Stille zijde), AMSTERDAM. Toegang vrij. EBEIIÜQ ARMMEM O l 1 O i" TCLEGRAMADRE LITHO" NT.COMM TELFFOON 9 l -l \ AARDEWERK SSecJlHOEFBI : UIT-DE-FABRIEK '. ZU D-HOLAND DEFDT'KALVERSTRAAT'W MARMEREN SCHOORSTEENMANTELS G. & J. COOL AMSTERDAM. ROTTERDAM. BLOEMGRACHT// DELFT5CHESTRAAT6I UTRECHT. BILTSTRAAT30

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl