De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 22 oktober pagina 2

22 oktober 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

i" DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1478 Krabbels uit Groiiup. ? Wij Groningers dragen den bijnaam Molleboonen", naar de wijdvermaarde versnapering, die alleen echt en deugdelijk in onze stad gebakken wordt. Ze zij a iets echt Groningsen, iets karak teristiek», en op onze beroemde halve Wereld tentoonstelling deden ze dan ook opgeld : iedere vreemdeling nam d'r als surprise 'n pakje van mee. Leuk ziJH die prentbriefkaarten, waarop voorkomen menschflguren, \\ierhoofdenzijn om 't zoo eens uit te drukken gestyleerde moüeboouen. Aardig bedacht en den ontwerper alle eer! Werkelijk, door 't ontkiemen en't branden daarna ondergaat de massieve, logge paardenboon zoo'n eigenaardige verandering, dat d'r weinig fintasie voor noodig i°, uit die ver vormde boonen allerlei menschenhoofden te voorschijn te roepen. En laten we verder redeneeren geeft niet zoo'n raolleboon ons het type van den Groninger-in doorsnee; i's zij niet het^karikatuur van den stoeren Groninger zelf 7 Van den Groninger, die 7.00 eenigszins, al is 't een ietsje dan ook maar, zijn harde stijve huid ontyroeit, en op weg is we zeggen op weg is een wereldburger in den ruimsten zin des woords te worden ? De bolster is gebroken . . zeker, maar wijken heelctnaal, daarvoor is hij nog te taai. Zoo sukkelen we altijd nog met de paardetram, die slechts rijdt in n richting; rich ting, aangewezen door den al-oudea Hondsmg: Noord Z'üd. Zoo'n echt huishoud-trammetje, rijdende van de sobere remise in 't noorden der stad door de beide Ebbingestraten, over de Groote Markt, door de Heerestraat naai- 't deftig Hoofdstation of naar 't eens zoo pchoone Sterreboscb. Wel tiuUtert men zoo af en toe van 'n ver binding Oost-West, van een algeheelen ommekeer in ons tramwezen : 'n electrische. . maar helaas! het bljjft b j fluisteren..., al mógen we dan ook niet verzwijgen, dat aan de bittertafels het geheimzinnig fluisteren den vorm aannfeoit van 't diepzinnig, zwaar, gewichtig geredeneer, waarbij allen het hier over eens zijn, dat de tegenwoordige toestand 'n schande is voor 'n stad als de onze.' Zeker, de train met d'r loggen, schomme len, len, droomenden drens-gang, ze maakt een allerakeligst figuur in onze moderne straten. Laten we hopen,... hopen ... en ons troosten met het ware spreekwoord onzer geduldige en wij «e voorvaderen : Alle goede dingen konen lang'.aam". Met uitzondering van de tram en onze middfleeuwsche stadï-reiniging heeft Gronin gen d'r toch veel, waar het met recht trolsch op kan wezen. Wij toch kunnen roemen op 't bezit van een openbare leeszaal en boekerij de tweede in het latd. Is dat geen bewijs, dat we met dsn tyd meegaan 1 De leeszaal is toegankelijk voor ieder, boven de achttien jaar. In een ge makkelijk leuntje schuift men bij de lange tafel, waarop in 't midden alle mogelpe couranten in vakjes met naam-etiquette ge reed ligxejt In 'n vcrtgend vertrek vinden we de ruim voorziene bibliotheek en de periodieken. Zoo'n inrichting is 'n pracüsch middel orn liet volk smaak te duen krijgen in goede lectuur. Voor velen, heel velen is zii dan ook 'n gezellig thuis" geworden, waar aange name en leen ij ke uren worden doorgebracht. Dat onze Mal, wat betreft moderne in stellingen, niet bij andere steden ten achteren blijft, getuigt ook ons Badhuis, dat aan den Turfsingel zich verheft eii met z'n breede portiek vriendlijk een ieder uitnoodigt binnen Ie tieden, om douche of kuipbad te nemen, of gene/.ing te zoeken in electrische of heeteluchtbaden. Jammer genoeg, dat het volk niet beseft, niet beseffen wil, de hygiënische waarde van 'n bad in zuiver water de bolster, neen hee'emaal geweken is ze nog niet I Op 't gebied van kunft bezit Groningen een slechte reputatie; is niet onze Harmonie hè... rucht (we aarzelden, maar 't staat er) door de kwesties, die zich daar hebben voor gedaan, zich nog voordoen en zich wellicht zullen voordoen? Kiet te betwijfelen valt het, dat er onder de Ifden der sociëteit zijn, die in muziek iets hoogs, iets edels, iets goddelijke voelen, en die daarom dan ook 'n concert-avond niet beschouwd wenschen te zien als een avondje-van uitgaan,... neen, voor hen is het concert een genieting van echte kunst. Daartegenover staat, dat het gros der leden niet zoozeer orn de kun4, maar om 't ge zellig avondje opgaan naar de Harmonie. Mogen de ooren der stoere lieden uit het Ivoorden niet ontvankelijk zijn voor 't fljnzielsgenot, dat muziek ons kan geven niet te ontkennen valt het, dat wij oig en hart hebben voor een andere rubriek der kunst, we bedoelen de schilderkunst. Twee kunstliefhebbers milde gevers hier ter stede hebben ? 15,000 beschikbaar gesteld, vofr 't bouwen van een vleugel aan ons museum, om daar in te richten een zaal voor Siudio. Eilieve.' waar vindt men iunstlief hebbbers, die zulke tastbare blijken van belangstelling geven? En ? hebben wij niet de J. Israelstraat en de beide Mesdagstraten, ruim, frisch en vroolijk ; in dezelfde westelijke stadsuitbrei ding aangelegd, «n waaraan het volk niet onaardig den naam schildersbuurt heeft gegeven ? De Groninger dan te siua moge z'n gemoed zijn voor't fijn-voelen van muziek voor de kunst met 't penseel heeft hij eer bied, heeft hij hart. Juist hadden wij deze onze krabbels geFchreven, daar brengt de vergadering onzer vroede mannen op 't stadhuis, de verrassing, dat bij den Eaad is ingekomen een voorstel van B. en W., om de tram voor de gemeente aan te koopen, men zegt dat de koopsom ? !'30;OOÜzal bedragen. Zou d'r eindelijk verandering komen? MiiiHiiiiiiiiiiiHiMnitiniiiiimuiiHiiiiimiiiHiiuiimiiiiiiH Scciak tlllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllMllllllllllll 1/al-onaEisalii yan Mels- en lantoirliffiieiinen. B 'teekent de vak-organisatie in 't algemeen tot heden in 't maatschappelijk leven hier te lande nog o zoo weinig de Bond van Nederlandsche Onderwijzers en de Algeineene Nederlandsche Diamantbewerkersbond als gunstige uitzonderingen aangenomen ook eene goede organisatie van handels- en kan toorbedienden (er zijn volgens .schatting aan de hand der beroepstelling 40 a 50,000 in Nederland) ligt nog in de windselen. In een hooldzakelijk literair weekblad zou het te ver voeren de oorzaken daarvan te onderzoeken. Ik werkte dit punt nader uit in een opstel Kantoorbedienden en Arbei ders" in de November-190:5-atlevering van het maandschrift D?. Nieuwe, Tijil, eveneens te vinden in Mercurim van 19-20 Uec. 1903, 2 Jan. 1904. Slechts zij er op gewezen, dat blijkbaar de bedoelde organisatie voor ei n groot deel wordt tegengehouden door het volgende: lo. in den handel wordt nog vee! klein bedrijf aangetroffen, waardoor den bediende eene, zij het ook geringe, kans wordt geboden zelfstandig patroon te worden; 2o. de loonen, en daardoor de levensstan daard, van de bedienden loopen meer uiteen dan in eenig ander beroep. Iten heeft slechts de verslagen der jaar vergaderingen na te gaan van Mercurius" en van den Nationale(n) Bond van Handelsen Kantoorbedienden", de beide zoogenaamde neutrale landelijke organisaties, om weldra te beseffen, dat de ware orgauisatie-idée nog weinig in kantoorbedienden hoofden is door gedrongen, en dat de in die vereenigingen gevoerde strijd tusrchen de conservatieveen vooruitstrevende elementen als «^en rem in 't vakvereenigingsleven werkt. Van de kerke lijke vak(?)vereenigingen op dit terrein kan gevoegelijk gezwegen worden, nemende deze een sectair standpunt in Als curiositeit wordt hier evenwel vermeld, dat Ons Biginsil, het orgaan der Christelijke vereeniging, indertijd verklaarde, dat deze het m:h in de eerste plaats tot taak rekende het Christelijk minis terie te steunen en pas in de tweede plaats aan de behartiging der belangen harer vakgenooten dacht. In n woor l: geen der beslaande organi saties voldoet aan de eischen, welke men aan de moderne neutrale vakvereeuiging stellen mag. Dat intusschen erne vereenigin» van vakgenooten op dit gebied niet gemist kan wor den, bewijzen de officicele rapporten der Amsterdamsche Gemeentelijke Enquête-Com missie, respectievelijk over de bedienden op kassiers- en eflectenkantoren en over die op veem- en expeditiekantoren. Het eerste r.ipport werd door mij besproken in de Februari Iil04-aflevering van het maandschrift l>e N e u-we Tijd, het tweede in dit weekblad van 3 September 1.1. Op de aigeineene vergadering van den Nationalen Bond van l Juui 1900 werd het volgende program van actie a ingenomen: De Nationale Bond van Handels- en Kan toorbedienden in Nederland is de vertegen woordiger der Handelsbedienden als beroeps klasse in haar geheel en omvat dus alle Handels- en Kantoorbedienden, zonder on Ierscheid van politieke richting, religie of ge slacht. Do Nationale Bond van enz. moet dus niet alleen als zelfstandige macht op treden tegenover patroons of lichamen, die de patroons veitegenwoordigen. overal waar deze de belangeu der bedienden uit het oog verliezen, om invloed uit te oefenen tot verbetering of handhaving der arbeidsvoor waarden, doch ook in Staat t-n Maatschappij opkomen voor de stoffelijke en zedelijke be langen van de Handels- en Kantoorbedienden. Zijne werkzaamheid is er dus in de eerste plaats op gericht bjj de vakgenooten het bewustzijn op te wekken of te versterkeu, dat zij in de maatschappij de onzekei e posi tie innemen van loonarbeiders, die hun levens onderhoud slechts kunnen vinden door ver koop van hun arbeidskracht. Teneinde de onzekerheid van die positie te verminderen en de voorwaarden van ver koop zoo gunstig mogelijk te doen zijn, is het noodig, dat de Nationale Bond het aan bod van arbeidskracht ouder zijne contió.e heeft. Tot veihooging van het weerstandsvermogen der vakgenooten en ter bevordering van meer dere duurzaamheid en he-ehtheid der orga nisatie; moet hij in zijn midden fondsen tot dat doel vormen. Op grond van deze overwegingen ijvert de Nat. Bond van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland voor: 1. Wettelijke regeling van het arbeids contract berustende op het beginsel van bescherming van den economisch zwakkere. 2. Ken werktijd van hoogstens acht uur per dag, bij voorkeur wettelijk geregeld. 3. Een rusttijd j,er week van minstens zes en dertig achtereenvolgende uren, bij voorkeur den Zondag inbegrepen. 4. Een jaarlijksche vacantie-tijd van min stens acht achtereenvolgende dagen, niet be houd van salaris. 5. Betere salaiisregoling en gelijkstelling van mannelijke en vrouwelijke bedienden, betaling van overwerk. (S. Behoud van salaris bij opkomst voor reserve of andtr onwillekeurig verzuim en bij ziekte, gedurende minstens drie maanden. 7. Kegeling van het leerlingstelsel en af schaffing van volontairs. iS. Verplicht lierhalinsfsonderwijs tot den leeftijd van achttien jaar, zoodanig geregeld dat het overdag kan worden bijgewoond en de leerstof in verband met de belangen van Handels- en Kantoorbedienden wordt vast gesteld. 9. Betere samenstellingen uitbreiding vau de bevoegdheid van de Kamers van Arbeid. 10. Localiteiten, beantwoordende aan de, eischen der hygiëne, en staande onder 'con ti óle der arbeidsinspectie. Deswege nam de Vooizitter ontslag en be dankte als lid. Daarop word op 30 Juli 1905 eene buiten gewone algemeene vergadering gehouden ter benoeming van een nieuwen bondsvoorzitter. Op die bijeenkomst werd echter eene motie aangenomen, uitdrukkende, dat het hier boven meegedeelde program van actie niet de goedkeuring van het ime'endeel der afdeelingen wegdroeg, waarmede derhalve het program van actie verloochend werd. De beide richtingen hadden elk een candidaat voor bondsvoorzitter; de conservatieve stelde den vrij willig afgetreden voorzitter, de vooruitstrevende gaf de voorkeur aan een lid, staande op het progiam van actie. Van laatstgenoemde werd evenwel door de tegen standers beween!, dat hij soc.-dem. syrnpathiën heeft en dus partij-politiek in dei bond zou brengen, terwijl de vooistanders dezer candidatuur verklaarden, dat zij waren be sliste en overtuigde tegt-nstaiiders van partij politiek in de vakvereenisjing, voorstander van het program van actie. De meerderheid der afgevaardigden koos evenwel den afge treden voorzitter. Dezelfde buitengewone vergalering bad bovendien een vvoorstel te behandelen om aansluiting bijv het Nederl. Verbond van Vak vereenigingen te otfrwegen. De bedoeling van 'dit voorstel was, om in de huishoudelijke vergaderingen der atdeelingen de vraag te laten behandelen, of het voor den Bond gewenscht was ter be hartiging van die belangen, welke de vak organisaties gemeen hebben, in eene vaste verhouding te treden tot de andere Neder landsche vakvereeuigingen. De vergadering echter verwierp dit voor stel en verklaar ie daarmede, met de vereenigingeu in andere vakken niets te maken te willen hebben." Op grond van een en ander hebben vijftien leden vau den Nat. Bond als lid bedankt en een rondschrijven aan de handels- en kantooi bedienden in Nederland gezonden om tot oprichting van eene nieuwe organisatie te komen, staande op de volgende grondslagen: De vereeniging moet zijn eene onaf hankeHjke, neutrale vakorganisatie, welke uitslui tend bedienden mag toelaten, zonder onder scheid van sexe en zonder onderscheid van politieke of godsdienstige richting, wat niet uitsluit, dat de vakvereeniging ten opzichte van vakbelangen tot eone zelfde conclusie kau komen als eenige politieke partij. De vakvereeniging moet in staat zijn hare Ifden in alle omstandigheden geldelijk te ondersteunen. (\Veerstandskas, ondersteu ningsfonds in e«n fonds voor verzekering tegen geldelijke gevolgen van werkeloosheid en (of) z'ekte. Voor de centrale leiding is een hoofdbestuur noodig, dat de fondsen en andere instellingen der vereeniging beheert. In elke plaats kan slrchts ne afdeeling be-laan met een bestuur voor behandeling der plaatselijke aangelegeuhtden. Bijzondere belangen vau be) aaide categoriën zullen door middel van bedrijfsgroepen vertegenwoordigd en behartigd kunnen worden. (Expeditie-kan toren, As^uranüe-kaiitoren, Kassier -kan toren, enz.) Waar de oudcrteekenaars van het rond schrijven ernstig trachten eene organisatie in 't leven te roeptn, welke voor de belangea der bedienden zal ijveren, hoop ik, dat zij in hua pogen slagen zullen. Liten alle belanghehbeiidr-n, die genoemd program van actie onderschrijven kunnen, hun blijk van instemming zenden zan den heer G. L. Niermeijcr, Haarlemmerstraat 51, Amsterdam. GEKAKD G. LESSEUXK. in de Hoofstad, Amsterdam heeft in de afgeloopen week een kunstenaar van groote en veelzijdige gaven gehuisvest. Ik meen Dr. LudAig Wüllner. Als dechvua'or heeft hij, even als voor eenige maanden geleden, zijn gehoor buiten gewoon geboeid met de voordracht vin v. Wildenbrucli's Hexenlied" en als zanger heeft hij lauweren ingeoogst met liederen van Schubert. Schumann, Brah'uis en Strauss. Nog meer aan in het voorjaar werd het mij thans duidelijk <lat het genre Deelamatorium" of Melodrama" niet mag opgenomen worden onder de kunstvormen van hooaere orde. liet tweeslachtige er van trad ditmaal, uu het nieuwe er af was, al te zeer op den voorgrond. Misschien dut het van het tooneel, waar het gesproken woord eer thuis hoort dan op het podium eener concertzaal, meer zou doen, doch in een groote ruimte, waar men gewend is het oor te leenen aan muzikale klanken en gedragen tonen, past het declainatorium niet. Over de kunstwaarde van het gedicht mag ik niet spreken. Toch moet mij de opmerking van het hart. dat He bijval van blijkbaar het grootste gedeelte der toehoorders, niet als toetssteen mag gelden voor de belangrijkheid der ballade. En dan... het dramatische van de stof draagt er ook veel toe bij, om stemuiing op te wekken bij het publiek. De mu/.iek van Max Schilling» op zich zelve beschouwd is zeer mooi. De verschil lende motieven geven zeer goed muzikaal weer de idet en van den dichter en vooral waar de componist zich eens langer achter een kan uiten, komt men onder den induik van zijn groot talent van. Alleen het huwelijk van tekst en muziek op deze wijze, is niet een gelukkig huwelijk Zou het ten slotte niet beter geweest zijn voor beiden, als zij ieder hun eigen weg waren gegaan? Wüllner heeft met grooteu ernst en vol komen meesterschap het gedicht voorgedra gen. Zijn orgaan is klank vol en in zijn stem koenen alle gevoelsuitingen van het poëem tot haar recht. Menige passage werd aan grijpend schoon voorgedragen. Hier en daar scheen het of de spreektoon in den za'igtoou overging, slechts een enkelen keer kon men denken aan ietwat overdrijving; h. v. bij der Gesang, der Gesang begleitete midi." Ook op zijn liederenavond kon men be speuren welk een groot kunstenaar dr. Ludwig Wiillner is. Wanneer nu niet alles evengoed gelukt is, dan moet inen dat toeschrijven aan het feit dat Wiil'ner van huis uit tooneelspeler is. Als zoodanig maakte hij deel uit van het Meininger hoftheater en zijn creatie van King Lear" moet o. a buitengewoon mooi zijn. De berichten uit buiten land-'che bladen over den zanger Wüllner luidden nietonv< r.leel l gunstig. Hoewel men eenparig zijn voordracht, roemde, was men meestal zeer shcïit te spreken over zijn qualiteiteu als zanger. Toegegeven moet worden dat zijn zangstem niet in die mate is ontwikkeld als zijn spreekstem ; dat zij zelfs bekoorlijkhi'i l ont beert, maar de geruchten uit het buitenland bleken toch sterk overdreven te zijn, Het zal Wüllner evenwel niet gegeven zijn in den zang het hooiste te bereiken. Waar immers anderen een gelijke mate van zeggingskracht als de zijne, paren aan een mooi en technisch volkomen ontwikkeld orgaan, zullen deze toch noodzakelijkerwijze zijn meerdere zijn. Intussuhen was het mij aangenaam te be speuren dat ons publiek den kunstenaar warm toejuichte; daarmede heeft het getoond echten kunst/.in en een mooie voordracht te prefereeren boven een schoon orgaan zonder deze artistieke eigenschappen. Zoo vaak ziet men het tegenovergestelde; zoo vaai acht men een mooi geluid zonder meer, voldoende om als zanger te kunnen optreden. Onbeperkte waardeeriug verdient Wüllner's keuze van liederen. Men vond op het programma een aantal gehangen van Sclmbert, die men niet dikwijls hoort. Du liebst mich nicht", Alinde", das Lied ini grünen" en der Musensohn" zullfn wel op de meeste toehoorders als noviteiten gewerkt hebben. En juist deze liederen werden zeer mooi gezongen. Daarbij kon men nog voeaen E fersucht und Stolz" en enkele gedeelten uit der Doppelgt'inger." Minier mooi was Nachtstück", waarmede de avond geopend werd. Daarin was de zanger zijn stem nog niet meester, zoodat enkele phrasen geforceerd klonken en ook de zui verheid nietonherispelijk \vas. Zeer bevreemd de het mij, dat Wülliier declameerde Wenn ber Berge sieh (adem) der Nebel breitet". Ook in der Kreuzzug" gelukte den zanger niet alles even goed. Oe ver-regels Inmitten rliegt von Seide zart" 011 tës Huift hinweg auf grünem Piad" verlangen meer SehmeU", meer weekheid van toon om den gewensuhten indruk te kunnen makeu. In het tweede deel was het vooral Cücilie" van liich. Strauss dat imponeerde door een prachtige wedergave. Onverklaarbaar is het uiij echter, hoe een kunstenaar als Wüllner het eenvoudige Morgen" vau denzelfden toondichter zóó uit ziju verband kon rukken Coor tempo vertraging. Wat kon er op die wijze terecht komen van de langzame melo lie in de begeleiding? Deze dient toch als richtsnoer be.-choiuvJ. te worden voor de keuze van het temp i. Het eeniiszius bi/.arre Lied des Steinklo]. fers1' typeerde dr. Wüllner zeer mooi, d ich nog meer trof mij hierbij de onnavolgbare begeleiding van zijn partner, on'.en landgenoot Coenraad Bos. Schuiuaun's die beiden Grenadiere" werd met veel uiterlijk effect weergegeven; het is dau ook een zeer uiterlijk werkend lied. In Waldesgesphich" had ik juist van Wüllner meer verscheidenheid verwacht in de wedergave der beide optredende personen. Ook w.is de overgang vau de woorden So wunderschón der junge Leib' en Jetzt kenue ich dich" te snel. Zooeven sprak ik reeds van den pianist Coenraad Bus. Iiulerdaa l deze kunstenaar heeft meesterlijk gespeeld. Het is niet te verwonderen dat hij te P.erlijn een grooten naam heeft als begeleider. Het was voor treffelijk ! Ik heb bij Wüllner langer stil gestaan dan ik bij uitvoerende kunstenaars gewoonlijk pleeg te doen. Jk meende dat verplicht te zijn ten einde recht te laten wedervaren aan den grooten einst en de hoog.e gaven vau dr. Wüllner, maar ook om aan de beden kingen, die ik tegen den zanger Wüllner heb, uiting te geven. Indien ik nu nog even terugkom op de uitvoering in het Concertgebouw, dan is het om te verklaren dat de indruk, dien de symphonische Fantasie voororchest Seemorgen" en het voorspel (J5e Acte) van Pfeifertag" van Schillings maakten, thans, onder lei ling van den heer M ngel'ierg, veel grojter was dan in hot voorjaar onder directie van den componist. Het zijn prachtig geïnstrumen teerde, m >oie orchestcouipositieün van groote kunstwaarde. Gaarne wil ik in dit blad ree Is iets mededeelen over de Donateursrepetitie der maat schappij Catcilia" op 1.1. Dinsdag, mij voor behoudende over het concert in het volgend nummer te Jefereeren. Scbumann's Vieide Symphonie open Ie het programma. Zij moest eigenlijk heeten tweede Symphonie. Waiit zij is kort na de eers'e en vóór de C-diir Symphonie (thans tweede genaamd) ontstaan in 't jaar 1841. Alleen omdat de componist haar in 1851. eenigszins gewijzigd heeft, voornamelijk wat aangaat de insti uijientatie, is zij als de vierde in de reeks gerangschikt. Men gaat niet te ver als men haar de schoonste noemt, want zij neemt met haar romantisch melodieus karakter en haar adel van vorm een hooge plaats in. Buitendien heeft Schumann de eenheid in zijn werk trachten te bevorderen door het thema van den eersten Satz nog eens aan te wenden bij den overgang van het Scherzo in het linale. Dat was een nieuwigheid in die dagen, eveneons als het zonder rust in elkaar laten overgaan der verschillende onderdeden. Prachtig werd de Symphonie door het reuzenorcbest gespeeld. Misschien had de Komanze iets minder langzaam en het Scherzo iets sneller in tempo genomen kunnen worden; maar de klank van het orkest was prachtig. Bij/.ondere balangsteliing wekte het vijfde der Braridenburgsehe concerten vau Bach. De heeren Mengel berg, T i m mier en Scheers speelden hierin de soli, teiwijl de heer Heuckeroth de directie in handen had. Het is een werk dat al de bekoorlijkhe ien van Bach's genie bezit. Zonder d i andere heeren solisten te kort te doen, moet ik den heer Mengel berg een extra woord van hulde brengen, voor de wijzs waarop hij de piano partij vertolkt heeft, l'it den inooien Pleyelvleugel wist hij, duor geschikte pedaalbehandeling en aanslag, een toon te halen, die de illusie deed ontstaan, alsof men het oude cembalo hoorde bespelen. Met een grootsche uitvoering van het lleldenlebeii" van Strauss werd liet pro gramma besloten. A.NT. AVEHKAMI-. Hcuri F. R. BrdifltJ Boys. t In den loop dezer week bereikte ons het bericht van het overlijden van bovengenoetnden kunstenaar. Het kwam niet onverwacht, want reeds geruimen tijd wa* een ernstige ziekte bezig zijn eertijds zoo krachtig gestel te sloopen. Den 20sten April 185') werd Brandts Buys te Deventer geboren, alwaar zijn vader C. A. llrandta Buys als muziekdirecteur werkzaam wa?. Van dezen ontving de j inge begaafde kunstenaar het eerste onderricht, hetwelk later door Ferdinand Hiller te Keulen werd voortge/et, nadat de jonge Buys pensionaire geworden was van Koning Witiem III. Na voltooi ng zijner studiën werd Buys directeur van een paar koorv-ereeiiigingen te Deventer, Zutphen en Lochem. in 187S vestigde hij zich te Amsterdam, waar bij directeur geworden was van de Liedertafel Amstels Mannenkoor". Later nam hij ook de leiding- op zich der gemengde zangvereeniging Musis Sacrum". Nadat hij van beide vereenigingen teruggetreden was, nam h een be. oeming als directeur van Erato" te Nijmegen aan en leiJde daarnevens een paar mannenkoren. Als dirigent heeft Brandta Buys veel gedaan om onze VlaaoHche kunst broeders hier bekend te maken. Benoit, Wambach, Huberti en anderen danken aan hem opvoeringen hunner compositieën. AU componist heeft Buys zich bekend ge maakt door cantaten voor mannenkoor, door fraaie en dankbare liederen en door de opera Albiecht Beiling", welke eenige jaren geleden een aantal opvoeringen heeft beleefd. Brandts Buys had cok als pianist voor treffelijke qualiteiten. Dikwijls speelde hij zelf de pianobegeleidingen der door hem uitge voerde koorwerken en dan trok zijn mooie aanslag in hooge mate Je aandacht. Het heengaan van den te vroeg ontslapen kunstenaar, hij bereikte den leeftijd van 55 jaren, zal ia verschillende kringen een groote leemte achterlaten. Eere zijn aandenken ! ANT. A. Een De veldtocht, door mij in onze Nederlandsche pers, in 't bijzonder in onze Oprechte Uaarlemsche Courant, aangevangen, ten gunste van een Bilderdijk-standbeeld, eeu BilderdijkArchief of Museum, betere Bilderdijk-uitga ven, en al wat diaroiede samenhangt, heeft tot dusver nog niet gevoerd tot eene werk zame en krachtige BiUlerdytc-coiamissie. wier taak dan worden moet niet te rusten vóórdat al deze plannen, of het uieerendeel er van, zijn verwezenlijkt. Trouwens, de dichter kan wachten. Zoo spoedig gaat het Nederlandsche volk, zelfs de weinigen die nog in knust en letteren be lang stellen, niet tot een daad over. MetMultatuli zal het wel evcnz -o gaan. Reeds herhaal delijk heb ik, te \ergeefs, een standbeeld bepl it voor den schrij 'er vau Max Havelaar. Zal Bilderdijk het eerder erlangen ? In elk geval, bij lieeft er, iu zekeren zin, eerder rt cht op. Ik ben niet de eerste, die het plan opper van een gedenkteeken voor Nederland's groot sten verzenschrijver. Wap vermeldt in zijn bekend boekje cat hij reeds bij het 4e Taalcougres. te Utrecht gehouden, Bilderdijk's ophanden honderdsten geboorteveijaardag 7 September 1850 ter sprake bracht, en den wensch uitte dat men dit tijdstip zou waarnemen om te Amsterdam eeu gedenk teeken voor den dichter op te richten, waar toe de beeldhouwer Koyer eeu echoon ge dacht ontwerp, met de zwaan van den Maeander in top, te bezichtigen bad gegeven. Hij vo-gt er evenwel bij dat zich tegen het beoogde plan een heftige weerstand open baarde. Wij schrijven thans 1905, en over eenjiar ongeveer 7 September 1900 zal er ge legenheid ziju BiiJerdijk's honderd vijfugst en geboorteverjaardag te vieren. Zal de tegen stand dan zwijgen ? Zal men dan eindelijk inzien ws\t geheel Nederland aan htt ontzag wekkend genie van Bildurdijk verschuldigd is? Ik heb dit stukje betiteld BilderdijkArchief". Niet zonder bedoelingen. Want het geen vóór alles noodig schijnt, is dat eindelijk eens nauwkeurig worde verzamelden bijeen gebracht wat de nalatenschap uitmaakt van den grootsten, Nednlandschen zanger. Groot ste zanger, ongetwijfeld, vooral wanneer men let op zijne veelzijdigheid. Grootste genie, breeder en veelouivatteuder dan ziju kunst broeder Vondel. Was Von iel dichter, lyrisch dichter, dra matisch zanger, Bilderdijk was bijna in alles zijn evenknie. Maar hij was daarnaast nog veel meer. Hij was groot geleerde, uitmuntend taai kenner, begaafd teekenaar, grondig rechtsge leerde en geestig beoefenaar der geschiedenis. Een reeks geschriften strekt daarvan ten be wijze. En nog veel onuitgegeven handschriften wachten op de zorgvolle hand van verzame laars, bewaarders, uitgevern wellicht, die ook daardoor het beste monument zullen op richten, dat aan Biklerdij* door het nage slacht kan worden geschonken. De nalatenschap van Bilderdijk is, treurig genoeg, over allerlei genootschappen en boekerijen verspreid, terwijl veel zich ook bevindt iu het be?,it van paiüculieren. Daar door is bijna alles verbrokkeld. Ook daar door is het uioeielijk, haast ondoenlijk, zich een goed denkbeeld van zijne geschriften te vormen. Een Bilderdijk-Archief behoort zoo spoedig mogelijk alles, of nagenoeg alles, te herbergen en te vereenigen, dat thans, tot groote schade vau Mederlaud's letterroem, in vele steden verspreid en verstrooid is. Waarom niet het Kijks Mciseuua ook tot letterkundig pantheon gemaakt ? Waarom niet zoowel daarheen een Vondel-Archief overgebracht, als daar een nieuw BilderdijkArchief gesticht? Letterkunde en schilder kunst hangen ten nauwste samen. Vooral bij onze twee groote nationale verzen schrijvers, die zoo voortreffelijke schilders met het woord, met de taal zij n ge «'eest. Zal men inden boezem van ons koopuiansvolk dan nooit iets voelen voor een grootsche schepping? Zal Nederland dan altijd klein en kleingeestig blijven tegen over zijn weiuige groote mannen? B'.lderdijk was een geest, te vergelijken met geesten als Dan te t-n als Goethe. Partij"zucht en kleinzieligheid hebben deze waar heid telkens weer doen vergeten. Haddo bij niet in het Nederlandse!) maar in een Kroote wereldtaal geschreven, zijn naam ware bekend en geëerd in geheel Europa, terwijl hij nu, helaas, nog niet genoeg tot de wereldletterkunde is doorgedrongen. Als Dante was hij een christen dichter, eeu grootsch beschrijvend poëet. Zijn Onder gang der Eerste Wereld is in opzet en op vat ing met de verheven schepping van Daute vergelijkbaar. Als Goethe beoefende en omvatte Bilderdijk alle wetenschappen van zijn tijd, en (wat niet algemeen bekend is en gewaardeerd wordt) offerde hij ook met smaak aan de teekenkuust en andere scheppende kunsten. Wél was hij bekrompener, behoudender, in zijne levensen wereldbeschouwing. Maar daartegenover zou weer kunnen worden aangevoerd dat hij in taalkennis en in sommige bijzondere wetenschappen zelfs een Goethe achter zich laat. De taak, die ik mij ten opzichte van Bilder dijk voorstel, zal veel tijd en inspanning vereischen. Zij zal samenwerking noodig maken, wil zij in alle onderdeelen worden afgewerkt. Maar het wordt meer dan tijd dat de een'ijdige bevoorrechting van Vondel eeu-j ophoudt:. Na anderhalve eeuw moet het ein delijk eens luide en duidelijk \voidengezegd

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl