De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 12 november pagina 3

12 november 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No.-1481 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R NEDERLAND. tweede als noodzakelijk gevolgde tegenstelling Tan de eerste gebeld wordt, en wanneer tevens de atmosfeer van den opzet in het ?vervolg-mede bljjft heersenen. De noodza kelijkheid van gebeuren doet zich gevoelen op blz. 12, waar de eigenaar van do kamer binnenkomt. Maar het intreden van den broer op blz. 15 wordt ia déze steinmins? en op dit moment niet als noodzakelijk Ondervonden, schynt daarom gef< rcee;d en niet mooi, Op ditzelfde oogenblik verdwijnt ook ineen* de vroegere atmosfeer. D« studie1' kry'gt hier het aanzien van een roman. Ik verlang in een roman als hoofdzaak naar een conflict. Een slecht geschreven roman met een goed gevonden conflict is beter dan een goed ge schreven roman met een slecht gevonden conflict. In een studie verlang ik daarentegen als hoofdzaak fijne opmerkingsgave en ge slaagde literaire beschrijving. Op het oogen blik nu, dat de broer binnentreedt, woidt liet beschrijvende en ontledende karakter van de veertien eerste bladzijden opgegeven en veider alle aandacht alleen besteed aan het opvoeren van het ontstane gesprek tot een g ter Ie conflict. Daarom vertoont het opstel var.af d.t oogenblik het karakter van een roman. Want voor een studie" is er t weinig beschouwing, téweinig psychologi sche ontleding in, téveel oploop daaren tegen naar het téhevige conflict: Schelden doet geen zeer...." Zoo!... Doet 't niet ? ... Maar 'k weet nog wel wat anders." Met dreigend uitge stoken hoofd kwam Jan hem nader. Leelijk monster met je scheeve, bleeke trfcnie...." Zwyg!" borst Frans toen uit, zijn handen uit zijn zakken, en zijn hoofd naarboven, vlak . by dat van Jan." (biz. 31J. Door dit te zware en ook niet mooie conflict is er geen verhouding meer in het opstel. Men vtrgely'ke ermede de ttmosfeer van het eerste gedeelte: ...'t Scheen dat de dingen door het licht alleen zoo waren bedwongen en vastgebleven aan hun plaatsen, want nu kwamen ze los, alle, en schenen te naderen tot elkaar in raggende, schitngewaden, onhoorbaar fluiste rend. De dingen schenen nu in innige be trekking; er was geen leegte meer. Want ieder ding stond in zjjn atmosfeer en al die atmos/eeren waren in contact, ze vloeiden samen tot intimiteit, heel trouw, heel die;> Allén de spiegel was daarbuiten, in zijn vreemde glanzen-zonder-licht, koel en onpeil baar als een ongerimpeld meer, dat lokt de» eengame tot stillen dood, zoo'n schrik beeld was 't voor wie er, indroomen, vooiby zon «ün gegaan...." (bU 10). Be compositie deugt niet. Het stuk is topzwear. De inzet ie (4 veel van stilte en stem ming" -voor zoo'n hoogtepunt. De opbouw is mislukt. Kr ruoaten natuurlijk tegenstel lingen in een stuk zijn, maar ondanks alle tegenstellingen dient er te blijven een geza menlijke atmosfeer, zooals die hing in het zoo-even geciteerde over al die toch zoo ver schillende voorwerpen in de kamer. En deze gezamenlijke atmosfeer is hier niet: die van de eerste helft is er een van een studie", die van de tweede helft is er een, van een «iiman. De tegenstellingen zijn ver.keerd ge-" nomen. Hel is als kregen we na een nocturne als slot een finale of allegro uit een sonate te hooren. De overgang van de eene atmosfeer in de andere op het oogenblik dat de broer binnenkomt verschrikt ons, zooals het ons verschrikt, wanneer we in een droomerige gëdactaen afdwaling plotseling op de deur hooren kloppen. Zoo verschrikt het ook dat de geschiedenis eenige blad/ijden verder al uit" is. Want wat na zulk een conflict een stuk roman loek, blijkt slechts een studie te zijn geweest. En verschrikken is onschoon. Kunst mag verrassen, maar niet verschrikken. Er is boven-dien nog een zin, die den indruk van den teer-stemmeuden op-.et van Kamerstemming zeer verzwakt. Deze is op bl/. 13: Hij schreef een opschrift: Memorie van Toelichting, met fraaie krullende letters." Ik vind die drie woorden Memorie van Toelichting" niet mooi, in de eerste plaats, IIIIHIIIIIIIIHIIII Eéix artist, of t-wee"? Naar hel Engelsch van AKTHUR MAC EWEN. I. Waarom" vroe.; de eerwaarde John Bromley aan Stanley Warburton, den roman schrijver?blijft ge in deze houding tegen over mij volharden?" De beide mannen waren in Warburton's studeerkamer, een werkkamer en een rust kamer tegelijk met gemakkelijke stoelen en schilderijen en lampen met lichtgetinte kappen, met cigaren en drinkglazen, maar ook met boeken en drukproeven en andere kenteekenen van het litterair handwerk. Natuurlijk omdat het de eenig mogelijke houding is," antwoordde Warburton. Het gelaat van den geestelijke kreeg een pijnlijken trek. Hy stond daar met ineenge strengelde vingers, neerziende op zyn vriend, die uitgestrekt lag op een stoel, kalmpjes rookend en met een glimlach tot hem opziende. Mr. Bromley's gelaat kreeg onder dien glimlach langzamerhand een donkeren blos. Het was geen schoon gelaat, maar toch knap in zijn mannelijke kracht, en de ernstige uitdrukking nam den indruk van zinnelijk heid der volle, ronJe trekken'grootendeels ?weg. Als een breed-geschouderde, flinke, hartstochtelijke man, met een tiilling in zijn galm-6tem en het gebaren-instinct van den redenaar, was hij gewend aan eerbiedig ont zag. Gewoonlij k werd dit afgedwongen door zijne houding, aanmatigend, gewichtig-doend, ? als van iemand die gewend is aan het open baar leven, van een persoonlijkheid. Maar er was geen spoor van eerbied of ontzag in Warburton's ondertekenden glimlach. Stanley," zeide de prediker, in de hitte zijner verstoordheid rusteloos heen en weer ?wandelend er moet toch inderdaad een middel zijn waardoor ik u kan overtuigen, dat ik oprecht ben. Ik bid u, geloof mij!" Z(jn stem beefde van smeekende aandoening. Prachtig l" critiseerde Warbnrton geomdat het op dit oogénblik, waarop we in een stemming zijn, belangrijker is hoe hy fchrjjft, dan wat hij schrijft, daar het eerste mede stemming verwekt, het tweede alleen nieuwsgierigheid bevredigt en zelfs stemming verbreekt. In de tweede plaat?, ornaat het een tégoedkoope en zelfs overbodige aan duiding is van 's mans werkkring, daargelaten of deze aanduiding een bedoelde was al dan niet. . In de derde plaats, om lat met de sfeer van kunst in ftrijd is een banale en als juiiditch opvallende kranten uitdrukking als deze. Het opstel Heimwee,, hoewel hier en daar misschien wat sentimenteel, behoort onder de goede in dit boek. De psychologische motiveering van een zelfmoord vereischt een anderen aanleg dan die van den heer Robbers. In Einde toont hij volkomen gemis aan beheersching van zijn onderwerp. Hier vindt zyn neiging tot sentimentaliteit ook gelegenheid te over om aan het licht te -komen. Zij leidt hem er toe om: Ie. het toevallige meer te zoeken dan voor een afronding van het kunstwerk noodzake lijk ij Voor zelfmoord schy'nen mij somherhei l, in-zichzelf-gekeerdheid, mislukte literaire aan leg en ziekte voldoende. Zelfs Leder dezer redenen op-zich-zelf kan reeds aanlei iing zyn daartoe, en ik geloof dat beperking in dit opzicht leidt tot een verhoogde waarde van het kunstwerk, wanneer desniettegenstaande de zelfmoord een logisch en noodzakelijk gevolg wordt.' De heer Robbers geeft echter behalve deze vier redenen nog meerdere: Deze ongelukkige jonge man had zijn vader vroeg veiloren, en zij, die zyn moeder geweest was. leefde getrouwd met een vreemden man te Parijs. Hij had zusters noch broers. Van zijn familie was hij vervreemd." (blz. 207). De schrijver schijnt hiH zijn gemis aan diepte van psychologischen kijk hebben wil len vergoeden door het bijeenzoeken van tal van uiterlijke redenen. Je. om, als uit vrees het gewenschte effect te missen, het slot te gerekt te maken Dit effectbejag werkt echter verkeerd. Door het geprononceerde van het bejag wordt het effect verslapt. Te lang is ook het slot van Ver jaardag. Kn waarom eindigt Kami'ntemmwg ook niet met deze kamerstemming: De donkere dingen waren niet meer van beteekenis.... Er was alleen de nacht maar en de wind." (blz. 35)? Waarom daarachter nog die twee alinea's? Waarom die roeier", die zat te zingen" ? Waarom dat lied van 't volk, slap, week en sleepend" ? Is het geen goedkoop en... overbodig effectbejag? Maar behalve mijn bezwaar tegen Einde en myn opmerking over de compositie van Kamerttemming wil ik niets dan goeds zegeen over dit boek van stilte en stemming", van den schry'ver die mij eens zoo ontroerd heeft met De Biuidstijd van Annie de Boogh". Het is een boek dat men niet open moet slaan in diéoogcnblikken, waar in het gemoed van emotie zoo vol is als sommige zomersche dagen van zonnelicht, maar dan, wanneer men meer gestemd dan geschokt wil wezen. Leiden, 24 Oct. 1905. PKTEE SPAAN. Gevleugelde daJen, door SAMUKL FALKLAND. Uitgegeven te Bussum bij C. A. J. van Dishoeck. De uitdrukking gevleugelde woorden" was ous bekend, de uitdrukking gevleugelde daden" echter deed eerst hare intrede in onze litteratuur op dien gedenk waardigrn Zaterdag avond toen de vermakelijke histone der vliegende familie Zwaluw als feuilletonFalklandje in het Handelsblad verscheen ; de uitgever van Dishoeck geeft die Falklandjes nu uit als boek en wij twijfelen niet of de liiiiMimtittiiiiuii noegelijk, met de ellebogen op de armen van den leuningstoel en de vingertoppen tegen elkander. Heel goed, heusch uit stekend. Een beetje te sterke aandrang, misschien, maar toch hél goed." Uoede God!" riep de geestelijke, blozende tot achter de ooren. Hoe kunt geer vermaak in scheppen, mij zóó te kwellen ? Ge zijl een man van ontwikkeling, een man van gevoel, een vriendelijk man, zooals ik bij ervaring weet, en toch zit gij mij daar in koelen bloede te martelen ' Uitstekend,' merkte Warburton op. Ik had groote verwachtingen van je, maar toch dacht ik niet, dat je het tot zulk een hoogte van kunstvaardigheid zoudt kunnen brengen. Waarachtig, het is wonderbaarlijk!" Luister, Warburton.'' pleitte mr. Bromley, rnet opgeheven armen, do handpalmen om hoog. Gij weet wat ik heb gedaan. Gij weet, dat ik van het eene einde van dit land tot het andere scharen van toehoorders heb ont roerd tm dat ik een krachtige macht ten goede ben geworden. Gij weet, dat onder leiding der Voorzienigheid, dukendm de betering van hun levtii aan mij te danken hebben. Gij weet, dat men mij vertrouwt en eert en liefheeft. Gij weet, dat ik wereldsch loon heb afgewezen, dat ik predikantsplaatsen bij aanzienlijke kerken heb geweigerd en dat ik getrouw ben gebleven aan mijn uitverkoren werk, met opoffering van geld en gemak. Anderen kennen mij, zooals gij mij kent, en toch gelooven zij mij. Waarom doet gij het niet ?" Een zacht gemompeld: Bewonderenswaar dig !" en een weggeblazen rookkringeije waren het antwoord van Warburtou aan den man, die zich over hem boog met schitterende oogen en trekken, felbewogen in de intensiteit van hun smeeking. De indolente glimlach van geamuseerde goedkeuring ontperste mr. Bromley een kort kreunen en prikkelde hem tot een hervatting van zijn zenuwachtig heen en weer loopen. Gij weet," ? riep hij bijna luidkeels, zijn wanhopige beweging plotseling stakend, om zijn armen boven zijn hoof 1_ in een uitdagend protest te zamen te slaan, gij weet, dat mijn positie, in de schatting der wereld, even hoog is als de uwe. Gij weet..." Gevleugelde daden" zullen hun naam eer aan doen en, als gedragen op de vleugelen van vermaardheid, spoedig door het litteraire Nederland worden gekend en gewaardeerd. Een boek vol humor, vol gezonde, goedlachsche humor wij hebben er in onze nieuwe litteratuur behoefte aan; lachen ia gezond en van dit standpunt uitgaande zou men kunnen bewijzen dat onze jongere litteratuur niet gezond was; want een lach hoort men zelden en in humor munten onze huidige litteratoren niet uit; toch zouden wij niet willen beweren dat Falkland's laatste werk onze letterkunde-patient geheel gene zen zou, alhoewel de Gevleugelde daden" levenskracht-opwekkende verschijningen zijn en als komisch intermezzo in den stroom van wereld weiïge en zielesmartelijke boekwarken hun welverdien l succes niet zullen ont gaan. Want van humor tintelt en glinstert het boek, van geestigheden is het vol van het begin tot het eind; reeds de titel alleen: Gevleugelde daden, zynde de historie van eenige onthutsende, hart-beklem mende, duizelingwekkende, evenwel geen aanstoot gevende, noch publieke moraal kwetsende, derhitlvövoor dochter en moeder waarlijk leesbare famiiie avonturen', in don tekst \erschiileude buitengewoon-schoone penteekeningen naar de natuur en het leven, van de hand des auteurs". Soms doet Falkland in aijn overstelpende stroom van geestigheden ons denken aan een goochelaar, die overal de verrassendste surprises vandaan haalt; met bliksemende snelheid komen de meest onverwachte zinswendingen, de dolste idee-combinaties voor den dag, met een kalmte en zekerhei i alsof zij do doodgewoonste dingen ter wereld waren, een kalmte even humoristisch en lachwekkend als net-?Yoili" van den presdigitateur. De onmogelijkste voorstellingen weet Falk land zoo smakelijk, zoo leuk-weg op te smukken, dat hij ons werkelijk een oogenblik aan een mogelijkheid doet gelooven. Wat Jules Verne deed met zijn on lerzeescl:e booten, lang voordat aan de mogelijke ver wezenlijking van een dergelijk denkbeeld werd gedacht, dat doet Falkland met zijn vliegmachines; inaar de humor van de laatste dringt h»-t populair-wetenschappelijke van Jules Verne op den achtergrond. Schalksche guitigheid schuilt bij Falkland ia alle hoekjes en gaatjes: in zijn motto's, in zijn teekeningen met Neelmeijer", in zijn bijschriften overal diezelfde pittige, kortaffe, rake leukheden, die de Schetsen" van Falkland in zoo korten tijd zoo gewild hebben gemaakt. Maar de groote verdienste van de Gevleugelde Daden" ligt wel in het verhaal zelve: in de idee anund-für-sich, in de op et, in de litteraire zoowel als picturale' bewerking, die gelijken tred houdt met het geestige van het onderwerp. Het .zou de moeite loonen naar aanleiding van dit werk een verhandeling te geven over het wezen der Humor, het zou zelfs interessant zijn na te gaan in hoeveel ver schillende soorten de humor zich in dit boek openbaart; wij zullen ons echter noch aan het eene noch aan het andere wagen, doch moeten wij bekennen, dat wij alle aardig heden niet altijd van even zuiver gehalte kunnen achten al zoude ook menig gewaagd gezegde zijn aan te wijzen, dat wel den schijn heeft van geestig, te «ijn, maar bij eenige nadere beschouwing blijkt wat voor Falkland althans laag b|j den grond to zijn en te veel gezocht. Doch waartoe zou het dienen het zonden register uitvoerig te behandelen, waar de lezer zelf de zwakke plaatsen spoedig genoeg leert kennen en bovendien de totaal-indruk de kleine zwakheden doet vergeten; want alles tezamen genomen is het boek een succes : tot het einde toe wordt de humor met grap pige ernst volgehouden; bladzijde na blad zijde blij ven de lach-schokken elkander volgen, biy'ft een glimlach speten om de lippen van den lezer om zooveel verborgen spot. Want dit boek is niet alleen een boek van humor, maar ook van spot; zoo af en toe komt er een duiveltje, tusschen de regels door gluren dat even, kort-krachtig. een striemende geestigheid er doorheen gooit dat even raak, een persoon of een methode over den hekel haalt; vooral is dat het geval in de op- en aanmerkingen, bij de dojr den auteur zelf ontworpen penteekeningen, waar IIHIINIHIIIIIIIUIIIHIIIIimilUUIIHIItllllllllHIHIIIIIIIIIIUHIIINm Hooier,"?antwoordde Warburton glim lachend. Bij jou vergeleken, neem ik iii 't geheel geen plaats iu in de schatting der soliede respectabiliteit, en wat de vrouwen betreft. . ." Bah!" De opgewonden geestelijke wees de toespeling minachtend met eene handbe weging af. Gij weet, dat ik vertrouwen en eerbied heb verworven, dat, de besten in het land mij als huns gelijke aannemen. Ik heb den goeden si rijd gestreden, War burton. Ik verzoek u dringend te gelooven, dat ik ben zooals ge mij thans ziet, zooals de wereld mij ziet?een Gjdvreezeni man, brandende van ijver voor rechtvaardigheid en voor het redden van zielen. Tjacht ook gij, ik bid u. in mijn oprechtheid te gelooven." Jack," zeide de romanschrijver met oprechte goedkeuring daar is geen man op de wereld, die het je zou kunnen verbe teren. Als ik had kunnen droomen, dat zoo iets in je stak, zou ik je het tooneel hebben aangeraden, in plaats van den kansel. Weet je wel, dal ik in groote verzoeking ben ge weest om je in een boek te zetten ? Maar ik ben te bang voor de gevoeligheid van de godsdienstige lieden. Toch heb ik je op het papier gezet. Ga zitten en steek een cigaar op, dan zal ik het stuk halen. Rook je niet? Bravo! Kastijd het vleesch, mijn jongen, en wees anderen ten voorbeeld, tervvijl.je preekt tegen do zonden des vleesches. En dm rookt Jack i)iet eens mejr ! Prachtig, prachtig!" grinnikte hij, terwijl hij met een handschrift van zijn lessenaar terug kwam. Met uitgestrekte handen aonk de geeste lijke, zich machteloos overgevend, op een stoel ntêr. Dat bezoek te San Quentin heeft een ge weldigen indruk op mij gemaakt," zeide Warburton. het handschrift op zijn knieën nederleggend en zijne woorden met zijn cigaar onderstreepend. Ik heb het denzelfden avond dadelijk geheel opgeschreven, want ik wilde niets van den verschen indruk verliezen. Het wüs geweldig, de heele zaak een zeer buiten gewon e en verbijsterende t oestan1!. Wan neer ik je zie, zooa'ls je nu bent, een volmaakt type van Jen vurigen en agressief deugdzamen, en toch ernstigen en deftigen populairen prediker, wordt de verzoeking, om die gemeestal de satyre de humor verdringt en menige bekende schry'ver, schilder of kunstcriticus een veeg uit de pan krijgt. Ook liet aanhalen van een zin uit Borel's Zusje" ah motto boven het hoofdstuk, waarin de familie Zwaluw op het punt staat haar eerste lucht-toertje te aanvaarden, is niet vrij van profanen spot, die echter bij menig goedlachschen lezer de uitwerking niet zal missen. Hoe het zij alles te samen genomen is dit werk van Falkland geslaagd"; Ge vleugelde Daden zal een boek worden dat het bij n druk niet zal laten, een boek, dat om met Amelie Zwaluw te spreken nig" zal blijven. De idee is een ge lukkige vondst geweest, Falkland in zijn beste oogenblikken waardig en de bewerking doet voor het idee niet onder. Alleen de cmslag-teek-ining kan ons niet bijster bekoren ; waarom heeft Falkland zelf zich daar niet aan gewaagd; technisch zou zij wellicht niet zoo hoog staan ah de omslag van zijn mede-schry ver-teekenaar Teirlinck; komischer echter zou zij ongetwij feld wél zijn geweest. W. GRAADT VAN ROGGEN. IMItlMMIIIIIMtttlllMllltlHIIIIIIIItllllllllllMimlIHm Lii'f'le, door ANNA DE SAV ORXIN LOHMAN, bij L. J. Veen, Amsterdam. *) Anna de Savornin Lohman bekleedt een eigenaardige, eenige plaats in onze tegen woordige literatuur. Voor alles: zij is nooit vervelend. Zij is een van de weinige hedendaagsche auteurs, die een ernstig, treurig boek kunnen schrij ven, zonder dat het srraue Elend" den lezer uit iedere bladzij slaipliedjes toezingt. Er is weemoed, ontgoocheling en om een groot woord te gebruiken, er is zieleleed in dit boek; maar het memchelijk-treurige zing! tusschen de regels het is atmosferisch tus schen da blad/.ijden. zoodat het den lezer vasthoudt tot het einde en daarna: er is iets voorzyn gevoel te ontleden overgebleven. De romanciers-critici, naarvan freule Loh man tooit haar best deed vrindjes te maken, zullen waarschijnlijk op dit'boek hebben aan te merken, dat htt niet iiep" is, dat het te oppervlakkig is en te weinig uitge plozen. .. dat het te boeiend is en te vlot geschreven, twee dingen die nu heelemaal, maar dan ook heelemdal, niet actueel zijn. Geen romancier zijnde, en me zelfs dur vende emaneipeeren van de beerschende mode excuse/i du mot op literair ge bied, aarzel ik niet Liefde"- een van de beste schetsnovellen te noemen, die ik den laatsten tijd las. Wél is het bier en daar merkbaar, dat de journalistieke vlugheid van pen, waarmee de scbijfster reeds vele kolom men vulde, haar soms dee l glijden langs gedeelten, die door wat meer uitwerken, let terkundig hooger zouden zijn komen te staan, Maar het publiek met 'n klein p'tje is niet alleen gestreeld wanneer het eens niet klein wordt gehouden, wanneer een auteur het eens dwingt tot eigen napluizing van gevoelen, het is er gewoonlijk dank baar vcor. Bovendien: het is zooveel gemakkelijker iemand de ragout in te trechteren, dan hem te dwingen stukje voor stukje te kauwen, Anna de Savornin Lohman behandelt het gegeven voor een dikken roman in een schetsachtig geschreven novelle. Deed zij hierdoor afbreuk aan de Kunst? Is het Kunst of is het slechts kunstig, om den lezer te dwingen zich in te leven, in te voelen in een ziels-situatie, en hem daarin te laten slikken, totdat zijn eigen ziel en intellect hem er uit helpt? Is dat in dier mate moeilijk, dat zoo weinig onder de modernen het verstaan? Of is pu bliek met het kleine p'tje zoo diep verachtelijk, dat, de auteur, de intens ar tistiek subtiel voelende auteur, onge acht zijn gevoelens of niet gevoelens slechts *) Zonder jaartal verschenen. lltllinitllllllMIIIMIM IIIIIIIIIIUIIMM echiedenis in bijzonderheden na te gaan, on weerstaanbaar. Het contrast is te fel voor de kunst, vrees ik, dat is met de waarheid dikwijls het geval. Wil je niet wat te drinken hebben, terwijl ik je voorlees ? Niet-, o neen, natuurlijk niet. Juist, Jack, je zoudt uit je rol vallen." ^ Zijn toon was intiem, vriendschappelijk, een weinig aangescherpt door de gemoede lijkheid van genoegelijke oneerbiedigheid. De geestelijke, met het hoofd op de handen geleund, zuchtte geduldig. Tiet gaf mij een geweldigen schok, Jack Bromley weer te zien," las Warburton voor. l)e ijzeren deur werd opgeslagen, en rnet een gevangeniswachter in uniform kwam hij in de spreekkamer, met uitgestoken hand, met lichten, onverfchiliigen gang, met den on veranderden ouden, zelfgenoegzamen, onbeschaamden glimlach, geen spoor van gedruktheid. Hij y.mi oen populair acteur hebben kunnen zijn, die in een salon-comedie opkwam. Maar wat een Jack om te zien ! Verdwenen waren de goede kleederen, het lijne linnen, de keurige dassen waarop hij zoo gesteld wa", en inplaats daarvan was het afschuwelijke tuelïthuis-costuumgekomen met breede zwarte en witte streepen, los, slecht passend, als een za'v om hern hangend, afstootend, wal gelijk. Men zou nog fiever slangen over zijn iicliaam voelen kruipen dan d:e vreeselijte streepen. Hij giu^ tegenover mij zitten, en het eene been over het andere slaande, stak hij de lompe, zware, echoenen, als van een daglooner, vooruit, Ze hadden 'zijn haren gekuipt en hem geschoren. Het verdwijnen Van den knevel verduidelijkte zijn gezicht. De, groote, dik-lippige, elappe mond wees onmiskenbaar op zwakheid van karakter. De oogen, te dicht bij elkander staande, zagen u onverschrokken aan en lachend als te voren. Ieder ander man zou in een zoo jammerlijk onteerende kleeding en in een zoo bodemloos vernederenden toestand ten minste verlegen zyn geweest. Jack echter niet. Zijn blik ont moette den mijnen zonder trotseer ing of uit daging, rustig, zelfs vroolijk. De afschuw in mijn gelaat scheen hem zelfs te vermaken. opgaat in eigen grijs-grouwe, etherische zielehoogheid, van zich-voelende ikheid? Apropos van Liefde. Een jonge vrouw, Liesbeth, bomt (erug uit Indiënaar Den Haag waar zij als meisje woonde. Achter haar ligt een kort, veelbe wogen huwelijksleven; Getrouwd tegen den zin van haar familie, die den insrenieur Sineth geen goede partij vonlen, had zy liiiuiiimilimmiluiNliimiiHiiiiiiilMuiiiiiHiMimiiiiuiimuimiiiiiiimii 40 e en ti per regel. MIHtllllltltlllllltlflIIIHIIIIIItlllllHtllHtlHItlHM T RADE MARK MARTELL'S COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bg alle Wijnhandelaars en bij de vertegenwoordigers KOOPMANS & BRUINIER, Wjjnhandelaars te Amsterdam. Prpnvaiaf/yiOpFlesi Echt Victoriawate, OBERLAHNSTEIN. cht Victoriawate OBERLAHNSTEIN. VRAAG Hith GradeTurkisch| Cigarettt'S Moderate Prices. HALKAN", KHEDIVE", >;XTIU FINE", ~~~- 2 et. 2X et. 3 et. . Ste/io Efstaihopoulos (Smyrna). STELIO Normaal-Onderkleedinq Prat! Dr G. ?,- Eenige Fabrikanten W.Ben(jer5öhne Stuttqart Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat l K. F. DEUSCHLE-BENOER. In geen enkel leesgezelschap, in geen enkele leesinrichting mag ontbreken htt tijdschrift, Groot-Nederland", onder redactie van CTRIEL BU7SSE, LOUIS COUPERUS en W. G. VAN NOUaUIJS. ? Prijs f 13.5O per j tar. Proef-abonnement van l Oct.?31 Oec. 1905 f3.?. Men Kan zlcli Mj eiken boekhaitcla r aton eren. iiuiMiHiiiiiiiiiiitiHHiMMiiiimutiimmiiiitiua Hebben vier jaren van zoo'n totstand" vroe4; ik tiem ten laatste, je niet verpletterd':" Verpletterd ? Allemaal larie !" antwoordde bij luchtig. Waarom zou het mij verplette ren? Prettig vind ik het niet, dat spreekt; niemand vindt het prettig. Maar ik heb ook mijn troost. Ze beTiandelen mij zoo goed als ze kunnen, ik heb een makkelijk postje als oppasser in de, cantine van da beambten, en ik kan lezen zooveel als ik wit." Maar de afschuwelijke degra latie !" Dat hangt af van je standpun', van je manier van denken. Als je anderen voor je woudt laten denken over je zt-if', zouden je beslissing! ri conventioneel zijn en zou het waarschijnlijk op zelfmoord uitloopen, maar ik denk op inijn manier en leg mijn eigen inaaUtaf aan. Voor anderen en ?A-ker ook voor u, Stanley schiet er niets van mij over dan wat ge met uw oogen kunt zien een betrapte misdadiger, een verwerpeling. Nu, dat ben ik natuurlijk ook, uit t".n maat schappelijk oogpunt, niaar al ben ik hier en al verdien ik hier te zijn, ik ben mij?elf vol komen bewust, dat ik niet slecht» r, f a zelfs heel wat beter ben, dan velen, die zoo ge lukkig waren hier niet te verzeilen. Dat weet je evengoed als ik. Apros tout, wat heb ik mis dreven '! Ik had geld noodig en heb valsche handteekeningen gcmaaakt, de uwe en...." En die van anderen. Maar ais het aan mij gelegen had, Jack, 'zou je nooit hier ge komen zijn." Jack's Vingers gingen naar zijn voorhoofd, in grappige nabootsing van den neuerrgen groet, door den tuchthuisboef aan zijn be-, v waker gebracht; maar uit zijiïSogen sprak *"??'' eerlijke erkenning. '1 Dat weet ik, Sianley. Je bent geen ploert'. Maar zto'als ik zei, wat kon ik'üoe'n? lic- ?' maakte misbruik van je naameen .van, die v van eenige andere vrienden van mij."voor « geen groot bedrag, en ieder van-jelui"'kon 5 het geld beter missen dan ik. (iet zonder dat, '" doen kon. Het was verduiveld onfatsoenlijk van hen, dat zij zoo tegen mij opkwame'n. !, Maar als zij hadden begrepen, wat het wer- ; kelijk beteekent hier te zitten, zouden ze het niet gedaan hebben, want uu fond zijn het '<: bliksems goeie kerels." ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl