Historisch Archief 1877-1940
NV 14R4
WEEKBLAD
A°. 1905.
. . r "f- '>(-. ,-,. ?
O XL ei e a? x e
a. c 't i ©
Dit nummer bevat een %ij
NEDERLAND
a. n_ J". 2D IE IC O O.
Uitgevers: VAX HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden .. .. .. . . . / 1*50, fr. p. post f 1.65
*Veor Indiëper jaar'...', . . , ,, mail 10.
Afeonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . . 0.121/»
Bit blad U verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capuciues tegenover het Grand Café, te 'Parijs.
Zondag 3 December.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel » 0.40
Annonces uit Duitscliland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOLF MOSSE te Kealen en door alle filialen dezer firma. De jirijs per regel U 35 Pfennig.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: BSranscbe
beschaving. Grieven by Post en Telegrafie.
'Marine, door G. FEUILLETON- Sinter
klaasfeest, door Johan vanVelsen. KUNST
JEN!LETTEREN : De Belgische omwenteling
? door dr. H. F. Colenbrander, beoordeeld
? dóorJJ» M. Proot. Carla, door Benno Vos
beoordeeld door I. Engelander 3r. 'VOOR
DA1IES: Een mooi plan zijn verwezenlijking
aaderbj gekomen, door Elise Haighton.
ALLERLEI, door Caprice. UIT DE
NATUUR, door E. Heimans. JL-röhsteet
J. H. W. Leliman en zijn werk, (met portr.
en af b.), door R.?Muziek in de hoofdstad, door
Ant. Averkamp. Zware justitie" in
.opuapagnies' tijd, door H. R. Rookmaker.
Penteekening door H. G. Ibels.
BOEKAANKONDIGING. SCHAAKSPEL.
DAMRUBRIEK.?Filosofo-fideele beschouwingen
?TOn prof. Hans Nar, III. FINANCIEELE
JEN O ECONOMISCHE KRONIEK, -door D.
^Stigte Kalender van Th. van Hqytema,
c tor'.B.'V. P. de Vries Jr.?Rasverbetering
eu tewust s aantalsbeperking, door T. S.
ONDEN. ADVERTENTIES.
Fransche beschaving.
-Onze beschouwingen over de
VlaamBeweging, hoe zeer ze voor een
.deel .ook geenszins vleiend waren,
.zijn bij oase Zuidertaalbroeders met
bijzondere welwillendheid ontvangen.
Van meer dan ne zijde vernamen wij
woorden van instemming, waar wij op
de verzwakking van het rechtsgevoel
wezen' en .de ITlamen opwekten meer dan
,tot dusverre kun kracht te richten op de
?drie millioen -óëntaligen, door wier ont
waakt rechtsbewustzijn toch eigenlijk ten
«latte .de strijd .gewonnen zou moeten
wonden. Terwijl wij de warmste blijken
van sympathie mochten ontvangen, en
o, a. Julius Hoste J r. in de Vlaamsche
Gazet en Prof. fulius Obrie in ons eigen
Wad, wat de hoofdzaak van ons betoog
beteeft, hunne instemming betuigden,
mochten wij ook ia De Vlaamsche Strijd
woorden van bijval lezen.
Wij hadden toen niet kunnen denken,
dat er zoo spoedig aanleiding zou ont
staan op de Vlaamscie Beweging terug
te komen, en op onze plichten als Neder
landers te haren opzichte te wijzen,
gelijk wij in het vorig nummer deden,
sprekende over Baie's oproep tot het
sluiten van een verbond van Zuid met
Noord. Wij stelden daarbij in het licht,
dat Nederland aan zijn oer als natie ge
houden was, aan geen verbond met België,
dat tientallen van jaren al wat
Nederlaadseh was in zijn eigen land had ge
trapt, te denken, zoolang het de Vlamen
tyranniseerde, hun geen reeblsherstel gaf.
Welk slag van menschen zouden wij, Hol
landers,'moeten zijn, zoo vroegen wij, om
een politiek verbond te sluiten met zulk
een taal-verdrukkende n staat, waar de
verdrukten onze eigen taalgenooten zijn ?
En wij lieten daarop volgen :
Waarom, indien de Walen iets aan ons
te zeggen of te vragen hebben, wachten
zij . niet tot zij als beschaafde en het
recht betrachtende natie zich gezuiverd
hebben van zoo smadelijken blaam ? Nu
immers kan een gehoor verleenen aan hun
w.oorden voor Holland niet anders zijn
dan de zwijgende goedkeuring, althans
het door de vingers zien van hun on
waardig gedrag. Geef Vlaanderen zijn
recht, en kom dan met voorstellen, eer
luisteren wij Nederlanders zeker niet."
Men heeft ons naar aanleiding van deze
woorden gevraagd of in het Waalsche
Belgiëde minderheid dan werkelijk tegen
over de Ylaamsche meerderheid zich zoo
berispelijk gedraagt, dat een nauwere
aansluiting compromitteerend voor een
recht- en vrjjheidlievend land als het
onze kan zijn.
Die vraag is ons welkom; daar zijn
ten onzent niet velen voldoende op de
hoogte van de toestanden bij de Zui
derburen, al weet men in 't algemeen
wel, dat de klachten der Vlamen velen
zijn, en zij op menige wijze in hun
rechten worden verkort.
Toevallig verscheen juist dezer dagen
een oproep aan het Vlaamsche Volk,
welke men slechts aandachtig behoeft te
lezen, om te bemerken, hoe het in het
Belgenland toegaat. Wij laten hem hier
volgen:
Vlamingen vergt een nieuwe
Grievenkommissie!"
Het jubeljaar loopt ten einde! De feesten, tot
herdenking van 75 jaren onafhankelijk bestaan, zijn
gevierd.
Mogen wij, nn dat de laatste vuurpijlen zijn
afgeschoten en wy alles, menschen en toestanden
niet langer zien in den glans van Bengaalsch vuur,
bescheiden de vraag te atellen:
Wannmr /kingfft mi het Vlaamsche VoUe zijn volle
burgerrecht-P ?
Wannear «werd* 4e gelijkheid, gewaarborgd door
de Grondwet, no eindelijk ea» voltrekken feit ?
Hebben de Vlamingen dan nog over grieven te
klagen'? Kregen zjj niet alles, wat zjj met recht
en reden eischen konden^ Ken Vlaamsehe
Akademie, 1) Vlaamsen in de bnnsenvackt, Vlaamsch
.in het middelbaar onderwijs. Vlaamsche franken
en ihalve, tweetalige postzegel» met het Sransch
bovenaan en bankbriefjes met twee woorden
Ylaarosch'op...., alles, alles werd hnn vergund!
Wy beperken er ons toe te vragen:
Vlamingen, wordt de wet van 1883 eerlijk, vol
ledig, naar een geest van dea wetgever, toegepast?
Vlamingen, wordt de wet .o.p ihèt gebruik vaa
uwe 4aal :iu de burgerwacht niet alle dagen ge
schonden ?
Worflt de gelijkheidswet iu eere gebonden?
Krielt het niet van Waatoche,
Vlaamschonkun-dige en Vlaamsehverfoeiende ambtenaars in elk
bestour, in eiken dienst?
Zijn .«r in de Vlaamsche steden, in de dorpen
zelfs, ,g«en statieoversten en gendarmen en doua
niers meer, die vlakaf Weigeren Vlaamsch te
sprefcan:! . ' . *
Verfransokt men awe zon«n niet.in het leger,
in de zeevaartschool, in eiken openbaren dienst.
Zijn «r in bet meeet bevolkt Vlaamsch-Belgi
evon vele aiheneeèn, normaalscholen, als in Wal
lonië? Zijn er evenvele kilometers spoorwegen.
steetiw<egeii, evenvele statiën, halten, postkantoren ?
H e b b « H w ij eeno Vlaamsche
Hooge8« h o« l? enz: enz.
Welnu, eer nog 1905 geheel ten einde loopt;
ten minete, eer 1907 u ter kiesbus roept, eischt,
eensgezind en uit al nwèkracht, de benoeming
van een nieuw Grieven-komiteit zooals dat, waar
van, haaet 40 jaar geleden, Kavid Snellaert,
Hertens, de Corswarem, Stroob.int, Conscience, Van
der Voort deel uitmaakten. Eischt het! Men zal
het u geven, als gij u de moeite geven wilt, het
te meenen met uwen eisch, te willen!
Vlamingen, dringt in al uwe bladen, eens op de
benoeming van een Grieven-Komiteit.
J. HOSTE.
Welnu de heer Hoste, de bekende
hoofdopsteller van de VI. Gazet, van Het
laatste Nieuws en van de Zweep, is ten op
zichte van de Vlaamsche toestanden onge
twijfeld een onwraakbaargetuige.Zijn veel
beteekenende woorden, die een duidelijk
beeld geven van de brutale verwaarloozing
der Vlaamsche belangen door het
Walendom, vinden hun bevestiging in schier elk
Vlaamsch blad, dat men opneemt. Welke
dag" brengt niet nieuwe bewijzen voor
hun juistheid? Aanstonds schrijft dan
ook de heer v. d. Cruyssen, dezelfde die
in ons blad zich voor de VI. Beweging
liet hooren: Een uitmuntende gedachte,
vriend Hoste, maar zal ons Staatsbestuur
daar wel de hand aan leenen ?" Een
vraag terecht gesteld, daar de Waalsche
regeering zich toch al te zeer moet schamen
voor een eerlijke voorstelling en optelling
van al de grieven, waarmee zij Vlaanderen
heeft bezwaard!
Hoe het met Vlaanderen in 't algemeen
staat, Hoste's oproep zegt voor den
Nederlander meer dan genoeg; men lette
op de verschillende punten daar in ge
noemd. Wil men echter een voorbeeld
van do wijze, waarop het Vlaamsche
Volk in het Waalsch gedeelte van Belgi
zijn recht wordt toebedeeld, we halen uit
de Gazet van vóór enkele dagen het
volgende aan. Na medegedeeld te hebben,
dat het verzoek van een Vlaming: aan
de rechtbank te Luik, om in het Vlaamsch
ondervraagd te worden, niet werd in
gewilligd, schrijft de heer. Hoste:
Buiten de wet de 60,<IOO riurninyen die Luik
en o)nslreken bewonen.
Buiten de irct de Vlamingen van rond Char
leroi en van hel Centre.
Buiten de wet alle Vlamingen die hel
Walenland bewonen.
Het is meer dan tijd dat de politieke partijen
zich eens het lot aantrekken van de honderd
duizenden Vlamingen, die uit arm Vlaanderen zijn
geweken naar het Walcnland om er moedig te
werken voor hun gezin, maar er als wilden
behaLdeld worden voor het gerecht of als wilden moeten
opgroeien bij gebrek aan Vlaamsche scholen".
We mogen hierbij onze lezers nog
eens verwijzen naar het schrijven van
Prof. Julius Obrie in ons blad van
29 Oct. j.l., die den toestand, naar aan
leiding van de opmerkingen des heeren
Van der Cruyssen, zoo juist schetste, en
voegen hier, als een kleine illustratie ook
nog dit bericht uit de 'Gazet van 4 Nov.
over de bediening der staatssporen in
het Vlaamsche land, aan toe.
Gister hoorde ik in 't vocrbyryden te
Oudenaerde eene vrouw aan den wachter van trein
Gent?Blaton vragen waar de trein voor Kortrijk
stilhield. Het antwoord klonk: Courtrai, gevolgd
van een teeken haar aanduidende de sporen over
te gaan ; doch daardoor wist ze nog niet waar de
trein wachtte Zij vroeg nader inlichtingen en moest
zich nogmaals vergenoegen tot alle antwoord het
zelfde teeken te krijgen. Een oogenblikje later
werd dezelfde bediende aangesproken door eene
vrouw welke den trein voor Bonse vroeg. Zelfde
antwoord: een leeken, gevolgd van het woord
Alost \ Ziedaar dus een trein die op het grootste
deel (3/5 omtrent) van zynen doortocht op
Vlaamschen bodem rolt, en welke door
Vlaamsenonkundige bedienden begeleid wordt, door mannen
die gewis in 't Vlaamsch tot vier of vijf niet
kunnen tellen, om de sporen aan te duiden. Zou
men welhaast niet moeten denken dat er geene
Vlaamsche treinwachters meer te vinden zijn ? Ik
kan u nochtans verzekeren dat er genoeg Vlaamsche
jongens in bet Walenland zitten die niets beters
zouden vragen dan in het Vlaamsch gedeelte van
't land te mogen weerkeeren. Wanneer zal die
toestand dan toch eens ophouden ?"
Met opzet dus worden door den Belgi
schen Staat de Vlamen, zelfs in
Vlaande1) Een taalkundig college. Br.
!
ren, uit betrekkingen geweerd.... als ware
Vlaanderen een overwonnen land.
Overgenomen uit Vlaamsch en Vrij
lezea wij met het OOg op geradbraakt
Fransch door Vlaamsche napen geleerd,
de volgende ontboezeming:
In stede van den Vlaamsehen stam op te beuren
<fo«< onze regeering hem steeds dieper en dieper
zinlxn. Het werktuig der beschaving heeft zy den
Vlaming uit de handen gerukt en er hem een
onnut gereeJschip in gestopt, dat hy niet kan
hanteeren, waarmee hg niets kan verrichten, la
plaats van de moedertaal slecht Fransch.'
De Vlaamschgezinden hebben dikwijls genoeg,
tot moe wördens toe zelfs, onze regeerders doen
inzien dat zij met Zuid Nederland te willen
ontvlaamschen, een verkeerden weg opgaan. Wanneer
zullen zij dat .dwaalpad verlaten ? Och, wy zijn
immers maar een hoop schreeuwers en woelgeesten.
Vraag het liever aan de heeren van de Soir".
Ja, dat zijn nu wel de weldaden van 18JO !"
Welnu, -zoo denkt geheel het ontwik
keld Vlaanderen over den toestand...
en de toekomst.
Men gevoelt, dat het doel der
Walen-politiek niet anders is dan
Vlaanderen's zedelijke en verstande
lijke opkomst tegen te houden en
wat wel het krachtigst hiervan getuigt.,
is de ontstentenis van ecnige Vlaamsche
Hoogeschool. Jaren lang werd er om
gevraagd, en jaren lang werd zij ge
weigerd. Daar helpt niets aan, zoo heeft
het Waalsch Belgiëgezworen, het
Vlaamsche intellect zal worden
verfranst. Zóó overmoedig is het
Walendom in België, dat het waar vindt
men een tweede voorbeeld van zulk een
despotisme? de meerderheid der be
volking ook dit recht, dat over de ont
wikkeling der Nederlandse hèprovinciën
beslist, ontzegt.
Vlaanderen staat zelfs bij L'olen ten
achter.
En met zulk een staat, zou Nederland
een verbond kunnen sluiten zoo laa
aan de gruwbare verdrukking van eigen
taal en taalgenooten niet voor goed een
eind is gemaakt?
Dat wij Nederlanders ten opzichte van
de Vlamen ons niets te verwijten hebben,
zouden wij niet durven zeggen. Behalve
de congres-liefhebberij zijn er schier geen
uitingen geweest, waardoor kon blijken,
dat de belangen van de vier millioen
taalgenooten ons ter harte gingen. Wij
hebben ons van hun lijden weinig aan
getrokken en zelfs als egoïstische vader
landers, wien het toch allerminst onver
schillig behoorde te zijn, of het Neder
landsen taalgebied eenmaal tien in
plaats van maar ZPK millioen zielen zou
bevatten, vertoonden wij een gemoeds
rust als ware bourgeois satisfaits. Deze
houding was uit een oogpunt van vader
landsliefde en zedelijkheid zeker niet
onberispelijk, maar voor den Staat der
Nederlanden heette zij correct, wijl hij
op geenerlei wijs rechtstreeks of zijde
lings mocht invloed willen oefenen op
de binnenlandsche aangelegenheden van
een Rijk, dat zich had losgescheurd. Nu
doet zich, zooal nog niet voor den Staat
der Nederlanden, voor de Nederlandsche
burgers een gelegenheid voor, welke hun
tot dusverre heeft ontbroken. We krijgen
van Waalsche zijde een vraag te hooren,
waarop antwoord wordt gewonscht.
Welnu zouden we in dit geval den
Vlamen althans dezen dienst niet willen
bewijzen tevens onze waardigheid en
eer als beschaafde natie beveiligende
? den Walen te antwoorden: geen
toenadering, tenzij gij eerst den
Nederlandschen stam iu uw eigen midden
recht doet wedervaren; wij walgen van
uvv schandelijke, ons zelf en onze broe
ders vernederende politiek.
Dat dit de grondtoon zij, die in al
ons spreken, over Baie's voorstel van
wonderlijke oppervlakkigheid,
doorklinke. Wie kan er aan een verbond
denken, zelfs aan een toenadering, indien
niet eerst de grondslag wordt gelegd,
de verhouding tussehen Waalsch en
Nederlandsen in Belgiëvolkomen van
onbillijkheden gezuiverd zij ?
En mogen de Vlamen zelf zich niet laten
verlokken en misleiden door den schijn. Zij
verlangen naar een verbond van de beide
Nederlanden Hoste Jr. herinnert er
aan. hoe kloek de betreurde Julius
Vuylsteke daar reeds in 18TO over geschreven
heeft. Maar zulk een verbond kan voor
de Vlamen slechts gevaarlijk zijn zoo het
gesloten wordt, vóór zij aan den druk der
Walen zijn ontkomen. En het behoeft
geen betoog, dat bij de thans aan de orde
zijnde beweging, gewekt van uit het
Walenkamp aan een herstel van grie
ven niet gedacht wordt. De Walen meenen
zóó sterk te staan in hun het land
beheerschende positie, dat zij zich gerust
aan een verbond met Nederland durven
te wagen. ??Anders hadden zij zich
wel stil gehouden. Hoste Jr. toont hier
het kwaad te voorzien, althans te ver
moeden. Gewagende van het
toenaderingsvoorstel, schrijft hij:
Maar wil tóen den toestand doorheen al dat
oppervlakkige doorgronden, dan zouden wij een
ander standpunt kunnen innemen op gevaar af
vele tydeHJke vriendjes te misnoegen.
Bij den beruchten heer Hennebicq is het aapje
uit de rnouw komen kflken Voor hem geldt het
hier _eerst en vooral een toenadering, die in Holland,
alovèr Belgiëde Franco-Belgisehe beschaving (?)
zon laten gedijen. Dan antwoorden wij heel simpel,
maar bewust overtuigd: Neen, wat wy van die
toenadering verwachten, dat is eerst en vooral
een gezonde Nederlandsche beschaving van ons
Vlaamsche volk, beschaving die Belgen zooals
Hennebicq ons niet eens willen gunnen.
Men late dat potje tot het wellukken van de
huidige laat me maar zeggen heel opper
vlakkige beweging gedekt.
De toenadering die aan ons, Vlamingen, moet
ten goede komen, wordt met open vizier bewerkt
langs een anderen weg: Nederlandsche wetenschap,
Nederlandsche boeken, Nederlandsche Hoogeschool
vooral."
Natuurlijk, de tegenwoordige beweging
ia België, niet in Nederl^d, want
hier bemerkt men van "een beweging
niets! komt van de Hennebicq's-zijde,
welke ons de Franco-Belgisehe bescha
ving ? wil deelachtig maken. En wat
zou nu voor de Vlamen het gevolg zijn,
indien er iets ontstond, wat op een ver
bond geleek, vóór het Walendom uit
zijn zoo duchtig versterkte veste den
aftocht had aanvaard ? De vrienden van
de Franco-Belgisehe beschaving" zouden
meer nog dan te voren behoud van hun
bevoorrechte positie zoeken en het
koninkrijk der Nederlanden verbonden
met het koningrijk België, zou met geen
mogelijkheid te bewegen zijn ook maar
het geringste te doen, wat op het ver
leenen van hulp aan de verdrukten,
zij 't ook den meest-indirecten steun ?
geleek. De politiek zou zoo ... correct"
zijn ... terwijl de franco-Belgische be
schaving waarlijk wel eenige sympathie
zou vinden in onze politieke en diploma
tieke kringen met hun omgeving... De
zwakheid der tweetalige Belgen zou ook
hier meer dan wenschelijk is zich voordoen.
En zoo zou het kunnen, en, naar wij
meenen, zeer waarschijnlijk gebeuren,
dat de Vlamen tussehen de
overheerschende Walen en het correcte" Neder
land kwamen in te staan, en in de knel ge
raakten, en dat Nederland, dat tot nu ten
minste geen aanleiding tot klachten had
gegeven, hun reden tot nieuwe bitterheid
bracht.
Immers wat zal voor het toonaange
vend Holland, verbonden met het toon
aangevende België... in
zijnhoogheidsgevoel van supra-beschaafdheid, het door
opzettelijke verwaarloozing verworden
Vlaanderen zijn ?
Daarom eerst het terrein geëffend.
Geen verbond zoolang de Walen zullen
blijven tyranniseeren. Waar de volkomen
verzoening van Walen en Vlamen op
zich laat wachten, kan een toenadering
van beteekenis on voor de Vlamen n
voor ons Hollanders niet anders zijn, dan
het steken van de hand in een wespen
nest. Al meent men dan ook, dat er zoo
van die kleine indirecte voordeeltjes zijn
te behalen, welke als zeer belangrijk
worden v.oorgesteld, maar op het totaal
van de rekening niets uitmaken.
Toch bracht het potje, dat de heer
Baie zoo gehaast en onnadenkend te
vuur heeft gezet, den Vlamen eenig nut.
Hun opent het de gelegenheid, met meer
vuur en volharding dan ooit, nu juist
herstel van grieven te eischen, wijl deze
grieven oorzaak zijn, dat Noord en Zuid
niet in nauwere betrekking tot elkander
kunnen treden; terwijl het ons Hollan
ders evenzoo dienstig is, als de ongezochte
aanleiding om het Nederlandsche volk
op te wekken tot het openlijk en ten
krachtigste veroordeelen van de Waal
sche overhcersching onzer Zuiderbroe
ders, en dezen te sterken met onze
sympathie.
Dat het door de beantwoording van
Baie's ondoordachte vraag ? eindelijk
eens luide door Europa klinke, hoe er
onder de Fransche beschaving in Belgi
wordt huisgehouden als ware het een
barbarenland. Reeds veel zou er ge
wonnen zijn.
Grieven bij Post en Telegrafie.
Het Hoofdbestuur van den
NederJandschen Bond van Post- en Telegraaf beambten
De Post", heeft tot den minister van W.
H. en N. een adres gericht naar aanleiding
van de niet-erkenning van den Bond door
den directeur-generaal.
Adressanten schrijven dien aangaande :
dat door deze niet-erkenning en door dit
optreden van den heer directeur-generaal,
hunne vereeniging op deze wijze het recht
van beklag, door het gesproken en geschre
ven woord, dat haar bestaan vertegenwoor
digt, wordt geknakt;
dat reeds enkelen hunner leien zich van
deze vereeniging afscheiden, angstig voor de
gevolgen, lid te zijn van den bond De Post",
n verband met deze en nog andere ontvan
gen ruededeelingen;
dat vóór l April 1905 de ambtelijke dienst
orders en mededeelingen, welke steeds door
hunne vereeniging tegen den kostenden prijs
werden ontvangen en waarin verschillende
zaken voorkomen, die voor hunne leden van
groot belang waren, getuigen de aangehaalde
dienstorders in dit schrijven, vanaf l April
1905 niet meer, noch tegen betaling, ndch
gratis werden verstrekt, zonder eenige
mededeeling van den heer directeur-generaal,
waarom dit niet geschiedde.
Zy verzoeken den Minister het daaiheen
te willen leiden:
dat hunne vereeniging, by den heer direc
teur-generaal, in casu het hoofdbestuur als
vertegenwoordiger, wordt erkend en wordt
toegelaten ter audiëntie;
dat zij niet worden beknot in hunne per
soonlijke vrijheid lid te zijn van een of
andere vereeniging, welker doel en streven
niet de
gpe_dkeurine-v.an-dfmrl>eerd'recteurgéne.raal kan wegdragen;
" dat de vrijheid van spreken en schrijven
en het bekend maken van misstanden en
feiten in het vak waartoe zij behooren, met
inachtneming der betamelijkheid, en met den
eerbied niet in strijd zijnde wijze, zij ia hun,
orgaan of andere organen, daarvan
mededeeling mogen doen zonder daarover op
eenigerlei wijze te worden lastig gevallen;
dat geene pogingen worden aangewend
leden van onze vereeniging af te brengen;
dat de leden vrijheid blijven behouden
dat te doen wat tot uitbreiden van hun
vereeniging kan strekken, na het verrichten
van hunne dagelijksche dienstwerkzaambeden
en geen inmenging van superieuren hen
hierin op eenigerlei wijze kan beknotten;
dat alle geschriften welke worden uitge
geven door de administratie der posterijen
en telegraphie in verband tot hun dienst vak
voor een ieder, onverschillig van welken
rang, tegen den kostenden prijs worden ver
krijgbaar gesteld."
Dat het personeel der Posterijen en Tele
grafie een aantal klachten heeft over rege
lingen den dienst, de salarissen, de werktijden,
de bevorderingen, de straffen etc. betreffende,
is sinds lang bekend, en ten overvloede
bevatten de dagbladen een adres door het
Hoofdbestuur van De Post" aan den Minister
verzonden, waarin dit vele dier grieven op
nieuw opsomt. Wij wenschen thans niet over
deze klachten te spreken, maar vestigen
in 't bijzonder de aandacht onzer lezers op die
ne grief, waarover het boven aangehaalde
handelt en wel de niet erkenning van
den Nederlandschen bond De Post" door
den directeur-generaal, majoor Pop.
Uit dit stuk komt men alles te weten
aangaande den autocratischen geest, waavin
het post- en telegraafpersoneel door den
heer Pop wordt geregeerd, een geest zóó
militair, zóó in alle oppermacbtigheid over
de minderen" heerschead dat zelfs de
meest elementaire vrijheid, door de Grond
wet gewaarborgd, als voor deze menschen
niet bestaande wordt gerekend.
De toestand van spanning tussehen den
directeur-generaal-majoor en het uitstekend,
talrijk corps, dat tot de grootste tevreden
heid van het publiek steeds zijn taak heeft
vervuld heeft met den heer Pop zijn
intrede in die gelederen gedaan en het
was tot niet geringe verbazing der
aanschouwers, dat zelfs een zoo conservatief
minister als de Marez Oyens den treurigen
moed toonde te bezitten, den man, die
oorzaak was en is yan zulk een droevige
verhouding, van -waarnemend tot definitief
directeur-generaal te benoemen.
Dit had niet mogen gebeuren, wilde men
voorkomen, dat het personeel van een zoo
belangrijken tak van dienst gedreven zou
worden tot ontevredenheid en wrevel, steeds
nadeelig voor de belangen van den dienst.
Hoe moeten niet juist de superieuren de
nauwgezette beschermers zijn van de rechten
en vrijheden hunner ambtenaren en be
ambten, willen zij in onzen tijd kunnen
rekenen op een hun toegewijd personeel:
en is er eenig gezag op den duur
bestaanbaar, dat door onredelijken en onwettigen
dwang, menschen vaak van gelijke, en zelfs
hoogere beschaving, tot lafhartig zwijgen
demoraliseeren wil? Wat wekt men op die
wijs, tot zelfs in 't leger toe, en hoeveel te
meer dan nog in de burger maatschappij
anders dan revolutiegeest, dan muiterij, dan
haat en verzet ? En afgezien ook hiervan, wie
zal zeggen hoeveel volstrekt onnoodigleed
een man van Pop's discipline-begrip ge
kweekt heeft bij menschen, die toch waarlijk
in hun ambt of beambteschap nog al moeite
zullen hebben een aangenaam middel van
bestaan 4e vinden!
Nu hebben wij dan een liberaal ministerie.
Zal dit ingrijpen ?
Of moeten wij eenvoudig om een ambtenaar
te sparen, dio een goed militair, maar een
onmogelijk post-directeur-generaal moet
heeten dat gropto post- en telegraaf-corps
aan zijn ontbinding- en bederf-wekkend
regime overlaten?
Het socialisme, .als de leer der ontevre
denheid, wekt bij de liberalen niet weinig
afschuw; maar zouden de heeren niet
kunnen of willen inzien, dat Pop, in zijn hoe
danigheid van vereenigingen-dooder, onder
het post- en telegraaf personeel een dozijn
socialistische ontevredenheidspredikers te
boven gaat?
Toch mag men van het ministerie niet
te veel hopen.
Stelde het zuinigste aller ministeries, dat
II. M. van buitengewone zuinigheid liet
spreken niet een verhooging van Pop's
salaris met 1000 gulden voor, omdat hij nu
ook even als elk ambtenaar de bij
drage voor zijn pensioen zou moeten
be