Historisch Archief 1877-1940
1F7
No. 1484
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
letteren en handel aan Zuid Ned. Calvinisten.
Niet godsdienstige, maar staatkundige rede
nen, hadden vooral Zuid Nederland tegen
Spanje in verzet gebracht, met enkele staat
kundige waarborgen van -Parma was het te
vreden gesteld. Een onafhankelijkheid te
verliezen had het niet, Albertus en Isabella
ontzagen '8 lands rechten evenzeer of meer
dan rèarel V ooit had gedaan en over het
geheel zijn de Belgen in de 17de en 18de
eeuw geregeerd, zooals ze het verlangen.
Tyrannie ondervonden ze alleen van onzen
kant, door da sluiting van de Schelde
De aristocratische cultuur van Lodewijk
XIV werd uit het monarchale Katholieke
Frankrijk des te gretiger aanvaard, naarmate
de afkeer groeide van het republikeinsche
Protestantsche burgerlijke Noorden.
Tw«e eeuwen lang mist Belgiëaldus voor
liet eerst de Germaansche bevruchting der
Komaansche beschaving, dus juist datgene,
waaraan Belgiëzijn groote beteekenis dankte.
Nu eerst werd het JCederlandsche er gemin
acht (evenals sinds het Belgische bij ons)
werd de Nederlandsche taal er tot een boeren
taal verlaagd en stak het beschaafde Dieteche
Belgiëzjjn gedachten in een Fransch kleed
met alle nadeelen van een geleend pak. Zestig
jaar van Vlaamsen e beweging hebben nog
de kloof niet kuanen dempen, die sinds dien
tijd daar benoorden de taa'grenu ontwikkelden
van ontwikkelden scheidt.
Wel was de 18de eeuw voor Zuid-Neder
land een rustiger tijdperk dan de vorige
eeuwen, en dank zy de drie factoren, die te
allen t\jde Belgie's onvervreemdbaar eigendom
zvjn L een gunstige ligging, een rijke bodem
en de begaafdheüen hy'vere aard zijner
bevolking, was het zich een natie gaan voelen
tegenover Jozef II, maar vooral ook tegenover
het Scheldesluitende Noorden. De toena lering
der van der Nóots, by van de Spiegbel be
proefd, bad evenmin hier kans van slagen
als sympathie by de Belgen. Veel broederlijk
gevoel straalt er werkelijk ook van het Noorden
Biet uit, als we in 1795 door Pieter Paülus
Belgiëeenvoudig beschouwd zien als een
vrije prooi van het bevriende Frankrijk en
de heéle Vlaamsche kust voor Nederland
hooren opeischen! In werkelijkheid hadden
de Fransche legers en conventie-commis
sarissen de Belgen tot vertwijfeling gebracht,
"zoodat ze zelf verzocht hadden bij Frankrijk
te worden ingelijfd. In Noord noch Zuid
heeft de Fransche overheersching in den
beginne onverdeelden onwil opgewekt. In
tegendeel, Belgiëzag de Schelde geopend,
het afzetgebied van zijn nijverheid enorm
vergroot en door het continentaal stelsel zich
beveiligd voor Engelsche mededinging. Maar
een bittere teleurstelling was hen in 181.4
de v+reehiging met Noord Nederland en de
w g ze, waarop die tot stand kwam.
Nog in Februari 1814 werd den Belgen in
een proclamatie van von Bülow en Weimar
de onafhankelijkheid als, niet meer twijfel
achtig voorgespiegeld. De generaals doelden
daarbij op de Fransche overheersching, maar
dat de Belgen het anders opvatten is zeer
begrijpelijk.
Intusschen was Willens 27 April 1813 in
Engeland reeds herstel in een uitgebreider
Nederland" voorgespiegeld en in Maart 1814
vernamen de Belgische notabelen, die naar
Chaumont waren gekomen, dat de toekomstige
vereeniging met Nederland een uitgemaakte
zaak was. In zeer rekbare uitdrukkingen werd
hen schriftelijk verzekerd, dat
doordebondgenooten op de belangen van Belgiëzou
worden gelet. Toen echter de mogendheden
Willem's advies vroegen omtrent de beloften
Belgiëgedaan, bood hij de acht artikelen,
die later te Londen officieel bekrachtigd
werden, niet alleen kant en klaar den
mogendhélen aan, maar ging zelf naar Parijs om te
voorkomen, dat de Belgen over die voorstellen
zouden worden gehoord. Dit was het begin
van het monsterachtig groote misverstand,
dat de nieuwe staat der zeventien provinciën
al voor de geboorte ter dood veroordeelde.
Belgiëkon geen billijk bestuur uit het
Noorden verwachten. Bovendien de cleriealen
verachtten die kettersche macht, de groote
heeren onze burgerlijke maatschappij, de
franskiljons de luitjes, die drie modes ten
achte? waren. Hadden wij echter aan de
Belgen het aandeel in de re^eering gegeven,
wat hen naar bevolkingsaantal toekwam, het
historische Holland ware te gronde gedaan
en van leidend was Xoord-Nederland lijdend
deel geworden. Te verwo 'deren is niet dat
deze vereeniging verbroken is, maar wel dat
ze vijftien jaar heeft geduurd, en Colenbrauder
IIIMmlIlllllilMIIIIMtlmlIMIIIM
dat zij gemakkelijk schoon te houden zijn.
Hierin reist de meerdeilieid ; maar er zijn
in eiken trein ook enkele bekleede wagens
met zachte ruststoelen; deze zijn bestemd
voor zwakken, ouden van dagen en vrouwen
in zwangeren toestand, Gezonde sterke kerels
zouden zich schamen in die wagens plaats
te nemen. Vergelijk dat nu eens bij jullie
toestanden in Europa. Daar zitten dikke
o ver roede kerels in zachte eerste klas wagens te
dutten, en magere, schrale, vrouwtje*, dikwijls
nog in gezegende omstandigheden, moeten
maar in volgepakte slecht veerende, hotsende
en botsende oude kaften kruipen, 't Is 'n
schande, en dat praat jaudorie van beschaving."
Natuurlijk, begrijp je, vervolgde de schim,
dat bij dit volk die ontzettende tegenstellingen
van nijpende ellende en dolzinnige weelde,
zooals de Europeanen die in hun beschavinkje
spelen nog kennen, niet meer voorkomen;
maar wel vindt men onder de lagere standen
de zoogenaamde meer of minder gegoeden.
Maar ook zelfs daar leeft al de overtuiging
dat de eenvoudiger levenden de meerderen
zijn en der maatschappij meer dienstig, daar
zij bij gelijke of zelfs meerwaardige arbeids
prestatie toch geringere aanspraken maken
op den algemeenen voorraad ar beidsprodukten.
Ik zou je nog heel wat belangrijks van
deze kleurlingen en hunne beschaving kunnen
vertellen en laten zien, maar ik heb je nu
eigenlijk meer in 't bizonder meegenomen
om het eigenaardige van hun Sinterklaasfeest.
Je moet namelijk weten, dat al weren zij
streng de al te materialistische Christenen
van Europa uit hun midden, zij heel goed
met het Christendom bekend zijn, en zelf
een prachtigeügodsdienst hebben, die ik je
nu niet in bizonderheden kan beschrijven,
maar die in zinnebeeldigen vorm aan het
volk geleeraard wordt door de priesters, die
het soberst léven van allen; echter kan ieder
die zich daartoe wil bekwamen door een
ernstig, sober en rein leven, inwijding in de
mysteriën des tempels bereiken.
Voor het oppervlakkig oordeel der brave
Christenen in Europa zouden deze Barapoetis
heidenen zijn ea zonaanbidders. Maar de
Europeesche Christenen zijn dan ook, waar
kan een woord van lof niet onthouden aan
de moedige jongelingen, die in 1830 den
Belgischen staat hebben gesticht. Doch ook
zonder hen was de scheiding niet uitgebleveli,
slechts verschoven tot op den dag, waarop
het Belgische kiezerscorps den oorlog zou
hebben verklaard aan elke regeerin.g, die
het een billijke vertegenwoordiging had
willen onthouden. Niet Katholicisme of
liberalisme, maar nationaal verschil maakte
de scheiding noodzakelijk. Het jaar 1830
bewees niet f'echts dat België, het bewees
evenzeer dat Holland leefde. Noord en Zuid
kunnen beide thans zonder wrok aan de
mislukte vereeniging terugdenken. Zij heeft
ondanks de geweldadige ontknooping ons
beiden veel meer goed dan kwaad gedaan.
En die vijftien jaren heeft het Noorden telkens
als n geheel tegenover de Belgen gestaan
en ons algemeen nationaal bewustzijn werd in
dien strijd eerst flink gestaald: de specifiek
Noord-Nederlandschrt dorpsgeschillen, erfenis
der republiek, kwamen en bleven voor goed
op den achtergrond; het misbruik door
Willem I na 1830 gemaakt van de bereid
willigheid van het Noord-Nederlandsche volk
deed onze volksvertegenwoordiging voor het
eerst het ware besef krijgen van haar taak,
onweerstaanbaar werd toen eerst het ver
langen naar een werkzame controle op het
gezag en vooral op de financiën. En zie, bij
de hervormingen van 1848 was Belgiëreeds
ons ten voorbeeld en het heeft ons nimmer
berouwd!
Driekwart eeuw heeft Belgiënu reeds zijn
nationale rang in de wereld eervol opge
houden; maar zijn historische roeping als
wisselkantoor tusechen Grermaan?chen en
Romaanschen cultut.r zal het eerst volkomen
kunnen vei vullen, als ook het Nederduitsche
element in de Belgische samenleving weer
zichzelf zal zijn gew-orden. Het verbeterd
onderwijs, dagteekenend uit den tijd der
vereeniging, is reeds den Vlaamschen volks
geest ten goe Ie gekomen, maar het
Vlaamschzijn moet (wil ook) geen particularisme
blijven, maar worden de natuurlijke levens
uiting van de helft van België'* ingezetenen
of zooals Vermeylen het uitdrukte: Wij
willen Vlamingen zyn, om Europeeërs te
worden." Een innige vereeniging met Neder
land is nog onbestaanbaar; maar zooals de
cultuur der Walen in Frankrijk zijn steun
vindt, zoo geven Nederlanders en Dietsche
Belgen elkaar het beste wat in hen is. Op
onzen volkibo.dem, die naar meer dan (ei zijde
open l g>,, rijpen c1 e sappigste vruchten bij Zuid
westenwind.
Jo M. PROOT.
1) Gedenkstukken der Algemeene Geschie
denis van Nederland van 1795?1840, uitge
geven door dr. Colenbrander, 's-Gravenhage,
Martinus Nijhoft' 1905.
2) De bevestiging van zijn meening vond
C. bj den Duitschen kunstkenner Dr. W.
Valentiner. Moest dat werkelijk buiten ons
land worden gezocht? Ook door onze kunst
kenners is vooral na de Brugsche
tentoonsstelling op die verschillen tusschen
Hollandfche en Vlaamsche primitieven her
haald gewezen. Bij de verhouding van Claus
Sinter tot Nederland en tot Claus de Werve
schijnen de bizonderheden ons werkelijk uit
den toon vallende, uitvoerig behandeld.
Carla, Haag che roman, door BENNO Vos.
Drukkerij en Uitgevers- Mij Voorburg",
Voorburg.
De heer Benno Vos heeft zijn boek een
Haagsche roman genoemd, waarom is mij
niet recht duidelijk. De toestanden, die hij
beschrijft, hebien niets specifiek Haagsen,
waar bovendien nog bijkomt dat de hand ling
voor een groot gedeelte te Leiden voorvalt.
Men zou geneigd zijn deze kwalificatie aan
reclamezucht van den uitgever toeteschrijven,
daar het soort Haagsche roman" nogal aftrek
schijnt te vinden op de Nederlandsche boeken
markt. Of dit echtereen verblijdend verschijn
sel mag genoemd Aorden staat te bezien.
De heldin van dit boek, luisteiende naar
den schoonklinkenden naam van Carla d'Albe,
is een ouderloos meisje, inwonende bij een
ouden oom en tante te Leiden, eenvoudige,
eerzame menschen. Mejuffrouw Carla heeft
natuurlijk een aanbidder, die haar echter niet
vermag te bekoren, daar dezelve kortweg
gezegd een saaie piet is. De Haagsche adel
lijke student Zye van Ntiyüuhem heeft haar
hart gestolen, zij bekennen elkaar hunne lief ie
en niets zou hun geluk meer in den weg
het de beoordeeling van andere
godsdienstvormen betreft, wel zeer bizonder verlicht ...
misschien door den glans van het gouden
Kalf en de opwekkende geestrijkheid van
den Alcohol!
Wat nu hun Sinterklaasfeest betreft, dtit
valt evenals in Europa op 5?6 December,
ofschoon het een anderen naam draagt.
Het schijnt vroeger, in de tijden van mindere
beschaving, veel o vereen komst gehad te hebben
met het Europeesche en heette toen
HolopiInmnioe, dat beteekent letterlijk: Het feest
van het groot Egoïsme.
Toen werden jaarlijks, als dat feest naderde,
de verkoophuuen met allerlei aantrekkelijke
uitstallingen gevuld, om de begeerlijkheid der
koopers te prikkelen. Daar stonden dan de
armste bliksems" voor te hunkeren in de
tergende zekerheid, dat zij daar toch niets
van zouden krijgen; want die mooie en lek
kere dingen kochten de rijken allemaal voor
zich en hun vriendjes. Egoïsme gold toen
voor iets moois en noodig-, zoodat de men
schen er zich niet over schaamden. Geleerde
professoren beweerden plechtig, dat Egoïsme
de grondzuil was der maatschappij, dat de
Natuur strijd wilde in de menschenwereld
evenzeer als in de planten- en dierenwereld,
en zoo kwam het, dat zelfs de armste slokkers
toch vooral eerbied en ontzag hadden voor
de lui, die het meest van de gemeenschap
pelijke welvaart inpikten voor zich zelf.
Maar naarmate de beschavingsbegrippen
?.ieh wijzigden, kwam er ook een kentering
in het feest van het Groot Egoïsme. Eerst
kwam ter sprake het geheel af te schaffen,
maar dat vond men jammer voor de kinderen.
Toen ontstond er een hervormingspartij, die
het feest van karakter zou doen veranderen
en zoo is het ten slotte herdoopt in
tiolopi.tanandroe: Het feest van het groote Zelf'verzaken.
Vier weken of ianger nog vóór het feest,
beginnen nu de meeste lui, die gewend
zijn vrij loyaal te leven, zich allerlei
dingen te ontzeggen, en de geweldige hoeveel
heid goederen, die hierdoor vrijkomt, wordt
op 5 en G December met groote feestelijk
heid aangeboden aan hen, die er behoefte
aan of verlangen naar mochten hebben."
staan, indien de vader van onzen vriend, een
oude aristocraat, zich niet met hand en tand
tegen zulk eene mésalliance verzette. Daar
Zye (onder deze afkorting komt onze student
in het werk voor) bang is voor zijn papa en
economisch afhankelijk bovendien, ziet hij
van een huwelyk af en stelt Carla voor met
hem in een buitenwijk van den Haag te gaan
samenwonen en daar heel knusjes den dood
van den ouden heer aftewachten. Carla stemt
toe en zoo gezegd, zoo gedaan. Een tijdperk
van geluk breekt nu voor hen aan, slechts
voor korten tijd onderbroken dooreene
zenuwziekte van Carla, welke spoelig geneest en
als de winter weer in het land komt, voelt
züzich moeder worden. Nauwelijks komt
Zye dit ter oore of hij neemt het kloek be
sluit zijn vader te gaan med^deelen, dat hij
vast besloten is het kind zyn naam te laten
dragen, door Carla op het stadhuis te huwen.
De oude aristocraat heeft echter zulk een
invloed op zijn zoon, dat hij hem niet alleen
dwingt op dit besluit terugtekomen, maar
bovendien nog zijn zoon de belofte weet
aftepersen binnen zes maanden Carla gewoon
weg in den steek te laten, eene belofte die
deze zeer prompt nakomt Wanneer dan ook
het kindje komt, een dochter, is Carla alleen,
de geldsom die Zye haar voor onderstand
komt aanbieden wijst zij fier'af en loopt met
het kindje de deur uit. De oule graaf, tot
wien zij zich om hulp wendt, wijst haar de
deur, oom Vermeer uit Ltiden wil, nu zijn
vrouw van verdriet gestorven is, niets van
haar weten. Eerst gelukt het Carla nog eene
betrekking in een winkel te krijgen, daar
het kindje echter uit gebrek aan natuurlijk
voedsel dreigt te verkwijnen, neemt zij ont
slag en komt ten slotte terecht in een huis
van ontucht. Na tal van jaren en na een
aantal avonturen in dit huis ondervonden
te hebben wordt Carli zwaar ziek. Dolly,
haar docljter, die reeds den leeftijd bereikt
heeft, waarop het meisje vrouw begint te
worden, maar tot dusver niet door hare om
geving is besmet geworden, besluit zich voor
haar moeder opteoft'eren, zooals deze dit
vroeger voor haar gedaan heefr. Op straat
wordt zy' achtervolgd en aa gesproken door
niemand anders dan haar vader. Deze was
nl. na zijn breken met Carla door zijn vader
alweer gedwongen een rijk huwelyk te sluiten
en was daardoor diep ongelukkig geworden.
Zye vermoedt eerst niets, maar wanneer zij
het genoemde huis zijn binnengetreden, leg
gen enkele woorden van Dolly heui de situatie
bloot. Hij begeeft zich met haar naar de kamer
van Carla, die hem herkent en sterft....
Ziehier in het kort weergegeven de ge
schiedenis der hoofdpersonen in dit boek.
Hieromheen groepeeren zich verscheidene
bijfiguren en neven-gebeurtenissen, die soms
in zeer los verband staan met het reeds mede
gedeelde. Voor dat gedeelte van het lezend
publiek, dat klaagt dat er in die moderne
boeken zoo weinig gebeurt", is dit een boek
om van te waterlanden. Reeds op blz. 18
hebben wij een verhaal gehad van eeue vrouw,
die zich in barensweeën met een pistoolschot
van het leven berooft, daar zij, tegen haar
zin getrouwd zijnde, terugschrikt voor het
feit een kind te hebben van den man, dien
z\j niet liefheeft. Haar man, een chirurg,
had haar nog kunnen redden, indien hij niet
juist bezig was met eene barst-operatie, die
hij zonder levensgevaar voor de patiënte niet
kan onderbreken.
En zoo is er meer, ik geloof echter dat
het niet noodig is meer bewys-materiaal te
vergaren om te beweren, dat de toestanden,
welke de auteur beschrijft, vrij onwaarschijn
lijk zoo niet onmogelijk zijn te noemen.
Met de personen is het al niet veel beter.
Wat te denken van een dokter, die steidi
met leeken over zijn vak spreekt en daarbij
als illu-tratie zijne chirurg-H hj instrumenten
demonstreert; van een ouden heer, die zich
veertig jaren afgebeuld heeft in liet
borstbenauwend gareel van de wereld".... en nu
van zijne renten leeft. En dan die Zye van
Nuylichem met zijne vooruitstrevende be
grippen, die een vrij huwelijk aangaat en
zijne vrouw laat zitten op het tijdstip, dat
zij moeder gaat worden van zijn kind. En
zijn vriend Duynaer, die precies op dezelfde
wijze handelt met eene verre nicht van hem,
die ook niet trouwen mogen, daar nu de
ouders van het meisje zich tegen een huwelijk
veizjtten. Dit verzet is hier gegrondvest op
bezwaren voorkomende uit verschil van ge
loof der beide partijen, hetgeen niet wegneemt,
dat dii zelfde oudeis in een an Ier gedeelte
Van dat feest zouden wij nu juist getuige
kunnen zijn. We kwamen op een groot en
schitterend verlicht plein, waar tal van kleine
winkeltjes waren opgesteld op de manier als
bij een fancy-fair. In die winkeltjes zaten
zeer gemoedelijk de verschillende rijkaards
en troonden achter de bestaande voerraden,
meestal vermeerderd nog met allerlei zaken,
die zij aan anderen wilden afstam. Maar
nu was voor mij als Europeaan wel het
eigenaardigste, te zien, hoe hier de weldadige
rijkaards de onderdanige dienaars waren van
de beweldadigden". De arme''burgers wan
delden achteloos tusschen de tentoongestelde
rijkdommen rond. Nu en dan bleven zij
voor een uitstalling stilstaan, wezen het een
en ander aan, dit werd door den eigenaar
genoteerd en dan bedankte hij den klant"
alleronderdanigst voor de eer, hem aange
daan door het welwillend aannemen van
eenige zijner goederen. Het gold namelijk
voor een vreeselijke schande, als er bij iemand
weinig of niets werd genomen; dit werd be
schouwd als bewijs, dat men niet geacht of
geliefd was bij zijn medeburgers. Doch dit
behoorde tot de uitzonderingen, en van de
meeste stalletjes gingen de goederen tamelijk
vlot weg, meerendeels aan kinderen en jonge
lieden, tot groote vreugde der eigenaars, die in
de snelle afname hunner voorraden een groote
eer zagen, hun aangedaan door hunne
mindergegoede en dus meerwaardige medeburgers.
Mijn geleider vertelde me nog, dat velen
die hier kwamen om goederen uit te zoeken,
dit eigenlijk nog meer deden om hun mede
burgers een genoegen te doen, dan omdat
zij nu zooveel gaven om de goederen zelven.
En hoe zou het ook eigenlijk anders kunnen
zijn, in eene samenleving, waar voor allen
de kans op bezitten vrij wel gelijk stond?
Niettemin en ofschoon niemand gebrek
leed, waren er toch ook nog altoos, die door
lichaamsgebreken of ziekte minder tot arbei
den in staat, het zeer welkom vonden op
dit feest allerlei zaken te kunnen verkrijgen,
te meer nu dit op zoodanige wijze geschiedde,
dat de beweldadigde nog bovendien in de
hartelijkste bewoordingen bedankt werd door
dengeue die hem weldeed.
van djt boek vooruitstrevend genoemd wor
den (blz. 189) enz. enz. '
Het doet mij leed wat stijl en woordenkeus
betreft ook niet van veel goeds te kunnen
getuigen. De volgende fragmenten mogen als
bewijs hiervoor dienen:
niettegenstaande de vyf en vijftig ja
ren, die ze zeker had *) (blz. 9).
In zijne donkere oogen vibreerde een sfraal
van smart, als groot lichtpunt op de zwarte
pupil (blz 34)."
Buiten in de Boschjes omarmden zich de
hoornen, strengelend ineen hun getakte *) en
hun schaduwen, onbewust, in koude gevoel
loosheid van lagere wezens, die de liefde
niet kennen (blz. 128)."
Reuzig *) stemde de koormuziek van die
duizenden, pianwsimo *), slechts voor den
eskele, dien het gegeven is, hoorbaar, mee
met het forsche en toch hooge geluid van
Miei, die voor zijn vrouw zijn liederen van
liefde zong (oh. 156)."
Er zijn in dit boek verscheidene teekenen,
die er op wy'zen dat het in de bedoelingen
van den auteur heeft gelegen een soort be
toog tegen den verderfeljjken invloed van
de prostitutie te leveren. Dit streven, hoe
loffelijk ook op zichzelf, mag echter geène
verontschuldiging zyn voor de ernstige fouten,
die zijn werk aankleven. Waar ons een lit
terair product, een realistische roman wordt
aangeboden mogen wij toch zeker verlangen
deugdelijkheid van vorm, waarachtigheid van
inhoud en artistieke visie- bovenal; ik meen
reeds voldoende aangetoond te hebbeu dat
dit werk hieraan niet voldoet.
I EXGELAXDER JK.
*) Ik cursiveer.
Van de afgestorven leden der Maatschappij
van Ned. Letterkunde verschenen de volgende
levensberichten: Van Nicolaas Beets, door
dr. G. Kalf; D. Lubach, door dr. G. H. Leignes
Bakhoven; M. W. Scheltema Ezn., door dr.
B. Tideman J»n ; D. C. Nyhoff, door P. A. M.
Boele van tlenshroek ; J. Harioy, door
J.Craandijk ; C J. icbfz, door F. B. Löhnis; W. Ererts,
door J. M. L. Keiiller; mevr. E. C. F. van
CalcarSchiötling, door J. A. Wolters; Juslus van
Maurik Ji:, door A. N. J. Fabius; J. F.
Bijlereid, door dr. J. S. van Veen; O. van Gorcum,
door dr. L. H. Slotemaker; Juhanna van
Woude (met'r. H. M. <\ van
WermeskerkenJunius), door Thérèse Hoven ; eu P. L. Muller,
door dr. H. T. Colenbrander.
NIEUWE UITGAVEN.
Handleiding bij de practijk der Kinderwetten,
door mr. J. A. VAN* HAMEL. Tweede, herziene
druk. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon.
AI.EXAXDER Ui.AR. C*a>ir en volk, bewerkt
door A. Tn. C. TIIOMI-SOX. Amsterdam, Schel
lens & Giltaij.
Langu de we_ en. door STI.I.V .--'TREUVELS. 2e dr.
Amsterdam, L J. Veen.
Artesii'; ? drinkiralir voor Amsterdam (n
'i-Grnvenfuige, door REIXIKR D. VERBEEK. Haar
lem, De Erven F.Bohn.
Studies in volkskracht". 2e serie VII, Weer
baarheid, maa'scliappeliik en militair, door G.
POI.VUEH Xo. VIII en IX. Onze kinderliteratuur
in d^ ae thrtixche optioi-di-ng, door J. W. GËHITAHD.
De werkiny van verplichte arbeiders-verzekering
in Ouitscliland, d. HEXKI \V. EARNAM. Utrecht,
J. van Boekhoven.
40 cents per regel.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
cht Victoriawatei
. OBERLAHNSTEIN.
cht Victori awate
OBERLAHNSTEIN.
STELIO
VRAAG
HUhdiradeTnrkisfh
Clgareltfis
Moderate I'rices.
««ALK VN", KHEDIVE", EXTIU FINE",
-~- 2 et. 2* et, 3 et.
Ste/io Efstathopoulos (Smyrna).
Hoe anders dan bij jullie," zei mijn doode
neef. Als daar een rijke meneer of dame van
haar of xijn?-wie weet hoe verdienden?
overvloed wat afstaat aan een zieken drommel
of arme kraamvrouw, verwacht hij nog
onderdanige dankbetuigingen, alsof het nu
inderdaad /.oo verdienstelijk was je een groot
brok maatschappelijke!! rijkdom te hebben
toegeëigend."
Och 't is bij ons nog zoo'n begin van
beschaving,?bracht ik zachtjes in. Wij den
ken nog meer om oorlog en marine dan om
armenzorg, en onze gulden spreuk is nog:
Ieder voor zich en God voor ons allen. M-aar
dat jij er destijds tusschenuit getrokken bent,
kan ik begrijpen ; een prettige boel is het
niet. Je hebt in Europa voortdurend zoo'n
idee, dat je in een groot krankzinnigenge
sticht bent'aangeland."
Als 't zóó met j« gesteld is, antwoordde
mijn leidsman of zou ik geleigeest moeten
zeggen V -?dan zou ik je raden nu maar
dadelijk weer huiswaarts te gaan."
Ik wilde natuurlijk graag nog wat meer
van deze Barapoetis en hun eigenaardige
beschaving weten, maar hij wilde me
voorloopig niets meer vertellen, zeggende dat ik
't dan heelemaal niet meer zou kunnen uit
houden in het lieflijk Europa en allicht on
tijdig mijn stoll'elijk hulsel voor goed zou
verlaten tot ongerief van mijn vrouw en
kinderen. Hij bracht me dus «ven snel als
we gegaan waren, naar mijn slaapkamer
terug en ik hal nog juist gelegenheid te
vragen, waarom-ie al niet eens eer iets van
zich had laten hooren. Toen mopperde hij
iets van dat 't zoo allemachtig moeilijk was
jezelf te manifesteeren aan die verwaande.
styfkoppige Westerlingen met hun stupiede
begrippen over leven en dood, dat een zich
zelf respecteerend overledene het meestal
maar niet eens probeerde ;'dat hij er echter
al dikwijls bij mij moeite voor had gedaan
en nu juist dezen avond mijn denkvermogen
in de juiste rustige stemming en mijn lichaam
in diepen slaap bad gevonden, waa-door ik
in staat zou zijn niet alleen die nachtelijke
reis te maken en ervaringen op te doen,
maar ook vermoedelijk later mij een en ander
Caille
d e-echte
Vraagt* l'rijxcit, Monsters,
Attesten :
AU BOJT MAKCHÉ, Amster
dam, HalverMtr. 57,59 eii 61.
AU BOM M A Kt HÉ,
Uolterdam, Passage 1?5.
H. LUBBKRS?VAN ROOY,
's-Hertogeiibosch,
Sckajpeiiniarkt B 323.
8. »E L. IK.T1K, Arnhem,
Kijnstraat 8.
Wed. W. BAKKER,
Wormervcer.
Voor het depot of aanvragen
onzer artikelen in plaatsen
«aar geen contractanten z^jn,
wende men zich tot het:
HOOFDKANTOOR
te Amsterdam, Npiiiozaatr. 5.
in mijn waakbewu-tzijn te herinneren, iets
wat anders in Europa alleen maar soms bij
zieken en zenuwachtige mensct en lukte.
Eenige oogenblikken later hoorde ik de
koekoeksklok in de gang twaalf uur slaan.
Mijn bezoek in de binnenlanden van Afrika
herinnerde ik me zeer duidelijk tot in bizon
derheden.
roomen zijn bedrog. Nu ja, maar de be
schaving van die Barapoetis verkies ik toch
boven ons gedoe, dacht ik.
Jongès! der is toch gerejen! hoera!"
hoorde ik den volgenden ochtend oms-treeks
half zeven door het huis daveren. Ken der
kleuters was stilletjes opgestaan en eens gaan
kijken of de goede Sint er nog geweest was.
Een oogenblik later stormden nog twee
kleine witte gedaanten blootvoets naar be
neden. Een kinderhand is gauw gevuld en
groot was de geestdrift, ook al waren de
geschenken niet kostbaar; zoo groot zelfs,
dat het mei-je voorstelde, nu uit dankbaar
heid aan den goeden Bisschop, hun heelen
spaarpot maar te gebruiken voor arme kin
deren. De oudste jongen keek mij veel
beteekenend aan; bij hem had het ontluikend
verstand al prote-t aangeieekend teyen de
mooie sproke van den goeien Heilige, die
op duizenden plaatsen tegelijk zijn milde
gaven brengen kan; alsof dat mysterieuser
ware'dan aeheel de Natuur, geheel het mach
tige Leven!
In den middag volgde een armbezoek met
welgevulde mand, en aandoenlijk waren de
blij-le ge/.ichtjes van magere kinderen, aan
doenlijk de dankbare woorden en vochtige
oogen van blijde ouders, blij voor hun kleu
ters, die zoo veel ontbeerden. En ik ducht
aan de Barapoetis en hun Sinterklaai-feest
en het leek me werkelijk volslagen verkeerd,
dat wij bedankt werden, wij, die hier hooger
en duurzamer genot smaakten dan die arme
drommels zelf.
Wie 't niet gelooft moet het maar eern£
probeeren. :