Historisch Archief 1877-1940
No. 1484
DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een mooi plan zijn verwezenlijking naderbij
Zaterdag 18 Nov. j.l. hield de Vereeniging
voor Verbetering van Vrouwenkleeding haar 8ste
Algemeene Vergadering te Rotterdam.
Een belangryk punt op de rijke agenda
was ongetwijfeld punt 11, luidende : V erslag
van de Commissie Vakschool.
Voorstel: Benoeming Comitévan
uitvoering.
Menigeen haalt de schouders op, wanneer
een mooi plan commissoriaal wordt gesteld,
omdat commissie en doofpot zoo dikwijls
symoniemen bleken. Aan laksheid echter heeft
voorzeker zich niet schuldig gemaakt de
commissie, die een. paar j aar geleden benoemd
werd om te onderzoeken of gewenscht n
mogelijk zou wezen de oprichting van een
vakschool voor reform onder- en
bovenkleeding.
De commissieleden: G. A. J. Posthumus
Meyes?Hofstede de Groot, Voorzitster ; L.
Wenniger?Hulsebos, arts, Secretaresse ; S,
Heertje en de heeren Jan Kalff en F. H.
Maassen, leverden een rapport in dat op
pooten staat. De heer H. Ellens, leeraar aan de
Quellinusschool te Amsterdam, gaf zijn mede
werking bij de ontwerping van een leerplan.
Hoe de commissie irewerkt heeft ?
Allereerst stelde zij zich de vraag : In hoe
verre is voor het doel door de Ver. voor
Verbetering van Vrouwenkleeding" beoogd
(meerdere populariteit te verkrijgen voor de
beginselen der reformkleeding) de stichting
eener vakschool voor naaisters noodig te
achten?
Tot vereenvoudiging van het onderzoek,
maar ook ter verscherping der grenslijnen,
splitste zij die eene vraag in de 5 volgende :
1. Op welke wijze behooren naaisters van
onder- en bovenkleeding voor haar taak te worden
bekwaamd ?
2. Is de hier bedoelde opleiding aan
Nederlandsche IndustrieschoJen te verkrijgen, of, zoo
?niet, zijn ze daarvoor in te richten ?
3. Zijn er misschien andere dan
Indusirietcholen, bij welke voor de gewenschte opleiding
aansluiting ware te zoeken f
4. Indien aansluiting aan bestaande, scholen
onmogelijk blijkt, kan de gewenschte opleiding
dan soms worden verkregen door aanvullings
cursussen van naaisters, opgeleid volgens de
heerschende methode f
5. Wat valt er ten deze van bestaande
buitenlandsche scholen te leeren ?
Om te beslissen, hoe een opleiding dient
te zijn, zal toch wel duidelijk voor oogen
moeten staan, wat men door de opleiding
wenscht te bereiken. De commissie zegt :
het doel der opleiding van onze naaisters
moet z\jn haar te leeren kleederen te vervaar
digen naar het lichaam. Onmisbare
voorwaarde is dus ??deze slotsom kan een
kind wel trekken kennis van het
menschelijk lichaam. Heeft de leerling deze,
door bemiddeling van verschillende leervak
ken, in voldoende inate verkregen, dan eerst
zal kunnen overgegaan worden, haar te
onderwijzen, hoe het lichaam te bekleeden.
Daartoe behoort niet alleen, misschien zelfs
niet in de eerste plaats, teekenen en ontwer
pen van patronen, maar ook kennis van de
grondstoffen, die als lichaambekleeding ge
bruikt, geen nadeeligen invloed op de
lichaamsfunctiën kunnen uitoefenen, en het dragen
van het kleedingstuk niet maken tot een
last, maar tot een lust welke lezeres
denkt hier niet met een zucht aan eenige
toilet-artikelen thans nog in baar garderobe
te vinden, of vroeger daarin aanwezig? Van
de gezondheidsleer dient de naaister wat af
te weten dit geldt ia dezelfde mate voor
haar, die onder- dan wel bovenkleeren ver
vaardigt, terwijl vooral bij laatsgenoemde
categorie op ontwikkeling van schoonheids
begrippen acht zal moeten geslagen worden,
die zonder proportieleer gewis niet tot hun
recht kunnen komen.
De tweede vraag doet de leerplannen der
verschillende indnstriescholen ter hand ne
men. Een vergelijking geeft te zien, dat de
tiiMiiiiilimiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMtiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
UIT DB N AT U U ff.
Bevruchting II.
Wat er allereerst gebeurt, nadat de kern
draden den eigenaardigen stand in de celkern
hebben ingenomen, waarvan ik de vorige
week verteld heb, is het voornaamste van de
heele geschiedenis ; dat zal later blijken want
dat staat in verband met de erfelijkheid.
Men heeft met volkomen zekerheid kun
nen vaststellen, dat elke kerndraad zich dan
in de lengte splitst; er liggen daardoor telkens
twee precies even groote en gelijkgevormde
kerndraden vlak naast of tegen elkaar. Het
geheele aantal is derhalve verdubbeld; waren
er maar vier chromosomen, zooals voor de
schematische figuren voor 't gemak is aan
genomen, dan liggen er nu vier paren of
acht in twee groepen van vier. Op deze split
sing, op deze minutieuse halveering van de
klenrgevoelige stof komt het aan.
't Kan ook voorkomen, dat de splitsing
van elke kerndraad in tweeën al gebeurd is,
vóórdat alle draden in 't midden van het
spoelfiguur kwamen te liggen; ook kunnen er
eerst meer dan twee polen ontstaan; maar dat
doet er weinig toe. Hoofdzaak is, dat ten slotte
een dabbel aantal kerndraden twee aan twee
tegenover elkaar komen in 't midden tusschen
twee polen.
Want ze moeten gescheiden worden. Dit
proces verloopt zoo. Elke helft van een
gesplitsten kerndraad wordt langzaam wegge
trokken van zijn tweelingzuster in de richting
van twee tegenovergestelde polen. De beide
volkomen gelijke kerndraden uit ne ont
staan, worden daardoor steeds meer van elkaar
verwijderd en vier aan vier gaan de
gehalveerden hun pool tegemoet. (Zie fig.). Ze
omhullen zich eerst met een vliesje, de
vliesjes van elk viertal smelten samen; n
membraan omhult ze weldra alle vier, er is
een nieuwe celkern gevormd aan weerzijden
van den vroegeren equator.
Op dezen evenaar, waar te voren 8 halve
kerndraden lagen, is een verdikking of eigen
lijk een verdichting ontstaan. Rondom snoert
de cel in 't midden in, als door een ceintuur
die steeds nauwer wordt dichtgetrokken, en
er zijn twee cellen in plaats van n ontstaan.
Elk van de dochtercellen" bezit nu een
eigen kern, de kerndraden hebben zich al
weer verdund en verlengd; zoodat de kleur
stof opnieuw een kluwen, vertoont; en van
strekking meermalen vrij ver uiteenloopt.
Terwijl sommige vooral opleiden voor de
examens in nuttige en fraaie handwerken,
lager onderwijs teekenen, en boyendien een
cursus in costuumnaaien geven, zijn er
anderen, die industrie- en huishoudschool
vereenigen, of behalve voor opleiding tot
l.o. nog bekwamen voor betrekkingen, als
kinderjuffrouw, apothekersbediende, hulp in
de huishouding, enz. Weer anderen zyn er,
waar uitsluitend wordt opgeleid voor con
fectie en industrie, welke de beste leerlingen
brengen tot goede betrekkingen als coupeuse.
Hoewel op bijna alle industriescholen in
den ondergoedscursus ook een hemdbroek
wordt gemaakt en in de costuumafdeeling
een reformjapon, geschiedt het op geen dezer
stelselmatig, zoodat den leerlingen een
geheim blijft op welke deugdelijke gronden
voor de reformkleeding wordt geijverd door
vrouwen, die niet aan behaagziekte lijden,
maar er toch behaaglijk wenschen uit te zien,
terwijl zij lichaamskwalen van zich zoeken
af te houden door doelmatige kleeding.
Het tweede lid der tweede vraag bracht
de commissie tot samensprekingen met
directies en bestuursleden van
industriescholen. Betoonden sommigen zich niet onge
negen om meer werk van reformkleeding te
maken, indien daarvoor belangstel
ling zou blijken te bestaan" moest
niet juist het tegenovergestelde het geval
zijn en de school trachten door de vruchten
van haar onderwijs de belangstelling te
verhoogen ? anderen zeiden geen kans te zien
twee in verscheiden opzichten zoo wijd
uiteenloopende beginsels onder een en hetzelfde
schooldak te herbergen.
Die laatste meening deelde de commissie
geheel. Hoe toch kan samengaan de opleiding
tot het vervaardigen van kleedingstukken,
waarnaar thans nog de meeste vraag bestaat,
en zij, die beoogt uit de oude bekleeding,
slechts dat te behouden, wat sanitair juist is
en aan dat beginsel zal blijven vasthouden,
al zouden er in Nederland geen honderd
vrouwen te vinden zijn, die reform wilden
dragen.
Wat is dit beginsel ? Slechts kleeren dra
gen, die
a. overal sluiten, zonder ergens te drukken
of te knellen;
b. het geheele lichaam zoo gelijkmatig
mogelijk bedekken; dus niet: het eene deel
wel vijf malen tegen het andere een of geen
keer ;
c. zoo beperkt mogelijk in aantal zijn;
d. gelijkmatig drukkend en door het geheele
lichaam worden gedragen, vooral door de
heupen; terwijl de zwaarte der stof ge
venredigd moet zijn aan haar warmtehoudend
vermogen;
e. rekening houden met de functie der huid,
zoodat aan lucht doorlatende stoffen, de
voorkeur wordt gegeven, en gepapte voering,
stijf linnen enz. wordt verworpen en bij
doelmatigen vorm en snit ook best te missen zijn.
Aan het principieele bezwaar om de be
staande scholen voor de reform bruikbaar
te maken, zijn trouwens nog praktische ver
bonden, als: verschil van leertijd en ver
hooging van exploitatiekosten. Geen der
industriescholen bloeit dermate, dat een
groote verhooging van het budget uit eigen
middelen zou bestreden kunnen worden en
moest het nadeelig saldo door subsidiën
worden gedekt, dan zal het (och wel beter
wezen, deze te doen dienen voor een afzon
derlijke vakschool.
De derde vraag beantwoordt de commissie
beslist ontkennend, omdat de mode-academiën,
gelijk ze bestaan, zich uitsluitend op boven
kleeren toeleggen, terwijl het volgens het
reformstelsel onmogelijk is het costuumnaaien
te leeren zonder de eischen der onderkleeding
te kennen, zoo in theorie als praktijk. Voor
kleedermakersvakscholen geldt hetzelfde be
zwaar en bovendien storen deze zich geens
zins aan de hygiëne of wat de anatomie aan
het licht brengt.
Dat aanvullingscursussen in het geheel niet
aanbevelingswaardig zijn, spreekt van zelf.
Wie toch zal het opnemen voor het stelsel :
eerst iets verwerpelijks leeren, om daarna te
IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIMIIIIIIMtlmlIIIIIMII
de lijnen van 't spoelfiguur is niets meer te
zien clan een enkel puntje of stipje, dat vlak
bij de kern, soms er in schijnt te liggen.
Dat is de plaats waaruit straks na de pauze
weer stralen zullen schieten, die ten slotte 't
spoelfiguur vormen. In 't midden daarvan
plaatsen zich weer losgewikkelde en samen
getrokken kerndraden en de zooeven ge
schetste splitsing volgt opnieuw. Weer zijn
twee cellen ontstaan uit elk der beide vorige;
ze zullen van elkaar scheiden of verbonden
blijven, al naar hun aard en taak. Zoo gaat
bet stilletjes voort in plant en dier tot ein
delijk het geheele orgaan of het geheele
individu is opgebouwd; zoo gaat het, waar
nieuwe deelen of nieuwe geslachten moeten
gevormd worden.
Wat in deze wonderlijke geschiedenis een
der gewichtigste feiten gebleken is, dat is
het zelfstandige, het aparte leven van die
kerndraden, 't Is wel met zekerheid aan te
nemen, dat zoo'n draad steeds door alle cellen
worden gebracht tot het inzicht, dat het ver
werpelijk is ?
Al zoo conclusie van het onderzoek: een
eigen vakschool is noodzakelijk ter
bereiking van het doel.
Kunnen wij van het buitenland in dezen
iets leeren ? vroeg de commissie. Het onder
zoek maakte duidelijk, dat in geen enkel
ander land de reformbeweging-zoo stelsel
matig is ingericht en te werk gaat als in
Nederland.
Met dit degeljjke rapport, in kernachtige
taal geuit, is niet alleen de beginselverklaring
van een leerplan verbonden, m aar tevens een
ontwerp- leerplan.
Deze hier thans nader uiteen te zetten, lijkt
mij ongewenscht. Alleen zou ik de commissie
met verwijzing naar het ontwerp-leerplan wil
len vragen, of het, wanneer 't bovenkleeding
geldt, niet aanbeveling zou verdienen om het
. vak Lager-Onderwijs te hervormen in Uit
gebreid Lager Onderwijs, met dienverstande
dat vooral de vaktermen ook in Engelsen,
Fransch en Duitsch onder de aandacht der
leerlingen worden gebracht, zoodat zij later
nut kunnen trekken uit vakbladen in een
dier talen uitgegeven. Aan, grammatica den
ken wij hier in het geheei niet; zelfs voor
het Nederlandsch zouden wij het wenschelijk
achten, dat de vereenvoudigde spelling werd
aangenomen, om tijd te winnen voor
vruchtdragender onderricht dan het manlijk en
vrouwelijk van zaken en het schrijven van
een dan wel twee e's en o's in woorden als
o. a.: slepen en kolen.
De ledenvergadering van 18 Nov. j.l. mach
tigde het Hoofdbestuur tot de benoeming
van een comitévan uitvoering. In dit comit
zullen ongetwijfeld, zoo niet allen, dan toch
de meeste commissieleden zitting nemen en
het derhalve zoowel uit mannen als vrouwen
bestaan; een verblijdend verschijnsel, daar vol
gens mij slechts waarlijk deugdelijk werk kan
geleverd worden bij samenwerking van man en
vrou w, wijl beiden onvolkomen zien en denken,
doch elkaar aanvullen. Als tusschen haakjes
even een voorbeeld ter illustratie. Het Ge
bouw van Kunsten en Wetenschappen" alhier
onderging een groote verbouwing onder toe
zicht van een Commissie van beheer, of hoe
de naam moge luiden, bestaande uit heeren.
Toen een dezer kort voor de voltooiing het
met een vrouwelijk gezinslid ging bezichti-.
gen, riep deze op eens uit: Hoe jammer!"
Wat jammer?" volgde als verbaasde vraag.
Wel, dat de verbreeding van het bovendeel
van loge- en balkonvoorwand slechts toelaat
er een tooneelkijker, waaier enz. neer te
leggen en deze een paar centimeter te smal
is voor plaatsing van een theekopje". Je
hebt gelijk; zonder verhooging der kosten
had het kunnen gebeuren". Geen der heeren
had dus aan het zoo geliefd kopje thee
der dames gedacht, maar wel gaven zij die
bezoekster te bewonderen een zeer vernuftig
gevonden berging onder de zitplaatsen voor
een heerenhoed, een voorwerp, waarmee
ze zoo dikwijls geen raad weten. Daaraan
zou, honderd tegen n, geen vrouw hebben
gedacht.
* Om op ons onderwerp t^rug te komen.
Het Comitézal het gewis niet aan ijver,
toewijding en talent ontbreken, maar wat
zullen alle mogelijke verdiensten haar geven
zonder moreelen en flnantieelen steun ran
het publiek.
Moreele steun is in dezen de eerste factor.
Voelt toch de menigte warm voor het idee
der reformbeweging, dan zullen van zelf
velen de koorden harer beurzen ontknoopen,
en het der autoriteit als: Gemeente, Pro
vincie en Rijk onmogelijk maken de school
subsidie te onthouden.
Zij, die om welke reden dan ook voor
zelf niet tot het dragen van reform willen
besluiten, kunnen er niettemin wel warm
voor voelen, en daarvan het bewijsleveren
door mede te werken om al wat jong is zoo
danig te kleeden, dat de gezondheid van het
lichaam wordt bevorderd zonder de eischen
der schoonheid voorbij te zien. Men vergete
echter nooit ook bij de beoordeeling der
reformkleeding: Smaken verschillen
heen dezelfde blijft; alleen geeft hij de helft
van zichzelf steeds af bij een deeling; hij
gaat daarna zich verdunnen, zich uitbreiden
over een groote ruimte, zich vertakken soms,
en voedt zich met het celvocht, zoo als een
plant het doet, door middel van zijn
wortelharen. Is de volle wasdom weer bereikt, dan
kan de deeling opnieuw beginnen. Deze sterke
verdunning en vertakking dient heel waar
schijnlijk tot de noodzakelijke voeding, de
verdubbeling van zijn massa na zijn
halveering.
In sommige gevallen is't mogelijk geweest,
de kerndraden te blijven vol gen door alle stadia
heen en dan bleek elke draad met een uiteinde
bevestigd te zijn aan den kernwand.
't Is eon uitstrekken en intrekken en zich
verdunnen en verdikken, zooals we dat b.v.
een zoetwaterpolyp in een glazen buisje zoo
vaak en zoo mooi kunnen zien doen. Veel
vreemder evenwel zijn nog die bovenge
noemde geheimzinnige stippels, de
poolpunen dat is maar goed ook.
Volgens het plan zal den school te Am
sterdam worden gevestigd en alleen met de
eerste klasse beginnen; dan daarvan een
tweede maken om langs dezen weg den vol
tooiing van het leerplan te bereiken.
Wie er meer van weten wil dat dit
velen zij l vrage om toezending van rap
port enz. aan de secretares van 't H. B.
der 5 V's, mej. Joh. A. Kersten, Haarlem,
Dreef 20.
Den Haag, Nov. '05.
ELISK A. HAIGIITOX.
De vier kerndraden splitsen zich; de deelen gaan vier aan vier naar hun pool;
ze omgeven zich met vliesjes en de cel zelf wordt ingesnoerd;
er zijn twee cellen, elk met een kern gevormd.
IIIIIIMIIHIIIIIIIIIHIHIIIIIIIItllHIIIIHIIMIIIIflIIIIIIIIII
Prinses Pierre Bonaparte. Prinses Jeanne
Bonaparte, markiezin de Villeneuve. De
gravin Montignoso. De koning van
Saxen. : Maurice Maeterlinck. Pa
pieren melkflesschen.
Zij was van betrekkelijk lage afkomst', had
vele vrienden, een zeer aristocratisch uiter
lijk en huwde een prins. Den min of meer
bekenden prins Pierre Bonaparte.
? Door Napoleon III werd zij evenmin als
door keizerin Eugénie op de handen gedra
gen. Deze hadden prins Pierre een andere
vrouw tosgedacht. Maar hare vormelijke
ingetogenheid en de wijze waarop zij, na het
opzienbarend duel van haar echtgenoot met
den Parijachen journalist Victor Noir, hare
binderen en haar echtgenoot bleef aanhangen
strekten haar tot eer. Hare uiterlijke om
standigheden waren toen zeer bedroevend.
Zij zelve trok na Sedan met hare familie naar
Londen, opende daar een modewinkel en
bracht hare kinderen op weinig vorstlijke,
maar zeer verstandige wijze groot. De
modezaak bracht haar geen financieele voordeelen,
maar toen haar zoon, de ook ten onzent wel
bekende prins Roland Bonaparte, mlle Marie
Blanc de Monaco naar het outer voerde, en
hare dochter Jeanne met den schatrijken
markies de Villeneuve huwde, kwam er ken
tering in het financieele getij.
De moedige Eléonore Ruflin, kleindochter
van een officier uit het eerste keizerrijk, die
dezer dagen als weduwe van prins Pierre
Bonaparte bij haren zoon Roland, in zijn hotel
in de avenue d'Iéna overleed, heeft echter
vóór die kentering voor zware golven gestaan.
Evenmin als zijn vader Lucien, eigen
broeder van Napoleon I, zat er veel gedwee
heid bij Pierre. Lijnrecht tegen de bedoeling
van Napoleon III huwde Pierre de arme
mjle Ruilin. Toen de jonggehuwden den 22n
Maart 1853 de sacristij van
Saint-Germaindes-Préa verlieten, waren zij door hun
keizerlijken neef op den troon van Frankrijk van
titels, onderscheidingen, en alle verdere geld
en eerbewijzen ontdaan. Zij betrokken een
villatje te Auteuil, leefden er zeer afgezon
derd en voerden te midden hunner vijf op
groeiende kinderen een vreedzaam leventje.
Maar te vreedzaam inoet het in de wereld
niet blijven en de storm kwam aangeblazen
door de zaak van Victor Noir. Door het
hooge gerechtshof te Tours vrijgesproken van
manslag want wat nu in sommige
Fransche organen duel heet, was eigenlijk dertig
jaar geleden, voor de publieke opinie man
slag, daar de prins Victor Noir, die in zijn
kabinet was toegelaten, na eene heftige woor
denwisseling doodschoot begaf de prins
zich met vrouw en kinderen naar België.
Nauwelijks waren zij in de Ardennen geves
tigd of hun woning brandde af.
Toen be^on de gezondheid van den prins
te verminderen en beproefde zijne vrouw
haar geluk in zaken te Londen. Wij weten
met welken \iitslag. Tot 1881 sleepte prins
Pierre een ziekelijk bestaan voort en zijne
echtgenoote is hem 24 jaar daarna, omringd
door haren zoon Roland, den wel bekenden
ethnograaf, en hare kleinkinderen in den
dood gevolgd.
* *
*
De zuster van Roland Bonaparte is de
markiezin de Villeneuve. Zij huwde den
markies, die toernaals Corsicaansch afgevaar
digde was, op eenigzzins romantische wijze.
En zeker op artistieken trant. Zij zocht naar
iemand, die bij hare letterkundige studiën
ten, spheren van attractie of centrosomen,
die opkomen en verdwijnen als kometen aan
het firmament. Heel raadselachtig worden
die dingen, nu is waargenomen, dat er velen
te gelijk iu de celkern en in 't overige [deel
van de cel kunnen voorkomen; ook als er
geen deeling of bevruchting op handen is, ja
dat ze zelfs de cel kunnen verlaten, en zich
splitsen of 't zelf levende cellen of zelfstan
dige planten of dieren waren.
Behalve op dat voeren van een eigen be
staan door de kerndraden, wordt onze aan
dacht voor iets anders getrokken, dat uit het
waargenomen proces volgt. Als op die wij se
elke twee cellen van een plant of dier uit
n moedercel zijn ontstaan, deze weer zelf
als dochtercel uit een moedercel en zoo terug
maar steeds terug, dan moet elk levend wezen
n cel geweest zijn, uit n moedercel zijn
ontstaan. En dat is zonder eenigen twijfel
zoo. Hoe gecompliceerd en gespecificeerd
een wezen ook zijn mag, het is ontstaan uit
n enkelvoudige cel, dat is de sexueelecel,
het ei of de kiemcel, hoe men 't noemen
wil; die is begin en uitgang van de ontwik
keling van elk hooger georganiseerd wezen,
zoowel van een olifant, als van een
kolibrietje, van een eikeboom als van het heel
kleine rnosje, het haast onzichtbaar
schilfertje buiten op den schors van zijn stam.
De cellen, waarvan wij zoo even de deeling,
die eigenlijk een vermenigvuldiging is, ge
volgd hebben, bezaten het vermogen zich
herhaaldelijk te splitsen in tweeën. Daardoor
nu kan een massa van gelijksoortige cellen
ontstaan zonder verband onderling, of losjes
verbonden door stoffen, door de cellen zelf
afgescheiden. Bij hoogere wezens waarby
't beginsel van arbeidsverdeeling is toege
past en aan verschillende cellen of groepen
van cellen, die de functie van groeien of ver
nieuwen hebben te verrichten een onder
scheiden taak is opgedragen, nemen de
cellen verschillende gedaanten aan; in den
tijd tusschen twee deelingen schijnt de kern,
dat is :t hoofdkantoor, zooals prof. de Vries
't noemt, te gelasten wat er met het van
buiten ingevoerde materiaal moet gebeuren,
hoe 't verwerkt, gesplitst en weer
saamgevoegd zal worden. Zoo ontstaan de organen,
de spieren, vaten, zenuwen en zintuigen van
het individu; en de cellen, aan wie dit ten
taak is gesteld, zouden wij de lichaamscellen
kunnen noemen.
haar behulpzaam kón zijn. Het betrof de
vertaling uit het Provencaalsch van eene
episode uit het gedicht Mireille van Mistral.
De markies bleek de gewenschte vertaler,
die, op dit oogenblik, de gelukkige vader is
van zes kinderen : Jeanne, Roselyne, Pierre,
Anne, Romée en Lucien. Bij dit rijk-gezegend
huwlijk steekt dat van Jeanne's broeder
Roland een weinig af, die uit het zijne n
kind, de zeer gracieus en verstandelijk ont
wikkelde prinses Marie Bonaparte behield.
*
Binnenkort verschijnt helaas een boek dat
stukgelezen zal worden. Natuurlijk een
schandaalboek. De gravin Montignoso heeft
er aan sommige Oostenrijksche tijdschriften
reeds eenige bijzonderheden uit meegedeeld.
Het zal talrijke drukken beleven en niets
toebrengen aan de aristocratie van de schrijf
ster, de gemankeerde koningin van Saxen.
Wie haar dien raad van het publiceeren
harer levensgeschiedenis als kroonprinses
gaven, waren allerminst goede raadgevers. H
faut laser son linge sale en familie, en wanneer
men buiten de fatnilietobbe het moet doen
wasschen, is het evenzeer gewenscht het stil
te doen. En wat zullen de kinderen nu van
hunne moeder zeggen ? Immers hoeveel
gedienstige geesten zullen niet de tijding van
het verschijnen der Mémoires hun influisteren?!
*
* *
De koning van Saxen is een sportsman",
houdt van goede sier en laat de
intellectueele geneuchten aan zijne onderdanen over.
In hoever deze de lezing der mémoires van
hunne gemankeerde koningin tot verstande
lijke genieting zullen rekenen, valt dim allén
uit te maken indien het een of ander ver
dienstelijk lid van een statistisch bureau te
Leipzig of Dresden het aantal in Saksen
stukgelezen exemplaren van het werk der
gravin van Montignoso onder cijfers brengt.
* ,
# *
Madame Georgette Leblanc, ook ten onzent
welbekend, vervult op dit oogenblik in
Maurice Maeterlinck's Mort de Tintagiles de
rol van Ygraine. Het is een lyrisch drama,
waarbij de componist Jean Nouguès muziek
heeft geschreven.
* *
*
In het Maandblad, November-aflevering,
gewijd aan Hygiëne en Industrie, onder
redactie der heeren dr. van Hamel Roos
en Harmens, lezen wij iets over papieren
melkflesschen, hetgeen menige huismoeder
zal intéresseeren.
Uit hydraulisch geperst papier zijn sedert
geruimen tijd huishoudelijke artikelen in ge
bruik, die een groote vastheid en dichtheid
vereischen, bij voorbeeld: toiletemmers, bak
ken om vaat- en glaswerk te spoelen, enz.
De schrandere en practische Amerikanen
hebben aan de reeds bestaande papieren arti
kelen, een nieuwtje toegevoegd, dat buiten
gewoon veel opgang maakt in Philadelphia,
nl. papieren melkflesschen.
Uit herhaald bacteriologisch onderzoek,
toegepast op in papieren flesschen geconser
veerde melk is gebleken, dat de melk zui
verder was dan melk uit glazen flesschen,
die door het lek-raken of bersten der fles
schen, dikwijls besmet wordt. De papieren
melk-flesschen worden door middel van een
paraffinebad van 10^)°C. luchtdicht gemaakt.
De kegelvormige papieren flesschen zijn door
hun practischen vorm bestand tegen druk,
dus zér geschikt om in grooten getale te
worden opgestapeld.
Vél goeds mag dus verwacht worden van
deze nieuwe industrie. Iu Amerika kosten
1000 papieren flesschen ongeveer 10 gulden.
Cijfers waren en zijn iu hun dorheid altijd
sprekend! CAPEICE.
Voor bet onfle vrouwtje.
Nog in dank ontvangen van :
'n Olie Drenth te L., ? l; mej. S. C. K.
te B., ? 2,
H a v e 11 e, 29 Nov. '05. B. BYMIIOLT.
Maar behalve die functie is er nog een
andere, die bijna elk levend wezen heeft te
vervullen, dat is de voortplanting; daartoe
zijn andere cellen aangewezen; de geslachts
cellen, de sexueele cellen waarvan er ne,
na veel wederwaardigheden, die wij nog
moeten nagaan, de cel wordt die, als zijnde
de eerste van ontelbare andere, de oorsprong
van 't individu mag worden genoemd.
Behalve bij enkele zeer laag georganiseerde
wezens, komen die geslachtscellen in twee
vormen voor: als spermatozoide en als ei.
Eicellen kent iedereen, de dooier van het
struisei is zoo'n cel, ook 't ei van het
pimpelmeesje, van den kikvorsch en van de zijrups.
Hoe grooter dier hoe grooter ei, gaat bij
vogels meestal wel op; bij de andere dieren
en planten niet. Het ei waaruit de walvisch
of de olifant of de reuzenden ontstaat is
microscopisch ; dat van den mensen is met
het bloote oog nog net even te zien (0.2 mM.)
Dat staat in verband met de voeding tijdens
de ontwikkeling, die in of buiten 't planten
en dierenlichaam, kan geschieden. De andere
vorm van geslachtscellen, de spermatozoïden,
zijn veel kleiner, die hebben dan ook in geen
geval voedsel noodig; daarentegen zijn zij veel
talrijker, Ze verlaten 't lichaam en kunnen
op reis verongelukken. Wel kan 't aantal
eieren bij n dier ook verbazend groot zijn
b.v. bij kabeljauw; maar bij 't aantal spermato
zoïden vergeleken, is 't toch weer klein.
Beide soorten van geslachtscellen schijnen
zeer verschillend van de lichaamscellen; wat
echter alleen het uiterlijk betreft. Zij zijn
er dan ook op gebouwd het lichaam te ver
laten, wat met de andere cellen zelden of
nooit het geval behoeft te zijn.
Beide verschillen ook onderling; dit ver
schil in uiterlijk (de spermatozoïdsn zijn lange
draden met een dik knopje aan n uiteinde),
bestaat eerst voor goed als beide soorten
van geslachtscellen kant en klaar zijn om
beide of een van beiden het lichaam te ver
laten; elkaar te ontmoeten en zich weer met
elkaar te vereenigen tot n cel. Daarbij
gebeuren de zeer merkwaardige dingen, die
gezamenlijk de bevruchting heeten; en die
na 't voorgaande gemakkelijk te volgen
zullen zijn.
E. HEIMANS.