De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 3 december pagina 5

3 december 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1484 DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een mooi plan zijn verwezenlijking naderbij Zaterdag 18 Nov. j.l. hield de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding haar 8ste Algemeene Vergadering te Rotterdam. Een belangryk punt op de rijke agenda was ongetwijfeld punt 11, luidende : V erslag van de Commissie Vakschool. Voorstel: Benoeming Comitévan uitvoering. Menigeen haalt de schouders op, wanneer een mooi plan commissoriaal wordt gesteld, omdat commissie en doofpot zoo dikwijls symoniemen bleken. Aan laksheid echter heeft voorzeker zich niet schuldig gemaakt de commissie, die een. paar j aar geleden benoemd werd om te onderzoeken of gewenscht n mogelijk zou wezen de oprichting van een vakschool voor reform onder- en bovenkleeding. De commissieleden: G. A. J. Posthumus Meyes?Hofstede de Groot, Voorzitster ; L. Wenniger?Hulsebos, arts, Secretaresse ; S, Heertje en de heeren Jan Kalff en F. H. Maassen, leverden een rapport in dat op pooten staat. De heer H. Ellens, leeraar aan de Quellinusschool te Amsterdam, gaf zijn mede werking bij de ontwerping van een leerplan. Hoe de commissie irewerkt heeft ? Allereerst stelde zij zich de vraag : In hoe verre is voor het doel door de Ver. voor Verbetering van Vrouwenkleeding" beoogd (meerdere populariteit te verkrijgen voor de beginselen der reformkleeding) de stichting eener vakschool voor naaisters noodig te achten? Tot vereenvoudiging van het onderzoek, maar ook ter verscherping der grenslijnen, splitste zij die eene vraag in de 5 volgende : 1. Op welke wijze behooren naaisters van onder- en bovenkleeding voor haar taak te worden bekwaamd ? 2. Is de hier bedoelde opleiding aan Nederlandsche IndustrieschoJen te verkrijgen, of, zoo ?niet, zijn ze daarvoor in te richten ? 3. Zijn er misschien andere dan Indusirietcholen, bij welke voor de gewenschte opleiding aansluiting ware te zoeken f 4. Indien aansluiting aan bestaande, scholen onmogelijk blijkt, kan de gewenschte opleiding dan soms worden verkregen door aanvullings cursussen van naaisters, opgeleid volgens de heerschende methode f 5. Wat valt er ten deze van bestaande buitenlandsche scholen te leeren ? Om te beslissen, hoe een opleiding dient te zijn, zal toch wel duidelijk voor oogen moeten staan, wat men door de opleiding wenscht te bereiken. De commissie zegt : het doel der opleiding van onze naaisters moet z\jn haar te leeren kleederen te vervaar digen naar het lichaam. Onmisbare voorwaarde is dus ??deze slotsom kan een kind wel trekken kennis van het menschelijk lichaam. Heeft de leerling deze, door bemiddeling van verschillende leervak ken, in voldoende inate verkregen, dan eerst zal kunnen overgegaan worden, haar te onderwijzen, hoe het lichaam te bekleeden. Daartoe behoort niet alleen, misschien zelfs niet in de eerste plaats, teekenen en ontwer pen van patronen, maar ook kennis van de grondstoffen, die als lichaambekleeding ge bruikt, geen nadeeligen invloed op de lichaamsfunctiën kunnen uitoefenen, en het dragen van het kleedingstuk niet maken tot een last, maar tot een lust welke lezeres denkt hier niet met een zucht aan eenige toilet-artikelen thans nog in baar garderobe te vinden, of vroeger daarin aanwezig? Van de gezondheidsleer dient de naaister wat af te weten dit geldt ia dezelfde mate voor haar, die onder- dan wel bovenkleeren ver vaardigt, terwijl vooral bij laatsgenoemde categorie op ontwikkeling van schoonheids begrippen acht zal moeten geslagen worden, die zonder proportieleer gewis niet tot hun recht kunnen komen. De tweede vraag doet de leerplannen der verschillende indnstriescholen ter hand ne men. Een vergelijking geeft te zien, dat de tiiMiiiiilimiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMtiiiiiiiiiiiiniiiiiiii UIT DB N AT U U ff. Bevruchting II. Wat er allereerst gebeurt, nadat de kern draden den eigenaardigen stand in de celkern hebben ingenomen, waarvan ik de vorige week verteld heb, is het voornaamste van de heele geschiedenis ; dat zal later blijken want dat staat in verband met de erfelijkheid. Men heeft met volkomen zekerheid kun nen vaststellen, dat elke kerndraad zich dan in de lengte splitst; er liggen daardoor telkens twee precies even groote en gelijkgevormde kerndraden vlak naast of tegen elkaar. Het geheele aantal is derhalve verdubbeld; waren er maar vier chromosomen, zooals voor de schematische figuren voor 't gemak is aan genomen, dan liggen er nu vier paren of acht in twee groepen van vier. Op deze split sing, op deze minutieuse halveering van de klenrgevoelige stof komt het aan. 't Kan ook voorkomen, dat de splitsing van elke kerndraad in tweeën al gebeurd is, vóórdat alle draden in 't midden van het spoelfiguur kwamen te liggen; ook kunnen er eerst meer dan twee polen ontstaan; maar dat doet er weinig toe. Hoofdzaak is, dat ten slotte een dabbel aantal kerndraden twee aan twee tegenover elkaar komen in 't midden tusschen twee polen. Want ze moeten gescheiden worden. Dit proces verloopt zoo. Elke helft van een gesplitsten kerndraad wordt langzaam wegge trokken van zijn tweelingzuster in de richting van twee tegenovergestelde polen. De beide volkomen gelijke kerndraden uit ne ont staan, worden daardoor steeds meer van elkaar verwijderd en vier aan vier gaan de gehalveerden hun pool tegemoet. (Zie fig.). Ze omhullen zich eerst met een vliesje, de vliesjes van elk viertal smelten samen; n membraan omhult ze weldra alle vier, er is een nieuwe celkern gevormd aan weerzijden van den vroegeren equator. Op dezen evenaar, waar te voren 8 halve kerndraden lagen, is een verdikking of eigen lijk een verdichting ontstaan. Rondom snoert de cel in 't midden in, als door een ceintuur die steeds nauwer wordt dichtgetrokken, en er zijn twee cellen in plaats van n ontstaan. Elk van de dochtercellen" bezit nu een eigen kern, de kerndraden hebben zich al weer verdund en verlengd; zoodat de kleur stof opnieuw een kluwen, vertoont; en van strekking meermalen vrij ver uiteenloopt. Terwijl sommige vooral opleiden voor de examens in nuttige en fraaie handwerken, lager onderwijs teekenen, en boyendien een cursus in costuumnaaien geven, zijn er anderen, die industrie- en huishoudschool vereenigen, of behalve voor opleiding tot l.o. nog bekwamen voor betrekkingen, als kinderjuffrouw, apothekersbediende, hulp in de huishouding, enz. Weer anderen zyn er, waar uitsluitend wordt opgeleid voor con fectie en industrie, welke de beste leerlingen brengen tot goede betrekkingen als coupeuse. Hoewel op bijna alle industriescholen in den ondergoedscursus ook een hemdbroek wordt gemaakt en in de costuumafdeeling een reformjapon, geschiedt het op geen dezer stelselmatig, zoodat den leerlingen een geheim blijft op welke deugdelijke gronden voor de reformkleeding wordt geijverd door vrouwen, die niet aan behaagziekte lijden, maar er toch behaaglijk wenschen uit te zien, terwijl zij lichaamskwalen van zich zoeken af te houden door doelmatige kleeding. Het tweede lid der tweede vraag bracht de commissie tot samensprekingen met directies en bestuursleden van industriescholen. Betoonden sommigen zich niet onge negen om meer werk van reformkleeding te maken, indien daarvoor belangstel ling zou blijken te bestaan" moest niet juist het tegenovergestelde het geval zijn en de school trachten door de vruchten van haar onderwijs de belangstelling te verhoogen ? anderen zeiden geen kans te zien twee in verscheiden opzichten zoo wijd uiteenloopende beginsels onder een en hetzelfde schooldak te herbergen. Die laatste meening deelde de commissie geheel. Hoe toch kan samengaan de opleiding tot het vervaardigen van kleedingstukken, waarnaar thans nog de meeste vraag bestaat, en zij, die beoogt uit de oude bekleeding, slechts dat te behouden, wat sanitair juist is en aan dat beginsel zal blijven vasthouden, al zouden er in Nederland geen honderd vrouwen te vinden zijn, die reform wilden dragen. Wat is dit beginsel ? Slechts kleeren dra gen, die a. overal sluiten, zonder ergens te drukken of te knellen; b. het geheele lichaam zoo gelijkmatig mogelijk bedekken; dus niet: het eene deel wel vijf malen tegen het andere een of geen keer ; c. zoo beperkt mogelijk in aantal zijn; d. gelijkmatig drukkend en door het geheele lichaam worden gedragen, vooral door de heupen; terwijl de zwaarte der stof ge venredigd moet zijn aan haar warmtehoudend vermogen; e. rekening houden met de functie der huid, zoodat aan lucht doorlatende stoffen, de voorkeur wordt gegeven, en gepapte voering, stijf linnen enz. wordt verworpen en bij doelmatigen vorm en snit ook best te missen zijn. Aan het principieele bezwaar om de be staande scholen voor de reform bruikbaar te maken, zijn trouwens nog praktische ver bonden, als: verschil van leertijd en ver hooging van exploitatiekosten. Geen der industriescholen bloeit dermate, dat een groote verhooging van het budget uit eigen middelen zou bestreden kunnen worden en moest het nadeelig saldo door subsidiën worden gedekt, dan zal het (och wel beter wezen, deze te doen dienen voor een afzon derlijke vakschool. De derde vraag beantwoordt de commissie beslist ontkennend, omdat de mode-academiën, gelijk ze bestaan, zich uitsluitend op boven kleeren toeleggen, terwijl het volgens het reformstelsel onmogelijk is het costuumnaaien te leeren zonder de eischen der onderkleeding te kennen, zoo in theorie als praktijk. Voor kleedermakersvakscholen geldt hetzelfde be zwaar en bovendien storen deze zich geens zins aan de hygiëne of wat de anatomie aan het licht brengt. Dat aanvullingscursussen in het geheel niet aanbevelingswaardig zijn, spreekt van zelf. Wie toch zal het opnemen voor het stelsel : eerst iets verwerpelijks leeren, om daarna te IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIMIIIIIIMtlmlIIIIIMII de lijnen van 't spoelfiguur is niets meer te zien clan een enkel puntje of stipje, dat vlak bij de kern, soms er in schijnt te liggen. Dat is de plaats waaruit straks na de pauze weer stralen zullen schieten, die ten slotte 't spoelfiguur vormen. In 't midden daarvan plaatsen zich weer losgewikkelde en samen getrokken kerndraden en de zooeven ge schetste splitsing volgt opnieuw. Weer zijn twee cellen ontstaan uit elk der beide vorige; ze zullen van elkaar scheiden of verbonden blijven, al naar hun aard en taak. Zoo gaat bet stilletjes voort in plant en dier tot ein delijk het geheele orgaan of het geheele individu is opgebouwd; zoo gaat het, waar nieuwe deelen of nieuwe geslachten moeten gevormd worden. Wat in deze wonderlijke geschiedenis een der gewichtigste feiten gebleken is, dat is het zelfstandige, het aparte leven van die kerndraden, 't Is wel met zekerheid aan te nemen, dat zoo'n draad steeds door alle cellen worden gebracht tot het inzicht, dat het ver werpelijk is ? Al zoo conclusie van het onderzoek: een eigen vakschool is noodzakelijk ter bereiking van het doel. Kunnen wij van het buitenland in dezen iets leeren ? vroeg de commissie. Het onder zoek maakte duidelijk, dat in geen enkel ander land de reformbeweging-zoo stelsel matig is ingericht en te werk gaat als in Nederland. Met dit degeljjke rapport, in kernachtige taal geuit, is niet alleen de beginselverklaring van een leerplan verbonden, m aar tevens een ontwerp- leerplan. Deze hier thans nader uiteen te zetten, lijkt mij ongewenscht. Alleen zou ik de commissie met verwijzing naar het ontwerp-leerplan wil len vragen, of het, wanneer 't bovenkleeding geldt, niet aanbeveling zou verdienen om het . vak Lager-Onderwijs te hervormen in Uit gebreid Lager Onderwijs, met dienverstande dat vooral de vaktermen ook in Engelsen, Fransch en Duitsch onder de aandacht der leerlingen worden gebracht, zoodat zij later nut kunnen trekken uit vakbladen in een dier talen uitgegeven. Aan, grammatica den ken wij hier in het geheei niet; zelfs voor het Nederlandsch zouden wij het wenschelijk achten, dat de vereenvoudigde spelling werd aangenomen, om tijd te winnen voor vruchtdragender onderricht dan het manlijk en vrouwelijk van zaken en het schrijven van een dan wel twee e's en o's in woorden als o. a.: slepen en kolen. De ledenvergadering van 18 Nov. j.l. mach tigde het Hoofdbestuur tot de benoeming van een comitévan uitvoering. In dit comit zullen ongetwijfeld, zoo niet allen, dan toch de meeste commissieleden zitting nemen en het derhalve zoowel uit mannen als vrouwen bestaan; een verblijdend verschijnsel, daar vol gens mij slechts waarlijk deugdelijk werk kan geleverd worden bij samenwerking van man en vrou w, wijl beiden onvolkomen zien en denken, doch elkaar aanvullen. Als tusschen haakjes even een voorbeeld ter illustratie. Het Ge bouw van Kunsten en Wetenschappen" alhier onderging een groote verbouwing onder toe zicht van een Commissie van beheer, of hoe de naam moge luiden, bestaande uit heeren. Toen een dezer kort voor de voltooiing het met een vrouwelijk gezinslid ging bezichti-. gen, riep deze op eens uit: Hoe jammer!" Wat jammer?" volgde als verbaasde vraag. Wel, dat de verbreeding van het bovendeel van loge- en balkonvoorwand slechts toelaat er een tooneelkijker, waaier enz. neer te leggen en deze een paar centimeter te smal is voor plaatsing van een theekopje". Je hebt gelijk; zonder verhooging der kosten had het kunnen gebeuren". Geen der heeren had dus aan het zoo geliefd kopje thee der dames gedacht, maar wel gaven zij die bezoekster te bewonderen een zeer vernuftig gevonden berging onder de zitplaatsen voor een heerenhoed, een voorwerp, waarmee ze zoo dikwijls geen raad weten. Daaraan zou, honderd tegen n, geen vrouw hebben gedacht. * Om op ons onderwerp t^rug te komen. Het Comitézal het gewis niet aan ijver, toewijding en talent ontbreken, maar wat zullen alle mogelijke verdiensten haar geven zonder moreelen en flnantieelen steun ran het publiek. Moreele steun is in dezen de eerste factor. Voelt toch de menigte warm voor het idee der reformbeweging, dan zullen van zelf velen de koorden harer beurzen ontknoopen, en het der autoriteit als: Gemeente, Pro vincie en Rijk onmogelijk maken de school subsidie te onthouden. Zij, die om welke reden dan ook voor zelf niet tot het dragen van reform willen besluiten, kunnen er niettemin wel warm voor voelen, en daarvan het bewijsleveren door mede te werken om al wat jong is zoo danig te kleeden, dat de gezondheid van het lichaam wordt bevorderd zonder de eischen der schoonheid voorbij te zien. Men vergete echter nooit ook bij de beoordeeling der reformkleeding: Smaken verschillen heen dezelfde blijft; alleen geeft hij de helft van zichzelf steeds af bij een deeling; hij gaat daarna zich verdunnen, zich uitbreiden over een groote ruimte, zich vertakken soms, en voedt zich met het celvocht, zoo als een plant het doet, door middel van zijn wortelharen. Is de volle wasdom weer bereikt, dan kan de deeling opnieuw beginnen. Deze sterke verdunning en vertakking dient heel waar schijnlijk tot de noodzakelijke voeding, de verdubbeling van zijn massa na zijn halveering. In sommige gevallen is't mogelijk geweest, de kerndraden te blijven vol gen door alle stadia heen en dan bleek elke draad met een uiteinde bevestigd te zijn aan den kernwand. 't Is eon uitstrekken en intrekken en zich verdunnen en verdikken, zooals we dat b.v. een zoetwaterpolyp in een glazen buisje zoo vaak en zoo mooi kunnen zien doen. Veel vreemder evenwel zijn nog die bovenge noemde geheimzinnige stippels, de poolpunen dat is maar goed ook. Volgens het plan zal den school te Am sterdam worden gevestigd en alleen met de eerste klasse beginnen; dan daarvan een tweede maken om langs dezen weg den vol tooiing van het leerplan te bereiken. Wie er meer van weten wil dat dit velen zij l vrage om toezending van rap port enz. aan de secretares van 't H. B. der 5 V's, mej. Joh. A. Kersten, Haarlem, Dreef 20. Den Haag, Nov. '05. ELISK A. HAIGIITOX. De vier kerndraden splitsen zich; de deelen gaan vier aan vier naar hun pool; ze omgeven zich met vliesjes en de cel zelf wordt ingesnoerd; er zijn twee cellen, elk met een kern gevormd. IIIIIIMIIHIIIIIIIIIHIHIIIIIIIItllHIIIIHIIMIIIIflIIIIIIIIII Prinses Pierre Bonaparte. Prinses Jeanne Bonaparte, markiezin de Villeneuve. De gravin Montignoso. De koning van Saxen. : Maurice Maeterlinck. Pa pieren melkflesschen. Zij was van betrekkelijk lage afkomst', had vele vrienden, een zeer aristocratisch uiter lijk en huwde een prins. Den min of meer bekenden prins Pierre Bonaparte. ? Door Napoleon III werd zij evenmin als door keizerin Eugénie op de handen gedra gen. Deze hadden prins Pierre een andere vrouw tosgedacht. Maar hare vormelijke ingetogenheid en de wijze waarop zij, na het opzienbarend duel van haar echtgenoot met den Parijachen journalist Victor Noir, hare binderen en haar echtgenoot bleef aanhangen strekten haar tot eer. Hare uiterlijke om standigheden waren toen zeer bedroevend. Zij zelve trok na Sedan met hare familie naar Londen, opende daar een modewinkel en bracht hare kinderen op weinig vorstlijke, maar zeer verstandige wijze groot. De modezaak bracht haar geen financieele voordeelen, maar toen haar zoon, de ook ten onzent wel bekende prins Roland Bonaparte, mlle Marie Blanc de Monaco naar het outer voerde, en hare dochter Jeanne met den schatrijken markies de Villeneuve huwde, kwam er ken tering in het financieele getij. De moedige Eléonore Ruflin, kleindochter van een officier uit het eerste keizerrijk, die dezer dagen als weduwe van prins Pierre Bonaparte bij haren zoon Roland, in zijn hotel in de avenue d'Iéna overleed, heeft echter vóór die kentering voor zware golven gestaan. Evenmin als zijn vader Lucien, eigen broeder van Napoleon I, zat er veel gedwee heid bij Pierre. Lijnrecht tegen de bedoeling van Napoleon III huwde Pierre de arme mjle Ruilin. Toen de jonggehuwden den 22n Maart 1853 de sacristij van Saint-Germaindes-Préa verlieten, waren zij door hun keizerlijken neef op den troon van Frankrijk van titels, onderscheidingen, en alle verdere geld en eerbewijzen ontdaan. Zij betrokken een villatje te Auteuil, leefden er zeer afgezon derd en voerden te midden hunner vijf op groeiende kinderen een vreedzaam leventje. Maar te vreedzaam inoet het in de wereld niet blijven en de storm kwam aangeblazen door de zaak van Victor Noir. Door het hooge gerechtshof te Tours vrijgesproken van manslag want wat nu in sommige Fransche organen duel heet, was eigenlijk dertig jaar geleden, voor de publieke opinie man slag, daar de prins Victor Noir, die in zijn kabinet was toegelaten, na eene heftige woor denwisseling doodschoot begaf de prins zich met vrouw en kinderen naar België. Nauwelijks waren zij in de Ardennen geves tigd of hun woning brandde af. Toen be^on de gezondheid van den prins te verminderen en beproefde zijne vrouw haar geluk in zaken te Londen. Wij weten met welken \iitslag. Tot 1881 sleepte prins Pierre een ziekelijk bestaan voort en zijne echtgenoote is hem 24 jaar daarna, omringd door haren zoon Roland, den wel bekenden ethnograaf, en hare kleinkinderen in den dood gevolgd. * * * De zuster van Roland Bonaparte is de markiezin de Villeneuve. Zij huwde den markies, die toernaals Corsicaansch afgevaar digde was, op eenigzzins romantische wijze. En zeker op artistieken trant. Zij zocht naar iemand, die bij hare letterkundige studiën ten, spheren van attractie of centrosomen, die opkomen en verdwijnen als kometen aan het firmament. Heel raadselachtig worden die dingen, nu is waargenomen, dat er velen te gelijk iu de celkern en in 't overige [deel van de cel kunnen voorkomen; ook als er geen deeling of bevruchting op handen is, ja dat ze zelfs de cel kunnen verlaten, en zich splitsen of 't zelf levende cellen of zelfstan dige planten of dieren waren. Behalve op dat voeren van een eigen be staan door de kerndraden, wordt onze aan dacht voor iets anders getrokken, dat uit het waargenomen proces volgt. Als op die wij se elke twee cellen van een plant of dier uit n moedercel zijn ontstaan, deze weer zelf als dochtercel uit een moedercel en zoo terug maar steeds terug, dan moet elk levend wezen n cel geweest zijn, uit n moedercel zijn ontstaan. En dat is zonder eenigen twijfel zoo. Hoe gecompliceerd en gespecificeerd een wezen ook zijn mag, het is ontstaan uit n enkelvoudige cel, dat is de sexueelecel, het ei of de kiemcel, hoe men 't noemen wil; die is begin en uitgang van de ontwik keling van elk hooger georganiseerd wezen, zoowel van een olifant, als van een kolibrietje, van een eikeboom als van het heel kleine rnosje, het haast onzichtbaar schilfertje buiten op den schors van zijn stam. De cellen, waarvan wij zoo even de deeling, die eigenlijk een vermenigvuldiging is, ge volgd hebben, bezaten het vermogen zich herhaaldelijk te splitsen in tweeën. Daardoor nu kan een massa van gelijksoortige cellen ontstaan zonder verband onderling, of losjes verbonden door stoffen, door de cellen zelf afgescheiden. Bij hoogere wezens waarby 't beginsel van arbeidsverdeeling is toege past en aan verschillende cellen of groepen van cellen, die de functie van groeien of ver nieuwen hebben te verrichten een onder scheiden taak is opgedragen, nemen de cellen verschillende gedaanten aan; in den tijd tusschen twee deelingen schijnt de kern, dat is :t hoofdkantoor, zooals prof. de Vries 't noemt, te gelasten wat er met het van buiten ingevoerde materiaal moet gebeuren, hoe 't verwerkt, gesplitst en weer saamgevoegd zal worden. Zoo ontstaan de organen, de spieren, vaten, zenuwen en zintuigen van het individu; en de cellen, aan wie dit ten taak is gesteld, zouden wij de lichaamscellen kunnen noemen. haar behulpzaam kón zijn. Het betrof de vertaling uit het Provencaalsch van eene episode uit het gedicht Mireille van Mistral. De markies bleek de gewenschte vertaler, die, op dit oogenblik, de gelukkige vader is van zes kinderen : Jeanne, Roselyne, Pierre, Anne, Romée en Lucien. Bij dit rijk-gezegend huwlijk steekt dat van Jeanne's broeder Roland een weinig af, die uit het zijne n kind, de zeer gracieus en verstandelijk ont wikkelde prinses Marie Bonaparte behield. * Binnenkort verschijnt helaas een boek dat stukgelezen zal worden. Natuurlijk een schandaalboek. De gravin Montignoso heeft er aan sommige Oostenrijksche tijdschriften reeds eenige bijzonderheden uit meegedeeld. Het zal talrijke drukken beleven en niets toebrengen aan de aristocratie van de schrijf ster, de gemankeerde koningin van Saxen. Wie haar dien raad van het publiceeren harer levensgeschiedenis als kroonprinses gaven, waren allerminst goede raadgevers. H faut laser son linge sale en familie, en wanneer men buiten de fatnilietobbe het moet doen wasschen, is het evenzeer gewenscht het stil te doen. En wat zullen de kinderen nu van hunne moeder zeggen ? Immers hoeveel gedienstige geesten zullen niet de tijding van het verschijnen der Mémoires hun influisteren?! * * * De koning van Saxen is een sportsman", houdt van goede sier en laat de intellectueele geneuchten aan zijne onderdanen over. In hoever deze de lezing der mémoires van hunne gemankeerde koningin tot verstande lijke genieting zullen rekenen, valt dim allén uit te maken indien het een of ander ver dienstelijk lid van een statistisch bureau te Leipzig of Dresden het aantal in Saksen stukgelezen exemplaren van het werk der gravin van Montignoso onder cijfers brengt. * , # * Madame Georgette Leblanc, ook ten onzent welbekend, vervult op dit oogenblik in Maurice Maeterlinck's Mort de Tintagiles de rol van Ygraine. Het is een lyrisch drama, waarbij de componist Jean Nouguès muziek heeft geschreven. * * * In het Maandblad, November-aflevering, gewijd aan Hygiëne en Industrie, onder redactie der heeren dr. van Hamel Roos en Harmens, lezen wij iets over papieren melkflesschen, hetgeen menige huismoeder zal intéresseeren. Uit hydraulisch geperst papier zijn sedert geruimen tijd huishoudelijke artikelen in ge bruik, die een groote vastheid en dichtheid vereischen, bij voorbeeld: toiletemmers, bak ken om vaat- en glaswerk te spoelen, enz. De schrandere en practische Amerikanen hebben aan de reeds bestaande papieren arti kelen, een nieuwtje toegevoegd, dat buiten gewoon veel opgang maakt in Philadelphia, nl. papieren melkflesschen. Uit herhaald bacteriologisch onderzoek, toegepast op in papieren flesschen geconser veerde melk is gebleken, dat de melk zui verder was dan melk uit glazen flesschen, die door het lek-raken of bersten der fles schen, dikwijls besmet wordt. De papieren melk-flesschen worden door middel van een paraffinebad van 10^)°C. luchtdicht gemaakt. De kegelvormige papieren flesschen zijn door hun practischen vorm bestand tegen druk, dus zér geschikt om in grooten getale te worden opgestapeld. Vél goeds mag dus verwacht worden van deze nieuwe industrie. Iu Amerika kosten 1000 papieren flesschen ongeveer 10 gulden. Cijfers waren en zijn iu hun dorheid altijd sprekend! CAPEICE. Voor bet onfle vrouwtje. Nog in dank ontvangen van : 'n Olie Drenth te L., ? l; mej. S. C. K. te B., ? 2, H a v e 11 e, 29 Nov. '05. B. BYMIIOLT. Maar behalve die functie is er nog een andere, die bijna elk levend wezen heeft te vervullen, dat is de voortplanting; daartoe zijn andere cellen aangewezen; de geslachts cellen, de sexueele cellen waarvan er ne, na veel wederwaardigheden, die wij nog moeten nagaan, de cel wordt die, als zijnde de eerste van ontelbare andere, de oorsprong van 't individu mag worden genoemd. Behalve bij enkele zeer laag georganiseerde wezens, komen die geslachtscellen in twee vormen voor: als spermatozoide en als ei. Eicellen kent iedereen, de dooier van het struisei is zoo'n cel, ook 't ei van het pimpelmeesje, van den kikvorsch en van de zijrups. Hoe grooter dier hoe grooter ei, gaat bij vogels meestal wel op; bij de andere dieren en planten niet. Het ei waaruit de walvisch of de olifant of de reuzenden ontstaat is microscopisch ; dat van den mensen is met het bloote oog nog net even te zien (0.2 mM.) Dat staat in verband met de voeding tijdens de ontwikkeling, die in of buiten 't planten en dierenlichaam, kan geschieden. De andere vorm van geslachtscellen, de spermatozoïden, zijn veel kleiner, die hebben dan ook in geen geval voedsel noodig; daarentegen zijn zij veel talrijker, Ze verlaten 't lichaam en kunnen op reis verongelukken. Wel kan 't aantal eieren bij n dier ook verbazend groot zijn b.v. bij kabeljauw; maar bij 't aantal spermato zoïden vergeleken, is 't toch weer klein. Beide soorten van geslachtscellen schijnen zeer verschillend van de lichaamscellen; wat echter alleen het uiterlijk betreft. Zij zijn er dan ook op gebouwd het lichaam te ver laten, wat met de andere cellen zelden of nooit het geval behoeft te zijn. Beide verschillen ook onderling; dit ver schil in uiterlijk (de spermatozoïdsn zijn lange draden met een dik knopje aan n uiteinde), bestaat eerst voor goed als beide soorten van geslachtscellen kant en klaar zijn om beide of een van beiden het lichaam te ver laten; elkaar te ontmoeten en zich weer met elkaar te vereenigen tot n cel. Daarbij gebeuren de zeer merkwaardige dingen, die gezamenlijk de bevruchting heeten; en die na 't voorgaande gemakkelijk te volgen zullen zijn. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl