De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 10 december pagina 5

10 december 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1485 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Toeding de wetgever aan den vader de be slissende stem geeft. Wanneer een minderjarig kind wil huwen is echter thans de toestemming van vader en moeder beiden vereischt. Vroeger moest die ook wel aan beiden worden gevraagd, maar de toestemming van den vader alleen was voldoende om het huwelijk te kunnen sluiten. Thans zal ook indien enkel de moeder hare toestemming weigert, het huwelijk moeten worden uitgesteld tot de meerder jarigheid van het kind. Zoo goed als de man van rechtswege voogd is over zijne kinderen, zal de vrouw thans voogdes zijn over hare kinderen, zonder dat de vader daartoe bij testament iemand anders kan aanwijzen of haar eenen medevoogd terzijde stellen. Een practisch gevolg van het begrip, dat de ouder lijke macht wordt uitgeoefend door beide ouders gezamenlijk is ook dit, dat ingeval van echtscheiding, van overlijden van een der beide ouders of bij onechte kinderen enkel sprake kan zijn van voogdij en voogdij kent onze wetgeving uitsluitend onder toe zicht van eenen toezienden voogd, van eenen dwarskijker, waaraan voortaan zoowel de vader-weduwnaar als de moeder-weduwe ver antwoording schuldig is en door wien ont zetting uit de voogdij kan worden aangevraagd. Gelijkstelling is ook verkregen hierin dat de moeder-weduwe in het geval van een tweede hüwelyk het vruchtgenot van het vermogen harer minderjarige kinderen verloor, terwijl de vader-weduwnaar het bij tweede huwelijk behield. Thans zal ook de moeder-weduwe, die hertrouwt, dit vruchtgenot behouden. -Het zwaartepunt van dit alles ligt volgens mr. Canes daarin, dat vroeger de vaderlijke macht was een onaantastbaar recbt, waarvan menalleen vervallen kon worden verklaard in zeer ernstige gevallen in het Wetboek voor Strafrecht genoemd. Die veivallenverklaring was steeds eene strafrechterlijke bepaling uitgesproken derhalve voor eenen bepaalden tig d. Was die tijd verstreken dan keerde het kind weder onder de vaderlijke macht en al de schadelijke invloeden van dien terug. Daarom heeft men thans, uitgaande van de meening, dat het hier geldt een veiligheidsmaatregel in het belang van het kind, de ontzetting uit de ouderlijke macht van het Wetboek van Strafrecht overgebracht naar het Burgerlijk Wetboek. Die ontzetting kan nu worden uit gesproken voor onbepaalden tijd en ook pre ventief, bij <r. wanneer slecht levensgedrag van een der beide ouders gevaarlijk dreigt te worden voor de moraliteit van het kind. Wordt een der ouders ontzet, dan treedt de andere ouder op als voond; maar deze kan ontheffing daarvan aanvragen, indien hij of zjj meent, dat het belang van het kind eischt, dat het niet in de ouderlijke woning zai blijven vertoeven, of indien hij of zij zich anderszins onmachtig voelt tot de opgelegde taak. Maar terwijl ontzetting uit de ouderlijke macht blijft een straf, is de ontheffing daarvan bedoeld als tegemoetkoming in geval van onvermogen. Zij Wordt dan ook enkel op aanvrage verleend. Deze bepalingen omtrent ouderlijke macht en voogdij worden in hoofdzaak geregeld in de eerste der drie zoogenaamde Kinderwetten, de vet van 9 Januari 1901 tot wijziging en aanvulling der bepalingen in het Burgerlijk Wetboek betreffende de ouderlijke macht en de voogdij. De beide andere wetten, die van 12 Februari 1901 houdende wijzigingen en aanvullrrigen aatigaande déstrafrechtspleging van jeugdige personen, en die andere, mede van 12 Februari 1901, houdende maatregelen en voorschriften betreffende jeugdige perso nen, ook wel Beginselenwet genaamd, konden door den spreker om het ver gevorderde uur, jammer genoeg, niet meer worden toe gelicht. In het op deze belangwekkende rede vol gende debat ontkende mevrouw Drucker, dat de positie der vrouw door de nieuwe wetten is verbeterd. Onaangetast bleef de maritale macht en bij de instelling der ouderlijke macht heeft de moeder geene gelijkstelling met den vader verkregen daar den laatsten door den wetgever de beslissende stem wordt gewaarborgd in zake beroepskeuze voor het kind of de bepaling van zijn domicilie. Niet de superioriteit verlangt zij voor de vrouw, maar wel eenig middel van verweer en dat bestaat voor haar nergens. Mr. Canes antUIT DE NATUUR Bevruchting, III. Even moet ik herinneren aan wat ik op 't laatst van mijn vorig opstel gezegd heb. Er zijn er onder de cellen, waaruit de lichamen van de hooger georganiseerde wezens bestaan, enkele, die de bijzondere taak te vervullen hebben voor nakomelingen te zorgen. Zulke cellen, hetzij dan ei- of spermacellen, onderscheiden zich van de andere in 't eerst nog weinig. Hun kern is gewoonlijk grooter. Ze hebben nog 't zelfde aantal kern draden, of centrosomen, net als de overige cellen, de lichaamscellen, van 't individu waartoe zij behooren. Spermatozoën van verschillende dieren. Ook die tweeerlei geslachtscellen onder scheiden zich in 't begin van hun ontwikkeling niet of nauwelijks van elkaar; eerst later komt het verschil; en als ze hun slotvorm hebben aangenomen, lijken ze in 't geheel niet meer op elkaar. Het ei is een lang werpig of veelzijdig voorwerp, een bolletje of van den bekende eivorm. De spermacel is een lange beweeglijke draad met een knop, soms met allerlei aanhangsels, een enkelen keer van een boorspits met weerhaken voorzien, zooals by salamanders. Er bestaan ook bij dieren zaadcellen zonder beweegdraad ; zoo is bij de bloeiende planten de spermato zoïde draadloos, terwijl o. a. bij de varens weer spermatozoïden met beweegdraden voorkomen. En hoe verschillen ze inwendig l Een spermacel is een cel waarvan de knop, als die er is, bijna geheel is ingenomen door de woordde hierop, dat hjj ook van geene algeheele gelijkstelling voor de wet gesproken had; maar dat hij enkel had willen wijzen op eenige lichtpunten en op zaken, die door de vrouw reeds nu als winst kunnen worden geboekt. Ook hem hebben de kinderwetten nog niet ten volle voldaan en aan de door mevrouw Drucker aangewezen leemten hoopt ook hij, dat mettertijd zal kunnen worden tegemoet gekomen. JOHANNA W. A. NABER. Uil 't leven van merkwaardige vrouwen, door dr. ALETTA JACOBS. De Hoop op Zegen" is 't geweest, die mevr. dr. Jacobs, meerdere verspreiding heeft doen geven aan de door haar vroeger reeds in 't Maandblad voor Vrouwenkiesrecht gepu bliceerde korte biografieën van vrouwen, wier leven grootendeels gewijd is geweest, of nog is, aan den strijd om gelijke rechten en gelijk soortige plichten voor vrouw en voor man. Op hoop van zegen".... want haar doel is, door 't in wijder kring publiceeren van dit werkje, aan te toonen mér nog den vijand, dan den vrind wat vrouwen ver mogen, óók op 't, eerst sinds zoo kort door haar betreden, terrein van socialen arbeid. Het zijn de tegenstanders, de lakse" óók, wien zij de oogen wil openen, opdat zij er kennen en.... gaan bestrijden de onrecht vaardigheid, waaronder de vrouw sinds ontel bare eeuwen gebukt gaat, die ten verderve voert niet adeen haar eigen geslacht, maar ook dat van de machthebbenden. In 't mij ter bespreking toegezonden boekske door de bekende firma F. van Rossen, Amsterdam, keurig uitgegeven behandelt mevr. J. niet dan Amerikaansche, en n Engelsche kampvechtster voor het goed-recht van de vrouw. Het zijn alle kranige vrouwen, die met groote geestkracht, machtige zelfopoffering en heer lijke liefde bestrijden het (valsche) recht van den man om, ten opzichte der beide geslachten steeds te nieten met twee maten: de ruime, zoo-vél-bergende voor het spier-sterker, de kleine, niets-schier-doorlatende, voor het spier-zwakker deel der menschheid. Een groote aantrekkelijkheid biedt dit werkje door twee eigenschappen: 1. Door de bijvoeging van wél-ver zorgde reproducties van goede portretten der besproken personen. 2. Door de beknopte wijze, waarop de biografie van tik dier vrouwen is geschreven. Het zijn de volgende personen, wier namen menigeen zeker niet geheel vreemd zullen klinken, die Mevrouw Jacobs behandeld heeft: I. Elisabeth Cady Slantnn, nu twee jaar geleden op zeven en tachtig-jarigen leeftijd ge storven, wier laatste handeling, geen twee uren vóór haar verscheiden, is geweest: 't dicleeren van een v rzoekbrief aan mevr. Roosevsldt, opdat deze haar invloed mocht tracliten uit te oefenen op haar echtgenoot, ter ver krijging van stemrecht voor de vrouw. II. Miss Frances Power Cobbe, de nu drie en tachtig-jarige wakkere en hoogstintelligente strijdster, groote redenaarster ten bate van 't zelfle doel. III. De reeds volgens portret zoo bijzonder sympathieke predikante Anna Howard Shaw, die uit eigen ervaring weet te verkonden, wat zij te verduren heeft gehad, als gepromo veerd godgeleerde, yan de zijde harer man lijke christen collega's. IV. Mevrouw Carrie Chapmann Catt, pre sidente van den in 1904 te Berlijn, tijdens 't Internationaal Vrouwen Congres opgerichte Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. V. Helen Loring Grenfell, is de laatste der Amerikaanschen, wier beeldtenis en levensschets in genoemd boekje verschijnt. Ook wat de.ze vrouw in Colorado tot stand heeft gebracht, hoe gezegend haar werkzaam heid daar steeds nog is, 't is waarlijk waard geweten te worden. VI. Lady Henry Somerset, dezoohoogstsympathieke door medelijden- en eigen- leedwetende, Engelsche, van oud-adelijk geslacht, sluit den reeks der vrouwen, die, zooals dr. Jacobs hoopt, navolgers 'mogen vinden in 't mi jongere geslacht, navolgers onder vrouwen, maar óók medestrijders onder de mannen. Goed voorgaan, doet goed volgen" zegt celkern; de eicel heeft om of naast de kern meestal nog een provisie-kamer liggen, waaruit ze voedsel haalt. Trouwens reeds lang voordat de geslachtscellen, vooral de eene soort, de eicellen, hun volkomen gedaante hebben verkregen, zijn ze aan 't voedselvergaren en opzamelen geweest. Massa's andere lichaams cellen worden in sommige gevallen daartoe letterlijk opgegeten door de toekomstige eieren. Hoe wonderlijk inooi ook de ontwikkeling is van de sexueele cellen tot ze volmaakte ei- en Bpermacellen zijn geworden en hoe belangwekkend die is om te lezen en in beeld gebracht te zien, ik durf er niet aan be ginnen ; omdat anders dit opstel een heele serie zou worden en door de lange tusschenpoozen moet dat menigeen gaan vervelen, dunkt mij. Ik zal aan 't eind de licht ver teerbare litteratuur er van opgeven, dan kan ieder, die er belang in stelt, het zelf nagaan. Bij enkele dieren is waargenomen dat al dadelijk, nadat de kiem begon te ontwikkelen, de cellen werden gevormd, die later ei of spermatozoön zouden worden. Ze hebben dan nog 't zelfde aantal kerndraden als de gewone cellen; en daar, zooals ieder nu wel weet, bij de bevruchting de kern van ei- en spermacel zich tot n kei u vereenigen, zou de kerncel, die daardoor ontstaat, het dub bele aantal chromosomen moeten bezitten. Maar dan zou bij elke bevruchting het aantal kerndraden weer verdubbeld moeten worden. Dat gaat niet op, en er is dan ook voor gezorgd, dat het aantal kerndraden stand vastig blijft. Daartoe ondergaat elke sexueele cel een verandering, rijping genoemd, voor ze aan het bevruchtingsproces mag deelnemen. Nu bestaat de rijping in een aantal op eenvolgende merkwaardige veranderingen, waarvan de eerste veel lijken op de celdeeling in 't vorige opstel beschreven. Daarvan evenwel verschillend, doordat er even een geheele versmelting van de chromosomen plaats grijpt, die van veel belang is. liet laatste deel van 't proces .is een splitsing met een ander verloop. Zooals 't tweede figuurtje aanduidt is er weer een splitsing aan den ga^ig; nu evenwel niet altijd in 't midden van de cel, maar vaak in de eene helft. Daarbij treedt de centrosoom of 't attractiestipje naar buiten; de vier halve kerndraden-volgen, en er ontstaan wel twee cellen als gewoonlijk, maar de eene is A. J. in haar voorwoord. Van harte hoop ik, dat inderdaad door de lezing van dit in brochure-vorm verschenen werkje, krachtige volgers mogen verkregen worden. den Haag, Nov. '05. VROUWKE. Friescle schetsen, door N. VAN HICHTUM. Wie ooren heeft om te hooren en oogen heeft om te zien. geniet van de nieuwe kinderlectuur. Wat een verschil met 20 jaar geleden ! Toen werden de kinderen verschrikt met avontuurlijke moord- en roofgeschiedenissen, vol tijgers, leeuwen, schipbreukenen zeeroovers, of verveeld met brave Hendrik ken. ? En tot afwisseling diende een schreeu werig palj assen prenteboek of een verbluffend tooneel uit de Omgekeerde Wereld, waar een vos in rooie jas en witte broek de boerin betrapte, die kippen stal, waar de ooievaar met een omslagdoek gewapend stond te hen gelen en waar een hond in dandy-costuum uit wandelen ging met een langepluimstaart, die door de rokspanden kwam kijken als verradend kenmerk van zijn ras. En nu... ook hier eindelijk verfijning en waarheid. Het schoonheidsgevoel wordt geen geweld aangedaan ; de kinderen worden niet overschreeuwd met verbluffende bontheid, maar ze worden ingeleid in den feesttuin van het schoone, waarde bloeden hare kelkjes kunnen ontplooien bij malschen regen en koesterenden zonneschijn: Lees b.v. eens No. 3 uit den bundel Op Zondagmiddag" - het beste en fijnste ver haaltje uit het boek; is dat niet een genot voor een harmonies-ontwikkeld kind, de beschrijving van dat armoedige hutje met zijn overvloed van bloemen en zijn vlierboomen die bij elke windvlaag een regen van aardige, witte sterretjes strooien over de hoofden van de menschen, die er onder staan." Het-is van het begin tot het einde in den juisten toon, de eenige fout in mijn Fyesche oogen is, dat vrouw Jansma met een witte, gehaakte muts naar de kerk gaat. Zou dat wel ergens in Friesland gebeuren ? Ik heb het nooit gezien; de allerarmsten dragen dan los haar", (een contradictie met de werkelijkheid want het is een stijf knoe deltje) en daarop een hoed. Maar vrouw Jansma bezit drie strengen gitten met een gouden slot; daar hooit, wat de voornaamheid betreft, stellig een oorijzer bij, al is het dan ook maar een smal zilveren gevolgd door floddermuts en kapotje. Het is maar een klein vlekje op het overigens zoo mooie schilderijtje van even weinig beteekenis als de al te voorlijke kievitten in No. l (eieren zoeken). Een geheel broed ? en vuil" ook, anders vliegen de ouden hun belagers niet tot rakelings aan het gezicht en dat in Maart bij guur weer en zelfs vorst dit had stellig April moeten wezen. Het verhaal is echter zoo aardig, vooral dat gedeelte van het kleine broertje met de denkbeeldige leeuw, dat die eene tijdfout gaarne wordt vergeten. Zou No. 2, De nieuwe broek" wel door Hollandsche jongens genoten worden ? Het is zoo echt Friesch-leuk in het oorspronke lijke voor mij :heeft hét dat humoristische totaal verloren bij de vertaling, maar ik geef gaatne toe, dat men deze?déceptie bijna altijd heeft bij een vertaald rjpek, waarmee men eerst in het oorspronkeliJBasaksttuis maakte. De oude Herinneringen" lijken mij het minst geslaafd t- het'zijn oifde, haast overal in Friesland bekende verbalen, waarvan wel iets goeds zou zijn te maken, maar het span nende ontbreekt ten eeuenmale. Wat zou het de kinderen geïnteresseerd hebben precies te hooren hoe us Heit" ontsnapte en hoe hij in angst zat, toen hij wegkroop in de rogge maar niets van dat alles ; een droog relaas en anders niet- Het beste is nog: Mijn eerste paar laarzen". Menige jongen, die met.een onverschillig gezicht langs de rommel is geloopen van de oud kleerekoop, zal nu eens met belangstel ling kijken het zal een nieuwe gewaar wording voor hem zijn, dat dergelijke vod den" nog hartstochtelijk kunnen worden begeerd. De prentjes zijn niet allen evengoed gelukt het mooist zijn de platen, waarin veel beweging is ??zooals b.v. de intocht in klein en de andere groot. Onmiddellijk daarop, zonder dat althans weer een rust periode intreedt (zooals in 't vorige opstel ge toond is) deelen zich de beide ei-cellen op nieuw in tweeën en daar de kerndraden hierbij zich niet splitsten, dus heele chromosomen overgaan, bevat elke van de vier nu ge vormde eicellen slechts de helft van 't v ereischte aantal chromosomen. De drie aldus gevormde eicellen kleine gaan te niet ze zijn rudimentair of abortief zooals 't heet. Alleen de groote eicel blijft, die heeft nu bijna de volle hoeveelheid celstof behouden. Nu eerst is de volkomen eicel rijp voor ontvangst van een spermacel. Ze is in staat een nakomeling te vormen, waartoe bij de hoogere dieren althans geen enkele andere cel van 't lichaam in staat is; maar ze heeft daarentegen de macht verloren zich te ontMakkum en de dragonders 'op weg naar Frankrijk met us Heit" aan de staart van het paard gebonden; maar de vrouw van Freerk-oom is noodeloos leelijk en de kleine eierzoeker heeft ook een allerzonderlingst model. Maar de oude jodin bij de Leeuw arder Waag en het Binnenhuisje van Ate Gerrits zijn juweeltjes en rersieren wezen lijk het boek. ? A. P.-S. IIIMIIIMIIIIIMIIlmillllMMIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIIlmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Lord en lady lytton Modes: Dameslioeden in schouwburg-zalen. Theater Réjane. Hoe in Engeland en Schotland de afstam melingen van de grootste geslachten het een eer rekenen nationale kunst en letteren hun machtigen steun te verleenen, is bekend. Dezer dagen den 7n November j.l. heeft onder presidium van lord Lytton de Sir Walter Scottclub te EJinburgh, harejaarlijksche bijeenkomst gehouden. Zoon van den in de Engelsche letteren beroemden Owen Meredith, kleinzoon van Bulwer Lytton, is in dezen telg van een hoog geslacht meer een staat- dan een letterkundige neiging aanwezig. Reeds wordt hij gedoodverfd als aanstaand gouverneur in een der koloniale bezittingen, waaiby lady Lytton niet weinig hem ter zijde zou staan en waarin haar gedistingueerdartistieke smaak ten bate harer positie zou komen. Dat de nauwelijks 24-jarig lady Lytton niet onopgemerkt bleef in de hoogste kringen, blijkt uit het gezegde van den eersten minister Balfour, die haar de schitterendste ster aan Londen's maatschappelijk firmament" noemde. Daar Balfour diplomaat is, kan het com pliment ook op de schitterende juweelen, die lady Lytton draagt, en tevens op haar lief persoontje slaan. In elk geval is het handig gezegd. * * * Over een allergewichtigste zaak is het oordeel gevraagd van eenige geestige en be kende Parijsche chroniqueuses. Het veel besproken feit betreft: het hoeden-dragen door dames in schouwburgen. De afmeting en garneering van sommige dames-hoeden zijn van dien aard, dat zij aan schouwburgbezoekers een onbelemmcrden kijk op het tooneel benemen. Afdoende maatregelen en bevredigende oplossingen zijn meestal niet makkelijk te nemen en te vinden, maar, de bezwaren worden vrijwel onoverkomelijk wanneer be streden moet worden : vrouwelijke ijdelheid en vrouwelijk verzet. Vrouwen begrijpen juist dat, wat zij wil'en, begrijpen, en wat zij overeenkomstig achten met haar persoonlijke neigingen. Marie-Anne l'Heureux, chroniqueuse van Femina, heeft een zwakje voor het zeer kleine hoedje : Ie béguin". Zij zegt: dat is het theater-hoedje, het staat allerliefst, is bij uitstek geschikt om bij avond-toilet te worden gedragen, daarbij is het een Menurhlievend hoedje, omdat het geen ergernis verwekt. Waarlijk, dat coquette, snoezige hoedje staat, elke vrouw allerliefst, als zij maar een beetje dragelijk uiterlijk heeft, vindt ieder man haar. met dit hoedje in den schouwburg, betooverend. omdat zij hem met die bescheiden hoofdbedekking niet het uitziclit verspert. Mevrouw Camille Duguet, van de Nou velle Mode" beweert: Wel zeker, het groote struikelblok : dameshoeden in theaters, heeft men op allerlei wijze uit den weg willen ruimen. Het is een onbegonnen werk. Wanneer een vrouw vindt dat een groote hoed haar flatteert, dan draagt zij groote hoeden. Altijd en overal. Dus ook in den schouw burg. Ik zelf ben dol op een grooten hoed, bekent zij eerlijk. Eens bij een première, werd mevrouw Camille Duguet zachtjes op den schouder getikt en een zachte, lieve, innemende stem vleide : Och, zou u ook ergens anders willen gaan zitten, want uw hoed belet mij te zien." Camille Duguet keek of er een andere plaats voor haar was. Alle fauteuils waren bezet. Ik heb toen, vertelt zij, goedig en wel mijn grooten hoed afgezet en op mijn wikkelen, zonder hulp van buiten. Er is een beletsel ontstaan dat alleen door een hulp middel kan weggenomen worden. En dat middel is de vereeniging met een andere geslachtscel, een spermatozoün; die cel is op zich zelf ook onmachtig geworden tot ver menigvuldiging, na ontstaan te zijn uit een proces dat met de ei-rijping nagenoeg over eenkomt. Wel is 't enkele malen gelukt, ook door andere middelen dan de vereeniging met een spermakern (n.m. door chemische middelen) de rijpe eicel aan 't deelen te brengen, maar in de natuur zal heel waarschijnlijk de ver eeniging met de spermakern de vaste regel zijn, zij 't dan met uitzonderiagen. Hoe deze vereeniging toegaat heb ik u verleden jaar al geschetst in een opstel over dubbele bevruchting bij een plant. Hier volgen nog eens in een reeks schematische Rijpen van 't ei. a. Het ei gaat zich deelen (spoelfiguur) maar niet in 't midden van de cel. De 4 chromosomen splitsen zich alle in tweeën; na eerst alle met elkaar tot n draad versmolten geweest te zijn. 6. Er is een groote en een kleine eicel gevormd elk met 4 kerndraden, c. De groote deelt zich zonder rustperiode opnieuw ; de 4 kerndraden richten /Ach. d. Er vormt zich weer een kleine cel uit de groote eicel. Twee chromosomen gaan daarin over. r. Ook de eerste uitgestooten" cel heeft zich gesplitst, zoodat er 4 cellen zijn ontstaan elk met '2 kerndraden; drie kleine, die te niet gaan, en een groote, nu de eicel of het eigenlijke ei. a?j Van het indringen van het zaaddiertje in het rijpe ei tot de j eerste deeling van de kiemcel, het ontstaan van de vrucht, 't embryo, ] Verklaring in den tekst bij de andere overeenkomstige figuurtjes.' schoot gelegd; maar dat deed ik alleen omdat ik dien avond bizonder mooi gekapt was. Mevrouw de Broutelles, medewerkster aan La Mode pratique" zegt: Hoe een theaterhoed moet zijn? Zér zeker geen scherm dat aan anderea het uitzicht beneemt. Groote hoeden zullen altijd veel en gaarne gedragen worden, ... ach ! er zijn zooveel vrouwen-gezichten die dringend behoefte hebben aan den flatteereuden slag-schaduw van breedgerande hoeden. Dat onnoozele hoedje, dat niemendalletje Ie béguin" jawel! hél geschikt voor het theater, mais pas Parisien pour un sou! Alleen Sarah Bern hardt heb ik eens in Gismonda zien spelen, met een snoeperig hoedje, maar, feitelijk was dat hoedje niet veel nieer dan een sierlijke touffe bloemetjes. En, voegt Mevrouw de Broutelles er aan toe, bij een voorstelling van Hedda Gabler heb ik de dames Le Barpy en Sorel in de zaal gezien. De dames droegen toen zeer kleine toques met wapperende aigrettes, dat stond beeldig. Dat is ook niet gewenscht, want als er in de zaal zoo iets moois te zien is dan wordt de aandacht een beetje van het tooneel afgeleid. Mevrouw de Mirecourt, die onder haar schuilnaam: Swell", guitige en mondaine artikelen schrijft in de Echo de Paris" draagt zelf monumentale hoeden en komt er rond voor uit dat groote hoeden veel meer flatteeren dan kleine. Om kleine hoeden te kunnen dragen moet men een onberispelijk teint hebben. De minste vrouwen, en dan nog maar wanneer ze piepjong zijn, bezitten dit voorrecht. Swell" vraagt waarom men niet in alle schouwburgen zou toepassen wat zij dezen zomer in Aix-les-Bains waarnam. De eene helft van de komedie was bestemd voor dames mét hoeden en de andere helft voor dames zónder hoeden. En wil men mijn meening weten? Een maatregel die een sterke hoeden.daling zou doen ontstaan, ware-de volgende: In de vestibules der theaters een aanplakbiljet en daarop in kloeke, duidelijke letters: Dames boven de veertig jaar kunnen naar verkiezing tijdens de voorstelling haar hoeden ophouden. * * * De Fransche tooneelspeelster Réjane, ge scheiden echtgenoote van den heer Porel, directeur van het Vaudeville theater te Parijs, wil voor haar kunstzuster Sarah Bernhanlt niet onderdoen Réjane heeft haar eigen theater en zal dit feestelijk inwijden met ern prachtvoorstelling van Madame Sans Gêne. De slimme actrice weet wel dat zij het publiek met dit stuk lokt, want zij is een uitmuntende Madame Sans Gêne. Toch deelt madame Réjane mee, dat zij niet van plan is, in haar eigen theater zoo hél druk op te treden, of slechts hoofdrollen te vervullen. Voor de onbeduidendste rolletjes zal zij zich zelf beschikbaar stellen. Óók weer buiten gewoon slim. Zij kan dan eens aan het publiek' toonen wat een artiste van een nietig rolletje weet te maken. Réjane wil haar publiek ook nog een beetje houden na de tooneelvoorstellingen. Zij heeft aan haar theater verbon den een smaakvol en keurig restaurant, waar de schouwburgbezoekers onder het genot van goede muziek gezellig kunnen soupeeren. Een uitnemende gelegenheid voor artisten, journalisten, Maecenaten, om tijdens het uabroodje" van gedachten te wisselen, en, du choc des opinions jaillit la vérité. C-U'KICE. » ** * Hazen-pastei. Beproefd, deugdelijk recept. Het vleesch van een haas, ontdaan van botjes, vellen en pezen, wordt met 1A kilo kalfsvleesch en 1A kilo varkensvleesch zeer fijn gemalen. De vermengde vleeschmassa kruidt men door toevoeging van zout, peper, ge stampte kruidnagelen, een fijn gehakt uitje en een paar schijfjes citroen. Op den bodem van een ijzeren pan legt men 200 gram spek aan repen gesneden. De vleeschmassa spreidt men er op uit en laat het gt-heel boven op de kookkachel twee uur zacht braden. Af en toe met houten lepel flink doorroeren, ten einde het gesmolte spek door de pastei te vermengen. De hazenpastei in patépot of potjes doen. Bovenkant met een laagje vet dekken en soliede sluiting aanbrengen. figuurtjes de op een volgende toestan den, van 't binnendringen van de sperma kern tot aan de eerstvolgende splitsing van de kiemcel; dat wil dus zeggen tot aan den eersten aanleg en 't levensbegin van 't nieuwe individu. Die eerste twee deelcellen uit de ne bevruchte kiemcel ontstaan, is het begin van de embryo. De embryonale ontwikke ling, is weer een veel omvattende aparte studie en wetenschap, minstens even belang wekkend en belangrijk voor den mensch als de studie van het leven van de cel op zichzelf. Het is een bekoorlijk schouwspel als ei en zaadcel zich gaan vereenigen; en dat er organismen bestaan, die ons veroorloven met onze oogen te aanschouwen, wat meestal in 't verborgen geschiedt, is een groote gunst ons bewezen." Zoo begint Dr. 'leichman in Die Befruchtung" zijn beschrijving van dit proces. In hoofdzaak bij planten en bij dieren uit de zee, bij zeeëgels en zeesterren is het bevruchtingsproees gevolgd, van minuut tot minuut om zoo te zeggen. Bij de zeeëgels zijn de eieren wel heel klein, maar tegelijker tijd zeer doorzichtig, daar ze zeer weinig dooier bevatten. Als een zwerm spermatozoën, die door afscheidingsproducten van 't ei kunnen morden aangelokt, door 't water heen op 't ei toewrikken, stulpt zich het ei wat uit, het rekt zich, als 't ware, de naderende zaadcellen tege moet, vangt er n van op en omsluit hem, doch ook maar n. De tweede zou noodlottig worden voor 't leven van de eicel. Zoodra er n, de snelste, binnen is, wordt de toegang afgesloten, het ei omgeeft zich onmiddellijk met een voor de zaadcellen ondoordringbaar hulsel. Ook de draad of staart, van die er indringt, wordt meestal nog buitengesloten, zoo snel gaat de poort dicht. Wat er nu verder gebeurt, wijzen de eenvoudig gehouden figuurtjes voldoende aan. Waarop, voor wie 't nog niet wist, te letten valt, om ook 't volgend opstel gemak kelijk te kunnen volgen, is dit: Elke van de beide sexueele cellen, die nu samen n cel met een dubbelkern worden, hadden slechts het halve aantal draden; nu na de vereeni ging is 't stel weer compleet, en de kern bevat zoowel van vader < als'van moeders kant een gelijk aantal elementen, die eigen schappen vertegenwoordigen. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl