Historisch Archief 1877-1940
No.>:1466
D E A M S T E R D A M ME R W E E K B L A D' V O O R NEDERLAND.
Beerlijken. Wij kinderen van den nieuweren
tijd kennen niet Cén Verlosser, wonderbaar
uit den hemel neergedaald, ruaar velerlei
groote voorgangers en Itidslieden en, bij
persoonlijke voorliefde voor den een of den
ander, zal de wijze ze allen waaideeren en
eerbiedigen.
Nu is 't evenwel de vraag hoe wij den
kinderen van dit geslacht de Buddha op de
eenvoudigste wijs eenigs/ins kunnen doen
kennen. En dan zou ik zeggen: stellig uiet
langs den weg die in den bovengenoemden
Boedhistischen Calechismus aangewe/.en
wordt. Vooreerst is de vorm van Catechis
mus volkomen ongenietbaar. ])e kinderen
van oud Gereformeerden huize zijn dankbaar
dat zij van den Heidelbergschen Catechismus
verlost zijn en nu zullen zij weer in een
nieuwen Catechismus moeten gelooven! Op
mij althans maakt zoo'n leerboek den indruk
van een kort begrip van alleen-zaligmakende
waarheid, die bij mondjesmaat aaii.de
heilbegeerigen wordt toegediend, om 't even
of de palient het geneesmiddel al of niet
verdragen kan. Want zoo'n Catechismus is
:doorgaans zwaar op de hand en bevat
allerlei ouverduwbare elementen. Dat was
't geval met den Hei ielberger, die den
leerling voorrekende waarom Christus tege
lijkertijd een God en eeu mensch moest zijn
en die de Mis brandmerkte als een vervloekte
Paaps die afgoderij. Dat is 't geval met dezen
Boedhistischen Catechismtn, die den armen
leerling overstelpt met een stortbad van namen
en voorstellingen, die hem ie eenenmale
vreemd zijn. Of waar moet de westei>che
iieVpfiyt zich bergen als hein een reeks van
Sanskrit woorden en benamingen naar't hoofd
wordt gegooid! Wanneer 't b.v. heet als ant
woord op de vraag: Geeft het Boedhisme ook
nauwkeurig eenige aanwij?ingen omtrent de
plaats of de geaardheid van het leed, waarin
het Karma van een slecht mensch hem brengt,
wanneer hij dit leven verlaat? Ja, het zijn
Sanjifa, Kalasübra, Sanglmla, Raura>a, Maria,
Eaurava, Tópa, Prelapa, Avichi. Houd op wat
ik u bidden mag, zoo zal de eenvoudige
?leerling zijn onveratandigen leermeester toe
roepen met. a-luw geln^rde termen en namen
die mij als abrakadabra in do ooren klinken.
Zeg mij kort en eenvoudig wat Buldha gewild
heeft en bedoeld en wat ik van hem leeren kan.
Trouwens deze catechismus is voor Indi
sche Boedbisten geschreven. Zijn
Singaleesche vertaling door kolonel H. S. Olcott
ondernomen is onderzocht door H. Sumongala,
Hoogepriester van Sripada en Galle, Presi
dent 'van den Vidyölaya Parivèna en door
hem in overeenstemming bevonden met den
canon der Zuidelijk Boedhistische kerk. Dat
hij voor Boedhisten bestemd is blijkt dan
pok uit <le eersle vraag: tot welken
golsdienst behoort gij ? waarop hetantwoordluidt:
fbt den BoedhistiSi-hen. Hier in Europa nu
zijn wij geen Boedhisten en zullen 't nooit
?worden: om volbloed en consequent Buddhist
te zijn moet men van Oostertche afkomst
wezen en zich in den Indischen denk- en
spreektrant volkomen thuis gevoelen. Hier
zijn wij heele of halve christenen, zoekende
zielen wellicht die win.-t willen doen met
al het echoone en goede in de godsdiensten
der wereld te vinden en eiken lichtstraal die
liun pad kan verhelderen, dankbaar willen
opvangen. Maar dan moet dat licht ook zoo
klaar, t n helder mogelijk tot ons komen,
eenvoudig, onopgesmukt, zonder eenig ver
toon van geleerdheid of eenigen omhaal van
woorden Is er niet iets uitnemend belachelijks
in de wijs waarop menige zjogenoemde
neo-Boedhist of theosoof deze termen en
klanken op de lippen neemt, radbraakt en
dooreenhaspelt, zonder daarmee een enkele
schrede verder te komen in godsdienst
kennis of levenswijsheid.
Ach, hoe tuiten de ooren van vele onzer
jongelieden tegenwoordig van allerlei
philosophische termen, en begrippen, die in hun
brein een verwarring stichten, grooter dan
ooit bij Bahels torenbouw heeft geheerscht!.
Wil iemand, die gewoon ia ernstig na te
iitnuwnmutimi»
VERHUIZEN,
DOOK
N. VAN WEIIL.
De oudste is_ziek, al vele weken. Al vele
weken is het stil in het groote, oude huis,
niet zijn enkele gewone kamers, met zijn vele
.kleine holges, portaaltjes, trap opjes en
trapafjes, zoo onpraktisch, maar zoo in, ingezellig.
Al vele weken zwijgt het jonge leven in
het oude -huis ; de drie vroolijke broers, de
twee lachende, blozende zusjes zwijgen om
hun oudste broer, die ziek ligt op de
bovenvoorkamer, waar de zon wat meer toegang
heeft dan in de overige kamers, over de
daken der andere oude huizen he^u.
Hij is altijd zwak geweest; de eenige, die
ooit door ziekte aan de vijf schaterende
stemmen het zwijgen oplegde, en de zorg
voor hem, de angst om hem mengde steeds
een teeder toontje in het jonge leven.
- Maar zoo erg als nu is 't nog nooit ge
weest. Nu gaat hij sterven wellicht. Eén van
hen zal uitgedragen worden uit het oude
huis wellicht.
tlij ligt boven op de groote voorkamer.
De gordijnen zijn neergelaten en zeven het
zonlicht tot zachtblauwen glans, en in dat
vreemde licht is zijn ingevallen gelaat angstig
lijkbleek. Zijn groote donkere oogen, zoj
diepomkransd, met groeven van pijn en ver
moeidheid, staren niet somberen blik; zijn
lippen zijn opeengeklemd; nu en dan balt hij
de vuist langzaam, tot zijn vingers zich
blauwig kleuren van 't dichtwringen. Hij
'luistert of er stappen zijn kamer naderen,
want hij wacht bezoek, o, deftig bezoek !
Er zal een consult gehouden worden. Er
moet een professor komen uit een verre stad,
een professor met een zeer beroemden naam.
Dat zal veel, heel veel geld kosten ! Daarom
heeft hij, de oudsle, die 't be-it inzag, wat
vaders zorgen waren, met nog vijf kinderen
om op te voeden en dan steeds dien oudste
als zieke in huis ... daarom heeft hij gebe
den en gesmeekt, het niet te doen, en hij
heeft gezegd: Gij ahen hebt u al steeds zoo
veel voor mij ontzegd, maak mijn leed en
myn zorg niet nog zwaarder, laat ik niet nog
meer den kinderen onthouden wat hun toe
komt."
En hij .heeft gedacht aan iiina, die voor
een partijtje moest bedanken, omdat ze geen
goede jurk had om aan te doen, aan Hans,
die zoolang maar" een atlas van een' vriend
denken de oppervlakkige blijve liever
mijlen ver van het Buddhisme verwijderd!
de diepe en schoone gedachten van Buddha
leeren kennen, dan neme hij, bij meeidere
ontwikkeling, het uitnemende boek
vanOldenberg of het beknopte leerboekje van Rhys
Davids ter hand. Zyn deze beide hem te
zwaar, of te ingewikkeld, dan doorleze hy
het kostelijk gedicht van Edward Arnold,.
The light of Asia", door prof. Meijboorn
voortreffelijk in 't Hollandsch vertaald. De
aanschouwelijk dichterlijke schildering van
den Indischen wijze, zal hem althans eenigen
indruk geven van zijn nobel leven en zijn
diepe gedachten.
Men kan tegenwoordig de tallooze dilet
tanten en liefhebbers van philotophische en
theosophische wijsheid, de heele of halve
hegelaars "of hegelaressen niet genoeg toe
roepen: begint met het allereenvoudigste,
met liet A B C, en als gij voldoende met
melk zijt gevoed, grijpt dan, maar ook dan
eerst, naar de vaste spijs, die u dan wel
b, komen moge.
P. H. IIlXiENUOLTZ Jr.
BOEK4ATVKONDIGING.
r/ Most, naar het Deensch, door
mevrouw D. LOGEMAM -VAX DKR
Wn.i.iCKX. Baarn, Hollandia-drukkerij.
Een boek van 2'IO blad lijden,'groot formaat,
op zwaar papier met duidelijke letter gedrukt,
in vrij goed H'jl!and<ch vertaald eu voorzien
van drie. prentjes.
Het bestaat uit twee afleeliugen. In de
eerste krijgt de lezer achtereenvolgens de
heschrijviiiieij van een lijgerjacht, van een
leeuwenjacht, van een jacht op «i de zwijnen
en yan een avontuur iu- een rotskloof waar
het wemelt van brilslaugen. Nog maakt hij
in zijne verbeelding eene reis van Singapore
naar Nieuw-Zeeland met het s'oomjacht van
een oer-rijken Amerikaan. Onderweg wordt
hij dan overvallen door een verschrikkelijken
yphon en doet hij met de bemanning een
uitstapje op de noordkust van Australiëom
kennis te maken met menscheneters.
Hier is de eerste afdeeling uit. In de tweede
stijgt Pe er Most, een der schepelingen per
ballon captif uit het land der menscheneters
omhoog, om het terrein te verkennen. Het
koord breekt echter en de ballon gaat er
met Peter vandoor, De'.e dost nu een
luclitreis over den Grooten Oceaan en na een paar
dagen belieft het den ballon neer te dalen
op het eiland Tolonga in de buurt van
Bolonga, 600 zeemijlen W.Z.W. van de
Sandwicheilanden.
Peter woidt door de inboorlingen, in het
bijzonder door de jonge, schoone koningin
agra-Sah de gouden bloem" minzaam
ontvangen en maakt zich daar zeer verdienste
lijk, inzonderheid door als aanvoerder der
Tolongeezen het overmachtige leger der
Bolougeezen in de pan te hakken.
Ten slotte trouwt hij de koningin, of beter,
zij trouwt hem, hij wordt koning Most van
Tolonza. Hij zal er nog wel he«richen, want
het zaakje is pas verleden jaar gebeurd.
De vertaalster heeft voor haar werk een
uitgever gevonden, en wanneer deze nu lief
hebbers vindt om het boek te koopen, zijn
bei len tevreden.
Wie weet, wat er gebeurt! Een kleurig
bandje doet wonderen, en tegen St.Nicolaas
ontbreekt het dikwijls aan tijd om zich met'
den inhoud der boeken op de hoogte te stel
len. Bovendien zijn er nog altijd menscheu.
die van dergelijke lectuur houden.
Of het boek bestemd is voor kinderen of
voor groote menschen, is niet uit te maken.
Men weet, wat men mist, als deze twijfel
doet besluiten tot onthouding. K. W.
lïuliman. Een verhaal uit den tijd der
Holenmenschen eu Holenberen. Aan
de jeugd eii haar vrienden opgedragen
door dr. D. E. WEIXI.AXD. Naar den
vijfden druk, uit het Duitsch vertaald
door J. BOKMA DE BOEK. Met een woord
UIHfflUHIIIHIHIIII
moest leenen; aan Karel, die geen lid van
de tooneelvereeniging werd, door zijne klas
opgericht dat alles, omdat hij, de oudste,
ziek is en al weken lang handen vol geld kost.
Dit heeft hij gezegd, maar in gedachten
heeft hij er aan toegevoegd : laat mij maar
sterven ! Ik ben zoo moe van a! 't ziek-zijn,
en geheel gezond word ik toch nooit, laat
mij maar sterven, dan zoudt ge van een'
grooten last ontslagen zijn."
Maar ze hebben hem zoo lief, juist om lat
hij hun altijd zooveel zorg heeft veroorzaakt.
Broers eu zusteis klagen nooit over eene
ontbering, waarvan hij de onschuldige oor
zaak is, en zijne ouders hebben hem nu al
twintig jaar zien worden; neen, nu willen
ze hem niet meer afstaan, nu zal hij bij hen
blijven, hun ou 1ste !
En zoo zal de professor toch komen, zoo
dadelijk.
Het onderzoek is afgeloopen. De professor
trekt zich met den huisdokter terug in de
kamer aan het einde der gang, vader en
moeder houden zich ter hunner beschikking. |
Hij is moede teruggevallen iu de kussens, i
doch op zijn gelaat komt even een glim- i
lachje, dat wel hoopvol lijkt. !
Hij zal zijne moeder overrompelen en haar j
ontrukken, wat ze hem natuurlijk niet zal
willen zeggen : dat hij sterven moet.
Hij wil spoedig zekerheid' hebben.
't Duurt lang, eer ze komt. Lief. goed
moedertje, je zult toch ui"t schreien ? Ueloof
je dan ook niet. dat 't maar't beste is, dat ik
heenga, en er geen zorg meer zal zijn in huis'.'
Nu komt ze binnen, maar (/^uitdrukking
op haar gelaat batmjpt hij niet. Zo kouiT j
hem niet zeggen, dat hij sterven zal, maar i
wat dan, God, wat dan ? Wat beteekent die !
mengeling van blijde hoop en zware zorg? j
Dan knielt ze bij hem neer. Mijn lieve
ling,'' zegt ze, er is hoop, dat we onzen
oudste behouden. Maar we mogen hier niet
blijven, in dit oude, bedompte huis, in die
drukke, stollige stad, we moeten naar de
uiterste buitenwijken verhuizen, waar we
van uit onze woonkamer zóó in bosch en
veld kunnen komen hier zou mijn jongen
sterven aan de koorts, die hem ondermijnt."
Hij zegt niets. Dit is te vreeselijk, te zwaar
om te dragen.
Hij sluit zijn oogen, en zijn gelaat ver
trekt als onder eene plotselinge, hevige,
physieke pijn; zijn' arm wringt hij over zijue
oogen, dat hij vonken ziet.
Maar zijne moeder licht met zachten dwang
zijn arm weg eu zegt verwonderd, angstig:
Nu, wat denkt mijn jongen ?"
vooraf door N. VAX HICIITUM. Met 3
platen en 22 tekst-illustraties. Gouda,
G. B. van Goor Zonen.
Er is veel reclame voor dit boekwerkje
gemaakt.
Een aanbevelend woord van Van Hichtum;
gunstige recensies waarvan handig partij
getrokken werd een keurige uitgave; ver
dienstelijke illustraties; dit alles zoude reeds
bijna voldoende zijn, den weg te effenen voor
den intocht van het boek.
Er is overigens meer, wat dit hoogst be
langwekkend verhaal uit gn.ze oudheid een
goede ontvangst zal verschaffen.
De auteur spreidt namelijk op elke blad
zijde zooveel grondige kennis ten toon van
d o zeden, gewoonten, toestanden enz. uit het
steen-tijdperk, hetwelk hij ons beschrijft,
van het leven der natuur-iiienschen, van hun
nooit ophoudenden strijd tegen de
ver<eheulende dieren, waartegen ze zoo slecht gewa
pend waren, dat wij ouderen en jongeren,
weet- en leesgragen van het begin tot het
eind geboeid worden en den vertaler dank
baar zijn, wijl hij ons met dit werk heeft
doen kennis maken. Gaarne hadden we nog
iets naders van d--n dapperen Rulaman ver
nomen, van zijn werken en streven als vorst
der Kalaïs, van zijn huwelijksleven en van
zijn vooruitgang iu beschaving, die niet uit
kon blijven.
Misschien zal dr. Weinland ons dit alles
nog eens in een vervolg-werkje mededeelen.
MESA.
NIEUWE UITGAVEN.
H't bosch, en d->, :ee, caar het Zweedsch. v-an
GrsTAK AF GKYEBSTAM, door JKANXETTE E.
KKI.ISER. Geautoriseerde uitgave. Amsterdam,
H. J. W. Beeht.
JOZEF LAMDËRT, E?n tuldalein-'rlutal, treurige
toestanden uit het Belgische leger schetsend,
door HoiiAt'K VAX OFFEL. Rotterdam, Meindeit
Boogaeutt Jr.
School fn Ui-en, door .R P. l. TI.TEIX
NOI.TIIExirs. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink A Zoon.
Oiil>D,'.rp fcner constïlationfelt! itaulsnorkmide
voor het Runxiscle keizerrijk, op lust ma 'J'.tar
Alexaiider l, opgesteld door A. NICOI, SI'EYEB.
Leiden, \. W. Sijthotf.
Degrijgaarrl en het mei f j-, door Jon. W.
BROEDEI.ET, '2 dl. Amsterdam, Schellens cfc Giltay.
Scl.etsitn Tan ren jonrn<il.ifl, door JAX Ficrrir,
Amsterdam, Schellens en'( iiltay.
JA( oi! WASSKÜMAX, Al,e.cnnd,-r de. Groote te.
Baby/on. Roman, uit het Duitsch. door J.
EAisiin'irs Jzn. Bussum, J. A. Slee^wijk.
e opleiding der burgerij in \'Uui'idere.n, door
ER. VAX DKN WEOILE. Rotterdam, Meindert
Bogaerdt Jr.
Lercnugeheimen, n >ar het Zweedsch, van
SEI.MA LAGERI.ÖF, door MARGAKF.THA MEIJROOM.
Geaut. uiigave. Amsterdam, 11. J. W. Becht.
Wereld bibliotheek", CHARLES KIXGSI.ICV.
De water kindertjes. Een sprookje voor een
Undkind, bewerkt door M. VAX EEDEX-VAX
VI.O'I'KX, met teekeningen van G. VAN DE WALL
PERXK Amsterdam, G Schrmders.
PHIUITIXE, Verzen, van JOIIAX GROESEHOOM
en N HEL HiDDAH. Antwerpen, Ned.Boekhandel.
VOOR DAMES.
De werkende ranw.
In een der voornaamste Engelsche tijd
schriften heeft Lucas Malet een artikel ge
schreven over bovenstaand onderwerp, dat'
heftige discussies heeft uitgelokt. En dit is
niet te verwonderen, want de beweringen
er ia zijn zoo tegenovergesteld aan de
tijdstrooming, dat er moed toe behoort ze voor
te staan. Echter, al is men het niet eens
MUIIIimtmiMIMmlllmilllHIKIIHIINMIMI 'KllltUIHlm
AVoest grijpt hij haar handen.
O," kermt hij steunend, doe dat niet!
dat niet! In Godsnaam, moeder, laat ik 't
niet zijn, die u allen verdrijf uit dit lieve,
oude hais, laat ik u niet nog meer in zorgen
brengen als ik al deed i"
Wanhoop komt over hem, want 't is, alsof
hij voelt, dat ze niet toe zal geven. Hij heeft
hare handen losgelaten, zijn uitgeteerde vin
gers woelen door zijn donkere krullen, ker
mend kliukt zijn stem: O God, o (iod, doe
dat niet! Ik zou n 't huis uit moeten jagen !"
Maar de hevige ontroering heeft hem spoe
dig uitgeput. Nu ligt hij neer, hijgend, met
den ziel-angst nog op 't gelaat.
Zijn moeder zit verdoofd even. Wel wist
ze, dat ze hier strijd te voeren zou hebben.
maar zóó heeft ze 't niet verwacht.
Doch eindelijk kan ze weer spreken. Zacht
kalmeerend strijkt ze hem over 't voorhoofd
en begint :
Mijn jongen, word weer bedaard er. ver
standig is dit nu mijn kalme, verstandige
oudste zoon, die nog nooit onder zijn verdriet
wanhopig is geworden ". Luister, we hebben
ook tegenwerpingen gemaakt, vooral zeg
gende, dat jij er 't meeste op tegen zon-H
hebben. Toen heeft d;' professor gezegd :
Wilt ge hem laten sterven, blijf dan hier,
en 't zal spoedig afgeloopen zijn. Doch be
geert fie hem te redden?en daarvoor hebt
ge me toch laten komen ga dan zoo gauw
mogelijk niet hem heen, en kom nooit weer
in <le stad met hom." Wat kon vader toen
anders doen dan dadelijk er op uitgaan,
mijn jongen':"
Langzaam dringen die woorden tot hem
door, on hij voelt dat It'j verloren heef f.
Zijn vader is al weg, om een huis te huren,
hoort hij. En hij begrijpt, da: ze niet anders
kunnen doen, dan met hem heengaan dat
zegt het gezonde verstand. Nu vermant hij
zich en zegt nauwelijks hoorbaar, doch kaltn :
,.Lk zat verstandig zij u, moeder. En we
zullen dus ??verhuizen. Ga nu't nieuws be
neden vertellen, ze zullen wachten, moedertje."
Ze kust hem innig, hem met den blik
smeekend, zoo kalm en verstandig te blijven.
Dan gaat ze naar beneden, en schreit op de
trap, voelt zich 't hart breken, dat ze weg
moet uit haar oud lief huis, dat ze dat aan
de kinderen moet gaan vertellen. Doch 't
is de onverbiddelijkste noodzakelijkheid. En,
hoe durft ze schreien? Met dit offer koopen
ze immers het leven van hun oudste?
De schreden van zijne moeder klinken, zich
verwijderend, op de trap. En nu werpt de
wanhoop zich ten tweede male met haar
volle zwaarte op den zieke.
met hare conclusies, men zal moeten erken
nen, dat deze met talent worden vtrdedigd.
Lucas Matet is dan ook niet de eerste de
beste. Achter dit mannelijk pseudoniem ver
bergt zich eene der dochters van Charles
Kingsle}', de fijne romanschrijver, die, in der
tijd met zijne werken, voornamelijk met
Hypat'a, een roman uit het oude Griekenland,
zich zoo beroemd heeft gemaakt. Zijne dochter
heeft zijne begaafdheden geërfd; ook hare
romana, waarvan voornamelijk The, Wages of
min bekend is, maakten grooten opgang. En nu
doet zij zich kennen als zeer conservatief op
het stuk der vrouwenbeweging, bindt den
strijd aan tegen het geëmancipeerde meisje.
Wie zal er zich over verwonderen, als uien
nauaat, in welke omgeving zij werd groot
gebracht!
Uit de Brieven van Charles Kingsley",
eenige jaren geleden ten onzent uitgegeven,
leeren wij dat zij werd opgevoed in een £|rn,
na jaren wachtens door de ouders gesticht,
waar karigheid van middelen de verfijning
van geestesleven niet uitsloot, waar arbeid en
vroomheid het dagelijksch leven beheerschten,
waar, ouder pluin living en liigh thwklng een
moeilijke strijd om het bestaan glansrijk
werd ten einde gebracht. Hoe kan Lucas
Malet sympathie hebben met eene maat
schappij, waarin wordt gestreeld naar gansch
andere doeleinden, waarin de plaats, de
beteekenis der vrouw rust op geheel andere
waardeering, waar zij streefc naar het open
bare, in plaats van naar het gezinsleven.
Wij vragen," zegt y.ij in den aanvang van
haar artikel, alleen nog maar twee dingen :
ons te vermaken en rijk te zijn." 't Is niet
het doel om -terug te roeren tot vroegere
levensopvatting, dat zij schrijft.
Lueas Malet bouwt haar betoog op den
grondslag van eenige uitingen van President
Roosevelt, sprekend over d.-n kinderarbeid
en het werken van getrouwde vroawen in
de fabrieken en zich richtend tot het Nationaal
Congres van Amerikaansche moeders. Hij
toont zich daarin ultra conservatief. De eerste
plicht van den man." zegt hij, H om te
werken en kostwinner te zijn ; de eerste
plicht van de vrouw is te zijn : moeder en
huisvrouw. Alle questies van tarieven en
financiën verzinken in 't niet, als ze verge
leken wordi-n met de ontzaggelijke levens
vraag om te traelüen de toestanden zóó in
te richten, dat deze twee plichten van man
en vrouw, onder tamelijk gunstige omstan
digheden, vervuld kunnen worden.'
En" gaat hij voort, als een natie niet een
overvloed van kinderen heeft, of als die kin
deren den volwassen leeftijd niet bereiken,
of als, indien zij volwassen worden, zij
lichamelijk ongezond of hun ziel weinig ont
wikkeld of misdadig is, dan behooit die natie
tot de decadenten en geen opeenstape'ing
van rijkdommen, geen glansrijke geldelijke
voorspoed kan d t goedmaken."
Ziedaar e-ne uitspraak, die aan duidelijk
heid niets te wenschen overlaat, winnend m
beteekerjis als men bedenkt, dat zij komt
van den man d:e door Ce meest vooruit
strevende natie tot leider werd verkozen.
Eene uitspraak, regelrecht indruischend tegen
de begrippen der feministen, die de laatste
25 jaren in alle beschaafde landen min of
meer veld hebben gewonnen.
Die begrippen zijn geboren uit de nood
zakelijkheid, uit de onmogelijkheid om voor
elke vroii'V verzorging te- vinden in het
huwelijk, zeggen de feministen. Eene onbe
twistbare waarheid, maar toch eene halve
waarheid. Slechts weinigen zullen er zich tejjen
verletten, dat. voorde onvermogende vrouw,
genoodzaakt in eigen onderhoud te voorzien,
het veld der werkzaamheden uitgebreid, de
levenskan-ten vermeerderd worden. Lucas
Malet richt haar betoog voornamelijk tegen de
breede schare van vrouwen en meisjes, die, ook
zonder de^e noodzakelijkheid, is aangrepen
door den tijdgeest, en zich producten er van
toont in levens- en in geestesrichting.in smaak,
in vormen en manieien. De hoogste en de
laagste klassen zijn hier grootenüeels
Imiten
Mm< IMIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiimiiiiiiii
God ! God !" kermt hij kunt ge me dan
nu niet laten sterven, nu dadelijk, dat 't niet
noodig is, dat vreeselijke offer!"
Bonzend slaat hij zijn hoofd achterover
in :t kussen, tot hij verdoofd liggen blijft
en zijn borst ineeiigeperst wordt door zijn
zwaar ademhalen maar hij komt weer bij
en heeft geen kracht meer 't hoofd nog eens
uit de kussens te tillen. Nu moet hij stil
b'ijven liggen en machteloos toelaten, dat de
geheele toestand zich klaar en helder voor
zijn geest ontvouwt.
Zij zullen dm heengaan uit dit lie^e
oude huis, waaiin ze allen geboren zijn, op
hunne moeder na. Ze zullen moeten gaan
wonen in eeu dier stijve, nieuwerwetsche
woningen, van een mo lel als duizend an leren.
Zij zullen het gezellig uitzicht missen op
de winkelstraat. Ze zullen missen de donkere
port aalt j es, waar ze al s kinderen de gezelligheid
zochten, dicht bije.engekroeld, na 't eten en
de groote kamers met kleine ingezette spiegels
boven den eikenhouten schoorsteenmantel.
Zijn vader zal hot lieve, oude huis, hun
thuis, moeten verkoopen en 't is niet
heel hecht meer. Of hij zal 't moeten ver
huren, en wat zal men heden ten dage nog
«even als huurprijs voor een ouderwetsch
huis, met donkere portaaltjes eu ontelbare
op- en aftrapjes? Onder de uitgaven zal
een nieuwe post komen, huishuur. De
verhuizing zal tal van kosten met zich bren
gen, gordijnen en kleeden zullen niet passen,
en voor dat alles zullen ze zich allen nog
meerdere ontberingen opleggen moeder
zal nog minder uitgaan om haar eenige goede
japon lang te sparen, vader zal'savonds nog
langer werken, eu 's ochtends nog eerder
beginnen, de kinderen zullen met geen enkel
ver/.oek kunnen komen in den naderenden
zomer ' en dat alles, omdat- hij nog leeft,
dat alles, om het wegvliedenJe leven te hou
den en in zulk eeu uitgeput, zwak lichaam
als het zijn".
Dat alles bedenkt hij, terwijl zijn oogen
brandend staren en hij door niet ne bewe
ging de gang zijner martelende gedachten
kan afbreken.
O, liefde kan hard werken en veel afdoen!
Vier dagen later is reeds het oogenblik
gekomen, dat de zieke overgebracht zal
worden.
Leunende op de schouders van Hans en
Karel, die hem meer droegen dan steun
den, is hij in het salon gebracht en voor
eenige uren op de canapégelegd. In dien
tijd zal men het meubilair van de zieken
kamer overbrengen, zoodat zijn kamer in het
nieuwe huis de eerste zal zijn, en de eenige
40 cents per regel.
iliiilMlllitlttliiiiiiiiiiiiimiiimillllllllilll
Echt Victoriawatei
OBERLAHNSTEIN.
cht Victoriawate
OBERLAHNSTEIN.
mmnmm vi
ISTELIO
R A
HishGradeTnrkisch|
Cig-arettes
Moderate Prices.
'ULKYN", KHEDIVE", EXTRA FIXE",
2 et. 2 K et. S et.
Ste/io Efsiathopoulos (Smyrna).
^
^vtó
vVXJoi-uu
*
<2
ZONDER
'^\^
X3
rnl
^ ,\GEDEPONEERD/
'WMÉ*
Men vrage moiisujiï, en attesten bij :
AH RQV MAHUHK. Kalverstr., Amst.
Atj JiU v MAK<;UK, Passage, Rotterd.
J' d. KALl'UHXE.V, W. Wag str., Rott.
Mag. H K i' A AA' ft K, Veenestr., den Haag
J<. JH1HMAMN. Groote Markt, Gron.
li HU KM ^V;V, Over deBrol, Leeuward.
Voor plaatsen waar geen contractanten
z'ju, wende men zich: TJnntdkmilnnr
& Fabriek, COMÈTK. E-gertstraai 'A,
Amsterdam. TELEPHOON 3045.
'«-t- ?11 "'-?;.?>*
t 511IIO T*
UdlllCl
pji ttSTE ZWITSERSCH E
R CHOCOLADE
C fl ca o en SUIKER.
ook voor dien dag, die op orde" is. Want
hem moet de ellende der verhuizing zooveel
mogelijk bespaard blijven!'' Dat zijn ze allen
een».
Lina en Emmy zijn hein komen goeden
morgen zeggen de blos van hare wangen
was dieper dan anders t n wat zijn haar
vroolijke oogeu rood of ze geschreid
hebbeu. De jongens zijn stil ; Karel is
bleek, met opeen geklemde lippen, maar
tegenover huu oudste broer zijn je allemaal
vroolijk, roemen het uitzicht uit het nieuwe
huis, en de zonnige, frissche kamers.
Moeder is nog niet bij hem geweest. Ze
heeft 't zoo dn.ik straks zal ze komen,
als 't rijtuig vóór is, om hem over te brengen.
Daar rolt 't voor, en de zieke bergt het
gelaat in de handen ach, het oogenblik is
gekomen, om 't lieve oude huis te verlaten.
Karel neemt hem geheel in de sterke
armeu en draagt hem de trap af zoo gaat
't veel vlugger en als 't bieeke gelaat van
zijn broer schreiend tegen z'u schouder zinkt,
drukt hij hem tegen zich aan en (luistert:
Stil moest ik dan de oudste worden ?"
Hijgend zet hij hem in 't rijtuig, 't reis
deken schikkend over zijn knieën. Nu komt
moeder, met hotd en mantel om, en eene
zwarte dichte voile voor haar gelaat. Ze lic 11
die niet op, om haar oudste den morgenkus
te geven, schor klink haar stem tot Karel:
Ik ben zoo gauw mogelijk terug."
Lina volgt, beladen met allerlei dingen die
haar broer noodig kan hebben. Ze zal bij
hem blijven, dien dag, want moeder heele
nog te veel te doen. Voor haar is dus ook
't oogenblik gekoimjn, om afscheid te n men
van 't oude huis.
Maar welk een moeite ze ouk doet, om
haar broer de ellende der verhuizing te
besparen, ze kan zich niet beheerschen, en
snikt gesmoord, als in vertwijfeling. Haar
schouders schokken moeder kan niet e"én
woord zeggen om haar tot bedaren te manen.
Stil en gelaten leunt de zieke achterover.
Hij hoort Liua's snikken, denkt aan moeders
heesche stern, Karels bleek gelaat en zij u
gefluisterde woorden.
Dan richt hij zich plotseling op met een
uitdrukking van wil en moed in de m'&tóe
oogen, en onmerkbaar vouwen zijn handejtiÉfaï;
Met korte, heftige woorden zegt zjjn.-zf\4;
in hem: * ."'?*'?' A,'*'"
God, laat mij nu leven, nog eenjaar, nog"
twee, nog drie als 't zijn moet dat hun
offer niet tevergeefsch geweest zal zijn!"