De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 17 december pagina 3

17 december 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No.>:1466 D E A M S T E R D A M ME R W E E K B L A D' V O O R NEDERLAND. Beerlijken. Wij kinderen van den nieuweren tijd kennen niet Cén Verlosser, wonderbaar uit den hemel neergedaald, ruaar velerlei groote voorgangers en Itidslieden en, bij persoonlijke voorliefde voor den een of den ander, zal de wijze ze allen waaideeren en eerbiedigen. Nu is 't evenwel de vraag hoe wij den kinderen van dit geslacht de Buddha op de eenvoudigste wijs eenigs/ins kunnen doen kennen. En dan zou ik zeggen: stellig uiet langs den weg die in den bovengenoemden Boedhistischen Calechismus aangewe/.en wordt. Vooreerst is de vorm van Catechis mus volkomen ongenietbaar. ])e kinderen van oud Gereformeerden huize zijn dankbaar dat zij van den Heidelbergschen Catechismus verlost zijn en nu zullen zij weer in een nieuwen Catechismus moeten gelooven! Op mij althans maakt zoo'n leerboek den indruk van een kort begrip van alleen-zaligmakende waarheid, die bij mondjesmaat aaii.de heilbegeerigen wordt toegediend, om 't even of de palient het geneesmiddel al of niet verdragen kan. Want zoo'n Catechismus is :doorgaans zwaar op de hand en bevat allerlei ouverduwbare elementen. Dat was 't geval met den Hei ielberger, die den leerling voorrekende waarom Christus tege lijkertijd een God en eeu mensch moest zijn en die de Mis brandmerkte als een vervloekte Paaps die afgoderij. Dat is 't geval met dezen Boedhistischen Catechismtn, die den armen leerling overstelpt met een stortbad van namen en voorstellingen, die hem ie eenenmale vreemd zijn. Of waar moet de westei>che iieVpfiyt zich bergen als hein een reeks van Sanskrit woorden en benamingen naar't hoofd wordt gegooid! Wanneer 't b.v. heet als ant woord op de vraag: Geeft het Boedhisme ook nauwkeurig eenige aanwij?ingen omtrent de plaats of de geaardheid van het leed, waarin het Karma van een slecht mensch hem brengt, wanneer hij dit leven verlaat? Ja, het zijn Sanjifa, Kalasübra, Sanglmla, Raura>a, Maria, Eaurava, Tópa, Prelapa, Avichi. Houd op wat ik u bidden mag, zoo zal de eenvoudige ?leerling zijn onveratandigen leermeester toe roepen met. a-luw geln^rde termen en namen die mij als abrakadabra in do ooren klinken. Zeg mij kort en eenvoudig wat Buldha gewild heeft en bedoeld en wat ik van hem leeren kan. Trouwens deze catechismus is voor Indi sche Boedbisten geschreven. Zijn Singaleesche vertaling door kolonel H. S. Olcott ondernomen is onderzocht door H. Sumongala, Hoogepriester van Sripada en Galle, Presi dent 'van den Vidyölaya Parivèna en door hem in overeenstemming bevonden met den canon der Zuidelijk Boedhistische kerk. Dat hij voor Boedhisten bestemd is blijkt dan pok uit <le eersle vraag: tot welken golsdienst behoort gij ? waarop hetantwoordluidt: fbt den BoedhistiSi-hen. Hier in Europa nu zijn wij geen Boedhisten en zullen 't nooit ?worden: om volbloed en consequent Buddhist te zijn moet men van Oostertche afkomst wezen en zich in den Indischen denk- en spreektrant volkomen thuis gevoelen. Hier zijn wij heele of halve christenen, zoekende zielen wellicht die win.-t willen doen met al het echoone en goede in de godsdiensten der wereld te vinden en eiken lichtstraal die liun pad kan verhelderen, dankbaar willen opvangen. Maar dan moet dat licht ook zoo klaar, t n helder mogelijk tot ons komen, eenvoudig, onopgesmukt, zonder eenig ver toon van geleerdheid of eenigen omhaal van woorden Is er niet iets uitnemend belachelijks in de wijs waarop menige zjogenoemde neo-Boedhist of theosoof deze termen en klanken op de lippen neemt, radbraakt en dooreenhaspelt, zonder daarmee een enkele schrede verder te komen in godsdienst kennis of levenswijsheid. Ach, hoe tuiten de ooren van vele onzer jongelieden tegenwoordig van allerlei philosophische termen, en begrippen, die in hun brein een verwarring stichten, grooter dan ooit bij Bahels torenbouw heeft geheerscht!. Wil iemand, die gewoon ia ernstig na te iitnuwnmutimi» VERHUIZEN, DOOK N. VAN WEIIL. De oudste is_ziek, al vele weken. Al vele weken is het stil in het groote, oude huis, niet zijn enkele gewone kamers, met zijn vele .kleine holges, portaaltjes, trap opjes en trapafjes, zoo onpraktisch, maar zoo in, ingezellig. Al vele weken zwijgt het jonge leven in het oude -huis ; de drie vroolijke broers, de twee lachende, blozende zusjes zwijgen om hun oudste broer, die ziek ligt op de bovenvoorkamer, waar de zon wat meer toegang heeft dan in de overige kamers, over de daken der andere oude huizen he^u. Hij is altijd zwak geweest; de eenige, die ooit door ziekte aan de vijf schaterende stemmen het zwijgen oplegde, en de zorg voor hem, de angst om hem mengde steeds een teeder toontje in het jonge leven. - Maar zoo erg als nu is 't nog nooit ge weest. Nu gaat hij sterven wellicht. Eén van hen zal uitgedragen worden uit het oude huis wellicht. tlij ligt boven op de groote voorkamer. De gordijnen zijn neergelaten en zeven het zonlicht tot zachtblauwen glans, en in dat vreemde licht is zijn ingevallen gelaat angstig lijkbleek. Zijn groote donkere oogen, zoj diepomkransd, met groeven van pijn en ver moeidheid, staren niet somberen blik; zijn lippen zijn opeengeklemd; nu en dan balt hij de vuist langzaam, tot zijn vingers zich blauwig kleuren van 't dichtwringen. Hij 'luistert of er stappen zijn kamer naderen, want hij wacht bezoek, o, deftig bezoek ! Er zal een consult gehouden worden. Er moet een professor komen uit een verre stad, een professor met een zeer beroemden naam. Dat zal veel, heel veel geld kosten ! Daarom heeft hij, de oudsle, die 't be-it inzag, wat vaders zorgen waren, met nog vijf kinderen om op te voeden en dan steeds dien oudste als zieke in huis ... daarom heeft hij gebe den en gesmeekt, het niet te doen, en hij heeft gezegd: Gij ahen hebt u al steeds zoo veel voor mij ontzegd, maak mijn leed en myn zorg niet nog zwaarder, laat ik niet nog meer den kinderen onthouden wat hun toe komt." En hij .heeft gedacht aan iiina, die voor een partijtje moest bedanken, omdat ze geen goede jurk had om aan te doen, aan Hans, die zoolang maar" een atlas van een' vriend denken de oppervlakkige blijve liever mijlen ver van het Buddhisme verwijderd! de diepe en schoone gedachten van Buddha leeren kennen, dan neme hij, bij meeidere ontwikkeling, het uitnemende boek vanOldenberg of het beknopte leerboekje van Rhys Davids ter hand. Zyn deze beide hem te zwaar, of te ingewikkeld, dan doorleze hy het kostelijk gedicht van Edward Arnold,. The light of Asia", door prof. Meijboorn voortreffelijk in 't Hollandsch vertaald. De aanschouwelijk dichterlijke schildering van den Indischen wijze, zal hem althans eenigen indruk geven van zijn nobel leven en zijn diepe gedachten. Men kan tegenwoordig de tallooze dilet tanten en liefhebbers van philotophische en theosophische wijsheid, de heele of halve hegelaars "of hegelaressen niet genoeg toe roepen: begint met het allereenvoudigste, met liet A B C, en als gij voldoende met melk zijt gevoed, grijpt dan, maar ook dan eerst, naar de vaste spijs, die u dan wel b, komen moge. P. H. IIlXiENUOLTZ Jr. BOEK4ATVKONDIGING. r/ Most, naar het Deensch, door mevrouw D. LOGEMAM -VAX DKR Wn.i.iCKX. Baarn, Hollandia-drukkerij. Een boek van 2'IO blad lijden,'groot formaat, op zwaar papier met duidelijke letter gedrukt, in vrij goed H'jl!and<ch vertaald eu voorzien van drie. prentjes. Het bestaat uit twee afleeliugen. In de eerste krijgt de lezer achtereenvolgens de heschrijviiiieij van een lijgerjacht, van een leeuwenjacht, van een jacht op «i de zwijnen en yan een avontuur iu- een rotskloof waar het wemelt van brilslaugen. Nog maakt hij in zijne verbeelding eene reis van Singapore naar Nieuw-Zeeland met het s'oomjacht van een oer-rijken Amerikaan. Onderweg wordt hij dan overvallen door een verschrikkelijken yphon en doet hij met de bemanning een uitstapje op de noordkust van Australiëom kennis te maken met menscheneters. Hier is de eerste afdeeling uit. In de tweede stijgt Pe er Most, een der schepelingen per ballon captif uit het land der menscheneters omhoog, om het terrein te verkennen. Het koord breekt echter en de ballon gaat er met Peter vandoor, De'.e dost nu een luclitreis over den Grooten Oceaan en na een paar dagen belieft het den ballon neer te dalen op het eiland Tolonga in de buurt van Bolonga, 600 zeemijlen W.Z.W. van de Sandwicheilanden. Peter woidt door de inboorlingen, in het bijzonder door de jonge, schoone koningin agra-Sah de gouden bloem" minzaam ontvangen en maakt zich daar zeer verdienste lijk, inzonderheid door als aanvoerder der Tolongeezen het overmachtige leger der Bolougeezen in de pan te hakken. Ten slotte trouwt hij de koningin, of beter, zij trouwt hem, hij wordt koning Most van Tolonza. Hij zal er nog wel he«richen, want het zaakje is pas verleden jaar gebeurd. De vertaalster heeft voor haar werk een uitgever gevonden, en wanneer deze nu lief hebbers vindt om het boek te koopen, zijn bei len tevreden. Wie weet, wat er gebeurt! Een kleurig bandje doet wonderen, en tegen St.Nicolaas ontbreekt het dikwijls aan tijd om zich met' den inhoud der boeken op de hoogte te stel len. Bovendien zijn er nog altijd menscheu. die van dergelijke lectuur houden. Of het boek bestemd is voor kinderen of voor groote menschen, is niet uit te maken. Men weet, wat men mist, als deze twijfel doet besluiten tot onthouding. K. W. lïuliman. Een verhaal uit den tijd der Holenmenschen eu Holenberen. Aan de jeugd eii haar vrienden opgedragen door dr. D. E. WEIXI.AXD. Naar den vijfden druk, uit het Duitsch vertaald door J. BOKMA DE BOEK. Met een woord UIHfflUHIIIHIHIIII moest leenen; aan Karel, die geen lid van de tooneelvereeniging werd, door zijne klas opgericht dat alles, omdat hij, de oudste, ziek is en al weken lang handen vol geld kost. Dit heeft hij gezegd, maar in gedachten heeft hij er aan toegevoegd : laat mij maar sterven ! Ik ben zoo moe van a! 't ziek-zijn, en geheel gezond word ik toch nooit, laat mij maar sterven, dan zoudt ge van een' grooten last ontslagen zijn." Maar ze hebben hem zoo lief, juist om lat hij hun altijd zooveel zorg heeft veroorzaakt. Broers eu zusteis klagen nooit over eene ontbering, waarvan hij de onschuldige oor zaak is, en zijne ouders hebben hem nu al twintig jaar zien worden; neen, nu willen ze hem niet meer afstaan, nu zal hij bij hen blijven, hun ou 1ste ! En zoo zal de professor toch komen, zoo dadelijk. Het onderzoek is afgeloopen. De professor trekt zich met den huisdokter terug in de kamer aan het einde der gang, vader en moeder houden zich ter hunner beschikking. | Hij is moede teruggevallen iu de kussens, i doch op zijn gelaat komt even een glim- i lachje, dat wel hoopvol lijkt. ! Hij zal zijne moeder overrompelen en haar j ontrukken, wat ze hem natuurlijk niet zal willen zeggen : dat hij sterven moet. Hij wil spoedig zekerheid' hebben. 't Duurt lang, eer ze komt. Lief. goed moedertje, je zult toch ui"t schreien ? Ueloof je dan ook niet. dat 't maar't beste is, dat ik heenga, en er geen zorg meer zal zijn in huis'.' Nu komt ze binnen, maar (/^uitdrukking op haar gelaat batmjpt hij niet. Zo kouiT j hem niet zeggen, dat hij sterven zal, maar i wat dan, God, wat dan ? Wat beteekent die ! mengeling van blijde hoop en zware zorg? j Dan knielt ze bij hem neer. Mijn lieve ling,'' zegt ze, er is hoop, dat we onzen oudste behouden. Maar we mogen hier niet blijven, in dit oude, bedompte huis, in die drukke, stollige stad, we moeten naar de uiterste buitenwijken verhuizen, waar we van uit onze woonkamer zóó in bosch en veld kunnen komen hier zou mijn jongen sterven aan de koorts, die hem ondermijnt." Hij zegt niets. Dit is te vreeselijk, te zwaar om te dragen. Hij sluit zijn oogen, en zijn gelaat ver trekt als onder eene plotselinge, hevige, physieke pijn; zijn' arm wringt hij over zijue oogen, dat hij vonken ziet. Maar zijne moeder licht met zachten dwang zijn arm weg eu zegt verwonderd, angstig: Nu, wat denkt mijn jongen ?" vooraf door N. VAX HICIITUM. Met 3 platen en 22 tekst-illustraties. Gouda, G. B. van Goor Zonen. Er is veel reclame voor dit boekwerkje gemaakt. Een aanbevelend woord van Van Hichtum; gunstige recensies waarvan handig partij getrokken werd een keurige uitgave; ver dienstelijke illustraties; dit alles zoude reeds bijna voldoende zijn, den weg te effenen voor den intocht van het boek. Er is overigens meer, wat dit hoogst be langwekkend verhaal uit gn.ze oudheid een goede ontvangst zal verschaffen. De auteur spreidt namelijk op elke blad zijde zooveel grondige kennis ten toon van d o zeden, gewoonten, toestanden enz. uit het steen-tijdperk, hetwelk hij ons beschrijft, van het leven der natuur-iiienschen, van hun nooit ophoudenden strijd tegen de ver<eheulende dieren, waartegen ze zoo slecht gewa pend waren, dat wij ouderen en jongeren, weet- en leesgragen van het begin tot het eind geboeid worden en den vertaler dank baar zijn, wijl hij ons met dit werk heeft doen kennis maken. Gaarne hadden we nog iets naders van d--n dapperen Rulaman ver nomen, van zijn werken en streven als vorst der Kalaïs, van zijn huwelijksleven en van zijn vooruitgang iu beschaving, die niet uit kon blijven. Misschien zal dr. Weinland ons dit alles nog eens in een vervolg-werkje mededeelen. MESA. NIEUWE UITGAVEN. H't bosch, en d->, :ee, caar het Zweedsch. v-an GrsTAK AF GKYEBSTAM, door JKANXETTE E. KKI.ISER. Geautoriseerde uitgave. Amsterdam, H. J. W. Beeht. JOZEF LAMDËRT, E?n tuldalein-'rlutal, treurige toestanden uit het Belgische leger schetsend, door HoiiAt'K VAX OFFEL. Rotterdam, Meindeit Boogaeutt Jr. School fn Ui-en, door .R P. l. TI.TEIX NOI.TIIExirs. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink A Zoon. Oiil>D,'.rp fcner constïlationfelt! itaulsnorkmide voor het Runxiscle keizerrijk, op lust ma 'J'.tar Alexaiider l, opgesteld door A. NICOI, SI'EYEB. Leiden, \. W. Sijthotf. Degrijgaarrl en het mei f j-, door Jon. W. BROEDEI.ET, '2 dl. Amsterdam, Schellens cfc Giltay. Scl.etsitn Tan ren jonrn<il.ifl, door JAX Ficrrir, Amsterdam, Schellens en'( iiltay. JA( oi! WASSKÜMAX, Al,e.cnnd,-r de. Groote te. Baby/on. Roman, uit het Duitsch. door J. EAisiin'irs Jzn. Bussum, J. A. Slee^wijk. e opleiding der burgerij in \'Uui'idere.n, door ER. VAX DKN WEOILE. Rotterdam, Meindert Bogaerdt Jr. Lercnugeheimen, n >ar het Zweedsch, van SEI.MA LAGERI.ÖF, door MARGAKF.THA MEIJROOM. Geaut. uiigave. Amsterdam, 11. J. W. Becht. Wereld bibliotheek", CHARLES KIXGSI.ICV. De water kindertjes. Een sprookje voor een Undkind, bewerkt door M. VAX EEDEX-VAX VI.O'I'KX, met teekeningen van G. VAN DE WALL PERXK Amsterdam, G Schrmders. PHIUITIXE, Verzen, van JOIIAX GROESEHOOM en N HEL HiDDAH. Antwerpen, Ned.Boekhandel. VOOR DAMES. De werkende ranw. In een der voornaamste Engelsche tijd schriften heeft Lucas Malet een artikel ge schreven over bovenstaand onderwerp, dat' heftige discussies heeft uitgelokt. En dit is niet te verwonderen, want de beweringen er ia zijn zoo tegenovergesteld aan de tijdstrooming, dat er moed toe behoort ze voor te staan. Echter, al is men het niet eens MUIIIimtmiMIMmlllmilllHIKIIHIINMIMI 'KllltUIHlm AVoest grijpt hij haar handen. O," kermt hij steunend, doe dat niet! dat niet! In Godsnaam, moeder, laat ik 't niet zijn, die u allen verdrijf uit dit lieve, oude hais, laat ik u niet nog meer in zorgen brengen als ik al deed i" Wanhoop komt over hem, want 't is, alsof hij voelt, dat ze niet toe zal geven. Hij heeft hare handen losgelaten, zijn uitgeteerde vin gers woelen door zijn donkere krullen, ker mend kliukt zijn stem: O God, o (iod, doe dat niet! Ik zou n 't huis uit moeten jagen !" Maar de hevige ontroering heeft hem spoe dig uitgeput. Nu ligt hij neer, hijgend, met den ziel-angst nog op 't gelaat. Zijn moeder zit verdoofd even. Wel wist ze, dat ze hier strijd te voeren zou hebben. maar zóó heeft ze 't niet verwacht. Doch eindelijk kan ze weer spreken. Zacht kalmeerend strijkt ze hem over 't voorhoofd en begint : Mijn jongen, word weer bedaard er. ver standig is dit nu mijn kalme, verstandige oudste zoon, die nog nooit onder zijn verdriet wanhopig is geworden ". Luister, we hebben ook tegenwerpingen gemaakt, vooral zeg gende, dat jij er 't meeste op tegen zon-H hebben. Toen heeft d;' professor gezegd : Wilt ge hem laten sterven, blijf dan hier, en 't zal spoedig afgeloopen zijn. Doch be geert fie hem te redden?en daarvoor hebt ge me toch laten komen ga dan zoo gauw mogelijk niet hem heen, en kom nooit weer in <le stad met hom." Wat kon vader toen anders doen dan dadelijk er op uitgaan, mijn jongen':" Langzaam dringen die woorden tot hem door, on hij voelt dat It'j verloren heef f. Zijn vader is al weg, om een huis te huren, hoort hij. En hij begrijpt, da: ze niet anders kunnen doen, dan met hem heengaan dat zegt het gezonde verstand. Nu vermant hij zich en zegt nauwelijks hoorbaar, doch kaltn : ,.Lk zat verstandig zij u, moeder. En we zullen dus ??verhuizen. Ga nu't nieuws be neden vertellen, ze zullen wachten, moedertje." Ze kust hem innig, hem met den blik smeekend, zoo kalm en verstandig te blijven. Dan gaat ze naar beneden, en schreit op de trap, voelt zich 't hart breken, dat ze weg moet uit haar oud lief huis, dat ze dat aan de kinderen moet gaan vertellen. Doch 't is de onverbiddelijkste noodzakelijkheid. En, hoe durft ze schreien? Met dit offer koopen ze immers het leven van hun oudste? De schreden van zijne moeder klinken, zich verwijderend, op de trap. En nu werpt de wanhoop zich ten tweede male met haar volle zwaarte op den zieke. met hare conclusies, men zal moeten erken nen, dat deze met talent worden vtrdedigd. Lucas Matet is dan ook niet de eerste de beste. Achter dit mannelijk pseudoniem ver bergt zich eene der dochters van Charles Kingsle}', de fijne romanschrijver, die, in der tijd met zijne werken, voornamelijk met Hypat'a, een roman uit het oude Griekenland, zich zoo beroemd heeft gemaakt. Zijne dochter heeft zijne begaafdheden geërfd; ook hare romana, waarvan voornamelijk The, Wages of min bekend is, maakten grooten opgang. En nu doet zij zich kennen als zeer conservatief op het stuk der vrouwenbeweging, bindt den strijd aan tegen het geëmancipeerde meisje. Wie zal er zich over verwonderen, als uien nauaat, in welke omgeving zij werd groot gebracht! Uit de Brieven van Charles Kingsley", eenige jaren geleden ten onzent uitgegeven, leeren wij dat zij werd opgevoed in een £|rn, na jaren wachtens door de ouders gesticht, waar karigheid van middelen de verfijning van geestesleven niet uitsloot, waar arbeid en vroomheid het dagelijksch leven beheerschten, waar, ouder pluin living en liigh thwklng een moeilijke strijd om het bestaan glansrijk werd ten einde gebracht. Hoe kan Lucas Malet sympathie hebben met eene maat schappij, waarin wordt gestreeld naar gansch andere doeleinden, waarin de plaats, de beteekenis der vrouw rust op geheel andere waardeering, waar zij streefc naar het open bare, in plaats van naar het gezinsleven. Wij vragen," zegt y.ij in den aanvang van haar artikel, alleen nog maar twee dingen : ons te vermaken en rijk te zijn." 't Is niet het doel om -terug te roeren tot vroegere levensopvatting, dat zij schrijft. Lueas Malet bouwt haar betoog op den grondslag van eenige uitingen van President Roosevelt, sprekend over d.-n kinderarbeid en het werken van getrouwde vroawen in de fabrieken en zich richtend tot het Nationaal Congres van Amerikaansche moeders. Hij toont zich daarin ultra conservatief. De eerste plicht van den man." zegt hij, H om te werken en kostwinner te zijn ; de eerste plicht van de vrouw is te zijn : moeder en huisvrouw. Alle questies van tarieven en financiën verzinken in 't niet, als ze verge leken wordi-n met de ontzaggelijke levens vraag om te traelüen de toestanden zóó in te richten, dat deze twee plichten van man en vrouw, onder tamelijk gunstige omstan digheden, vervuld kunnen worden.' En" gaat hij voort, als een natie niet een overvloed van kinderen heeft, of als die kin deren den volwassen leeftijd niet bereiken, of als, indien zij volwassen worden, zij lichamelijk ongezond of hun ziel weinig ont wikkeld of misdadig is, dan behooit die natie tot de decadenten en geen opeenstape'ing van rijkdommen, geen glansrijke geldelijke voorspoed kan d t goedmaken." Ziedaar e-ne uitspraak, die aan duidelijk heid niets te wenschen overlaat, winnend m beteekerjis als men bedenkt, dat zij komt van den man d:e door Ce meest vooruit strevende natie tot leider werd verkozen. Eene uitspraak, regelrecht indruischend tegen de begrippen der feministen, die de laatste 25 jaren in alle beschaafde landen min of meer veld hebben gewonnen. Die begrippen zijn geboren uit de nood zakelijkheid, uit de onmogelijkheid om voor elke vroii'V verzorging te- vinden in het huwelijk, zeggen de feministen. Eene onbe twistbare waarheid, maar toch eene halve waarheid. Slechts weinigen zullen er zich tejjen verletten, dat. voorde onvermogende vrouw, genoodzaakt in eigen onderhoud te voorzien, het veld der werkzaamheden uitgebreid, de levenskan-ten vermeerderd worden. Lucas Malet richt haar betoog voornamelijk tegen de breede schare van vrouwen en meisjes, die, ook zonder de^e noodzakelijkheid, is aangrepen door den tijdgeest, en zich producten er van toont in levens- en in geestesrichting.in smaak, in vormen en manieien. De hoogste en de laagste klassen zijn hier grootenüeels Imiten Mm< IMIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiimiiiiiiii God ! God !" kermt hij kunt ge me dan nu niet laten sterven, nu dadelijk, dat 't niet noodig is, dat vreeselijke offer!" Bonzend slaat hij zijn hoofd achterover in :t kussen, tot hij verdoofd liggen blijft en zijn borst ineeiigeperst wordt door zijn zwaar ademhalen maar hij komt weer bij en heeft geen kracht meer 't hoofd nog eens uit de kussens te tillen. Nu moet hij stil b'ijven liggen en machteloos toelaten, dat de geheele toestand zich klaar en helder voor zijn geest ontvouwt. Zij zullen dm heengaan uit dit lie^e oude huis, waaiin ze allen geboren zijn, op hunne moeder na. Ze zullen moeten gaan wonen in eeu dier stijve, nieuwerwetsche woningen, van een mo lel als duizend an leren. Zij zullen het gezellig uitzicht missen op de winkelstraat. Ze zullen missen de donkere port aalt j es, waar ze al s kinderen de gezelligheid zochten, dicht bije.engekroeld, na 't eten en de groote kamers met kleine ingezette spiegels boven den eikenhouten schoorsteenmantel. Zijn vader zal hot lieve, oude huis, hun thuis, moeten verkoopen en 't is niet heel hecht meer. Of hij zal 't moeten ver huren, en wat zal men heden ten dage nog «even als huurprijs voor een ouderwetsch huis, met donkere portaaltjes eu ontelbare op- en aftrapjes? Onder de uitgaven zal een nieuwe post komen, huishuur. De verhuizing zal tal van kosten met zich bren gen, gordijnen en kleeden zullen niet passen, en voor dat alles zullen ze zich allen nog meerdere ontberingen opleggen moeder zal nog minder uitgaan om haar eenige goede japon lang te sparen, vader zal'savonds nog langer werken, eu 's ochtends nog eerder beginnen, de kinderen zullen met geen enkel ver/.oek kunnen komen in den naderenden zomer ' en dat alles, omdat- hij nog leeft, dat alles, om het wegvliedenJe leven te hou den en in zulk eeu uitgeput, zwak lichaam als het zijn". Dat alles bedenkt hij, terwijl zijn oogen brandend staren en hij door niet ne bewe ging de gang zijner martelende gedachten kan afbreken. O, liefde kan hard werken en veel afdoen! Vier dagen later is reeds het oogenblik gekomen, dat de zieke overgebracht zal worden. Leunende op de schouders van Hans en Karel, die hem meer droegen dan steun den, is hij in het salon gebracht en voor eenige uren op de canapégelegd. In dien tijd zal men het meubilair van de zieken kamer overbrengen, zoodat zijn kamer in het nieuwe huis de eerste zal zijn, en de eenige 40 cents per regel. iliiilMlllitlttliiiiiiiiiiiiimiiimillllllllilll Echt Victoriawatei OBERLAHNSTEIN. cht Victoriawate OBERLAHNSTEIN. mmnmm vi ISTELIO R A HishGradeTnrkisch| Cig-arettes Moderate Prices. 'ULKYN", KHEDIVE", EXTRA FIXE", 2 et. 2 K et. S et. Ste/io Efsiathopoulos (Smyrna). ^ ^vtó vVXJoi-uu * <2 ZONDER '^\^ X3 rnl ^ ,\GEDEPONEERD/ 'WMÉ* Men vrage moiisujiï, en attesten bij : AH RQV MAHUHK. Kalverstr., Amst. Atj JiU v MAK<;UK, Passage, Rotterd. J' d. KALl'UHXE.V, W. Wag str., Rott. Mag. H K i' A AA' ft K, Veenestr., den Haag J<. JH1HMAMN. Groote Markt, Gron. li HU KM ^V;V, Over deBrol, Leeuward. Voor plaatsen waar geen contractanten z'ju, wende men zich: TJnntdkmilnnr & Fabriek, COMÈTK. E-gertstraai 'A, Amsterdam. TELEPHOON 3045. '«-t- ?11 "'-?;.?>* t 511IIO T* UdlllCl pji ttSTE ZWITSERSCH E R CHOCOLADE C fl ca o en SUIKER. ook voor dien dag, die op orde" is. Want hem moet de ellende der verhuizing zooveel mogelijk bespaard blijven!'' Dat zijn ze allen een». Lina en Emmy zijn hein komen goeden morgen zeggen de blos van hare wangen was dieper dan anders t n wat zijn haar vroolijke oogeu rood of ze geschreid hebbeu. De jongens zijn stil ; Karel is bleek, met opeen geklemde lippen, maar tegenover huu oudste broer zijn je allemaal vroolijk, roemen het uitzicht uit het nieuwe huis, en de zonnige, frissche kamers. Moeder is nog niet bij hem geweest. Ze heeft 't zoo dn.ik straks zal ze komen, als 't rijtuig vóór is, om hem over te brengen. Daar rolt 't voor, en de zieke bergt het gelaat in de handen ach, het oogenblik is gekomen, om 't lieve oude huis te verlaten. Karel neemt hem geheel in de sterke armeu en draagt hem de trap af zoo gaat 't veel vlugger en als 't bieeke gelaat van zijn broer schreiend tegen z'u schouder zinkt, drukt hij hem tegen zich aan en (luistert: Stil moest ik dan de oudste worden ?" Hijgend zet hij hem in 't rijtuig, 't reis deken schikkend over zijn knieën. Nu komt moeder, met hotd en mantel om, en eene zwarte dichte voile voor haar gelaat. Ze lic 11 die niet op, om haar oudste den morgenkus te geven, schor klink haar stem tot Karel: Ik ben zoo gauw mogelijk terug." Lina volgt, beladen met allerlei dingen die haar broer noodig kan hebben. Ze zal bij hem blijven, dien dag, want moeder heele nog te veel te doen. Voor haar is dus ook 't oogenblik gekoimjn, om afscheid te n men van 't oude huis. Maar welk een moeite ze ouk doet, om haar broer de ellende der verhuizing te besparen, ze kan zich niet beheerschen, en snikt gesmoord, als in vertwijfeling. Haar schouders schokken moeder kan niet e"én woord zeggen om haar tot bedaren te manen. Stil en gelaten leunt de zieke achterover. Hij hoort Liua's snikken, denkt aan moeders heesche stern, Karels bleek gelaat en zij u gefluisterde woorden. Dan richt hij zich plotseling op met een uitdrukking van wil en moed in de m'&tóe oogen, en onmerkbaar vouwen zijn handejtiÉfaï; Met korte, heftige woorden zegt zjjn.-zf\4; in hem: * ."'?*'?' A,'*'" God, laat mij nu leven, nog eenjaar, nog" twee, nog drie als 't zijn moet dat hun offer niet tevergeefsch geweest zal zijn!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl