Historisch Archief 1877-1940
NM487
DB AMSTEEDAMMEE
A°. 1905,
WEE
VOOK NEDERLAND
Onder r e cL a. o ti ©
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
SL n_ J". 3D IE K O O.
Uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDOBF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden . . . . . . / 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar MB mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/»
Bit -ttad ia verkrijgbaar Kioek 10 Boulevard des Capocioes tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag ^4 December,
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer ? 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces nit Duitsclüand, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
KUDOLJ? MOSSB te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Pfenuig.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ:
Standenscholen te Amsterdam, door H. Deelman.
De heer Pop en zjjn ambtenaren (Ingez.).
FEUILLETON: De verkochte stem. Naar het
Dpitsch, van L. Andro, I. KUNST EN
LETTEREN: Muziek in <le hoofdstad, door
Ant. Averkamp.?Collectanea Napol«onica.
Ivate Greeneway, door M. H. Spiekmann en
G. 8. Layard, beoordeeld door E. W, P. de
Vries Jr. Een laatste woord ia zake namaak
van prentkunst, door J. W. N. The Poems
of Ernest Dowaon, door M. U. J. Everts
Jr., Catastropben, door C. Gr. N. de Vooys.
VOOR DAMES: Brieven uit Nieuw-Nederland,
door A. E. M. S. te Laer. ALLERLEI, door
Caprice. - UIT DE NATUUR, door E.
Heimans. Een teekening van Rotgans.
Deli in Woord en Beeld, (met afb.).
Albert Vogel, (met portr.), door Jan Feith.
Muziek en Gymnastiek in d« Aesthetische
Opvoeding, II, door J. W. Gerhard.
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK,
door D. Stigter. Julius Pruttelman
Brpmmeijer. INGEZONDEN.
DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL.
ADVERTENTIEN.
Standenscholen te Amsterdam.
. In onze gemeente bestaan vier aoorton
van openbare lagere scholen, die der Ie,
2e, 3e en 4e klasse. Het onderwijs aan
'de scholen der Ie en 2e klasse verschilt
slechts daarin, dat aan de eerstgenoemde
scholen een voorbereidende cursus is ver
bonden. Aan de scholen der Ie klasse
wordt geen of een zeer gering schoolgeld
geheven, dat enkele centen per leerling
en per. week bedraagt. Aan die der 2e
klasse is het schoolgeld wat hooger en
bedraagt ?0.125 tot ?0.20 per week.
Al deze scholen zijn voor de kinderen
uit den werkmansstand en van de kleine
burgerij, naar hun welstand echter zorg
vuldig gescheiden in twee soorten; de
on- en minvermogenden genieten samen
het onderwijs, doch die het wat beter
betalen kunnen worden van do overigen
gescheiden en gaan naar een apart voor
hen bestemde school.
Ook tusschen de scholen 3e en 4e kl.
bestaat slechts een gering verschil in
leerplan, doch wel in schoolgeld, dat aan
de laatste scholen aanzienlijk hooger is
. dan aan de eerste. Zij leiden op voor het
middelbaar en hooger onderwijs en haar
leerplannen verschillen dus principieel
van die der Ie en 2e klasse scholen.
Hier worden de kinderen onderwezen
van den middelstand en de meergegoeden,
elke s .t and in een afzonderlijk gebouw.
De lezer ziet, de toestand is ingewik
keld. Nergens in ons vaderland, voor
zoover wij weten, worden de standen in
de scholen zorgvuldiger gescheiden dan
in Amsterdam. De oorsprong van dezen
toestand ligt in het verleden, toen de
verschillende maatschappelijke klassen
veel meer dan nu begeerden afzonderlijk
te leven en is maar niet op eenmaal te
veranderen. Doch het wordt thans tijd,
met die verandering een begin te maken.
Men moet komen tot twee soorten van
scholen, eene soort, waarop alle kinderen
kunnen gaan, die het onderwijs later niet
aan een burgerschool of gymnasium zullen
voortzetten en eene soort voor de kinde
ren, die later wel voortgezet onderwijs
zullen ontvangen. Een uitmuntend doch
volkomen gelijk elementair onderwijs
voor allen, rijk of arm, zou ons ideaal
zijn, doch voorloopig behoeft daaraan nog
niet te worden gedacht.
Indien echter de kinderen, die nu de
scholen Ie en 2e klasse bezoeken, op ne
soort van scholen werden bijeengebracht,
zouden daardoor dadelijk tal van
voordeelen worden verkregen en geen enkel
nadeel zou er het gevolg van zijn. 1) Eerste
voordeel: Er zijn thans 115 scholen der Ie
klasse en 28 der tweede klasse over de
stad verspreid. De leerlingen der eerste
soort vinden dus altijd een school zeer dicht
bij hun woning, die der tweede moeten
soms een langen weg afleggen om de
school te bereiken. Werd het verschil
tusschen de Ie en 2e klasse opgeheven,
dan zouden ook de kinderen van laatst
genoemde soort in even gunstige con
ditie komen. Het is geen gering bezwaar
voor vele ouders, dat hun zesjarige kin
deren ter wille van hun onderwijs eenige
1) De vergadering van hoofden van scho
len Ie klasse heeft in haar vergadering ven
17 Nov. jl. reeds besloten Burgemeester en
Wethouders voor te stellen de Ie en 2e kl.
scholen samen te smelten tot n categorie.
l
keeren per dag een langen en gevaarlijken
weg rnoetea afleggen. Tweede voordeel:
Het gebeurt vaak, dat een leerling eener
Ie kL school door het vermeerderen van
den welstand der ouders naar een 2e kl.
school wordt verwezen en even dikwijls
gebeurt het omgekeerde, als de welstand
der ouders vermindert. Tal van kinderen
moeten dus midden in den leertijd van
school veranderen en dat brengt zeer
veel schade toe aan hun onderwijs. Werd
ons denkbeeld werkelijkheid, dan zou
daaaaan een einde komen. Derde voor
deel : Er is thans in sommige deelen der
stad, bijvoorbeeld in het deel tusschen
Artis en den Amstel overvloed van plaats
ruimte op de Ie kl. scholen, terwijl er
groot gebrek aan plaatsruimte is voor de
leerlingen der 2e kl. scholen in het Van
Lennepkwartier. Werd het verschil tus
schen de twee klassen opgeheven, dan
zouden de leerlingen veel regelmatiger
over de scholen kunnen worden ver
deeld. Vierde voordeel: Als besloten werd
de twee soorten van scholen tot n
categorie samen te smelten, zouden de
voorbereidende klassen van de Ie kl.
scholen moeten worden losgemaakt. Men
zou dan het voorbereidende onderwijs
moeten reorganiseeren, wat hoog noodig
is. Men leze over den toestand van dat
onderwijs maar eens de verslagen der
schoolcommissie.
Een bezwaar dat gewoonlijk breed wordt
uitgemeten, is, dunkt ons, van geringe
beteekenis. Er wordt beweerd, dat de
ouders der leerlingen van de 2e kl. scho
len met grooten tegenzin zouden zien,
dat hun kinderen naar de scholen Ie kl,
werden gezonden, daar zij voor het hoo
gere schoolgeld ook voor hun kinderen
het gezelschap van scholieren van den
zelfden welstand verlangen. Maar op de
scholen der Ie klasse zijn er ook b
talenden en niet betalenden, terwijl van
een soortgelijk verlangen bij de eerste
soort nooit iets blijkt. En als nu een
leerling eener Ie kl. school wordt ver
wezen naar een 2e kl. school, als de
welstand der ouders wat toeneemt, zijn
deze steeds zeer in hun schik, als hun
kind op de Ie kl. school kan blijven
tegen betaling van het schoolgeld der 2e
kl., wat gewoonlijk wordt toegestaan.
Werd het verschil tusschen de Ie en 2e
kl. opgeheven, zoodat de kinderen van
de on- en minvermogenden onder den
werkmansstaud broederlijk naastelkander
op dezelfde banken plaats namen, ofschoon
het schoolgeld verschillend was, dan
zouden enkele bekrompen lieden daarover
waarschijnlijk aanvankelijk ontevreden
zijn, doch stellig zou men zich heel spoedig
met den nieuwen toestand verzoenen.
Ook het samensmelten der scholen 3e
en 4e kl. tot eene soort van scholen, zou
zeer wel mogelijk zijn en schoon in
mindere mate onmiddellijk voordeel op
leveren. Wij zullen dat hier niet verder
nagaan.
Werden onze denkbeelden verwezen
lijkt, dan zou men een groote schrede
genaderd zijn tot de opheffing van alle
standen verschil op de lagere scholen.
Misschien is het een illusie, dat het eens
tot de algeheele opheffing er van zal
komen, doch het is plicht er naar te
streven. Meer dan ooit is het met het
oog op de toekomst der maatschappij
noodig, dat verschillende maatschappe
lijke klassen voor elkaar leeren gevoelen,
elkaar leeren waardeeren. Hoe zal dat
mogelijk zijn, als een kind, waarvoor
vier stuivers per week betaald wordt,
reeds te hoog geacht wordt voor het
gezelschap van het kind, dat wekelijks
maar vier centen tot de gemeenschap
kan bijdragen ?
Vele meergegoeden begeereu voor hun.
kinderen een afzonderlijk onderwijs, om
dat zij vreezen, dat de omgang met de
kinderen der werklieden de ruwheid bij
hun kroost bevorderen zou. Zij trachten
de besmetting met ondeugden te voor
komen, door hun kinderen te isoleeren.
Velen gelooven nog, dat de karakter
eigenschappen in de hoogere standen in
het algemeen hooger moeten worden ge
steld dan in de lagere en dat er door rijke
lieden minder bedrog gepleegd en arg
listig gehandeld wordt dan door de armen.
Er komen soms feiten aan het licht, die
aantoonen, dat deze meening volkomen
onjuist is. Is er niet een wet noodig
geweest om de benadeeling van 's rijks
schatkist door onware aangiften bij de
vermogensbelasting te keeren 'i De be
nadeeling werd op 6' ?> a T ton ?'sjaars
geschat. Afgezien van de vraag, welke
stand moreel het hoogst staat, kunnen
wij alleen toegeven, dat de uiterlijke be
schaving van de kindoren der
welgestelden gewoonlijk gröoter is, dan die
van de kinderen dor armen. Do ont
vankelijkheid voor tal van schoone ka
raktereigenschappen is stellig bij de jeugd
der armen niet minder groot. Het leed,
dat die jeugd dikwijls aanschouwt en
ondervindt, stemt haar vroeg tot nadenken,
geeft haar meegevoel, leert haar hulp
vaardigheid. Vele kinderen onzer Ie kl.
scholen zijn moreel veel verder gevorderd,
dan- even oude leerlingen op de 4e kl.
scholen. Zou de invloed der eerste
opde laatste niet dikwijls veel goeds kun
nen uitwerken ?
Wij zijn overtuigd, dat het samen op
voeden en onderwijzen van alle kinderen
des volks in n school den veredelenden
invloed zou hebben op allen. Op de
kinderen der armen, omdat zij zouden
trachten in welvoeglijkheid en beschaaf
den toon de kinderen der weigestelden
te evenaren. Op de laatsten om hen
reeds vroeg een open oog en medegevoel
te geven voor de nooden der armen en
om het ontstaan van de geringschatting
van het werkmanskind, die bij jonge
mannen en vrouwen uit de hoogere
standen nog zoo dikwijls wordt aange
troffen, onmogelijk te maken. Op allen,
omdat de vroegtijdige omgang tusschen
rijken en armen de verbroedering der
standen bevorderen zou.
Men herleide dus in onze gemeente de
vier klassen der openbare scholen voor
loopig tot twee. Dit is zonder twijfel
uitvoerbaar, geeft onmiddellijk voordeel
en brengt ons heel wat vooruit. De
overheid zou blijk geven van wijs beleid,
indien zij deze hervorming zoo spoedig
mogelijk ter hand wilde nemen.
H. DEEI.MAX.
De M Pop ea zijn ambtenaren.
(Ingezonden.)
In No. 1484 van dit blad komt een stuk
voor: Grieven bij post en telegrafie", waarvan
de schrijver, naar aanleiding van een adres
van de Post" beweert: dat met het optreden
van den heer Pop ten-gestand van span
ning zijn intrede in de gelederen heeft ge
daan," dat de heer Pop niet van waarnemend
tot definitief directeur-generaal benoemd had
moeten worden wilde men voorkomen, dat
het personeel van een zoo belangrijken tak
van dienst gedreven zou worden tot onte
vredenheid en wrevel," waarin hot nieuwe
ministerie wordt aangespoord niet, om Pop
te sparen, liet groote post- en
telegraafcorps aan zijn ontbinding- en bederfwekkeud
régime over (te) laten", terwijl er in het
corps zelf nog wel een bekwaam man te
vinden is, door wiens beleid een strijd kan
kan worden voorkon en, dien men eiken dag
ineer ziet naderen."
Dit alles is al te erg om niet wat verdacht
te zijn (tenzij men aanneemt dat de schrijver,
die met geen woord gewag maakt van wat
de heer Pop dan toch volgens algcmeene erken
tenis voor goeds gedaan heeft voor het corps
en voor den dienst, iemand van buiten het
vak is, en die in zijn ijver voor het
vereeni5;ingsrecht een beetje ver gegaan is) maar
toch schijnt het tijd, nu zulke dingen in een
blad als dit gezegd worden en niet langer
de een of andere maatregel, maar heel het
werk van Pop op deze wijze besproken wordt,
dat van uit het corps zflf, dat hier met
zoo'n hevigheid tegenover zijn chef verdedigd
wordt, eens iots in het midden gebracht wordt.
Welnu, dit stuk is onbillijk en schrijver
dezes, zelf ambtenaar geen hoofdambtenaar,
noch bij het hoofdbestuur bij het corps
sinds vele jaren, verklaart hier dat het, spre
kend over den geest, die bij de ambtenaren
heerschen .zou en O7er hun gevoelens tegen
over den heer Pop, ook onwaar is 1).
Het is onwaar dat het corps al zijn er
enkelen die de dagen van vroeger, toen ze
nog hun groote macht hadden, al zijn er
anderen, die den tijd van onbestreden bevoor
rechting) van de eene soort ambtenaren boven
de andere, terugwenschen en het terecht den
heer Pop wijten dat die tijden veranderd
zijn ? het is onwaar dat het corps-in zijn
geheel, (zeker niet dat, waartoe ik behoor,
maar evenmin de meerderheid der
postambtenaren) het aftreden van den heer Pop zou
wenschen 3). Integendeel zijp. we er dankbaar
voor dat we eindelijk eens een man aan.het
hoofd hebben, die wat doet, die initiatief heeft
en wat we het ergst vreezen is, dat die man
weer vervangen zou worden door den een of
anderen bureaucraat 4), zooals we er gehad
hebben, een van die menschen, die van de
manier, waarop het gas uitgedraaid moet
Worden, een voorschrift maken, die zweren
bij den hierarchischen weg 5) en die de schuld
zijn van de ontreddering bij ons vak, ont
reddering, waarvan altijd de mindere ambte
naren de dupe worden. En het is juist dit,
wat Pop bij zijn optreden dadelijk sympathie
verwekte: dat hij zich rechtstreeks tot het
personeel wendde om hun grieven en klach
ten te vernemen, met voorbijgang van alle
hoofdambtenaren 6).
Het is evenmin waar dat de toestand van
spanning" enz. met den heer Pop, zijn intrede
in de gelederen heeft gedaan" 7): dit lijkt een
praatje voor het publiek; een ambtenaar, die
dit leest, glimlacht eens even. Toen deze
Directeur-Generaal optrad, was de toestand
van ontevredenheid, vooral bij telegrafie, zóó
groot, dat er geen enkele categorie van ambte
naren was, die zich niet in volslagen oppositie
bevond, zooals de gansche inwendige huis
houding van den dienst allertreurigst was.
Toen werd een man, geheel vreemd aan den
dienst, geroepen om dezen chaos te ordenen 8).
Wat onder zulke omstandigheden goeds ge
daan is, verdient dubbele appreciatie en er
dient bedacht, dat bijna elke maatregel, in
zulk een verwarring genomen, eerst na verloop
van tijd doorwerkt en zijn deugdelijkheid be
wijst 9). Maar ook buiten dat: aan de (gerecht
vaardigde) ontevredenheid bjj verschillende
categorieën vf.u ambtenaren is juist door het
werk van Pop een einde gemaakt. De ergste
grief: dat het commiezencorps bij de telegrafie
gerecruteerd werd uit surnumerairs, met
voorbijgang der klerken instelling van den heer
Havelaar 10), waardoor dus een van die betrek
kingen, die ook voor jongens uit de kleine
burgerij nog toegankelijk waren, gereserveerd
werd voor de kinderen van ouders, genoeg
zaam gefortuneerd om ze een paar jaar, na
afloop van hun studie, in een andere plaats
te onderhouden en waardoor op de meest
willekeurige wijze aan de bilhjke verwach
tingen der klerken, reeds bij het vak werk
zaam, den bodem werd ingeslagen, is door
den heer Pop opgeheven 11). Dit is een echt
democratische maatregel 12) geweest, waardoor
hij honderden aan zich verplicht heeft en die
alleen reeds zijn optreden bij posterijen en
telegrafie in dankbare herinnering zal doen
blij ven.Op verschillende wijzen?tal van maat
regelen zijn daarvoor achtereenvolgens ge
nomen ia tegemoet gekomen aan de onder
het vroegere ongelukkige regime ouder gewor
den klerken 13), die nog van dezen maatregel
konden profiteeren. De toestand van hen,
die geen commies worden, is geregeld en
geregeld, op n enkelen wensch na, naar
algeineen goedvinden 14). Het klerkenorgaan, dat
zoo warm voor deze regeling streed, heeft van
t\jd tot tijd met groote waardeering over de
maatregelen van den directeur-generaal ge
sproken. Men zie het jongste nummer, waaruit
heel wat anders spreekt dan de ontevreden
heid en wre vel", de naderende strijd, waarover
de schrijver der Grieven enz." bazelt 15).
Voor een tweede catogorie van ambtenaren:
de opzichters der telegrafie, gaat bij deze
begrooting een tracternentsregeting, die aan
al hun billijke verlangens tegemoet komt,
hun positie voor vele jaren regelt 16).
Ik heb hier nu al gesproken over verreweg
het grootste deel van het ambtenaarspersoneel
van de Kijkstelegraaf. Eén categorie, de com
miezen, zijn nog in den vollen zin het slacht
offer van de vroegere opvatting, die hen
achterstelde bij de postambtenaren 17). Maar
we weten dat de heer Pop het zijne deed en het
aan hem niet ligt 18). Laten we hopen dat de
nieuwe minister, die de voorstellen van den
directeur-generaal aanhield, aan den aandrang
van de Kamer zal toegeven en niet de wan
verhouding tusschen de tractementen der
verschillende categoriën van ambtenaren zal
bestendigen, aan de bevoorrechting van het
eene corps boven het andere ten spoedigste
een eicd zal maken 19).
De he«r Pop heeft een goed werk gedaan
door deze regeling aan de orde te stellen,
die trouwens deel uitmaakt van een blijkbaar
groot en heel den dienst omvattend reor
ganisatieplan 20).
Ik heb hier nu alleen gesproken over wat
voor het personeel, niet over wat in het be
lang van den dienst gedaan is, waarom het
hier niet gaat (waaromtrent trouwens zijn
verdiensten in de afdeelingen bij
Waterstaatsbegrooting met lof werden erkend)
en ik kom tot de conclusie dat van dat corps
ambtenaren, bij zijn optreden meer onte
vreden dan er een bestond, het grootste
gedeeite hein dankbaar kan zijn en is
voor zijn arbeid, terwijl het andere, kleinere
gedeelte wel nog wachten moet op wat het
rechtens toekomt, maar geheel buiten zijn
schuld 21). Met schrijver de zes zijn er honder
den ambtenaren, wier positie bij ons vak
treurig en wier vooruitzichten even treurig
waren en die onder het beheer van dezen
directeur-generaal zich een behoorlijke toe
komst zagen verzekerd of althans weten dat
ze die binnenkort te wachten hebben 22). Laat
ik hier nu nog bijvoegen dat deze man,
afgeschildeid als zoo autoritair, de meest in
nemende man is voor elk ambtenaar en
ik beroep mij op de vele getuigenissen
hierover die persoonlijk tot hem komt 23).
Nu vind ik dat we protesteeren moeten bij
verongelijking hoe harder hoe beter, want
het duurt soms zoo lang voor het gehoord
wordt maar we hebben dan ook onze
waardeering te geven waar ze verdiend
wordt. En deze overtuiging is de reden van
dit schrijven.
Nu wat over de ambtenaren. In het be
lang der beambten : de bestellers, enz, van
wier rekwest de schrijver van het vorige
artikel spreekt, zijn verschillende maatregelen
genomen, niemand zal ontkennen dat er meer
voor hen te doen is. Hun organisatie is nu
gelukkig erkend 24). De meeste hunner grieven
zijn van plaatselijken aard, d.w.z. bestaan op
bepaalde kantoren, zijn niet door al^emeene
maatregelen op te heffen, van verschillende
factoren afhankelijk 25). Zoo iemand, dan lijkt
deze directeur-generaal de man, om ook hier
een gezonden toestand te scheppen.
Want dit is de kwestie. De heer Pop is
een krachtige figuur, onafhankelijk, voort
varend, vol ijver. Een dergelijk man zal ook
wel eens inistasten, zooals ieder die wat doet,
les défauts de sa qualitéopenbaren; dat is
in onzen tijd niet zoo gevaarlijk 20). Wat voor
ons, de ambtenaren, wél een gevaar zou zijn,
het ergst zoolang de toestanden bij het vak
nog niet geheel geregeld zijn, zou wezen het
beheer van een bureaucraat, de terugkeer van
de ambtenarij, de hoofdbestuurderij 27). En
daarom en ik ben er zeker van dat ik,
dit zeggend, het gevoelen uitspreek van het
grootste gedeelte van bet corps en zeker van
hen, die daarin min of meer als leiders op
treden we hopen Pop nog lang te houdeu 28).
Een Ambtenaar der Telegrafie.
1) Wie 't weet kan 't zeggen, 't Is maar de
vraag van welken kant men de zaak beziet. Een
ambtenaar b.v. die onder het régime Pop, een
paar honderd gulden in traktement vooruit ia
gegaan en bovendien nog een paar begeerde ver
plaatsingen heeft verkregen, zal allicht hoog
wegloopen met Pop Geheel anders is het met degenen,
die een paar jaar geleden in September verplaatst
werden, ja... eigenlyk om niets; ('t belang van
den dienst noemde men het) zonder een soa
beter te worden.
En nog heel anders is het met degenen, die
prys stellen op hun staatsbnrgerlyke rechten en.
daarin door den heer Pop gevoelig gekortwiekt
werden.
2) Welke bevoorrechting wordt hier bedoeld
en wat heeft Pop daaraan veranderd?
3) Er zon een plebisciet gehouden moeten
worden en dan nog geheim, om dit te beslissen,
maar dan twijfel ik hard aan den uitslag!
4) Pop is een bureaucraat; maar een militaire
bureaucraat. Hoeveel dienstorders heeft hy de
wereld al niet ingestuurd ! In die paar jaar van
z'n bestuur is er meer papier en inkt verknoeid
over vereenigingsrecht en drukpersvrijheid dan
ooit te voren.
'5) Als er n zweert by den hierarchieken weg,
dan is het de heer Pop; alles gaat daar tegen
woordig langs. Zelfs de president en de secre
taris van den klerkenbonc! ontvingen een standje,
langs dien beroemden weg.
6) Jawel, dat begin was keurig. Maar na een
jaar ontvangen de klagers schriftely/: antwoord
via dien beroemden hierarchieken weg. Meen niet
dat die hoofdambtenaren er buiten zijn gebleven.
7) De strijd tegenover vereenigingen en de
vakpers heeft met Pop wel degelijk z'n intrede
gedaan bij bet vak. Havelaar negeerde, maar Pop
bestrijdt openlijk.
8) Gruwüjk overdreven
9) Dat moet dus nog bewezen worden.
10) Commiezen der telegrapbie weiden evenmin
weer aangesteld iv\s commiezen der posterijen; wél
commiezen der posterijen en telegraplüe en die
kwamen uit de surnumerairs Maar vóór het op
treden van den heer Havelaar was daartoe al
besloten.
11) De heer Pop heeft dat niet opgeheven. De
minister Lely was het, die in z'n tweede ministerie
op aandrang van de Kamer er voor zoigde, Jat
klerken, die het suinnmerairs-examen deden hna
traktement behielden tot een maximum van ?800 .
Later is onder Pop die maximaal-grens wegge
nomen en nog later is bepaald dat eerst
suriramerairs-examen gehouden zou worden voor de in
dienst zijnde ambtwjaren.
12) Een heele rijksopleiding, AA}, zou een demo
cratische maatregel zijn! De heer Pop erkent wet,
dat het verbazend moeilijk is voor die klerken om
zonder leiding zich klaar te maken. Daarom wordt
door het hoofdbestuur een boekenlystje verstrekt,
die bij de studie te gebruiken zijn. Waarom zoo'n'
halve maatregel? Dan was 't evenmin noodig dat
de heer Pop op z'n poot speelde over overspanning
bij studeerende klerken en over verzoeken om
overplaatsing naar plaatsen, waar moei- gelegen
heid tot studie is En, dat mag dunkt me wel
verwacht worden van iemand, die langs de«
democratischen weg (Kampen) officier is geworden.
13) Die oudere klerken worden geen commies.
14) Schrijver schijnt op de hoogte t.c ijn; ik
heb echter wel eens anders gehoord.
15) Schrijver handelt hier over waardeering,
die uit het jongste nummer van hot klerken
orgaan spreekt 't Zal waarachtig wel uitkomen.
In Augustus j 1. heeft de Directeur-Generaal aar.
het Bestuur van den klerkenboml nog pas gezegd,
dat de toon van het urgaan hem niet aanstond en
dat zij maar hadden op te passen. De waar
deering in het jongste nummer is dus wel een
beetje te verklaren
16) Deze menschen hebben het altijd goed
gehad; er zijn er misschien vijf en twintig.
17) Achterstellen is onjuist de promotie in
het corps telegraafcommiezen stond stil en bij de
post Iton het doorgaan.
18) Dan weet u veel Schrijver schijnt
gedaehtenlezer.
19) Nog eens, er is geen bevoorrechting.
20) Welk reorganisatieplan dan toch?
21) Schrijver vergeet, dat reeds vóór het op
treden van Pop die verbeteringen by de begrooting
waren voorbereid Er was toen sprake, dat de
onnoodige klassiiiceering der commiezen zou
worden afgeschaft. Uit z'n voorliefde vcor ster
retjes heeft Pop die behouden en de ambtenaren
tot Juli van dat jaar op hun promotie laten
wachten. En na die groote promotie gaat alles
weer den slakkengang.
22) Het is prettig als zij dat u-eet, maarerzyn
nog een heeleboel dij 't niet weten, vooral de
jonge commiezen.
23) Hy is erg beleefd, maar'daarom ken je wel
autoritair zijn.
21) Maar hoe? Op bevel van Minister Krans
heeft de heer Pop zich bereid verklaard besturen
van vereeuigingen, die er de voorkeur aan geven
om bij hem te komen, te ontvangen, van zoo'n
gedwongen ontvangst zal dan wel veel te wachten
zijn.
25) Dat is twijfelachtig.
26) Onder die qualités behooren ook een ver
stokt conservatisme en mihtairisme en de défauts"
daarvan zijn in onzen tijd dunkt me wel ge
vaarlijk.
27) Die bestaat nog even goed, alleen misschien
wat meer militair bureaucratisch.
28) Deze zekerheid van een anonymus is een
zekerheid zonder eeuig bewy's. N.
Na deze annotaties van deskundige zijde,
zal het nauwelijks noodig zijn hier aan toe
te voegen, dat de werkzaamheid van den
heer Pop allerminst van zoo buitengevvonen
aard is geweest, dat men hem niet nut voor
deel' te vervangen zou mogen achten, door
een der specialiteiten by post- en teleeraaf;
en nog veel minder, dat hem op.de boven
aangevoerde gronden verder de vrijheid zou
kunnen worden gelaten door rechlskrenking
een geest van ontevredenheid onder het
post- en telegraaf personeel te blijven kwee
ken. Moge deze militair in zijn macht als
autocraat gebreideld zijn onder den
tegenwoordigen Minister, wat zal het zijn, als hij
weder de dienaar wordt van een conservatief
gezags-kabinet ? Red.