Historisch Archief 1877-1940
I
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1487
tot 117 J4 pCt, Disconto en Effectenbank van
110 tot 112%, 3 pCt. Gemeente
credietobligatiën van 88% tot 90 pCt., de Ineassobank van
125 tot 126,N.H.LandbouweredïetvanlllX
tot 113 pCt. en de Provinciebank van 128
tot 135 pCt. Het ten einde loopende jaar zal
voor vele financieele ondernemingen
vermoedelijk wel bevredigende resultaten opleveren.
De Alg. Cred. en Voorschotbank ta Utrecht
vraagt om 2}f ton en geeft daar voor 4^ pCt.
Schuldbrieven tegen den parikoers; Inschrij
ving op 28 dezer. Het doel van deze een
jarige onderneming is lo. het verleenen van
credieten en voorschotten tegen voldoende
zekerheid, zoowel persoonlijk als zakelijk, al
of niet versterkt door een polis van levens
verzekering; 2o. het uitgeven van schuld
brieven tot een bedrag van ten hoogste vijf
maal het geplaatste maatschappelijk kapitaal.
Volgens het prospectus zou dit jaar geen
verliesen geleden zjjn en verkeert de back
in bloeienden toestand.
De groep der Kol, cred. .instellingen en
cu.lt. ondernemingen vraagt geen bijzondere
bespreking evenmin -als die der tabakken die
overigens in aangename stemming is. De
certificaten Arendsburg schitteren met een
koersverbetering van 560 X tot 600 pCt.,
de aand. Deli Batavia van 463 tot 482 pCt.,
de dito's Deli van 449 tot 457 pCt., en de
Senembah aand. van 315 tot 360 pCt.
Bij de petroleum, veranderingen in do goede
zoowel als in de dalende richting. Oliebronnen
in Hannover konden zich van het verlies
der vorige week wat herstellen. De Ruesian
gewone aandeelen -gingen van 64'tot 67
vooruit. De maatschappij zou de eerste stor
ting ontvangen hebbea van de leening, die
het Russische gouvernement heeft toegezegd
aan die ondernemingen welke door de revo
lutionaire beweging in Baku schade geleden
hebben. Onder de mynbouwmpijen gaat de
Redjamg Lebong voort om vaa 1905 een goed
jaar te maken;:ditmaal door een rijzing van
675 tot 587," op verhoog Ie productiecijfers.
En de Soemalata volgde het goede voorbeeld
door een verbetering van 73 lot 78 pCt. en
onder de fabrieken avanceerde de Gutta
Percha 61 tot 66, Phoenix, Uoutzaagmolen
van 112 tot 115 pCt.
Vele lezers vragen my hoe staat 't met de
conversie van de brusselsehe loten van 1886.
Der belgen hoofdstad heeft verleden week
de machtiging tot uitgifte van dénieuwe
2 pc. leening van, de regeering verkregen.
De verwisseling zou in de tweede helït van
de volgende maand gedaan kunnen worden.
B\jzonderheden zijn nog niet bekend. Den
houders van loten '86 zouden de nieuwe stuk
ken tegen 100 pc. en eenige uitkeering aan
geboden worden. Zij die geen nieuwe loten
wenechen zullen wellicht met contanteri be
taald Worden. De trekkingen van deléening
'86 worden vervroegd. Zij die ver-wisselen
<ieelen daarin, terwijl zij ook van de nieuwe
leening den grooten prijs kunnen trekken.
Zoodra de conversie aan het publiek aange
boden wordt, zullen de bel angstellende lezers
ook in de Groene bijzonderheden vinden.
H. te U., koopt voorloopig 2K pc. N.VV.S.
en houdt 't oog gericht op de russen en op
de amerikaansche markt.
BOEK AANKONDIGING.
Groote-Stadsjeugd, door J. FABEE. Almelo,
W. HILAKIUS Wz., ?1.60.
Wel wordt tegenwoordig vrij algemeen
erkend, dat de school meer heeft te doen,.
dan nuttige kennis aanbrengen, dat zij mede
beef terp'te voeden, maar met die erkenning
op zich zelve is de school nog weinig gebaat;
ze behoort gevolgd te worden door meer zorg
voor het arme schoolkind, door het oprichten
van bewaarscholen, door tehuizen voor school
gaande kinieren, door -speelplaatsen,' door
kleinere klassen, enz. enz., gely'k door de
afd. Amsterdam van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers al jaren lang bepleit
wordt.
Voor al deze noodige dingen nu maakt
ook de hs^r J. Faber met het bovengenoemde
i boekje warme propaganda, niet door cijfers
en nog .eens cyfers te geven, maar door enkele
dingen uit zijne klasse te vertellen, sober en
onopgesmukt, het is zoo, maar ook (elk
onderwijzer proeft dit) geheel naar de natuur,
geheel uit de werkelijkheid gegrepen. Hij
toont den lezer, aan welke ge varen de
grootestadsjeagd bloot staat, hij overtuigt hem er
van, dat leiding door den onderwijzer niet
mag uitbleven, hy doordringt hem er tevens
van, dat die leiding (bij gebreke van de ge
noemde hervormingen) onvoldoende is, en
vooral daarom zij de lezing ieder aanbevolen,
die het wel meent met het arme kind."
Is dus hierom reeds lezing ieder aan te
bevelen, ook in ander opzicht kan het veel
.nut stichten, omdat het den lezer er van
doordringt', dat de onderwijzer-opfo«d«r een
'zekere mate van zelfstdndiglieid moet hebben
en bet dus zijn oogen opent voor de hooge
'beteekenis van dien eisch.
' Moge de arbeid van den heer 3. Faber
aldus in dubbel opzicht ten goede komen
aan het arme kind.
W. A. W. MOLL.
«iiiiimiiMiiiiiimiiiiiiuimimiH
NIEUWE UITGAVEN.
Saïd Ben M, door SOPHIE ELKA.V. Uit het
Zweedsch vertaald door A. H. THIEME. Geaut.
uitgave. Amsterdam, H. J. W. Beent.
Verzameling van rapporten, uitgegeven door
de Zuiderzee-Vereeniging, deel I: de
Zuiderzeevisschery, rapport eener commissie tot
onderzoek ; deel II: rapporten aan Z. E. den
minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid, met nota van beantwoording der Zuider
zee-Vereeniging. Leiden, voorh. E. J. Brill.
Schets eener parlementaire geschiedenis van
Nederland van 1849 tot 1891, door mr. W. J. v.
WELDEREN baron REKGERS, 2e herziene en bij
gewerkte uitgave, Ie deel. Den Haag, Martinus
Nijhoff.
Litteratuur en rechtspraak betreffende de Onge
vallenwet 1901 en Beroepiwet, bijgewerkt tot
September 1905, verzameld door mr. H. L. v.
DUIL en mr. dr. A. HERISOA, met een register.
Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon.
Wenechelijkheid en werkelijkheid. Een bijdrage
tot de kennis van het leven der arbeidster
moeder, door MARIE JUNGIILX, No. 9 der
goedkoope uitgaven van het Nationaal Bureau van
Vrouwenarbeid. Amsterdam. W. Versluijs.
. Klassenstrijd, door FRBD. W. H. EMOÜS.
Inhoud van Tijdschriften.
De Aarde en haar Volken, Jïo. 3: Hoofdblad :
Keia door Tunis en Algiers, door M. G.
Brondgeest. Bijblad: Berlyn-wereldstad. Ifit
Liberia. Koninklijke Westindische
maildienst. De uitspraak van 't woord Trafalgar.
Redding van Suriname door de bacoven.
Óp, naar de hoogten ! Naar het Oosten.
Feuilleton. .
Eigen Haard, No. 51: Flip", door Truida
Kok, I, Het St. Anthony Gasthuis te
Leeuwarden, door Jer", de Vries, met afb.
(Slot). De vlinder op de speld, door N..
van Wehl. De Christus, sprekende tot het
volk van dezen tijd, door Jei". de Vries,
De Christus, sprekende tot het volk van dezen
tijd, naar de schilderij van Willem van Dordt,??
De sterfte in Nederland, door J. Kuyper,
(Slot). Van '.n eenzaam hoekje (Siak), door
B. en Dj., met afb. I, Verscheidenheid,
Feuilleton. ________
Een romaiitisclie trouwpartij.
De zuster van deu heer C. P. Ford, den
goed bekenden bloemist te Philadelpiiia,
mej. Laura M. Ford, heeft heel wat aan
poëzie gedaan, en :s een vriendin van den land
man aan wien zij het volgende geJicht wijdde:
Ho, ye farmer?, harken! harken !
Wouldst' a thrifty helpmate woo?
Listen, then, for here's a maiden
You may winn if you wil! sue.
She ist fair and bright and ruddy,
Like a roae in summertiine.
She has known full thirty summers,
But her charms are in their prime.
She has virtues rare and many,
She has graces rich and sweet.
And you ne'er would want another,
Once this maiden you jhouli meet.
Eaising chickens is her hobby,
Gardens fair would be her pride;
Rich, indeed, would be the farmer
Who would win her for nis bride.
She would never tire of pastures,
Fields and trees and verdure green,
And her ideal view of pleasure
In ,the country can be seen.
What she wants is a but a farmer
With an ideal little farm
Lands and horses,' cows and chickens,
All that lenls such l'rfe a charm.
Miss Laura heeft niet te vergeefs naar
een boer getokkeld; hjj, Wilson Foster
Smitb, is bjj het lezen in verrukking ge
komen, heeft haar opgezocht en den 28en
October zijn ze getrouwd. Haar broer heeft
in de bruidsdagen volop gezorgd voor rozen,
anjelieren en chrysanthemums.
Uit de American Florist van 18 Nov. 1905.
van Daalen, J. Fortgens, C. F. Visse, Haarlem ?
K. Koster, Heog Carspel; W. Vijn, Hoogwoud,
T. J. Bouwes, Spijk (Gr.).
De ontleding was prachtig en gecompliceerd.
Velen hebben dit probleem een der schoonste
Composities genoemd. Amsterdam" -kan
zich vereerend gevoelen met deze opdracht.
Eindspel van den heer W. v. Daalen, Haarlem.
Bekroond met de 4e prijs in het Interna
tionaal concours te-Marseille. September ] 905.
Zwart (l schijf en l dam).
Edam. Haarlem, Amsterdam.
l N. Bonnes. W. van Daalen. C.H. Broekkamp,.
2 1>. Kikke Kz. C. f. Visse. L. J. Content.
3 H. Leuw. W. U.J.Pepm. M. A. Snijders,
4 P. de Boer. J. Fortgens. H. Simons.
5 Jb. de Boer. H.E.Lantinga Sr. L. Gans.
6 W. de Boer. G. van der Lip. J. Smal.
7 W. Groot. B.C.Brockmeijer. A. A. Snijders.
8 J. J. Plas. E. Strietraan. J. M. Vos.
9 G. T. Gaasbeek. H.J F.LantingaJr.K. C. de Joni?e.
10 J. Kok. P. kalbüeiscli. S. S. van Baaien.
De reserven zy'n, Edam: Jn. en A. de Boer,
C. Kwantes, M. Goitemulder en W. Kout.
Haarlem: W. A. Salm, A. M. Verkerk en J. P.
Barthel. Amsterdam: j. Zwart, S. J.
Rudelsheim, J. Duvergé, J. Coppenhage, S. Abrara
en Z, Bolle.
Er worden 2 partijen met elkander gespeeld.
Openvallende plaatsen mogen niet anders dan
door opschuiving en de bij den aanvang op
gegeven reserven bazet worden.
C OBR ESP ON DENTI E-WEDSTRIJD.
Tabel der gespeelde zetten van Zwart.
Mos PrnUelman Brommejjer.
Ik had zoo gehoopt
op een gezegend
kerstfeest. Zeker, de
toestanden in Rus
land waren nu niet
zoo bijzonder veel
belovend,en
dekruisbeeldjes hadden al
lang getoond in dat
deel van het oosten
nog al iets van
hun uitwerking ver
loren te hebben,
.maar aangezien ik
mijn kapitaal nooit
- erg in de Bussen
heb gestoken, kan
ik meer als een
onpartijdige de za
ken daar gadeslaan
en behoefde dus
niet te zeer voor
mijn kerststemming
te vreezen.
"Het jaar, dat nu bijna als geëindigd
is, was niet weinig bewogen voor me. Van
den zomer had ik er al een soort van voor
gevoel van, dat het me nog Veel meer
beroerdigheid zou brengen, dan dat wat mij
toen tot een vertrek naar den Rijn dwong.
Als iemand van mijn positie zich genood
zaakt ziet om voor het schorum, dat op je stoep
ligt te pruimen en aan je wal de riolen
bloot legt, te wijken, dan is dat als een
vingerwijzing uit den hemel, dat er hier
op aarde iets uit zijn voegen wordt geligt,
zoodat er meer los raakt, dan je in eeuwen
?weer vast kunt metselen. En toch, hoezeer
ik me dan ook gewaarschuwd voelde, aan
vankelijk verloor ik dit dreigement uit het
oog, en was weldra alleen vervuld van de
crisis en wijdde mij aan haar oplossing.
En juist omdat ik daar zoo aardig, zoo ten
volkomen genoegen van koningin en vader
land, van Borgesius en het negental, een
eind aan had gemaakt ging ik in die
betrekkelijk nou futiele zaak te zeer op,
om me te verdiepen in gebeurlijkheden,
die zich den vroegen zomer al hadden aan
gekondigd, met weinig minder zekerheid dan
mijn almanakbeen regen en storm voorspelt.
Maar behalve de blijmoedigheid, die
steeds meer mijn deel werd, sedert ik
mijn excellentie-stelletje zoo deugdelijk
aan het werk mocht zien, en ik de
yerzoeningsgezindheid over de heele linie
zag triunafeeren op booze hartstochten,
?was er iets, waardoor de laatste maanden
mij tot voorbereidingsperiode voor het kerst
feest werden, als zelden of ooit te voren,
omdat er nu eenmaal een snaar in mijn
gemoed was aangeroerd, die maar niet weder
tot rust scheen te kunnen komen, en al
trillende het zoetst geluid voortbracht tot
opwekking en bezieling van mijn christelijke
fantasie. Weken lang heb ik, om zoo te
zeggen, doorgebracht in het Heilige Land.
En dit kwam zoo. Bij Kuypers laatste be
zoek bjj mij aan den Kijn, toen hij zijn
geheele gemoed zoo maar voor ons ppenlei,
zoodat Julia nog tot Thérèse zei: kind, een
2e Jaargang. 24 December 1905.
Red.: C. H. BROEKKAMP, Damrak 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem No. 48 is goed opgelost door;
S. S. van Baaien, K. C. de Jon<e, M. Snijders,
J. M. Vos, Amsterdam; K. Bouwes, N. Bouwes,
D. Kikke, Edam; J. Luteijn, Groede; W.
IIIIMItHIIIIMMIIHIIIIIIfMHIl
nobel hait heeft geen geheimen, bracht
hij mij van a tot z op de hoogte van zijn
reisplannen, en ' ''!' 1--?» »-;; «i
natuurlijk vertoefde hij al
in die dagen met zijn geest te Jerusalem,
te Nazareth, te Bethlehem en aan den
Jordaan. Maar hij werd daarbij gekweld door
een bekommernis, die zijn gansche ziel
vervulde, en wel deze: hoe zal ik mij
waardig daar vertopnen ?
Want ziet u, mijnheer Brommeijer, zoo
zuchtte hij, men kan toch in het geboorteland
van het Christendom niet verschijnen in een
colbert een jacquet^ een frak, in n woord
gekleed naar de Parijsche mode; waarin de
evolutie van de revolutie zich openbaart, en
dan ik als man van de antithese t En een
ander costuum, het costuum van het land,
dat Mohammed's volgelingen dragen, hoe zou
het anders kunnen zijn, dan een symbool
van een leugen-monothisme, van een ont
kenning der triniteit, het leerstuk, hetwelk
de kern mag heeten van alle geloof dat
zalig maken kan. En verder, u begrijpt, al
zou ik dan, faute de mieux, in een gewaad
eenigszins modern van snit mij moeten
presenteeren ook voor dit geval is het
hoogste gala mij voorgeschreven, en waar
vind ik iets dat voor de localireit en de ge
legenheid gepast mag heeten ? Want u moet
niet, of liever gezegd, u kanniet vergeten,
dat dit bezoek-oord het eenige is waar
inderdaad w;er«Wgeschiedenis is afgespeeld,
van eeuwigen aard terwijl al het overige
op dit ondermaanscheeenvoudighistorietjes
zijn geweest van tijdelijk en plaatselijk, en
dus van voorbijgaand belang.
Hier moest ik hem even in de rede vallen.
Met je verlof, zei ik, dat plekje van de
Ararat, waarop de arke Noach's is blijven
zitten, zou ik uitzonderen, als ik jou was
maar hij gaf mij met een lichte handbe
weging te kennen, hoe het vanzelf sprak,
dat hij dit niet voorbijzien kon en ver
volgde: doch misschien weet u in dit duister
geval wel licht to ontsteken en mij goeden
raad te geven.
Ik zou geen Brommeijer, en vooral geen
koopman hebben moeten zijn, om niet te
begrijpen waar de slim inert heen wou. l
Nietwaar, wij beurslui voelen in den regel j
wat iemand in het schild voert, voor hij nog
uitgesproken heeft, en het verwondert me
niet weinig, dat de Bussy deze eigenschap
heelemaal niet gesnapt heeft, ofschoon hij
zoo'n speciale studie van ons had gemaakt.
In ieder geval, dat Kuyper het pp mijn
galapak voorzien had, was duidelijk genoeg, en
werd nog duidelijker,toen ik hem antwoordde:
nu behoef je, dunkt me, hierover niet in
verlegenheid te zitten. Als dominéte Beesd
heb je toch zeker roet een steek geloopen
en met een zwart zijden staart; heel toe
passelijk, omdat die driekante hoed aan
je arithmetisch geloofs-artikel herinnert, en
de mantel wel naar beneden hangt, maar
de aarde niet raakt; en nu kan je misschien
daar wat tegen hebben om dat de kraaien"
die kleedingstukken hier een beetje in
nriscrediet hebben gebracht, maar je begrijpt
daar weten ze ginds te Kapernaum en Jericho
niets van. En dan heb je nog altijd je
baret en toga ;ils professor, een van de
mooiste.dingen,diede wetenschapheeft uitge
vonden, waardoor het, wat ik je niet behoef te
vertellen, meermalen gelukt is een baviaan
te veranderen in een wetenschappelijk man.
Met dit wonderkleed, waarmee ze hier in
't Westen nu nog zoo veel woederen ver
richten, zou je in 't Oosten geen mal figuur
slaan; maar ik stem toe, het zou voor jou
IMIIIIIIIIIIIIIImilllllllllllllllllllMMIIIH
die in alle wetenschappen als geconfijt bent,
eerst passen, zoo je voor
Alehemist-toovenaar je k-ondt uitgeven ... met zoo iets
als een tuikerbrood op je hoofd. Kuyper
gaf teekenen, dat hij deze gezochte grappen
wel wat beneden mijn en zijn waardigheid
vond maar hij miste nog den moed met
zijn voorstel voor den das te komen en
zoo bedacht ik nog maar iets: aan je
exminister-pakje heb je voor deze gelegenheid
zoo goed als niemendal... echt franseh
kinderspeelgoed, en wanneer dat lange stekevtje
op zij nu nog een zwaard was, als waarmee
Malchus' oor werd afgehouden! Ook al die
kleine ridderordetjes, die je kunt aanbren
gen, en zelfs dat breede lint, waarmee Dupuis
je voor je Universiteit heeft afgebeeld, 't is
niet veel meer dan een wimpeltje aan een
oorlogsschip, dat het aftuigen niet waard
is. Neen, wanneer je dan wat wilt, waarom
zou je als professor, dat toch wel je eigenlijk
beroep is, en als hoedanig je aan de Vrije"
eeuwig premier-honorair blijft, niet in een
leemte helpen voorzien, die ik aan alle
universiteiten heb waargenomen, en daar
diep gevoeld wordt ? Wat weerga, waarom
zou jij nu niet een gala-costuutn bedenken
voor den liector Matjnificm? is er ooit een
hooger gala-titel aan een measch gegeven,
zonder dat er een gewaad voor is aange
wezen in harmonie met zijn pracht en waar
digheid? Vanwaar, heb ik mij menigmaal
afgevraagd, die verwaarloozing juist in de
wetenschappelijke wereld, die anders zoo
correct is, doorvoed vaa alle levenswijs
heid en hoe kon jou zoo iets ontgaan?
Kijk eens, herstel nu de fout. Het univer
sum daar in 't Oosten te representeeren
kan van geen schepsel gevorderd worden,
en dus ook van jou niet maar iets anders
is het daar te verschijnen als representant
van het universeelste, dat hier op aarde
gedacht kan worden: een universiteit. E u
daar de vrije universiteit heelemaal van
jou is, wat kan er tegen zijn een
rectorraagnificus-galapak te bestellen, zóó, dat
je er met voeg je opwachting mékunt
maken bij 't allerhoogste, waarvoor je ooit
te buigen hebt.
Kuyper toonde zich verrast, en daar was
in het idee blijkbaar iets dat hem behaagde.
Jawel, zei hij, zooals u daar spreekt, is het
gansch niet onverstandig. En als rector
magnificus behoef ik mij niet te beperken
in mijn keus... want nietwaar ik ben,
ik kan 't gerust zoo noemen, creator
magnificus, zooal niet van het universum,
dan toch van mijn universiteit. Watje
natuurlijk, hernam ik, er recht op geeft aan
den Jozefrnantel van den reetor magnificus
nog eenige kleuren extra aan te brengen,
en dan stel ik je voor, te nemen een blauw
veld, op je borst en op je rug: 't een met
een gouden zon, en het ander met een
zilveren maan en zoo'n dozijn of wat dia
manten sterren. Kuyper, die graag uit
het verhevene, als hij niet op den kansel
of in den catheder staat, naar wat aan
het triviale grenst overwipt riep: ja,
mijnheer Brommeijer, 't denkbeeld is niet
kwaad, maar dat ruikt naar de mosterd.
Hij had er, al heeft zijn pen hem geen
windeieren gelegd, waarschijnlijk de duiten
niet voor, of de duiten niet voor over, en
zoo begon hij aanstonds weer in de richting
van mijn wereldberoemd galapak te rede
neeren, waarin hij zoo graag zich zou steken
Wit (3 dammen).
Na 14 dagen geven wij de oplossing en de
namen van de oplossers.
Beantwoording van vraag No. 6. De 28e
zet van wit is niet geweest 38-32 maar
43-39. Nu moet zw. 20-25 spelen om g«-en
schijf te verliezen. Daarna volgt w. 49-43.
Nu dreigt weder een schijf verlies, hetgeen
niet anders kan gecoupeerd worden dan met
z. 30-34, w. 39:30, z. 25:34. Doet zwart dit
niet, dan verliest hij een schijf, en is tevens
krachteloos. Indien zwart deze afruilina doet,
dan volgt daarna : w. 27-21, 22-18, 35 30, 33:4,
33:49!!
Deze combinatie is geconstrueerd in partij
No. 71 van den Nat. Correspondentie-wed
strijd, door M (Broekkamp, wit) tegen J
(Koperberg, zwart). Zwart is even vel opge
houden?, na den aanval 43-39 van wit.
Wij ontvingen een goed antwoord van L.
J. Content en K. C. de Jonge, Amsterdam.
Velen zonden ons een foutief antwoord, het
welk thans duidelijk blijkt.
UIT DE DAMWERELD.
Onder groote belangstelling gaf den heer
Vijn Zaterdag 16 Dec. de Séance te Edam.
16 borden werden be :et, meest allen door eerste
en tweede klasse spelers. Een zwakke partij
zagen wy niet aan deze Séanee deelnemen.
De uitslag was: Gewonnen 7 partijen. Ver
loren 4 partijen aan de heeren S. de Boer,
W. de Boer, N. Bouwes en C. Kwantes.
Remise 5 partijen met de heeren A. de Boer,
J. de Boer, K. Bouwes, G. vau Gaasbeek en
W. Groot. Voor Ons Genoegen" was deze
séance een schitterend eucces, en tevens een
bewijs van flinke vooruitgang in speelkrachten.
De volgorde van spelers in de aanstaande
coinpetitiewedstrijd is:
MiiiiiiiiiiiiiiMiimimimiiiiiiMmnmiimimiiiiiiinmimmtiiimimitii
om waardiolijk in dat land, het heilisdom
aller heiligdommen, te kunnen verschijnen.
U weet niet, zei hij, hoeveel personen mij
reeds de gunst hebben gevraagd het een.
of ander voorwerp van hen mee te
nemen, om het in het meer van
Genezareth of in den Jordaan te doopen,
opdat het tot hen terugkeere als een reliquie,
hun en hun nageslacht tot een oorzaak
van blijvende verheugenis en mij dunkt
uw galapak, mijn waarde heer, zou
eerst het galapak zijn uwer ten volle
waardig, als het op den be*^ Sion, b.v.
door mij was gedragen, doorademd van
de hemelsche luchten en geuren.... die,
zelfs nu nog niet geweken zijn van zijn
eeuwig jeugdigen kruin. Natuurlijk, een
Jprdaandoop zou minder gepast daarvoor
zijn, maar het spreekt wel van zelf, ben ik
eenmaal aldus getooid, dan kan der dienst
vaardigheid van al wat Turk heet, verzot
op edel metaal en edelgesteenten, niets te
veel zijn; en zoo stel ik mij voor heel
wel in staat te zullen zijn u een paar
oxhoofden Jordaan-water bij mijn terug
komst te vereeren....
Oüh, antwoordde ik, dat gewijde
riviervocht daar zou ik liever anderen gelukkig
mee maken. Te drinken is het voor men
sehen van onzen stand en smaak toch niet;
en op een spruit, die ik er in zou kunnen
laten onderdompelen mag ik niet meer reke
nen. Ik verwacht er zelfs niet een als
vader van Thérèse, en bij de malle be
grippen, die dat kind heeft, houd ik het er
voor, dat er heelemaal van doopen geen
sprake zou zijn, ook al was het in den Jor
daan zelf, zoo er nou; ooit eenige
progenituur kwam. Intusschen sprak de ge
dachte, mijn gala te laten beschijnen
door de zon van Palestina, en het te laten
doorluchten op den berg der bergen, wel
tot mijn gemoed, en ofschoon ik eenige
bezwaren opnoemde o.a. dat het costuum
mij wel wat ruim zat, maar hem hier en
daar wat zou knellen was er eigenlijk maar
n ding, dat mij nog een poosje weerhield
hem tiat te geven op zijn verzoek. Toen
ik St. Nicolaas 19(13 deze bekleeding, als
een geschenk van de hofkringen, zoo goed
als uit de handen van de Ranitz, ontvangen
had, heb ik het buiten de goudstukken
laten taxeeren, en zijn de diamanten, topazen,
smaragden en robijnen geschat op een
waarde van 340.000 gld^ alleen de rijglaarzen
met sporen kwamen op twee en dertig mille,
en het gevest van den degen op iets minder
dan een halve ton. Nu zal ik Kuyper zelf
niet verdenken, hoewel ik geen koopman
zou moeten zijn, om niet te weten,-dat ook
voor de vroomsten de gelegenheid den dief
maakt maar ik begreep, .dat het bedrag
te hoog was om van hem, met eenige kans
op zekerheid, een borgstelling te vorderen,
terwijl al dat gefonkel een al te groote
verleiding zou kunnen zijn voor het
gehoefte, dat tegenwoordig de heilige gewes
ten bewoont. Toch stond ik hem eindelijk
zijn hartewensch toe. Ik zal nu maar niet
een beschrijving geven van Kuyper's dank
baarheid, waarmee hij mijn gulheid en goed
vertrouwen aanvaardde, welke hij mede op
rekening schreef van mijn door de hoogste
adspiraties gedreven christenhart. Gij, zoo
* * " -*? i.J« ift-lrrn n^/YOTlvlam
K «i
to O ;
&Ü0
-a 0
g
to
o ,
10
l
a w
bO
t- ,
CO
O
g *3
(O
v ,
IC
^o
i*l O
t?t
) £ ,
te
£ W
M «H
n
- -^ 0
g W
5 « ,
OD
^ F
»
ft ^3 O
f &
i o w
*
?? ~ ,
l s ,
K w W w j >
to o to o
tr1 Q «i o
o o o o
W 0 B O
t?i i?1
w -^ ^
1^ ' IO
ce 10 :
f H «H W
O ~a o -o
X "a M *3 ;
f , 0 10 i
isS :
i?i :
f O «-< O j
o -o o *-o ;
W P3 Ci a i
IvO CO
o o :
ts2 : *- :
: O'
f-! r =-< : K «-i
! 0 O : -0 0
i1-1 W ;C3 «
o -^j-t .
? tC
: O
W F ffi tr*
-J O -o O
^ S Q g
0 -* <? *
to
^1
W « K !z«
QO W
i?» : 00
to :
*! W W
?o o to o
H 0 fel 0 W 0
i^3 O -^ O O 14 ?
-u O Q G
? o ,, ?
£*>
O W b ^ W M
V-t 'W K
9°. , ^ , o to .=
to to
CO : OO
B *! O ir)
9,0-c
u^.
KI Q O to Si
?* l 0 10 0 tO
f-1
r
W K O £C
5T. * o ^
>f- l ?
MJ «H : O «H '; w =H
to o \ ~a oio to
W f«{ ? Q ^ i
IO :
?? * ;<= -s
>£>? :
"3 f i O tr1 W tr1
-O O ? -o O O tO
W g : 0 g
r?4 ;
V * :' 0 ^9
)-* :
:
*J *4 :öV, W !z!
? t-3
>?:?>, o to
i-1 : Co
4i : l-O i
* Voortzetting; van partij :
No. 45. E 10-14, H 19:10 gelw.
57. E 19-23, K 28:19, E 13:24 K 29:20
69. E 7-11, M 21:32
70. G 22 27, M 32:21
75. Vorige tabel, moet zijn 30-25.
getuigde hij met geestdriftige oogenvlam,
wilt
hoogste
in en door mij het heiligste met het
opdat mijn betreden
vereeren,
IIIIIIIIMIIMflIIIIIIMHIIIIIMIIIIIIlmillllllMIMJimillllll
van den gewijden bodem ons beiden een
daad' zij van de innigste piëteit. En zoo
was het. Daar gaat geen woord af'. Alleen
heb ik aan mi|n tailleur last gegeven dien,
schat van edelgesteeiiten te vervangen door
tooneel-diamanten, -smaragden, -topazen en
-robijnen, en dat vooral om Kuyper het
onzegbare leed te besparen, wat zijn deel
zou zijn, indien hem eens iets nootllottigs
met mijn gala-spullen overkwam. En zoo
heb ik hem ingedachte op zijn reis gevolgd,
en eerlijk gezegd, maar al te dikwijls mijn
ongeduld geuit aan Julia: Nietwaar, vrouw,
wat maakt die vent toch een om >veg naar
't Heilige Land...! Dan antwoordde ze:
Ja man, me dunkt hij kon dat veel korter
doen en dan veel langer te Jeruzalem blij
ven daar alleen toch leeft zijn hart. Maar
dan troostten wij elkaar weer: hoe hij ook
reist, met Kerstdag zit hij zeker te Bethle
hem! En wie begrijpt nu niet, dat ik
de laatste maanden, maar aldoor mij op de
heugelijke ure voorbereidde, waarin Kuyper
in zijn allernieuwste plunje in mijn
plunje, alsof ik zelf het was, tot den hemel
zou opzien, en luisteren naar den Engelen
zang! Voortdurend zoo zachtjes wariii
gestoofd in het gevoel van een door zijn
galapak herboren man, naderde ik den
schoonsten dag mijns levens... toen ik
op zekeren morgen gewekt werd door
Julia die anders nooit, neen nooit,
vloekt met een: Jesis!! Julius, kom
eens kijken' daar staat vlak voor ons
huis een man met een bijl aan den boom,
en hij hakt... Ik mijn ledikant uit, en tot
Julia: Schel van Leeuwen op! Xij doet
het. Mevr. v. L.: Mijn man staat
juist zich te wassehen Ik: Laat
hem aan de telefoon komen, vóór hij zich
afdroogt! v. L.: Wat heeft u? Is er
zoo'n haast bij J1 Ik: Wis en waarachtig,
ze hakken mijn hoornen om! v. L :
Laat ze maar hakken, dat is in orde.
Ik: Noem je dat orde! Net zoo'n orde als
wanneer het weerlicht in je brandkast
slaat... -?v. L.: De booiuen. gaan allemaal
weg. Ik: Heb je 'daarom den wal ge
repareerd r1! v. L.: Ja, daarom, en nu
dit werk klaar is... gooien we de hoornen
er uit, en wordt de Bocht tegelijk met de
Reguliersgracht gedempt... en als dat
klaar is krijgt u er een tuintje voor de
deur. Ik: Dus er bluft er niet n?!
v. L.: Neen. geen enkele, waaraan u je
zoudt kunnen ophangen. Ik: Verr.kü?
Het bloed was mij naar 't hoofd geste
gen en ik stond te trillen en te beven,
weshalve Julia begreep, dat het tijd was me
weer naar bed te leiden, opdat ik een weinig
aou kunnen bekomen van den schrik. Maar
waarvan ik bekomen mag zijn sedert ik
die geruïneerde en onthoofde Bocht heb
gezien, kan ik niet meer uit mijn raam
kijken of de vloeken spatten van mijn
lippen en in het besef, dat ik nu voor
goed het hart van mijn stad en het hart
van mijn vaderland zal moeten verlaten,
om ekkers rust te krijgen van de satansche
vervolgingen, waarvan ik seéert dezen
zomer het slachtoffer ben... is het mij
totaal onmogelijk aan Bethlehem en den
vredesengel te denken, als wist ik heelemaal
niet, dat Kuyper op het smalste aller paden
in mijn schoenen staat, en mij minstens
de helft toekomt van het loon, dat hij
daarmee verdient.
l