Historisch Archief 1877-1940
Na M87
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
11
Eindelijk bionea de vesting! (PunchJ
In Gala*gewaad.
(Sir Henry Campbell Bannerman als overwinnaar in den
politieken str\jJ.)
To be or not to be... President der Fransche Republiek.
(La Silhouette.)
> KVYFEB (bij het portret van Van Kol): Niet kwaad, maar het is niet veel meer dan een begin. Hij vertoont zich
nog maar zoo in de kinderkamer, maar ik verschijn zoo onder de volwassenen ... in mijn eigen Universiteit.
Ik haal het niet," zei Brisson, zoo lang zal ik nooit
kunnen wachten!''
Ik ook niet!' zuchtte Bourgeois, maar Fallières, wiens
inwendige holligheden grooter zijn, vermant zich in hoop en
afwachting.
16e Jaargang. ,24 December 1905.
Redacteur: R d. , J. L o m a n.
79 Southwold Mansiong,
Elgin Avenue, Loadon N.W.
Verzoeke alle médédeelingen, deze rubriek
ibetreffende, aan bovenstaand, adres te richten.
No. 784. H. Mefldes da Costa, A.msterdam.
(Eerste publicatie).
Mat in vier (4) zetten.
abcdefg h
Wit 4, zwart l stukken 5.
Oplossing van No. 782, (Mendes).
l Pf3 enz.
Opgelost door L. A. Kuijers, A'dam; D.
Andréa, Haarlem; R. de Haas, Winsurn;
J. J. Kleinhoonte, Arnhem; Biphisicus",
A'darn; Physico chemicus" A'dam ; J.
Wolthuis, A'dam.
FRANSCHE PARTIJ.
?8e match partij met analyses van dr. Tarrasch.
Wit.
Dr. S. Tarrasch.
1. e4 e6
2. d4 e5
3. Pc3 Pf6
4. eöPfd7
5. f4 c5
6. dc5: Rc5:
Zwart.
V. J. Marshall.
bedenkelijk maakten
bovendien een tem
po kost.
7. Dg4 0-0
8. Pf3 Pc6
9. Ed3 f
Pc6, zooals in de Cie 10. Dh3 Pd4
partij geschiedde, De tot dusver ge
lijkt mij beter, om- volgde
ontwikke<3at wit daardoor tot lingsmethode
bea3 gedwongen wordt stond in hu. Tf7 en
?wat 0-0-0 eenigszins Pf8.
11. Rd2 a6
Men ziet dat wit bij
de Oe partij vergele
ken een tempo voor
is, daar hij den zet
a3 heeft uitgewon
nen.
12. 0-0-0 Pf3:
De beste verdedi
ging tegen g4. De R
moet b4 om op c5
voor 't paard plaats
te maken.
13. Df3: Rb4
14. g4 Pc5!
15. gf5: Pd3:f
16. cd3:
Dit liJKt mij sterker
dan Dd3:, daar wit
op deze wijze ook de
c-lijn vrij krijgt.
16. Tio:
17. Pfi2?
In zijn streven om
R van ongelijke
kleur te vermijden,
begaat wit merk
waardiger wijze de
zelfde fout als in de
(ie partij.
17. Dc7t!'
18. Kbl Rd2:
19. Td2: De5:
/w. heeft nu den
gewichtigsten pion
gewonnen, doch
daarmede is de par
tij nog volstrekt niet
beslist, want de pion
die zw. voor is staat
op g7 en telt voor
eerst niet mee. Wit
is daarenboven beter
ontwikkeld.
20. Tel Dd6
Nu dreigt e5.
21. Dg3 Rd7
e5 dan 22 feö:, Deo:
23 Deo:, Te5: 24 Tc7,
Rg4 25 Pd4 en wit
dreigt Tg2. Of 21-e5
22 feö:, Teö: 23Pd4,
Rd7 24 Te2, Tae8!25
Tel, Te2: 20 DdO:,
Tel:t 27 Kc2 en wit
wint den pion do
terug en staat dan
zeer goed.
22. Pd4! Tf6
Tf4:? dan natuurlijk
Pe2 en wint de kwa
liteit.
23. Tf2 Taf8
24. Tcfl Re8
Zw. staat nu zeer
goed, maar winnen
kan hij alleen met e5
en dezen zet tracht
wit nu voortdurend
te verhinderen, 't
AVitte P staat uitste
kend en dit helpt om
't evenwicht te her
stellen.
25. a3 Rg6
26. De3 h6
10 zetten later blijkt
dat do stelling van
Rg6 hierdoor ver
zwakt wordt. Op 't
moment echter
schijnt dit van geen
belang,
27. Ka2 Db6
28. Kal
Wit mag vooreerst
zijn positie niet ver
anderen. Beweegt hij
bijv. een der torens
dan wint zw. met e
29Deö:,Te830 Dd5:f,
Rf7 gevolgd door TdS.
28. Kh7
29. Ka2 Ddti
30. Kal T817
31. Ka2
?Wit kan absoluut
niets anders doen dan
zijn K heen en weer
spelen, wil hij niet
verliezen.'
31. Tc7
Zw. kon alleen met
e5 iets bereiken en
dit hal hij op een
anlere manier moe
ten trachten te be
werkstelligen ; op
deze wijze al-leen viel
aan event. winst te
denken. (Maar hoe
was dit mogelijk?
Red.).
32. Tel Rf7
33. Tgl b5
Wit staat nu zeer
goed. Zw. beging op
den Sisten zet een
fou t met de blokkade
op te heffen. (Wij
kunnen de redenee
ringen van den
geMlimiiKmiMltmmiuutiuuiimiiittuiiiiuitiiumtiiinmimmitmninmiiiimtt
leerden dokter niet
volgen. Zw. had op
den Sleten zet de
keus tusschen doel
loos heen en weer
spelen en remise.
Alleen op den
Dvleugel viel aan een
aanval te denken;
zoolang wit zijn posi
tie niet verandert
kon van eönooit
sprake zijn. Red.').
34. Tfg2 Rg6
Beter wasRgS, maar
ook dan komt wit
goed te staan. Rg8 35
Dg3 (dreigt D-oller
op g'), De" 3üPfJ en
Pe5.
35. De5! Td7
Op De7 kon volgen
3li h4, b.5 37 Tg'>:,
TgO: 38 TgG:. Kgö: 3 'J
PeO:, Td7 40 föf, Kh7
41 Db8 (dreigt PfSf
of l'göf! en mal met
Dh8) Tb7 42 DcS en
zw. is weerloos tegen
36. DdC: Td6:
37. PfS!
Nu dreigt 't paard
op eöden R voor de
3e maal aan te vallen.
Zw. moet nu de 8ste
rij met zijn toren dek
ken om Rh5 te
kuiinen spelen, waarop
anders mat in 3 zet
ten zou volgen. Zw.
verliest nu den pion
en krijgt bovendien
de slechtere stelling.
37. Td8
38. Pe5 Rh 5
39. Tg7:f Kh8
40. Ta7 Tg8
41. Tel! Tf4:
Tg7 dan 42 TcSf,
Kh743 Taa8, Te7 44
ThSf, Kg7 45 TagS.f
42. Tcc7 Rg6
43. Ta6: Rf5
44. Tb6 Td4
45. Tbb7
Sterker dan Tbö,
waarop zw. met Rdo:
eveneens twee ver
borden vrij boeren
krijgt, 'Wit wil thans
met $gb3-c3 den
dpion dekken, dan den
b- pion'1 slaan en ver
volgens-met de
verbonde:a vrijpionnen
winnen*
45. Td3:
Dit kwaliteits-otier
is nog- zwart's beste
kans.
46. Pd3:
47. To7
48. b3
49. Tb5:
Marshall
Rd3:
d4
Ri'5
(13
heeft zich
zooals gewoonlijk
? zeer handig ver
dedigd en dreigt nu
met Td8 zelfs nog te
winnen.
50. Tbb7
Oin Td8 met Tbd7
te beantwoorden.
50. e5
Zw. heeft geen vol
doende verdediging
meer. Interessant
was de volgende
speelwijze 0-Re4ól
Tbd7, Tg2f (om Rd
te spelen wat nu niet
wegens 't mat op h7
ging) 52 Kal, R'ló 53
TeSt. T gS 54 Tg8:f,
Kg8: 55 Tdó:, edö: 50
Kb2 en wint.
51. Te5: T«2f
d2 dan 52 Td5, Ke4
53 Tbd7, lidö: 54
Tdó:, Tg2f 55 Kbl,
Tgl t 50 Kc2 en wint.
Kal
Kb2
Kc3
K b-t
Tc5
Tglf
Tg2f
Tc2-f
Rg6
Re4
goed
53.
54.
55.
56.
Zw. kon even
opgeven.
57. Tc2: dc2:
58. Tc7 Kg8
59. a4 clüsic!
60. Tel:
Zw. geeft op.
Wit 3 uur 35 min.
Zwart 4 uur 11 min.
FRANSCHE PARTIJ.
12e match partij met analyses van dr. Tarrasch.
AVit. Zwart.
Dr. S. Tarrasch. Marshall
Eerste 5 zetten als in voorgaande partij.
6. dc5: Pc6
7. a3 a5
Dit is slechter Rcö:,
daar wit nu 't veld
bömet zijn paard kan
bezetten en zw. snijdt
zich bovendien den
pis af de lange
rochade met een
pionnenstorui aan te val
len (a6 en böenz.)
Aan den anderen
kant wordt wit ge
dwongen den aanval
met Dg4 op te geven.
8. Pf3 Rcö:
9. Rd3 h6
0-0 was slecht we
gens Rh7:f. Bijv. 0-0
10 Rh7:|, Kh7: 11
Pgöt, KgO (KhO dan
f5 of Dd3) 12 Dd3h
f5 13 Dg3, De8 U
Pe6:t, Kl'7 15 I'c7
enz. De zet 9-hO ver
zwakt den K-vleugel,
met name 't punt gO.
Zw. moefct met aan
val pareeren. Ik had
dezelfde stelling te
gen Schallopp te
Manchester (1890),
m-jt uitzondering van
de zetten a3 en a5. Ik
speelde l'O wat veel
sterker is
10. Pb5
Ter voorbereiding
van De2, wat thans
een zw. verlichten
den afruil met Pdl
zou toelaten.
10. 0-0
11. De2 b6
12. Rd2 Ra6
13. c3
Om wederom na
afruil op bo den zet
1M4 te beletten.
13. ? f6
14. 0-0-0 f'eó:
Dezen afruil ver
sterkt slechts de wer
king der witte
raadsheeren en was daar
om af te keuren.
15. fe5: Rb5:
16. Rbó: I)c7
Indien zw. bij den
pionnen-afruil op e5
gemeend mocht heb
ben dat de geïsoleer
de pion zwak zou
worden, dan vergiste
hij zich ten zeerste.
Hij maakt juist de
kracht van 't witte
spel uit en is met ge
mak te verdedigen.
17. Thel T17
18. Kbl Taf
19. R13
Zw. wordt nu door
een «eer lastig te
paree ren aanval be
dreigd. Wit staat
schitterend Hij be
oogt tweeërlei Rc2
met Dd3 en tevens
RgO.
19. Pe7
Door dezen foutzet
rede zw. zijn spel!
Deze zet die den Rc
opsluit brengt wit op
andere en verkeerde
gedachten. Had hij
eenvoudig zijn oor
spronkelijk plan uit
gevoerd, dan had hij
zw. leelijk in't nauw
gedreïeu. 20 Rc2!,
PK 21 1X13 (dreigt
g4), gO 22 Rhü:, Phö:
23 J)gO:f of 21 Dd3,
go 22 g4, Pe7 23 h4
en wit krijgt steeds
een prachtigen aan
val en dreigt daar
enboven b4 met R
winst, ingeval een
zw. stuk naar e7
mocht vt .'dwalen.
20. b4 ab4:
21. cb4:
abi: was nog beden
kelijker; want nabcö:
krijgt zw. met bcö:
twee vrije aan
valslijnen voor de torens,
terwijl de witte K
van alle
pionnenbeschutting beroofd is.
21. Ta8
22. Kb2?
Hierdoor gooit wit
zijn spel weg. Hij had
met Rel den a-pion
moeten dekken dan
kon de D de verdedi
ging steunen. Oli'erde
zw. dan op f3 de kwa
liteit, gevolgd door
Rd4, dan kon Ri7f
en Td4: volgen, waar
na van den zw. aan
val niets meer o ver
blijft.
22. TF3:
23. gf3: Rd4f
24. Ka2 Da7
Men ziet dat wit
door zijn K-zet b2
nog tempi verliezen
moet en ten slofte
toch den a-pion met
Rel moet dekken.
25. Rel Pc6
De wolken trekken
meer en meer samen.
26. Rb5!
Dd2 deugde abso
luut niet.
26. Pbl:f
27. Kbl Rü3
Nu kwam in de
eerste plaats Rd7:,
Dd7: 28 ab4: in aan
merking om ver vol
gens na Tall 30 Kc2,
Ta2f 31 Kc3: de D
tegen 3 officieren prijs
te geven. Dit zou
echter een geweldige
dwaling zijn geweest,
want zw. speelt niet
Talf maar Da4 eu wit
is verloren. Rb5 ver
hindert lederen aan
val van de zw. dame.
28. Tgl Pc5
Da3: dan 29 Ra3:,
Ta3:30 Db2, Rb2:31
Kb2: met goed spel.
29. De3 " d4
Speelt zw. thans
Da3: dan volgt Tg7:f
en wint
30, Td4:!
30DhC: was minder
goed wegens d3 31
Re3, Re5: 32 Rcö:,
bc5:I (niet Da3: we
gens 't prachtige mat
33 DeO: t 34 Dh3f en
35 Rc4r) 33 DeC:+,
Df7 34 Df7:-r, Kf7: 35
Rd3:, Ta3: 30 Rg6+,
KfO 37 Kcl en zw.
heeft minstens remi
se. Al deze variante;!
zijn even ingewik
keld als interessant.
30. Rd4;
31. Dd4: Pd5
32. Rc6 Td8
33. Dh4 Ue7
34. Dh6: Pc3f
35. Kc2 Te8
Wit dreigde Rg5.
36. Rg5 ghö:
Anders volgt RfO.
37. Re7:f Kf7
38. Rc5: Tc6:
39. Kc3: To5;f
Wie had kunnen
denken dat deze wil
de partij in een ta;u
remise zou eindigen !
't Voordeel van t!eii
pion is hier van gtvsi
gewicht.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
Kd4
Tal
Tbl
Tb6:
Tb8
Ke3
Tb2
Tböf
Tb2
Ta2
Tb2
Ta,5
Kg6
Ta3:
Kf
Ta4f
Tli4
Ke5:
KM
Kf
e
AVit 3 uur 17 min.
Zwart 3 uur O I>I:M.